hoe staat het met de
Jfj doodende stralen
De Zeehondenvloot vaart uit.
i
t b »K&1'
_e en herfstkool liep het deze week alles
I deJ^T Voor mooie roode kool van de uitgele-
H f*}** STtm een enkele maal f 1.3O-1.50 worden ge
in de grootere soorten brachten weer f 0.60
ke op. Meermalen konden ze zelfs voor dien
Al 1 «jet worden verkocht en werd ze soms
n yoor nog minder van de hand gedaan
^"de veiling werden ongeveer 25 spoorwagen» ver-
^^-snvoer van gele kool beliep aan beide veilingen
gpoorwagens. Ook hiervoor kwam weinig te-
De mooiste en meest gezochte kon van f 1.2»--1.60
n terwijl de overige voor f 0.600.70 moest wor-
verkocht
j>t witte kool was het hetzelfde liedje. De hoogste
prijs, welke hiervoor werd gemaakt, was f 1. Verreweg
het gTootste gedeelte werd ook hier voor f 0.60 verkocht
Daar deze over 't geheel zwaarder van stuk zijn, ls dc
financieele uitkomst ongetwijfeld nog het minst onbe
vredigend.
Liep het met deze drie koolsoorten het vorige jaar
ook al slecht het was toen toch beter dan nu. In de
overeenkomstige week van verleden jaar kwamen voor
roode kool nog prijzen voor van ruim f 3 voor het kleine
goed en werd voor de grootere ook wat meer betaald.
Gele kool noteerde toen voor de kleine van t 24, ter
wijl witte kool over 't geheel nog 50 procent meer op
bracht dan tegenwoordig. Men kan hieruit zien, hoe
treurig het thans voor de koolbouwers gesteld is.
- ^en' opzienbarende ontdekking van een
duitsch chemicus.
Kan men den oorI°S onmogelijk maken?
Doodende stralenWat tot nu toe de weten-
Ticliap over deze stralen bekend is, moet in drie
^ititng gescheiden groepen worden ingedeeld. Daar
ris allereerst de proeven, die zich met storingen aan
-aderen door afstandswerking bezighouden. Het is
öinian der wetenschap tegenwoordig mogelijk zon-
igseer stralen uit te zenden, zooals b.v. kathode-
rrJ:. die in staat zijn de lucht electrisch geleidend
•Jen. Een explosiemotor, die zich in zulk een
*6 irfiscti veld bevindt wordt daardoor buiten wer-
«e jijtjfsteld, omdat aan de ontstekingsplaatsen kort
st jicóS ontstaat. Reeds voor den oorlog doken da
berichten van dergelijke uitvindingen op. In
H isi iras het de Engelschman Grindel Matthews, die
2«!P proefnemingen groote sensatie verwekte en
iall jaar geleden maakte een Tsjechisch persbe-
melding, dat op een landweg tengevolge van
intcn met stralen alle auto's een half uur
in staat waren te rijden. Maar al deze be-
zfjn niet in staat geweest om het practische
iBidezer uitvinding te bewijzen. Het is wel een feit,
l«i het opwekken van ontstekingsstoornissenin
jüoorlog gedacht ter afweer van vliegtuigen, tanks
«(«pantserde automobielen theoretisch mogelijk
At maar ook dat voor een doeltreffende werking
«ff groot en afstand de stralen een veel te geringe
.fikwijdte bezitten. Tot nu toe is het slechts gelukt
««essen te bereiken over lengten, die den meter niet
overschrijden, practisch dus een negatief resultaat.
Meer nog tast men in bet duister bij de doodende
sraien. die vallen onder de tweede categorie, waar-
teder men stralen met biologische werking verstaat,
Metrische trillingen, die cellen verwoesten en den
tod van een levend wezen tengevolge kunnen heb-
ha Ook hier zijn tot nu toe slechts zeer geringe
pil meld
«timen i
ie: niet i
successen geboekt. Men heeft kleine dieren, muizen,
enz. op een zeer kleinen afstand kunnen dooden,
doordat men stralen van een soort als de Röntgen
stralen op hen liet inwerken. De in de lichaamsholte
aanwezige vloeistof verhitte zich en het dier stierf
aan inwendige verbranding. Bekend is ook het feit,
dat langdurige inwerkingen van normale Röntgen
stralen voor de gezondheid schadelijke gevolgen
kunnen hebben. Maar tot nu toe is het niet gelukt
de intensiteit en de reikwijdte van deze stralen dus
danig uit te breiden dat men ze als wapen kan ge
bruiken.
