Geestes-Sport en Hersen-Gymnastiek
p
g
i
i
mi
i
i
li
jj§
H
w
i
m
s
m
sa
u
u
ui
flSl
ii
13
eventjes denken
voor onze schakers
voor onze dammers
PUROL
Vraagstuk No. 821.
Vraagstuk No. 822.
Vraagstuk No. 823.
y£
r#
mm.
A
Vraagstuk No. 824.
8
9
8
11
e
8
8
m
0
fg
9
SJï
SI
#5
i§
SS
dl
0
i
9
H
m
m
m
m
m
m
8
1
m
8
8
8
8
0
m
0
m
m
0
A
m
m
Planten in
Kamer en Tuin.
De overstroomingen
in China.
onder leiding van GEO VAN DAM.
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
uit ons vorig nummer.
No. 817. ..HET PIENTERE BOERTJE".
De uitkomst van deze puzzle leert, dat i- studen
ten op de plaatsen 1 en 4 den boer het meest geplaagd
jiadden. In de eerste ronde begint hU bij 1 te tellen,
dus 1. 2. 3, 4, 5, 6, 7 enz. Achtereenvolgens zijn dan
3, 6, 2, 7 en 5 vrij. In de derde ronde gaat de boer
op de zesde plaats staan en begint bij zichzelf te tellen.
1 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8. Achtereenvolgens zijn dan 8, 3 6
I en 5 vrij, zoodat 1 en 4 steeds het gelag moeten
betalen.
No- 818. „EEN STEDEN-KWESTIE".
De twee steden in ons land, waarvan de eene met
,cht letters geschreven wordt en de andere met slechts
Tier, welke vier juist de laatste helft vormen van den
oelden stedennaam zijn SCHIEDAM en EDAM.
NIEUWE OPGAVEN.
„POëZIE-PUZZLE".
Onderstaand versje is goed te lezen en te begrijpen...
indien men zich even eenige moeite ervoor wil ge
troosten:
Een jong vrouwtje uit Overflakkee,
Gaf een piknikikpiknik te mee,
„Kijk eens niet", riep ze toen,
Raad wat bN ik aan 't doen?
NXYOAHUZT.
„EEN RAADSEL OP RIJM".
'k Ben groot van lijf en klein van ooren;
'k Ben doof en doe vaak dooven hooren,
Mits ik mij dapper hooren laat,
Wanneer men mijnen meester slaat,
Tot misnoegen zijner buren,
Die daarom dikwijls elders huren,
En gaan verhuizen ver van daar,
Om niet te hooren dit misbaar.
Wou ik mijn avontuur vertellen,
Men kon het in kronieken stellen,
Wat wreedheid, moord en naar gekrijt,
't Geen ls gepleegd bij mijnen tijd;
En hoe zij mij met branden blaakten,
En smookten, zwart gelijk een mol,
Zoodat In mij 't gedarmte zwol.
Hoe ik ontkwam dit groot benauwen,
Men mocht het voor een fabel bouenü
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 819,
van K. Traxler.
diagramstand luidde als volgt: Wit Kfl, Dbl, Lb2,
kl. PdJ, plons c5, d5, h2. Zw. Ke3, Td7, Lb7, Lgl Ph5
V-aa op b5, d6, f2, g7. Wit speelt en geeft mat in drie
«"•tm door Pe5. dreigt Pg6. Op zw. dc5 volgt Ld3; op
?So!bi5 volgt Del; op La6 speelt wit Pc6; op Kf4
*v. schaak met Pg6; op de5 antwoordt wit Dd3;
komt c4 en ten slotte wordt Pg4 weerlegd met
E«a fraai probleem, dat den eersten prijs won in
Ttokrtft för Schack 1897.
trouwe, bij jong en oud geziene
huisvriend.
joor andere dingen behoed, dat verzeker ik je. Ik kan
dan ook wel zeggen dat ik er een poosje geleden erg
wroerd aan toe was. Maar toen verscheen jij. nam me
®w. et voilé! Ik ben er van overtuigd dat ik nu een
meesterwerk zal maken en alle kwelduivels verjaagd
heb."
