Geestes-Sport en Hersen-Gymnastiek p g i i mi i i li jj§ H w i m s m sa u u ui flSl ii 13 eventjes denken voor onze schakers voor onze dammers PUROL Vraagstuk No. 821. Vraagstuk No. 822. Vraagstuk No. 823. y£ r# mm. A Vraagstuk No. 824. 8 9 8 11 e 8 8 m 0 fg 9 SJï SI #5 i§ SS dl 0 i 9 H m m m m m m 8 1 m 8 8 8 8 0 m 0 m m 0 A m m Planten in Kamer en Tuin. De overstroomingen in China. onder leiding van GEO VAN DAM. OPLOSSINGEN DER PUZZLES uit ons vorig nummer. No. 817. ..HET PIENTERE BOERTJE". De uitkomst van deze puzzle leert, dat i- studen ten op de plaatsen 1 en 4 den boer het meest geplaagd jiadden. In de eerste ronde begint hU bij 1 te tellen, dus 1. 2. 3, 4, 5, 6, 7 enz. Achtereenvolgens zijn dan 3, 6, 2, 7 en 5 vrij. In de derde ronde gaat de boer op de zesde plaats staan en begint bij zichzelf te tellen. 1 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8. Achtereenvolgens zijn dan 8, 3 6 I en 5 vrij, zoodat 1 en 4 steeds het gelag moeten betalen. No- 818. „EEN STEDEN-KWESTIE". De twee steden in ons land, waarvan de eene met ,cht letters geschreven wordt en de andere met slechts Tier, welke vier juist de laatste helft vormen van den oelden stedennaam zijn SCHIEDAM en EDAM. NIEUWE OPGAVEN. „POëZIE-PUZZLE". Onderstaand versje is goed te lezen en te begrijpen... indien men zich even eenige moeite ervoor wil ge troosten: Een jong vrouwtje uit Overflakkee, Gaf een piknikikpiknik te mee, „Kijk eens niet", riep ze toen, Raad wat bN ik aan 't doen? NXYOAHUZT. „EEN RAADSEL OP RIJM". 'k Ben groot van lijf en klein van ooren; 'k Ben doof en doe vaak dooven hooren, Mits ik mij dapper hooren laat, Wanneer men mijnen meester slaat, Tot misnoegen zijner buren, Die daarom dikwijls elders huren, En gaan verhuizen ver van daar, Om niet te hooren dit misbaar. Wou ik mijn avontuur vertellen, Men kon het in kronieken stellen, Wat wreedheid, moord en naar gekrijt, 't Geen ls gepleegd bij mijnen tijd; En hoe zij mij met branden blaakten, En smookten, zwart gelijk een mol, Zoodat In mij 't gedarmte zwol. Hoe ik ontkwam dit groot benauwen, Men mocht het voor een fabel bouenü OPLOSSING VRAAGSTUK No. 819, van K. Traxler. diagramstand luidde als volgt: Wit Kfl, Dbl, Lb2, kl. PdJ, plons c5, d5, h2. Zw. Ke3, Td7, Lb7, Lgl Ph5 V-aa op b5, d6, f2, g7. Wit speelt en geeft mat in drie «"•tm door Pe5. dreigt Pg6. Op zw. dc5 volgt Ld3; op ?So!bi5 volgt Del; op La6 speelt wit Pc6; op Kf4 *v. schaak met Pg6; op de5 antwoordt wit Dd3; komt c4 en ten slotte wordt Pg4 weerlegd met E«a fraai probleem, dat den eersten prijs won in Ttokrtft för Schack 1897. trouwe, bij jong en oud geziene huisvriend. joor andere dingen behoed, dat verzeker ik je. Ik kan dan ook wel zeggen dat ik er een poosje geleden erg wroerd aan toe was. Maar toen verscheen jij. nam me ®w. et voilé! Ik ben er van overtuigd dat ik nu een meesterwerk zal maken en alle kwelduivels verjaagd heb." Wanneer ga je aan dat groote werk beginnen?" In formeerde Tiggie. •Dat la aj gebeurd." Harvey leunde een weinig achter- en keek naar het doek dat voor hem stond. „Van- *lUr mijn enorme ijver in de brandende zon. Je denkt V*h "tet dat ik door een zeker gevoel van deugd ge loven wordt, is het wel?" -ft heb nimmer kunnen ontdekken, waardoor je wel breven werd," gaf Tiggie te kennen. Hij had zijn pijp ftbak te voorschijn gehaald en was van plan het zich t« maken. deed eenige trekjes aan zijn PUP en zweeg lhi*»?' gewoonte was, veranderde hij eens- •-» het onderwerp van gesprek. „Wanneer wordt het **kend gemaakt?"' nieuws?" vroeg Tiggie kalm. •f*' treurige nieuws van