De derde categorie der doodelijke stralen is die van
de draadlooze ontsteking van springstoffen. Tot voor
kort werd elk bericht over deze aangelegenheid als
bluf, als een utopie beschouwd. Eerst thans schijnt
het gelukt te zijn een systeem te ontwerpen voor
draadlooze ontsteking over grooten afstand, dat men
als een oplossing moet beschouwen. Maar den naam
van doodende stralen verdienen deze onzichtbare
trillingen niet, eerder zou men ze anti-oorlogsstralen
moeten noemen, want tegen hem die in het bezit
van deze stralen is, kan een oorlog met gebruik van
kruit, bommen en granaten weinig meer uitrichten.
Tenzij men natuurlijk een tegenmiddel uitvindt.
Kurt Schimkus is een jonge Duitsche chemicus.
Tot nu toe heeft hij zich alleen maar met zuiver
wetenschappelijke problemen bezig gehouden. Een
oude kruitfabriek heeft hij als laboratorium inge
richt. Het staat temidden van landerijen en schade
zal hij hier dus weinig kunnen aanrichten.
De chemicus, wiens jongensachtig gezicht moeilijk
in overeenstemming te brengen is rnet doodende stra
len, verklaart ons het een en ander van zijn werk.
Het is een bekend verschijnsel, dat bij bepaalde che
mische reacties stralen ontstaan. Deze kunnen zicht
baar zijn en zelfs zeer helder licht uitzenden, maar
ook in vormen optreden, die voor hc-t menschelijk
oog onzichtbaar zijn, omdat de golflengte te kort of
te lang is. Om zulke stralen nu gaat het bij de on
derzoekingen van Schimkus. Zij liggen in het spec
trum van de ultra-roode en ultra-violette stralen,
die men kortgeleden voor radiodoeleinden heeft aan
gewend. De stoffen, die deze reactie verwekken,
wilde Schimkus voorloopig nog niet noemen, omdat
hij op zijn methode n3g geen patent heeft aange
vraagd. De door de chomische reactie ontstane stra
len waren te zwak voor afstandwerkingen en daar
om heeft Schimkus ze met electrische stralen een
stootje gegeven. Hierdoor bereikt hij een buitenge
woon groote intensiviteit, die nog door bepaalde fre-
quentie-rythmen wordt verhoogd. Het zijn zeer ge
compliceerde, door de geleerden nog nauwelijks be
kende gebeurtenissen en een juisten naam heeft men
tot nu toe voor deze stralen niet gevonden. Schimkus
noemt ze voorloopig chemische stralen, een bena
ming. die ook hem onhoudbaar toeschijnt.
Reeds acht jaar geladen heeft Schimkus een exposé
opgesteld over de uitstraling bij chemische reacties,
die hem toen reeds bijzonder belang inboezemden
Ook tegenwoordig zijn do theoretische richtlijnen,
die hij als jong student opstelde, nog geldig. Wat er
nieuw bijkwam, is de practische ervaring op het ge
bied van de ontsteking op een afstand van explosieve
stoffen, te voorschijn geroepen door do chemische
stralen.
Wordt een geweerkogel afgeschoten, dan gebeurt
er het volgende: Een ijzeren stift slaat tegen het
aan den bodem aangebrachte slaghoedje Dit ont
ploft. De hitte, die ontstaat, brengt nu het kruit der
palroon tot explosie, in de kruitlading treedt een uit
eenvallen der moleculen op. De daarbij ontwikkelde
gassen drijven de kogel uit de patroon. Het werk
dat anders door het afdrukken van de geweerhaan
geschiedt, voltrekt Schimkus nu met zijn stralen.
