Soeëida vroeger en nu.
ALGEMEENE NEUTRALE BOND VAN BOEREN,
LAND- EN TUINBOUWERS.
Zaterdag 12 December 1931
SCHAGER COURANT
Vierde blad No. 8985
Vergadering te Noordscharwoude.
jzaza
rabantsche brieven.
STAD VAN TEMPELOVERBLIJFFSELEX.
UI EENS OUDE BESCHAVINGEN BLOEIDEN
EN EEN NIEUWE BEGINT.
(Van onzen reizenden correspondent).
SOEëIDA, November 1931.
)EN zonderlinger stad dan Soeëida. de hoofdstad
van de Djebel Druze (het Bergland d.er Dru-
zen) bestaat er, geloof ik, niet in de wereld.
Eens. duizenden jaren geleden, woonde hier een
waarvan we ongeveer niets weten, doch dat hier
sporen heeft gelaten, de overblijfselen van een ge
ren citadel, waarvan de legende verhaalt. Later
en de Grieken, de Romeinen, de Byzantijnen, de
-ren, de Turken, tenslotte de Druzen. Vruchtbaar
vroeger het land rijk. Nu is het schraal en arm.
de oude beschavingen, welke hier bloeiden, vindt
ou nog slechts de herinnering, ruïnes van paleizen,
tempels, gewijd aan goden en godinnen en ook van
Christelijke kerk, waarschijnlijk dateerend uit de
je eeuw.
huidige primitieve bewoners van dit land hebben
c| den bouw hunner eenvoudige, maar zeer sterke
brokstukken van al deze tempels, kerken en
'^izen gebruikt. De diepe, ruime kelders der nu bijna
el verdwenen, grootsche. schoone gebouwen, be-
i voor een deel nog en dienen meest voor stallen.
7en de deur van een huis of ergens in een muur
i ruwe bazaltblokken ziet men op menige plaats een
Sn met heerlijke sculptuur. In een onderaardschen
1, waar Druzen een nieuwen muur hebben opgetrck-
is ergens een steen met in Grieksche letters het
Shrift „stratigeion". Deze steen heeft dus vermoede-
zeer vele eeuwen geleden gediend als opschrift voor
gebouw, waar een militaire commandant wis ge-
gtf.
-^ida, deze stad van primitieve menschen. heeft
rlijk geen rioolstelsel en geen waterleiding, doch
i vindt er hier en daar stukken rioolleiding, da-
van de Romeinen. Tusschen de nulzen. lomp
L; kubussen, ziet men plotseling hooge, slanke zuilen,
lijfselen van een tempel. Fransche officieren en
ten hebben gevonden stukken beeldhouwwerk
r op zuilen geplaatst en zoo monumenten opge-
r is in de heele wereld geen stad van de grootte van
"-jjda, met evenveel monumenten, welke dan nog uit
grijze oudheid dagteekenen.
r landen en volken is het leven al even vol van
'ellingen en veranderingen als voor families en
voor individuen. De hooge cultuur, waarvan te
ida de ruïnes getuigen, is ten gronde gegaan en
t zoo sterk verarmde gebied probeeren nu de
-scben nieuwe beschaving en nieuwe welvaart te
gen. Het land moet weder worden bebouwd, boo-
i worden geplant, voor watervoorziening wor.lt ge-
Sd, nieuwe wegen zijn en worden aangelegd, scholen
;~wd. want ook den geest der huidige bewoners
deze streken willen de Franschen ontwikkelen.
umaal in dit land van dorre steenen moet weder wel-
heerschen; zoo denken het zich de Franschen,
etoetïoo ver van alle beschaving en comfort, waar-
ja wij .westelingen, gewoon zijn, trachten het kwaad
Aarstellen, dat vorige geslachten er aanrichtten.
