uCll3Q8F mm Landelijke Ruitersport in het Noorden. Langendijker Groentenveiling. HAAR ERFDEEL. JDerde Blad. Officieele meldingen. Langs den hoefelag. fl O Mi ii ka m1 Donderdag 31 December 1931. Alle correspondentie betrekking hebbende op deze rubriek, te zenden aan J. C. Ve'.hman, W'aardpolder, Kolhom. Tel. 25. Nadruk verboden BUITERAVONDEN: L. R. ..West Friesland" en „R.A.P." 23 Jan. a.s. L. R. „Helder". Standaard uitr. 30 Jan a.8. L R. ..Beiaart". 6 Febr. a.s. L. R. „Heiloo en Omstr.", 5-jarig bestaan; datum? BUITERRUBRrEK: De L. R. Texel, Helder, Wie ringen, West Friesland, R.A.P., Rossinant, Beiaart. Heiloo en Omstr., Kita Se- neng. Kapt v. d. Wal, werken officieel mede. LESSEN: L. R. „West Friesland" en „R.A.P." Zondag 3 Jan., 12.00 uur in de Manége „West Friesland". LEDENLIJSTEN: Wij wachten nog ledenlijsten van L. R. „Bucephalus", „Kapt v. d. Wal", .Amstelruiters" en „Kita-Seneng"» BIJ HET SCHEIDEN VAN HET OUDE JAAR. Nog resten ons enkele dagen en het oude jaar is ver- itreken. Het oude boek wordt dichtgeslagen, zonder dat wij hebben gezien naar de uitkomsten, hadden wij dit wel gedaan, dan zou deze uitkomst zeer slecht zijn geweest Ook zonder deze gebruikelijke afsluiting weten wij dit, en zeer zeker zal geen enkele blind zijn voor de gevoeli ge daling der prijzen en de daardoor verminderde in komsten. die voor velen dreigen noodlottig te worden. In vele bedrijven in ons land staat de ellende voor de deur. en de stoere werkers die zoo lang stand hebben gehouden, zijn de wanhoop naibij. Het gevaarlijke punt, niets meer te hebben te verliezen is bij velen bereikt, de energie heeft plaats gemaakt voor doffe onverschillig heid, de vesting, zoo lang verdedigd, wordt overgegeven, en door onze vijanden ingenomen. Nieuwe Ideeën zullen wortel schieten in deze ontredderde bodem en zullen deze nieuwe gedachten de goede zijn? Een feit is het, dat ons mooie platteland in 't gedrang geraakt Nog ia t tijd het te verdedigen, en 't te behouden. Deze groote dure plicht zal grootendeels rusten op onze jongere ge neraties. Onze Hollandsohe boerenjongens en -meisjes zullen in deze bres moeten springen en ons bedrijf zien te behouden en er weer bovenop te helpen. Nog een groot deel dezer jongeren zijn nog niet ten volle bewust van het ernstige van den algeheelen toestand. En toch zullen ook deze gedwongen worden, zoo straks meer en meer hun royale levenswijze te moeten laten varen. Als men zoo hier en daar eens gaat kijken en men dan onze jonge boerenstand bijeen ziet, dan krijgt men direct nog geen indruk van de zooveel besproken malaise. Een bui tenstaander zeer zeker niet De moeizame stappen onzer organlsatie's gedaan bij onze regeering zullen door deze jonge menschen op die manier zeer zeker niet worden gesteund. Het tooneei der vergaderingen onzer akkerbouwers en vee houders, die op ernstige manier trachten, door bemidde ling in te roepen van ons ministerie, verbetering in den toestand te krijgen; en de aanblik van onze jongeren in feeststemming is zeer verschillend, en zal, al is 't mis schien niet remmend, zeker niet medewerkend zijn. Meer en meer zullen ook deze evenals wij allen gedwongen worden, hun genoegens op het bedrijf te zoeken en waarom ook niet. Nog maar zeer korte jaren geleden was dit immers zoo. De genoegens, van het platteland waren meestal plaatselijke festiviteiten een enkele maal werden er met paard en kar groote tochten ondernomen, naar plaatsen op andere manier schier on bereikbaar. Door den snellen voortgang der techniek, gepaard gaande met zeer goede inkomsten der bedrijven, in de naoorlogsche jaren, hebben 't mogelijk gemaakt dat de motor vrije baan had ten plattelande, afstanden beston den hierdoor niet meer. Wij allen hebben medegedaan, waarom ook niet. Wie dacht aan teruggang, een enke ling. Deze werd beetgenomen, wij allen jongeren zijn uit getrokken en hebben vergeten, onze vesting in staat van beleg te laten. Wij lieten de poorten open staan en hia ten geen reserve's. Deze fout is in de geschiedenis meer sis eenmaal gemaakt. Maar een begane fout kan worden hersteld, en dit zal moeten gebeuren en wel zeer spoe- FEUILLETON Uit het Engelsch van Joseph Hocking. 