uCll3Q8F mm
Landelijke Ruitersport in het Noorden.
Langendijker Groentenveiling.
HAAR ERFDEEL.
JDerde Blad.
Officieele meldingen.
Langs den hoefelag.
fl O Mi ii ka m1 Donderdag 31 December 1931.
Alle correspondentie betrekking hebbende op deze
rubriek, te zenden aan J. C. Ve'.hman, W'aardpolder,
Kolhom. Tel. 25.
Nadruk verboden
BUITERAVONDEN:
L. R. ..West Friesland" en „R.A.P." 23 Jan. a.s.
L. R. „Helder". Standaard uitr. 30 Jan a.8.
L R. ..Beiaart". 6 Febr. a.s.
L. R. „Heiloo en Omstr.", 5-jarig bestaan; datum?
BUITERRUBRrEK:
De L. R. Texel, Helder, Wie ringen, West Friesland,
R.A.P., Rossinant, Beiaart. Heiloo en Omstr., Kita Se-
neng. Kapt v. d. Wal, werken officieel mede.
LESSEN:
L. R. „West Friesland" en „R.A.P." Zondag 3 Jan.,
12.00 uur in de Manége „West Friesland".
LEDENLIJSTEN:
Wij wachten nog ledenlijsten van L. R. „Bucephalus",
„Kapt v. d. Wal", .Amstelruiters" en „Kita-Seneng"»
BIJ HET SCHEIDEN VAN HET
OUDE JAAR.
Nog resten ons enkele dagen en het oude jaar is ver-
itreken.
Het oude boek wordt dichtgeslagen, zonder dat wij
hebben gezien naar de uitkomsten, hadden wij dit wel
gedaan, dan zou deze uitkomst zeer slecht zijn geweest
Ook zonder deze gebruikelijke afsluiting weten wij dit,
en zeer zeker zal geen enkele blind zijn voor de gevoeli
ge daling der prijzen en de daardoor verminderde in
komsten. die voor velen dreigen noodlottig te worden.
In vele bedrijven in ons land staat de ellende voor de
deur. en de stoere werkers die zoo lang stand hebben
gehouden, zijn de wanhoop naibij. Het gevaarlijke punt,
niets meer te hebben te verliezen is bij velen bereikt, de
energie heeft plaats gemaakt voor doffe onverschillig
heid, de vesting, zoo lang verdedigd, wordt overgegeven,
en door onze vijanden ingenomen. Nieuwe Ideeën zullen
wortel schieten in deze ontredderde bodem en zullen
deze nieuwe gedachten de goede zijn? Een feit is het,
dat ons mooie platteland in 't gedrang geraakt Nog ia
t tijd het te verdedigen, en 't te behouden. Deze groote
dure plicht zal grootendeels rusten op onze jongere ge
neraties. Onze Hollandsohe boerenjongens en -meisjes
zullen in deze bres moeten springen en ons bedrijf zien
te behouden en er weer bovenop te helpen. Nog een
groot deel dezer jongeren zijn nog niet ten volle bewust
van het ernstige van den algeheelen toestand. En toch
zullen ook deze gedwongen worden, zoo straks meer en
meer hun royale levenswijze te moeten laten varen. Als
men zoo hier en daar eens gaat kijken en men dan onze
jonge boerenstand bijeen ziet, dan krijgt men direct nog
geen indruk van de zooveel besproken malaise. Een bui
tenstaander zeer zeker niet
De moeizame stappen onzer organlsatie's gedaan bij
onze regeering zullen door deze jonge menschen op die
manier zeer zeker niet worden gesteund. Het
tooneei der vergaderingen onzer akkerbouwers en vee
houders, die op ernstige manier trachten, door bemidde
ling in te roepen van ons ministerie, verbetering in den
toestand te krijgen; en de aanblik van onze jongeren in
feeststemming is zeer verschillend, en zal, al is 't mis
schien niet remmend, zeker niet medewerkend zijn. Meer
en meer zullen ook deze evenals wij allen gedwongen
worden, hun genoegens op het bedrijf te zoeken en
waarom ook niet. Nog maar zeer korte jaren geleden
was dit immers zoo. De genoegens, van het platteland
waren meestal plaatselijke festiviteiten een enkele maal
werden er met paard en kar groote tochten
ondernomen, naar plaatsen op andere manier schier on
bereikbaar.
