Soeëida vroeger en nu. ALGEMEENE NEUTRALE BOND VAN BOEREN, LAND- EN TUINBOUWERS. Zaterdag 12 December 1931 SCHAGER COURANT Vierde blad No. 8985 Vergadering te Noordscharwoude. jzaza rabantsche brieven. STAD VAN TEMPELOVERBLIJFFSELEX. UI EENS OUDE BESCHAVINGEN BLOEIDEN EN EEN NIEUWE BEGINT. (Van onzen reizenden correspondent). SOEëIDA, November 1931. )EN zonderlinger stad dan Soeëida. de hoofdstad van de Djebel Druze (het Bergland d.er Dru- zen) bestaat er, geloof ik, niet in de wereld. Eens. duizenden jaren geleden, woonde hier een waarvan we ongeveer niets weten, doch dat hier sporen heeft gelaten, de overblijfselen van een ge ren citadel, waarvan de legende verhaalt. Later en de Grieken, de Romeinen, de Byzantijnen, de -ren, de Turken, tenslotte de Druzen. Vruchtbaar vroeger het land rijk. Nu is het schraal en arm. de oude beschavingen, welke hier bloeiden, vindt ou nog slechts de herinnering, ruïnes van paleizen, tempels, gewijd aan goden en godinnen en ook van Christelijke kerk, waarschijnlijk dateerend uit de je eeuw. huidige primitieve bewoners van dit land hebben c| den bouw hunner eenvoudige, maar zeer sterke brokstukken van al deze tempels, kerken en '^izen gebruikt. De diepe, ruime kelders der nu bijna el verdwenen, grootsche. schoone gebouwen, be- i voor een deel nog en dienen meest voor stallen. 7en de deur van een huis of ergens in een muur i ruwe bazaltblokken ziet men op menige plaats een Sn met heerlijke sculptuur. In een onderaardschen 1, waar Druzen een nieuwen muur hebben opgetrck- is ergens een steen met in Grieksche letters het Shrift „stratigeion". Deze steen heeft dus vermoede- zeer vele eeuwen geleden gediend als opschrift voor gebouw, waar een militaire commandant wis ge- gtf. -^ida, deze stad van primitieve menschen. heeft rlijk geen rioolstelsel en geen waterleiding, doch i vindt er hier en daar stukken rioolleiding, da- van de Romeinen. Tusschen de nulzen. lomp L; kubussen, ziet men plotseling hooge, slanke zuilen, lijfselen van een tempel. Fransche officieren en ten hebben gevonden stukken beeldhouwwerk r op zuilen geplaatst en zoo monumenten opge- r is in de heele wereld geen stad van de grootte van "-jjda, met evenveel monumenten, welke dan nog uit grijze oudheid dagteekenen. r landen en volken is het leven al even vol van 'ellingen en veranderingen als voor families en voor individuen. De hooge cultuur, waarvan te ida de ruïnes getuigen, is ten gronde gegaan en t zoo sterk verarmde gebied probeeren nu de -scben nieuwe beschaving en nieuwe welvaart te gen. Het land moet weder worden bebouwd, boo- i worden geplant, voor watervoorziening wor.lt ge- Sd, nieuwe wegen zijn en worden aangelegd, scholen ;~wd. want ook den geest der huidige bewoners deze streken willen de Franschen ontwikkelen. umaal in dit land van dorre steenen moet weder wel- heerschen; zoo denken het zich de Franschen, etoetïoo ver van alle beschaving en comfort, waar- ja wij .westelingen, gewoon zijn, trachten het kwaad Aarstellen, dat vorige geslachten er aanrichtten. 0 verbaast zich dat deze hervormers tegenover de -grijkheid van hun taak den moed niet verliezen, neen, deze afgelegen stad van tempelruïnes en pri- ?e woningen tc midden van het dorre bergland, is js de stad van laaiende geestdrift en nooit ms- b werkzaamheid. Generaal Clement Grandcourt, is "delende kracht, die zich nu wijdt aan een werk des en steeds weder al zijn ondergeschikten in weet te zetten. Scholen zijn er reeds, scholen voor ^n. voor ouderen. Er ls ook een opleidingscursus ruzische onderwijzers, want de Franschen reke- Termede, dat het hier mandaatgebied is en zij er J eeuwig zullen blijven. Als zij wegtrekken, willen rniet alleen scholen, maar ook leerkrachten