Stip Courant
m
Speelbal van Wind en Golven
De barbaarschheden
van de electrische stoel.
Vijfde Blad.
De bekentenis van een dokter na
zestien jaar ervaring.
Ingezonden Stukken.
Ethel M. Dell.
De beste dienst,
Theater Royal.
Zaterdag 10 October 1931.
74ste Jaargang. No. 8949
j ^ant wat een dwalend mensch ook heelt
bedrevenhij heelt recht op een
menschelijke behandeling.
Door
Dr. REGINALD SURER. New York.
|n
ie n
ali
Telkens weer gaal men er aan twijfelen of de eloc-
nsche stoel nu wel zoo'n snelle en pijnlooze dood is
algemeen wordt gezegd. Want af en toe komen
ir bij de ter dood brenging dingen voor die met elk
menschelijk gevoel spotten. Van bijzonder veel belang
lijn hij de beschouwing van de electrische stoel de
nteressante ervaringen van Dr. Amos Squire, die
nge jaren chef dokter was in de bakende, zoo niet
uchte, Amerikaansche gevangenis De Sing Sing
die tot op hfeden op den dag zoo ongeveer 138
ities heeft moeten bijwonen.
[ij werd daardoor een fanatiek tegenstander van
doodstraf die hij met behulp van zijn verschrik-
frfta ervaringen bestrijdt:
Het begin van den doodsstrijd.
fted Lasscoek zou wegens den moord op zijn werk-
Jeffier, de doodstraf m.b. de electrische stoel moeten
rfergaan. Alle betuigingen van onschuld, alle ver-
jen om genade, om gratie, bleven zonder gevolg
de dag van de terechtstelling was spoedig geko-
Rustig en vrij kalm laat de jonge man zich des
„;nds uit zijn cel voeren. Hij laat zich het haar
een donkeren, hemdachtigen mantel aan
rukken en hij volgt den cipier dan zonder iets te zeg-
sn naar de kamer waar de terechtstelling zal plaats
len.
De staatsvertegenwoordiger leest nog eenmaal de be-
mldigingsacte voor en vraagt den jongen man of
in het aangezicht van den dood zijn schuld wil
ekenncn.
Stilte op het plein.
Dan klinkt langzaam en duidelijk de stem van
asscock:
„ik ben geen moordenaar. Moge God mij helpen".
Snel wordt hem nu de stalen kap op het hoofd ge-
zet en de kabels aan de voeten vastgemaakt en op
een tceken van den gevangenisdirecteur drukt een
beambte de doodbrengende knop in. Tweeduizend volt
lullen gedurende lfyfc minuut het lichaam doorstroo
men en het leven vernietigen.
Maar het typische tril-geluid dat altijd na de
Wekeling van den stroom duidelijk waar te nemen
ik blijft, uit. De beambte schakelt terug en drukt de
knop noc eens langzaam en zorgvuldig in. Een zacht
geknor, dat ook tot de kap van den veroordeelde
(looriricst. bewijst dat de electrische stoel haar werk
nor altijd niet beeft gedaan.
De derde poging blijft eveneens zonder resultaat.
De boeien van Lasscoek worden losgemaakt, de kap
wordt hem van het hoofd genomen en de doodsbleeke
man krijgt te hooren dat de moordmachine niet ge
heel en al in orde is en dat de executie daarom uit
gesteld zal worden tot eenige reparaties zijn verricht.
De tweede kwelling.
De fout is spoedig gevonden: er was kortsluiting in
een kabel ontstaan. Maar het is nu reeds te laat ge
worden om de terechtstelling nog op denzelfdcn dag
te doen plaats vinden. Den volgenden morgen zal
Lasscoek wederom in de hall des dood worden ge
voerd. Ongelooflijk hoe zich een mensch in één dag
veranderen kan. Het gezicht geel-groen, de oogen diep
«mdiaduwd, beenen en armen sidderend, zachtjes
fcch uitmurmelend, knielt de veroordeelde neer en
me
niai
Dei
tóii
ten
et*
lm,
5 C -
F»
a£J
a
a»
s«
tU
wordt met behulp van een cipier voor de tweede keer
op de dood-brengende stoel gezet.
