Mager Courant Speelbal van Wind en Golven )e wonderbron in de Batak-landen. GOEDE KING Tweede Blad. Van heinde en verre stroomen de inlanders er heen. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Denkt aan de geschenken van Mr. Gibbs Ernstige twist te Castricum fmLLETON Ethel M. Dell. ieleC| Donderdag 15 October 1931. 74ste Jaargang. No. 8952 IYBESCHRIJFELIJKE tooneelen spelen zich in den stroom af. fcrijschende menschenmassa doet soms denken aan een tafereel uit de Grieksche onderwereld. jn een onzer nummers van midden Augustus maak- we onder de Aneta-telegrammen uit Indië met ing van de ontdekking van een geneeskrachtige bron idenegeri Bok ka ra, hetgeen door het onderdistricts- „jfd van Moeara (onderafdeeling Toba) was gerap- Yan'heinde en verre zou een enorme menschenme- jfte zijn saamgestroomd om in het water genezing iioeken voor hun al- of niet vermeende kwalen. Het Itour, niet wetende wat hier precies te doen, stelde niddellijk ter plaatse een onderzoek in, en van die schrijft men thans uit Baligé in Tapanoeli t-Sumatra) aan de Nieuwe Rotterd. Crt.: schouwspel, dat zich bij aankomst aan onze ien vertoonde, was inderdaad buitengewoon jwaardig. Aan den voet van een klein bergrivier en-drongen zich honderden menschen, ten einde óaer in den vrij sterken stroom te kunnen ha dji hoogerop duizenden in de open lucht hun idden opgeslagen, wachtende tot het hun s om toegelaten te worden. De eigenlijke bad- Igt in een smal ravijntje, zoodat het aantal hetwelk gelijkertijd kan baden, vrij gering ^tooneelen die zich in den stroom afspeelden, \va- Deschrijfelijk. Mannen, vrouwen en kinderen igen zich onder een oorverdoovend geschreeuw plaatsje in het water te veroveren. Ouden van pn en kleine kinderen werden ruw opzij geduwd, 0 kropen op handen en voeten tusschen de menig- I&or, ten einde tenminste eenige handenvol van heilzame water over hun hoofden te kunnen uit- omtrek der mandieplaats leek wel een kermis- !in, Tientallen ondernemende Batakkers hadden stalletjes opgericht, waar zij dranken en eet- verkochten, terwijl tal van inderhaast opge- primitieve hutjes tot nachtverblijf dienden, gerucht van de „wonderbron" scheen zich in- Is met bliksemsnelheid door de Batak-landen en ver daarbuiten te verbreiden. Eiken dag nam de van bezoekers toe. Van de Oostkust zetten Hen auto's, boordevol geladen met passagiers, jks koers naar Bal ige, vanwaar de menigte zich .isotorbooten naar Bakkara spoedt. toeloop werd tenslotte zoo groot, dat het be- sr, om moord en doodslag te voorkomen, genood- at was maatregelen te nemen teneinde in de door wé*Tazernij bevangen massa eenige orde te rappen. Daarenboven spotte de omgeving van de ,'iplaats, waar op een gegeven oogenblik ongeveer JKO menschen kampeerden, weldra met elk be- van hygiëne. Vandaar dat begonnen werd de eigenlijke mandie- i&ts af te sluiten met een omheining van prlkkel- aad, terwijl de noodige veldpolitie belette, dat te- al menschen tegelijkertijd naar binnen drongen. Te- nswerd door het aanleggen van goten, W.C.'s, etc. eige verbetering gebracht in den onzindelijken toe- ad van het omliggende terrein. Daar de Bataksche u het gezamenlijk baden van mannen en vrouwen ikr onwelvoeglijk beschouwt, werd tevens aan dit un mixte" een eind gemaakt. Thans worden om 8 kwartier beurtelings een groep mannen en vrou- m toegelaten. Voord des avonds en des nacht, als het terrein ver