Mager Courant
Speelbal van Wind en Golven
)e wonderbron in de Batak-landen.
GOEDE
KING
Tweede Blad.
Van heinde en verre stroomen
de inlanders er heen.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Denkt
aan de geschenken van Mr. Gibbs
Ernstige twist te Castricum
fmLLETON
Ethel M. Dell.
ieleC|
Donderdag 15 October 1931.
74ste Jaargang. No. 8952
IYBESCHRIJFELIJKE tooneelen spelen zich
in den stroom af.
fcrijschende menschenmassa doet soms denken aan
een tafereel uit de Grieksche onderwereld.
jn een onzer nummers van midden Augustus maak-
we onder de Aneta-telegrammen uit Indië met
ing van de ontdekking van een geneeskrachtige bron
idenegeri Bok ka ra, hetgeen door het onderdistricts-
„jfd van Moeara (onderafdeeling Toba) was gerap-
Yan'heinde en verre zou een enorme menschenme-
jfte zijn saamgestroomd om in het water genezing
iioeken voor hun al- of niet vermeende kwalen. Het
Itour, niet wetende wat hier precies te doen, stelde
niddellijk ter plaatse een onderzoek in, en van die
schrijft men thans uit Baligé in Tapanoeli
t-Sumatra) aan de Nieuwe Rotterd. Crt.:
schouwspel, dat zich bij aankomst aan onze
ien vertoonde, was inderdaad buitengewoon
jwaardig. Aan den voet van een klein bergrivier
en-drongen zich honderden menschen, ten einde
óaer in den vrij sterken stroom te kunnen ha
dji hoogerop duizenden in de open lucht hun
idden opgeslagen, wachtende tot het hun
s om toegelaten te worden. De eigenlijke bad-
Igt in een smal ravijntje, zoodat het aantal
hetwelk gelijkertijd kan baden, vrij gering
^tooneelen die zich in den stroom afspeelden, \va-
Deschrijfelijk. Mannen, vrouwen en kinderen
igen zich onder een oorverdoovend geschreeuw
plaatsje in het water te veroveren. Ouden van
pn en kleine kinderen werden ruw opzij geduwd,
0 kropen op handen en voeten tusschen de menig-
I&or, ten einde tenminste eenige handenvol van
heilzame water over hun hoofden te kunnen uit-
omtrek der mandieplaats leek wel een kermis-
!in, Tientallen ondernemende Batakkers hadden
stalletjes opgericht, waar zij dranken en eet-
verkochten, terwijl tal van inderhaast opge-
primitieve hutjes tot nachtverblijf dienden,
gerucht van de „wonderbron" scheen zich in-
Is met bliksemsnelheid door de Batak-landen en
ver daarbuiten te verbreiden. Eiken dag nam de
van bezoekers toe. Van de Oostkust zetten
Hen auto's, boordevol geladen met passagiers,
jks koers naar Bal ige, vanwaar de menigte zich
.isotorbooten naar Bakkara spoedt.
toeloop werd tenslotte zoo groot, dat het be-
sr, om moord en doodslag te voorkomen, genood-
at was maatregelen te nemen teneinde in de door
wé*Tazernij bevangen massa eenige orde te
rappen. Daarenboven spotte de omgeving van de
,'iplaats, waar op een gegeven oogenblik ongeveer
JKO menschen kampeerden, weldra met elk be-
van hygiëne.
Vandaar dat begonnen werd de eigenlijke mandie-
i&ts af te sluiten met een omheining van prlkkel-
aad, terwijl de noodige veldpolitie belette, dat te-
al menschen tegelijkertijd naar binnen drongen. Te-
nswerd door het aanleggen van goten, W.C.'s, etc.
eige verbetering gebracht in den onzindelijken toe-
ad van het omliggende terrein. Daar de Bataksche
u het gezamenlijk baden van mannen en vrouwen
ikr onwelvoeglijk beschouwt, werd tevens aan dit
un mixte" een eind gemaakt. Thans worden om
8 kwartier beurtelings een groep mannen en vrou-
m toegelaten.
