MANTELS FN IAPONNEN
fa
W
ONGEVALLEN IN DE HUISHOUDING
VOORZICHTIGHEID GEBODEN.
„Marie, zal Je goed op het kind passen?'
Met deze woorden vermaande mijn zuster
nog even haar dienstmeisje, alvorens wij
vertrokken om op thee-visite te gaan bij
de moeder van een onzer Jeugdvriendin
nen
Wat was het hier gezellig. Nog echt
ouderwetsch gemeubileerd; mahoniehouten
stoeler om een dito ronde tafel aangescho
ven en vóór alles de gezellige kachel.
„Ja. zoo'n ouderwetsche kachel met een
l?.de, waarin men appels kan roosteren on
waarvan de roode gloed van het vuur zoo'n
gezelii-'e weerschijn geeft In het schemer
uurtje Donker is toch eigenlijk veel poëti
scher dan de verwarmingsbuizen en gas
haarden van tegenwoordig, dacht ik zoo
bij nij zelf en nestelde mij nog dieper in
mijn leunstoel.
Een eigenaardige stemming kwam over
ons en vanzelf kwamen w'4 er toe om over
onze heerlijke kinderjaren te spreken. Ten
slotte zei mijn zuster „Nu, alle respect
voor de ouderwotsche kachels, maar ik ver
heug mij lederen dag opnieuw met mijn
nieuwe gashaarden. Hoe zindelijk is de
gasverwarming en hoeveel tijd spaart een
huisvoruw er niet mede; daarbij komt, dat
men altijd een gelijkmatige kamertempe
ratuur heeft, en dan hoe licht branden
kinderen zich er niet aan."
In zeker opzicht had zij gelijk; de ouder
wetsche kachel met al zijn behagelijk-
hei-5 past niet meer zoo in onzen snel
voortschrijdenden, modernen en zakelijken
tijd, maar
„De gevaren der moderne verwarming
lijken mij niet geringer, dan die, van de
oude kachels", verdedigde de oude dame
haar ouden vriend. „Ik geloof, dat ik altijd
bang zou zijn aan gasvergiftiging te zullen
sterven."
Mijn zuster lachte en zeiDat is heusch
een ongegronde vrees; deze kachels zijn
zóó goed gebouwd, dat men niet de minste
gaslucht bespeurt. Wij hebben zelfs een
gasradiator in onze slaapkamer."
Wij onderhielden ons nog over ditjes en
datjes en spoedig daarna was het oogen-
blik van afscheid aangebroken.
Bulten was l.et scherp koud en een
scherpe Noord Oost-er vind genoeg eenige
sneeuwvlokken in uet gelaat.
„Ik ben blij, at Anneke goed en wel
bij Maria thuis is." zei mijn zuster en wij
liepen nog wat steviger door om spoediger
thuis te zijn.
„Anneke is erg lief geweest", zei Marie,
die ons opendeed. Zij is in het kleine ka
mertje aan het spelen, men hoort haar
heelemaal ndet."
Mijn zuster- liep opgewekt naar hei
speelkamertje der kleine en deinsde na het
openen der deur terug. Een sterke gas
lucht kwam haar tegemoet en men be
grijpt maar schrik toen zij haar kleine
meisje in een hoek van haar heiligdom
tusschen haar speelgoed op den grond zag
liggen, langzaam en zwaar ademende.
Gelukkig was het kind niet bewusteloos
en kwam alles door onmiddellijk openzet
ten van het venster weer in orde en wij
kwamen allen ditmaal met den schrik vrij.
Waren A'ij veel later thuis gekomen, dan
hadden wy het kind misschien niet meer
levend teruggezien.
Het meisje was geheel en al in de war
door den schrik en eindelijk vertelde zij:
„Er waren twee mannen geweest, om iets
aan cie gasleiding na te zien. Wij hebben de
hoofdkraan uitgedraaid, maar vergeten om
de kleine kraan van de gaskachel in het
speelkamertje dicht te draaien.
