Stip Courant m Speelbal van Wind en Golven De barbaarschheden van de electrische stoel. Vijfde Blad. De bekentenis van een dokter na zestien jaar ervaring. Ingezonden Stukken. Ethel M. Dell. De beste dienst, Theater Royal. Zaterdag 10 October 1931. 74ste Jaargang. No. 8949 j ^ant wat een dwalend mensch ook heelt bedrevenhij heelt recht op een menschelijke behandeling. Door Dr. REGINALD SURER. New York. |n ie n ali Telkens weer gaal men er aan twijfelen of de eloc- nsche stoel nu wel zoo'n snelle en pijnlooze dood is algemeen wordt gezegd. Want af en toe komen ir bij de ter dood brenging dingen voor die met elk menschelijk gevoel spotten. Van bijzonder veel belang lijn hij de beschouwing van de electrische stoel de nteressante ervaringen van Dr. Amos Squire, die nge jaren chef dokter was in de bakende, zoo niet uchte, Amerikaansche gevangenis De Sing Sing die tot op hfeden op den dag zoo ongeveer 138 ities heeft moeten bijwonen. [ij werd daardoor een fanatiek tegenstander van doodstraf die hij met behulp van zijn verschrik- frfta ervaringen bestrijdt: Het begin van den doodsstrijd. fted Lasscoek zou wegens den moord op zijn werk- Jeffier, de doodstraf m.b. de electrische stoel moeten rfergaan. Alle betuigingen van onschuld, alle ver- jen om genade, om gratie, bleven zonder gevolg de dag van de terechtstelling was spoedig geko- Rustig en vrij kalm laat de jonge man zich des „;nds uit zijn cel voeren. Hij laat zich het haar een donkeren, hemdachtigen mantel aan rukken en hij volgt den cipier dan zonder iets te zeg- sn naar de kamer waar de terechtstelling zal plaats len. De staatsvertegenwoordiger leest nog eenmaal de be- mldigingsacte voor en vraagt den jongen man of in het aangezicht van den dood zijn schuld wil ekenncn. Stilte op het plein. Dan klinkt langzaam en duidelijk de stem van asscock: „ik ben geen moordenaar. Moge God mij helpen". Snel wordt hem nu de stalen kap op het hoofd ge- zet en de kabels aan de voeten vastgemaakt en op een tceken van den gevangenisdirecteur drukt een beambte de doodbrengende knop in. Tweeduizend volt lullen gedurende lfyfc minuut het lichaam doorstroo men en het leven vernietigen. Maar het typische tril-geluid dat altijd na de Wekeling van den stroom duidelijk waar te nemen ik blijft, uit. De beambte schakelt terug en drukt de knop noc eens langzaam en zorgvuldig in. Een zacht geknor, dat ook tot de kap van den veroordeelde (looriricst. bewijst dat de electrische stoel haar werk nor altijd niet beeft gedaan. De derde poging blijft eveneens zonder resultaat. De boeien van Lasscoek worden losgemaakt, de kap wordt hem van het hoofd genomen en de doodsbleeke man krijgt te hooren dat de moordmachine niet ge heel en al in orde is en dat de executie daarom uit gesteld zal worden tot eenige reparaties zijn verricht. De tweede kwelling. De fout is spoedig gevonden: er was kortsluiting in een kabel ontstaan. Maar het is nu reeds te laat ge worden om de terechtstelling nog op denzelfdcn dag te doen plaats vinden. Den volgenden morgen zal Lasscoek wederom in de hall des dood worden ge voerd. Ongelooflijk hoe zich een mensch in één dag veranderen kan. Het gezicht geel-groen, de oogen diep «mdiaduwd, beenen en armen sidderend, zachtjes fcch uitmurmelend, knielt de veroordeelde neer en me niai Dei tóii ten et* lm, 5 C - F» a£J a a» s« tU wordt met behulp van een cipier voor de tweede keer op de dood-brengende stoel gezet. Uit voorzorg had men vooraf eenige proeven mot den electrischen stoel genomen. Maar als nu de man die op de knop moet drukken