Wanneer ga je aan dat groote werk beginnen?" In
formeerde Tiggie.
•Dat la aj gebeurd." Harvey leunde een weinig achter-
en keek naar het doek dat voor hem stond. „Van-
*lUr mijn enorme ijver in de brandende zon. Je denkt
V*h "tet dat ik door een zeker gevoel van deugd ge
loven wordt, is het wel?"
-ft heb nimmer kunnen ontdekken, waardoor je wel
breven werd," gaf Tiggie te kennen. Hij had zijn pijp
ftbak te voorschijn gehaald en was van plan het zich
t« maken.
deed eenige trekjes aan zijn PUP en zweeg
lhi*»?' gewoonte was, veranderde hij eens-
•-» het onderwerp van gesprek. „Wanneer wordt het
**kend gemaakt?"'
nieuws?" vroeg Tiggie kalm.
•f*' treurige nieuws van het overlijden van haar eer-
Whtgenoot Ik veronderstel dat geen sterveling
oor iets afweet
heb het daarover?" zei Tiggie. „Nee, er is nog
2 ff^d. Ze wilde het liever niet. En wat zij wenscht.
Dat v°U .ecnmaa*- I>aarmee afgeloopen!"
hogrijp ik," sel Harvey toegevend,
r «ot \-an rekening is er heelemaal geen haast
Voor VcrvolRde Tiggie, nadat hij zijn pijp gestopt had.
a«v.K°°Ver lk kan heoordeelen. gaat het eigenlijk geen
aan' en Helen zijn veel te behoorlijke men-
dlnKen te veronderstellen. We kunnen dan ook
In a i' ^kon als Viola weer wat sterker is."
«re hl<L ,n 0rde" ««deelde Harvey. „Het door geu
«tract'M S, ^wven pad der leugens is niet zonder
-Er la m hel> ik zel' meermalen ondervonden."
t% tv 'r gccn kwestie van leugens", zei Tiggie hef-
CAtm vlndrMker dat ik hct fc,t verr* aange
oiet «rwt. maar Vo°r het oogenblik kan nu eenmaal
•oatr» gehandeld worden."
van Dr. J. Schumer (1911).
Zw. 8 stukken.
«1
abcdefgh
Wit 9 stukken.
Diagramstand: Wit Ke6, Ta4, Lc4, Pd5, Pd8, pions
a3, a5, c7, g6. Zwart Ka6, Tb7, Tb5, Lf8, pions a7, cö
e7, g7. Wit speelt en geeft mat in twee zetten.
OPLOSSING VRAAGSTUK No- 820,
van Gabriel Dentroux, Lyon.
De diagramstand in cijfers behoorde te luiden: Zw.
11 sch. Op 1, 4, 6, 8, 11—13, 17, 19. 21, 26. Wit 11 sch. op
22, 24. 28, 291 32. 33. 37. 38, 41 44 50. Wit speelt en wint
door een mengelmoes van meerslagen van het begin
tot het einde hetgeen het probleem een heel aardig
cachet geeft Gespeeld wordt 37—31', 32—27!!, 27:9,
24:2 en 2:16. De positie na wit's derden zet is heel aar
dig; bij ieder der beide partijen staat 1 schijf los op
slag, om 2 stukken te nemen. Zwart doet dat n.1. met
schijf 11 en wel de witte steenen op 17 en 28; wit met
schijf 24 en wel de zwarte schijven op 19 en 8. Daar-
tusschen bevindt zich weer een witte op 9 tegen de
zwarte steen op 4, doch zij is door den meerslag 11:33
gedurende één zet gedekt en maakt daarna den naslag
mogelijk.
van P. K1 e u t e Jr. Den Haag.