Het slaghoedje explodeert onder den invloed van de
chemische stralen en brengt dan verder weer het
kruit tot ontbranding. Hetzelfde gebeurt natuurlijk
bij granaten, een revolverkogel of een hoeveelheid
springstof als dynamiet, ecrasiet, waarbij geen
slaghoedje noodig is.
Kurt Schimkus neemt in onze aanwezigheid oen
proef. In het laboratorium staat de zender, een buis
uit dik glas, waarin chemische stoffen, die tusschen
vier glazen voeten hangt. Draden loopen naar een
kleine dynamo. Buiten op het land wordt een kleine
patroon in een der voren gelegd. Wij gaan weer te
rug naar het laboratorium en tellen een afstand van
100 schreden, dat is dus ongeveer 80 M. Dan schakelt
hij een hefboom over en buiten klinkt het geluid van
een ontploffing, een wit rookwolkje stijgt op. De
patroon is ontbrand.
Dit alles geschiedt met de vanzelfsprekendheid van
een telefoongesprek. Maar het is een wonder, een
wonder met zulke geweldige toekomstperspectieven
als men zich op het oogenblik nog moeilijk kan in
denken.
Wat wij hebben meegemaakt is een ontsteking over
een afstand van 80 meter. Tusschen zender en pa
troon ligt geen draadleiding, er is geen ander me
dium dan de lucht. Maar dit alles is nog slechts een
begin. Schimkus gelooft te kunnen beloven, dat reeds
zijn volgende proefneming de werking tot het dub
bele van den afstand zal vergrooten, dat is dus 100
M. Hij hoedt zich er echter voor verdere verwachtin-
gn uit te spreken om geen teleurstellingen te ver
wekken. Want het gebied is volkomen nieuw. Geen
vroegere ervaringen liggen er aan ten grondslag. Het
is theoretisch mogelijk een afstand van 2 kilometer
te overbruggen. Maar over grootere is het nog onmo
gelijk een oordeel te vellen.
Een zeer belangrijk punt dient nog gememoreerd
te worden. De stralen zijn in zekere mate bestuur
baar. Zij verspreiden zich wiet in een cirkel om den
zender, maar naar een bepaalde richting, die men
natuurlijk kan veranderen. De verspreidingssfeer is
kegelvormig. Alle springstoffen, die in dezen kegel
liggen worden tegelijkertijd tot ontploffing gebracht.
Misschien bestaat later de mogelijkheid binnen de
zen kegel speciale punten tot ontploffing te bren
gen. Het tot ontploffing brengen van springstoffen
achter den zender kan men thans reeds vermijden.
Ook zijn de hoeveelheden van de te explodeeren stof
zonder invloed op de werking der stralen.
Nadrukkelijk moet worden vastgesteld, dat de be
doelingen van den onderzoeker zuiver wetenschap
pelijk zijn. Over de practische toepassing van zijn
uitvinding heeft hij zich tot nu toe geen denkbeeld
gevormd. Op onze vraag geeft hij echter toe, dat de
chemische stralen voor het geval dat het systeem
en de apparaten ooit volmaakt zullen zijn, een oor
log of revolutie sterk zouden kunnen beinvloeden,
misschien zelfs in de kiem kunnen smoren. Munitie-
transporten zou men in de lucht kunnen laten sprin
gen, evenals patronen in den loop van een geweer,
granaten in den mond van het kanon, vliegtuigbom
men in de machine. De vijand zou geen schot meer
kunnen afgeven, voordat de oorlog eigenlijk nog is
begonnen.