zijn taak ver richt, breken zelfs dokter cn directeur, die toch reeds honderden terechtstellingen hebben meegemaakt, het angstzweet uit: De machine werkt weer niet. Krampachtig bewegen zich de vingers van den ter dood veroordeelde steunend komt de adem tusschen zijn lippen uit. De aanwezige electrotechni- cus rent nu zelf naar het schakelbord probeert het drie, vier maal zonder resultaat Dan begint hij de kabels en den hefboom te onderzoeken. D a t duurt een paar minuten. Niemand durft een woord te spreken. Het angstige gesteun van den veroordeelde wordt heviger. De spanning is niet meer uit te houden. De technicus vertelt dat hij dc fout ni. dadelijk kan vinden. De boel moet nog eens grondig onderzocht worden. En weer wordt de veroordeelde weggeleid. Hij moet nu door twee wachters weggedra gen worden. In de oogen van den ongelukkige is een uitdrukking van waanzinnige angst die ik niet licht zal vergeten. Gratie. Intusschen zijn de gevangenisdirecteur en de staats- vertegenwoordiger het gebouw binnengeloopen om den gouverneur telefonisch van het gebeurde op dc hoogte te brengen. Nog onder den indruk van het geen er gebeurd is schildert de gevangenis-directeur het lijden vah het slachtoffer. De gouverneur besluit, gezien de ontzettende kwellingen waaraan de veroor deelde heeft bloot gestaan, Lasscoek te begenadigen. De fout van de electrische stoel is nu gauw gevon den maar de .veroordeelde is gered, en een half jaar later wordt hij uit de gevangenis ontslagen, om dat eerst toen de twijfel aan de onjuistheid van een bezwarende getuigenis was opgeheven. Een vrouw op de electrische stoel. Een ander geval. Ruth Snijder had samen met haar geliefde haar echtgenoot vermoord. Ondanks het feit, dat er van vele zijden protesten kwamen tegen het dooden van een vrouw op deze manier, werd zij ver oordeeld tot de electrische stoel. Aan den vooravond van den dag dat haar leven zou eindigen, betrad een geestelijke haar cel. Ruth Snyder knielt voor hem neer cn bidt. Zij schreidt, eerst zachtjes, maar spoe dig al heviger en heviger tijdens de bemoedigende woorden van den geestelijke. Haar gehuil groeit aan tot een gegil dat niets menschelijksch meer heeft. Zij gilt als een gewond en opgejaagd dier. Als een waanzinnige hamert ze met haar witte handen tegen de muren en rukt zich de haren uit het hoofd, tot ze eindelijk volkomen uitgeput in elkaar zinkt op den bodem van haar cel. De dokter geeft haar eenige kal- meerende inspuitingen, zoodat ze 's nachts nog wat slaapt. De strijd. En dan den volgenden morgen. Met bovenmcnsche- lijke kracht strijdt ze met de vier vrouwelijke cipiers die haar naar de kamer waar de electrische stoel is opgesteld, willen brengen. Met .handen en voeten vecht ze tegen de menschen die haar naar hot schavot willen brengen. Een van de vrouwen moet bloe dend weggevoerd worden. Gillend dringen de waanzinnige kreten van de veroordeelde door de ge vangenis, waar in de cellen andere ter dood veroor deelden beven van afgrijzen. Schdede voor schrede wordt Ruth Snijder door de corridor gedrongen; ein delijk heeft men haar zoover overweldigd dat men haar een zak over het hoofd kan werpen, zoodat het schreeuwen vrijwel onhoorbaar wordt. In dc kamer aangekomen waar het vonnis zal worden voltrokken, wordt de zak weer van haar hoofd geworpen, want de beschuldigingsacte moet worden voorgelezen. De aanwezige beambten zien vol afgrijzen het in waan zinnige angst vertrokken gelaat van de vrouw, die rochelend en sidderend de woorden van den Staats- vortegenwoordiger