Zw. 13 sch.
Wit 15 sch.
De diagramstand In cijfers moet zijn: zwart 13 schij
ven op 1—4 6, 8. 9 13—16, 18. 37. Wit 15 sch. op 24—26,
30. 31, 33, 34, 36, 30, 42, 44, 45 47 49 50. Wit speelt en
wint.
„Je zult er gauw genoeg aan gewend raken." verze
kerde Harvey hem troostend. „En nu je een getrouwde
man bent, lijkt het me lang niet kwaad tot dat je je
vast in de kunst van liegen oefent. Zulke dingen heeft
men werkelijk In het leven noodig.
„Houd toch op. ellendeling'.' mompelde Tiggie. „Als
je niet dadelijk zwijgt, verknoei ik je heelo schilderij."
„Begin maar vast." noodigde Harvey uit. „Op het mo
ment valt er nog niet veel te bederven. Ik maak slechts
een paar achtergrondstudies. Nee, je hoeft niet te kijken,
want het doek zal nog geenerlei bekoring op Je uitoefe
nen."
Tiggie stak zijn pijp ln zijn mond. „Ik weet dal ik
niet bepaald intelligent genoemd kan worden," zei hij.
„Niettemin zal het me ten zeerste interesscercn Je werk
als het klaar is te zien. Herinner je je nog de verschil
lende teekeningen die je me van een meisjeskopje toon
de. Je noemde haar „Aquamarine". Je vroeg me inder
tijd Je aan het origineel daarvan voor te stellen. Weet
je wel?"
„Hetgeen je zoo beminnelijk was te doen." zei Harvey.
„En?" vroeg Tiggie, nadat hij een paar trekjes bad ge
daan.
.Ik wist dat je haar zocht", bekende Harvey. „En daar
om was lk niet bij Je weg te slaan. Het was voor mij
even belangrijk haar to vinden hoewel op eea andere
manier als voor Jou. Maar alléén had ik de kastanjes
niet uit het vuur kunnen halen, dat weet ik beslist".
Het is heel vriendelijk van je dit te zeggen. Ik dacht
echter dat we het op het oogenblik over Je schilderij
hadden, dat een meesterwerk zou worden."
„Zul je er niet jaloersch door worden?" vroeg Harvey
glimlachend.
„Ik ben nooit jaloersch geweest"
„Wellicht heb Je nimmer reden gehad dit te zijn," ver
onderstelde Harvey. „Een zekere ondeugd kan jaren lang
verborgen liggen en op een dag raakt men plotseling
tot de ontdekking dat die zich laat gelden."
„Ik merk er nog niets van. Maar vertel nu verdere
van het schilderij."
Harvey's oogen waren strak op de helblauwe zee ge
richt.
UIT HET KAMPIOENSCHAP VAN
NEDERLAND 1924-'25.
Dat in de wedstrijden om het Kampioenschap van
Nederland waaraan natuurlijk de grootste meesters
deelnemen, dikwijls fraaie en interessante partijen en
partijfragmenten voorkomen, laat zich begrijpen.
De onderstaande partijstand moge daarvan het be
wijs leveren. Hij is voorgekomen in de partij tusschon
den oud-kampioen J. H. Vos, die met wit speelde, en
den heer M. A. Haye, een geroutineerd slagspcler, met
zwart.
Zw. 7 schijven. M. A. Haye.
2
5
10
«i
r
15
'20
it
25
|i
30
35
m
40
si
es
e
45
e»
50
Wit 7 schijven. J. H. V o s.
De diagramstand van deze stelling behoort te zijn.
Zwart 7 schijven op 9, 1517, 22, 25, 30; wit 7 schijven
op 28. 32, 33, 40. 44, 45, 48.