Voord des avonds en des nacht, als het terrein ver
wordt door den hellen schijn van een aantal
larns en de stroom van menschen onafge-
voorwaarts dringt naar het „heilige water",
dit alles écn indruk om nooit te vergeten,
die haar zuigelingen in het ijskoude water
ipelen, ouden van dagen, die in het water
ïrrloren jeugd trachten terug te vinden, blinden,
heel deze krijschende, dooreenwriemelende
assa doet soms denken aan een tafereel uit
he onderwereld. Vele zieken worden van
verre door hun familieleden op draagstoe-
e badplaats vervoerd, in de hoop dat zij ge-
r htm kampong zullen terugkeeren.
De meest dwaze en ook tragische tooneelen spelen
zich af. Er was een jongetje met een hoogen rug, dat
door zijn familieleden in de rivier werd gehouden,
terwijl laatstgenoemden na elke onderdompeling met
roerend vertrouwen telkens op den bochel van het
kind drukten in de hoop dat het geneeskrachtige wa
ter deze speling der natuur zou doen verdwijnen. Een
aantal krankzinnigen werden aan handen en voeten
gebonden, door hun familieleden onder water gehou
den, hetgeen met de grootste moeite gepaard ging,
daar de ongelukkigen, niets begrijpende van deze mis
handeling, zich uit alle macht teweer stelden. Zelfs
komen vele melaatschen uit verschillende streken
naar Bakkara; het is een zielig gezicht, hoe deze uit-
gestootenen, met moeite op hun misvormde voeten
voortstrompelend naar de rivier, zich aan een laatste
stroohalm vastklampen, hopende dat de wonderbron
ook hen van hun afzichtelijke ziekte zal afhelpen.
Wegens het gevaar voor besmetting heeft men hun ge
heel benedenstrooms een apart plekje aangewezen.
Temidden van de joelende en tierende massa maken
zij daar een zielig verloren indruk.
In den beginne dacht men algemeen dat het nieuw
tje van deze wonderbron wel spoedig af zou zijn, doch
deze veronderstelling werd niet in het minst bewaar
heid. Thans, na meer dan een maand, is het feest nog
in vollen gang. Inmiddels is in de buurt van de geneeh
krachtige kali als bij tooverslag een soort van „bad
plaats" uit den grond verrezen. De primitieve hutten
zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor ste
vige houten gebouwtjes met zinken dakbedekking. Op
het oogenblik ziet men er van het Tobameer uit een
blinkend dorp met een 250 a 300 huizen.
Reeds bezochten tal van artsen Bakkara, o.m.'de
inspecteur van den dienst der Volksgezondheid uit
Medan. In verband met de concentratie van zoo n
enorm aantal zieken, is het gevaar voor besmetting
van de tallooze bezoekers lang niet denkbeeldig. Het
bestuur was genoodzaakt verschillende hygiënische
maatregelen te nemen. Wegens de groote onkosten
die een en ander met zich meebracht, is men er ten
slotte toe overgegaan een retributie te heffen van 10
cent per bader (baadster). De animo is hierdoor echter
niet aanmerkelijk verminderd. Een achttal motorboo
ten onderhouden dag en nacht de verbinding met Ba-
lige, waaraan den bootensteiger rijen van autobussen
hun passagiers voor dit merkwaardige „Lourdcs afla
den.