32. Toen Nancy in Laburnum Cottage kwam, las ze de formule haastig door. Ja. er kwamen dingen in voor, die Mary haar nooit had toevertrouwd. Met behulp van het document zou ze misschien slagen. Ze was hoopvol ge stemd. Ik ga naar bed, zei Saraih Ellen, aan de deur klop pend. Kan ik nog iets doen? Neen, niets; dank je. Ik hoop dat je goed zult sla pen. De vrouw ging echter nog niet weg; ze scheen iets te willen vragen. Heeft u Mr. Briggs gesproken? vroeg ze plotseling. Ja, antwoordde Nancy. Wat zei hij? Alles. Dus nu weet u alles? Ja Wat gaat er met mij gebeuren? ancy keek de vrouw oplettend aan. Ze zag de angst 01 haar oogen. ^ou £aa* n'e^s gebeuren, antwoordde ze rustig. Niets? Bedoelt u dan... 7",111 bedoel dat ik er geen notitie van heb genomen hn .me ,den. dienst hebt opgezegd, Sarah Ellen en ik op, dat je bij mij in betrekking zult blijven. Meent u dat werkelijk? Z tj3" Goeden nacht, Sarah Ellen, kwa h Ün' neen- ik wil u ades uitleggen. Ik wilde u geen enZ misa Nancy- Mr- Briggs zei, dat het alleen 0 a voor u zou beteekenen... ik heb zoo lang gewacht dat rZa"" Mr' Ben beloofde me> dat hij me al het geld, den ^°°r een winkel noodig hebben zou geven, op v ag dat 11 niet hem trouwde. En ik zou alles gedaan en ®et Erza te trouwen... dat is waarom... a. ja, ik begrijp alles, viel Nancy haar in de rede. n u zult het nooit iemand vertellen? Geen woord. En Mr. Ben ook niet? Een van de eerste stapen daartoe, zal moeten zijn onze kostbare genoegens af te, schaffen en deze te'laten vervangen voor ontspanningen, die minder kostbaar zijn, en als 't ware met ons bedrijf samengaan. Een van de meest voor de hand liggende genoegens is zeker wel in het landbouwbedrijf en bij onze veehouders het paardrijden. Heel veel hoort men: „Och ja, ik zou wel willen rijden, maar onze paarden zijn niet geschikt", en waarom niet? Omdat hieraan de laatste jaren niets is ten koste gelegd. Tractoren, moto ren en auto's hadden de algemeene belangstelling en de paarden werden beschouwd als een noodzakelijk kwaad, die nu eenmaal niet gemist konden worden op het bedrijf. Dat kan zeer goed weer anders worden. Door te gaan paardrijden zal de liefde voor ons mooie paard weer wakker worden geschud. Het materiaal zal onder de loupe komen en in veel gevallen verbeterd moeten worden. Hierdoor krijgt men grooter arbeids- verdeeling van ons zelfde aantal dieren. Door deze lief de voor het dier zal het betere verzorging krijgen. Aan toilet stalling en voeding zal meer aandacht worden be steed, hierdoor langere levensduur van onze trekkrachten Een zeer groot aantal onzer jonge plattelanders is hier reeds mede bezig, samengevat in één groote organisa tie, wordt een ware veldtocht ondernomen, om datgene te herwinnen van wat eens verloren ging. Het in eere-herstellen van ons paard In het bedrijf, het zelf fokken onzer paarden, en met eigen hulp deze die ren bedrijfsklaar te maken. Dat hierdoor do ontwikke ling en oplettendheid, liefde voor en kennis van het paard, onwillekeurig gelijken tred houdt, behoeft wel niet nader te worden beschouwd. Om dit ideaal te steunen werd nu v ij f jaar geleden de Ned. Fed. van Land. Rijv in 't leven geroepen. En als men dan de geweldige groei