van den Man
in de Maan...
VAN DE
SINTERKLAASTAFELS.
Avond=
vertelsel
Ja, besloot de Man-in-de-Maan, op Sinterklaas
kun je op de mensclienwereld altijd van die aardige
en lieve dingen zien, want dan denken menschen
en kinderen altijd nog een beetje méér om een an
der dan gewoonlijk. Daarom sterretjes, vergeet niet,
goed omlaag te kijken op den 5den December, want
dan is St. Nicolaas jarig.
zoo vaak plagerig kijken als hij uit de stad thuis
kwam. Maar krelis had geen schik hoor. Hij wilde
niet eens mee Sinterklaastafels kijken op Zaterdag
middag, ofschoon Bets en Frits er opgetogen van
thuis kwamen, ieder met een marsepein-worstje.
En hij, Krelis, wendde den kop af, toen Bets hem
een schijfje van dit worst geven wilde.
Hij zal toch niet ziek zijn? vroeg Betsy ongerust.
Maar Krelis was niet ziek. Hij zat alleen maar op
knipnagels, hij maakte zich angstig. Het aardige,
rustige hondje was overdag geen seconde uit zijn
gedachten en 's nachts droomde hü er van.
Zoo naderde Sinterklaas. De geheimzinnigheid was
met den dag gegroeid en op Sinterklaasdag werd je
er, vond Krelis, akelig van. Iedereen had geheimen
voor iedereen. De haas had allerlei pakjes in de kast
van zijn studeerkamer liggen en droeg den sleutel in
zijn zak. Het vrouwtje had een la van de linnen
kast leeggeruimd en legde er nog telkens iets bij.
Bets droeg van allerlei in haar schooltasch mee naar
huis, Frits had iets onder zijn hed verstopt, Clasien
had iets in de doos van haar Zondagschen hoed ver
borgen. Ze hadden allemaal schik en pret, alleen Kre
lis niet. En toen kwam de avond. Om half acht begon
Clasien in de gang te bellen De pakjesregen be
gon. Krelis rilde als een juffershondje. Nu zou je het
hebben hoor. Maar hij was op alles voorbereid. Als
het kwam, „het rustige aardige hondje", dan zou hij
het in zijn nekvel pakken en weg sleepen. Naar bui
ten, met jou! En pas op, dat je er niet weer in
komt, dan zul je met mijn tanden kennis ma
ken RBRvvvvvvffff Krelis gromde al bij voor
baat. Gelukkig merkte niemand het in de drukte en
het gelach.
Opeens werd er een groot pak voor den baas bin
nengebracht.
Alsjeblieft, vader, zei Bets dansend, voor u van
Sinterklaas. De papieren gingen er af en daar
zat een hond!!! Een deftige hond met opgeheven voor
poot en een uitf-estreken snoet. Zijn model was mis
schien een beet'-- raar, als je goed keek, maar z5ó
goed keek niemand.
Wel, heb ik van mijn leven, begon de baas, zijn
pijp uit zijn mond nemend, daar heb je dat aardige,
rustige hondje
Maar hij kon niet verder gaan, want met een
woesten gil kwam Krelis opeens van onder den divan
uitgevlogen en stortte zich op „den hond".
Ha, ha, ha proestte de baas.
O, o, laat hem toch ophouden, riep als scha
terend het vrouwtje. Maar Frits hield zich de zij
den vast van het lachen en Bets kon niets anders
doen dan trappelen van pret, en gillen:
Domme Krelis, schei toch uit!
En Clasien gierde en sloeg zich op de dijen van
de pret.
Maar Krelis lachte niet. Hij was grimmig op den
indringer afgevlogen.
Knauw, zei hij, knauw, knauw, knauw! Daar
heb je vast wat, aardig rustig hondje. Daar kun je
het een poos mee doen, hé? Maar je krijgt nog
meer Wacht maar
Hij was heusch door het dolle heen, Krelis. Hij
zette zijn scherpe tanden in den vreeraden hond, en
rukte en beet.
