Scbapr Courant top: W HAAR ERFDEEL. Derde Blad. Ingezonden Stukken. ©uw Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. D ndardag 24 December 1931. 74ste Jaargang. No. 8992 Mijnheer de Redacteur, Verzoeke beleefd naar aanleiding van het verslag van Bloembollencultuur te Langendijk plaatsing van het onderstaande in uw veelgelezen blad. In genoemd verslag spreekt een der leden, als men het heeft over betalingsmoeilijkheden in den bloera- bollenhandel, als eigen meening uit, dat nu de tijd gekomen is voor, zoo niet contante, dan toch ver vroegde betaling. Wij lezen dan verder dat besloten werd op de volgende vergadering dit punt op de agenda te plaatsen. De Voorzitter merkte zeer terecht op dat de Bond niet alleen bestaat uit kweekers, doch ook uit handelaars. Het punt vervroegde betaling is inderdaad een punt dat wel eens in overweging kan worden genomen. Of echter de bloembollenhandelaren over vervroegde betaling in de wolken zullen zijn is al zeer twijfel achtig. Eventueel vervroegde betaling is uitsluitend een kweekersbelang en wanneer bijv. de afd. Langen dijk en omstreken een dergelijk voorstel bij de Al- gemeene Yereeniging voor Bloembollencultuur aan hangig maakte, zou op de algemeene vergadering wel blijken dat Bloembollencultuur krachtens haar aard en haar oorsprong, in deze geen beslissing mag en kan nemen. Van de hand van den Directeur der Coop. Haarlcmsche Bloembollenveiling in het Kweekersblad van 18 December 1930 lezen we over de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur het volgende: „Dat is zeer zeker een bij uitstek noodzakelijke en „nuttige vereeniging, die reeds veel in het belang van „het vak in het algemeen deed en in staat is om *,in dit opzicht nog meer te doen. Vooropgesteld zij „dus, dat we de Alg. Ver. v. Bloembollencultuur als „een beslist noodzakelijke vereeniging beschouwen en „haar derhalve voor geen enkelen prijs zouden wil den en kunnen missen. Maar we herhalen uit- „drukkelijk de/.e vereeniging, hoe onmisbaar ove rigens, kan uit den aard der zaak niets anders dan „de belangen van het vak in het algemeen dienen. „Omdat in deze organisatie ondergebracht zijn kwee kers, zoowel als handelaren en exporteurs, valt het „o.i. buiten den werkkring van de Algemeene Ver eniging om speciale groepsbelangen voor to staan. „Imnïers, zoodra de Algcm. Vereeniging zich zou „stellen op een speciaal kweekers- of exporteurs- landpunt. zou zij zeer terecht in botsing komen met „de zich benadeeld voelende groep van leden. Het „strekt deze vereeniging dan ook tot eer, dat zij haar „roeping steeds zeer consequent heeft kunnen vervul den. „Een en ander is blijkbaar goed ingezien ook door „de bij de Alg. Vereeniging georganiseerde handela „ren oi exporteurs. Althans we kunnen ons moeilijk „indenken, dat zij een aparte vereeniging zouden „stichten, als het door die vereeniging beoogde doel ook bereikt zou kunnen worden onder auspiciën van „de .\J&tVerynigijig. Pai.dus^de heeren handelaren „en exporteurs tevens nog georganiseerd zijn in den „Bond van Bloembollenhandelaren, bewijst hun goed „inzicht, dat er wel degelijk verschil is in het behar tigen van de vakbelangen in het algemeen en in „dat der speciale exporteursbelangen, wat eveneens „opgaat met betrekking tot de speciale kweekersbe- „langen". Vervroegde betaling is uitsluitend een kweekersbe lang en dit punt hehoort dus aanhangig gemaakt te woWen bij de kweekersorganisatie, dat is het Hol- landsch