nagaat, van dit lichaam dan is dit een doorslaand bewijs, dat die liefde nog bestaat, maar slechts sluimert. Deze uitkomsten van 't oude jaar kloppen wel, en zijn een verblijdend lichtpuntje in deze donkere tijden. De groote gebeurtenissen van 19 3 1 zijn een kroon op 't vele werk van onze leiders en het kranig optreden onzer amazones en ruiters. Het massaal optreden onzer ruiters in 't Stadion in Septi was het schitterende resultaat van vijf jaar werken. Dit wa ren geen terneergeslagen en blasé menschen, maar jon ge, veerkrachtige voorvechters. Nederland heeft gekeken naar dit schouwspel, en is ontwaakt dat moet worden aangewakkerd daaraan óns nieuwe jaar gewijd. 1931 was het jaar der Land. Ruitersport. 1932 moet het waar dig vervolg zijn op het oude. Nog veel grooter moet ons aantal ruiters en amazones worden, nog meer onderafd. zullen worden opgericht. Nog meer moet onze jonge garde in 't geweer voor de goede zaak juist nu moet het hoofd door deze menschen omhoog worden ge dragen en een voorbeeld zijn voor de plattelandsbevol king, niet alleen te paard, maar ook In 't bedrijf moeten zij een groote intensiviteit en werkkracht aan den dag leggen. In alles land. ruiter zijn, niet a 1 1 n in de manége, schot naar voren, maar ook thuis op 't land. Alleen door werken zal deze toestand op den duur anders worden. Laat dit onze ruiterleuze zijn voor ons nieuwe jaar: In snel, maar zeker tempo voorwaarts, over hindernissen en struikelblokken, tot wederopbouw onzer bedrijven, gerugsteund door ons ideaal: Rui tersport ten plattelande. V. HEILOO. Afstandrit AmsterdamBerlijn. Men herinnert zich nog de artikeltjes in de bladen de zen zomer, betrekking hebbend op bovengenoemden rit te paard. Als blijk van waardeering voor deze prestatie, ontving de heer P. de Jager, instructeur L. R. Heiloo van den A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland een groote zil veren beker met inscriptie. WAT HET OUDE MANNETJE VERTELDE: Op een der banken van een bekend plantsoen zat een dezer dagen een oud, zeer oud mannetje en vertelde langzaam aan een zeer jeugdig uitziend persoon het volgende. Uit het gesprek was af te lelden dat de oude heer zijn zaken vaarwel had gezegd en deze overdeed aan den jongen man, misschien zijn zoon of neef. Ver schillende bijzonderheden waar de aandacht aan moest worden geschonken, werden naar voren gebracht Zeer zeker moet deze oude heer bekend zijn geweest met Land- en Ruitersport bij gaf tenminste wijze raadge vingen ten bate van eenige bekende Landelijke Rijver- eenigingen uit de naaste omtrek, welke wij hier zoo goed Mr. Ben evenmin. O, miss Nancy, huilde de vrouw, ik zal alles voor u doen wat u maar wilt, ik zal mij halfdood voor u wer ken... en... en... Stil maar, zei Nancy, haar op den rug kloppend, we zijn weer goede vrienden, Saraih Ellen, Ik weet zeker, dat je me nooit weer zult bedriegen. Ik zou liever sterven! Goeden nacht, miss Nancy. God zegene u. En dat de Heer uw hartewensóh In ver vulling mag brengen... HOOFDSTUK XXVL Mislukt Gedurende de volgende weken bracht Nancy het groot ste gedeelte van haar tijd door in het laboratorium. Doordat de formule in haar bezit was gekomen, wist ze het experiment uitgebreider en volmaakter te herhalen en ze was vol hoop. Het was een veelbewogen tijd. Aan een kant was ze angstig, dat het haar niet zou geluk ken, aan den anderen kant vreesde ze, dat Ben Briggs wraak zou nemen. Ze had niemand wien ze raad en hulp kon vragen. Ze vroeg zich zelf af of Ben een af schrift van de formule had gemaakt Zou er geen andere scheikundige op het oogenblik aan het werk zijn met de gegevens van Amos' uitvinding? Avond aan avond werk te ze in het laboratorium, tot