Nadat de menschen met hun werk gereed
waren, hebben zij de hoofdkraan weder
opengezet; ik heb er heelemaal niet aan ge
dacht, dat de kraan op Anneke's kamer nog
open kon zijn."
Zoo had door grove nalatigheid van ande
ren een groot onheil kunnen geschieden.
Na dit gebeuren hebben wij de gewoonte
aangenomen om, als wij uitgaan, altijd de
hoofdkraan dicht te draaien en ik zou iedere
huisvrouw dringend willen aanraden dit
eveneens te doen.
Het boven aangehaalde is slechts één en
kel geval, maar hoe vaak lezen wij in de
dabgladen niet van gevallen van gasvergif
tiging met doodelijken afloop. Hoort men
ook niet bijna dagelijks van andere onge
vallen, die door het veronachtzamen van de
noociige voorzichtigheid aan groote zoowel
als kleine menschen het vreeselijkste letsel
toebrengen, vaak zelfs door hun verdere le
ven ongelukkig maken. Ik wil slechts even
noemen de vele ongevallen, die ontstaan
b.v. door het omtrekken van kannen of em
mers heet water door inwendige verbran
dingen door zoutzuur of ammoniak, wan
neer het kind in een onbewaakt oogenblik
de flesch machtig wordt, om nog niet te
spreken van verbrandingen door het on
voorzichtig gebruik van benzine, spiritus,
petroleum en tenslotte het spelen met luci
fers.
Al deze ongelukken kunnen bij 99 pet. van
■de voorkomende gevallen voorkomen wor
den. Op de huisvrouw rust de plicht toe te
zien, dat alle flesschen met min of meer ge
vaarlijke inhoud na gebruik achter slot
gaan; dat geen emmers heet water zóó ge
plaatst worden, dat een spelend kind er on
verwachts in kan vallen, dat geen lucifers
maar voor het grijpen zijn, maar ook moet
de huisvrouw en moeder trachten hare kin
deren zóó op te voeden, dat zij weten, dat zij
van verboden dingen onverblddellijk af
moeten blijven. Helpt verbieden niet, dan
zal, hoewel slechts noode in het belang van
het kind, tot strengere maatregelen moeten
worden overgegaan. Voorkomen is beter dan
genezen
(Nadruk verboden).
1). Een mantel van bruin laken, eenigszins in vorm
gesneden. De revers zijn ongelijk van groote en gezoomd
door meerdere rijen stiksels. De lederen ceintuur heeft
een metalen gesp. Deze mantel wordt gedragen bij de een
of de andere japon die er naast afgebeeld zijn.
Benoodigd 3 M. van 1 M. 40 breed ie
De eerste japon is van oranjegeel wollen crêpe maro-
cain. De zoom van den kraag is gegarneerd met meerdere
rijen stiksels welke zich onder aan de puntvormig uit-
loopende mouwen herhalen. De ceintuur Is eenvoudigweg
gestrikt onder 't bovenlijf dat gekarteld geincrustecrd is.
Benoodigd 3 M. van 1 M. 40 breedte.
De tweede japon die bij deze mantel hoort is van bruin
serge. Ook deze is eenigszins in vorm gesneden en ver
wijd door een holle plooi ter weerszijden. Boven het mid
del en onderaan de mouwen treft men weer dezelfde gar
neering aan van meerdere rijen stiksels Onder deze
japon wordt een vest gedragen van wit crêpe de cm*,
dat over de borst gekruist is.
Benoodigd 3 M. van 1 M 40 breedte
Een japon van amandel-groen cheviot. Van voren op de
rok een langwerpig ingezet stuk. Op het bovenlijf twee
gekruiste ingezette stukken, die zich over de schouders
voortzetten. Hieronder wordt een geknoopt vest uit
dezelfde stof gedragen. De ceintuur is van zwart leder met
metalen gesp. Deze Japon wordt onder de bijgaande
mantel gedragen.
