Scbapr Courant
top:
W
HAAR ERFDEEL.
Derde Blad.
Ingezonden Stukken.
©uw
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
D ndardag 24 December 1931.
74ste Jaargang. No. 8992
Mijnheer de Redacteur,
Verzoeke beleefd naar aanleiding van het verslag
van Bloembollencultuur te Langendijk plaatsing van
het onderstaande in uw veelgelezen blad.
In genoemd verslag spreekt een der leden, als men
het heeft over betalingsmoeilijkheden in den bloera-
bollenhandel, als eigen meening uit, dat nu de tijd
gekomen is voor, zoo niet contante, dan toch ver
vroegde betaling. Wij lezen dan verder dat besloten
werd op de volgende vergadering dit punt op de
agenda te plaatsen. De Voorzitter merkte zeer terecht
op dat de Bond niet alleen bestaat uit kweekers, doch
ook uit handelaars.
Het punt vervroegde betaling is inderdaad een punt
dat wel eens in overweging kan worden genomen.
Of echter de bloembollenhandelaren over vervroegde
betaling in de wolken zullen zijn is al zeer twijfel
achtig. Eventueel vervroegde betaling is uitsluitend
een kweekersbelang en wanneer bijv. de afd. Langen
dijk en omstreken een dergelijk voorstel bij de Al-
gemeene Yereeniging voor Bloembollencultuur aan
hangig maakte, zou op de algemeene vergadering wel
blijken dat Bloembollencultuur krachtens haar aard
en haar oorsprong, in deze geen beslissing mag en
kan nemen. Van de hand van den Directeur der Coop.
Haarlcmsche Bloembollenveiling in het Kweekersblad
van 18 December 1930 lezen we over de Alg. Ver. voor
Bloembollencultuur het volgende:
„Dat is zeer zeker een bij uitstek noodzakelijke en
„nuttige vereeniging, die reeds veel in het belang van
„het vak in het algemeen deed en in staat is om
*,in dit opzicht nog meer te doen. Vooropgesteld zij
„dus, dat we de Alg. Ver. v. Bloembollencultuur als
„een beslist noodzakelijke vereeniging beschouwen en
„haar derhalve voor geen enkelen prijs zouden wil
den en kunnen missen. Maar we herhalen uit-
„drukkelijk de/.e vereeniging, hoe onmisbaar ove
rigens, kan uit den aard der zaak niets anders dan
„de belangen van het vak in het algemeen dienen.
„Omdat in deze organisatie ondergebracht zijn kwee
kers, zoowel als handelaren en exporteurs, valt het
„o.i. buiten den werkkring van de Algemeene Ver
eniging om speciale groepsbelangen voor to staan.
„Imnïers, zoodra de Algcm. Vereeniging zich zou
„stellen op een speciaal kweekers- of exporteurs-
landpunt. zou zij zeer terecht in botsing komen met
„de zich benadeeld voelende groep van leden. Het
„strekt deze vereeniging dan ook tot eer, dat zij haar
„roeping steeds zeer consequent heeft kunnen vervul
den.
„Een en ander is blijkbaar goed ingezien ook door
„de bij de Alg. Vereeniging georganiseerde handela
„ren oi exporteurs. Althans we kunnen ons moeilijk
„indenken, dat zij een aparte vereeniging zouden
„stichten, als het door die vereeniging beoogde doel
ook bereikt zou kunnen worden onder auspiciën van
„de .\J&tVerynigijig. Pai.dus^de heeren handelaren
„en exporteurs tevens nog georganiseerd zijn in den
„Bond van Bloembollenhandelaren, bewijst hun goed
„inzicht, dat er wel degelijk verschil is in het behar
tigen van de vakbelangen in het algemeen en in
„dat der speciale exporteursbelangen, wat eveneens
„opgaat met betrekking tot de speciale kweekersbe-
„langen".
Vervroegde betaling is uitsluitend een kweekersbe
lang en dit punt hehoort dus aanhangig gemaakt te
woWen bij de kweekersorganisatie, dat is het Hol-
landsch Bloembollenkweekers-Genootschap. Sommige
kweekers meencn nog dat H.B.G. en Bloembollencul
tuur tegenover elkaar staan. Dit is geenszins het ge-
Tal en dat Bloembollencultuur meeleeft met het
werk van het H.B.G., moge blijken uit het feit dat
Bloembollencultuur zich op de algemeene vergade
ringen van het H.B.G. altijd laat vertegenwoordigen.