aanhoort. Dan begint nog eenmaal dc wanhopige strijd, als men haar op de electrische setoel wil zettenè Zc werpt zich op den grond, bijt en trapt en krabt en schopt Een wanhopig mensch dat strijdt voor haar leven Brullend bidt zij om ge nade van God of van de menschen. Bloedig schuim staat op haar mond als eindelijk de kap over haar hoofd wordt geschoven. Gedempter nu klinkt nog al tijd het geschreeuw. Voeten en vingers van de veroordeelde trillen van angst en alle aanwezigen ademen verruimd als ein delijk de handle is overgehaald en het vonnis is vol trokken. Onder de v r ij w i 11 i g e toeschouwers van deze scène waren zeven vrouwen. De menschen zonder zenuwen. De gebeurtenissen bij het ter dood brengen zijn niet minder luguber als de slachtoffers kalm zijn. Daar was b.v. de roofmoordenaar Hlggins, die tot groot vermaak van de toeschouwers dansend naar de stoel ging en zonder een woord te spreken stierf. En de vroegere technicus Harry Sirason, die zijn vier kinderen vermoord had, vroeg als laatste wensch: het mechaniek van de electrische stoel te mogen lee- ren kennen. Daar was verder de geneeskundige Dr. Leeman, die zijn vriendin had vergiftigd en in de kamer waar de electrische stoel stond opgesteld aan den gevangenisdokter vertelde wat voor interessante ziekteverschijnselen zich na de vergiftiging bij zijn slachtoffer hadden voorgedaan. De schrijver Paul Si- rek verzocht nog een redevoering te mogen houden over een kunstzinnig onderwerp Als een onvergetelijke film trekken de 138 men schen die ik op de electrische stoel zag sterven, aan mij voorhij. Het eene oogcnblik waren zij gezond en sterk, hel volgende moment lagen zij koud en stijf op den grond. Zeker, er waren inbrekers, misdadi gers. paria's der maatschappij bij. maar hoe het ook zij, het waren ménschen en zij hebben recht op een menschelijke behandeling. Ik ben een fèl tegenstander van de doodstraf ge worden. omdat ik weet uit ondervinding boa de men schen moeten sterven! (Nadruk verboden.) Hier Voorkom I Gorgel droog met Dooien i 25. 45 en 65 ets! begint het! Mijnheer de Redacteur, Vriendelijk verzoek ik nogmaals een weinig plaats ruimte In Uw blad. Begrijp ik den heer Buisman goed. dan is hij erg op zijn teenen getrapt hij lijkt mij zeer boos. Dat moet je niet doen mijn Jongen: het uitwisselen van gedachten is altijd een gezonde hersensport. De Scha- gcr Courant is op dat gebied, om zijn gastvrijheid, niet genoeg te prijzen, waarom zouden tege.npartijen dan boos behoeven te worden. Men moet in dat opzicht tegen een stootje kunnen. Jij gedraagt je. eerlijk ge zegd, als een jongen bij het knikkeren, een jongen die niet tegen zijn verlies kan. Ook heb je niet goed gelezen. Ik heb niet gezegd, dat Ik het artikel van Buisman aan mijn laars lap; ik heb gezegd, dat ik de m e e n i n g. die de heer Bulsman over m ij n artikel lanceerde aan mijn laars lap. En dat ik u even verder gelijk zou geven, dat is reine fantasie, ik geef nergens gelijk. Ik heb gezegd, dat uw aanval op mij, een beetje onbenullig was; er zat geen lijn in. Verder lijkt het me toe, dat u zoo nieuwsgierig Is als een bakvisch. Wat doet het er toe, wie ik ben? 'k Ben geen dame, noch een heer, ook niet een juf fertje, trouwens 'n juffertje is toch niet met buskruit geladen, 'k Ben een boer daar, nu weet u tenminste w a-t ik ben. De zaak zit zoo: in persoonlijke of locale kwesties onderteeken ik altijd met mijn vollen naam. 't Ging hier over het Militairisme dat was ons uitgangspunt. Welnu, het Militairisme is geen persoonlijke noch een locale kweste. dat begrijpt een kind, dus doet het niets ter zake wie er wat over zegt wel wat men er over zegt. 