het overlijden van haar eer- Whtgenoot Ik veronderstel dat geen sterveling oor iets afweet heb het daarover?" zei Tiggie. „Nee, er is nog 2 ff^d. Ze wilde het liever niet. En wat zij wenscht. Dat v°U .ecnmaa*- I>aarmee afgeloopen!" hogrijp ik," sel Harvey toegevend, r «ot \-an rekening is er heelemaal geen haast Voor VcrvolRde Tiggie, nadat hij zijn pijp gestopt had. a«v.K°°Ver lk kan heoordeelen. gaat het eigenlijk geen aan' en Helen zijn veel te behoorlijke men- dlnKen te veronderstellen. We kunnen dan ook In a i' ^kon als Viola weer wat sterker is." «re hl<L ,n 0rde" ««deelde Harvey. „Het door geu «tract'M S, ^wven pad der leugens is niet zonder -Er la m hel> ik zel' meermalen ondervonden." t% tv 'r gccn kwestie van leugens", zei Tiggie hef- CAtm vlndrMker dat ik hct fc,t verr* aange oiet «rwt. maar Vo°r het oogenblik kan nu eenmaal •oatr» gehandeld worden." van Dr. J. Schumer (1911). Zw. 8 stukken. «1 abcdefgh Wit 9 stukken. Diagramstand: Wit Ke6, Ta4, Lc4, Pd5, Pd8, pions a3, a5, c7, g6. Zwart Ka6, Tb7, Tb5, Lf8, pions a7, cö e7, g7. Wit speelt en geeft mat in twee zetten. OPLOSSING VRAAGSTUK No- 820, van Gabriel Dentroux, Lyon. De diagramstand in cijfers behoorde te luiden: Zw. 11 sch. Op 1, 4, 6, 8, 11—13, 17, 19. 21, 26. Wit 11 sch. op 22, 24. 28, 291 32. 33. 37. 38, 41 44 50. Wit speelt en wint door een mengelmoes van meerslagen van het begin tot het einde hetgeen het probleem een heel aardig cachet geeft Gespeeld wordt 37—31', 32—27!!, 27:9, 24:2 en 2:16. De positie na wit's derden zet is heel aar dig; bij ieder der beide partijen staat 1 schijf los op slag, om 2 stukken te nemen. Zwart doet dat n.1. met schijf 11 en wel de witte steenen op 17 en 28; wit met schijf 24 en wel de zwarte schijven op 19 en 8. Daar- tusschen bevindt zich weer een witte op 9 tegen de zwarte steen op 4, doch zij is door den meerslag 11:33 gedurende één zet gedekt en maakt daarna den naslag mogelijk. van P. K1 e u t e Jr. Den Haag. Zw. 13 sch. Wit 15 sch. De diagramstand In cijfers moet zijn: zwart 13 schij ven op 1—4 6, 8. 9 13—16, 18. 37. Wit 15 sch. op 24—26, 30. 31, 33, 34, 36, 30, 42, 44, 45 47 49 50. Wit speelt en wint. „Je zult er gauw genoeg aan gewend raken." verze kerde Harvey hem troostend. „En nu je een getrouwde man bent, lijkt het me lang niet kwaad tot dat je je vast in de kunst van liegen oefent. Zulke dingen heeft men werkelijk In het leven noodig. „Houd toch op. ellendeling'.' mompelde Tiggie. „Als je niet dadelijk zwijgt, verknoei ik je heelo schilderij." „Begin maar vast." noodigde Harvey uit. „Op het mo ment valt er nog niet veel te bederven. Ik maak slechts een paar achtergrondstudies. Nee, je hoeft niet te kijken, want het doek zal nog geenerlei bekoring op Je uitoefe nen." Tiggie stak zijn pijp ln zijn mond. „Ik weet dal ik niet bepaald intelligent genoemd kan worden," zei hij. „Niettemin zal het me ten zeerste interesscercn Je werk als het klaar is te zien. Herinner je je nog de verschil lende teekeningen die je me van een meisjeskopje toon de. Je noemde haar „Aquamarine". Je vroeg me inder tijd Je aan het origineel daarvan voor te stellen. Weet je wel?" „Hetgeen je zoo beminnelijk was te doen." zei Harvey. „En?" vroeg Tiggie, nadat hij een paar trekjes bad ge daan. .Ik wist dat je haar zocht", bekende Harvey. „En daar om was lk niet bij Je weg te slaan. Het was voor mij even belangrijk haar to vinden hoewel op eea andere manier als voor Jou. Maar alléén had ik de kastanjes niet uit het vuur kunnen halen, dat weet ik beslist". Het is heel vriendelijk van je dit te zeggen. Ik