De vraag rijst natuurlijk direct of er geen belang
hebbenden naar den uitvinder zijn toegekomen, die
zijn uitvinding willen exploiteeren. Dit is inderdaad
het geval. Het zijn echter geen politieke of krijgs-
technische belanghebbenden, maar industrieele on
dernemingen, vooral uit Amerika, die zich voor deze
uitvinding intereseeren. Schimkus vermijdt echter
hierover te spreken. Hij wil de geheimzinnige man
uit Amerika niet uitspelen. Hij heeft de bedoeling
de realisatie van zijn methode slechts dan uit han
den te geven, als hij do zekerheid heeft, dat men
met zijn uitvinding geen schade aan de menschheid
toebrengt
Het vredesverdrag van Versailles heeft bepaald,
dat ontsteking op verren afstand tot de verboden
wapens behoort zoodat de Duitsche regeering de
proeven van den uitvinder niet mag steunen.
De ontsteking op verren afstand is niet het eenige
probleem, waarmee Kurt Schimkus zich bezighoudt
Hem interesseert buitengewoon het probleem van de
draadlooze, electrische krachtoverbrenging, een
vraag, wier oplossing een omwenteling in de electro-
techniek zou beteekenen. Het gaat hier om de moge
lijkheid electrische energie zonder leiding van den
stroomopwekker naar den strooraontvanger te bren
gen. Het probleem gloeilampen te laten branden en
motoren te laten loopen zonder dat de stroom door
metalen draden gevoerd wordt is een van de schoon
ste idealen van den modernen technicus. Schimkus
heeft reeds een succes geboekt op dit terrein. Het is
hem gelukt een gloeilampje te laten branden, zonder
leiding. De stroombron was op een kleinen afstand
verwijderd en hot lampje bleef ecnigen tijd branden.
Als hij zijn andere uitvinding voleindigd heeft, gaat
hij hiermee verder.
Het is duidelijk dat men van Kurt Schimkus' on
derzoekingen voorloopig nog weinig kan zeggen.
Misschien zijn ze slechts de eerste aarzelende schre
den op een pad, dat later een der belangrijkste van
de moderne wetenschap zal worden, wellicht lal een
volgende generatie eerst de vruchten plukken van
zijn pionierswerk.
(Nadruk verboden).
QitSJ
*rit
aar«
Hf
Peit
•1 u
I
errcc-
IGCR
wet
MI
ci:
int»
ie*
da»
■I
Mh
m
EEN MOEILIJKE TOCHT.
KUB.--- 56000 BOBBEN WORDEN GEDOOD!
Het harde bestaan der bemanning,
door
Prof. Dr. FRANK B. WTT.T.MOT.
Wij schreven 7 Maart en het was acht uur In den
oditend. De haven van St. Johns, de hoofdstad van
h'ew Foundland, is overvuld met menschen. Vandaag
vaart de zeehondenvloot uit voor de jaarlijksche jacht,
want de datum wordt wettelijk vastgesteld en richt
lich naar het weer. De zeehonden mogen niet voor 14
Maart en niet na 1 Mei gedood worden. De menschen
dringen door de Waterstreet en stroomen naar de haven
inrichtingen, waar de schepen liggen om van hun vrien
den afscheid te nemen, want de zeehondenvangst ls
«en gevaarlijke onderneming en wij weten maar al te
Soed, dat velen van hen waarschijnlijk niet meer zullen
temgkeeren.
Sirenes hullen, klokken luiden, kanonnen lossen sa
luutschoten, vlaggen wapperen op de schepen en op
het land, terwij! de kleine vloot uit den haven en uit
d» baal naar buiten glijdt
Stoere mannen.
Men zou zich kunnen indenken, dat het moeilijk
®o«t zijn voor deze schepen Heden aan te monsteren,
daar de jachttijd slechts zes weken, het leven hard en
de betaling gering is. Deze zeehondenjachten oefenen
«en merkwaardige aantrekkingskracht uit, zooals ik
zelf heb ondervonden en als de tijd daar is, is het
'wkngen om er ook bij te zijn grooter dan al het
*^t:e cn de menschen voelen, dat zij moeten gaan.
in de maand Februari, als de zee op zijn wildst
k verlaten de mannen huis en haard en leggen vaak
waderd kilometer op -sneeuwschoenen af om het naas
te spoorwegstation te bereiken om naar St Johns te
kunnen gaan.
ban komt de dag, waarop de manschappen aange
worven worden. „De Marguerite werft 3 Maart om 9
^ur 's morgens een bemanning aan", verkondigt het
pUkaat aan de kantoordeur van den bezitter en zoo
dra <ie tijd daar is begint een wilde bestorming, ieder
de eerste zijn als hij niet kan schrijven.