'k Behoor ook niet tot de menschen, die zich zelf erg lekker voelen, als hun naam in de krant staat, 't Gaat er bij om: verheldering van inzicht in verschillende dingen, 'k Durf mijn naam wel te noe men, maar ik verkies dat in deze kwestie nu eens niet. Of de heer Buisman dat nu le of 2e klas kinderstoel- gepraat noemt, laat mij Siberisch koud. Zulke dingen moeten niet ontaarden in persoonlijke geraaktheden. Als men een polemiek gaat voeren, moet men zijn: logisch, nuchter, rustig in zijn oordeel, al Is dat oordeel soms wat scherp, doet niets ter zake: de heer Buisman is ongeschikt voor deze dingen. Hij kan beter zijn pen droog houden, 't Lijkt mij ook toe, dat hij beter niet meer moet antwoorden, 't Heeft tevens twee voordee- len: de Schager Courant is van de souza af en ik heb lekker het laatste woord. G. fEUILLETON NAAR HET ENGELSCH VAN m dj: :n.U| m O'S, iap« 5ffl 3e •e. vas lunchtijd en slechts met de grootste zelfbe- fsching bleef Tlggie in het hotel en gebruikte iets. '*"a« er van overtuigd dat Harvey wel dadelijk zou erschijnen. Hij bleek zioh vergist te hebben, want zqn wsger verscheen niet. Er waren slechts enkele gasten in Sea Uon". Tlggie was aan een tafeltje bij het gaan praten. Hij had tot gewoonte genomen eerst vier uur weer naar Viola te gaan, omdat ze voor *a W moest rusten. Thans kon hij evenwel niet zoo -g wachten, en hij verdween dan ook heel gauw in de c -mg van de witte cottage. - dadelijk dat de tuin verlaten was en het uai uv eest 2°oda*' Viola zonder twijfel nog in haar "ÜT wccr Smaakt gerustgesteld en besloot een vert te gaan maken. Het was drukkend, en de Jc- p joeSen elkander woest na. Hij dacht niet aan dóch tnnys" voorsPolling dat het ruw weer zou worden, ''etrapte z!ch er op dat zijn gedachten opnieuw Had vrV,CJr teru«8lngcn. tu.1'- u het Prett»S gevonden dezen man In haar •Mld te hebben? Of was ze nog steeds bang voor ^taloiiiL moeat dIt 200 gauw mogelijk zien uit te vinden, tt» 1 BiJ e«n hoek van den weg stond hij Ineens Z!vv*r Harvey. HIJ had zijn hoed diep over de oogen <en en toen hij Tiggle zag. duwde hij dien ineens nat TÏT*- T'8g'° keek hem vol verbazing aan, *.?n n'et herinneren ooit zulk een eigen- oZ~fc/ kijna waanzinnige uitdrukking In Harvey's hebben gezien als thans. mank«*rt jou?" begon Harvey nijdig. Het W vJT J!!!? °°g*n rood- Tiggle. die begreep dat hij had> antwoordde kalm: .Ik was van -J* w te maken, oude jongen." "a u r,^1 nlet kortteen om duivels in de wilder- Jj, ontdekken?" h<,m to de oogen. ..Nee, dat Ie niet ««•I. iel hu nog .teedi rueUg. Jij eoml?- «I» böf Harvey liet een ruwen lach hooren. ..Nee, ik heb die duivels meegebracht, als je het soms wilt weten. Heb je zin je bij ons aan te sluiten?" Zijn gezioht zag grauw-wit en verwrongen, doch er was nog een sprankje Intellect in de uitdrukking van zijn oogen waar te nemen. „Het zou verstandiger wezen als jij met me meeging en een uurtje rust nam. Je hebt slaap hoog noodig." „Slaap. Siaap!' Harvey wierp zijn hoofd naar achteren en begon te bulderen van het lachen. „Luister eens goed naar me." zei Tiggle nu op stren gen toon. „Ga met me mee naar het hotel en dan zal ik wel verder voor je zorgen." Voor een kort oogcnblik zag Harvey hem aan cn het leek alsof de betcekenls van Tiggie's woorden niet tot hem doordrong. Daarna legde hij met een vlug, bijna kinderlijk gebaar zijn beenige hand op Tiggie's arm. „Je bent een brave kerel, Tiggie. Dat heb ik altijd ge