dacht echter dat we het op het oogenblik over Je schilderij hadden, dat een meesterwerk zou worden." „Zul je er niet jaloersch door worden?" vroeg Harvey glimlachend. „Ik ben nooit jaloersch geweest" „Wellicht heb Je nimmer reden gehad dit te zijn," ver onderstelde Harvey. „Een zekere ondeugd kan jaren lang verborgen liggen en op een dag raakt men plotseling tot de ontdekking dat die zich laat gelden." „Ik merk er nog niets van. Maar vertel nu verdere van het schilderij." Harvey's oogen waren strak op de helblauwe zee ge richt. UIT HET KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND 1924-'25. Dat in de wedstrijden om het Kampioenschap van Nederland waaraan natuurlijk de grootste meesters deelnemen, dikwijls fraaie en interessante partijen en partijfragmenten voorkomen, laat zich begrijpen. De onderstaande partijstand moge daarvan het be wijs leveren. Hij is voorgekomen in de partij tusschon den oud-kampioen J. H. Vos, die met wit speelde, en den heer M. A. Haye, een geroutineerd slagspcler, met zwart. Zw. 7 schijven. M. A. Haye. 2 5 10 «i r 15 '20 it 25 |i 30 35 m 40 si es e 45 e» 50 Wit 7 schijven. J. H. V o s. De diagramstand van deze stelling behoort te zijn. Zwart 7 schijven op 9, 1517, 22, 25, 30; wit 7 schijven op 28. 32, 33, 40. 44, 45, 48. De heer Vos forceerde hier achter elkander de winst, door het volgend schitterend spel: 4035! (zwart 16— 21 gedwongen, want op eiken anderen zet verliest hij een schijf) 35:24 (2227 wederom de eenige zet. welk» nog kansen biedt) 24—19!! (27:29) 26-23!' (29:18) 19— 13 wit neemt de ,.lunette"-stelling ln, een Fransche uitdrukking, welke bril beteekent, en welke het loopen van een schijf tusschen twee schijven van andere kleur aanduidt, en wel op zoodanige wijze, dat daardoor de eene schijf aan twee kanten op slag komt te staan) 1722 of? en wit wint met 13:4. Een staaltje van het bijzondere doorzicht, waarover de heer Vos ln de partij beschikt (Vragen en Mededeelingen, deze rubriek betreffende, in te zenden aan den heer K. VAN KEULEN, Lootsstraat 24 Ile etage, Amsterdam (West). ALLERLEI. Den brief van J. B.—A. te Oterleek heb ik doorge zonden aan den plantenzlektenkundigen dienst te Wa- geningen, vanwaar ik het volgende antwoord bekwam: „Door bemiddeling van den heer K. van Keulen, destijds Controleur bij den Plantenzlektenkundigen Dienst te Hoorn, ontving ik Uw schrijven van 18 deze.-, met het verzoek, dit te beantwoorden. Voor zoover mij dit mogelijk is, doe ik dit ln het onderstaande, doch ik kan tot m\jn spijt lang niet al uw vragen beant woorden. Vandaar dat ik aan den Controleur bij onzen dienst te Heiloo, den heer M. van Stijgeren, gevraagd heb u een bezoek te brengen, wanneer hij ln uw om geving moet zijn voor andere dienstaangelegenheden. Bovendien moet ik opmerken, dat u waarschijnlijk het meeste succes zult hebben, wanneer u in den groeitijd der planten eenig ziek materiaal naar Wageningen ter onderzoek zendt. Dit materiaal dient dan verpakt te worden tusschen versch. maar niet nat gras, wil over komst in frisschen toestand gewaarborgd worden. Ter loops zij hierbij opgemerkt, dat de door u In de enve loppe bijgevoegde blaadjes, hier uiteraard volkomen verdroogd aankwamen, hetgeen het onderzoek niet ver gemakkelijkt. Een der rozenblaadjes vertoonde de typische bescha diging door Rozenclkaden, Typhlocyba Rosae. beschre ven op blz. 6 en 7 van het hierbij Ingesloten Vlugschrift No. 12. De door u waargenomen „witte vliegjes" zijn de volwassen cikaden geweest De vreetbeschadiging is echter niet door deze diertjes veroorzaakt maar ver