Uit voorzorg had men vooraf eenige proeven mot
den electrischen stoel genomen. Maar als nu
de man die op de knop moet drukken zijn taak ver
richt, breken zelfs dokter cn directeur, die toch reeds
honderden terechtstellingen hebben meegemaakt, het
angstzweet uit: De machine werkt weer
niet. Krampachtig bewegen zich de vingers van den
ter dood veroordeelde steunend komt de adem
tusschen zijn lippen uit. De aanwezige electrotechni-
cus rent nu zelf naar het schakelbord probeert
het drie, vier maal zonder resultaat Dan begint hij
de kabels en den hefboom te onderzoeken. D a t
duurt een paar minuten. Niemand durft
een woord te spreken. Het angstige gesteun van den
veroordeelde wordt heviger. De spanning is niet meer
uit te houden. De technicus vertelt dat hij dc fout ni.
dadelijk kan vinden. De boel moet nog eens grondig
onderzocht worden. En weer wordt de veroordeelde
weggeleid. Hij moet nu door twee wachters weggedra
gen worden. In de oogen van den ongelukkige is een
uitdrukking van waanzinnige angst die ik niet licht
zal vergeten.
Gratie.
Intusschen zijn de gevangenisdirecteur en de staats-
vertegenwoordiger het gebouw binnengeloopen om
den gouverneur telefonisch van het gebeurde op dc
hoogte te brengen. Nog onder den indruk van het
geen er gebeurd is schildert de gevangenis-directeur
het lijden vah het slachtoffer. De gouverneur besluit,
gezien de ontzettende kwellingen waaraan de veroor
deelde heeft bloot gestaan, Lasscoek te begenadigen.
De fout van de electrische stoel is nu gauw gevon
den maar de .veroordeelde is gered, en een half
jaar later wordt hij uit de gevangenis ontslagen, om
dat eerst toen de twijfel aan de onjuistheid van een
bezwarende getuigenis was opgeheven.
Een vrouw op de electrische stoel.
Een ander geval. Ruth Snijder had samen met haar
geliefde haar echtgenoot vermoord. Ondanks het feit,
dat er van vele zijden protesten kwamen tegen het
dooden van een vrouw op deze manier, werd zij ver
oordeeld tot de electrische stoel. Aan den vooravond
van den dag dat haar leven zou eindigen, betrad een
geestelijke haar cel. Ruth Snyder knielt voor hem
neer cn bidt. Zij schreidt, eerst zachtjes, maar spoe
dig al heviger en heviger tijdens de bemoedigende
woorden van den geestelijke. Haar gehuil groeit aan
tot een gegil dat niets menschelijksch meer heeft.
Zij gilt als een gewond en opgejaagd dier. Als een
waanzinnige hamert ze met haar witte handen tegen
de muren en rukt zich de haren uit het hoofd, tot ze
eindelijk volkomen uitgeput in elkaar zinkt op den
bodem van haar cel. De dokter geeft haar eenige kal-
meerende inspuitingen, zoodat ze 's nachts nog wat
slaapt.
De strijd.
En dan den volgenden morgen. Met bovenmcnsche-
lijke kracht strijdt ze met de vier vrouwelijke cipiers
die haar naar de kamer waar de electrische stoel is
opgesteld, willen brengen. Met .handen en voeten
vecht ze tegen de menschen die haar naar hot schavot
willen brengen. Een van de vrouwen moet bloe
dend weggevoerd worden. Gillend dringen de
waanzinnige kreten van de veroordeelde door de ge
vangenis, waar in de cellen andere ter dood veroor
deelden beven van afgrijzen. Schdede voor schrede
wordt Ruth Snijder door de corridor gedrongen; ein
delijk heeft men haar zoover overweldigd dat men
haar een zak over het hoofd kan werpen, zoodat het
schreeuwen vrijwel onhoorbaar wordt. In dc kamer
aangekomen waar het vonnis zal worden voltrokken,
wordt de zak weer van haar hoofd geworpen, want
de beschuldigingsacte moet worden voorgelezen. De
aanwezige beambten zien vol afgrijzen het in waan
zinnige angst vertrokken gelaat van de vrouw, die
rochelend en sidderend de woorden van den Staats-
vortegenwoordiger aanhoort. Dan begint nog eenmaal
dc wanhopige strijd, als men haar op de electrische
setoel wil zettenè Zc werpt zich op den grond, bijt en
trapt en krabt en schopt Een wanhopig mensch dat
strijdt voor haar leven Brullend bidt zij om ge
nade van God of van de menschen. Bloedig schuim
staat op haar mond als eindelijk de kap over haar
hoofd wordt geschoven. Gedempter nu klinkt nog al
tijd het geschreeuw.