Door den snellen voortgang der techniek, gepaard
gaande met zeer goede inkomsten der bedrijven, in de
naoorlogsche jaren, hebben 't mogelijk gemaakt dat de
motor vrije baan had ten plattelande, afstanden beston
den hierdoor niet meer. Wij allen hebben medegedaan,
waarom ook niet. Wie dacht aan teruggang, een enke
ling. Deze werd beetgenomen, wij allen jongeren zijn uit
getrokken en hebben vergeten, onze vesting in staat van
beleg te laten. Wij lieten de poorten open staan en hia
ten geen reserve's. Deze fout is in de geschiedenis meer
sis eenmaal gemaakt. Maar een begane fout kan worden
hersteld, en dit zal moeten gebeuren en wel zeer spoe-
FEUILLETON
Uit het Engelsch van Joseph Hocking.
32.
Toen Nancy in Laburnum Cottage kwam, las ze de
formule haastig door. Ja. er kwamen dingen in voor, die
Mary haar nooit had toevertrouwd. Met behulp van het
document zou ze misschien slagen. Ze was hoopvol ge
stemd.
Ik ga naar bed, zei Saraih Ellen, aan de deur klop
pend. Kan ik nog iets doen?
Neen, niets; dank je. Ik hoop dat je goed zult sla
pen.
De vrouw ging echter nog niet weg; ze scheen iets te
willen vragen.
Heeft u Mr. Briggs gesproken? vroeg ze plotseling.
Ja, antwoordde Nancy.
Wat zei hij?
Alles.
Dus nu weet u alles?
Ja
Wat gaat er met mij gebeuren?
ancy keek de vrouw oplettend aan. Ze zag de angst
01 haar oogen.
^ou £aa* n'e^s gebeuren, antwoordde ze rustig.
Niets? Bedoelt u dan...
7",111 bedoel dat ik er geen notitie van heb genomen
hn .me ,den. dienst hebt opgezegd, Sarah Ellen en ik
op, dat je bij mij in betrekking zult blijven.
Meent u dat werkelijk?
Z tj3" Goeden nacht, Sarah Ellen,
kwa h Ün' neen- ik wil u ades uitleggen. Ik wilde u geen
enZ misa Nancy- Mr- Briggs zei, dat het alleen
0 a voor u zou beteekenen... ik heb zoo lang gewacht
dat rZa"" Mr' Ben beloofde me> dat hij me al het geld,
den ^°°r een winkel noodig hebben zou geven, op
v ag dat 11 niet hem trouwde. En ik zou alles gedaan
en ®et Erza te trouwen... dat is waarom...
a. ja, ik begrijp alles, viel Nancy haar in de rede.
n u zult het nooit iemand vertellen?
Geen woord.
En Mr. Ben ook niet?
Een van de eerste stapen daartoe, zal moeten zijn
onze kostbare genoegens af te, schaffen en
deze te'laten vervangen voor ontspanningen, die minder
kostbaar zijn, en als 't ware met ons bedrijf samengaan.
Een van de meest voor de hand liggende genoegens is
zeker wel in het landbouwbedrijf en bij onze veehouders
het paardrijden. Heel veel hoort men: „Och
ja, ik zou wel willen rijden, maar onze paarden zijn niet
geschikt", en waarom niet? Omdat hieraan de
laatste jaren niets is ten koste gelegd. Tractoren, moto
ren en auto's hadden de algemeene belangstelling en de
paarden werden beschouwd als een noodzakelijk kwaad,
die nu eenmaal niet gemist konden worden
op het bedrijf. Dat kan zeer goed weer anders worden.