De bloembollenkweeker behoort feitelijk lid te zijn
Tan beiden.
Werd een voorstel tot vervroegde betaling door een
ïr afdeelingen bij het H.B.G. ingediend en het zou
de algemeene vergadering worden aangenomen,
tn kon de voorzitter van H.B.G., die tevens voorzit-
'r is van den Bond van Bloembollenveilingen, aldaar
Bze zaak behandelen. Bij dezen Bond zijn 10 van de
U' Coo!1orat'eve bloembollenveilingen aangesloten.
Mij dunkt dat we dan al een stuk op weg waren. Het
«eekersgenootschap dat een stem in den Bond van
Veilingen heeft en op wier initiatief deze Bond tot
Wand kwam, zorgt in dien Bond, dat reglementen,
FEUILLETON
Uit het Engelsch van Josevh Boeking.
HOOFDSTUK XXIII.
Do verloren formule.
Het eerste oogenbllk dacht ze. dat ze in de opwinding
het moment niet goed had gezocht Ze keek de
kast zorgvuldig na. Oude brieven, documenten,
■i geen formule! Wat had dit te beteekenen? Hon-
gedachten flitsten haar door het hoofd. Ze herin-
zich den avond, dat ze voor het eerst het labo-
torium was binnengekomen en Mary haar het groote
'helm had toevertrouwd. Ze had over de formule ge-
Token, maar haar vriendin had haar niet toegestaan
d:e formule met eigen oogen te lezen. Waarom niet?
rtocy wist dat haar vriendin haar vader beloofd had,
zij leefde niemand deze formule te laten zien
at het baar gelukt was rubber te vervaardigen. En
f wist dat de formule werd bewaard in de brandkast
haast Mary's bed. En nu was zij nergens te vinden. Een
JRjfel rees in haar op. Had die formule wel ooit be-
taan? Was het geen hersenschim geweest? Iets waar-
5 Mary zoo lang had gesproken tot ze zelf aan het
-laan was gaan gelooven? Opnieuw zocht ze de kast
°°r. Elk stukje of er geen geheime vakjes waren. Maar
-der resultaat
En toch moest die formule bestaan.. Nancy ging terug
~at beneden en dacht er ernstig over na, Ze was in
et diepst van haar hart overtuigd, dat ze zo.u slagen
m rubber te maken met behulp van de formuTe. Ze had
^st en zeker vertrouwd op het succes en nu scheen
■es volkomen hopeloos. Gedurende de volgende dagen
bt Nancy tevergeefs het heele huis door. Geen stukje
pP'fr liet ze na te onderzoeken, maar alle pogingen
«alden. En toch kon ze zich tenslotte niet indenken, dat
te formule niet had bestaan, daarvoor kende ze Mary
^oed- Maar waar moest ze zoeken? Nancy besloot in
ournum Cottage te blijven wonen. Ze voelde dat Ma-
dat het liefst had gewild en hoewel het idéé daar
verkoopsvoorwaarden enz. in overeenstemming zijn
met het kweekersbelang. Al wat er voor den kwee-
ker tot heden is bereikt, geschiedde door het werk
van het H.B.G. Het H.B.G. heeft gezorgd dat de be
talingstermijn van Juli op Mei is gezet. Door het
H.B.G. is het toetal (100 verknopen en 105 leveren)
misschien weten de Langendijker koolbouwers wel
wat dat is, afgeschaft, kortom voor uitsluitend kwee-
kersbelangen heeft het II.B.G. altijd op de bres ge
staan en zal dat altijd blijven doen, omdat ze bestaat
uit uitsluitend kweekers. Zooveel te krachtiger die
organisatie is, zooveel te meer zal door ons kunnen
worden bereikt. Zoo er iets voor den bollenkweekcr
wat betreft vervroegde betaling te bereiken is, zal bet
H.B.G., evenals altijd wederom op de bres staan. Het
is echter zoo jammer, dat er nog zoovele kweekers
buiten onze eigen organisatie staan. Zij plukken mede
de vruchten van het werk onzer vereeniging. Willen
de bloembollenkweekers hun kweekersbelangen die
nen, dan kunnen ze dit doen door middel van hun
eigen organisatie, het H.B.G.
U, mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaat
sing.
De Secretaris afd. WinkelNieuwe Niodorp
van het H.B.G.:
C. KOORN.
Aan
- Radactie van de Schager Courant i
•ichagen.
M. de R.,
Aangenaam zal het mij zijn wanneer U het ouder
staande in Uw biad zoudt willen opnemen, waar
voor bij voorbaat mijn dank.
In Uw blad van 10 Dec. 1931 komt een ingezonden
stuk voor ..liet verkeer langs den weg en de VVt:sL-
friesche Kanalen'. Bodoeld schrijven zou moeten
dienen om de uitvoering der Westfriesche kanalen
toch vooral aan te moedigen, en dit in verband intt
het vervoer op een onzer rivieren. Aan hei einde
van dit stuk lezen wij dal het aantal vaartuigen van
af 1880 tot en met 1930 is vertienvoudigd; dit betreft
het verkeer op den Rijn, opgenomen te Alphen.
De vraag is bij mij gerezen, waarom wordt dit ils
voorbeeld gesteld? Men zal toch het vervoer langs
een der hoofdaderen van ons land niet als vergelij'
king bedoelen met de vaart in W.F.? Dit is, althans
naar mijne meening, een weinig zeggende ve<ge'ij-
king.
Laat ik de lezors eens enkele cijfers geven, geput
uit de bron die de Westfriesche kanalen aantrekke
lijk maaUt. nl. het rapport-Van Aalst.
Op folio 14 leest men: de totale in- en uitvoer van
Westfriesland is te stellen op ongeveer 650000 ton
per jaar.
Voor dit vervoer is aangegeven een kanaal, ter
lengte van 112.4 K.M., waarvoor is genoemd een be
drag van f 15.500.000. (Zie hiervoor bijlage 10, folio 20).
Laat ons een aannemen, dat van deze hoeveelheid
300.000 ton per groot schip vervoerd zal worden; is
dat vervoer dan niet duur gekocht'? Maar zal men
zeggen, waarom niet alles per groot schip vervoerd?
Ik zal trachten U dit met een voorbeeld aan te too-
enen, en neem daarvoor het bouwmateriaal.
Het is al een tamelijk flink gebouw, waaraan m
W.F. 40000 steenen worden verwerkt. Deze bestaan
in den regel uit. vier soorten, nl. klinkers, hand-
grauw, kalkzandsteen en Belgische steen; in schup-
tonnen bedraagt deze hoeveelheid ongeveer 70 ton.
Waar genoemde steenen aan verschillende fabrieken
moeten worden gehaald, zal het moeilijk zijn daar
voor een schipper te verkrijgen, of men zal een zeer
hooge vrachtprijs moeten betalen.
Ook voor het groentenvervoer zal het niet gemakke
lijk zijn om per groot schip te vervoeren; onder een
groot vaartuig wil ik in dit geval aannemen 200 ton;
Er zullen veel dagen per jaar voorkomen dat aan de
veiling te Noordscharwoude of Broek op Langendijk
geen 200 ton wordt aangevoerd.
En nu een vraag aan meer bevoegden: "\yaar rnoet
een groentenhandelaar met 200 ton groenten heen?
Welke handelaar kou dit uit willen en kunnen uit
voeren?
Wat de rentabiliteit voor de kanalen betreft, hier
voor zou ik .U willen verwijzen naaf bijlage 5. Mon
leest daar op folio 8: In 1920 werd vervoerd ongeveer
260.000 ton grove groenten, waarvan per schip 53000
ton; vermoedelijk zou dit worden 107GO ton, wan
neer de kanalen tot stand waren gekomen. Toen
kostte het vervoer van 53000 ton per schip van 20
ton k f3 per ton f 159000 en 54000 ton per spoor k f5
per ton f270.000, totaal f429.000: Voor vervoer per
schip van 200 ton zouden die kosten hebben bedragen
k f 1.50 per ton f 160.000, alzoo eene besparing van
f269.000.