Hoewel overal de meest fantastische geruchten om
trent wonderbaarlijke genezingen de ronde doen, heeft
men nog geen enkel van deze gevallen kunnen veri-
fieeren. In verband daarmede is het interessant na te
gaan op welke wijze het geloof in de bovennatuur
lijke kracht van deze bron heeft, postgevat. Een twee
tal chauffeurs, afkomstig uit de negeri Sosor Lon-
toeng (dicht bij Bakkara) werden indertijd tengevolge
van een auto-ongeluk in het Zendingsziekenhuis te
Balige opgenomen en hieruit niet geheel hersteld ont
slagen. Óp zekeren dag gingen zij toevalligerwijze in
het bewuste bergriviertje haden, waarna zij in hun
kampong het praatje rondstrooiden dat zij zich ten
gevolge van dit bad geheel genezen gevoelden. Via
hun bloedverwanten en kamponggenooten werd dit
gerucht verder verbreid. Plotseling werd echter bui
ten toedoen van de twee personen, die het vuurtje
hadden aangestookt, aan dit verhaal veel meer kleur
en relief gegeven, doordat men er de legende aan
ging verbinden dat de groote Si Singa Maharadja
eveneens tijdens zijn leven in het betrokken riviertje
was gaan baden. Zooals men weet is deze Si Singa
Maharadja de beroemde Priestervorst der Batakkers,
die in 1907 in zijn strijd tegen het Gouvernement het
leven verloor, (Doodgeschoten door onze troepen on
der den bekenden kapitein Christoffel). Hij had een
enorme geestelijke macht, die ver buiten zijne eigen
gebied reikte en nog heden ten dage wordt zijn nage
dachtenis door tal van Batakkers met een bijna Mes-
siaansche vereering hooggehouden. Indien men dit
voor oogen houdt, kan men zich voorstellen hoe het
bovengenoemde verhaal insloeg bij de lichtgeloovige
massa der inlanders. Er was geen houden meer aan,
iedereen sprak over de bovennatuurlijke macht van
Si Sanga Maharadja, die zich hier manifesteerde in
het heilige water. Een min of meer komisch gevolg
van deze legende was, dat men zich plotseling andere
plaatsen herinnerde, waaraan de naam van Si Singa
Maharadja was verbonden, zooals er op een gegeven
oogenblik in de onderafdeeling Toba een aantal hei
lige bronnen waren. Langs alle wegen zag men de
inlanders voorzien van kannen en kruiken zich op
weg begeven naar een van de „moeal hangoloehon"
(levenschenkende bronnen). Voor al deze bronnen
taande de belangstelling echter al spoedig, men be
schouwde ze als „Ersatz", en alleen de heilige rivier
te Bakkara heeft zich lot dusver onverminderd we
ten te handhaven.
Hoe en wanneer deze geschiedenis zal eindigen, is
nog niét te voorzien. Zooals reeds vermeld, heeft men
tot dusver geen enkele werkelijke genezing kunnen
constateeren. Wel ligt op het oogenblik het zendings-
hospitaal alhier vol met „pelgrims", die zich door het
ijskoude bergwater een ernstige griep of longontste
king op den hals hebben gehaald. Zelfs zijn er te Bak
kara reeds eenige personen overleden. Vandaar dat
booze tongen beweren dat op het oogenblik de meeste
reclame voor de wonderbron wordt gemaakt door mo
torbootverhuurders en autobuseigenaars. Inderdaad
hebben deze heeren de laatste weken ongekende za
ken gedaan.
Hoe dit zij, deze geschiedenis bewijst weer hoe door
een betrekkelijk geringe aanleiding 'n bij uitstek rus
tige bevolking als de Batakkers tot een aan waanzin
grenzende opwinding kan worden meegesleept.
En in zoover is het geval, ook voor ons, meer nuch
tere Europeanen, zeer zeker leerzaam geweest.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 13 October.
GROOT ROTTERDAM IN DE STAD VAN 40 PLUS.
DE DAME HAD DITMAAL HET VOOR
RECHT VAN VOORRANG.
Een dikke portefeuille buitgemaakt.
Reuze strop voor de publieke tribunisten.
De 26-jarige Sine M., huisvrouw van den „timmer
man" S. H.. wonende te Alkmaar, en thans gedeti
neerd, stond heden terecht als verdacht zich in den
nacht van 8 op 9 September een portefeuille, inhou
dende f810, ten nadeele van den zandexpediteur
Klaas Schot te Oudorp, met welken heer deze jonge
vrouw een pleziertochtje per auto naar Noordschar-
woude had gemaakt, zich wederrechtelijk te hebben
toegeëigend, hetzij gestolen of verduisterd. Tot diepe
teleurstelling van de als haring in een ton volgepak
te publieke tnbunebezoekers werd echter deze ge
ruchtmakende zaak, opdat de verdachte zich ongehin
derd zou kunnen uitspreken, over hetgeen er tus
schen verdachte en Klaas Schot dien nacht was voor
gevallen, althans wat het getuigenverhoor betreft,
verder met gesloten deuren behandeld.