Door te gaan paardrijden zal de liefde voor ons mooie
paard weer wakker worden geschud. Het materiaal zal
onder de loupe komen en in veel gevallen verbeterd
moeten worden. Hierdoor krijgt men grooter arbeids-
verdeeling van ons zelfde aantal dieren. Door deze lief
de voor het dier zal het betere verzorging krijgen. Aan
toilet stalling en voeding zal meer aandacht worden be
steed, hierdoor langere levensduur van onze trekkrachten
Een zeer groot aantal onzer jonge plattelanders is hier
reeds mede bezig, samengevat in één groote organisa
tie, wordt een ware veldtocht ondernomen, om datgene
te herwinnen van wat eens verloren ging.
Het in eere-herstellen van ons paard In het bedrijf, het
zelf fokken onzer paarden, en met eigen hulp deze die
ren bedrijfsklaar te maken. Dat hierdoor do ontwikke
ling en oplettendheid, liefde voor en kennis van het
paard, onwillekeurig gelijken tred houdt, behoeft wel niet
nader te worden beschouwd. Om dit ideaal te steunen
werd nu v ij f jaar geleden de Ned. Fed. van Land.
Rijv in 't leven geroepen. En als men dan de geweldige
groei nagaat, van dit lichaam dan is dit een doorslaand
bewijs, dat die liefde nog bestaat, maar slechts sluimert.
Deze uitkomsten van 't oude jaar kloppen wel, en zijn
een verblijdend lichtpuntje in deze donkere tijden.
De groote gebeurtenissen van
19 3 1 zijn een kroon op 't vele werk van onze leiders
en het kranig optreden onzer amazones en ruiters. Het
massaal optreden onzer ruiters in 't Stadion in Septi was
het schitterende resultaat van vijf jaar werken. Dit wa
ren geen terneergeslagen en blasé menschen, maar jon
ge, veerkrachtige voorvechters. Nederland heeft gekeken
naar dit schouwspel, en is ontwaakt dat moet worden
aangewakkerd daaraan óns nieuwe jaar gewijd. 1931
was het jaar der Land. Ruitersport. 1932 moet het waar
dig vervolg zijn op het oude. Nog veel grooter moet ons
aantal ruiters en amazones worden, nog meer onderafd.
zullen worden opgericht. Nog meer moet onze jonge
garde in 't geweer voor de goede zaak juist nu
moet het hoofd door deze menschen omhoog worden ge
dragen en een voorbeeld zijn voor de plattelandsbevol
king, niet alleen te paard, maar ook In 't bedrijf moeten
zij een groote intensiviteit en werkkracht aan den dag
leggen. In alles land. ruiter zijn, niet a 1 1 n in
de manége, schot naar voren, maar ook thuis op
't land. Alleen door werken zal deze toestand op den
duur anders worden. Laat dit onze ruiterleuze zijn voor
ons nieuwe jaar: In snel, maar zeker tempo voorwaarts,
over hindernissen en struikelblokken, tot wederopbouw
onzer bedrijven, gerugsteund door ons ideaal: Rui
tersport ten plattelande.
V.
HEILOO. Afstandrit AmsterdamBerlijn.
Men herinnert zich nog de artikeltjes in de bladen de
zen zomer, betrekking hebbend op bovengenoemden rit
te paard.
Als blijk van waardeering voor deze prestatie, ontving
de heer P. de Jager, instructeur L. R. Heiloo van den
A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland een groote zil
veren beker met inscriptie.