Hé wat proefde hij daar? Op eens bedaarde
hij. Houtwol! Zaagsel! Lpapen! Stukken watten! Ge
frommelde stukken papier...! Maar geen echte vacht
of vleesch of bloed. Beduusd stond Krelis plots stil en
keek naar de verwoesting, die hij had aangericht.
Hij had een opgevulde hond te pakken gehad.
Schuw keek hij rond. Zouden ze erg boos zijn? Maar
gelukkig, ze lachten nog altijd.
Ha, ha, zei de baas, zijn oogen droog vegend.
Dat was de beste mop, die we in jaren hadden, Bets.
En laat me nu eens kijken, of het binnenste van
dien mishandelden hond niets bevat? Toen kwamen
er allerlei pakjes voor den dag en de baas vond alles
even mooi.
Och, Krelis, zei Bets, bij Krelis neerknielend.
Was jij zoo jaloersch, hé? Dacht je heusch, dat we
een ander aardig rustig hondje zouden nemen?
Krelis zei niet veel, maar liet zich fijn vertroetelen!
Neen, hoor, oude jongen, zei de baas, jij blijft bij
ons, nu goed?
O, ja, baas, blafte Krelis, opgewonden. Nu is het
allemaal best. Per slot van rekening is Sinterklaas
toch wel aardig en als ik nog niets mocht krijgen,
al was het nóg zoo akelig als bijvoorbeeld honden
schoentjes, dan zou ik er toch blij mee zijn, zóó ben
ik in mijn schik.
Maar hij kreeg van de heele familie een groot been
en van Clasien een kleintje toe en toen was nij dubbel
in zijn schik.
roet en toen
kleede hij zich piekfijn aan.
Toen hij zich even later in den spie
gel bekeek, barstte hij in lachen uit.
Wat zag hij er éénig uitDe deur ging
open en binnen trad, plechtig en in het rood
fluweelSinterklaas!
Dag Pieterbaasje, zei hij met een vriendelijke
diepe stem. ik ben blij dat je ons zoo uit den brand
wilde helpen. Je moet dien zak daar dragen en ca
deautjes rondreiken, dat zal wel gaan. hè? En zoo
nu en dan hou je je maar, of je een kleinen rakker
in den zak wilt stoppen, hoor!
Het zal gebeuren, meneerehik bedoel
Sinterklaas, zei Gijs, die nu heelemnal niet verlegen
meer was. En toen werden ze gehaald om in het sa
lon te komen. Daar zaten wel twaalf jongens en
meisjes. Toen de Sint binnentrad, stonden allen
plechtig op en begonnen te zingen:
„Zie ginds komt de stoomboot
uit Spanje weer aan
ELK EN avond, wanneer de maan als een helder
blinkende schijf aan den hemel staat, en rond
om de sterretjes bij millioenen flonkeren, dan
vertelt de Man-in-de-Maan een verhaal aan
die flonkerende sterretjes.
- Welnu, vanvand, zei de Man-in-de-Maan, toen
hij zijn tiende verhaaltje begon, moet ik jullie iets
vertellen van het heerlijke feest, dat binnenkort op
de wereld gevierd wordt en dat Sinterklaasfeest heet.
Jullie hebt allemaal wel eens gehoord van St. Nico
laas en zijn Moorsche knechtje, Zwarte Piet, is het
niet, die ieder jaar de kinderen weer komen ver
blijden met hun goede gaven?
De sterren, die ademloos luisterden, knikten alle
van ja.
Welnu, zoo ging het Mannetje in de Maan
voort, en nu heb ik zelf gezien op een Sinterklaas
avond, hoe een heel gewoon, arm klein kereltje, dat
niets van hot feest vernachtte en dat maar zoon
beetje langs de straat liep te slenteren, opeens tot
Zwarten Piet werd benoemd en een meer dan heer
lijken avond had.
Gijs heette hij en hij was een kleine jongen die
geen vader en moeder meer had en nu bij zijn oude
re zuster woonde. Die zuster was getrouwd en ze
had het heel niet rijk. Al dat werken dat zij en haai
man doen moesten voor het dagelijksch brood, had
haar een beetje bitter gemaakt. En als ze wel eons
een leelijk woord zei, dan meende ze het wel niet
zoo kwaad, maar erg vroolijk had kleine Gijs het
thuis toch niet.