Voor het vervoer van bieten wordt een dito bere
kening voorgelegd, nl. f3.15 per ton.
bil verkoudheden
en rheumallek
Weiger namaak en let er op dat op elke
tablet het woord "Bayer" staat. Prijs 75 ets.
geheel alleen te zitten haar weinig aantrok, was het
tooh beter dan vreemde kamers te moeten huren. Haar
ontwerpen kregen meer en meer succes en John Shaw-
cross kwam zijn overeenkomst eerlek na.
Jessie Briggs noodigde haar herhaaldelijk uit, maar
Nancy was niet erg gesteld op een verblijf bij de familie
Briggs. Ben probeerde voortdurend met haar alleen te
blijven en dat wilde ze zooveel mogelijk vermijden. Zoo
kwam het, dat ze het grootste deel van den tijd alleen
was. Ze was wanhopig als ze er aan dacht, dat de tijd
voorbij giing zonder dat ze dichter bij haar doel kwam.
Na den dood van Mary Judson en het verlies van de
formule kwam ze weinig meer in het laboratorium. Ze
herinnerde zich hoe haar vriendin hier dag en nacht
gewerkt had en dat ze toch niet had kunnen slagen.
In Augustus ging ze met Jessie Briggs naar 't Lake
District, maar toen Jessie haar vertelde, dat Ben haar
zou komen opzoeken, ging Nancy na twee weken naar
huis terug. Ze voelde niets voor Ben Brigg's avances.
Toen ze terugkwam vond ze een brief van John Trefry.
John schreef haar, dat hij door bemiddeling van den di
recteur van het electriciteitsbedrijf een betere positie had
gekregen, maar hij gaf geen verdere bijzonderheden. Hij
vroeg haar niet eens om terug te schrijven. Hij schreef
alleen: als je dezen brief ontvangt zal ik op weg zijn
naax miin nieuwe betrekking, aan het einde van de
wereld. Maar hij vertelde niet naar welk land hij ging.
Het meisje voelde zich als gekrenkt en teleurgesteld.
Gedurende haar verblijf in Cornwall had ze John toch
duidelijk haar gevoelens laten blijken, maar hij had er
geen aandacht aan geschonken. Ze voelde zich erg een
zaam. Jessie Briggs was in Windermere, John Trefry
in een ander deel van de wereld; de hemel wist waar
ze was alleen in Leeds met Sarah Ellen. Want Nancy
had deze oude knorrige dame in haar dienst gehouden!
Langham is er weer geweest, zei ze op zekeren
dag, toen Nancy thuis kwam. Hij dacht dat u mis
schien van meening veranderd was en hem zou toestaan
om het laboratorium te gebruiken.
Ik heb hem tooh kort en goed gezegd, dat ik het
niet wil hebben, antwoordde Nancy.
Ik weet het en hij was er beleedigd over, zei Sarah.
Hoe het kwam wist Nancy niet, maar plotseling, bij
het hooren van Langham's naam, besloot ze alles te pro-
beeren om het doel van haar vriendin te bereiken. Wel
iswaar bezat ze de formule niet, maar ze had Mary Jud
son zoo dikwijls aan het werk gezien, dat ze haar mis
schien zou kunnen nadoen.
En van dien dag werkte ze, eiken avond opnieuw in
Op folio 9 van het rapport wordt het vervoer bouw
materiaal genoemd: hierop zou een besparing van
ongeveer f2.75 tot f 4 per ton worden verkregen, bere
kend als volgt. liet vervoer van 1000 steenen vanaf
Alkmaar naar Rustenburg per vaartuig, en van Hoorn
naar Avenhorn per as, geeft een besparing van f2.70
per ton. Afstand ongeveer 7 K.M. Voor een dito var-
voer vanaf Alkmaar naar Noordscharwoude per
vaartuig, en van l-Ioorn naar Opmeer per as, beide
afstanden ongeveer 12 K.M., zou een besparing ge
ven van ongeveer f 4 per ton.