WAT HET OUDE MANNETJE VERTELDE:
Op een der banken van een bekend plantsoen zat een
dezer dagen een oud, zeer oud mannetje en vertelde
langzaam aan een zeer jeugdig uitziend persoon het
volgende. Uit het gesprek was af te lelden dat de oude
heer zijn zaken vaarwel had gezegd en deze overdeed
aan den jongen man, misschien zijn zoon of neef. Ver
schillende bijzonderheden waar de aandacht aan moest
worden geschonken, werden naar voren gebracht Zeer
zeker moet deze oude heer bekend zijn geweest met
Land- en Ruitersport bij gaf tenminste wijze raadge
vingen ten bate van eenige bekende Landelijke Rijver-
eenigingen uit de naaste omtrek, welke wij hier zoo goed
Mr. Ben evenmin.
O, miss Nancy, huilde de vrouw, ik zal alles voor
u doen wat u maar wilt, ik zal mij halfdood voor u wer
ken... en... en...
Stil maar, zei Nancy, haar op den rug kloppend,
we zijn weer goede vrienden, Saraih Ellen, Ik weet
zeker, dat je me nooit weer zult bedriegen.
Ik zou liever sterven! Goeden nacht, miss Nancy.
God zegene u. En dat de Heer uw hartewensóh In ver
vulling mag brengen...
HOOFDSTUK XXVL
Mislukt
Gedurende de volgende weken bracht Nancy het groot
ste gedeelte van haar tijd door in het laboratorium.
Doordat de formule in haar bezit was gekomen, wist ze
het experiment uitgebreider en volmaakter te herhalen
en ze was vol hoop. Het was een veelbewogen tijd. Aan
een kant was ze angstig, dat het haar niet zou geluk
ken, aan den anderen kant vreesde ze, dat Ben Briggs
wraak zou nemen. Ze had niemand wien ze raad en
hulp kon vragen. Ze vroeg zich zelf af of Ben een af
schrift van de formule had gemaakt Zou er geen andere
scheikundige op het oogenblik aan het werk zijn met de
gegevens van Amos' uitvinding? Avond aan avond werk
te ze in het laboratorium, tot ze, tegen het eind van
Februari, zeker was eenige vorderingen' te hebben ge
maakt, Wat Mary Judson niet was gelukt, gelukte haar
nu wel: ze kreeg constant goede resultaten, terwijl Mary
Judson nooit zeker was, dat het den eenen dag even
goed zou uitvallen als den anderen. Maar Nancy had
déze fout ontdekt. Toch was ze niet tevreden. Voortdu
rend vergeleek ze de synthetische rubber met de echte
en telkens weer kwam ze tot de conclusie, dat er een
verschil bleef. Wélk verschil wist ze niet, maar een ver
schil was er. Het ergste was, dat ze er met geen schei
kundige over wilde spreken. Weliswaar vond haar ach
terdocht tegen Ben Briggs geen voedsel, maar toch was
ze bang. Ze liet nieuwe sloten maken op de deur van het
laboratorium, ze waarschuwde Sarah Ellen om niet in de
nabijheid te komen.
Och, miss Nancy, kon ik nu toch maar helpen,
zuchtte de vrouw, die nu aanhankelijk en trouw was
geworden... Maar Nancy wist dat niemand haar helpen
kon. Tegen het eind van Februari stond de zaak er be
ter voor. Ze maakte herhaaldelijk rubber en die bleef
van dezelfde kwaliteit Ik zal mijn doel bereiken, dachj:
mogelijk trachten weer te geven. Het grijze heertje ver
volgde
„Let vooral op bij de lessen der Gr. Vr. proef, dat bij
de behandeling der gierponten, de rivieren steeds naar
een zijde stroomen, namelijk naar de zee, en dat dit
nooit verandert. Dat instructeurs terdege hun te
oommandeeren progr. instudeeren alvorens ze hun acht
tal in het veld brengen. Dat het woord „Federatie" maar
met één r. wordt uitgesproken. Bij ruiteravonden de stoe
len goed nazien en kapotte worden verwijderd, daar an
ders de ruiters onder tafel komen te zitten.