zegd. Jezult je niet tusschen mij en mijn schilderij stel len la het wel?" „Waarom zou ik dat doen?" vroeg Tiggie. „Omdat ik weet dat je haar liefhebt," Zijn tanden kwamen te voorschijn en op dat oogcnblik geleek hij op een roofdier. „Vergeet echter niet, dat je haar door mijn toedoen vond. Als ik er niet geweest was. had je haar nooit ontdekt." Even zweeg hij om daarna te vervolgen: „Ik vermoord iedereen die het waagt zich tusschen mij en mijn schilderstuk te plaatsen." „Waar is het werk?" vroeg Tiggie. Er kwam een wantrouwende blik in de oogen van den kunstenaar. „Misschien zul je het schilderij den een of anderen dag in de Academie zien hangen. Op het oogenblik Is het nergens te vinden." .Maar ze heeft vanmorgen toch voor je geposeerd." Ja. dat is gebeurd." Harvey keek zijn zwager uitda gend aan. „En dat zal weer gebeuren. Ze beloofde het." „Heb je haar schrik aangejaagd?" vroeg Tiggie plot- „Ik?" Opnieuw klonk die af schuwe _jke, harde lach. dien gij Uw baby kunt bewijzen, bestaat wel hierin, dat gij de roode, gesmette en stukke plekken van zijn huidje inwrijft met Pu rol en drooghoudt met Purolpoeder. Het trappelt dan van pleister, slaapt als een roosje en ver kondigt door zijn gekraai hoeveel genoegen het in zijn jonge leven schept. Zoo gij> het nog niet deedt, neem dan nog heden een proef met Parol en Purolpoeder. „Nee, ik werd bang, want het zou vrccselijk wezen als het werk mislukte." Hij wendde zich op zijn hielen om, liep een eindje weg. en kwam toen weer terug. Tiggie merkte met een gevoel van opluchting dat de waanzinnige uitdrukking uit zijn oogen verdwenen was. maar hij zag nog steeds grijs grauw. „Nee, ik heb haar geen schik aangejaagd," zei hij bedaard. „We begrijpen elkaar volkomen. Denk jc dan werkelijk dat iedereen zoo gemakkelijk te kennen is als Jij? Wees maar gerust, oude jongen, het zaakje is in orde." Weer verstreken er enkele seconden en toen zei Har vey: „Ik zal haar geen kwaad doen, beste kerel. Ze is een volkomen gewillig slachtoffer. Heeft ze je dat niet verteld?" „Ik heb het haar niet gevraagd." „Doe het dan!" Er was een blik van triomf in Har vey's oogen. „Je hoeft evenwel niet jaloersch te zijn," zei hij met zijn oude gegrinnik. „Het gaat wel weer voorbij. Ik werk zoo hard dat ik er bijna bij neerval. Het schilderij *al binnenkort klaar wezen." „Je zult jezelf vermoorden als Je niet wat rust neemt," merkte Tiggie op. Harvey wreef over zijn oogen en staarde voor zich uit „Zal ik mezelf ver moorden? Ik zou er allerminst verbaasd over zijn. Het is hier een kwestie van dood of leven. Dat geef ik graag toe. Maar Je moet me met rust laten. Begrepen? Waag het niet me te bespionneeren; of dan zullen de noodige moeilijkheden je wachten. Ik kom weer bij je terug, wanneer alles afgeloopen is dat wil zeggen als ik nog tot het land der levenden behoor." Bij de laatste woorden klonk er zoolcts zieligs in zijn stem, dat het Tiggie als een smeekbede om hulp voorkwam. „Beate kerel. Ik denk er niet over je te bespionneeren." zei hij. „Jc kunt me evenwel niet kwa lijk nemen dat ik me tot op zekere hoogte verantwoor delijk voel." ..Houd toch op met dien onzin." zei Harvey cynisch. „Dat hoeft heelemaal niet. Laat me met rust. dat is alles wat ik vraag. Laat de oude toovenaAr zijn weik In vrede kunnen verrichten." Hij legde zijn hand op Tig gle's schouder, en toen verscheen er een zaohte glimlach om zijn lippen, alsof hij ineens weer bij zijn volle verstand was. „Je hoeft niet jaloersch te wezen", klonk het. „Zo aanbidt je zelfs als je in badpak bent. En