Voeten en vingers van de veroordeelde trillen van
angst en alle aanwezigen ademen verruimd als ein
delijk de handle is overgehaald en het vonnis is vol
trokken. Onder de v r ij w i 11 i g e toeschouwers van
deze scène waren zeven vrouwen.
De menschen zonder zenuwen.
De gebeurtenissen bij het ter dood brengen zijn
niet minder luguber als de slachtoffers kalm zijn.
Daar was b.v. de roofmoordenaar Hlggins, die tot
groot vermaak van de toeschouwers dansend naar
de stoel ging en zonder een woord te spreken stierf.
En de vroegere technicus Harry Sirason, die zijn vier
kinderen vermoord had, vroeg als laatste wensch:
het mechaniek van de electrische stoel te mogen lee-
ren kennen. Daar was verder de geneeskundige Dr.
Leeman, die zijn vriendin had vergiftigd en in de
kamer waar de electrische stoel stond opgesteld aan
den gevangenisdokter vertelde wat voor interessante
ziekteverschijnselen zich na de vergiftiging bij zijn
slachtoffer hadden voorgedaan. De schrijver Paul Si-
rek verzocht nog een redevoering te mogen houden
over een kunstzinnig onderwerp
Als een onvergetelijke film trekken de 138 men
schen die ik op de electrische stoel zag sterven, aan
mij voorhij. Het eene oogcnblik waren zij gezond en
sterk, hel volgende moment lagen zij koud en stijf
op den grond. Zeker, er waren inbrekers, misdadi
gers. paria's der maatschappij bij. maar hoe het ook
zij, het waren ménschen en zij hebben recht op een
menschelijke behandeling.
Ik ben een fèl tegenstander van de doodstraf ge
worden. omdat ik weet uit ondervinding boa de men
schen moeten sterven!
(Nadruk verboden.)
Hier
Voorkom I
Gorgel droog met
Dooien i 25. 45 en 65 ets!
begint het!
Mijnheer de Redacteur,
Vriendelijk verzoek ik nogmaals een weinig plaats
ruimte In Uw blad.
Begrijp ik den heer Buisman goed. dan is hij erg
op zijn teenen getrapt hij lijkt mij zeer boos. Dat
moet je niet doen mijn Jongen: het uitwisselen van
gedachten is altijd een gezonde hersensport. De Scha-
gcr Courant is op dat gebied, om zijn gastvrijheid, niet
genoeg te prijzen, waarom zouden tege.npartijen dan
boos behoeven te worden. Men moet in dat opzicht
tegen een stootje kunnen. Jij gedraagt je. eerlijk ge
zegd, als een jongen bij het knikkeren, een jongen
die niet tegen zijn verlies kan.
Ook heb je niet goed gelezen. Ik heb niet gezegd,
dat Ik het artikel van Buisman aan mijn laars lap;
ik heb gezegd, dat ik de m e e n i n g. die de heer
Bulsman over m ij n artikel lanceerde aan mijn laars
lap. En dat ik u even verder gelijk zou geven, dat is
reine fantasie, ik geef nergens gelijk. Ik heb gezegd,
dat uw aanval op mij, een beetje onbenullig was; er
zat geen lijn in.
Verder lijkt het me toe, dat u zoo nieuwsgierig Is als
een bakvisch. Wat doet het er toe, wie ik ben?
'k Ben geen dame, noch een heer, ook niet een juf
fertje, trouwens 'n juffertje is toch niet met buskruit
geladen, 'k Ben een boer daar, nu weet u tenminste
w a-t ik ben.
De zaak zit zoo: in persoonlijke of locale kwesties
onderteeken ik altijd met mijn vollen naam. 't Ging
hier over het Militairisme dat was ons uitgangspunt.
Welnu, het Militairisme is geen persoonlijke noch een
locale kweste. dat begrijpt een kind, dus doet het niets
ter zake wie er wat over zegt wel wat men er
over zegt. 'k Behoor ook niet tot de menschen, die zich
zelf erg lekker voelen, als hun naam in de krant
staat, 't Gaat er bij om: verheldering van inzicht in
verschillende dingen, 'k Durf mijn naam wel te noe
men, maar ik verkies dat in deze kwestie nu eens niet.