Bloembollenkweekers-Genootschap. Sommige kweekers meencn nog dat H.B.G. en Bloembollencul tuur tegenover elkaar staan. Dit is geenszins het ge- Tal en dat Bloembollencultuur meeleeft met het werk van het H.B.G., moge blijken uit het feit dat Bloembollencultuur zich op de algemeene vergade ringen van het H.B.G. altijd laat vertegenwoordigen. De bloembollenkweeker behoort feitelijk lid te zijn Tan beiden. Werd een voorstel tot vervroegde betaling door een ïr afdeelingen bij het H.B.G. ingediend en het zou de algemeene vergadering worden aangenomen, tn kon de voorzitter van H.B.G., die tevens voorzit- 'r is van den Bond van Bloembollenveilingen, aldaar Bze zaak behandelen. Bij dezen Bond zijn 10 van de U' Coo!1orat'eve bloembollenveilingen aangesloten. Mij dunkt dat we dan al een stuk op weg waren. Het «eekersgenootschap dat een stem in den Bond van Veilingen heeft en op wier initiatief deze Bond tot Wand kwam, zorgt in dien Bond, dat reglementen, FEUILLETON Uit het Engelsch van Josevh Boeking. HOOFDSTUK XXIII. Do verloren formule. Het eerste oogenbllk dacht ze. dat ze in de opwinding het moment niet goed had gezocht Ze keek de kast zorgvuldig na. Oude brieven, documenten, ■i geen formule! Wat had dit te beteekenen? Hon- gedachten flitsten haar door het hoofd. Ze herin- zich den avond, dat ze voor het eerst het labo- torium was binnengekomen en Mary haar het groote 'helm had toevertrouwd. Ze had over de formule ge- Token, maar haar vriendin had haar niet toegestaan d:e formule met eigen oogen te lezen. Waarom niet? rtocy wist dat haar vriendin haar vader beloofd had, zij leefde niemand deze formule te laten zien at het baar gelukt was rubber te vervaardigen. En f wist dat de formule werd bewaard in de brandkast haast Mary's bed. En nu was zij nergens te vinden. Een JRjfel rees in haar op. Had die formule wel ooit be- taan? Was het geen hersenschim geweest? Iets waar- 5 Mary zoo lang had gesproken tot ze zelf aan het -laan was gaan gelooven? Opnieuw zocht ze de kast °°r. Elk stukje of er geen geheime vakjes waren. Maar -der resultaat En toch moest die formule bestaan.. Nancy ging terug ~at beneden en dacht er ernstig over na, Ze was in et diepst van haar hart overtuigd, dat ze zo.u slagen m rubber te maken met behulp van de formuTe. Ze had ^st en zeker vertrouwd op het succes en nu scheen ■es volkomen hopeloos. Gedurende de volgende dagen bt Nancy tevergeefs het heele huis door. Geen stukje pP'fr liet ze na te onderzoeken, maar alle pogingen «alden. En toch kon ze zich tenslotte niet indenken, dat te formule niet had bestaan, daarvoor kende ze Mary ^oed- Maar waar moest ze zoeken? Nancy besloot in ournum Cottage te blijven wonen. Ze voelde dat Ma- dat het liefst had gewild en hoewel het idéé daar verkoopsvoorwaarden enz. in overeenstemming zijn met het kweekersbelang. Al wat er voor den kwee- ker tot heden is bereikt, geschiedde door het werk van het H.B.G. Het H.B.G. heeft gezorgd dat de be talingstermijn van Juli op Mei is gezet. Door het H.B.G. is het toetal (100 verknopen en 105 leveren) misschien weten de Langendijker koolbouwers wel wat dat is, afgeschaft, kortom voor uitsluitend kwee- kersbelangen heeft het II.B.G. altijd op de bres ge staan en zal dat altijd blijven doen, omdat ze bestaat uit uitsluitend kweekers. Zooveel te krachtiger die organisatie is, zooveel te meer zal door ons kunnen worden bereikt. Zoo er iets voor den bollenkweekcr wat betreft vervroegde betaling te bereiken is, zal bet