Benoodigd 3 M. van 1 M. 40 breedte.
De mantel is van groen en wit diagonaal gestreepte
wollen stof De ingezette stukken over de borst repeteeren
die van den japon. De ceintuur is van dezelfde stof met
een gesp van galalith. De kleine kraag is van Castorbont.
Benoodigd 3 M. 25 van 1 M. 40 breedte.
WBJJFDOEKEN.
Het poetsen van zilver enz. zal geheel en
al overbodig zijn, wanneer het na het ge
bruik in warm zeepsop gewasschen is en
daarna opgewreven met een doek, die als
volgt is geprepareerd: In een kom wordt een
oplossing gemaakt van 1 dessertlepel ammo
niak, een pakje chloor en 1 kopje water, die
daarna gezeefd wordt, terwijl in deze vloei
stof een paar doeken door en door nat ge
maakt en daarna gedroogd worden.
Deze doeken worden nu gebruikt om het
zilver na te wrijven.
Is het zilver aangeslagen, dan wordt het
gewasschen in 1 L. warm zeepsop, waarin 1
ons aluin is opgelost. Bij het schoonmaken
wordt een harde borstel gebruikt, daarna ln
warm water gewasschen en met de geprepa
reerde doek opwrijven.
Meubelpolitoer kan gemaakt worden van
1 dL. terpentijn, 1 dL. brandspirtus, 1 dL.
lijnolie en 1 dL. azijn, dat men in een flesch
doet en vóór het gebruik goed schudt. Het
hout wordt hiermede ingewreven en met
een flanellen lap nagewreven. Men kan
eveneens gelijke deelen azijn, slaolie en ter
pentijn in een flesch doen en daarna eenige
dagen op een zonnig plekje zetten; vóór het
gebruik goed schudden.
VLOERWAS.
Oude stukjes kaars kunnen nog zeer goed
dienst doen bij het bereiden van vloerwas,
waartoe men de kaars aan fijne snippers
snijdt en boven de wasem van een ketel
smelt, daarna terpentijn bijvoegt, zoovéél,
als noodig is om een zachte pasta te krijgen.
Om was voor linoleum te maken, waarbij
men geen kans van uitglijden heeft, lost
men 1 ons schellak op in een kwart liter
spiritus.
SCHUURMIDDELEN.
Een jampotje met gezeefde asch is een
prachtig middel om in ons ksatje te hebben
voor het schoonmaken van messen. We ne
men een kurk, maken deze nat en halen
hem even over een stuk huishoudzeep, daar
na in de asch steken en flink over het ge
vlekte mes wrijven, dat er dan mooi glim
mend zal uitzien.
Zinken emmers worden schoongemaakt
door ze te schuren met asch, zeep, water en
een grove borstel; zijn de emmers erg vuil,
dan gebruike men asch, zeep en paraflne,
inplaats van water. Potten en pannen wor
den goed schoon met een mengsel van ge
malen overgeschoten stukjes droge zeep en
eenzelfde hoeveelheid wit schuurzand, dat
men door elkander mengt en in een bus be
waart; met een vochtige lap doopt men ln
het mengsel en schuurt hiermede de voor
werpen schoon.
(Nadruk verboden).
PARIJSCHE MODENIEUWTIES.
Het is nog niet zoo héél lang geleden, dat
de goedgekleede vrouw een garderobe had.
die slechts uit sportieve avondjaponnen be
stond Dit is echter veranderd. Langzamer
hand is de middagjapon weer naar voren
gekomen en heeft nu een plaats verworven,
waarvan zij zich voorloopig niet zal laten
verdringen.
Men ziet het type dezer eenvoudige en
toch gekleede japon meestal in donkere
tinten, soms met een klein werkje voor den
middag, terwijl men voor bridge, tea's of
avondvisites japonnen met een bontgarnee-
rlng kiest of wel zwarte Japonnen met wit
wollen kantstof gecombineerd.