achter- Reeds nu zijn er twaalf Druzische onderwijzers i paar dozijn worden opgeleid. Er Is een zieken- in aanbouw, maar reeds nu bestaat er een kliniek loopende patiënten en eenige militaire geneeshe»- ;brengen ook zoo noodig in de stad huisbezoek. En- automobielen van den geneeskundigen dienst trek- met personeel en geneesmiddelen het land door, ~:t ook het Afgelegenste dorp eenmaal per maand Jt bezocht. Zeer ernstig zieken moeten nu nog naar een der ziekenhuizen te Damascus worden getranspor teerd. Spoedig zal dit echter anders zijn. Te Soeëida bestaat zelfs een weeshuis, iets geheel nieuws voor deze streken, waar ouderlooze kinderen vroeger nergens verpleging vonden. Gewerkt wordt er aan een groot bassin, waarin 's winters en in de lente water kan worden vergaard, een schat in deze 's zomers waterarme streken zonder beken of rivieren en met slechts enkele vaak opdrogende bronnen. En elk der van verre gekomen mannen vindt hier een geweldigen arbeid, waarvan het einde nog niet te zien is. De Druzen hebben zich tot nu toe angst vallig verre gehouden van de beschaving. Eeuwenlang weigerden zij zich zelfs te onderwerpen aan de Turken. Enkele aanvoerders hadden de macht in handsn en dezen, te zamen met de familiehoofden, wilden van geen vreemde heerschappij, maar vooral van geen nieu were ideën weten. Daarvoor hadden zy alle reden. De aanvoerders waren allcenheerschers. aan niemand re kenschap verschuldigd en de familiehoofden zagen evenmin heil in eenige verandering. Familiehoofd is na den dood van den vader de oudste der broeders. Hij ar beidt niet en wordt door de andere zwaar werkenden ruim onderhouden. Heel den dag luiert hij en drinkt met andere nietsdoeners koffie. Zijn woord is in de familie wet. Na de komst der Franschen is tenminste wat de aan voerders betreft, verandering gebracht. Evenals vroeger betalen ook nu de Druzen een soort belasting. Vroeger verdwenen de opgebrachte gelden in de zakken der aanvoerders, thans worden ze aangewend ten bate der gemeenschap: voor het onderwijs, voor de wegen, voor het weeshuis. Het eigenaardigste van dit eigenaardige land is dat het zelfs in dezen moeilijken crisistijd een begrooting heeft met een aanzienlijk batig saldo. De inkomsten van dit gebied met 60.000 inwoners bedragen (in Neder landsen geld omgerekend) f 770.000, de uitgaven daar tegenover slechts f 620.000. Als de Nederlandsche Staats kas er in verhouding tot de bevolking even gunstig voor stond. zou ons vaderland In 1932 een batig saldo van twintig millioen moeten kunnen aanwijzen. Gerekend naar de inkomsten zou Rot batig saldo bij ons dan nog vee] grooter moeten zijn. Zeer weinig eischcn stellen de Druzen aan het leven en zeer eenvoudig zijn hun woningen, waarvan ik er eenige bezocht, steeds gastvrij met boven een vuurtje bereide koffie ontvangen. De wanden der huizen zijn grootendeels van bazaltblokken. en zeer dik, de vensters klein. Hier, op meer dan duizend meter hoogte is het 's winters tamelijk koud en zelfs valt er vaak sneeuw. Over het algemeen hebben de huizen der Druzen slechts één groot vertrek, zonder meubels. In het mid den staat een „mangaal". een groot comfoor met een houtskoolvuurtje. Er omheen ligen op den steenen vloer matten, waarop de bewoners hurken. Tegen een der muren opgestapeld ziet men er nog matrassen, die des avonds nabij de „mangaal" worden neergelegd. Dat zijn de bedden. In een hoek staan enkele kopjes, een kope ren koffiekan, een paar potten en pannen. Dat is alles. Ook Druzen, van wie bekend is, dat zij betrekkelijk rijk zijn, bezitten gewoonlijk niet veel meer aan woningin richting. Alleen in de .ontvangkamer" van den „sjeik" het kerkelijk opperhoofd der Druzen (die immers een eigen godsdienst