H.B.G., evenals altijd wederom op de bres staan. Het is echter zoo jammer, dat er nog zoovele kweekers buiten onze eigen organisatie staan. Zij plukken mede de vruchten van het werk onzer vereeniging. Willen de bloembollenkweekers hun kweekersbelangen die nen, dan kunnen ze dit doen door middel van hun eigen organisatie, het H.B.G. U, mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaat sing. De Secretaris afd. WinkelNieuwe Niodorp van het H.B.G.: C. KOORN. Aan - Radactie van de Schager Courant i •ichagen. M. de R., Aangenaam zal het mij zijn wanneer U het ouder staande in Uw biad zoudt willen opnemen, waar voor bij voorbaat mijn dank. In Uw blad van 10 Dec. 1931 komt een ingezonden stuk voor ..liet verkeer langs den weg en de VVt:sL- friesche Kanalen'. Bodoeld schrijven zou moeten dienen om de uitvoering der Westfriesche kanalen toch vooral aan te moedigen, en dit in verband intt het vervoer op een onzer rivieren. Aan hei einde van dit stuk lezen wij dal het aantal vaartuigen van af 1880 tot en met 1930 is vertienvoudigd; dit betreft het verkeer op den Rijn, opgenomen te Alphen. De vraag is bij mij gerezen, waarom wordt dit ils voorbeeld gesteld? Men zal toch het vervoer langs een der hoofdaderen van ons land niet als vergelij' king bedoelen met de vaart in W.F.? Dit is, althans naar mijne meening, een weinig zeggende ve<ge'ij- king. Laat ik de lezors eens enkele cijfers geven, geput uit de bron die de Westfriesche kanalen aantrekke lijk maaUt. nl. het rapport-Van Aalst. Op folio 14 leest men: de totale in- en uitvoer van Westfriesland is te stellen op ongeveer 650000 ton per jaar. Voor dit vervoer is aangegeven een kanaal, ter lengte van 112.4 K.M., waarvoor is genoemd een be drag van f 15.500.000. (Zie hiervoor bijlage 10, folio 20). Laat ons een aannemen, dat van deze hoeveelheid 300.000 ton per groot schip vervoerd zal worden; is dat vervoer dan niet duur gekocht'? Maar zal men zeggen, waarom niet alles per groot schip vervoerd? Ik zal trachten U dit met een voorbeeld aan te too- enen, en neem daarvoor het bouwmateriaal. Het is al een tamelijk flink gebouw, waaraan m W.F. 40000 steenen worden verwerkt. Deze bestaan in den regel uit. vier soorten, nl. klinkers, hand- grauw, kalkzandsteen en Belgische steen; in schup- tonnen bedraagt deze hoeveelheid ongeveer 70 ton. Waar genoemde steenen aan verschillende fabrieken moeten worden gehaald, zal het moeilijk zijn daar voor een schipper te verkrijgen, of men zal een zeer hooge vrachtprijs moeten betalen. Ook voor het groentenvervoer zal het niet gemakke lijk zijn om per groot schip te vervoeren; onder een groot vaartuig wil ik in dit geval aannemen 200 ton; Er zullen veel dagen per jaar voorkomen dat aan de veiling te Noordscharwoude of Broek op Langendijk geen 200 ton wordt aangevoerd. En nu een vraag aan meer bevoegden: "\yaar rnoet een groentenhandelaar met 200 ton groenten heen? Welke handelaar kou dit uit willen en kunnen uit voeren? Wat de rentabiliteit voor de kanalen betreft, hier voor zou ik .U willen verwijzen naaf bijlage 5. Mon leest daar op folio 8: In 1920 werd vervoerd ongeveer 260.000 ton grove groenten, waarvan per schip 53000 ton; vermoedelijk zou dit worden 107GO ton, wan neer de kanalen tot stand waren gekomen. Toen kostte het vervoer van 53000 ton per schip van 20 ton k f3 per ton f 159000 en 54000 ton per spoor k f5 per ton f270.000, totaal f429.000: Voor vervoer per schip van 200 ton zouden die kosten hebben bedragen