Of de heer Buisman dat nu le of 2e klas kinderstoel-
gepraat noemt, laat mij Siberisch koud. Zulke dingen
moeten niet ontaarden in persoonlijke geraaktheden.
Als men een polemiek gaat voeren, moet men zijn:
logisch, nuchter, rustig in zijn oordeel, al Is dat oordeel
soms wat scherp, doet niets ter zake: de heer Buisman
is ongeschikt voor deze dingen. Hij kan beter zijn pen
droog houden, 't Lijkt mij ook toe, dat hij beter niet
meer moet antwoorden, 't Heeft tevens twee voordee-
len: de Schager Courant is van de souza af en ik heb
lekker het laatste woord.
G.
fEUILLETON
NAAR HET ENGELSCH VAN
m
dj:
:n.U|
m
O'S,
iap«
5ffl
3e
•e. vas lunchtijd en slechts met de grootste zelfbe-
fsching bleef Tlggie in het hotel en gebruikte iets.
'*"a« er van overtuigd dat Harvey wel dadelijk zou
erschijnen. Hij bleek zioh vergist te hebben, want zqn
wsger verscheen niet. Er waren slechts enkele gasten in
Sea Uon". Tlggie was aan een tafeltje bij het
gaan praten. Hij had tot gewoonte genomen eerst
vier uur weer naar Viola te gaan, omdat ze voor
*a W moest rusten. Thans kon hij evenwel niet zoo
-g wachten, en hij verdween dan ook heel gauw in de
c -mg van de witte cottage.
- dadelijk dat de tuin verlaten was en het
uai uv
eest 2°oda*' Viola zonder twijfel nog in haar
"ÜT wccr Smaakt gerustgesteld en besloot een
vert te gaan maken. Het was drukkend, en de
Jc- p joeSen elkander woest na. Hij dacht niet aan
dóch tnnys" voorsPolling dat het ruw weer zou worden,
''etrapte z!ch er op dat zijn gedachten opnieuw
Had vrV,CJr teru«8lngcn.
tu.1'- u het Prett»S gevonden dezen man In haar
•Mld te hebben? Of was ze nog steeds bang voor
^taloiiiL moeat dIt 200 gauw mogelijk zien uit te vinden,
tt» 1 BiJ e«n hoek van den weg stond hij Ineens
Z!vv*r Harvey. HIJ had zijn hoed diep over de oogen
<en en toen hij Tiggle zag. duwde hij dien ineens
nat TÏT*- T'8g'° keek hem vol verbazing aan,
*.?n n'et herinneren ooit zulk een eigen-
oZ~fc/ kijna waanzinnige uitdrukking In Harvey's
hebben gezien als thans.
mank«*rt jou?" begon Harvey nijdig. Het
W vJT J!!!? °°g*n rood- Tiggle. die begreep dat hij
had> antwoordde kalm: .Ik was van
-J* w te maken, oude jongen."
"a u r,^1 nlet kortteen om duivels in de wilder-
Jj, ontdekken?"
h<,m to de oogen. ..Nee, dat Ie niet
««•I. iel hu nog .teedi rueUg. Jij eoml?-
«I»
böf
Harvey liet een ruwen lach hooren. ..Nee, ik heb die
duivels meegebracht, als je het soms wilt weten. Heb je
zin je bij ons aan te sluiten?"
Zijn gezioht zag grauw-wit en verwrongen, doch er
was nog een sprankje Intellect in de uitdrukking van
zijn oogen waar te nemen.
„Het zou verstandiger wezen als jij met me meeging
en een uurtje rust nam. Je hebt slaap hoog noodig."
„Slaap. Siaap!' Harvey wierp zijn hoofd naar achteren
en begon te bulderen van het lachen.
„Luister eens goed naar me." zei Tiggle nu op stren
gen toon. „Ga met me mee naar het hotel en dan zal
ik wel verder voor je zorgen."
Voor een kort oogcnblik zag Harvey hem aan cn het
leek alsof de betcekenls van Tiggie's woorden niet tot
hem doordrong. Daarna legde hij met een vlug, bijna
kinderlijk gebaar zijn beenige hand op Tiggie's arm.