Spesiaal moet er op worden gelet, dat er na concoursen
direct wordt afgemarcheerd, vooral als deze plaats heb
ben in streken waar duin en bosch belendende perceelen
zijn. Ruiters die hieraan niet voldoen, als 't mogelijk is
photografeeren met hun afleiding en plaatsen
in de „Rulterrubriek".
Over deze rubriek gesproken: men leest hier nogal
veel in over 't Fed. tenue. Het is een zeer praotisoh
costuuim, denk vooral om een „geschikt hoofddeksel".
Het leed is niet te overzien als 't verkeerde werd opge
zet, met het oog op de zon, begrijp je. Als je tijd over
hebt moeten in zandstreken diverse gaten worden ge
stopt, in 't afgeloopen jaar kwam 't eenige malen voor
dat er salto's werden gemaakt, paarden zijn konijnen.
Zooveel mogelijk probeeren wat beter paardenmateriaal
in de Afd. te brengen; een goede hengst zien in te voe
ren, zoodat de liefhebberij voor de fokkerij weer wat
opleeft. Tegenover de andere Provincies stak 't Noor
derkwartier zeer sterk af in 't Stadion.
Vergadering van het bestuur der Langendijker Groen-
tenveiling te Broek op Langendijk, op Maandag 28 Dec.
Tegenwoordig 25 leden.
Voorzitter, Burgemeester Slot, opende met een wel
kom, waarna voorlezing en vaststelling der notulen
volgde.
De keurigst. over Nov., welke zes keuringen bevatte,
werd geen op- of aanmerking over gemaakt.
Uit het rapport over het nazien van het kantoor werd
medegedeeld, dat er in de maand November geveild
was voor een bedrag van f 54.5kl.33, waarvan voor-
Broek op Langendijk f 14303.09, Heerhugowaard f 807-35.
idem R.K. f 6756, Zuidscharwoude f 4593-09, idem R.K.
f 1022.19, Hensbroek f 4908.77, Koedijk f 651969, Sti-
Pancres f 6316.90, idem R.K. f 1502.80, De Scnermer
f 226S.90, Ursem f 2963-63, Oterleek f 1748-04, Diversen
f 870.68.
Mededeeling werd gedaan aangaande een gehouden
vergadering van den Vierbond, waarover reeds voliedige
verslagen in de couranten hebben gestaan, betreffende
het verzoekschrift, dat opgezonden is naar den Minister
werd een afschrift van voorgelezen, hetwelk luidde als
volgt:
Aan Zijne Excellentie
den Minister van Lauwbouw
te 's-Gravenhage,
Geven met verschuldigde hoogachting te kennnen de
navolgende groentenveilingen:
1. De Langendijker Groentencentrale te Broek op
Langendijk, waarbij zijn aangesloten 1416 tuinbouwers;
2. De Noordermarktbond te Noordscharwoude, met
1553 aangesloten tuinbouwers;
3. De Centrale Veilingsvereeniging „Warmenhuizen
en Omstreken" te Warmenhuizen met 677 aangesloten
tuinbouwers;
4. De Coöperatieve Tuinbouw- en Handelsvereniging
„De Tuinbouw" te Obdam, met 250 aangesloten tuin
bouwers;
te zamen vormende „De Vierbond", gevestigd te War
menhuizen;
Dat zij Uwe Excellentie zeer erkentelijk zijn voor
het besluit der regéering om onze noodlijdende tuinbou
wers hulp te verleenen door het verstrekken van ren-
telooze voorschotten;
dat daardoor velen, die thans met finantieelen onder
gang worden bedreigd, kunnen worden gered;
dat deze maatregel echter bij voortduring van de
tegenwoordige crisis niet voorkomt, diat ook de tuin
bouwers, die thans nog niet voor een renteloos voor
schot in aanmerking komen, tot het zelfde noodpeil
afzakken;
dat zij het daarom noodzakelijk achten, dat ere regee
ring een maatregel neemt, zooals bijvoorbeeld ook voor
de verbouwers van tarwe is geschied, waardoor bet
geheele tuinbouwbedrijf in onze koolstreek wordt
gebaat;
dat het in de oorlogsjaren duidelijk is gebleken, van
hoe groot belang, in tijden van nood. onze koolstreek is