Voor meer gekleede Japonnen kiest men
velours of crêpe satln, in één tint of wel
twee tinten gecombineerd; veelal ziet men
bijv. zwart fluweelen japonnen, waarop een
shawl van mosgroene zijde is gedrapeerd,
hetgeen zeer flatteus staat. De Japon heeft
een punthals, terwijl de shawl onderaan de
halsuitsnijding een losse strik heeft, gaat zij
om den hals aan de linkerzijde recht naar
beneden en wordt onder de ceintuur door
gehaald.
Dit Jaar staat in het teeken der fluweel
mode en wel gecombineerd met wit bont. Zoo
zagen wij een buitengewoon elegante zwart-
fluweelen Japon die een plastron had van
wit bont, terwijl de gladde ondermouw, die
aan den elleboog vrij wijd viel, eveneens van
wit bont gemaakt was en de zwar.fluweelen
bovenmouw geheel strak was gehouden,
waardoor de buiging van den arm eenigszins
aan den vorm van een meloen deed denken.
De zeer lange japon wordt in Parijs slechts
voor avond- of officieele toiletten gedragen
en wel in velvet, velours chiffon, crêpe satin
en crêpe georgette gecombineerd met kant.
Men draagt deze japonnen bij huwelijken
zoowel als bij recepties voor schouwburgbe
zoek en aan diners.
Wij woonden onlangs het huwelijk bij van
een der dochters van een bekend mode-ont
werper en zagen verschillende met kant ge
combineerde japonnen dragen door de
bruidsmeisjes. De bruidsmoeder droeg een
japon, die tot op de voeten reikte en was
gemaakt van goudkant met hoogen hals en
lange mouwen, afgezet met smaragdgroen
zijdenfluweel, waarvan de hoed in toque
model eveneens gemaakt was
Een der andere bruidsgasten droeg een
japon van grijs velours chiffon met inge-
rimpelden rok, die even boven den grond
kwam, terwijl wij verder vele gasten japon
nen zagen dragen, die tot de enkels reikten,
sommige in zwart, andere in groen of bruin
fluweel, met gepofte mouwen óf aan boven-
óf aan onderarm. Allen droegen bijpassen
de hoeden of toques met aigrettes of andere
chique garneering. Deze nieuwe japonnen
gaven de draagsters een zekere waardigheid,
die geheel en al in overeenstemming was
met de plechtige gelegenheid.
(Nadruk verboden.)
Korte bontjasjes.
Het korte Jasje, dat ongeveer 15 jaar lang vol
komen verwaarloosd is, wordt weer veel gedra
gen in bont, fluweel of stof en staat b(j de wij
dere rokken aardig en vlot, omdat het het mid
del nauw omsluit. Men kan er vele orlgineele
combinaties mee vormen, doch ze moeten met
zorg gedragen worden. „Hier liggen voetangels
en klemmen". Ze staan slechts goed, als men
een slank figuur heeft, omdat zij dit sterk laten
uitkomen, en bovendien vestigen zij sterk de
aandacht op elk gebrek aan smaak in de ver
schijning als geheel.
Kerstpudding.
150 gr oud brood, zonder korst t
boter, 250 gr. suiker, 200 gr. sunu
nen, 200 gr sultane rozijnen, 50 5
fijte kersjes, 50 gr. sucade en sy
gr. amandelen, sap en ras van
zout 1 gr appel, 1 flinke theeleaï
'4 theelepel geraspte nootmuskaat
lepel gemberpoeder, 4 eieren. 100
1 di. melk.