moedelijk door een bladwesplarve. beschreven op blz. 4 en 5 als de rozeblad skeletteerder. van ditzelfde Vlug schrift De bestrijdingswijze ls er bij vermeld. Daar hiervoor ook verwezen wordt naar Vlugschrtft 8. sluit ik daarvan ook een exemplaar in. Het verdroogde Hortensiablad was voor onderzoek ongeschikt, doch daar het geheel geel gekleurd was. verwijs ik u naar het artikeltje op blz. 10 e.v. van bij gesloten Mededeeling No. 56. Ik kan niet beter doen dan aanraden, eens een proef te nemen met een 1 op lossing van ijzersulfaat Van de afwijkingen aan uw roode leliën, gladiolen. aardbeiplanten en narcissen kan ik. zonder het bee.d gezien te hebben, niets met zekerheid zeggen. Ik raad u, daarvan in het volgend Jaar eenig materiaal toe te zenden. Het afvallen der bladeren uwer appelboomcn kan „Ik doe mijn uiterste best die tint op het doek te brengen. Laten we die kleur ..aquamarine" noemen, hoe wel die soms ook op groen lijkt!" Even wachtte hij om daarna te vervolgen. ..Zoodra ik een gepasten achter grond heb. zal ik naar het model zoeken. Het werk moet „Een Veilige Haven" heeten. Mogelijk is er in de verte een vlot zichtbaar. En vooraan zal een man zijn. die met zijn rug naar de zee zit gewend, en uitgeput over de riemen van een boot leunt. Achterin de boot. met het gezicht naar het strand gekeerd zal een vrouw zijn." „Groote God," mompelde Tiggie. Harvey keek hem aan. „Scheelt Je wat?" vroeg hij. Tiggie deed een diepen haal aan zijn pijp. „O, nee, niets. Is dat alles?' „Dat kan lk je niet precies vertellen." zei Harvey op raadselachtigen toon. „Waarschijnlijk niet. Er zal nog een zeker effect van een rijzende zon bijkomen. Man. het wordt prachtig het water de boot en de menschen er ln." Hij keek weer naar de zee en er was een droome- rlge blik in zijn oogen. „En dan moet er een atmosfeer van vroegen ochtend hangen. Ik kan het niet precies in woorden uitdrukken, en de mogelijkheid bestaat dat ik er op het doek ook niets van terecht breng. Na een angstigen nacht is de dageraad Btralend aangebroken: de vreeselijke strijd ls gestreden. Een zeker opstandingsidee Begrijp Je me? Misschien klinkt het je erg banaal toe, doch je moet maar afwachten wat er van wordt." „Het klinkt allerminst banaal." bracht Tiggie heesch uit „Ik begrijp je volkomen en het is een prachtig idee.' „Werkelijk?" Harvey zag hem opnieuw onderzoekend aan, in zijn oogen lag een vragende, bijna kinderlijke uitdrukking. „Denk Je dat werkelijk? Ik heb er vannacht niet van kunnen slapen en werd er voortdurend door vervolgd," Harvey keek thans naar hot doek op den ezel. „Op het oogenblik toont het nog niet veel, hè Doch als het af ls Zoodra de kans zich voordoet zal ik wer ken totdat ik niet meer kan. Ik houd mezelf op het oogenblik ia toom en bewaar mijn krachten voor later. Over 't algemeen genomen ls er bij mij bitter weinig sprake van enthousiasme, als ik zonder model moet wer ken." Tiggie knikte. Ik begrijp bet. Het la zeer eigenaardig zoowel door de schurftziektc als door spint of door beide tegelijk veroorzaakt worden. Over sohurftxlek'.e vindt u alle noodige gegevens in de hierbij gevoegde Mededeeling No. 50, terwijl u over spint inlichtingen kunt vinden in Vlugschrift 36. Tenslotte het afvallen der bladeren der aalbessen- struiken. Dit is een ziekte, bekend onder den naam Glocosporium Rlbls. Ter bestrijding van dezo zwam, die het ontstaan van de donkere vlekjes op de bladeren en daarna het vroegtijdig afvallen der bladeren ver oorzaakt. kan worden aanbevolen de afgevallen blade ren bijeen te harken en te verbranden. De