voor de voedselvoorziening van de bevolking van ons
geheele land;
dat in de eerste oorlogsjaren zeer groote hoeveelheden
stapelgroenten beneden kostprijs ter beschikking van
de regeering zijn gesteld, welke last bijna uitsluitend is
gedragen door de bij onze veilingen aangesloten tuin
ders;
dat onze aangesloten tuinbouwers in de oorlogsjaren
zulke groote offers aan de voedselvoorziening van ons
land hebben moeten brengen, hetzij in natura, hetzij
als geldelijke heffing, dat zij niet in de gelegenheid
waren om belangrijke reserves te vormen voor de te
genwoordige slechte jaren;
ze, ik ben nu verder gekomen dan Mary en ik zal
het oude huis terugkoopen. Want ze kon nu rubber
maken voor een vierde deel van den marktprijs, het kon
in elke hoeveelheid gemaakt worden. Maar hoe moest
ze haar uitvinding productief maken? Haar onervaren
heid in finantieele aangelegenheden maakte haar wanho
pig. Welken zakenman kon ze het geheim toevertrou
wen? Een was er. Blyah Briggs. Hij was een goed za
kenman, eerlijk als goud, die haar graag vooruit wilde
helpen. Ze noodigde hem uit om haar op te zoeken en ze
vertelde hem alles.
Je bent een kranige meid, Nancy! riep hij uit
Het is reusachtig, wat je hebt gedaan. Waar ia die rub
ber van je?
Hier, Mr. Briggs. Duister nu goed: en uit een lade
haalde ze twee stukken rubber, die ze voor hem neer
legde: kunt u hier een verschil in zien?
Elyah Briggs zweeg. Hij nam het blad in zijn handen,
woog het, onderzocht het.
Er is een verschil, zei hij eindélijk, maar ik weet
niet wat het is. Rubber is mijn va k niet; als het wol
was, zou ik geen seconde aarzelen. Waarom vraag je
me dat?
Een stuk maakte ik; een heb ik gekocht, was het
antwoord. Een is de beste Para-rubber, die achttien
pence kost, het andere kan ik produceeren in elk kwan
tum voor minder dan sexpence het pond.
Maar als dat waar is, zijn er millioenen mee te
verdienen! riep de man uit
Is er al practisch gebruik van gemaakt? Bestaat er
een drijfriem van of een paar gummizolen desnoods?
Nancy schudde het hoofd. Ik ben bang van niet,
zuchtte ze.
Maar dat moet eerst geprobeerd worden, zei de
Yorkshirer.
Ja maar op welke manier?
Elyah toonde een buitengewone belangstelling. Hij zag
als een echten zakenman, dat er millioenen te verdie
nen waren. Hij liet Nancy alles apnieuw vertellen. Hij
wist van de fantastische droomen van den ouden Amos,
hij wist, dat hij in zijn soort een genie was geweest
Maar hij wist eigenlijk niets preoies. Nancy vertelde
hem alles zorgvuldig; een ding, het avontuur van Ben,
verzweeg ze hem.
Ik zal je zeggen, wat je moet doen, zei Elyah ein
delijk, je moet naar Jack Crowther gaan.
Wie is dat?
Hij heeft meer verstand van rubber dan heel Leeds
Probeer een geschikte verzekering te krijgen, speciaal
voor Land. Rijv. Ook wordt er nog voortdurend over
kop en poot'en gesprokendit moet nu maar eens
uit zijn, zet er boete op, missohien helpt het deze fout
te besnoeien. Ook is er nog een vereen, waar steeds
naar en van de les wordt gegaloppeerd; dit hoort
in stap of draf, en dat 't toilet van de paarden bij eenige
leden nog zoo slecht was, dat St. Nicolaas te dier plaatse
handelend op moest treden bij monde van den instruc
teur. Goed toezien op „slaande paarden" die achter in
de colonne plaatsen. Bij boomenrooien voor manégeaan-
leg, de jongeren niet te veel laten trekken; er om denken
dat 's avonds de koeien met diezelfde handen moeten
worden gemolken.