wordt door den hellen schijn van een aantal larns en de stroom van menschen onafge- voorwaarts dringt naar het „heilige water", dit alles écn indruk om nooit te vergeten, die haar zuigelingen in het ijskoude water ipelen, ouden van dagen, die in het water ïrrloren jeugd trachten terug te vinden, blinden, heel deze krijschende, dooreenwriemelende assa doet soms denken aan een tafereel uit he onderwereld. Vele zieken worden van verre door hun familieleden op draagstoe- e badplaats vervoerd, in de hoop dat zij ge- r htm kampong zullen terugkeeren. De meest dwaze en ook tragische tooneelen spelen zich af. Er was een jongetje met een hoogen rug, dat door zijn familieleden in de rivier werd gehouden, terwijl laatstgenoemden na elke onderdompeling met roerend vertrouwen telkens op den bochel van het kind drukten in de hoop dat het geneeskrachtige wa ter deze speling der natuur zou doen verdwijnen. Een aantal krankzinnigen werden aan handen en voeten gebonden, door hun familieleden onder water gehou den, hetgeen met de grootste moeite gepaard ging, daar de ongelukkigen, niets begrijpende van deze mis handeling, zich uit alle macht teweer stelden. Zelfs komen vele melaatschen uit verschillende streken naar Bakkara; het is een zielig gezicht, hoe deze uit- gestootenen, met moeite op hun misvormde voeten voortstrompelend naar de rivier, zich aan een laatste stroohalm vastklampen, hopende dat de wonderbron ook hen van hun afzichtelijke ziekte zal afhelpen. Wegens het gevaar voor besmetting heeft men hun ge heel benedenstrooms een apart plekje aangewezen. Temidden van de joelende en tierende massa maken zij daar een zielig verloren indruk. In den beginne dacht men algemeen dat het nieuw tje van deze wonderbron wel spoedig af zou zijn, doch deze veronderstelling werd niet in het minst bewaar heid. Thans, na meer dan een maand, is het feest nog in vollen gang. Inmiddels is in de buurt van de geneeh krachtige kali als bij tooverslag een soort van „bad plaats" uit den grond verrezen. De primitieve hutten zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor ste vige houten gebouwtjes met zinken dakbedekking. Op het oogenblik ziet men er van het Tobameer uit een blinkend dorp met een 250 a 300 huizen. Reeds bezochten tal van artsen Bakkara, o.m.'de inspecteur van den dienst der Volksgezondheid uit Medan. In verband met de concentratie van zoo n enorm aantal zieken, is het gevaar voor besmetting van de tallooze bezoekers lang niet denkbeeldig. Het bestuur was genoodzaakt verschillende hygiënische maatregelen te nemen. Wegens de groote onkosten die een en ander met zich meebracht, is men er ten slotte toe overgegaan een retributie te heffen van 10 cent per bader (baadster). De animo is hierdoor echter niet aanmerkelijk verminderd. Een achttal motorboo ten onderhouden dag en nacht de verbinding met Ba- lige, waaraan den bootensteiger rijen van autobussen hun passagiers voor dit merkwaardige „Lourdcs afla den. Hoewel overal de meest fantastische geruchten om trent wonderbaarlijke genezingen de ronde doen, heeft men nog geen enkel van deze gevallen kunnen veri- fieeren. In verband daarmede is het interessant na te gaan op welke wijze het geloof in de bovennatuur lijke kracht van deze bron heeft, postgevat. Een twee tal chauffeurs, afkomstig uit de negeri Sosor Lon- toeng (dicht bij Bakkara) werden indertijd tengevolge van een auto-ongeluk