k f 1.50 per ton f 160.000, alzoo eene besparing van f269.000. Voor het vervoer van bieten wordt een dito bere kening voorgelegd, nl. f3.15 per ton. bil verkoudheden en rheumallek Weiger namaak en let er op dat op elke tablet het woord "Bayer" staat. Prijs 75 ets. geheel alleen te zitten haar weinig aantrok, was het tooh beter dan vreemde kamers te moeten huren. Haar ontwerpen kregen meer en meer succes en John Shaw- cross kwam zijn overeenkomst eerlek na. Jessie Briggs noodigde haar herhaaldelijk uit, maar Nancy was niet erg gesteld op een verblijf bij de familie Briggs. Ben probeerde voortdurend met haar alleen te blijven en dat wilde ze zooveel mogelijk vermijden. Zoo kwam het, dat ze het grootste deel van den tijd alleen was. Ze was wanhopig als ze er aan dacht, dat de tijd voorbij giing zonder dat ze dichter bij haar doel kwam. Na den dood van Mary Judson en het verlies van de formule kwam ze weinig meer in het laboratorium. Ze herinnerde zich hoe haar vriendin hier dag en nacht gewerkt had en dat ze toch niet had kunnen slagen. In Augustus ging ze met Jessie Briggs naar 't Lake District, maar toen Jessie haar vertelde, dat Ben haar zou komen opzoeken, ging Nancy na twee weken naar huis terug. Ze voelde niets voor Ben Brigg's avances. Toen ze terugkwam vond ze een brief van John Trefry. John schreef haar, dat hij door bemiddeling van den di recteur van het electriciteitsbedrijf een betere positie had gekregen, maar hij gaf geen verdere bijzonderheden. Hij vroeg haar niet eens om terug te schrijven. Hij schreef alleen: als je dezen brief ontvangt zal ik op weg zijn naax miin nieuwe betrekking, aan het einde van de wereld. Maar hij vertelde niet naar welk land hij ging. Het meisje voelde zich als gekrenkt en teleurgesteld. Gedurende haar verblijf in Cornwall had ze John toch duidelijk haar gevoelens laten blijken, maar hij had er geen aandacht aan geschonken. Ze voelde zich erg een zaam. Jessie Briggs was in Windermere, John Trefry in een ander deel van de wereld; de hemel wist waar ze was alleen in Leeds met Sarah Ellen. Want Nancy had deze oude knorrige dame in haar dienst gehouden! Langham is er weer geweest, zei ze op zekeren dag, toen Nancy thuis kwam. Hij dacht dat u mis schien van meening veranderd was en hem zou toestaan om het laboratorium te gebruiken. Ik heb hem tooh kort en goed gezegd, dat ik het niet wil hebben, antwoordde Nancy. Ik weet het en hij was er beleedigd over, zei Sarah. Hoe het kwam wist Nancy niet, maar plotseling, bij het hooren van Langham's naam, besloot ze alles te pro- beeren om het doel van haar vriendin te bereiken. Wel iswaar bezat ze de formule niet, maar ze had Mary Jud son zoo dikwijls aan het werk gezien, dat ze haar mis schien zou kunnen nadoen. En van dien dag werkte ze, eiken avond opnieuw in Op folio 9 van het rapport wordt het vervoer bouw materiaal genoemd: hierop zou een besparing van ongeveer f2.75 tot f 4 per ton worden verkregen, bere kend als volgt. liet vervoer van 1000 steenen vanaf Alkmaar naar Rustenburg per vaartuig, en van Hoorn naar Avenhorn per as, geeft een besparing van f2.70 per ton. Afstand ongeveer 7 K.M. Voor een dito var- voer vanaf Alkmaar naar Noordscharwoude per vaartuig, en van l-Ioorn naar Opmeer per as, beide afstanden ongeveer 12 K.M., zou een besparing ge ven van ongeveer f 4 per ton. Naar mijne meening, zou deze berekening juister zijn, wanneer was gezegd, per groot schip zijn de kos ten zooveel, en per klein