dat wil heel wat zeggen. Maak nu dat je wegkomt." Hij keerde zich om en ging op een vooruitstekende rots zitten, zijn lange armen om de knieën geklemd hou dend. Tiggie begreep dat het nu het verstandigste was te verdwijnen, al gebeurde het dan ook volmaakt tegen zijn zin. Harvey stond zooals gewoonlijk alleen. Tusschen hem „Onteerd", ls dc Paramountfilm. die deze week In het Theater Royal draait en waarin Mariene Dictrich groo- te triomfen viert, trouw bijgestaan door haar partnee Victor Maclaglen. Het ls hoog spel. wat deze beide film sterren te zien geven, ontroerend en mecsleepcnd. Het drama dat ons op het witte doek te zien wordt gegeven, is spannend vanaf het eerste tot het laatste momenu De volgende korte Inhoud zegt u er iets van: De chef van den Oostenrijkschen Geheimen Dienst heeft alle middelen te baat genomen om dc hand te leg gen op een Russische spion en diens Oostenrijksche me deplichtige, die communicatie met den vijand onderhoudt. Hoewel hij Kolonel von Hindau verdenkt, heeft hij geen bewijzen, en besluit hij. beiden door een vrouw te laten bespionneeren. Op een dag komt hij voorbij een huis waar een vrouw door gas een einde aan haar treurig bestaan heeft ge maakt Een der omstanders, een mooie jonge vrouw van de Straat, maakt een cynische opmerking over de daad der zelfmoordenaren. De chef van den Spionage dienst hoort dit en volgt haar naar haar kamer, waar hij haar schoorvoetend vraagt of zij voor een groote belooning Russische spionage dienst in Ween en wli verrichten. AL vorens antwoord te geven gaat zij even weg om wijn te halen, en komt terug met een politieagent, dlo den „spion" arresteert Deze is zoo getroffen door haar patriottisme dat hij haar den volgenden dag op zijn bureau ontbiedt, waar hij haar voorstelt Oostenrijksch spionne te worden. Zij ac cepteert De nieuwe spionne, ingeschreven als X27, krijgt op dracht Von Hindau te bespionneeren. Zij maakt met hem kennis op een bal, waar hij zich vertoont in gezelschap van den Rusalachen kolonel Kranau. als Ooetenrijksch luitenant verkleed. Het drietal begeeft zich op weg naar Von Hlndau's woning. Onderweg biedt de kolonel Von Hindau een sigaret aan. De kolonel stapt onderweg uit Bij Von Hindau geko men onderzoekt X 27 terstond diens kamer, als de land verrader even aan de telefoon geroepen wordt Zij zegt den bediende dat zij naar sigaretten zoekt en vindt er een in den zak van Von Hindau's jas. Het is dc sigaret die hij van zijn handlanger kreeg, en zij bevat dan ook 'n opgerold berlefje. X 27 steekt kalm de sigaret op. en wanneer Von Hindau haar ziet rooken begrijpt hij da delijk dat zij achter zijn geheim gekomen is. X 27 ver telt hem dat zij het huis heeft laten-omsingelen. Von Hindau weet dat het einde gekomen is en maakt met een revolverschot een einde aan zijn leven. X 27 gaat nu op den Rus af. dien zij in een speelzaal aantreft. Deze is echter veel te geslepen om zich door een vrouw te laten vangen. Hij heeft dadelijk doorzien lat X 27 een spionne Is, en schertsend verdwijnt hij door een geheime deur. De Rus volgt haar muur haar woning, waar hij haar spottend in bedwang houdt Hoewel woedend overde ver nedering voelt zij zich tot den moedigen, sluwen kerel aangetrokken. X 27 krijgt opdracht om zich per vliegtuig naar het Russische hoofdkwartier te begeven om inlichtingen in te winnen aangaande het op handen zijnde offensief. Zij krijgt een betrekking als dienstbode In het hotel waar de Russische Generale Staf bijeen komt. en luistert daar dc besprekingen over den nieuwen veldtocht af. Haar aanteckcningen schrijft zij in den vorm van noten op muziekpapier. Een kleine zwarte kat, die zij van Weenen heeft me?