in het Zendingsziekenhuis te Balige opgenomen en hieruit niet geheel hersteld ont slagen. Óp zekeren dag gingen zij toevalligerwijze in het bewuste bergriviertje haden, waarna zij in hun kampong het praatje rondstrooiden dat zij zich ten gevolge van dit bad geheel genezen gevoelden. Via hun bloedverwanten en kamponggenooten werd dit gerucht verder verbreid. Plotseling werd echter bui ten toedoen van de twee personen, die het vuurtje hadden aangestookt, aan dit verhaal veel meer kleur en relief gegeven, doordat men er de legende aan ging verbinden dat de groote Si Singa Maharadja eveneens tijdens zijn leven in het betrokken riviertje was gaan baden. Zooals men weet is deze Si Singa Maharadja de beroemde Priestervorst der Batakkers, die in 1907 in zijn strijd tegen het Gouvernement het leven verloor, (Doodgeschoten door onze troepen on der den bekenden kapitein Christoffel). Hij had een enorme geestelijke macht, die ver buiten zijne eigen gebied reikte en nog heden ten dage wordt zijn nage dachtenis door tal van Batakkers met een bijna Mes- siaansche vereering hooggehouden. Indien men dit voor oogen houdt, kan men zich voorstellen hoe het bovengenoemde verhaal insloeg bij de lichtgeloovige massa der inlanders. Er was geen houden meer aan, iedereen sprak over de bovennatuurlijke macht van Si Sanga Maharadja, die zich hier manifesteerde in het heilige water. Een min of meer komisch gevolg van deze legende was, dat men zich plotseling andere plaatsen herinnerde, waaraan de naam van Si Singa Maharadja was verbonden, zooals er op een gegeven oogenblik in de onderafdeeling Toba een aantal hei lige bronnen waren. Langs alle wegen zag men de inlanders voorzien van kannen en kruiken zich op weg begeven naar een van de „moeal hangoloehon" (levenschenkende bronnen). Voor al deze bronnen taande de belangstelling echter al spoedig, men be schouwde ze als „Ersatz", en alleen de heilige rivier te Bakkara heeft zich lot dusver onverminderd we ten te handhaven. Hoe en wanneer deze geschiedenis zal eindigen, is nog niét te voorzien. Zooals reeds vermeld, heeft men tot dusver geen enkele werkelijke genezing kunnen constateeren. Wel ligt op het oogenblik het zendings- hospitaal alhier vol met „pelgrims", die zich door het ijskoude bergwater een ernstige griep of longontste king op den hals hebben gehaald. Zelfs zijn er te Bak kara reeds eenige personen overleden. Vandaar dat booze tongen beweren dat op het oogenblik de meeste reclame voor de wonderbron wordt gemaakt door mo torbootverhuurders en autobuseigenaars. Inderdaad hebben deze heeren de laatste weken ongekende za ken gedaan. Hoe dit zij, deze geschiedenis bewijst weer hoe door een betrekkelijk geringe aanleiding 'n bij uitstek rus tige bevolking als de Batakkers tot een aan waanzin grenzende opwinding kan worden meegesleept. En in zoover is het geval, ook voor ons, meer nuch tere Europeanen, zeer zeker leerzaam geweest. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 13 October. GROOT ROTTERDAM IN DE STAD VAN 40 PLUS. DE DAME HAD DITMAAL HET VOOR RECHT VAN VOORRANG. Een dikke portefeuille buitgemaakt. Reuze strop voor de publieke tribunisten. De 26-jarige Sine M., huisvrouw van den „timmer man" S. H.. wonende te Alkmaar, en thans gedeti neerd, stond heden terecht als verdacht zich in den nacht van 8 op 9 September een portefeuille, inhou dende f810, ten nadeele van den zandexpediteur Klaas Schot te Oudorp, met welken heer deze jonge vrouw een pleziertochtje per auto naar Noordschar- woude had gemaakt, zich wederrechtelijk te hebben toegeëigend, hetzij gestolen of verduisterd. Tot diepe teleurstelling van de als haring in een ton volgepak te publieke tnbunebezoekers werd echter deze ge ruchtmakende zaak, opdat de verdachte zich ongehin derd zou kunnen uitspreken, over hetgeen er tus schen verdachte en Klaas Schot dien nacht was voor gevallen, althans wat het getuigenverhoor betreft, verder met gesloten deuren behandeld. De verdachte werd juridisch als raadsman en ver dediger bijgestaan door Mr. Dwars, advocaat en pro cureur te Hoorn. Gelukkig was het magnifiek weer, nog een van de vergeten zomerdagen, zoodat de vele wachtenden op den Geestersingel den tijd aangenaam konden passee- ren. Gevorderd werd 8 maanden gev., waarvan 6 voorwaardelijk. Mr. Dwars pleitte het opleggen eener geheel voor waardelijke straf. HET NAADJE VAN DE KOUS GEZOCHT. Op 22 Sept. stond terecht de 34-jarige huismoeder Geertruida M. E., huisvrouw K. de R., te Wieringen, die op 13 Augustus op het zeestrand te Koog op Texel 'n gouden damesarmbandhorloge met granaten ketting, toebehoorenrie aan een jonge dame, op Texel gelogeerd, die zich amuseerde met zwemmen, weder rechtelijk zich had toegeëigend. Haar zoontje had het sieraad in een bootje gevonden en kwam er trioraphantelijk mee aansjouwen. Het vrouwtje ont kende echter pertinent het oogmerk te hebben ge had zich het voorwerp toe t<' eigenen en naar aan leiding van deze ontkentenis had de merevoudige strafkafrier het noodig geoordeeld, nadat de Officier bereids f 40 boete of 40 dagen had gevorderd, de zaak aan te houden, ten einde nog 2 getuigen M. en J. Dogger te hooren en heden opnieuw ter tafel te brengen. Gehoord werden thans alsnog de gebroe ders Maarten en Jan Dogger, visschers en strand wachters uit Oudeschild te Texel, waarvan Maarten verklaarde, dat de juffrouw, toen hij haar den vol gpnden dag vroeg naar het vermiste horloge, direct erkende het voorwerp in bezit te hebben en het hem overhandigde. Het was, zoo beweerde de vrouw thans, haar plan het horloge naar het bureau te brengen. Bij den Rechter-Commissaris had zij zich minder positief uitgelaten. Aan Jan Dogger is den ganschen dag der vermissing geenerlei aangifte gedaan. Op het strand is aanwezig een politietent, alwaar men aangifte kan doen. Het woord „politie" staat er met reuzeletters op. De Officier persisteerde bij zijn vor dering hierboven vermeld. Mr. Josephus Jitta, verdediger van verdachte, acht- Knipt zijn wekelijksche annonce uit. gewoonten vormen den grondslag voor een pret tig, regelmatig leven. Voor alle menschen zijn deze niet gelijk. Voor iedereen echter vormt het geregeld gebruik van King Pepermunt een zeer goede gewoonte. Want zou niet iedereen willen genieten van den fijnen smaak en zou niet iedereen de heilzame werking ervan willen ondervinden? Niet zoo nu en dan, maar geregeld PEPERMUNT te den Officier niet geslaagd in het leveren van eenig wettig bewijs °en concludeerde vrijspraak sub sidiair het opleggen eener meer geringe geldboete voor deze verdachte met bpacheiden middelen. Grondwerker door twee zijner collega's met een schop op het hoofd geslagen. Een wonder dat getroffene nog is blijven leven. Het presidium in deze plattelands sensatiezaak werd thans overgenomen door