We beginnen met de rozijnen. 1
geschilde appel, de gebroeide
amandelen, snippers en de kersjes
gekruimelde brood tezamen fijn
en het daarna in een pan over ie
We mengen er nu het eerst de bloea
zout, geraspte schil en kruiden goe
waarna wij de eieren met de mei
?n bij de droge ingrediënten in de
'en met de citroensap en de gesmo
>n hiervan een gelijkmatig deeg fa
vij daarna minstens 24 uur
'eigenden dag nemen wij den pu<Kj
bestrijken cleze met boter en sü
-aneermeel in brengen de massa h£
duiten het deksel en koken de puj
lurende zes uur au bain marie
Willen wij de puddine eenige
e voren maken dan zetten wij
orm weg en koken ze dan op
vaarop wij de pudding opdienen,
'brengen ze over op 'n verwarmde
rieten even vóór het opdienen de
1 verheen, zoodat de pudding bjani
rengebracht kan worden Heeft na
Ut laa'ste bezwaar, dan wordt de
envoudig met takjes hulst versiert
De gestoofde kabeljauwstaart i$«
'emakkelijk gerecht, dat wij in dei
n den oven plaatsen met wat»
'itroenschijfjes, citroensap en klei
geschilde aardappeltjes, zoodat a&
"lkander gelijk gaar wordt gesmooii
Appelsneeuw.
500 Gram fijne appelen. 75 gnri
poeder) 3 d.L. slagroom We s£A
ippelen, liefst tafelappelen, nemen 4
luizen eruit en zetten ze op een
>itje met een tikje water, zijn zea:
vorden de appelen met de poede
nengd en door den paardehaa»
vreven. De slagroom kloppen we
'en klein tikje zout en vermenges is
met de appelmoes, brengen ls.i
'en glazen compóteschaal en g
le overige slagroom. We presens-a
'nge biscuitjes.
Appeltaart.
Deze taart is buitengewoon
voedzaam; we hebben noodig:
500 a 750 gram bellefleuren
goudreinetten, die van het klokhuis s
worden, geschild en aan dunne pki
snecien, die op den bodem van
vet .en springvorm gelegd worden.
We kloppen 4 eierdooiers tot stó: te 6
250 gram suiker, voegen de geraspte 1
sap van een citroen bij en daarna)
wijze 250 gram bloem die met een hi
je Oetker's bakpoeder is vermei#
slotte het stijfgeklopte eiwit. Dit k
beslag gieken wij over de appels,
de hitte van den oven vanzelf
wordt, waarna wij de taart bij nieti
hitte ongeveer drie kwartier a 1 uu:
We kloppen 3 d.L. room stijf en
door de helft een paar druppels'
rood. Is de taart geheel en al
ipuiten wij met witte slagroom
naar het midden toeloopend. waar
van rose roem komt. Om den b
:omen kleine rose rozetjes, terwijl
der onze eigen fantasie laten eaari
ae overgebleven room verdere
aan te brengen, hier en daar eer.
kersje tusschen de rozetjes roos]
zilver dragee geven ons een
die ons heel wat goedkooper ui!
van den banketbakker.
Tenslotte nog even de Kerstsl
natuurlijk heel graag zelf zullen
doel
waai
Tc
*n,
irip
'loer
De
Kerststol.
500 Gram bloem, 50 gram
zout, 100 gram basterd suiker,
ter. 250 gram sun maid roziji
amandelen, 1 d.L. lauwe melk.
We doen de bloem in de
gist met wat suiker in de laï
doen dit in het midden van de
m wij een kuiltje maakten,
van de omringende bloem door
het daarna ongeveer 20 mini
warm plaatsje staan, daarna
met de eieren, de melk, de
boter en het zout (met de h£
soepele elastische bal, zoolang1
van de pan loslaat, doch minsö
ten, waarna de rozijnen en dej
hakte amandelen er door kor
deeg minstens IV2 uur
rijzen.
Het bakblik vetten wij in
het met bloem, het deeg
goed doorgeweekt en eenige
weer geslagen, dan vormen wijj
ronde plak van, die aan den
ner uitloopt. We bestrijken
met water en vouwen ze di
op het bakblik nog een half
rijzen en daarna in den o*
wordt.
Is de stol gaar, d.w.z. kom*»1
er geheel droog uit, dan halenj
uit den oven, bestrijken het
boter en bestuiven het met
poedersuiker
rsicj
1 on
Ten
'bind