Steeds schijnen er nog ruiters te zijn, volgens het ge
sprek, die verbazend vergeetachtig zijn, o.a. te laat op
de lessen komen bandages kwijtraken, damesregenman
tels laten zwerven. Vooral trompetten scheen een arti
kel te zijn dat zeer licht wordt vergeten, meestal nog
wel door de artisten.
Weer werd er gewezen op 't voorkomen van stan
gen. Er aan moet worden gedacht, dat ruiters met
z.g. hooge voeten, passende laarzen krijgen. Nauwkeurig
moet worden toegezien dat de theorie van een afd. later
niet wordt voortgezet, onder genot van kn...worst"
Doordat een colonne land. ruiters met volle trompet-
muziek allen in keurig Fed. tenue voorbijtrok, ging da
rest van 't gesprek voor ons verloren. Toen wij later
naar de personage's informeerden bleken het het oude
en het nieuwe jaar te zijn geweest V.
dat zij op grond van de groote offers, welke de re
geering in de oorlogsjaren van hen heeft geeischt, hans,
nu zij een crisis doormaken, welke de naweeën van den
wereldoorlog tot oorzaak heeft meenen er ook recht
op te hebben, dat de regeering alles aanwendt om hen
voor financieelen ondergang te behoeden;
dat zij daarom de vrijmoedigheid hebben Uwe Excel
lentie te verzoeken, om, gezien den noodlijdenden toe
stand in ons tuinbouwcentrum, aan onze tuinbouwers
voor dit seizoen met terugwerkende kracht tot 15 Dec.
1931, uit rijksmiddelen een toeslag te verleenen van f 1
per 100 KG. geveilde bewaarkool;
dat een toeslag van f 1 per 100 K.G. het bedrijf wel
niet winstgevend maakt, maar den tuinbouwers de V3r-
dere exploitatie van hun bedrijf mogelijk maakt, het
geen voor hen, voor hunne arbeiders en voor de geheele
tuinbouwstreek van zeer groot belang is;
dat zij tevens onder de aandacht van Uwe Excellentie
brengen, dat het voor onze tuinbouwers een levens
belang is dat het handelsverdrag met Duitschland, dat
in 1932 afloopt, op dezelfde of zoo mogelijk voordeeliger
voorwaarden wordt gecontinueerd, daar een verslechte
ring van de mogelijkheid van export naar Duitschland
voor onze tuinbouwstreek zeker den finantieelen onder-
gag zal beteekenen;
dat zij Uwe Excellentie eerbiedig verzoeken, niets na
te willen laten en alle aan de regeering ten dienste
staande middelen aan te wenden om een dergelijke
ramp te voorkomen;
dat zij het daarom wenschelijk achten, dat onze re
geering maatregelen neemt, welke het voeren van een
actieve handelspolitiek mogelijk maken;
dat de tegenwoordige abnormale toestanden in het
betalingsverkeer met het buitenland op de prijzen onzer
producten van ongunstigen invloed zijn, zoodat zij Uwe
Excellentie verzoeken met kracht te willen bevorderen,
dat het buitenland de betaling van door ons geëxpor
teerde producten niet zal belemmeren, door het niet
beschikbaar stellen van deviezen of anderszins;
en dat wij tenslotte Uwe Excellentie beleefd verzoe
ken in de gelegenheid te worden gesteld om het boven
staande mondeling toe te lichten.
't Welk doende, enz.