mr. Krabber. De gebroeders Hendrik en Jan Maximiliaan Z., bei den te Heiloo woonachtig, stonden heden terecht voor de navolgende ernstige feiten. Hendrik Z.. thans gedetineerd als verdacht op 22 Juli te Castricum, alwaar hij evenals zijn neef werk zaam was aan de verbetering van den rijksweg, dat hij op 22 Juni had getracht zijn mede-arbeider A. Flipse, met wien hij. en zijn broeder reeds geruimen tijd overhoop lag. van het leven te berooven, door hem met den scherpen kant van een schop, als stuk van overtuiging aanwezig, zoodanig op het hoofd te beuken, dat gemelde Flipse ineen zakte, en een ernstige schedelbreuk bekwam, waarvan hij echter, na gezweefd te hebben op het randje van het graf, ten slnt»<» n?e wr®r herstelde. Vervolgens neef Johannes Max. aan wien ten laste was geit-};., uui nij g«,<:..<-.nde Hipse eveneens met den platten kant van de schop op het hoofd had ge slagen De eerste verdachte, tamelijk onder den indruk beweerde, niet de bedoeling te hebben gehad, Flipse dood te slaan. De schop was onder het toebrengen van den slag vermoedelijk in zijn' hnnd gedraafd. Wat neef Johannes betreft, deze deelde mede, van meening te zijn slechts met de vuist te hebben ge slagen. Dr. van Dam, chirurg te Alkmaar, die Flipse be handeld had, verklaarde dat de getroffene vermoede lijk gedeeltelijk invalide zal blijven, als gevolg van do ernstige hersenbelecdiging. liet toegebrachte letsel kon worden geacht te zijn, zwaar lichamelijk letsel.' Eenige hersencellen in het motorische centrum zijn verdwenen. De getroffen arbeider Arie Flipse. 'n 46-jarig inge zetene van Haarlemenneer (zijn linkerhand is nog steeds niet normaal), gaf toe dat er destijds nogal wat oneenigheid was tusschen hem en de beide verdach ten. over het laden van den kruiwagen, wat meer malen scheef geschiedde. Hij maakte daarover aan do beide neven een aanmerking, waarop eerst Johannes Z. hem met zijn schop op het hoofd sloeg en ver volgens ook Hendrik op hem af kwam, met een schop een zwaaiende beweging maakte. Daarna viel getuige op den grond en herinnerde zich daarvan niets meer, voordat hij in het Centraal Ziekenhuis werd verpleegd. Zijn linkerarm en hand zijn nog krachteloos. Hij is nog steeds niet in staat te werken en wordt steeds nog medisch behandeld. Getuige ontkende de neven te hebben uitgedaagd met de woorden: kom jullie maar op, ik lust jelui, ook was er geen ruzie tusschen getuige en verdachte. Hij had alléén een aanmerking gemaakt over het vullen van den kruiwagen. NAAR HET ENGELSCH VAN ;Kere OER, igerwa VIJFDE DEEL. HOOFDTUK L VOOR EN TEGEN. frauwe, dikke mist volgde op den storm, maar -"«gesteldheid, die hoogst deprimeerend voor an- Qenschen was, scheen op Tiggie geenerlei invloed •*fcben, daar het hem voorkwam alsof hij overal de Beende zonnestralen om zich heen voelde, kg een gelukkige, tevreden uitdrukking in zijn <le zenuwachtige trek, die de laatste dagen lippen had gelegen, was volkomen verdwenen wÜT"8 200 volmaakt gelukkig, dat eigenlijk niets zijn humeur had kunnen verstoren, "■had hem gevraagd zoo vroeg mogelijk bij haar ■®oien, doch Helen had hem te kennen gegeven dat *ter was als hij niet te hard van stapel liep, daar de nog verre van sterk was en erg ontzien dien- •worden. Helen had ze zich ziek van angst over hem en het was daarom dringend noodig dat ze «nke nachtrust had. Doch Helen wist natuurlijk de groote glorie die over hem was