De kapiteins geven de voorkeur aan lieden, die reeds
«rvaring bezitten of aan lieden, die een hardl even In de
wouden of als vlsschers gewend zijn, want zij zijn het
beste geschikt voor werk. Zoodra zij hun handteeke-
ning hebben neergezet krijgt elke man een kaart, met
naam en met een nummer en bovendien de som
van negen dollar, opdat hij de noodzakelijke uitrusting
o. Kieeding kan koopen, indien hij deze nog niet mocht
Witten.
Moeilijke tocht door het ijs-
^5* 269 anderen scheepte ik mij op de Marguerite
v» V*8* van afvaart was op Zaterdag bepaald en wij
ertrokken by het eerste morgengrauwen. De wind
a de baal met sneeuw en ijs gevuld en daarom
oestcn wy na korter tyd weer het anker uitwerpen.
voIgenden dag was het niet veel beter gesteld,
„aar kapitein verklaarde, dat hij niet meer tijd ver-
De"1^11 k°n en vervolgden daarom weer dc reis.
«I* 8 ®tand van onze ankerplaats naar Harrows, de
VOr®ige hals van de St. John-baai was niet groo-
u ao twee kilometer, maar toch hadden we twaalf
de dn°°?i8 0m dit gedeelte af te leggen, daar het ijs
in .°orvaart sterk belemmerde. Toen wij uit de engte
van ïrviPi!* Zeo kwaracn- Ml®3 <1® wind met een kracht
E'; hoorneter per uur en wij konden slechts met
ven0118 Cen wcg naar het Noorden banen. De gol-
»'o'e*.art« 200 hoo8- dat zij dikwijls zelfs over den brug
a«a. Het «chip zag er al spoedig ais een rotsblok
uit. Met het vallen van den nacht ging ook de storm
liggen, maar wij waren zoodanig door ijsschotsen om
geven, dat wij vaak voor- noch achteruit konden gaan.
Om door het ijs heen te breken moesten wij dikwijls
verschillende methoden beproeven om achteruit te kun
nen varen om dan in staat te zyn een aanloop te ne
men om naar voren te kunnen gaan. Alle hens werd
aan dek ontboden. Zij moesten van stuur- naar bakboord
loopen om het schip in een schommelende beweging te
brengen, om het ijs rond om ons heen te kunnen bre
ken. Maar de Marguerite was te zwaar met kolen en
jachtuitrusting beladen om te schommelen. Toen kwam
het bevel: „Alle manschappen op het ijs'.' Wij trachtten
nu het ij3 te breken door er stukken uit te hakken,
maar dit ging veel te langzaam. Dynamiet werkte veel
sneller. Wij legden dynamietpatronen eerst aan de eene,
toen aan de andere zijde. Zes patronen braken het Ijs
open en hieven het schip bijna in de lucht Terwyl de
springstof explodeerde gaf de Marguerite vol stoom
naar achteren en eindelijk was het schip uit zyn val
bevrijd. Toen ging het verder.
Zwart van de zeehonden-
Zoo ging het den geheelen dag door en den volgen
den middag waren wy eerst ter hoogte van de Magda-
lena-eilanden. Toen de schemering aanbrak klom de
kapitein in 't kraaiennest, maar kon niets anders dan
pakijs zien in de richting, welke wij heen moesten. Ons
schip was veel te zwak om door het ijs te kunnen
heenbreken. Er bleef ons dus niets aders over dan een
omweg te maken, hetgeen natuurlijk weer een belang
rijke vertraging beteekende. Voordat wij echter nog den
boog om het ijs hadden volbracht riep de man uit dc
uitkijkpost naar beneden dat hij reeds cenlge oude
zeehonden op de ijsschollen kon zien. Wy wisten dus
dat wij niet ver meer van de kudde af konden zyn.