0 verbaast zich dat deze hervormers tegenover de
-grijkheid van hun taak den moed niet verliezen,
neen, deze afgelegen stad van tempelruïnes en pri-
?e woningen tc midden van het dorre bergland, is
js de stad van laaiende geestdrift en nooit ms-
b werkzaamheid. Generaal Clement Grandcourt, is
"delende kracht, die zich nu wijdt aan een werk
des en steeds weder al zijn ondergeschikten in
weet te zetten. Scholen zijn er reeds, scholen voor
^n. voor ouderen. Er ls ook een opleidingscursus
ruzische onderwijzers, want de Franschen reke-
Termede, dat het hier mandaatgebied is en zij er
J eeuwig zullen blijven. Als zij wegtrekken, willen
rniet alleen scholen, maar ook leerkrachten achter-
Reeds nu zijn er twaalf Druzische onderwijzers
i paar dozijn worden opgeleid. Er Is een zieken-
in aanbouw, maar reeds nu bestaat er een kliniek
loopende patiënten en eenige militaire geneeshe»-
;brengen ook zoo noodig in de stad huisbezoek. En-
automobielen van den geneeskundigen dienst trek-
met personeel en geneesmiddelen het land door,
~:t ook het Afgelegenste dorp eenmaal per maand
Jt bezocht. Zeer ernstig zieken moeten nu nog naar
een der ziekenhuizen te Damascus worden getranspor
teerd. Spoedig zal dit echter anders zijn.
Te Soeëida bestaat zelfs een weeshuis, iets geheel
nieuws voor deze streken, waar ouderlooze kinderen
vroeger nergens verpleging vonden. Gewerkt wordt er
aan een groot bassin, waarin 's winters en in de lente
water kan worden vergaard, een schat in deze 's zomers
waterarme streken zonder beken of rivieren en met
slechts enkele vaak opdrogende bronnen.
En elk der van verre gekomen mannen vindt hier
een geweldigen arbeid, waarvan het einde nog niet
te zien is. De Druzen hebben zich tot nu toe angst
vallig verre gehouden van de beschaving. Eeuwenlang
weigerden zij zich zelfs te onderwerpen aan de Turken.
Enkele aanvoerders hadden de macht in handsn en
dezen, te zamen met de familiehoofden, wilden van
geen vreemde heerschappij, maar vooral van geen nieu
were ideën weten. Daarvoor hadden zy alle reden. De
aanvoerders waren allcenheerschers. aan niemand re
kenschap verschuldigd en de familiehoofden zagen
evenmin heil in eenige verandering. Familiehoofd is na
den dood van den vader de oudste der broeders. Hij ar
beidt niet en wordt door de andere zwaar werkenden
ruim onderhouden. Heel den dag luiert hij en drinkt
met andere nietsdoeners koffie. Zijn woord is in de
familie wet.
Na de komst der Franschen is tenminste wat de aan
voerders betreft, verandering gebracht. Evenals vroeger
betalen ook nu de Druzen een soort belasting. Vroeger
verdwenen de opgebrachte gelden in de zakken der
aanvoerders, thans worden ze aangewend ten bate der
gemeenschap: voor het onderwijs, voor de wegen, voor
het weeshuis.
Het eigenaardigste van dit eigenaardige land is dat
het zelfs in dezen moeilijken crisistijd een begrooting
heeft met een aanzienlijk batig saldo. De inkomsten
van dit gebied met 60.000 inwoners bedragen (in Neder
landsen geld omgerekend) f 770.000, de uitgaven daar
tegenover slechts f 620.000. Als de Nederlandsche Staats
kas er in verhouding tot de bevolking even gunstig voor
stond. zou ons vaderland In 1932 een batig saldo van
twintig millioen moeten kunnen aanwijzen. Gerekend
naar de inkomsten zou Rot batig saldo bij ons dan nog
vee] grooter moeten zijn.
Zeer weinig eischcn stellen de Druzen aan het leven
en zeer eenvoudig zijn hun woningen, waarvan ik er
eenige bezocht, steeds gastvrij met boven een vuurtje
bereide koffie ontvangen. De wanden der huizen zijn
grootendeels van bazaltblokken. en zeer dik, de vensters
klein. Hier, op meer dan duizend meter hoogte is het
's winters tamelijk koud en zelfs valt er vaak sneeuw.