ze, tegen het eind van Februari, zeker was eenige vorderingen' te hebben ge maakt, Wat Mary Judson niet was gelukt, gelukte haar nu wel: ze kreeg constant goede resultaten, terwijl Mary Judson nooit zeker was, dat het den eenen dag even goed zou uitvallen als den anderen. Maar Nancy had déze fout ontdekt. Toch was ze niet tevreden. Voortdu rend vergeleek ze de synthetische rubber met de echte en telkens weer kwam ze tot de conclusie, dat er een verschil bleef. Wélk verschil wist ze niet, maar een ver schil was er. Het ergste was, dat ze er met geen schei kundige over wilde spreken. Weliswaar vond haar ach terdocht tegen Ben Briggs geen voedsel, maar toch was ze bang. Ze liet nieuwe sloten maken op de deur van het laboratorium, ze waarschuwde Sarah Ellen om niet in de nabijheid te komen. Och, miss Nancy, kon ik nu toch maar helpen, zuchtte de vrouw, die nu aanhankelijk en trouw was geworden... Maar Nancy wist dat niemand haar helpen kon. Tegen het eind van Februari stond de zaak er be ter voor. Ze maakte herhaaldelijk rubber en die bleef van dezelfde kwaliteit Ik zal mijn doel bereiken, dachj: mogelijk trachten weer te geven. Het grijze heertje ver volgde „Let vooral op bij de lessen der Gr. Vr. proef, dat bij de behandeling der gierponten, de rivieren steeds naar een zijde stroomen, namelijk naar de zee, en dat dit nooit verandert. Dat instructeurs terdege hun te oommandeeren progr. instudeeren alvorens ze hun acht tal in het veld brengen. Dat het woord „Federatie" maar met één r. wordt uitgesproken. Bij ruiteravonden de stoe len goed nazien en kapotte worden verwijderd, daar an ders de ruiters onder tafel komen te zitten. Spesiaal moet er op worden gelet, dat er na concoursen direct wordt afgemarcheerd, vooral als deze plaats heb ben in streken waar duin en bosch belendende perceelen zijn. Ruiters die hieraan niet voldoen, als 't mogelijk is photografeeren met hun afleiding en plaatsen in de „Rulterrubriek". Over deze rubriek gesproken: men leest hier nogal veel in over 't Fed. tenue. Het is een zeer praotisoh costuuim, denk vooral om een „geschikt hoofddeksel". Het leed is niet te overzien als 't verkeerde werd opge zet, met het oog op de zon, begrijp je. Als je tijd over hebt moeten in zandstreken diverse gaten worden ge stopt, in 't afgeloopen jaar kwam 't eenige malen voor dat er salto's werden gemaakt, paarden zijn konijnen. Zooveel mogelijk probeeren wat beter paardenmateriaal in de Afd. te brengen; een goede hengst zien in te voe ren, zoodat de liefhebberij voor de fokkerij weer wat opleeft. Tegenover de andere Provincies stak 't Noor derkwartier zeer sterk af in 't Stadion. Vergadering van het bestuur der Langendijker Groen- tenveiling te Broek op Langendijk, op Maandag 28 Dec. Tegenwoordig 25 leden. Voorzitter, Burgemeester Slot, opende met een wel kom, waarna voorlezing en vaststelling der notulen volgde. De keurigst. over Nov., welke zes keuringen bevatte, werd geen op- of aanmerking over gemaakt. Uit het rapport over het nazien van het kantoor werd medegedeeld, dat er in de maand November geveild was voor een bedrag van f 54.5kl.33, waarvan voor- Broek op Langendijk f 14303.09, Heerhugowaard f 807-35. idem R.K. f 6756, Zuidscharwoude f 4593-09, idem R.K. f 1022.19, Hensbroek f 4908.77, Koedijk f 651969, Sti- Pancres f 6316.90, idem R.K. f 1502.80, De Scnermer f 226S.90, Ursem f 2963-63, Oterleek f 1748-04, Diversen f 870.68. Mededeeling werd gedaan aangaande een gehouden vergadering van den Vierbond, waarover reeds voliedige verslagen in de couranten hebben gestaan, betreffende het verzoekschrift, dat opgezonden is naar den Minister werd een afschrift van voorgelezen, hetwelk luidde als volgt: Aan