gekomen de enkele minuten die hij geknield voor haar gelegen. kon het ook niet tot haar doordringen, katL te^ftnwoor^1kbeid er juist toe zou bijdragen t va*' °P krachten te brengen. Tiggie was dan if tri oten «>odra hy zyn pijp gerookt had naar W gaan. P-T** daarmede niet te veel haasten, maar als *ÏUJ' dan wist ^eker de verzoeking niet 6 rilUn nen weerstaan om haar te zien. Er voer yan geluk door hem heen, toen hij bedacht hoe ze den vorlgen avond haar heele ziel voor hem had blootgelegd. Vandaag kon ze wellicht anders wezen veronderstel de hy. Vandaag zou ze zich wat hersteld hebben haar angst was voorby en vermoedeiyk een weinig gere serveerder zijn. Niettemin zou de zachte glans van haar oogen hem hetzelfde zeggen van die wondermooie oogen- blikken, en dat gevoel zou nimmer meer voor hem ver borgen kunnen worden. Ze had hem lief, niet omdat ze zooals vroeger wel had gezegd zooveel aan hem te danken had niet zooals een protégée van haar beschermer houdt, maar geiyk een vrouw haar minnaar liefheeft Dat had hy, de kal me practische Tiggie, ontdekt. In de toekomst mochten ze hem zooveel als ze wilden voor dwaas uitscholden, maar voor één enkele vroüw op de wereld was hy van een andere beteekenls. Hoe lang zou het duren voordat ledereen het mocht weten, vroeg hU zich af? Het zou eenvoudig een onmo gelijkheid wezen het lang verborgen te hoden. Helen zou het merken als dit tenminste al niet geschied was En Spot was ook veel te slim om zich voor den gek te laten houden. Hy vond het diep in zyn hart prettig dat Spot dien dag nog niet aanwezig kon zyn. Helen moest met de kinderen optrekken en kon gelukkig dus niet overal tegelyk wezen. Hij had Harvey nog niet gesproken. Klaarblijkelijk sliep hy langer dan gewooniyk. daar de deur van zyn slaapkamer was afgesloten en zyn schoenen nog buiten stonden. HU kende hem te goed om hem nu niet lastig te vallen. Tiggie had er zelf veel voor gevoeld wat later op te staan, doch het leek hem toe alsof hy na de ge beurtenissen van den vorlgen avond geen rust kon vin den. Hij liep met groote passen voor het huis op en neer en hield zich aan zijn voornemen niet naar Viola toe te gaan, alvorens zyn pyp was leeggerookt. Het kostte hem echter groote moeite en de tabak had volgens hem evengoed hooi kunnen wezen. Daar kwam Joe Penny aanstappen, die onmlddeiyk vroeg hoe mijnheer zich voelde. »Zoo gezond als een visch," gaf Tiggie opgewekt te kennen. ,Jk ben springlevend en dat heb ik aan Jullie hulp te danken." Hy had Joe en zyn zoon den vorlgen avond flink bedacht en had de geruststelling te weten, dat al werd hy dan ook door heel wat menschen als een groote dwaas beschouwd, hy tenminste de verdienste had ln hun oogen een „edelmoedige dwaas" te zyn. ,JDe hemel behoede me," zei Joe. „We hebben niets bijzonders gedaan. En we zouden als het noodig was graag nog veel meer voor u doen. mijnheer. Ik kan het mezelf nog maar niet vergeten dat ik u niet eerder gewaarschuwd heb niet te gaan wandelen, terwyi er stormkoppen aan de lucht waren". Even wachtte hy om daarna te vervolgen. „Het was allemachtig handig van u tegen die „Slimby Rots" op te klauteren, mijn heer, want dat is een moeilijk werkje zelfs voor heel jonge kerels. En u Hy hickl weer op en keek met een beteekenisvolle uitdrukking in zijn oogen naar Tig gie's middeniyn. „Ga maar verder, oude Jongen" lachte Tiggie. „Ik vroeg me alleen maar af hoe