Over het algemeen hebben de huizen der Druzen
slechts één groot vertrek, zonder meubels. In het mid
den staat een „mangaal". een groot comfoor met een
houtskoolvuurtje. Er omheen ligen op den steenen vloer
matten, waarop de bewoners hurken. Tegen een der
muren opgestapeld ziet men er nog matrassen, die des
avonds nabij de „mangaal" worden neergelegd. Dat zijn
de bedden. In een hoek staan enkele kopjes, een kope
ren koffiekan, een paar potten en pannen. Dat is alles.
Ook Druzen, van wie bekend is, dat zij betrekkelijk rijk
zijn, bezitten gewoonlijk niet veel meer aan woningin
richting. Alleen in de .ontvangkamer" van den „sjeik"
het kerkelijk opperhoofd der Druzen (die immers een
eigen godsdienst hebben) zag ik een betere inrichting,
een tafel, zelfs enkele stoelen en langs den wand een
soort rustbanken, doch de Druzen die er op bezoek kwa-j
men, maakten van deze zitgelegenheden geen gebruik'
en hurkten, terwijl zij koffie slurpten, neder, zooals zij
het gewoon zijn.
Dit gebrek aan meubelen (evenwel niet zoo sterk door
gedreven) vindt men ook in de meeste Arabische (niet
in de Turksche) woningen. Alles wat de Druzen (en ook
de meeste Arabieren) bezitten, is gemakkelijk vervoer
baar. De verklaring hiervan is. dunkt mij, te zoeken in
het feit, dat deze menschen in een nog niet zoo ver ver
leden nomaden waren. Al leven ze nu reeds geruimen tijd
„gehuisvest", toch hebben ze nog heel veel van hun oude
gewoonten behouden en zich nog niet gewend aan een
luxe, die voor ons reeds tot iets onontbeerlijks geworden
ia
Toch ziet men ook nu ea dan bij enkele Druzen spo
ren van eenigen rijkdom, voornamelijk bij de vrouwen,
die soms, tenminste als ze in feestkleeding zijn, gouden
versierselen dragen, meestal tot een horlogeketting ver
bonden goudstukken, gewoonlijk Turksche ponden, ver
sierselen welke dus zonder veel moeite dadelijk weder
in klinkende munt kunnen worden veranderd.
J. K. BREDERODE.
Donderdagmiddag 2 uur werd in Hotel „Concor-
dia" alhier een vergadering gehouden, welke was be
legd door bovengenoemden bond.
Voorzitter de heer A. Schermer te Hoogkarspel,
secretaris de heer W. Vennik te Venhuizen, penning
meester de heer C. J. Veuper te Wijdens, leden rle
heeren: A. Veltrop te Bcemster en L. Visser te Ven
huizen.
Een 70-tal belangstellenden was opgekomen.
Voorzitter opende de vergadering met een woord
van welkom, en deelde mede, dat deze bond dit jaar
October in Hoorn was opgericht en dat do hond reeds
tal van afdeelingen in de omgeving van die plaats
heeft. Het bestuur had gemeend ook hier in den om
trek eens een vergadering te moeten houden, zoodat
dan ook hier eventueel afdeelingen zouden kunnen
worden opgericht. Het doel van den bond is, voor de
belangen van de kleine tuinders op tc komen. Vooral
in deze tijden van malaise.
Enkele andere organisaties hebben reeds gepoogd
steun van de regeering te krijgen. De resultntep zijn
bekend. De toegekende steun is maar een luttel be
drag, als men naar de steun aan de bietenbouwers
kijkt. Daarvoor wordt f 14.000.000.gegeven, terwijl
men voor den tuinbouw maar f700.000.beschikbaar
stelt in den vorm van rentclooze credieten. We ver
dienen steun.