De heer Vos forceerde hier achter elkander de winst,
door het volgend schitterend spel: 4035! (zwart 16—
21 gedwongen, want op eiken anderen zet verliest hij
een schijf) 35:24 (2227 wederom de eenige zet. welk»
nog kansen biedt) 24—19!! (27:29) 26-23!' (29:18) 19—
13 wit neemt de ,.lunette"-stelling ln, een Fransche
uitdrukking, welke bril beteekent, en welke het loopen
van een schijf tusschen twee schijven van andere kleur
aanduidt, en wel op zoodanige wijze, dat daardoor de
eene schijf aan twee kanten op slag komt te staan)
1722 of? en wit wint met 13:4.
Een staaltje van het bijzondere doorzicht, waarover
de heer Vos ln de partij beschikt
(Vragen en Mededeelingen, deze rubriek betreffende,
in te zenden aan den heer K. VAN KEULEN,
Lootsstraat 24 Ile etage, Amsterdam (West).
ALLERLEI.
Den brief van J. B.—A. te Oterleek heb ik doorge
zonden aan den plantenzlektenkundigen dienst te Wa-
geningen, vanwaar ik het volgende antwoord bekwam:
„Door bemiddeling van den heer K. van Keulen,
destijds Controleur bij den Plantenzlektenkundigen
Dienst te Hoorn, ontving ik Uw schrijven van 18 deze.-,
met het verzoek, dit te beantwoorden. Voor zoover mij
dit mogelijk is, doe ik dit ln het onderstaande, doch
ik kan tot m\jn spijt lang niet al uw vragen beant
woorden. Vandaar dat ik aan den Controleur bij onzen
dienst te Heiloo, den heer M. van Stijgeren, gevraagd
heb u een bezoek te brengen, wanneer hij ln uw om
geving moet zijn voor andere dienstaangelegenheden.
Bovendien moet ik opmerken, dat u waarschijnlijk het
meeste succes zult hebben, wanneer u in den groeitijd
der planten eenig ziek materiaal naar Wageningen ter
onderzoek zendt. Dit materiaal dient dan verpakt te
worden tusschen versch. maar niet nat gras, wil over
komst in frisschen toestand gewaarborgd worden. Ter
loops zij hierbij opgemerkt, dat de door u In de enve
loppe bijgevoegde blaadjes, hier uiteraard volkomen
verdroogd aankwamen, hetgeen het onderzoek niet ver
gemakkelijkt.
Een der rozenblaadjes vertoonde de typische bescha
diging door Rozenclkaden, Typhlocyba Rosae. beschre
ven op blz. 6 en 7 van het hierbij Ingesloten Vlugschrift
No. 12. De door u waargenomen „witte vliegjes" zijn
de volwassen cikaden geweest De vreetbeschadiging is
echter niet door deze diertjes veroorzaakt maar ver
moedelijk door een bladwesplarve. beschreven op blz.
4 en 5 als de rozeblad skeletteerder. van ditzelfde Vlug
schrift De bestrijdingswijze ls er bij vermeld. Daar
hiervoor ook verwezen wordt naar Vlugschrtft 8. sluit
ik daarvan ook een exemplaar in.
Het verdroogde Hortensiablad was voor onderzoek
ongeschikt, doch daar het geheel geel gekleurd was.
verwijs ik u naar het artikeltje op blz. 10 e.v. van bij
gesloten Mededeeling No. 56. Ik kan niet beter doen dan
aanraden, eens een proef te nemen met een 1 op
lossing van ijzersulfaat
Van de afwijkingen aan uw roode leliën, gladiolen.
aardbeiplanten en narcissen kan ik. zonder het bee.d
gezien te hebben, niets met zekerheid zeggen. Ik raad
u, daarvan in het volgend Jaar eenig materiaal toe te
zenden.