De verdachte werd juridisch als raadsman en ver
dediger bijgestaan door Mr. Dwars, advocaat en pro
cureur te Hoorn.
Gelukkig was het magnifiek weer, nog een van de
vergeten zomerdagen, zoodat de vele wachtenden op
den Geestersingel den tijd aangenaam konden passee-
ren. Gevorderd werd 8 maanden gev., waarvan 6
voorwaardelijk.
Mr. Dwars pleitte het opleggen eener geheel voor
waardelijke straf.
HET NAADJE VAN DE KOUS GEZOCHT.
Op 22 Sept. stond terecht de 34-jarige huismoeder
Geertruida M. E., huisvrouw K. de R., te Wieringen,
die op 13 Augustus op het zeestrand te Koog op
Texel 'n gouden damesarmbandhorloge met granaten
ketting, toebehoorenrie aan een jonge dame, op Texel
gelogeerd, die zich amuseerde met zwemmen, weder
rechtelijk zich had toegeëigend. Haar zoontje had
het sieraad in een bootje gevonden en kwam er
trioraphantelijk mee aansjouwen. Het vrouwtje ont
kende echter pertinent het oogmerk te hebben ge
had zich het voorwerp toe t<' eigenen en naar aan
leiding van deze ontkentenis had de merevoudige
strafkafrier het noodig geoordeeld, nadat de Officier
bereids f 40 boete of 40 dagen had gevorderd, de
zaak aan te houden, ten einde nog 2 getuigen M. en
J. Dogger te hooren en heden opnieuw ter tafel te
brengen. Gehoord werden thans alsnog de gebroe
ders Maarten en Jan Dogger, visschers en strand
wachters uit Oudeschild te Texel, waarvan Maarten
verklaarde, dat de juffrouw, toen hij haar den vol
gpnden dag vroeg naar het vermiste horloge, direct
erkende het voorwerp in bezit te hebben en het hem
overhandigde. Het was, zoo beweerde de vrouw thans,
haar plan het horloge naar het bureau te brengen.
Bij den Rechter-Commissaris had zij zich minder
positief uitgelaten. Aan Jan Dogger is den ganschen
dag der vermissing geenerlei aangifte gedaan. Op
het strand is aanwezig een politietent, alwaar men
aangifte kan doen. Het woord „politie" staat er met
reuzeletters op. De Officier persisteerde bij zijn vor
dering hierboven vermeld.
Mr. Josephus Jitta, verdediger van verdachte, acht-
Knipt zijn wekelijksche annonce uit.
gewoonten vormen den
grondslag voor een pret
tig, regelmatig leven.
Voor alle menschen zijn
deze niet gelijk. Voor
iedereen echter vormt
het geregeld gebruik van
King Pepermunt een zeer
goede gewoonte.
Want zou niet iedereen
willen genieten van den
fijnen smaak en zou niet
iedereen de heilzame
werking ervan willen
ondervinden? Niet zoo
nu en dan, maar geregeld
PEPERMUNT
te den Officier niet geslaagd in het leveren van
eenig wettig bewijs °en concludeerde vrijspraak sub
sidiair het opleggen eener meer geringe geldboete
voor deze verdachte met bpacheiden middelen.
Grondwerker door twee zijner collega's
met een schop op het hoofd geslagen.
Een wonder dat getroffene nog is blijven
leven.
Het presidium in deze plattelands sensatiezaak
werd thans overgenomen door mr. Krabber.
De gebroeders Hendrik en Jan Maximiliaan Z., bei
den te Heiloo woonachtig, stonden heden terecht
voor de navolgende ernstige feiten.
Hendrik Z.. thans gedetineerd als verdacht op 22
Juli te Castricum, alwaar hij evenals zijn neef werk
zaam was aan de verbetering van den rijksweg, dat
hij op 22 Juni had getracht zijn mede-arbeider A.