Zijne Excellentie den Minister van Lauwbouw te 's-Gravenhage, Geven met verschuldigde hoogachting te kennnen de navolgende groentenveilingen: 1. De Langendijker Groentencentrale te Broek op Langendijk, waarbij zijn aangesloten 1416 tuinbouwers; 2. De Noordermarktbond te Noordscharwoude, met 1553 aangesloten tuinbouwers; 3. De Centrale Veilingsvereeniging „Warmenhuizen en Omstreken" te Warmenhuizen met 677 aangesloten tuinbouwers; 4. De Coöperatieve Tuinbouw- en Handelsvereniging „De Tuinbouw" te Obdam, met 250 aangesloten tuin bouwers; te zamen vormende „De Vierbond", gevestigd te War menhuizen; Dat zij Uwe Excellentie zeer erkentelijk zijn voor het besluit der regéering om onze noodlijdende tuinbou wers hulp te verleenen door het verstrekken van ren- telooze voorschotten; dat daardoor velen, die thans met finantieelen onder gang worden bedreigd, kunnen worden gered; dat deze maatregel echter bij voortduring van de tegenwoordige crisis niet voorkomt, diat ook de tuin bouwers, die thans nog niet voor een renteloos voor schot in aanmerking komen, tot het zelfde noodpeil afzakken; dat zij het daarom noodzakelijk achten, dat ere regee ring een maatregel neemt, zooals bijvoorbeeld ook voor de verbouwers van tarwe is geschied, waardoor bet geheele tuinbouwbedrijf in onze koolstreek wordt gebaat; dat het in de oorlogsjaren duidelijk is gebleken, van hoe groot belang, in tijden van nood. onze koolstreek is voor de voedselvoorziening van de bevolking van ons geheele land; dat in de eerste oorlogsjaren zeer groote hoeveelheden stapelgroenten beneden kostprijs ter beschikking van de regeering zijn gesteld, welke last bijna uitsluitend is gedragen door de bij onze veilingen aangesloten tuin ders; dat onze aangesloten tuinbouwers in de oorlogsjaren zulke groote offers aan de voedselvoorziening van ons land hebben moeten brengen, hetzij in natura, hetzij als geldelijke heffing, dat zij niet in de gelegenheid waren om belangrijke reserves te vormen voor de te genwoordige slechte jaren; ze, ik ben nu verder gekomen dan Mary en ik zal het oude huis terugkoopen. Want ze kon nu rubber maken voor een vierde deel van den marktprijs, het kon in elke hoeveelheid gemaakt worden. Maar hoe moest ze haar uitvinding productief maken? Haar onervaren heid in finantieele aangelegenheden maakte haar wanho pig. Welken zakenman kon ze het geheim toevertrou wen? Een was er. Blyah Briggs. Hij was een goed za kenman, eerlijk als goud, die haar graag vooruit wilde helpen. Ze noodigde hem uit om haar op te zoeken en ze vertelde hem alles. Je bent een kranige meid, Nancy! riep hij uit Het is reusachtig, wat je hebt gedaan. Waar ia die rub ber van je? Hier, Mr. Briggs. Duister nu goed: en uit een lade haalde ze twee stukken rubber, die ze voor hem neer legde: kunt u hier een verschil in zien? Elyah Briggs zweeg. Hij nam het blad in zijn handen, woog het, onderzocht het. Er is een verschil, zei hij eindélijk, maar ik weet niet wat het is. Rubber is mijn va k niet; als het wol was, zou ik geen seconde aarzelen. Waarom vraag je me dat? Een stuk maakte ik; een heb ik gekocht, was het antwoord. Een is de beste Para-rubber, die achttien pence kost, het andere kan ik produceeren in elk kwan tum voor minder dan sexpence het pond. Maar als dat waar is, zijn er millioenen mee te verdienen! riep de man uit Is er al practisch gebruik van gemaakt? Bestaat er een drijfriem van of een paar gummizolen desnoods? Nancy schudde het hoofd. Ik ben bang van niet, zuchtte ze. Maar dat moet eerst geprobeerd worden, zei de Yorkshirer. Ja maar op welke manier? Elyah toonde een buitengewone belangstelling. Hij zag als een echten zakenman, dat er millioenen te verdie nen