-.; genomen, verraadt haar. De kolonel, die reeds achter-! docht tegen het mooie dienstmeisje koestert, wordt door! de kat. die hij herkent, in zijn meening gesterkt en ar-' resteert haar. Hij vindt het muziekpapier. dat hem ver-! dacht voorkomt. Hij speelt de muziek op een oude piano,; doch brengt slechts een ongeordende reeks tonen voort.1 Hij kan dc code zoo gauw niet ontcijferen, doch. over-( tuigd, dat iedere noot duizenden van zijn mannen het leven kan kosten, verbrandt hij het papier. X 27 wordt veroordeeld, en zal den volgenden morgen worden doodgeschoten. De kolonel vraagt haar naar haar laatste wensoh. en zij vraagt hom om haar laatste' uren samen met hem te mogen doorbrengen. Zij slaagt erin. in zijn laatste glas wijn eenige slaapdruppels te mengen de kolonel verliest het bewustzijn en X 27 ontsnapt In Weenen aangekomen weet X 27. die buitengewoon( muzikaal is. het notenschrift uit het hoofd opnieuw op' te schrijven, ten gevolge waarvan een geweldig Oosten en do overige mensehen bestond er een breedc golf, welke vooral in slecht, stormachtig weer moeilijk overge stoken kon worden. Hij moest hem voor 't oogcnblik aan zijn lot overlaten. De laatste woorden die de man had uitgesproken, deden een rilling van geluk door zijn lichaam varen. Harvey was een zeer eigenaardige persoonlijkheid, maar Tiggie had nog nooit ondervonden, dat hij zelfs in zijn meest abnormale oogenblikken opzettelijk loog. Zonder twijfel had Harvey maar wat gekletst cn moest hij zijn woorden in geen geval voor ernst opnemen. Nlet- tomin liet een zeker gevoel van onrust zich niet verja gen. Zou hij omkeeren en hem vragen, wat hij met die raadselachtige woorden bedoeld had? Zou het hem later berouwen als dit gebeurde? Hij stond stil en keek om. Harvey viel niet meer te bekennen; de toovenaar was verdwenen. Het had dus geenerlei doel terug te keeren. Tiggie stak zijn pijp op en liep verder. HOOFDSTUK XVI DE DWAAS. Hoewel de hemel zich zeer dreigend liet aanzien. v!«| er toch geen druppel regen. „Er zullen wel een j>aar dagen mee gemoeid zijn, voordat de storm losbreekt." beweerde Joe Penny, do profeet, toen Tiggie van zijn wandeling terugkeerde „En dan zal er aardig wat komen ook," vervolgde hij. De mogelijkheid is ook niet uitgesloten, dat er aardverschui vingen zullen plaats hebben. De zon zorgt voor dc noo dige scheuren; de regen maakt dat zc hoe langer hoe breeder worden cn dat gaat zoolang, totdat de kloven het gewicht van het water niet meer kunnen dragen -n dan is het afgeloopen. Het pad waar u zoocven geloopen heeft, wordt na lederen storm brokkeliger, precies alsof Iemand er In gebeten had „Ja. ik zag een paar wijde gapingen." antwoordde Tig gle. „Voor het oogcnblik ziet het er echter nog veilig genoeg uit" „Totdat de regen komt", zei oude Joe somber. „En de rotsen hebben het bij een storm ook hard te verantwoor den. Wat moeten ze trouwens beginnen wanneer het wa ter van boven op ze neerklettert en de zee hoog tegen zc opslaat? Drinkt tf vanmiddag alleen thee, mijnheer? Komt uw vriend niet terug?" .Mijnheer Gillmore? Nee", zei Tiggle. „Hij ls buiten aan het schilderen." „Volgens mijn opvatting is dat toch een grappig baan tje» Zoo'n man heeft bitter weinig rust. Voor dag en dauw op en avonds laat m bed. Maar er valt zeker goed geld mee te verdienen?" „Sommige menschen schilderen enkel en alleen voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 17