Flipse, met wien hij. en zijn broeder reeds geruimen
tijd overhoop lag. van het leven te berooven, door
hem met den scherpen kant van een schop, als stuk
van overtuiging aanwezig, zoodanig op het hoofd
te beuken, dat gemelde Flipse ineen zakte, en een
ernstige schedelbreuk bekwam, waarvan hij echter,
na gezweefd te hebben op het randje van het graf,
ten slnt»<» n?e wr®r herstelde.
Vervolgens neef Johannes Max. aan wien ten laste
was geit-};., uui nij g«,<:..<-.nde Hipse eveneens met
den platten kant van de schop op het hoofd had ge
slagen
De eerste verdachte, tamelijk onder den indruk
beweerde, niet de bedoeling te hebben gehad, Flipse
dood te slaan. De schop was onder het toebrengen
van den slag vermoedelijk in zijn' hnnd gedraafd.
Wat neef Johannes betreft, deze deelde mede, van
meening te zijn slechts met de vuist te hebben ge
slagen.
Dr. van Dam, chirurg te Alkmaar, die Flipse be
handeld had, verklaarde dat de getroffene vermoede
lijk gedeeltelijk invalide zal blijven, als gevolg van do
ernstige hersenbelecdiging. liet toegebrachte letsel
kon worden geacht te zijn, zwaar lichamelijk letsel.'
Eenige hersencellen in het motorische centrum zijn
verdwenen.
De getroffen arbeider Arie Flipse. 'n 46-jarig inge
zetene van Haarlemenneer (zijn linkerhand is nog
steeds niet normaal), gaf toe dat er destijds nogal wat
oneenigheid was tusschen hem en de beide verdach
ten. over het laden van den kruiwagen, wat meer
malen scheef geschiedde. Hij maakte daarover aan do
beide neven een aanmerking, waarop eerst Johannes
Z. hem met zijn schop op het hoofd sloeg en ver
volgens ook Hendrik op hem af kwam, met een
schop een zwaaiende beweging maakte. Daarna viel
getuige op den grond en herinnerde zich daarvan
niets meer, voordat hij in het Centraal Ziekenhuis
werd verpleegd. Zijn linkerarm en hand zijn nog
krachteloos. Hij is nog steeds niet in staat te werken
en wordt steeds nog medisch behandeld.
Getuige ontkende de neven te hebben uitgedaagd
met de woorden: kom jullie maar op, ik lust jelui, ook
was er geen ruzie tusschen getuige en verdachte.
Hij had alléén een aanmerking gemaakt over het
vullen van den kruiwagen.
NAAR HET ENGELSCH VAN
;Kere
OER,
igerwa
VIJFDE DEEL.
HOOFDTUK L
VOOR EN TEGEN.
frauwe, dikke mist volgde op den storm, maar
-"«gesteldheid, die hoogst deprimeerend voor an-
Qenschen was, scheen op Tiggie geenerlei invloed
•*fcben, daar het hem voorkwam alsof hij overal de
Beende zonnestralen om zich heen voelde,
kg een gelukkige, tevreden uitdrukking in zijn
<le zenuwachtige trek, die de laatste dagen
lippen had gelegen, was volkomen verdwenen
wÜT"8 200 volmaakt gelukkig, dat eigenlijk niets
zijn humeur had kunnen verstoren,
"■had hem gevraagd zoo vroeg mogelijk bij haar
■®oien, doch Helen had hem te kennen gegeven dat
*ter was als hij niet te hard van stapel liep, daar de
nog verre van sterk was en erg ontzien dien-
•worden.
Helen had ze zich ziek van angst over hem
en het was daarom dringend noodig dat ze
«nke nachtrust had. Doch Helen wist natuurlijk
de groote glorie die over hem was gekomen
de enkele minuten die hij geknield voor haar
gelegen.
kon het ook niet tot haar doordringen,
katL te^ftnwoor^1kbeid er juist toe zou bijdragen
t va*' °P krachten te brengen. Tiggie was dan
if tri oten «>odra hy zyn pijp gerookt had naar
W gaan.