u het klaar speelde" zei Joe Penny verlegen. „Het is eenvoudig wonderbaarlijk, wat men doen kan als er gevaar is," zei Tiggie. „Het is nooit duideiyker tot me doorgedrongen don gisteren. Ik kan je echter wel verzekeren dat het me heel wat moeite heeft ge kost boven op die rots to komen en Ik denk hy be keek zyn gewonde handen "dat ik het geen tweeden keer zou kunnen." Na eenige aarzeling vroeg Joe. „Is u getrouwd, myn- heer?" „Nee." zei Tiggie. „Dat wil zeggen dat kan wel binnenkort het geval wezen. Waarom vraag je dit?" „O. neemt u me myn vrijheid alsjeblieft niet kwaiyk. mijnheer. Ik dacht alleen maar zooeven wat uw vrouw er van zeggen zou als ze nu uw handen zag." „Ik begrijp het," zei Tiggie glimlachend. „Het ïykt me het verstandigste toe dat ik een paar handschoenen aantrek, vindt Je ook niet?" „Daarom zeg ik het niet, mijnheer," protesteerde Joe. „Doch zij uw vrouw moc.:t dan soms eens meer ont dekken dan u weten wilde. Neem een raad van mij aan, mijnheer en houd het ergste voor je vrouw verborgen. Als ik u was, zou ik mo maar niet zoo haasten met trouwen, want er zyn de noodige dingen vóór en tegen een huweiyk, moet u niet vergeten." „Noem me om te beginnen de nadeelen eens op," zei Tiggie opgewekt. Onwillekeurig dacht hU aan Joe's vrouw, die zelden of nooit lachte en het steeds noodig vond haar man te commandeeren alsof hy een hond was. Joe Penny bleef zijn hoofd schudden. „Ik heb het niet over mezelf. mUnhocr," haastte hy zich te verzekeren* „Ik heb nooit ruzie met mijn vrouw, maar dat komt misschien omdat ik het ergste altijd voor haar ver borgen houd. Dat i« de beste methode." „Ik zal het onthouden." beloofde Tiggie. „Misschien nog meer raadgevingen. Joe?" Joe Penny keek even peinzend voor zich uit. „Ik neem het huwelijk heusch niet licht op zooals zooveel anders mannen," verzekerde hy. „Ik zeg echter dat je van tevo ren goed moet overleggen, anders loopt het mis. Zelfs de beste vrouwen moeten onder den duim gehouden worden* Het ia nergens voor noodig dat een vrouw de baas ia huis is. Ik zou het ook nooit dulden." „Dat heb ik al lang gemerkt," zei Tiggie met he4 ernstigste gezicht van de wereld. „Als je Je zooiets laat welgevallen, dan nemen ze eea loopje met je. Geloof dat gerust, mynheer. En daarom zeg ik u nog eens. trouw niet overhaast. Onthoud dat* „Ik beloof het je." zei Tiggie glimlachend. „We! be dankt voor Je welgemeende waarschuwing." „Niets te danken, mUnheer. We zijn op de wereld om elkander te helpen, nietwaar? En ik weet zelf het beste hoe gauw een man er ln kan vliegen. Zooals gezegd: er valt veel voor, maar ook het noodige tegen een huwelijk te zeggen." „Ik zal het onthouden." verzekerde Tiggie opnieuw. „Joe", werd er ineens op schollen toon geroepen van uit de achterkeuken. „Joe, wat voer Je uit? Kom dade- lijk hier en kijk naar de keukenkachel, want die rookt verschrikkelijk." „Het is het beste, maar meteen weg te gaan," zei Joe met een ondeugend knipoogje tegen Tiggie. „Die schoor steen in de keuken hee.'t altijd last gegeven. Ik kom al, vrouw. De kom al." Met een glimlach om zijn lippen sloot Tiggie de dejr achter zich -HL ,Maar ik ben ook een getrouwds man", mompelde hy. Zijn pyp was zoo goed als leegge rookt en hij vond het niet noodig het laatste restje mes te tellen. Hy klopte dit er dan ook kalm uit en nu koa hy naar Viola gaan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 5