Eindelijk verlangde de man In het kraaiennest, dat de
machines stopgezet zouden worden, daar de trilling
hem niet in staat stelde met den verrekijker te zien
Toen riep hij met opgewonden stem: „Het ijs aan bak
boordzijde ls zwart van de zeehonden".
„Alle mannen gereed!" luidde het bevel van den ka
pitein. 234 man kwamen aan dek en werden in vier
groepen verdeeld om met de slachting te beginnen. De
zeehonden werden door een slag met de harpoen ge
dood, hun lijven werden opengesneden, hun pels afge
stroopt en aan markeerstokken geregen. De markeer-
stokken zijn geverfde stokken, die de achtergeblevenen
op het schip laten zien hoeveel vellen er al gejaagd
zyn, steeds hooger rijst de hoop. Meer dan 8000 zee
honden werden er dien namiddag gedood, alleen jonge,
want de witte vellen hebben een grootere marktwaar
de dan die van hun ouders.
56-000 robben gedood.
Drie dagen lang duurde deze jacht, van zonsopgang
tot het donker werd en gedurende al dezen tyd was
de Marguerite door het ijs omsloten. Eindelijk begon
nen wij de hulden binnen te halen, maar op den vier
den dag stak een hvlge storm uit het Westen op, be
geleid door sneeuw en ijs. Zeehonden en schepen wer
den naar de Breton-kust afgedreven. Het gewicht van
do door den storm opgestuwde ijsmassa's deed onze
markeerstangen afbreken. Vanuit het kraaiennest kon
ik zien hoe de een na den ander viel. Ik kon ook
zien hoe ons werk onder het ijs werd begraven. Groote
hoopen vellen, die niet onder het Ijs kwamen, werden
door den storm opgewaaid, zonder dat wij ze bereiken
konden, daar we niet ver van het land in het ijs vast
zaten. Door lang zoeken en hard werken konden wij
tenslotto nog 28.000 vellen redden, slechts de helft van
de zeehonden die wij gedood hadden. Maar toch was
het de grootste vangst, die ooit in New-Foundland ge
daan werd.
Harp- en Muts-zeehonden*
Er zijn verschillende soorten zeehonden in deze wa
teren, maar die, welke het meest gejaagd worden zyn
de zoogenaamde harp- en muts-zeehonden. De eersten
hebben hun naam te danken aan de harpvormlge vlek.
welke zij op den rug hebben en de anderen aan de
mutsvormlge verhooging, die op den kop der dieren
aanwezig is, wanneer zij boos zijn. De muts-zeehond
Is grooter dan de harp-zeehond en hun vel is gevlekt
als dat van een luipaard. De moeder zal steeds bij haar
jongen blijven, terwijl de harp-moeder er van door gaat
De vrouweiyke muts-hond neemt dikwijls haar kleinen
mee onder haar vinnen naar beneden om ze onder
water in veiligheid te brengen. Ook duwt ze ze wel
met de neus onder den waterspiegel, maar de onver
standige kleine dingen komen uit nieuwsgierigheid toch
steeds weer boven water en klimmen op het Ijs terug
om naar de byzondere gebeurtenissen te kijken. Het
gevolg is dan natuurlijk dat zy door de jagers worden
gevangen. De Jonge ziet er uit als een donzige witte
mof, zijn oogen zyn groot en doorzichtig bruin en hij
is wollig als een jonge gans. Later worden de haren
langer en lichter, maar na een week of vier ziet de
mantel door het ploeteren op het (js er armoedig uit
Gedurende de eerste dagen van hun geboorte zyn de
jonge zeehonden hulpeloos en geheel van hun moeder
afhankelijk. By hun geboorte wegen zij ongeveer drie
kilogram, maar nadat zy de voedzame melk van hun
moeder lang hebben gedronken nemen zy snel in ge
wicht toe, dikwyis tot driekwart kilogram per dag.
Hot Instinct van de moeder.