hebben) zag ik een betere inrichting, een tafel, zelfs enkele stoelen en langs den wand een soort rustbanken, doch de Druzen die er op bezoek kwa-j men, maakten van deze zitgelegenheden geen gebruik' en hurkten, terwijl zij koffie slurpten, neder, zooals zij het gewoon zijn. Dit gebrek aan meubelen (evenwel niet zoo sterk door gedreven) vindt men ook in de meeste Arabische (niet in de Turksche) woningen. Alles wat de Druzen (en ook de meeste Arabieren) bezitten, is gemakkelijk vervoer baar. De verklaring hiervan is. dunkt mij, te zoeken in het feit, dat deze menschen in een nog niet zoo ver ver leden nomaden waren. Al leven ze nu reeds geruimen tijd „gehuisvest", toch hebben ze nog heel veel van hun oude gewoonten behouden en zich nog niet gewend aan een luxe, die voor ons reeds tot iets onontbeerlijks geworden ia Toch ziet men ook nu ea dan bij enkele Druzen spo ren van eenigen rijkdom, voornamelijk bij de vrouwen, die soms, tenminste als ze in feestkleeding zijn, gouden versierselen dragen, meestal tot een horlogeketting ver bonden goudstukken, gewoonlijk Turksche ponden, ver sierselen welke dus zonder veel moeite dadelijk weder in klinkende munt kunnen worden veranderd. J. K. BREDERODE. Donderdagmiddag 2 uur werd in Hotel „Concor- dia" alhier een vergadering gehouden, welke was be legd door bovengenoemden bond. Voorzitter de heer A. Schermer te Hoogkarspel, secretaris de heer W. Vennik te Venhuizen, penning meester de heer C. J. Veuper te Wijdens, leden rle heeren: A. Veltrop te Bcemster en L. Visser te Ven huizen. Een 70-tal belangstellenden was opgekomen. Voorzitter opende de vergadering met een woord van welkom, en deelde mede, dat deze bond dit jaar October in Hoorn was opgericht en dat do hond reeds tal van afdeelingen in de omgeving van die plaats heeft. Het bestuur had gemeend ook hier in den om trek eens een vergadering te moeten houden, zoodat dan ook hier eventueel afdeelingen zouden kunnen worden opgericht. Het doel van den bond is, voor de belangen van de kleine tuinders op tc komen. Vooral in deze tijden van malaise. Enkele andere organisaties hebben reeds gepoogd steun van de regeering te krijgen. De resultntep zijn bekend. De toegekende steun is maar een luttel be drag, als men naar de steun aan de bietenbouwers kijkt. Daarvoor wordt f 14.000.000.gegeven, terwijl men voor den tuinbouw maar f700.000.beschikbaar stelt in den vorm van rentclooze credieten. We ver dienen steun. Als een organisatie wordt opgericht, moet deze wor den uitgebreid en een reusachtig aantal loden zien te krijgen. De menschen die geen lid zijn, kunnen ons evengoed steunen door hun instemming te betuigen met ons werk. Het is buitengewoon moeilijk om de menschen in Den Haag te overtuigen, dat we steun behoeven. Ze gaan daar van de veronderstelling uit, dat die gewone boerenbevolking alles wel neemt, zoo als zij het doen. Voorzitter noemde als voorbeeld de arbeidersbeweging. Daarbij kan men eens zien, wat er met organisatie te bereiken valt. Voorzitter gaf vervolgens het woord aan den spreker voor dezen middag, den heer Kennedij te Beemster. Dere begon met te zeggen, dat men een gesprek in normale tijden steeds begon met een praatje over het weer. Thans in dezen benauwden tijd is het steeds de crisis, waarover men het heeft. De moesten onder ons kleine tuinders hebben wel ondervonden hoe moeilijk het is om zich in dezen tijd zonder reserve staande te houden. Door de vele lasten en de steeds kleiner wordende opbrengst van de kleine bedrijven, staat men wel eens tegenover de vraag, hoe men moet rondkomen. En de vraag, waar moet het zoo naar toe, ligt op veler lippen. Daarom is men uit vele tuin- bouwkringen eens bij elkander gekomen en beeft zich