Naar mijne meening, zou deze berekening juister
zijn, wanneer was gezegd, per groot schip zijn de kos
ten zooveel, en per klein schip zooveel per ton, en
dit verschil geeft aan het te behalen voordeel.
Voor personen die het rapport lezen, doch plaatse
lijk in Noordholland minder bekend zijn, heeft het
den schijn, alsof er geen, of althans weinig vaarwa
ter is, en vooral in W.F.; dit is echter niet het ge
val, een groot aantal plaatsen is thans reeds bereik
baar met vaartuigen van 20 tot 80 ton.
Aan het einde van hef bij den aanhef genoemde
stuk wordt gezegd, dat in 1930 te Alphen passeerden
75452 vaartuigen: de tonneninhoud kon niet worden
aangegeven Laat ons die eens aanhouden op gemid
deld 60 ton per vaartuig, dan wordt dit 4.527.120 ton:
dit is een bedrag dat naar mijne meening niet ruim
genomen is. Zet daar eens tegenover de tonnenmaat
die men verwacht op de W.F. kanalen, dan is Jat
aantal toch zeer klein.
Wanneer het vervoer te water zooveel winst ople
vert als bovengenoemd, waarom dan niet geladen in
groote vaartuigen langs het Noordhollandsch Kanaal,
te Medemblik, en Enkhuizen?
Mijne rueening is deze; groote vaart is voordelig,
wanneer er de materialen of producten voor aanwe
zig zijn, of voor gevraagd wordt, maar voor groote
partijen goederen of materialen, acht ik het zielental
in Westfriesland te klein, om op een groot vervoer
te mogen rekenen. Men heeft tevens het oog op Je
Wieringermeer, want daar zal men veel kunnen ha
len. Zou men werkelijk meenen, dat dit vervoer zal
gaan door Noordholland? Ik stel mij voor dat dit
in hoofdzaak zal gaan over het IJsselmeer, met als
laadplaatsen Den Oever te Wieringen en MedembI'K.
Voor een overzicht voor het vervoer te water langs
het Noordhollandsch Kanaal, meen ik te mogen ver
wijzen naar folio 17 van het meer genoemde rapport.
Dat daar nog een tamelijk vervoer is, vindt zijn oor
sprong in den aanvoer voor de zeeweringen, welke
allen ten noorden van Alkmaar zijn gelegen; de cij
fers in het rapport genoemd, volgen hier.
Door de vlotbrug te Alkmaar passeerden in de ja/-
ren 1918-1919 en 1920 gemiddeld 1.182.929 ton, door
de Kocdijkervlotbrug 695.590 ton, de vlotbrug te
t Zand 426.545 ton, en door de sluizen te Den Helder
348.694 ton
Ter bevoegder plaatse is door mij eens geïnfor
meerd. in hoeveel vaartuigen de eerstgenoemde hoe
veelheid was verladen; men deelde mij toen mede,
dat door do vlotbrug te Alkmaar 35000 a 40000 vaartui
gen passeerden per jaar. Slaat men het aantal tonnen
om op het aantal vaartuige.n, dan zou dit gemiddeld
?>er vaartuig ongeveer 32 ton bedragen.
Hiermede heb ik gemeend verschillende lezers een
kort overzicht van de bedoelde aangelegenheid te
hebben gegeven: waar ik niet juist ben, hoop ik dat
men mij daarop wil wijzen.
U, mijnheer de Redacteur, mijn dank voor de ver
leende plaatsruimte.
Dirkshorn, December 1931.
J. WARTENHORST.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting; van Dinsdag 22 December.
EEN AMOKMAKER TE KOLHORN.
De morgenzitting van de meervoudige strafkamer
werd geopend met een bloedige zaak contra den 33-ja-
rigen keetbaas Geert Sch., die zich in den nacht van 30
Sept. op 1 Oct. te Koühorn had schuldig gemaakt aan
ernstige mishandeling, door den 55-jarigen A. van Alten
met een zonder twijfel behoorlijk scherp mes een aantal
geduohte sneden in het gelaat en nog een dito jaap in
zijn been toe te brengen. De aldus getroffene Kolhorner
kon niet met zekerheid zijn aanvaller herkennen, maar
meende thans, dat verdachte op bedoelden „kerel" ge
leek. De overtuigende manier, waarop van Alten, even
eens Zuiderzeewerker, was bewerkt met het mes, was
oorzaak dat hij een aantal dagen ter restauratie in het
ziekenhuis te Alkmaar moest doorbrengen, nadat Dr.
van Hoolwerf hem de zeer noodige eerste hulp had ver
leend.