Als een organisatie wordt opgericht, moet deze wor
den uitgebreid en een reusachtig aantal loden zien
te krijgen. De menschen die geen lid zijn, kunnen ons
evengoed steunen door hun instemming te betuigen
met ons werk. Het is buitengewoon moeilijk om de
menschen in Den Haag te overtuigen, dat we steun
behoeven. Ze gaan daar van de veronderstelling uit,
dat die gewone boerenbevolking alles wel neemt, zoo
als zij het doen. Voorzitter noemde als voorbeeld de
arbeidersbeweging. Daarbij kan men eens zien, wat
er met organisatie te bereiken valt. Voorzitter gaf
vervolgens het woord aan den spreker voor dezen
middag, den heer Kennedij te Beemster.
Dere begon met te zeggen, dat men een gesprek
in normale tijden steeds begon met een praatje over
het weer. Thans in dezen benauwden tijd is het steeds
de crisis, waarover men het heeft. De moesten onder
ons kleine tuinders hebben wel ondervonden hoe
moeilijk het is om zich in dezen tijd zonder reserve
staande te houden. Door de vele lasten en de steeds
kleiner wordende opbrengst van de kleine bedrijven,
staat men wel eens tegenover de vraag, hoe men moet
rondkomen. En de vraag, waar moet het zoo naar toe,
ligt op veler lippen. Daarom is men uit vele tuin-
bouwkringen eens bij elkander gekomen en beeft
zich afgevraagd of dat nu zoo moest doorgaan. En als
men zich dan van den toestand heeft overtuigd,
kwam de vraag naar voren, zal het nog erger wor
den?
Als de voorteekenen niet. bedriegen, zal het inder
daad nog slechter worden. Toen wij nog jonge kin
deren waren, hebben we ook de tijd meegemaakt, dat
we soms zonder voedsel en slecht gekleed rondliepen.
Ook een gevolg van den crisis. Moeten we dit nu weer
beleven?
Als er geen sterke beweging onder de tuinders komt,
zal deze toestand zich weer herhalen. Zie maar eens
naar do afname van onze uitkomsten en de groote
moeilijkheden om onze producten te kunnen expor
teeren.
Zoo was ook de tuinbouwvereeniging „De West"
te Koedijk van overtuiging, dat deze toestanden moes
ten worden voorkomen.
Evenwel moet den menschen saamhoorigheidsge-
voel worden bijgebracht en dat zal zeer moeilijk gaan.
De tuinders zijn te individualistisch in hun bedrij
ven. De gemeenschappelijke nood zal ze echter wel
bij elkaar brengen. Spr. merkte op, eens in de Pro
vinciale Commissie te hebben gezegd, dat men aan
den vooravond van een prijsdaling der producten
stond. Dat is uitgekomen. I)e crisis een uitvloeisel
van den oorlog, werkt in op de uitkomsten van de
bedrijven.
Het is den menschen boven Hoorn en ook in do
Beemster gebleken, dat het noodzakelijk was, om,
naast de officieele veilingsorganisatie, een vakorga
nisatie op te richten. Niet tegen de officieele orga
nisatie in, zooals men bijna overal van meening is.
Door middel van een vakorganisatie wil men met
behulp van een reeks van eischen trachten den on
dergang te voorkomen.
De bond is opgericht door de boeren uit de Beem
ster, overtuigd als deze waren van de noodzakelijk
heid dat die hoeren, die gebukt gaan onder zware
lasten en hooge hypotheken, hulp liehoeven. Daar
komt nu nog bij de slechte uitkomsten van het vee-
houdersbedrijf.
Bij een gehouden onderzoek van verschillende boek
houdingen, kon men in Zuidholland slechts tot een
gemiddeld inkomen van f 195.komen over het jaar
1930.