afgevraagd of dat nu zoo moest doorgaan. En als men zich dan van den toestand heeft overtuigd, kwam de vraag naar voren, zal het nog erger wor den? Als de voorteekenen niet. bedriegen, zal het inder daad nog slechter worden. Toen wij nog jonge kin deren waren, hebben we ook de tijd meegemaakt, dat we soms zonder voedsel en slecht gekleed rondliepen. Ook een gevolg van den crisis. Moeten we dit nu weer beleven? Als er geen sterke beweging onder de tuinders komt, zal deze toestand zich weer herhalen. Zie maar eens naar do afname van onze uitkomsten en de groote moeilijkheden om onze producten te kunnen expor teeren. Zoo was ook de tuinbouwvereeniging „De West" te Koedijk van overtuiging, dat deze toestanden moes ten worden voorkomen. Evenwel moet den menschen saamhoorigheidsge- voel worden bijgebracht en dat zal zeer moeilijk gaan. De tuinders zijn te individualistisch in hun bedrij ven. De gemeenschappelijke nood zal ze echter wel bij elkaar brengen. Spr. merkte op, eens in de Pro vinciale Commissie te hebben gezegd, dat men aan den vooravond van een prijsdaling der producten stond. Dat is uitgekomen. I)e crisis een uitvloeisel van den oorlog, werkt in op de uitkomsten van de bedrijven. Het is den menschen boven Hoorn en ook in do Beemster gebleken, dat het noodzakelijk was, om, naast de officieele veilingsorganisatie, een vakorga nisatie op te richten. Niet tegen de officieele orga nisatie in, zooals men bijna overal van meening is. Door middel van een vakorganisatie wil men met behulp van een reeks van eischen trachten den on dergang te voorkomen. De bond is opgericht door de boeren uit de Beem ster, overtuigd als deze waren van de noodzakelijk heid dat die hoeren, die gebukt gaan onder zware lasten en hooge hypotheken, hulp liehoeven. Daar komt nu nog bij de slechte uitkomsten van het vee- houdersbedrijf. Bij een gehouden onderzoek van verschillende boek houdingen, kon men in Zuidholland slechts tot een gemiddeld inkomen van f 195.komen over het jaar 1930. In Noord-Holland over een 80-tul boerderijen tot een gemiddelde van f 885 per jaar. Deze daling gaat steeds voort. In den voorzomer hebben we ons ge sust, dat het nog niet zoo slecht was. Toen ging het nog al niet de zomerproducten. Na Augustus en Sej>- tember is het evenwel niets meer geweest. We kun nen niet aan een minimum inkomen toekomen. We hebben niet te vragen hoe de toestand nu is. De nood-, kreten van den Langendijk drongen wel tot ons door. I Eerst door de aardappelziekte een groote strop, toch' maar weer hoop op de bloemkool. Spr. herinnerde aait ie mededeeliug van een bestuurslid op de vergade ring van de Prov. Commissie, dat er in de Streek; dien dag 75CC9 stuks bloemkool op de mestvaalt moes ten worden geworpen. Als men weet, hoeveel arbeid, zorgen en kosten aan de bloemkool wordt besteed, is het geen wonder dat er toen een rilling door de zaal ging. Er zijn kreten om hulp opgegaan, ook uit an-| dere tuinbouwcentra en men besloot, dit door de of- officieele organisatie te laten opknappen. Er werd in diezelfde vergadering ook gesproken over demon- streeren in Den Haag. maar er werd inplaats daar van. een commissie benoemd, om naar Don Haag te gaan en met den Minister te spreken. Door deze personen is geconfereerd en nog juist voor St. Nico- laas kwarn als surprise een regeling in den vorm van rentelooze credieten. Het was bekend, dat voor de schade alleen van d? aardappelziekte een bedrag noodig zou zijn van 8W ton. Nu komen ze voor een veel grooter rayon met nog minder dan dit bedrag. Ook moet nog aan aller lei voorwaarden worden voldaan, om voor deze cre dieten in aanmerking te komen. Een der grootste bezwaren is wel. dat door de ge meenten ook 30 moet worden