„Je bent een brave kerel, Tiggie. Dat heb ik altijd ge
zegd. Jezult je niet tusschen mij en mijn schilderij stel
len la het wel?"
„Waarom zou ik dat doen?" vroeg Tiggie.
„Omdat ik weet dat je haar liefhebt," Zijn tanden
kwamen te voorschijn en op dat oogcnblik geleek hij op
een roofdier. „Vergeet echter niet, dat je haar door mijn
toedoen vond. Als ik er niet geweest was. had je haar
nooit ontdekt." Even zweeg hij om daarna te vervolgen:
„Ik vermoord iedereen die het waagt zich tusschen mij
en mijn schilderstuk te plaatsen."
„Waar is het werk?" vroeg Tiggie.
Er kwam een wantrouwende blik in de oogen van
den kunstenaar.
„Misschien zul je het schilderij den een of anderen
dag in de Academie zien hangen. Op het oogenblik Is
het nergens te vinden."
.Maar ze heeft vanmorgen toch voor je geposeerd."
Ja. dat is gebeurd." Harvey keek zijn zwager uitda
gend aan. „En dat zal weer gebeuren. Ze beloofde het."
„Heb je haar schrik aangejaagd?" vroeg Tiggie plot-
„Ik?" Opnieuw klonk die af schuwe _jke, harde lach.
dien gij Uw baby kunt bewijzen, bestaat wel
hierin, dat gij de roode, gesmette en stukke
plekken van zijn huidje inwrijft met Pu rol
en drooghoudt met Purolpoeder. Het trappelt
dan van pleister, slaapt als een roosje en ver
kondigt door zijn gekraai hoeveel genoegen
het in zijn jonge leven schept.
Zoo gij> het nog niet deedt, neem dan nog heden
een proef met Parol en Purolpoeder.
„Nee, ik werd bang, want het zou vrccselijk wezen als
het werk mislukte."
Hij wendde zich op zijn hielen om, liep een eindje weg.
en kwam toen weer terug. Tiggie merkte met een gevoel
van opluchting dat de waanzinnige uitdrukking uit zijn
oogen verdwenen was. maar hij zag nog steeds grijs
grauw.
„Nee, ik heb haar geen schik aangejaagd," zei hij
bedaard. „We begrijpen elkaar volkomen. Denk jc dan
werkelijk dat iedereen zoo gemakkelijk te kennen
is als Jij? Wees maar gerust, oude jongen, het zaakje
is in orde."
Weer verstreken er enkele seconden en toen zei Har
vey: „Ik zal haar geen kwaad doen, beste kerel. Ze
is een volkomen gewillig slachtoffer. Heeft ze je dat
niet verteld?"
„Ik heb het haar niet gevraagd."
„Doe het dan!" Er was een blik van triomf in Har
vey's oogen. „Je hoeft evenwel niet jaloersch te zijn,"
zei hij met zijn oude gegrinnik. „Het gaat wel weer
voorbij. Ik werk zoo hard dat ik er bijna bij neerval.
Het schilderij *al binnenkort klaar wezen."
„Je zult jezelf vermoorden als Je niet wat rust
neemt," merkte Tiggie op. Harvey wreef over zijn
oogen en staarde voor zich uit „Zal ik mezelf ver
moorden? Ik zou er allerminst verbaasd over zijn. Het
is hier een kwestie van dood of leven. Dat geef ik
graag toe. Maar Je moet me met rust laten. Begrepen?
Waag het niet me te bespionneeren; of dan zullen de
noodige moeilijkheden je wachten. Ik kom weer bij je
terug, wanneer alles afgeloopen is dat wil zeggen
als ik nog tot het land der levenden behoor."
Bij de laatste woorden klonk er zoolcts zieligs in
zijn stem, dat het Tiggie als een smeekbede om hulp
voorkwam. „Beate kerel. Ik denk er niet over je te
bespionneeren." zei hij. „Jc kunt me evenwel niet kwa
lijk nemen dat ik me tot op zekere hoogte verantwoor
delijk voel."
..Houd toch op met dien onzin." zei Harvey cynisch.
„Dat hoeft heelemaal niet. Laat me met rust. dat is
alles wat ik vraag. Laat de oude toovenaAr zijn weik
In vrede kunnen verrichten." Hij legde zijn hand op Tig
gle's schouder, en toen verscheen er een zaohte glimlach
om zijn lippen, alsof hij ineens weer bij zijn volle verstand
was. „Je hoeft niet jaloersch te wezen", klonk het. „Zo
aanbidt je zelfs als je in badpak bent. En dat wil
heel wat zeggen. Maak nu dat je wegkomt."