schip zooveel per ton, en dit verschil geeft aan het te behalen voordeel. Voor personen die het rapport lezen, doch plaatse lijk in Noordholland minder bekend zijn, heeft het den schijn, alsof er geen, of althans weinig vaarwa ter is, en vooral in W.F.; dit is echter niet het ge val, een groot aantal plaatsen is thans reeds bereik baar met vaartuigen van 20 tot 80 ton. Aan het einde van hef bij den aanhef genoemde stuk wordt gezegd, dat in 1930 te Alphen passeerden 75452 vaartuigen: de tonneninhoud kon niet worden aangegeven Laat ons die eens aanhouden op gemid deld 60 ton per vaartuig, dan wordt dit 4.527.120 ton: dit is een bedrag dat naar mijne meening niet ruim genomen is. Zet daar eens tegenover de tonnenmaat die men verwacht op de W.F. kanalen, dan is Jat aantal toch zeer klein. Wanneer het vervoer te water zooveel winst ople vert als bovengenoemd, waarom dan niet geladen in groote vaartuigen langs het Noordhollandsch Kanaal, te Medemblik, en Enkhuizen? Mijne rueening is deze; groote vaart is voordelig, wanneer er de materialen of producten voor aanwe zig zijn, of voor gevraagd wordt, maar voor groote partijen goederen of materialen, acht ik het zielental in Westfriesland te klein, om op een groot vervoer te mogen rekenen. Men heeft tevens het oog op Je Wieringermeer, want daar zal men veel kunnen ha len. Zou men werkelijk meenen, dat dit vervoer zal gaan door Noordholland? Ik stel mij voor dat dit in hoofdzaak zal gaan over het IJsselmeer, met als laadplaatsen Den Oever te Wieringen en MedembI'K. Voor een overzicht voor het vervoer te water langs het Noordhollandsch Kanaal, meen ik te mogen ver wijzen naar folio 17 van het meer genoemde rapport. Dat daar nog een tamelijk vervoer is, vindt zijn oor sprong in den aanvoer voor de zeeweringen, welke allen ten noorden van Alkmaar zijn gelegen; de cij fers in het rapport genoemd, volgen hier. Door de vlotbrug te Alkmaar passeerden in de ja/- ren 1918-1919 en 1920 gemiddeld 1.182.929 ton, door de Kocdijkervlotbrug 695.590 ton, de vlotbrug te t Zand 426.545 ton, en door de sluizen te Den Helder 348.694 ton Ter bevoegder plaatse is door mij eens geïnfor meerd. in hoeveel vaartuigen de eerstgenoemde hoe veelheid was verladen; men deelde mij toen mede, dat door do vlotbrug te Alkmaar 35000 a 40000 vaartui gen passeerden per jaar. Slaat men het aantal tonnen om op het aantal vaartuige.n, dan zou dit gemiddeld ?>er vaartuig ongeveer 32 ton bedragen. Hiermede heb ik gemeend verschillende lezers een kort overzicht van de bedoelde aangelegenheid te hebben gegeven: waar ik niet juist ben, hoop ik dat men mij daarop wil wijzen. U, mijnheer de Redacteur, mijn dank voor de ver leende plaatsruimte. Dirkshorn, December 1931. J. WARTENHORST. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting; van Dinsdag 22 December. EEN AMOKMAKER TE KOLHORN. De morgenzitting van de meervoudige strafkamer werd geopend met een bloedige zaak contra den 33-ja- rigen keetbaas Geert Sch., die zich in den nacht van 30 Sept. op 1 Oct. te Koühorn had schuldig gemaakt aan ernstige mishandeling, door den 55-jarigen A. van Alten met een zonder twijfel behoorlijk scherp mes een aantal geduohte sneden in het gelaat en nog een dito jaap in zijn been toe te brengen. De aldus getroffene Kolhorner kon niet met zekerheid zijn aanvaller herkennen, maar meende thans, dat verdachte op bedoelden „kerel" ge leek. De overtuigende manier, waarop van Alten, even eens Zuiderzeewerker, was bewerkt