En nu was het dan Sinterklaasavond geworden.
Zijn zuster had hem een popje van taai-taai gege
ven. hem eens over zijn krullebol getsreken en ge
zegd:
Meer kan ik er niet aan doen Gijs, ga nog maar
wat Sinterklaaswinkels kijken, maar niet te laat
thuiskomen, hoor! Ik moet nog een wasch strijken,
anders Ring ik we! met je mee. Nu, Gijs ging. De
taaipop had hij gauw op en toen liep hij moar wat
verdrietig rond en dacht er aan hoe heerlijk andere
kinderen het dien avond hebben moesten.
Hij stond nu voor een grooten speelgoedwinkel en
keek gretig naar al het moois. Met zoo'n tol van een
dubbeltje zou hij al erg tevreden zijn. maarhij
hèd niet eens een dubbeltje
Opeens voelde hij een hand op zijn schouder en
verschrikt keek hij om. Maar er was niets om bang
voor te zijn, hij keek in het vriendelijk lachend ge
zicht van een dame en een lieve stem vroeg hem:
Ben je vrij vanavond, vent?
Gijs knikte verbaasd van ja.
Ja, zie je, vervolgde de dame, vanavond komt
Sinterklaas bij mij thuis op bezoek bij mijn kinderen
en hun vriendjes en vriendinnetjes. En nu hoorden
we, dat het jongetje, dat voor Zwarte Piet zou spe
len. op eens ziek is geworden. Ik krijg net de bood
schap en ik weet waarlijk niet, waar ik zoo gauw
een anderen Piet vandaan moet halen: we beginnen
over een half uurtje al. Zou jij lust hebben?
Lust?? Gijs' oogen straalden als Kerstboomkaars
jes.
Ik wil vreeselijk graag, zei hij. Maar mag ik
het dan even aan mijn zuster gaan vertellen, die
woont hier vlak bij? Anders is ze ongerust, waar ik
blijf.
Goed. zei de mevrouw. Ik wacht hier in den
winkel even op je, ik moet toch nog iets koopen.
Maar dadelijk terugkomen, hoor!
Gijs vloog. Binnen vijf minuten was hij weerom
mot de complimenten en dat het goed was. F.n toen
mocht hij met de dame mee in een auto, stel je voor,
die voor de winkeldeur wachtte!
Ze gingen naar een mooi groot huis in de buiten
wijk van de stad en daar aangekomen, werd Gijs
dadelijk naar een kamertje gebracht, waar een vol
ledig pak voor Zwarte Piet klaar lag. HIJ moest ge
zicht en handen goed zwart maken met een kurk en
oogen straalden van plezier
en telkens als een kind
Juichte van vreugde, klapte
Piet in de handen en sprong van
pret omhoog.
Maar als er één per ongeluk niet gauw
genoeg zei: „Dank U wel, Sinterklaas",
dan dreigde Piet hem hals over kop in
den zak te zullen stoppen......
Veel te gauw, vond Gijs, was het feest voorbij. De
Sint stond op en nam buigend afscheid. De kinderen
zongen nog een dankliedje en dansten in een kring
om hem heen en Piet danste meeToen verlieten
ze de kamer.
Hè, hè, zei de meneer, die voor Sinterklaas had
gespeeld, vlug baard en pruik afzettend dat
heeft me warm gemaakt. Je hebt je braaf gehouden
hoor Pieterbaasje, ie mag terugkomen... Maar Gijs
kon zoo gemakkelijk niet scheiden van zijn mooie
kleeren. Vat vaal en armelijk leek zijn eigen pakje
daarnaast! Hij draalde nog met verkleeden, toen op
eens de mevrouw weer binnenkwam.