Hij keerde zich om en ging op een vooruitstekende
rots zitten, zijn lange armen om de knieën geklemd hou
dend.
Tiggie begreep dat het nu het verstandigste was te
verdwijnen, al gebeurde het dan ook volmaakt tegen zijn
zin. Harvey stond zooals gewoonlijk alleen. Tusschen hem
„Onteerd", ls dc Paramountfilm. die deze week In het
Theater Royal draait en waarin Mariene Dictrich groo-
te triomfen viert, trouw bijgestaan door haar partnee
Victor Maclaglen. Het ls hoog spel. wat deze beide film
sterren te zien geven, ontroerend en mecsleepcnd. Het
drama dat ons op het witte doek te zien wordt gegeven,
is spannend vanaf het eerste tot het laatste momenu
De volgende korte Inhoud zegt u er iets van:
De chef van den Oostenrijkschen Geheimen Dienst
heeft alle middelen te baat genomen om dc hand te leg
gen op een Russische spion en diens Oostenrijksche me
deplichtige, die communicatie met den vijand onderhoudt.
Hoewel hij Kolonel von Hindau verdenkt, heeft hij geen
bewijzen, en besluit hij. beiden door een vrouw te laten
bespionneeren.
Op een dag komt hij voorbij een huis waar een vrouw
door gas een einde aan haar treurig bestaan heeft ge
maakt Een der omstanders, een mooie jonge vrouw van
de Straat, maakt een cynische opmerking over de daad
der zelfmoordenaren. De chef van den Spionage dienst
hoort dit en volgt haar naar haar kamer, waar hij haar
schoorvoetend vraagt of zij voor een groote belooning
Russische spionage dienst in Ween en wli verrichten. AL
vorens antwoord te geven gaat zij even weg om wijn te
halen, en komt terug met een politieagent, dlo den
„spion" arresteert
Deze is zoo getroffen door haar patriottisme dat hij
haar den volgenden dag op zijn bureau ontbiedt, waar hij
haar voorstelt Oostenrijksch spionne te worden. Zij ac
cepteert
De nieuwe spionne, ingeschreven als X27, krijgt op
dracht Von Hindau te bespionneeren. Zij maakt met hem
kennis op een bal, waar hij zich vertoont in gezelschap
van den Rusalachen kolonel Kranau. als Ooetenrijksch
luitenant verkleed. Het drietal begeeft zich op weg naar
Von Hlndau's woning. Onderweg biedt de kolonel Von
Hindau een sigaret aan.
De kolonel stapt onderweg uit Bij Von Hindau geko
men onderzoekt X 27 terstond diens kamer, als de land
verrader even aan de telefoon geroepen wordt Zij zegt
den bediende dat zij naar sigaretten zoekt en vindt er
een in den zak van Von Hindau's jas. Het is dc sigaret
die hij van zijn handlanger kreeg, en zij bevat dan ook
'n opgerold berlefje. X 27 steekt kalm de sigaret op. en
wanneer Von Hindau haar ziet rooken begrijpt hij da
delijk dat zij achter zijn geheim gekomen is. X 27 ver
telt hem dat zij het huis heeft laten-omsingelen. Von
Hindau weet dat het einde gekomen is en maakt met een
revolverschot een einde aan zijn leven.
X 27 gaat nu op den Rus af. dien zij in een speelzaal
aantreft. Deze is echter veel te geslepen om zich door een
vrouw te laten vangen. Hij heeft dadelijk doorzien lat
X 27 een spionne Is, en schertsend verdwijnt hij door
een geheime deur.
De Rus volgt haar muur haar woning, waar hij haar
spottend in bedwang houdt Hoewel woedend overde ver
nedering voelt zij zich tot den moedigen, sluwen kerel
aangetrokken.
X 27 krijgt opdracht om zich per vliegtuig naar het
Russische hoofdkwartier te begeven om inlichtingen in
te winnen aangaande het op handen zijnde offensief. Zij
krijgt een betrekking als dienstbode In het hotel waar
de Russische Generale Staf bijeen komt. en luistert daar
dc besprekingen over den nieuwen veldtocht af. Haar
aanteckcningen schrijft zij in den vorm van noten op
muziekpapier.