Uit het oogpunt van den koopman beschouwd zyn de
harp-zeehonden het waardevolste, want zy leveren
meer olie op, ook zyn de jongen gemakkelyker te van
gen en bovendien trekken zy in gesloten kudden rond,
zoodat de jacht minder tyd in beslag neemt
Vroeg ln den ochtend verlaat moeder zeehond haar
kind, om voedsel te zoeken en om zich te wasschen. Zy
breekt het ys. dat zich boven haar dulkgat heeft go-
vormd en giydt in het water. Dikwyis zwemt ze heele
einden om een vischje te vangen en ofschoon de wind
en de stroom de schollen heen en weer schuiven, vindt
zy steeds weer den weg naar haar kind terug. Ik heb
verschillende malen de kleine witte manteltjes van de
schollen gehaald en er 30 tot 40 by elkaar gezet, maar
steeds gelukte het de moeder haar eigen jong te vin
den. Opgewonden besnuffelde zy het een na het ander
om tenslotte met onfeilbare zokerheid by haar eigen
kleine aan te landen.
Vroeger moeten ongeveer meer dan een half mülloen
zeehonden hier hun werpplaatsen hebben gehad, maar
thans schat men hun aantal op niet meer dan de helft
Dikwyis werd de vraag opgewerpen of het wel nuttig
is zooveel zeehonden te dooden om hun vellen en de
olie, maar als men weet dat zy heele scholen vlsschen
vernietigen, moet men toegeven, dat het voordeel dat
door de jacht voor New Foundland ontstaat groot is.
Men heeft eens uitgerekend dat de kudden zeehonden
die van het Noorden komen op hun tocht ln de New
Foundlandsche wateren alleen 14 millioen kabeljau
wen per dag verslinden.
Weinig drinkwater.
Het leven van den zeehondenjager ls hard. De man
nen zyn ln het schip geborgen als sardines ln een
blikje, speciaal op de kleine houten schepen. By de
uitvaart is <1$ kleinste ruimte met kolen, ysbrcekge-
reedschappen en vangapparatcn gevuld. By de thuis
vaart na een succesvolle jacht zyn zelfs de manschaps
ruimten vol zeehondenvellen, zoodat het in deze toch
reeds overvulde slaaprulmte byna ondrageiyk ls. De
eenige verlichting brengt dc wacht, want wanneer
Iemand dienst heeft, kan en ander zyn bed gebruiken.
Het voedsel is zoo eenvoudig mogelyk en het water
heeft een onaangenamen smaak. Het ls natuuriyk on
mogelijk genoeg frisch water voor de geheele beman
ning mee te ncmen.vooral omdat de ruimte zoo waarde
vol ia Daarom wordt er eiken morgen ijs gebroke-n en
in groote bakken, waaromheen de uitlaatstoom van de
machine geleld wordt, gelegd. Dit water heeft w®1'3"
waar een naren smaak en een onaangename lucht,
maar wy dronken het toch. In het begin van het sei
zoen is het-zeer moeiiyk voor den Jager bulten op het
ys frisch water te vinden. Aleen wanneer 't regent of
de zon zeer warm schynt, vormen zich drinkbare plas
sen. Er blijft daarom niets anders over dan water or
sinaasappelen mee te nemen, want aan yskegels kan
men niet zuigen, omdat zy tengevolge van de groota
koude aan de lippen biyvon vastzitten en de huid open
rijten.
Elke minuut een vel.
De uitrusting van een zeehondenjager bestaat uit een
sterken esschenhouten stok, die ongeveer 24 meter
lang is en aan het einde een haak heeft Met dezen
stok springt hy van schol tot schol, gebruikt de haak
om er zeehonden mee uit het water te trekken, maar
dikwyla ook voor het redden van menschen. Hy draagt
ook een opgerold touw by zich, waarmee hy de vellen
naar de markeerstokken sleept, een mes voor het stroo
pen der hulden, een bril om tegen ysblindheid behoed
te zyn, een kompas, een horloge en een waterflesch. Op
zyn rug heeft hy een kleine zeildoeken rugzak ge
bonden, die twee sinaasappelen en zyn proviand bevat
Tusschen de verschillende mannen van een zeehon
denvloot bestaat steeds de grootste wedyver. Elke man
schap tracht meer dieren te dooden dan de ander en
iedereen probeert zyn buurman te overtroeven. De zee
hondenjager moet snel en voorzichtig zyn. Een handig
Jager kan In een minuut een zeehond vangen en stroo
pen, velen hebben het reeds ln veertig seconden klaar
gespeeld, maar elk gat in het vel kost den man tien
cent boete. Een Jager, die per dag 120 vellen naar de
markeerstok brengt geldt als een goed vakman.