Lieve jongen, zei ze hartelijk, je hebt het prach
tig gedaan hoor! En daarom hebben we voor jou
ook een Sinterklaasverrassing. In (le eerste plaats
dit, en ze reikte hem een mooi portemonnaietje over
waarin Gijs tot zijn verrukking twee blanke rijks
daalders zag steken. En dan. vervolgde de mevrouw,
heb ik in de auto, die je dadelijk naar huis zal bren
gen, een mand voor je laten zetten. Daar zit van al
les in, voor jou en je zuster. Je hebt het eerlijk ver
diend. Dadelijk krijg je nog een lekkeren kop cho
cola en dan moet je maar gauw naar huis gaan. Het
volgend jaar laten we je weer halen, om voor Zwarte
Piet te spelen hoor, dat beloof ik je.
Een zielsgelukkig jongetje stapte een half uur la
ter bij zijn zuster binnen, met het geld en de groote
mand. En o, wat daar allemaal niet uitkwam!!!
Speelgoed en lekkers en warme kleeren en schoe
nen en sinaasappelen en blikken groenten en vruch
ten...... Gijs' zuster en haar man waren net zoo
blij als Gijs zelf en ze hadden een heerlijken Sinter
klaasavond.
O O, wat was het druk rondom alle s
klaastafels in de stad, waar je de li
y en mooiste dingen kon krijgen. Kind.
groote menschen verdrongen er zich
en telkens verdween er een of ander stuk,
verkocht werd. Groote suikeren stoombooten,
roze, werden ingepakt en dikke chocoladelet*
marsep-taan worsten of varkens en belegde
hammetjes van cake en marsepein op mooiek
en chocolade nikkertjes, kortom, te veel oal
noemen. Ergens op een mooie tafel met eei]
wit-linnen kleed overdekt, stond ook een
schoolbordje op een ezel. Het bord was van
en de ezel van suikergoed en op het bord s
voor de grap twee letters van opgespoten
kor geschreven, een 1 en een 3. Maar de
die er zoo naar keken en de kinderen, die dachj
ze dat bord toch eigenlijk wel graag zouden
hebben bij hun Sinterklaaslckkers, wisten naa
niet, dat die twee wit suikeren cijfertjes saa^j
lemaal niet zoo goed met elkaar overweg h
Om eerlijk te zijn, ze kibbelden verschrikken
deden elkaar de leelijkste verwijten. De 1 zijt#
Waarom ben je achter me komen staan!
je dan niet dat 1 en 3 samen 13 vormen en i
menschen 13 als een ongeluksgetal beschotn
En de 3 antwoordde trotsch:
Ik kon niet weten, dat jij voor me stond,!
gewone leven ben ik driemaal zooveel waard 4
en als jij nu een tiental bent geworden, is <fc
mijn goedheid. Natuurlijk kon de 1 zich dat m;
zoo laten welgevallen en hij beet op zijn bss
drie weer allerlei onaardigs toe. Toen gebeurt,
wonderbaarlijks: de 3, die er genoeg van ii
sprong op enrende weg van het bord op 4
pootjes.
En nu was de 1 toch wel erg wanhopig. Wuti
de *3 achter zich was hij in ieder geval van
zoo groote beteekenis geweest als hij nu wt-
riep de 3 nog na:
Kom terug, en alles is vergeven, maar
terde niet en verdween. En de menschen,
de Sinterklaastafel kwamen, zeiden:
Ja, dat bord is wel aardig, maar
delijk zien, dat het beschadigd is: een van
is er afgevallen! Daarom kocht niemand
1 had alle reden om bitter berouw te
kibbelzucht en wat er van de 3 terecht
weet misschien alleen Sinterklaas!
De Jumbo van taai-taai, die ergens op
Sinterklaastafel stond en die heel mooi w
tuurlijk ook trotsch op zijn kloeke gestalte#!
rugkleedje van verguldsel, die Jumbo dan,#
uit zijn humeur, toen de suikerbakker, die b
maakt had, voor de grap een klein, witwollen*
beertje op zijn rug zette, dat gevuld was mil
jes, je weet wel van die fijne, met die kleiMj
koreltjes er op. Want alle andere taai-taai-ii
hadden gelachen, toen ze den kleinen ruiterc?|
bo's rug zagen.