De mishandelde grondwerker, overlegde thans diveTse
schaderekeningen van medici, verpleegdagen, arbeids
verzuim, 'n nieuwe bril, enz. enz. Het minitieus uitreke
nen van al die vorderingen nam een tamelijke hoeveel
heid van den natlonalen tijd in beslag. Het totale be
drag was echter hooger dan f 150, zoodat het college
geen vrijheid had daar boven te gaan. De heer van Al
ten gaf er toen de voorkeur aan een afzonderlijke ci
viele vordering in te stellen.
Als stukken van overtuiging waren mede aanwezig een
fnes en twee bezemstelen, attributen van de mentaliteit
onder het onrustige Zulderzeevolkje.
De verdachte polderwerker, met animo verdedigd door
Mr. Belonje. beweerde na het verlaten van het café
door versohillende personen, waaronder van Alten, te
zijn aangevallen, en hij sommeerde op heftige toon van
Alten, hier de waarheid te zeggen, want hier viel de be
slissing.
De president kon niet anders dan verdachte op dit
kardinale punt gelijk te geven.
Als bijzonderheid mogen wij wel melding maken, dat
het knipmes van verdachte aanvankelijk met geen mo
gelijkheid geopend kon worden. Eerst later mocht deze
krachttoer gelukken.
De getuige, N. Veenema, die zich in den bewusten
nacht met zijn schoonvader, den mishandelde van Al
ten, op de kermis te Kolhorn had bevonden, beweerde
dat verdachte was begonnen met zijn afkeuring uit te
spreken over een kostganger, zekeren Blommaerts, waar
op zijn schoonvader hem vroeg wat hij daarmede te
maken had. Vóór den veldslag had het IJlustre gezelschap
den avond „gezellig" doorgebracht in het café van den
heer Hermes. Nadat Venema had gezien dat zijn schoon
vader in 't gelaat bloedde had hij verdachte aangepakt
en op den grond geworpen, waarop vermoedelijk ver
dachte hem een prik in den voet gaf. Ook ontving hij
nog eenige sneden in zijn kleederen. Ook Venema had
een vordering tegen den keetbaas, betreffende costuum,
nieuwe sokken, nieuwe sohoenen en rekening van den
dokter.
De president scheen de rekening nogal overdreven te
achten. De schoenen konden gerepareerd worden en
netjes blinkend worden gepoetst. Nota bene verlangde
getuige f 10 schadevergoeding voor die schoenen, ab
omni disce omnes! in het geheel bedroeg zijn vordering
ruim f 82, waarop verdachte te kennen gaf. geen cent
het laboratorium. Ze hoopte zoo vurig, dat ze het eene
kleine experiment zou kunnen vinden.
Als ik de formule maar had, zuchtte ze na elke ver
geef sche poging.
Maar de formule was en bleef verdwenen. Er was
maar één ding mogelijk, daoht ze ten slotte: dat ze ge
stolen was. Eerst scheen die gedachte haar absurd, maar
hoe meer ze er over nadacht, hoe meer ze tot die over
tuiging kwam. Maar wie zou de dief zijn? Wie zou iets
van het bestaan ervan afweten? Haar eerste gedachte
was Langham. Hij was zoo dikwijls na Mary's dood ge
komen om opnieuw het gebruik van het laboratorium
te vragen, maar dat was geen voldoend argument. Als
de formule gestolen was, moest dat gebeurd zijn tusschen
den dag na Mary's dood en de begrafenis en Langham
was er gedurende dien tijd niet geweest. Wie kon het dan
hebben gedaan? Er waren een massa vreemde menschen
in huls geweest, die dagen, maar de brandkast was zorg
vuldig gesloten en alleen zij wist waar Mary de sleutel
bewaarde. Dagen lang tqbde Nancy over dit nieuwe
vraagstuk. Eiken dag was ze er vaster van overtuigd,
dat de formule was gestolen. Ze dacht eraan dat de tijd
voor de optie bijna om was. Drie en een half jaar waren
voorbij gegaan, ze voelde zich wanhopig worden.