met het mes, was oorzaak dat hij een aantal dagen ter restauratie in het ziekenhuis te Alkmaar moest doorbrengen, nadat Dr. van Hoolwerf hem de zeer noodige eerste hulp had ver leend. De mishandelde grondwerker, overlegde thans diveTse schaderekeningen van medici, verpleegdagen, arbeids verzuim, 'n nieuwe bril, enz. enz. Het minitieus uitreke nen van al die vorderingen nam een tamelijke hoeveel heid van den natlonalen tijd in beslag. Het totale be drag was echter hooger dan f 150, zoodat het college geen vrijheid had daar boven te gaan. De heer van Al ten gaf er toen de voorkeur aan een afzonderlijke ci viele vordering in te stellen. Als stukken van overtuiging waren mede aanwezig een fnes en twee bezemstelen, attributen van de mentaliteit onder het onrustige Zulderzeevolkje. De verdachte polderwerker, met animo verdedigd door Mr. Belonje. beweerde na het verlaten van het café door versohillende personen, waaronder van Alten, te zijn aangevallen, en hij sommeerde op heftige toon van Alten, hier de waarheid te zeggen, want hier viel de be slissing. De president kon niet anders dan verdachte op dit kardinale punt gelijk te geven. Als bijzonderheid mogen wij wel melding maken, dat het knipmes van verdachte aanvankelijk met geen mo gelijkheid geopend kon worden. Eerst later mocht deze krachttoer gelukken. De getuige, N. Veenema, die zich in den bewusten nacht met zijn schoonvader, den mishandelde van Al ten, op de kermis te Kolhorn had bevonden, beweerde dat verdachte was begonnen met zijn afkeuring uit te spreken over een kostganger, zekeren Blommaerts, waar op zijn schoonvader hem vroeg wat hij daarmede te maken had. Vóór den veldslag had het IJlustre gezelschap den avond „gezellig" doorgebracht in het café van den heer Hermes. Nadat Venema had gezien dat zijn schoon vader in 't gelaat bloedde had hij verdachte aangepakt en op den grond geworpen, waarop vermoedelijk ver dachte hem een prik in den voet gaf. Ook ontving hij nog eenige sneden in zijn kleederen. Ook Venema had een vordering tegen den keetbaas, betreffende costuum, nieuwe sokken, nieuwe sohoenen en rekening van den dokter. De president scheen de rekening nogal overdreven te achten. De schoenen konden gerepareerd worden en netjes blinkend worden gepoetst. Nota bene verlangde getuige f 10 schadevergoeding voor die schoenen, ab omni disce omnes! in het geheel bedroeg zijn vordering ruim f 82, waarop verdachte te kennen gaf. geen cent het laboratorium. Ze hoopte zoo vurig, dat ze het eene kleine experiment zou kunnen vinden. Als ik de formule maar had, zuchtte ze na elke ver geef sche poging. Maar de formule was en bleef verdwenen. Er was maar één ding mogelijk, daoht ze ten slotte: dat ze ge stolen was. Eerst scheen die gedachte haar absurd, maar hoe meer ze er over nadacht, hoe meer ze tot die over tuiging kwam. Maar wie zou de dief zijn? Wie zou iets van het bestaan ervan afweten? Haar eerste gedachte was Langham. Hij was zoo dikwijls na Mary's dood ge komen om opnieuw het gebruik van het laboratorium te vragen, maar dat was geen voldoend argument. Als de formule gestolen was, moest dat gebeurd zijn tusschen den dag na Mary's dood en de begrafenis en Langham was er gedurende dien tijd niet geweest. Wie kon het dan hebben gedaan? Er waren een massa vreemde menschen in huls geweest, die dagen, maar de brandkast was zorg vuldig gesloten en alleen zij wist waar Mary de sleutel bewaarde. Dagen lang tqbde Nancy over dit nieuwe