Maar Teddy liet er zich niet door afscl
was een moedig en aardig diertje en M*0
Nu ik zoo hoog zit, kan ik voor jullie3
of er geen gevaar dreigt. Don zal ik j1
waarschuwen.
Ik zou wel eens willen weten, waarto»
waarschuwd moeten worden, hoonde «top"*.
Maar dat bleek toch al heel gauw. Want*1
uurtje later zag Teddy op zijn hoogen
hoe een stoute rekel naderde, die, ais
zag, vlug aan het witte laken trok, waarop
kers stond uitgestald en die dan groote P|*
er van allerlei omgleed. Maar Teddy ze?
waarschuwde de winkeljuffrouw, die ea»
stond, door haar even aan haar mouw t#
Toen zag de juffrouw den jongen ook
hem bij een oor en zette hom den wWJL
redde Teddy Jumbo, want als hij 8®J*:.2,
hij zeker in stukken gebroken zijn.
kleinen vriend nu ook erg dankbaar.
k!
te
tea
Wt
I
jongen werd buiten door*Zwarte Pi«t V**
den zak gestopt.
F.n buigend liep Sinterklaas rond en zette zich
plechtig in een armstoel, die voor hem klaar gezet
was.
O, wat heerlijk, feest was dat. En wat een prach
tige cadeaux reikte kleine Pieter rond: treinen en
auto-tjes en poppen en boeken en lekkers---... Zijn
WAT je op mijn verlanglijst kunt zetten, zei
de baas met. strenge oogen ziend, is: een
aardig rustig hondje. Een hondje dat geen
keukenruit breekt en niet. overal in huis
vuile pooten zet en niet bij voortduring blaft tegen-
alles wat een pet draagt.
Krelis keek berouwvol, hij wist dat al deze din
gen op zijn zondenlijstje stonden. Maar zijn blik
werd duidelijk angstig, toen hij merkte, dat Bets het
werkelijk opschreef op het Sinterklaas-verlanglijstje,
dat ze aan het opmaken was.
Een aardig rustig hondje
herhaalde Bets, zoo netjes schrijvend als ze maar kon.
En u, moesje?
Het vrouwtje dacht na, maar Krelis hoorde al niet
eons meer wat ze zei. Hij glipte de kamer uit en ging
verdrietig voor de dichte keukendeur liggen; Clasien
wilde hem niet binnenhalen
Krelis gaf om te beginnen, niet veel om Sinter
klaas. Als het nu een bcenenfeest was geweest, was
het natuurlijk iets anders. Maar de zoete snoeperijen,
die je er kreeg, lustte hij niet. En om de surprises en
de cadeautjes gaf hij niet. Of hij er nu nog een nieu
we halsband bij kreeg, kon hem weinig schelen Maar
ditmaal kwelde de gedachte aan dat aardige rustige
hondje hem bovendien heel erg. Stel je voor, dat Bets
het eens echt deed echt een nieuw aardig rustig
hondje voor den baas kocht. Zoo'n saai stijf mormel,
dat te laf was om één poot to verzetten! Waar zou hij,
Krelis, dan naar toe moeten? Twee honden in huis
was er één te veel! O, maar hij deed 't niet. Hij ging
niet weg voor zoo een vreemd, klein onnoozel mormel,
dat er niets van zou weten, hoe je behoorlijk op een
familie behoorde te passen. Hij liet zich niet van zijn
plaats verdringen.
En met dit heldhaftig voornemen viel Krelis in
slaap. Maar toen hij wakker werd, herinnerde hij zich
dadelijk, dat er iets akeligs was. Wat ook weer? O ja,
dat aardige rustige hondje Hij gromde en liet
zijn tanden zien
Zoo kwam het, dat Krelis heelemaa! niet deelde in
de voorpret, die ze allemaal in huis hadden, vóór het
heerlijke avondje van Sinterklaas aanbrak. Iedereen
deed geheimzinnig, zelfs Clasien flapte kasten dicht
als Bets of Frits langs kwamen en de baas kon o,