Een avond, toen ze thuiskwam, van de fabriek, was
ze droeviger gestemd dan ooit te voren. De winter was
in aantocht en een grijze mist hing over de stad. Welk
doel had het leven voor haar? Ze had haar best gedaan
baars vaders laatsten wil na te komen, maar het was
mislukt. Behalve Jessie Briggs bezat ze geen vriendin
in die groote stad. John Trefry scheen ergens In Zuld-
Amerika te zijn, maar hij had het haar nooit geschre
ven en zij was te trotsch om er haar vriendin in Cron-
wall naar te vragen. Er lag niets anders voor haar in
't vooruitzicht dan een somber en droefgeestig leven in
deze grijze stad. Wel verdiende ze een goed salaris, maar
het idee dat ze haar heele leven op die manier moest
slijten, lokte haar bitter weinig aan. Ze was nog altijd
jong: bijna vijf en twintig, ze zag er uit als een heel
jong meisje, maar ze wist dat de tiid niet stilstond. Wat
zou het leven haar nog brengen? Juist sloeg ze Rhödo-
dendron Street in, toen ze vlugge voetstappen achter
zich hoorde. Het was Ben Briggs.
Ik hoopte je tegen te komen, miss Nancy, zei hij.
Zoo moeilijk ben ik niet te vinden, nietwaar? ant
woordde Nancy vriendelijk, want op dat oogenbllk voel
de ze zich zoo eenzaam, dat Ben's gezelschap haar bijna
welkom was.
Ik weet het niet, antwoordde Ben. Je ontloopt
te willen betalen. Als hij echter schuldig zou zijn, niet
meer dan 5 gulden!
Summa Summarum, mocht voorts de verwarde ver
klaring van dezen getuige weinig tot verheldering der
situatie bijdragen.
Nog een schoonzoon van den gesneden polderjongen,
H. Roossien werd gehoord als getuige. Hij had gehoord
dat zijn schoonvader had gezegd: Je moet geen ouwe
man slaan. Zijn zwager Venema had verdachte vastge
houden. Dat zijn schoonvader bebloed was, had Roossien
niet gezien. Hij was weggegaan om politiehulp in te roe
pen.
Verdachte beweerde dat juist deze getuige hem met
eeh bierflesch had geslagen, terwijl zijn vrouw hem in
't gelaat had gekrabt.
Daarop kregen bedde partijen samen een geanimeerd©
ruzie, waaraan de president, mr. Ledeboer een einde
maakte met de woorden: Het moet hier nu niet al t©
gezellig worden!
Vervolgens werd gehoord de veelbesproken Commen
saal Enri Blonvmaerts, die verklaarde dat verdacht©
hem in het café van Hermes had toegevoegd. Van
avond zullen wij afrekenen! en hem uitgedaagd had om
bulten te komen! op welke invitatie get geen lust had
in te gaan. Ook dreigde verdachte met een bierflesohje,
dat hem door zijn vrouw werd afgenomen. Buiten had
hij verdachte, gewapend met een mes, zien steken in de
richting van zwager Venema's voet
Deze getuige zakte toen in elkander en werd daarna
op den grond gelegd, krabbelde toen weer overeind, werd
onthaald op een weinig water, waarop het verhoor weer
geregeld werd voortgezet. De president waagde de ver
onderstelling, dat het geweten van getuige hem mis
schien hinderde
De grondwerker Gringhuis, gelukkig de laatste der
Kolhorner Mohikanen, had ook gehoord dat van Altén
zei: Je moet geen ouwe man slaan en had hij gezien, dat
verdachte dezen v. Alten stak. Verder strekte de d
waarneming van getuige niet.
Eindelijk verscheen Dr. van Hoolwerf. arts te Alk
maar, assistent van Dr. van Dam. die get. v. Alten me
disch had behandeld en nu verslag deed van zijn bevin
dingen op het geschonden gelaat van dezen getuige.