P-T** daarmede niet te veel haasten, maar als
*ÏUJ' dan wist ^eker de verzoeking niet
6 rilUn nen weerstaan om haar te zien. Er voer
yan geluk door hem heen, toen hij bedacht
hoe ze den vorlgen avond haar heele ziel voor hem had
blootgelegd.
Vandaag kon ze wellicht anders wezen veronderstel
de hy. Vandaag zou ze zich wat hersteld hebben haar
angst was voorby en vermoedeiyk een weinig gere
serveerder zijn. Niettemin zou de zachte glans van haar
oogen hem hetzelfde zeggen van die wondermooie oogen-
blikken, en dat gevoel zou nimmer meer voor hem ver
borgen kunnen worden.
Ze had hem lief, niet omdat ze zooals vroeger wel had
gezegd zooveel aan hem te danken had niet zooals
een protégée van haar beschermer houdt, maar geiyk
een vrouw haar minnaar liefheeft Dat had hy, de kal
me practische Tiggie, ontdekt. In de toekomst mochten
ze hem zooveel als ze wilden voor dwaas uitscholden,
maar voor één enkele vroüw op de wereld was hy van
een andere beteekenls.
Hoe lang zou het duren voordat ledereen het mocht
weten, vroeg hU zich af? Het zou eenvoudig een onmo
gelijkheid wezen het lang verborgen te hoden. Helen
zou het merken als dit tenminste al niet geschied was
En Spot was ook veel te slim om zich voor den gek te
laten houden. Hy vond het diep in zyn hart prettig dat
Spot dien dag nog niet aanwezig kon zyn. Helen moest
met de kinderen optrekken en kon gelukkig dus niet
overal tegelyk wezen.
Hij had Harvey nog niet gesproken. Klaarblijkelijk
sliep hy langer dan gewooniyk. daar de deur van zyn
slaapkamer was afgesloten en zyn schoenen nog buiten
stonden. HU kende hem te goed om hem nu niet lastig
te vallen. Tiggie had er zelf veel voor gevoeld wat later
op te staan, doch het leek hem toe alsof hy na de ge
beurtenissen van den vorlgen avond geen rust kon vin
den.
Hij liep met groote passen voor het huis op en neer
en hield zich aan zijn voornemen niet naar Viola toe
te gaan, alvorens zyn pyp was leeggerookt. Het kostte
hem echter groote moeite en de tabak had volgens hem
evengoed hooi kunnen wezen.
Daar kwam Joe Penny aanstappen, die onmlddeiyk
vroeg hoe mijnheer zich voelde.
»Zoo gezond als een visch," gaf Tiggie opgewekt te
kennen. ,Jk ben springlevend en dat heb ik aan Jullie
hulp te danken."
Hy had Joe en zyn zoon den vorlgen avond flink
bedacht en had de geruststelling te weten, dat al werd
hy dan ook door heel wat menschen als een groote
dwaas beschouwd, hy tenminste de verdienste had ln
hun oogen een „edelmoedige dwaas" te zyn.
,JDe hemel behoede me," zei Joe. „We hebben niets
bijzonders gedaan. En we zouden als het noodig was
graag nog veel meer voor u doen. mijnheer. Ik kan het
mezelf nog maar niet vergeten dat ik u niet eerder
gewaarschuwd heb niet te gaan wandelen, terwyi er
stormkoppen aan de lucht waren". Even wachtte hy
om daarna te vervolgen. „Het was allemachtig handig
van u tegen die „Slimby Rots" op te klauteren, mijn
heer, want dat is een moeilijk werkje zelfs voor heel
jonge kerels. En u Hy hickl weer op en keek met
een beteekenisvolle uitdrukking in zijn oogen naar Tig
gie's middeniyn.
„Ga maar verder, oude Jongen" lachte Tiggie.
„Ik vroeg me alleen maar af hoe u het klaar speelde"
zei Joe Penny verlegen.