Het afvallen der bladeren uwer appelboomcn kan
„Ik doe mijn uiterste best die tint op het doek te
brengen. Laten we die kleur ..aquamarine" noemen, hoe
wel die soms ook op groen lijkt!" Even wachtte hij om
daarna te vervolgen. ..Zoodra ik een gepasten achter
grond heb. zal ik naar het model zoeken. Het werk moet
„Een Veilige Haven" heeten. Mogelijk is er in de verte
een vlot zichtbaar. En vooraan zal een man zijn. die met
zijn rug naar de zee zit gewend, en uitgeput over de
riemen van een boot leunt. Achterin de boot. met het
gezicht naar het strand gekeerd zal een vrouw zijn."
„Groote God," mompelde Tiggie.
Harvey keek hem aan. „Scheelt Je wat?" vroeg hij.
Tiggie deed een diepen haal aan zijn pijp. „O, nee,
niets. Is dat alles?'
„Dat kan lk je niet precies vertellen." zei Harvey op
raadselachtigen toon. „Waarschijnlijk niet. Er zal nog
een zeker effect van een rijzende zon bijkomen. Man. het
wordt prachtig het water de boot en de menschen
er ln." Hij keek weer naar de zee en er was een droome-
rlge blik in zijn oogen. „En dan moet er een atmosfeer
van vroegen ochtend hangen. Ik kan het niet precies
in woorden uitdrukken, en de mogelijkheid bestaat dat
ik er op het doek ook niets van terecht breng. Na een
angstigen nacht is de dageraad Btralend aangebroken: de
vreeselijke strijd ls gestreden. Een zeker opstandingsidee
Begrijp Je me? Misschien klinkt het je erg banaal toe,
doch je moet maar afwachten wat er van wordt."
„Het klinkt allerminst banaal." bracht Tiggie heesch
uit „Ik begrijp je volkomen en het is een prachtig idee.'
„Werkelijk?" Harvey zag hem opnieuw onderzoekend
aan, in zijn oogen lag een vragende, bijna kinderlijke
uitdrukking. „Denk Je dat werkelijk? Ik heb er vannacht
niet van kunnen slapen en werd er voortdurend door
vervolgd," Harvey keek thans naar hot doek op den
ezel. „Op het oogenblik toont het nog niet veel, hè Doch
als het af ls Zoodra de kans zich voordoet zal ik wer
ken totdat ik niet meer kan. Ik houd mezelf op het
oogenblik ia toom en bewaar mijn krachten voor later.
Over 't algemeen genomen ls er bij mij bitter weinig
sprake van enthousiasme, als ik zonder model moet wer
ken."
Tiggie knikte. Ik begrijp bet. Het la zeer eigenaardig
zoowel door de schurftziektc als door spint of door
beide tegelijk veroorzaakt worden. Over sohurftxlek'.e
vindt u alle noodige gegevens in de hierbij gevoegde
Mededeeling No. 50, terwijl u over spint inlichtingen
kunt vinden in Vlugschrift 36.
Tenslotte het afvallen der bladeren der aalbessen-
struiken. Dit is een ziekte, bekend onder den naam
Glocosporium Rlbls. Ter bestrijding van dezo zwam,
die het ontstaan van de donkere vlekjes op de bladeren
en daarna het vroegtijdig afvallen der bladeren ver
oorzaakt. kan worden aanbevolen de afgevallen blade
ren bijeen te harken en te verbranden. De struiken vlak
na den bloei te bespuiten met Bordeauxsche pap (zie
voor de bereiding hiervan Vlugschrift 6). Ook een car-
bolineumbespuiting ln den winter (zie Vlugschrift 8,
blz. 3) levert vaak tegen, de bladziekte der bessen-
struiken dikwijls resultaat op."
We kunnen uit dit antwoord zien op welk een schit
terende manier de Plantenzlekentkundigen dienst zijn
vragers beantwoordt
ONTBOSSCHING EN AFKN.AGING Ï>F. OORZAAK-
Een van de vreeselijkste gcesels. die China kent. zijn
de overstroomingen, die thans weer in een groot gebied
dood en verderf brengen. Wat ls toch de reden, dat tel
kens opnieuw het land door deze rampen bezocht wordt?