struiken vlak na den bloei te bespuiten met Bordeauxsche pap (zie voor de bereiding hiervan Vlugschrift 6). Ook een car- bolineumbespuiting ln den winter (zie Vlugschrift 8, blz. 3) levert vaak tegen, de bladziekte der bessen- struiken dikwijls resultaat op." We kunnen uit dit antwoord zien op welk een schit terende manier de Plantenzlekentkundigen dienst zijn vragers beantwoordt ONTBOSSCHING EN AFKN.AGING Ï>F. OORZAAK- Een van de vreeselijkste gcesels. die China kent. zijn de overstroomingen, die thans weer in een groot gebied dood en verderf brengen. Wat ls toch de reden, dat tel kens opnieuw het land door deze rampen bezocht wordt? En- vindt men de verschijnselen, die In China de over stroomingen veroorzaken ook elders? Ja zeker, want die verschijnselen zijn ontbosschlng en afknnglng.De telkens terugkecrende rampen in Chlni mogen dus ook voor ons wel een waarschuwing zijn. Het eenige verschil is, dat ln het dichtbevolkte China meer slachtoffers vallen en ook in andere opzichten da gevolgen ernstiger zijn. Overatroomingen nis zoodanig zijn in China niets nieuws. In dit oude land heeft men minstens 4000 Jaar lang reeds overstroomingen gekend en maatregelen er tegen genomen, zooals het aanleggen van groote dijken en afwateringskanalen. Doch de tegen woordige over strooming van de J&ngtsekiang moet alle vorige over treffen in haar verschrikkingen, hoewel die vorige ook niet gering waren. Wij herinneren slechts aan de over strooming van 1852, waarbij de geheele benedenloop van de rivier werd gewijzigd en haar monding 500 K.M. ver der naar het Noorden werd verplaatst. Waarom worden de overstroomingen steeds erger? Omdat meer en meer ontbosschlng en afkaging toenemen De Gele Zee. die haar naam werkelijk aan de kleur van haar water dankt en niet aan de huidskleur van de vol keren. die haar beheerschcn, ls geel van slijk, dat af spoelt van de berghellingen langs de Jangtseklang en de Hoangho, die eenmaal met bosschen en welige grasvel den bedekt zijn geweest. Doch reeds In het verre verle den begon men deze natuurlijke regelaars te verwijderen' en er beplante velden voor in de plaats te stellen zonder bescherming tegen afspoeling door regenwater. Door zulke dingen is het uiterlijk van de aarde meer veranderd dan door alle vulkanen, aardbevingen, vloedgolven en typhonen bij elkaar. Elke regenbul. die zwaar genoeg is om water langs de hellingen naar beneden te doen vloeien, neemt weer wat aarde mee van de bovenste aardlagen, helpt weer mee aan het blootleggen van de daaronder gelegen, minder vast samenhangende lagen, en zijn die eenmaal aan de oppervlakte gekomen, dan gaat de verwoesting met verdubbelde snelheid in haar werk. Natuurlijk doet de erosie haar werk ook op met bosoh. kreupelhout of gras begroeide hellingen, doch dan geschiedt de afbraak oneindig veel langzamer. Afspoeling heeft nog wel andero overstroomingen ver oorzaakt dan die ln China. De Mississippi heeft ook geregeld overatroomingen. doch geen van alle was zoo erg als de groot ramp van 1927. En de Rio Grande del Norte veroorzaakte haar meest verwoestende over strooming in 1929. Op grond van de afgezette lagen In haar alluviale vlakte kon men zelfs vaststellen, dat er ook ln voorhistorische tijden nooit zoo'n ernstige over strooming was geweest. In 1929 werden 8 8millloen ton zand en klei neergelegd, die natuurlijk van de aan grenzende berghellingen afkomstig waren. Die hellingen waren vroeger met welig gras begroeid, doch alnds de groote veehouders in het land kwamen, zijn ze zwaar afgegraasd, zoodat het korte, schrale gras geen noe