In Noord-Holland over een 80-tul boerderijen tot
een gemiddelde van f 885 per jaar. Deze daling gaat
steeds voort. In den voorzomer hebben we ons ge
sust, dat het nog niet zoo slecht was. Toen ging het
nog al niet de zomerproducten. Na Augustus en Sej>-
tember is het evenwel niets meer geweest. We kun
nen niet aan een minimum inkomen toekomen. We
hebben niet te vragen hoe de toestand nu is. De nood-,
kreten van den Langendijk drongen wel tot ons door. I
Eerst door de aardappelziekte een groote strop, toch'
maar weer hoop op de bloemkool. Spr. herinnerde aait
ie mededeeliug van een bestuurslid op de vergade
ring van de Prov. Commissie, dat er in de Streek;
dien dag 75CC9 stuks bloemkool op de mestvaalt moes
ten worden geworpen. Als men weet, hoeveel arbeid,
zorgen en kosten aan de bloemkool wordt besteed, is
het geen wonder dat er toen een rilling door de zaal
ging. Er zijn kreten om hulp opgegaan, ook uit an-|
dere tuinbouwcentra en men besloot, dit door de of-
officieele organisatie te laten opknappen. Er werd
in diezelfde vergadering ook gesproken over demon-
streeren in Den Haag. maar er werd inplaats daar
van. een commissie benoemd, om naar Don Haag
te gaan en met den Minister te spreken. Door deze
personen is geconfereerd en nog juist voor St. Nico-
laas kwarn als surprise een regeling in den vorm
van rentelooze credieten.
Het was bekend, dat voor de schade alleen van d?
aardappelziekte een bedrag noodig zou zijn van 8W
ton. Nu komen ze voor een veel grooter rayon met
nog minder dan dit bedrag. Ook moet nog aan aller
lei voorwaarden worden voldaan, om voor deze cre
dieten in aanmerking te komen.
Een der grootste bezwaren is wel. dat door de ge
meenten ook 30 moet worden gegeven, als men
weet in welken toestand de gemeenten verkeereu.
De meeste zijn noodlijdend, zoodat het eigenlijk een
onoverkomenlijk bezwaar is. Daarom is reeds door
een vijftal gemeenten een adres aan den Minister ge
richt om met 10 te mogen volstaan, omdat 30
voor haar onmogelijk zou zijn.
Spr. becritiseerde verder de voorwaarden van den
Minister. Hot zal hierop uitloopen. dat verschillende
maatregelen zullen dienen te worden genomen. De
genen die nog 'n hypotheek of eenig voorschot van de
Boerenleenbank zullen kunnen krijgen, komen vast
niet voor credjet in aanmerking.
U weet allen, dat we tegen credieten zijn. Menschen
die zooveel arbeid verrichten, waar de Staat opj
steunt, moeten niet door de gemeenschap worden ge
holpen door de schuldenlast, waaronder zo nu reeds
gebukt gaan. nog weer te verhoogen.
Spr. merkte op. dat de tuinders hier nog op hoop
van de kool leven. Door het zachte winterweer is
hieraan veel werk. Maar hoe hier een goede prijs
voor te maken? De kool is geheel aangewezen op het
buitenland. Zie eens naar de koopkracht van Duitsch
land. Daar is de 5.000.000ste werklooze reeds inge
schreven. Er is weer een nieuwe noodverordening af
gekondigd. Ook de politieke verhoudingen kunnen
het ons dopn. Er zal in Duitschlnnd geen sprake zijn
van buitenlnndsche groenten. De onmiddellijke toe
komst ziet er duister uit.
We moeten niet probeeren. elkander iets wijs tP
maken, maar trachten aan dezen toestand een einde
te krijgen. De tuinders hebben veel meer zorgen dan
de menschen in loondienst.
De bond telt reeds 15 afdeelingen met 550 leden. Het
is de bedoeling, dat zal worden getracht hier aan
den Langendijk en omstreken een aantal afdeelingen
op te richten.
De Bond stelt zich tot doel: Alle belemmeringen
van Boeren-, Land- en Tuinbouwaangelegcnheden to
bestrijden en door met alle ten dienste staande wet
tige middelen datgene verbeterd te zien krijgen, wat
verbeterd kan worden, en wel door middel van het
volgende werkprogram:
-KT
FEUILLETON-
VERTELLINGEN.