En- vindt men de verschijnselen, die In China de over
stroomingen veroorzaken ook elders?
Ja zeker, want die verschijnselen zijn ontbosschlng
en afknnglng.De telkens terugkecrende rampen in Chlni
mogen dus ook voor ons wel een waarschuwing zijn.
Het eenige verschil is, dat ln het dichtbevolkte China
meer slachtoffers vallen en ook in andere opzichten da
gevolgen ernstiger zijn.
Overatroomingen nis zoodanig zijn in China niets
nieuws. In dit oude land heeft men minstens 4000 Jaar
lang reeds overstroomingen gekend en maatregelen er
tegen genomen, zooals het aanleggen van groote dijken
en afwateringskanalen. Doch de tegen woordige over
strooming van de J&ngtsekiang moet alle vorige over
treffen in haar verschrikkingen, hoewel die vorige ook
niet gering waren. Wij herinneren slechts aan de over
strooming van 1852, waarbij de geheele benedenloop van
de rivier werd gewijzigd en haar monding 500 K.M. ver
der naar het Noorden werd verplaatst.
Waarom worden de overstroomingen steeds erger?
Omdat meer en meer ontbosschlng en afkaging toenemen
De Gele Zee. die haar naam werkelijk aan de kleur van
haar water dankt en niet aan de huidskleur van de vol
keren. die haar beheerschcn, ls geel van slijk, dat af
spoelt van de berghellingen langs de Jangtseklang en de
Hoangho, die eenmaal met bosschen en welige grasvel
den bedekt zijn geweest. Doch reeds In het verre verle
den begon men deze natuurlijke regelaars te verwijderen'
en er beplante velden voor in de plaats te stellen zonder
bescherming tegen afspoeling door regenwater. Door
zulke dingen is het uiterlijk van de aarde meer veranderd
dan door alle vulkanen, aardbevingen, vloedgolven en
typhonen bij elkaar. Elke regenbul. die zwaar genoeg
is om water langs de hellingen naar beneden te doen
vloeien, neemt weer wat aarde mee van de bovenste
aardlagen, helpt weer mee aan het blootleggen van de
daaronder gelegen, minder vast samenhangende lagen,
en zijn die eenmaal aan de oppervlakte gekomen, dan
gaat de verwoesting met verdubbelde snelheid in haar
werk. Natuurlijk doet de erosie haar werk ook op met
bosoh. kreupelhout of gras begroeide hellingen, doch
dan geschiedt de afbraak oneindig veel langzamer.
Afspoeling heeft nog wel andero overstroomingen ver
oorzaakt dan die ln China. De Mississippi heeft ook
geregeld overatroomingen. doch geen van alle was zoo
erg als de groot ramp van 1927. En de Rio Grande del
Norte veroorzaakte haar meest verwoestende over
strooming in 1929. Op grond van de afgezette lagen In
haar alluviale vlakte kon men zelfs vaststellen, dat er
ook ln voorhistorische tijden nooit zoo'n ernstige over
strooming was geweest. In 1929 werden 8 8millloen ton
zand en klei neergelegd, die natuurlijk van de aan
grenzende berghellingen afkomstig waren. Die hellingen
waren vroeger met welig gras begroeid, doch alnds de
groote veehouders in het land kwamen, zijn ze zwaar
afgegraasd, zoodat het korte, schrale gras geen noe
menswaardige bescherming meer biedt. In al deze lan
den is de ontbossohing en versterkte erosie echter een
kwestie van eeuwen, in China van duizenden Jaren.
Alles in aanmerking genomen, is China met zijn be
groeide berghellingen nog lang niet zoo onverschillig
omgesprongen als de moderne Europeesche en Amerl-
kaansche staten.