„Het is eenvoudig wonderbaarlijk, wat men doen kan
als er gevaar is," zei Tiggie. „Het is nooit duideiyker
tot me doorgedrongen don gisteren. Ik kan je echter
wel verzekeren dat het me heel wat moeite heeft ge
kost boven op die rots to komen en Ik denk hy be
keek zyn gewonde handen "dat ik het geen tweeden
keer zou kunnen."
Na eenige aarzeling vroeg Joe. „Is u getrouwd, myn-
heer?"
„Nee." zei Tiggie. „Dat wil zeggen dat kan wel
binnenkort het geval wezen. Waarom vraag je dit?"
„O. neemt u me myn vrijheid alsjeblieft niet kwaiyk.
mijnheer. Ik dacht alleen maar zooeven wat uw vrouw
er van zeggen zou als ze nu uw handen zag."
„Ik begrijp het," zei Tiggie glimlachend. „Het ïykt
me het verstandigste toe dat ik een paar handschoenen
aantrek, vindt Je ook niet?"
„Daarom zeg ik het niet, mijnheer," protesteerde Joe.
„Doch zij uw vrouw moc.:t dan soms eens meer ont
dekken dan u weten wilde. Neem een raad van mij aan,
mijnheer en houd het ergste voor je vrouw verborgen.
Als ik u was, zou ik mo maar niet zoo haasten met
trouwen, want er zyn de noodige dingen vóór en tegen
een huweiyk, moet u niet vergeten."
„Noem me om te beginnen de nadeelen eens op," zei
Tiggie opgewekt. Onwillekeurig dacht hU aan Joe's
vrouw, die zelden of nooit lachte en het steeds noodig
vond haar man te commandeeren alsof hy een hond
was.
Joe Penny bleef zijn hoofd schudden. „Ik heb het niet
over mezelf. mUnhocr," haastte hy zich te verzekeren*
„Ik heb nooit ruzie met mijn vrouw, maar dat komt
misschien omdat ik het ergste altijd voor haar ver
borgen houd. Dat i« de beste methode."
„Ik zal het onthouden." beloofde Tiggie. „Misschien
nog meer raadgevingen. Joe?"
Joe Penny keek even peinzend voor zich uit. „Ik neem
het huwelijk heusch niet licht op zooals zooveel anders
mannen," verzekerde hy. „Ik zeg echter dat je van tevo
ren goed moet overleggen, anders loopt het mis. Zelfs de
beste vrouwen moeten onder den duim gehouden worden*
Het ia nergens voor noodig dat een vrouw de baas ia
huis is. Ik zou het ook nooit dulden."
„Dat heb ik al lang gemerkt," zei Tiggie met he4
ernstigste gezicht van de wereld.
„Als je Je zooiets laat welgevallen, dan nemen ze eea
loopje met je. Geloof dat gerust, mynheer. En daarom
zeg ik u nog eens. trouw niet overhaast. Onthoud dat*
„Ik beloof het je." zei Tiggie glimlachend. „We! be
dankt voor Je welgemeende waarschuwing."
„Niets te danken, mUnheer. We zijn op de wereld om
elkander te helpen, nietwaar? En ik weet zelf het beste
hoe gauw een man er ln kan vliegen. Zooals gezegd: er
valt veel voor, maar ook het noodige tegen een huwelijk
te zeggen."
„Ik zal het onthouden." verzekerde Tiggie opnieuw.
„Joe", werd er ineens op schollen toon geroepen van
uit de achterkeuken. „Joe, wat voer Je uit? Kom dade-
lijk hier en kijk naar de keukenkachel, want die rookt
verschrikkelijk."
„Het is het beste, maar meteen weg te gaan," zei Joe
met een ondeugend knipoogje tegen Tiggie. „Die schoor
steen in de keuken hee.'t altijd last gegeven. Ik kom al,
vrouw. De kom al."
Met een glimlach om zijn lippen sloot Tiggie de dejr
achter zich -HL ,Maar ik ben ook een getrouwds
man", mompelde hy. Zijn pyp was zoo goed als leegge
rookt en hij vond het niet noodig het laatste restje mes
te tellen. Hy klopte dit er dan ook kalm uit en nu koa
hy naar Viola gaan.
Wordt vervolgd.