De heer Hoogland meent dat met zoo'n toeslag niet
allen gebaat zijn en is ook bevreesd, dat het toegestane
crediet door de regeering daardoor in het gedrang kan
komen.
"Voorzitter zegt dat het zeer moeilijk is een regeling
te treffen, die precies goed is, doch het is hier te doen
om het product nog eenigszins loonend te maken. De
uitvoering hiervan, als het toegestaan wordt, zal dan
wel onder de oogen worden gezien.
Verder konden allen zich met dit verzoekschrift" ver
eenigen.
Schrijven ingekomen van >rDe West" te Koedijk, met
bericht, dat zij het voorstel: één afgevaardigde voor
elke 20 leden naar de algem. vergadering, hadden aan
genomen; tevens dat zij het lidmaatschap van de L.G.
C. zouden verlengen en de ledenlijst teekenen.
Hierna volgde behandeling van de agenda der Prov.
Comm.-vergadering.
Als vertegenwoordiger voor de L.G.C. werd aange
wezen de secretaris.
De heer W. Butter vraagt wie er voor bestuurslid van
de Prov. Comm. verkiesbaar is; moet zoo iemand lid zijn
van een veilingsvereeniging, of is iedere aangesloten
tuinbouwer verkiesbaar?
Geantwoord werd, dat het wel gewenscht is, dat zij
bestuurslid van een veiling zijn, doch het is niet nood
zakelijk, ook gewone leden zijn verkiesbaar.
bij elkaar.
Is hij een knap chemicus?
Ja. Maar hij weet alles uit de praktijk, hij heeft er
nooit in gestudeerd. En dat is eigenlijk niet voldoende.
Je moet het een professor aan een Universiteit voor
leggen, die een erkende specialiteit is op het gebied van
scheikunde.
Kent u zoo iemand?
Ja, Professor Sheepshranks. Als die zegt dat dit
werkelijk robber is, is je fortuin gemaakt. Luister kindje,
mij kun je vertrouwen, niet waar?
Natuurlijk! riep het meisje uit.
Luister, ging hij voort, als Jack Crowther en Pro
fessor Sheepshranks verzekeren, dat die rubber deugt, zal
ik het zakelijke gedeelte voor je in orde maken.
U bent te goed voor me, Mr. Briggs, riep Nancy
uit, terwijl ze tot de deur met hem meeging. Maar plot
seling legde Elyah Briggs zijn handen op haar schou
der.
Nancy, lieve kind, je weet dat ik een ouderwetsoh
man ben. En ik geloof in de woorden van den BijbeL
Dat weet ik Mr. Briggs.
Ik zeg je, dat je vader alles weet wat je voor hem
gedaan hebt en dat ook Mary Judson niet ver van ons
af is. Ik weet het niet of je zult slagen, maar je vader
moet trotsoh op je zijn, meisje. En ik wou, dat je mijn
dochter worden kon. Ik weet wel, dat er weinig kans is,
maar ik zou er zoo gelukkig mee zijn. Goeden nacht,
kindje.
Nancy leefde de volgende dagen in een voortdurende
opwinding. Eerst ging ze naar Londen, waar ze een
lang onderhoud met den professor had, en daarna volg
de een tijd van afwachten. Wat zou hij er van zeggen?
Zou haar wensch vervuild worden, of zou alles als rook
vervliegen? Het eerste nieuws kwam van Elyah Briggs,
Hij kwam op een avond laat nog naar Laburnum Cottage
om Nancy te spreken. Ze sprong op van haar stoel, toen
hij de kamer binnenkwam.
Heeft u nieuws? vroeg ze ademloos.
Ja. Ik kom juist van den ouden Crowther.
Haar beenen trilden zoo, dat ze opnieuw moest gaan
zitten. Vertel me alles.
Het is geen goed nieuws, kindje, zei Elyah.
Is het geen robber?
Ik vroeg Jack mee hierheen te gaan, maar hij wil
de ndet
Dus het is een mislukking?
Werdt vervolgd*