De heer officier, in *t kort de feiten releveerende, in
sinueerde, dat de getuigen Venema en Blommaerts op
hem geen bepaald vertrouwbaren indruk maakten. Uit
hetgeen evenwel op deze zitting was komen vast te
staan, dat verdachte zich aan de hem tenlaste gelegd©
mishandelingen met gebruik van een mes had schuldig
gemaakt. Het beroep op noodweer werd door den offi
cier afgewezen.
Eisch ten slotte ter zake bloedige mishandeling tegen
verdachte, reeds 2 maal wegens poging tot zware mis
handeling van een ambtenaar en verduistering veroor
deeld, 5 maanden gevangenisstraf.
Mr. Belonje gang eveneens het gebeurde nog eens in
bijzonderheden na, vestigde de aandacht op de uiteen-
loopende en tegenstrijdige getuigenverklaringen van pol
derjongens die bang voor elkanders mes zijn en eindig
de in deze niet voldoende opgehelderde zaak voor ver
dachte vrijspraak te concludeeren.
EEN HUISHOUDSTER DIE NIET MET GENADIGE
OOGEN WERD AANGEZIEN.
De 25-jarige mej. Calh. Geertr. W., echtgenoote van
den heer C. K. te Broek op Langendijk, had vanaf 1
Juli tot 7 Augustus als huishoudster gefungeerd in dienst
van den getuige C. Balder, 'n 33-jaxige tuinbouwer te
Broek op Langendijk, naar het scheen niet tot diens
onverdeelde voldoening, aangezien deze juffrouw thans
terecht stond als verdacht van verduistering van een
me zooveel mogelijk.
Met welk recht zegt u dat?
Ik ben niet blind. Zoo gauw u hoorde, dat ik naar
Windermere zou komen, verleden jaar, ging u terug
naar huis. Je bent toch niet kwaad op me?
Waarom zou ik kwaad zijn?
Ik moet je iets vertellen, zei hij na een korte stilte.
Mag ik even mee naar binnen gaan?
Ze hadden Laburnum Cottage bereikt
Kom binnen, zei Nancy, bijna verheugd. Het idee
weer een heelen avond alleen te zitten, schrikte haar af.
Niet alleen dat zijn zaken schitterend gingen, maar er
gLngen geruchten, dat hij Lord Mayor zou worden. Hij
zag er ook welvarend uit Hij was goed gekleed en zijn
omgang met groote zakenmensohen had hem een zeker
aiT van savolr vlvre gegeven, dat Nancy vroeger in hem
had gemist
Dit is een gezellige kamer, merkte Ben op, Het is
me niet gelukt zoo iets bij mij thuis gedaan te krijgen.
Maar nu heb ik moeder zoover, dat ik mijn eigen kamer
volgens mijn eigen smaak laat inrichten. Het zal er niet
kwaad uitzien, den/k ik. Kom eena kijken als je wilt
Was het om me dat te vragen dat u mee bent ge-
gaan?
Gedeeltelijk wel, antwoordde Ben, maar er is nog
iets anders; ik ben juist terug uit Cornwall, voegde hij
er aan toe.
Cornwall? herhaalde het meisje. Hebt u... hebt
u...
Ja, ik heb Trevaaiion Court gezien. Ben merkte dat
het meisje nieuwsgierig was.
Ik begrijp dat je er zooveel van houdt ging hij
voort het is werkelijk prachtig.
Ik ben biy, dat u het zoo mooi vindt! riep het
meisje uit
Wie zou het niet mooi vinden! Het Is een prachtig
oud huis en het draagt den stempel der eeuwen.
Ik vind het heerlijk, dat u er zoo over praat
Hoe oud is het? vroeg Ben.
Het werd gebouwd onder Koningin Elizabeth, ant
woordde Nancy, maar het staat op de grondvesten van
een veel ouder huis.
Ik kan me goed begrijpen wat het je gekost heeft
om het te moeten verkoopen, zei de jonge man harte
lijk, Ik ben niet sentimenteel, maar ik begrijp het vol
komen. Alleen al die eiken zoldering is onbetaalbaar.
Ze hebben me verteld dat er Amerikanen zijn geweest
die eenige duizenden ponden hebben geboden, alleen
voor die paneelen.