waren. Hij liet Nancy alles apnieuw vertellen. Hij wist van de fantastische droomen van den ouden Amos, hij wist, dat hij in zijn soort een genie was geweest Maar hij wist eigenlijk niets preoies. Nancy vertelde hem alles zorgvuldig; een ding, het avontuur van Ben, verzweeg ze hem. Ik zal je zeggen, wat je moet doen, zei Elyah ein delijk, je moet naar Jack Crowther gaan. Wie is dat? Hij heeft meer verstand van rubber dan heel Leeds Probeer een geschikte verzekering te krijgen, speciaal voor Land. Rijv. Ook wordt er nog voortdurend over kop en poot'en gesprokendit moet nu maar eens uit zijn, zet er boete op, missohien helpt het deze fout te besnoeien. Ook is er nog een vereen, waar steeds naar en van de les wordt gegaloppeerd; dit hoort in stap of draf, en dat 't toilet van de paarden bij eenige leden nog zoo slecht was, dat St. Nicolaas te dier plaatse handelend op moest treden bij monde van den instruc teur. Goed toezien op „slaande paarden" die achter in de colonne plaatsen. Bij boomenrooien voor manégeaan- leg, de jongeren niet te veel laten trekken; er om denken dat 's avonds de koeien met diezelfde handen moeten worden gemolken. Steeds schijnen er nog ruiters te zijn, volgens het ge sprek, die verbazend vergeetachtig zijn, o.a. te laat op de lessen komen bandages kwijtraken, damesregenman tels laten zwerven. Vooral trompetten scheen een arti kel te zijn dat zeer licht wordt vergeten, meestal nog wel door de artisten. Weer werd er gewezen op 't voorkomen van stan gen. Er aan moet worden gedacht, dat ruiters met z.g. hooge voeten, passende laarzen krijgen. Nauwkeurig moet worden toegezien dat de theorie van een afd. later niet wordt voortgezet, onder genot van kn...worst" Doordat een colonne land. ruiters met volle trompet- muziek allen in keurig Fed. tenue voorbijtrok, ging da rest van 't gesprek voor ons verloren. Toen wij later naar de personage's informeerden bleken het het oude en het nieuwe jaar te zijn geweest V. dat zij op grond van de groote offers, welke de re geering in de oorlogsjaren van hen heeft geeischt, hans, nu zij een crisis doormaken, welke de naweeën van den wereldoorlog tot oorzaak heeft meenen er ook recht op te hebben, dat de regeering alles aanwendt om hen voor financieelen ondergang te behoeden; dat zij daarom de vrijmoedigheid hebben Uwe Excel lentie te verzoeken, om, gezien den noodlijdenden toe stand in ons tuinbouwcentrum, aan onze tuinbouwers voor dit seizoen met terugwerkende kracht tot 15 Dec. 1931, uit rijksmiddelen een toeslag te verleenen van f 1 per 100 KG. geveilde bewaarkool; dat een toeslag van f 1 per 100 K.G. het bedrijf wel niet winstgevend maakt, maar den tuinbouwers de V3r- dere exploitatie van hun bedrijf mogelijk maakt, het geen voor hen, voor hunne arbeiders en voor de geheele tuinbouwstreek van zeer groot belang is; dat zij tevens onder de aandacht van Uwe Excellentie brengen, dat het voor onze tuinbouwers een levens belang is dat het handelsverdrag met Duitschland, dat in 1932 afloopt, op dezelfde of zoo mogelijk voordeeliger voorwaarden wordt gecontinueerd, daar een verslechte ring van de mogelijkheid van export naar Duitschland voor onze tuinbouwstreek zeker den finantieelen onder- gag zal beteekenen; dat zij Uwe Excellentie eerbiedig verzoeken, niets na te willen laten en alle aan de regeering ten dienste staande middelen aan te wenden om een dergelijke ramp te voorkomen; dat zij het daarom wenschelijk achten, dat onze re geering maatregelen neemt, welke het voeren van een actieve handelspolitiek mogelijk maken; dat de tegenwoordige abnormale toestanden in het betalingsverkeer met het buitenland op de prijzen onzer producten van ongunstigen invloed zijn, zoodat zij Uwe Excellentie verzoeken met kracht te willen bevorderen, dat het buitenland de betaling van door ons geëxpor teerde producten niet zal belemmeren, door het niet beschikbaar stellen van deviezen of anderszins; en dat wij tenslotte Uwe Excellentie beleefd verzoe ken in de gelegenheid te worden gesteld om het boven staande mondeling toe te lichten. 