vraagstuk. Eiken dag was ze er vaster van overtuigd, dat de formule was gestolen. Ze dacht eraan dat de tijd voor de optie bijna om was. Drie en een half jaar waren voorbij gegaan, ze voelde zich wanhopig worden. Een avond, toen ze thuiskwam, van de fabriek, was ze droeviger gestemd dan ooit te voren. De winter was in aantocht en een grijze mist hing over de stad. Welk doel had het leven voor haar? Ze had haar best gedaan baars vaders laatsten wil na te komen, maar het was mislukt. Behalve Jessie Briggs bezat ze geen vriendin in die groote stad. John Trefry scheen ergens In Zuld- Amerika te zijn, maar hij had het haar nooit geschre ven en zij was te trotsch om er haar vriendin in Cron- wall naar te vragen. Er lag niets anders voor haar in 't vooruitzicht dan een somber en droefgeestig leven in deze grijze stad. Wel verdiende ze een goed salaris, maar het idee dat ze haar heele leven op die manier moest slijten, lokte haar bitter weinig aan. Ze was nog altijd jong: bijna vijf en twintig, ze zag er uit als een heel jong meisje, maar ze wist dat de tiid niet stilstond. Wat zou het leven haar nog brengen? Juist sloeg ze Rhödo- dendron Street in, toen ze vlugge voetstappen achter zich hoorde. Het was Ben Briggs. Ik hoopte je tegen te komen, miss Nancy, zei hij. Zoo moeilijk ben ik niet te vinden, nietwaar? ant woordde Nancy vriendelijk, want op dat oogenbllk voel de ze zich zoo eenzaam, dat Ben's gezelschap haar bijna welkom was. Ik weet het niet, antwoordde Ben. Je ontloopt te willen betalen. Als hij echter schuldig zou zijn, niet meer dan 5 gulden! Summa Summarum, mocht voorts de verwarde ver klaring van dezen getuige weinig tot verheldering der situatie bijdragen. Nog een schoonzoon van den gesneden polderjongen, H. Roossien werd gehoord als getuige. Hij had gehoord dat zijn schoonvader had gezegd: Je moet geen ouwe man slaan. Zijn zwager Venema had verdachte vastge houden. Dat zijn schoonvader bebloed was, had Roossien niet gezien. Hij was weggegaan om politiehulp in te roe pen. Verdachte beweerde dat juist deze getuige hem met eeh bierflesch had geslagen, terwijl zijn vrouw hem in 't gelaat had gekrabt. Daarop kregen bedde partijen samen een geanimeerd© ruzie, waaraan de president, mr. Ledeboer een einde maakte met de woorden: Het moet hier nu niet al t© gezellig worden! Vervolgens werd gehoord de veelbesproken Commen saal Enri Blonvmaerts, die verklaarde dat verdacht© hem in het café van Hermes had toegevoegd. Van avond zullen wij afrekenen! en hem uitgedaagd had om bulten te komen! op welke invitatie get geen lust had in te gaan. Ook dreigde verdachte met een bierflesohje, dat hem door zijn vrouw werd afgenomen. Buiten had hij verdachte, gewapend met een mes, zien steken in de richting van zwager Venema's voet Deze getuige zakte toen in elkander en werd daarna op den grond gelegd, krabbelde toen weer overeind, werd onthaald op een weinig water, waarop het verhoor weer geregeld werd voortgezet. De president waagde de ver onderstelling, dat het geweten van getuige hem mis schien hinderde De grondwerker Gringhuis, gelukkig de laatste der Kolhorner Mohikanen, had ook gehoord dat van Altén zei: Je moet geen ouwe man slaan en had hij gezien, dat verdachte dezen v. Alten stak. Verder strekte de d waarneming van getuige niet. Eindelijk verscheen Dr. van Hoolwerf. arts te Alk maar, assistent van Dr. van Dam. die get. v. Alten me disch had behandeld en nu verslag deed van zijn bevin dingen op het geschonden