ULVENHOUT, 8 December 1931-
Menier,
--re dagen beleven n,e.
re tijendonkere da-
veur Kerstmis. Maar
de tyen nog nooit zóó
T gezien, amico, as ze
zijn.
zelden hè'k zóów naar
je licht gesnakt, as
•orlg.
teugeswoorig, ja. sjuust
nouw me d*n Mletrlek
die z'n witte licht
dlepsten duster aan flar
«cheurt; nouw de rade-
van d'n vruugen mer-
tot in d'n nacht z'nen
>emdejee, deur de onendigheid galmt; sjuust
I 1 is 't om te stikken van de benauwenis, nouw me
rde en de zeeën en de lochten beheerschen op alle
-» «n In alle hogten.
"t nouw, nouw de weaerld stinkt van de rottende
rjen van weggegooiden oogsten-overvloed, sjuust
1> 'thler zwart van d'n ércmoel!
"t nouw, nouw elke mensch z'n eigen 'nen vredes-
vindt, z'nen naam zet op vredespampleren, walgt
joorlog en deinst van de herlnderingen d'raan, sjuust
*let de weareld rood van de misdaad!
*eb de tijen nooit zoow donker gekend, as In
verlichte eeuw! En nogcens: Ik snak naar 'n bietje
jran de vruugerc ..dusternis".
d n tijd. da-d-'n mensch z'n eigen den tijd gunde,
Pepke leeg te krabben, 't nog 's lekker deur te
4 mee 'nen steuvigen spriet, dien ie daarveur uit z'n
««Je zocht 't dan stopte, lekker vast, om laank
«»t te kunnen mee z'n neuswèrmerke. 1 netje3 aan-
heelegaar in d'n rondte van d'n bollen kop, mee
IttmJi 1 opbollcnd vuur nog wa-d-indouwd« en nog
t aantrok dan, 't ijzeren dopke d'r opzette en
dan mee 'n gezicht, da glom van stille tevrejenheid, z'n
pepke leegsmoorde tot 't leste restje.
In denzelfden tijd van 't aansteken van da pepke bla
zen ze nouw twee piraatjes de locht in, zonder da ze T
erg in emmen...
Van da-d-eene pepke van vruuger, had 'nen mensch
meer plazier, as d'n dleën van teugeswoorig van tien
nieketieneverglftigingen.
„Me leven nouw", zee d'n leste van die piraatjes.
„De menschen van vruuger..." en dan hikt ie 's van
d'n smerigen siegrettendamp. gooi 't end weer weg en
schudt meelijdend z'nen gladden meidenkop!
Maar 'k geef 'm op 'n briefke, amico. dat dieën mensch
van vruuger heel wa meer levenskunst bezat as dieën
piraat-hikker van vandaag. Dat dieën mensch van vruu
ger heel wa meer had aan z'n zeuven stuivers Zondags-
geld, as dieën plraatjeskappitalist aan z'n steuntoelage!
Ze zeggen dat de weareld zoow haard veuruit gaat,
teugeswoorig.
.'t Is meugelijk maar dan net as 'n kreeft zekers,
die achteruit gaat as ie lopt!
Ik mot oew zeggen, da'k er gin bal van merk, van d'n
veuruitgaank. En al ben 'k nouw honderd keeren 'nen
boer. dan hè'k ok honderd keeren m'n oogen om te zien,
honderd keer m'n harsenpan, om 't te begrijpen.
En al ben 'n nouw honderd keeren 'nen boer, die
tusschen twee hokskes z'n ideeën al honderdduuzend
keer hee zien gappen in ..geleerde" en mee mooie letters
gedrukte verhalen dan hè'k ok honderd keeren de ze
kerheid dat de maatschappelijke machien van vandaag
veul harder lopt as die van vruuger, maar... zonder van
d'r plak te komen!