menswaardige bescherming meer biedt. In al deze lan den is de ontbossohing en versterkte erosie echter een kwestie van eeuwen, in China van duizenden Jaren. Alles in aanmerking genomen, is China met zijn be groeide berghellingen nog lang niet zoo onverschillig omgesprongen als de moderne Europeesche en Amerl- kaansche staten. De ongunstige gevolgen van de erosie maken zich ook merkbaar als verminderde vruchtbaarheid of zelfs ver woesting van het bouwland op de berghellingen. Wan neer de vruchtbaarheid beneden een bepaalde grens daalt, loont het de moeite niet meer. het land te be bouwen en blijft het verwaarloosd liggen. Vooral ln Je Vereenlgde Staten kan men dit duidelijk zien. Men denkt weieens. dat het niet zoo erg is. als het land van zijn bovenste vruchtbare humuslaag wordt ontdaan, omdat men den grond daaronder ook nog wel vrucht baar kan maken, met mest of kunstmest. Dit kan ech ter in de verste verte niet vergoeden, wat men door het afspoelen van de vruchtbare bovenlaag verliest 1 cM. van die humuslaag is misschien in 1 of 2 eeuwen ontstaan en bevat een rijkdom aan plantaardige afbraak stoffen en nuttige mkro-organlsmen. die door niets te vervangen ls. De ondergrond ls bovendien reeds daarom van minder goede kwaliteit omdat hij niet zoo los !s, langzamer vocht opneemt en ln tijden van droogte niet zoo goed vocht vasthoudt als de losse humuslaag. Het water, dat over deze hellingen stroomt zonder opgezo gen te worden, verkrijgt een steeds grootere snelheid, een steeds grootere verwoestende kracht dat je een dergelijk onderwerp voor een schilderij hebt gekozen, want vanaf het oogenblik dat ik haar ontmoet te leek het me toe alsof we schipbreuk hadden geleden en samen op een vlot dreven. Het begon al op „The Pioneer". Eensklaps hield hij op en schraapte zijn keel. „En daar zal het eindigen ook." zei Harvey met over tuiging. „Het is allerminst vreemd dat ik aan hetzelfde gedacht heb als jij. Het is niet zoo bijster moeilijk jou te begrijpen. Tiggie. moet Je niet vergeten. En lk bezit een sterk ontwikkeld waarnemingsvermogen. Verder heb ik zelf de noodige stormen meegemaakt" HU leun-lo achterover en klopte de asch uit zijn pijp. „Het is na melijk mUn gewoonte waanzinnig verliefd op mijn model te worden," ging hU even later voort. „Een kunstenaar houdt er weinig moraliteit op na, dat is iets wat hij overboord werpt. Ik hoop dat je er niets op tegen hebt?J „Zoolang het model maar niet verliefd op Jou wordt" lachte Tiggie plagend. „Er bestaat maar een enkele vrouw op de wereld van wié dat ten opzichte van mU gezegd kan worden." zei Harvey peinzend, „en tenslotte keer ik altijd bij haar terug". Even wachtte hU- -Ik vindt dat ik vandaag ge noeg gedaan heb. te meer waar ik morgenochtend vroeg op moet om de zon te zien opgaan. Voordat ik weggn. wilde !k nog even vermelden voor het geval Je het niet weet dat JU een van de beste mannen bent, die lk in mUn leven ontmoet heb." „Dank Je," zei Tiggie met een vriendelUken lach. .Mis schien Interesseert het Je ook te hooren dat ik geneigd ben precies zoo over Jou te denken." Harvey maakte een protesteerend gebaar met zijn han den en daarna begon hij zUn schlldergerH h'< elkander te zoeken. „De hemel moge Je bewaren als jo ook zoo over mU denkt." gaf hU te kennen. „Vooruit, stop mijn pijp eens voor me en zeg niet zulke dwaze dingen meer ais zooeven." „In orde", zei Tiggie. „Het is beter dat lk me ver* dlenstelUk voor je maak." „Alles is beter dan een vervloekte idioot te zUn," oor deelde Harvey. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 17