't Welk doende, enz. De heer Hoogland meent dat met zoo'n toeslag niet allen gebaat zijn en is ook bevreesd, dat het toegestane crediet door de regeering daardoor in het gedrang kan komen. "Voorzitter zegt dat het zeer moeilijk is een regeling te treffen, die precies goed is, doch het is hier te doen om het product nog eenigszins loonend te maken. De uitvoering hiervan, als het toegestaan wordt, zal dan wel onder de oogen worden gezien. Verder konden allen zich met dit verzoekschrift" ver eenigen. Schrijven ingekomen van >rDe West" te Koedijk, met bericht, dat zij het voorstel: één afgevaardigde voor elke 20 leden naar de algem. vergadering, hadden aan genomen; tevens dat zij het lidmaatschap van de L.G. C. zouden verlengen en de ledenlijst teekenen. Hierna volgde behandeling van de agenda der Prov. Comm.-vergadering. Als vertegenwoordiger voor de L.G.C. werd aange wezen de secretaris. De heer W. Butter vraagt wie er voor bestuurslid van de Prov. Comm. verkiesbaar is; moet zoo iemand lid zijn van een veilingsvereeniging, of is iedere aangesloten tuinbouwer verkiesbaar? Geantwoord werd, dat het wel gewenscht is, dat zij bestuurslid van een veiling zijn, doch het is niet nood zakelijk, ook gewone leden zijn verkiesbaar. bij elkaar. Is hij een knap chemicus? Ja. Maar hij weet alles uit de praktijk, hij heeft er nooit in gestudeerd. En dat is eigenlijk niet voldoende. Je moet het een professor aan een Universiteit voor leggen, die een erkende specialiteit is op het gebied van scheikunde. Kent u zoo iemand? Ja, Professor Sheepshranks. Als die zegt dat dit werkelijk robber is, is je fortuin gemaakt. Luister kindje, mij kun je vertrouwen, niet waar? Natuurlijk! riep het meisje uit. Luister, ging hij voort, als Jack Crowther en Pro fessor Sheepshranks verzekeren, dat die rubber deugt, zal ik het zakelijke gedeelte voor je in orde maken. U bent te goed voor me, Mr. Briggs, riep Nancy uit, terwijl ze tot de deur met hem meeging. Maar plot seling legde Elyah Briggs zijn handen op haar schou der. Nancy, lieve kind, je weet dat ik een ouderwetsoh man ben. En ik geloof in de woorden van den BijbeL Dat weet ik Mr. Briggs. Ik zeg je, dat je vader alles weet wat je voor hem gedaan hebt en dat ook Mary Judson niet ver van ons af is. Ik weet het niet of je zult slagen, maar je vader moet trotsoh op je zijn, meisje. En ik wou, dat je mijn dochter worden kon. Ik weet wel, dat er weinig kans is, maar ik zou er zoo gelukkig mee zijn. Goeden nacht, kindje. Nancy leefde de volgende dagen in een voortdurende opwinding. Eerst ging ze naar Londen, waar ze een lang onderhoud met den professor had, en daarna volg de een tijd van afwachten. Wat zou hij er van zeggen? Zou haar wensch vervuild worden, of zou alles als rook vervliegen? Het eerste nieuws kwam van Elyah Briggs, Hij kwam op een avond laat nog naar Laburnum Cottage om Nancy te spreken. Ze sprong op van haar stoel, toen hij de kamer binnenkwam. Heeft u nieuws? vroeg ze ademloos. Ja. Ik kom juist van den ouden Crowther. Haar beenen trilden zoo, dat ze opnieuw moest gaan zitten. Vertel me alles. Het is geen goed nieuws, kindje, zei Elyah. Is het geen robber? Ik vroeg Jack mee hierheen te gaan, maar hij wil de ndet Dus het is een mislukking? Werdt vervolgd*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1931 | | pagina 9