Keb vandaag 'n reuzenhui veur de waarheid, amico,
en as die hier en daar wa-d-haard idnkomt, ollee. d'n
tijd is er naar, om hier en daar 's mee d'n teut van oewen
klomp, de plraatwellustellngcn wakker te schuppen, uit
d'ren „renteniers droom zonder kaptaal".
't Is of de weareld vol ia van baliekluivers, die mee
al d'r klavieren in d'r zakken laankst d'n waterkiant
te lachen staan, om d'n enkelen schipper, die z'n ker-
rekas uit mekaar douwt, om de schuit veuruit geboomd
te krijgen.
't Is of de weareld vol ls (om 'n aander veurbildje
tt gebruiken!) van domme Auguaten, die d'n jaske-n-
aan en uit loopen te trekken, maar ondertusschen 'n
aander 't zware werk laten doen!
En wa-d-et ergste-n-ls: d'r zijn er mee hooge boorden
om, mee lange zwarte jassen aan. mee hooge en mee
ronde hoedjes op, die mee doen aan da soort van ba-
liegekluif! IJdelheid .afgunst, nijd en menschenhaat,
dad-d-is 't wa-d-In de plak van seerjeuzen arbeid ls
gekomen. Wa nie aanders meugelijk is.
Zoowgaauw as ge zeivers meeboert op d'n zwaren
levensakker en dus wit, wa-d-et zeggen wil, om daar
't ploegijzer uren en uren, dagenlaank deur te trekken;
zoogauw as ge krom lopt van d'n zwaren wie-arbeid
op die velden om 't onkruid en ontulg mee wortel-en-al
uit te trekken; zoogauw as ge de zurgen kent bij dipën
arbeid veur 'nen goeien oogst ollee, dan kunde
waardeeren en genieten van 'n schuur mee graan, van
'nen kuil mee éérpels, van 'nen zolder mee hooi, alle
gaar deur 'n aander van den akker gewonnen!
Maar ok dan pas!
As ik ze soms zie zitten, in deus moeilijke tijen, die
rentenlers-zonder-kapitaaJ, die geleerden zonder ver
staand. die kunstkenners-zonder-bewijs, in 'nen makke
lijken stoel, bij wa radejoow-muziek. nost de werrae plat-
tebuls. d'r ogskes dicht van lui genot, d'ren kop zwem
mend In de blaauwe krinkels van 'n lekkere segaar en
'k heur ze dan afbreken d'n zwaren arbeid van Regeer
ders; 't kloeke werk van kearels die in deus dagen nog
groote bedrijven laten bloeien; d'n scheppenden arbeid
van eerlijke kunstenaars, dan... zouw ik ze gère over d'n
grond rollen.
..Niks zoo gemakkelijk as regeeren". heurde-n-ik 'r van
de week eenen zeggen in *k kefeeke. En toen 'k 's Infor
meerde wat da veur 'nen geweldenèèr was. toen heurde-
n-ik. dat dieën kearel pas gedaan had gekregen op 'n
kantorke. omdat ie daar nie in staat was 'n afdeelingske
te regeeren. bestaande-n-uit z'n eigen, 'nen jongsten be
diende en 'n prullemand!
Zoow zijn d'r nog heel wa van die veurbllden van da
zwammend en kwellend soort aan te halen, amico. maar
ge zul ze zeivers ok wel kennen.
„Salarisverlaging", zee 'r lest zo'n zwamneus teugen
me: ..daar ben 'k in princiep teugen!" En één seconae
later sting ie mijn 't vel over m'nen nek te stroopen veur
de levering van 'n haalf raundje èèrpels.
't Zijn donkere, zwarte tijen.
En as ik dan denk aan die zwarte bosschen daar tn
't Zuiën van Limburg, waar de grond vol van lijken
schijnt te zitten, dan... wel dan begrijp Ik daar mee mijn
boerenverstaand niks aanders van. as dat daar 'nen
mensch hee rondgespokt. die sjuust in deuzen tijd past.