gegeven, als men weet in welken toestand de gemeenten verkeereu. De meeste zijn noodlijdend, zoodat het eigenlijk een onoverkomenlijk bezwaar is. Daarom is reeds door een vijftal gemeenten een adres aan den Minister ge richt om met 10 te mogen volstaan, omdat 30 voor haar onmogelijk zou zijn. Spr. becritiseerde verder de voorwaarden van den Minister. Hot zal hierop uitloopen. dat verschillende maatregelen zullen dienen te worden genomen. De genen die nog 'n hypotheek of eenig voorschot van de Boerenleenbank zullen kunnen krijgen, komen vast niet voor credjet in aanmerking. U weet allen, dat we tegen credieten zijn. Menschen die zooveel arbeid verrichten, waar de Staat opj steunt, moeten niet door de gemeenschap worden ge holpen door de schuldenlast, waaronder zo nu reeds gebukt gaan. nog weer te verhoogen. Spr. merkte op. dat de tuinders hier nog op hoop van de kool leven. Door het zachte winterweer is hieraan veel werk. Maar hoe hier een goede prijs voor te maken? De kool is geheel aangewezen op het buitenland. Zie eens naar de koopkracht van Duitsch land. Daar is de 5.000.000ste werklooze reeds inge schreven. Er is weer een nieuwe noodverordening af gekondigd. Ook de politieke verhoudingen kunnen het ons dopn. Er zal in Duitschlnnd geen sprake zijn van buitenlnndsche groenten. De onmiddellijke toe komst ziet er duister uit. We moeten niet probeeren. elkander iets wijs tP maken, maar trachten aan dezen toestand een einde te krijgen. De tuinders hebben veel meer zorgen dan de menschen in loondienst. De bond telt reeds 15 afdeelingen met 550 leden. Het is de bedoeling, dat zal worden getracht hier aan den Langendijk en omstreken een aantal afdeelingen op te richten. De Bond stelt zich tot doel: Alle belemmeringen van Boeren-, Land- en Tuinbouwaangelegcnheden to bestrijden en door met alle ten dienste staande wet tige middelen datgene verbeterd te zien krijgen, wat verbeterd kan worden, en wel door middel van het volgende werkprogram: -KT FEUILLETON- VERTELLINGEN. ULVENHOUT, 8 December 1931- Menier, --re dagen beleven n,e. re tijendonkere da- veur Kerstmis. Maar de tyen nog nooit zóó T gezien, amico, as ze zijn. zelden hè'k zóów naar je licht gesnakt, as •orlg. teugeswoorig, ja. sjuust nouw me d*n Mletrlek die z'n witte licht dlepsten duster aan flar «cheurt; nouw de rade- van d'n vruugen mer- tot in d'n nacht z'nen >emdejee, deur de onendigheid galmt; sjuust I 1 is 't om te stikken van de benauwenis, nouw me rde en de zeeën en de lochten beheerschen op alle -» «n In alle hogten. "t nouw, nouw de weaerld stinkt van de rottende rjen van weggegooiden oogsten-overvloed, sjuust 1> 'thler zwart van d'n ércmoel! "t nouw, nouw elke mensch z'n eigen 'nen vredes- vindt, z'nen naam zet op vredespampleren, walgt joorlog en deinst van de herlnderingen d'raan, sjuust *let de weareld rood van de misdaad! *eb de tijen nooit zoow donker gekend, as In verlichte eeuw! En nogcens: Ik snak naar 'n bietje jran de vruugerc ..dusternis". d n tijd. da-d-'n mensch z'n eigen den tijd gunde, Pepke leeg te krabben, 't nog 's lekker deur te 4 mee 'nen steuvigen spriet, dien ie daarveur uit z'n ««Je zocht 't dan stopte, lekker vast, om laank «»t te kunnen mee z'n neuswèrmerke. 