De ongunstige gevolgen van de erosie maken zich ook
merkbaar als verminderde vruchtbaarheid of zelfs ver
woesting van het bouwland op de berghellingen. Wan
neer de vruchtbaarheid beneden een bepaalde grens
daalt, loont het de moeite niet meer. het land te be
bouwen en blijft het verwaarloosd liggen. Vooral ln Je
Vereenlgde Staten kan men dit duidelijk zien. Men
denkt weieens. dat het niet zoo erg is. als het land van
zijn bovenste vruchtbare humuslaag wordt ontdaan,
omdat men den grond daaronder ook nog wel vrucht
baar kan maken, met mest of kunstmest. Dit kan ech
ter in de verste verte niet vergoeden, wat men door
het afspoelen van de vruchtbare bovenlaag verliest
1 cM. van die humuslaag is misschien in 1 of 2 eeuwen
ontstaan en bevat een rijkdom aan plantaardige afbraak
stoffen en nuttige mkro-organlsmen. die door niets te
vervangen ls. De ondergrond ls bovendien reeds daarom
van minder goede kwaliteit omdat hij niet zoo los !s,
langzamer vocht opneemt en ln tijden van droogte niet
zoo goed vocht vasthoudt als de losse humuslaag. Het
water, dat over deze hellingen stroomt zonder opgezo
gen te worden, verkrijgt een steeds grootere snelheid,
een steeds grootere verwoestende kracht
dat je een dergelijk onderwerp voor een schilderij hebt
gekozen, want vanaf het oogenblik dat ik haar ontmoet
te leek het me toe alsof we schipbreuk hadden geleden
en samen op een vlot dreven. Het begon al op „The
Pioneer". Eensklaps hield hij op en schraapte zijn keel.
„En daar zal het eindigen ook." zei Harvey met over
tuiging. „Het is allerminst vreemd dat ik aan hetzelfde
gedacht heb als jij. Het is niet zoo bijster moeilijk jou
te begrijpen. Tiggie. moet Je niet vergeten. En lk bezit
een sterk ontwikkeld waarnemingsvermogen. Verder heb
ik zelf de noodige stormen meegemaakt" HU leun-lo
achterover en klopte de asch uit zijn pijp. „Het is na
melijk mUn gewoonte waanzinnig verliefd op mijn model
te worden," ging hU even later voort. „Een kunstenaar
houdt er weinig moraliteit op na, dat is iets wat hij
overboord werpt. Ik hoop dat je er niets op tegen hebt?J
„Zoolang het model maar niet verliefd op Jou wordt"
lachte Tiggie plagend.
„Er bestaat maar een enkele vrouw op de wereld van
wié dat ten opzichte van mU gezegd kan worden." zei
Harvey peinzend, „en tenslotte keer ik altijd bij haar
terug". Even wachtte hU- -Ik vindt dat ik vandaag ge
noeg gedaan heb. te meer waar ik morgenochtend vroeg
op moet om de zon te zien opgaan. Voordat ik weggn.
wilde !k nog even vermelden voor het geval Je het
niet weet dat JU een van de beste mannen bent, die
lk in mUn leven ontmoet heb."
„Dank Je," zei Tiggie met een vriendelUken lach. .Mis
schien Interesseert het Je ook te hooren dat ik geneigd
ben precies zoo over Jou te denken."
Harvey maakte een protesteerend gebaar met zijn han
den en daarna begon hij zUn schlldergerH h'< elkander
te zoeken. „De hemel moge Je bewaren als jo ook zoo
over mU denkt." gaf hU te kennen. „Vooruit, stop mijn
pijp eens voor me en zeg niet zulke dwaze dingen meer
ais zooeven."
„In orde", zei Tiggie. „Het is beter dat lk me ver*
dlenstelUk voor je maak."
„Alles is beter dan een vervloekte idioot te zUn," oor
deelde Harvey.
Wordt vervolgd.