83 dooden.
Als de bemanning tegen het einde van Maart nog
niet genoeg zeehonden heeft gevangen, begint men ook
naar oude om te zien. Dan wordt de reeds terugtrek
kende kudde, die nu zeer voorzichtig geworden ls, ge
volgd en men schiet met geweren.
Eiken morgen moet de kapitein beslissen of hy zyn
bemanning op het ys zal sturen Ja dan neen. Dikwyis
dobbert hy tusschen d enangst voor zyn bemanning en
het verlangen naar winst voor den ondernemer. Een
kapitein van onze vloot zond zy lieden uit toen het
weer dreigend was, ln de hoop dat het wel zou opkla<*
ren, maar een ontzettende storm uit het Noord-Westen
kwam opzetten. Wind en ijs omvatten het schip zoo
danig, dat de kapitein niet meer by zyn manschappen
kon komen om ze aan boord te halen. Groote zeeën
ontstonden tusschen het schip en de manschappen. In
den woedenden orkaan geraakten velen te water en
onderh et ys. anderen vroren dood. Toen het weer den
volgenden dag was opgeklaard had het schip 83 man
verloren
Er bestaat het voortdurende gevaar voort het schip
tusschen tegen elkaar schuivende ijsschotsen gedrukt te
worden. Het schip krijgt don meestal ernstige averij,
maar kan gered worden. Ook gebeurt het wei eens dat
het binnen enkele ©ogenblikken zinkt Ook worden de
schepen wel eens door wervelwinden opgenomen en te
gen een verborgen rif aan gesmakt Vele schepen zijn op
deze wijze vergaan. Onvoorziene sterfgevallen onder de
bemanning komen vaak voor.
Schrale verdienste.
En wat verdienen nu deze menschen met hun hard
werken? Hot vaartuig kan een snelle vangst doen en
binnen enkele dagen terugkeeren. maar het ls ook voor
gekomen dat een schip twee maanden bulten bleef en
gedwongen om t« keeren «md.r e«n 'nkol.n I~-
hond te hebben gevangen. Hee eenige lekere hik"01""
van den Jager I. zijn dagelljkache verzorging
gen dollar, die hij bij het aanmonsteren ontvangh w^t
hij werkt tegen aandeel in de vangrt. Een derde van de
zuivere winst wordt onder de bemanning verdeeld. Dit
krijgt Iedereen met uitzondering ven den kapitein, die
vier proeent boven z|)n gago krijgt. CJeen zeehonden,
peen geld. Het aandeel van een man kan tot 238 dollen
ulönaken maar het gemiddelde Ie niet meer dan SC ooi-
lar. Het is niet veel. maar het komt op een tijd, dat er
aan land niet veel te verdienen is.
De Nev*Foundlandsche vlsscher houdt van onafhanke-
lykheid. Hij bezit zijn eigen huis en hy heeft meestal
ook wat geld op dc bank. Hy bezit een paard, een koe en
een boot Hij kweekt zijn eigen groente en vangt natuur
lijk zijn eigen vtech. Elke familie heeft een of twee
schapen en de vrouwen spinnen zelf de wol. Wanneer
het een goed Jaar is en het bedrag van de zeehonden
vangst voidoonde ls om de behoeften van de facVföe te
dekken, dan kan het geld. dat gedurende de robben
vangst verdiend wordt, als zuivere winst c*peij ges *gl
worden.
(Nadruk verboden b