gelaat van dezen getuige. De heer officier, in *t kort de feiten releveerende, in sinueerde, dat de getuigen Venema en Blommaerts op hem geen bepaald vertrouwbaren indruk maakten. Uit hetgeen evenwel op deze zitting was komen vast te staan, dat verdachte zich aan de hem tenlaste gelegd© mishandelingen met gebruik van een mes had schuldig gemaakt. Het beroep op noodweer werd door den offi cier afgewezen. Eisch ten slotte ter zake bloedige mishandeling tegen verdachte, reeds 2 maal wegens poging tot zware mis handeling van een ambtenaar en verduistering veroor deeld, 5 maanden gevangenisstraf. Mr. Belonje gang eveneens het gebeurde nog eens in bijzonderheden na, vestigde de aandacht op de uiteen- loopende en tegenstrijdige getuigenverklaringen van pol derjongens die bang voor elkanders mes zijn en eindig de in deze niet voldoende opgehelderde zaak voor ver dachte vrijspraak te concludeeren. EEN HUISHOUDSTER DIE NIET MET GENADIGE OOGEN WERD AANGEZIEN. De 25-jarige mej. Calh. Geertr. W., echtgenoote van den heer C. K. te Broek op Langendijk, had vanaf 1 Juli tot 7 Augustus als huishoudster gefungeerd in dienst van den getuige C. Balder, 'n 33-jaxige tuinbouwer te Broek op Langendijk, naar het scheen niet tot diens onverdeelde voldoening, aangezien deze juffrouw thans terecht stond als verdacht van verduistering van een me zooveel mogelijk. Met welk recht zegt u dat? Ik ben niet blind. Zoo gauw u hoorde, dat ik naar Windermere zou komen, verleden jaar, ging u terug naar huis. Je bent toch niet kwaad op me? Waarom zou ik kwaad zijn? Ik moet je iets vertellen, zei hij na een korte stilte. Mag ik even mee naar binnen gaan? Ze hadden Laburnum Cottage bereikt Kom binnen, zei Nancy, bijna verheugd. Het idee weer een heelen avond alleen te zitten, schrikte haar af. Niet alleen dat zijn zaken schitterend gingen, maar er gLngen geruchten, dat hij Lord Mayor zou worden. Hij zag er ook welvarend uit Hij was goed gekleed en zijn omgang met groote zakenmensohen had hem een zeker aiT van savolr vlvre gegeven, dat Nancy vroeger in hem had gemist Dit is een gezellige kamer, merkte Ben op, Het is me niet gelukt zoo iets bij mij thuis gedaan te krijgen. Maar nu heb ik moeder zoover, dat ik mijn eigen kamer volgens mijn eigen smaak laat inrichten. Het zal er niet kwaad uitzien, den/k ik. Kom eena kijken als je wilt Was het om me dat te vragen dat u mee bent ge- gaan? Gedeeltelijk wel, antwoordde Ben, maar er is nog iets anders; ik ben juist terug uit Cornwall, voegde hij er aan toe. Cornwall? herhaalde het meisje. Hebt u... hebt u... Ja, ik heb Trevaaiion Court gezien. Ben merkte dat het meisje nieuwsgierig was. Ik begrijp dat je er zooveel van houdt ging hij voort het is werkelijk prachtig. Ik ben biy, dat u het zoo mooi vindt! riep het meisje uit Wie zou het niet mooi vinden! Het Is een prachtig oud huis en het draagt den stempel der eeuwen. Ik vind het heerlijk, dat u er zoo over praat Hoe oud is het? vroeg Ben. Het werd gebouwd onder Koningin Elizabeth, ant woordde Nancy, maar het staat op de grondvesten van een veel ouder huis. Ik kan me goed begrijpen wat het je gekost heeft om het te moeten verkoopen, zei de jonge man harte lijk, Ik ben niet sentimenteel, maar ik begrijp het vol komen. Alleen al die eiken zoldering is onbetaalbaar. Ze hebben me verteld dat er Amerikanen zijn geweest die eenige duizenden ponden hebben geboden, alleen voor die paneelen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9