'Nen mensch die d'n haat teugen z'n medcmenschen
zat opgekropt tot in z'n strot en in de zwartste duster
nis van 't nachtelijke bosch. 't geweer teugen d'r hart
zette en ze mee 'nen doffen knal 't leven uit-schoot om
ze dan. as 'n dooie kat onder wa-d-èèrde te smijten.
Dan snap ik donders goed. da-d-ler 'nen duuvel in
menschelijke gedaante hee geleefd, die z'nen vrok. z'n
zwarte ziel bevredigde in 't donkere bosch, as 'n dier
da dorstte naar werm bloed.
En as ik lees van 'nen Matuschka. die mee 'n skabbe-
lierke ia z'n moordenèèrshaanden. kalm, veur 'n ver
zetje. groote. razendsnelle spoortreinen in afgronden liet
tuimelen, dan vraag ik m'n eigen af. of da nouw wel
net zoo'n groot wonder ls. as geleerde menschen in
kolommen en nog 's kolommen van de kraanten, ons
perbeeren te verklaren!
Of die ..gespleten ziel" volgens de pieselogen, van
dieën misdadiger, nouw wezenlijk we] zo'n eigenaardige
ziel-mee-'n-scheur ls, dat die maar ééns in de honderd
jaren veurkomt
Amico, kekt de menschen vandaag maar 's diep in d'r
oogen, heel diep, dan... wemelt 't vandaag van die
zieltjes-mee-spleten, waar 't zoow gemeen deur tocht.
Aan d'n eenen kant van de weareld d'n cèrde-op-
brengst in de zee of in 't vuur gooën en aan d'n aande-
ren kaant de evenmenschen laten krepeeren van den
honger. in zo'n weareld is Matuschka ginnen enkeling.
En in zo'n wearld ls ollcen maar plots veur... malaise!
Me maken 'nen kollesalen krisls mee. Zekers: maar
nic eenen van enkelt geldgebrek...
Hier offeren de Matuschka's d'r offerke veur de mis
sionarissen. maar de zwarte zielen hier (met en zonder
spleet) denken klaar te zijn mee d'r dubbeltje op de open
schaal.
Heel de weareld blèèrt om vrede, maar meteen ver
klaart d'n eenen mensch d'n aander d'n oorlog en steelt
'm z'n brooike uit z'nen mond om 'm langzaam dood te
laten gaan!
Krisls?
Ja. maar aanders as geschreven wordt!
Malaise?
Zekers, maar van aandere oorzaken as me bekennen
willen!
En daarom geleuf ik nie da-d-et meugelijk is om 'n
end te veurspellen van een, twee of drie Jaren aan deuz*
malaise
De weareld Is ziek. ziek as 'n hondje; de dokters kij
ken allegaar naar z'nen binnenzak; ze moesen kijken
naar z'n... haart
Vllegschepen, radejoow, illectrlek ollee, de weareld
gaat daar nie van vertilt. De eerste flets was evengoed
'n „wonder" as de eerste automobiel en as de eerste
tillefon. As 't nuuwkc d'r af ls, dan ls 't mee 't „won
der" gedaan.
En... 't ieven is olleen maar ongelukkiger geworren
mee al die wonders! Wemmen gin tijd meer orn op ons
gemak 'n pepke aan te steken...
't Steenen tijdperk of 't illektrieke. 't zijn namen
veur de geschiedenisboekskes. De weareld bestaat niet
uit steenen of uit illektriek. Die bestaat uit menschen!
En of de Matuschka's en boschwachters nouw zooveul
beter en veuruit zijn aan de Battevierenik kan dan
honderdduuzend keeren 'nen boer zijn, ik geleuf 't tegen
deel eerder.
't Zijn wel donkere dagen veur Kerstmis, amico. En
ik zag deuze week gin kaans, om 'r 'n lichtje op te la
ten schijnen. Laten me hopen van de noste week!
Veul groeten van Trui en as aJtij, gin horkc minder
van oewen toet a toe
DRé.