1 netje3 aan- heelegaar in d'n rondte van d'n bollen kop, mee IttmJi 1 opbollcnd vuur nog wa-d-indouwd« en nog t aantrok dan, 't ijzeren dopke d'r opzette en dan mee 'n gezicht, da glom van stille tevrejenheid, z'n pepke leegsmoorde tot 't leste restje. In denzelfden tijd van 't aansteken van da pepke bla zen ze nouw twee piraatjes de locht in, zonder da ze T erg in emmen... Van da-d-eene pepke van vruuger, had 'nen mensch meer plazier, as d'n dleën van teugeswoorig van tien nieketieneverglftigingen. „Me leven nouw", zee d'n leste van die piraatjes. „De menschen van vruuger..." en dan hikt ie 's van d'n smerigen siegrettendamp. gooi 't end weer weg en schudt meelijdend z'nen gladden meidenkop! Maar 'k geef 'm op 'n briefke, amico. dat dieën mensch van vruuger heel wa meer levenskunst bezat as dieën piraat-hikker van vandaag. Dat dieën mensch van vruu ger heel wa meer had aan z'n zeuven stuivers Zondags- geld, as dieën plraatjeskappitalist aan z'n steuntoelage! Ze zeggen dat de weareld zoow haard veuruit gaat, teugeswoorig. .'t Is meugelijk maar dan net as 'n kreeft zekers, die achteruit gaat as ie lopt! Ik mot oew zeggen, da'k er gin bal van merk, van d'n veuruitgaank. En al ben 'k nouw honderd keeren 'nen boer. dan hè'k ok honderd keeren m'n oogen om te zien, honderd keer m'n harsenpan, om 't te begrijpen. En al ben 'n nouw honderd keeren 'nen boer, die tusschen twee hokskes z'n ideeën al honderdduuzend keer hee zien gappen in ..geleerde" en mee mooie letters gedrukte verhalen dan hè'k ok honderd keeren de ze kerheid dat de maatschappelijke machien van vandaag veul harder lopt as die van vruuger, maar... zonder van d'r plak te komen! Keb vandaag 'n reuzenhui veur de waarheid, amico, en as die hier en daar wa-d-haard idnkomt, ollee. d'n tijd is er naar, om hier en daar 's mee d'n teut van oewen klomp, de plraatwellustellngcn wakker te schuppen, uit d'ren „renteniers droom zonder kaptaal". 't Is of de weareld vol ia van baliekluivers, die mee al d'r klavieren in d'r zakken laankst d'n waterkiant te lachen staan, om d'n enkelen schipper, die z'n ker- rekas uit mekaar douwt, om de schuit veuruit geboomd te krijgen. 't Is of de weareld vol ls (om 'n aander veurbildje tt gebruiken!) van domme Auguaten, die d'n jaske-n- aan en uit loopen te trekken, maar ondertusschen 'n aander 't zware werk laten doen! En wa-d-et ergste-n-ls: d'r zijn er mee hooge boorden om, mee lange zwarte jassen aan. mee hooge en mee ronde hoedjes op, die mee doen aan da soort van ba- liegekluif! IJdelheid .afgunst, nijd en menschenhaat, dad-d-is 't wa-d-In de plak van seerjeuzen arbeid ls gekomen. Wa nie aanders meugelijk is. Zoowgaauw as ge zeivers meeboert op d'n zwaren levensakker en dus wit, wa-d-et zeggen wil, om daar 't ploegijzer uren en uren, dagenlaank deur te trekken; zoogauw as ge krom lopt van d'n zwaren wie-arbeid op die velden om 't onkruid en ontulg mee wortel-en-al uit te trekken; zoogauw as ge de zurgen kent bij dipën arbeid veur 'nen goeien oogst ollee, dan kunde waardeeren en genieten van 'n schuur mee graan, van 'nen kuil mee éérpels, van 'nen zolder mee hooi, alle gaar deur 'n aander van den akker gewonnen! Maar ok dan pas! As ik ze soms zie zitten, in deus moeilijke tijen, die rentenlers-zonder-kapitaaJ, die geleerden zonder ver staand. die kunstkenners-zonder-bewijs, in 'nen makke lijken stoel, bij wa radejoow-muziek. nost de werrae plat- tebuls. d'r ogskes dicht van lui genot, d'ren kop zwem mend In de blaauwe krinkels van 'n lekkere segaar en 'k heur ze dan afbreken d'n zwaren arbeid van Regeer ders; 't kloeke werk van kearels die in deus dagen nog groote bedrijven laten bloeien; d'n scheppenden arbeid van eerlijke kunstenaars, dan... zouw ik ze gère over d'n grond rollen. ..Niks zoo gemakkelijk as regeeren". heurde-n-ik 'r van de week eenen zeggen in *k kefeeke. En toen 'k 's Infor meerde wat da veur 'nen geweldenèèr was. toen heurde- n-ik. dat dieën kearel pas gedaan had gekregen op 'n kantorke. omdat ie daar nie in staat was 'n afdeelingske te regeeren. bestaande-n-uit z'n eigen, 'nen jongsten be diende en 'n prullemand! Zoow zijn d'r nog heel wa van die veurbllden van da zwammend en kwellend soort aan te halen, amico. maar ge zul ze zeivers ok wel kennen. „Salarisverlaging", zee 'r lest zo'n zwamneus teugen me: ..daar ben 'k in princiep teugen!" En één seconae later sting ie mijn 't vel over m'nen nek te stroopen veur de levering van 'n haalf raundje èèrpels. 