Een kleine zwarte kat, die zij van Weenen heeft me?-.;
genomen, verraadt haar. De kolonel, die reeds achter-!
docht tegen het mooie dienstmeisje koestert, wordt door!
de kat. die hij herkent, in zijn meening gesterkt en ar-'
resteert haar. Hij vindt het muziekpapier. dat hem ver-!
dacht voorkomt. Hij speelt de muziek op een oude piano,;
doch brengt slechts een ongeordende reeks tonen voort.1
Hij kan dc code zoo gauw niet ontcijferen, doch. over-(
tuigd, dat iedere noot duizenden van zijn mannen het
leven kan kosten, verbrandt hij het papier.
X 27 wordt veroordeeld, en zal den volgenden morgen
worden doodgeschoten. De kolonel vraagt haar naar
haar laatste wensoh. en zij vraagt hom om haar laatste'
uren samen met hem te mogen doorbrengen. Zij slaagt
erin. in zijn laatste glas wijn eenige slaapdruppels te
mengen de kolonel verliest het bewustzijn en X 27
ontsnapt
In Weenen aangekomen weet X 27. die buitengewoon(
muzikaal is. het notenschrift uit het hoofd opnieuw op'
te schrijven, ten gevolge waarvan een geweldig Oosten
en do overige mensehen bestond er een breedc golf,
welke vooral in slecht, stormachtig weer moeilijk overge
stoken kon worden. Hij moest hem voor 't oogcnblik
aan zijn lot overlaten.
De laatste woorden die de man had uitgesproken,
deden een rilling van geluk door zijn lichaam varen.
Harvey was een zeer eigenaardige persoonlijkheid, maar
Tiggie had nog nooit ondervonden, dat hij zelfs in zijn
meest abnormale oogenblikken opzettelijk loog.
Zonder twijfel had Harvey maar wat gekletst cn moest
hij zijn woorden in geen geval voor ernst opnemen. Nlet-
tomin liet een zeker gevoel van onrust zich niet verja
gen. Zou hij omkeeren en hem vragen, wat hij met die
raadselachtige woorden bedoeld had? Zou het hem later
berouwen als dit gebeurde? Hij stond stil en keek om.
Harvey viel niet meer te bekennen; de toovenaar was
verdwenen. Het had dus geenerlei doel terug te keeren.
Tiggie stak zijn pijp op en liep verder.
HOOFDSTUK XVI
DE DWAAS.
Hoewel de hemel zich zeer dreigend liet aanzien. v!«|
er toch geen druppel regen.
„Er zullen wel een j>aar dagen mee gemoeid zijn,
voordat de storm losbreekt." beweerde Joe Penny, do
profeet, toen Tiggie van zijn wandeling terugkeerde „En
dan zal er aardig wat komen ook," vervolgde hij. De
mogelijkheid is ook niet uitgesloten, dat er aardverschui
vingen zullen plaats hebben. De zon zorgt voor dc noo
dige scheuren; de regen maakt dat zc hoe langer hoe
breeder worden cn dat gaat zoolang, totdat de kloven
het gewicht van het water niet meer kunnen dragen -n
dan is het afgeloopen. Het pad waar u zoocven geloopen
heeft, wordt na lederen storm brokkeliger, precies alsof
Iemand er In gebeten had
„Ja. ik zag een paar wijde gapingen." antwoordde Tig
gle. „Voor het oogcnblik ziet het er echter nog veilig
genoeg uit"
„Totdat de regen komt", zei oude Joe somber. „En de
rotsen hebben het bij een storm ook hard te verantwoor
den. Wat moeten ze trouwens beginnen wanneer het wa
ter van boven op ze neerklettert en de zee hoog tegen
zc opslaat? Drinkt tf vanmiddag alleen thee, mijnheer?
Komt uw vriend niet terug?"
.Mijnheer Gillmore? Nee", zei Tiggle. „Hij ls buiten
aan het schilderen."
„Volgens mijn opvatting is dat toch een grappig baan
tje» Zoo'n man heeft bitter weinig rust. Voor dag en
dauw op en avonds laat m bed. Maar er valt zeker
goed geld mee te verdienen?"
„Sommige menschen schilderen enkel en alleen voor