't Zijn donkere, zwarte tijen. En as ik dan denk aan die zwarte bosschen daar tn 't Zuiën van Limburg, waar de grond vol van lijken schijnt te zitten, dan... wel dan begrijp Ik daar mee mijn boerenverstaand niks aanders van. as dat daar 'nen mensch hee rondgespokt. die sjuust in deuzen tijd past. 'Nen mensch die d'n haat teugen z'n medcmenschen zat opgekropt tot in z'n strot en in de zwartste duster nis van 't nachtelijke bosch. 't geweer teugen d'r hart zette en ze mee 'nen doffen knal 't leven uit-schoot om ze dan. as 'n dooie kat onder wa-d-èèrde te smijten. Dan snap ik donders goed. da-d-ler 'nen duuvel in menschelijke gedaante hee geleefd, die z'nen vrok. z'n zwarte ziel bevredigde in 't donkere bosch, as 'n dier da dorstte naar werm bloed. En as ik lees van 'nen Matuschka. die mee 'n skabbe- lierke ia z'n moordenèèrshaanden. kalm, veur 'n ver zetje. groote. razendsnelle spoortreinen in afgronden liet tuimelen, dan vraag ik m'n eigen af. of da nouw wel net zoo'n groot wonder ls. as geleerde menschen in kolommen en nog 's kolommen van de kraanten, ons perbeeren te verklaren! Of die ..gespleten ziel" volgens de pieselogen, van dieën misdadiger, nouw wezenlijk we] zo'n eigenaardige ziel-mee-'n-scheur ls, dat die maar ééns in de honderd jaren veurkomt Amico, kekt de menschen vandaag maar 's diep in d'r oogen, heel diep, dan... wemelt 't vandaag van die zieltjes-mee-spleten, waar 't zoow gemeen deur tocht. Aan d'n eenen kant van de weareld d'n cèrde-op- brengst in de zee of in 't vuur gooën en aan d'n aande- ren kaant de evenmenschen laten krepeeren van den honger. in zo'n weareld is Matuschka ginnen enkeling. En in zo'n wearld ls ollcen maar plots veur... malaise! Me maken 'nen kollesalen krisls mee. Zekers: maar nic eenen van enkelt geldgebrek... Hier offeren de Matuschka's d'r offerke veur de mis sionarissen. maar de zwarte zielen hier (met en zonder spleet) denken klaar te zijn mee d'r dubbeltje op de open schaal. Heel de weareld blèèrt om vrede, maar meteen ver klaart d'n eenen mensch d'n aander d'n oorlog en steelt 'm z'n brooike uit z'nen mond om 'm langzaam dood te laten gaan! Krisls? Ja. maar aanders as geschreven wordt! Malaise? Zekers, maar van aandere oorzaken as me bekennen willen! En daarom geleuf ik nie da-d-et meugelijk is om 'n end te veurspellen van een, twee of drie Jaren aan deuz* malaise De weareld Is ziek. ziek as 'n hondje; de dokters kij ken allegaar naar z'nen binnenzak; ze moesen kijken naar z'n... haart Vllegschepen, radejoow, illectrlek ollee, de weareld gaat daar nie van vertilt. De eerste flets was evengoed 'n „wonder" as de eerste automobiel en as de eerste tillefon. As 't nuuwkc d'r af ls, dan ls 't mee 't „won der" gedaan. En... 't ieven is olleen maar ongelukkiger geworren mee al die wonders! Wemmen gin tijd meer orn op ons gemak 'n pepke aan te steken... 't Steenen tijdperk of 't illektrieke. 't zijn namen veur de geschiedenisboekskes. De weareld bestaat niet uit steenen of uit illektriek. Die bestaat uit menschen! En of de Matuschka's en boschwachters nouw zooveul beter en veuruit zijn aan de Battevierenik kan dan honderdduuzend keeren 'nen boer zijn, ik geleuf 't tegen deel eerder. 't Zijn wel donkere dagen veur Kerstmis, amico. En ik zag deuze week gin kaans, om 'r 'n lichtje op te la ten schijnen. Laten me hopen van de noste week! Veul groeten van Trui en as aJtij, gin horkc minder van oewen toet a toe DRé.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 13