Minister Deckers naar Indië. „Wild-West" te Rotterdam. Mislukte inbraak. Roofoverval te Oldenzaal. Complot roor een massa-moord. Plaatselijk Nieuws. Brabantsche brieven. Theater Royal. De minister van de fensie, mr. dr. L. N. Dec kers heeft Donderdag middag om 1.46 uur met den boottrein der Rot- terdamsche Lloyd Den Haag .verlaten om zich naar Marseille te bege ven, waar hij zich, zoo als bekend, Vrijdag (gis ter) aan boord van de Sibajak zou inschepen naar Oost-Indië. Ren groot aantal autoritei ten en vrienden van den minister waren op het perron afwezig om af scheid van hem te ne men en hem een goede reis en behouden aan komt te wenschen. Eenige minuten voor het vertrek van de trein ar riveerde de minister aan het station met zijn beide adjudanten, kap. van Weel en den luit. ter zee dei- eerste klasse Bozuwa, welke laatstgenoemde de reis zal meemaken. Op het perron werden de heeren verwelkomd door den heer Ruys, directeur der Rotterdamsche Lloyd. Minister Deckers onderhield zich nog eenige oogen- blikken met zijn collega's en met de verdere aan wijzigen, die allen een hartelijk afscheid van hem namen. Aan eenige journalisten verklaarde de mi nister, dat hij naar Indië ging om de verschillende personeelvraagstukken en materieele kwesties ver band houdende met de marine, nader onder de oogen te zien, mede in verband met de moeilijke tijdsom standigheden. Nadat de minister en zijn adjudant in de gereserveerde coupé hadden plaats genomen, hadden zij nog vele handen te drukken. Precies op het vastgestelde uur vertrok de trein. Roofoverval In een café. „Denk er om, ik heb een revolver. De kastelein gekneveld. De dader met een buit van f 17.50 ver dwenen. Donderdagavond is te Rotterdam in een schipperscafé aan de Spaansche kade een roofoverval gepleegd, welke zich als volgt heeft toegedragen. Overdag is het vrij druk in het café, maar 's avonds is er weinig te doen. Nadat de bezoekers eenigen tijd biljart hadden gespeeld, ging een van de mannen weg. 2eggend dat hij even een boodschap moest doen en dat hij over tien minuten wel weer terug zou zijn. De be zoeker, die achter bleef, ging aan een tafeltje zitten en de kastelein zette zich aan een andere tafel, waar hij zijn krant ging lezen. Plotseling overvallen Te kwart voor negen ongeveer stond de eenzame be zoeker op en liep op het biljart toe.. Daar bleef hij even staan, waarna hij om het biljard heen liep en zoodoende achter den kastelein kwam. Plotseling voelde deze een hard voorwerp in zijn ha-s en vlak daarop riep de bezoeker hein toe: „Ik heb een revolver. Denk er om, ik schiet je door je iiohaam als je je beweegt!" Daarop volgde het bevel: „Handen op je rug!" De kastelein kon niet anders doen, dan aan dit bevel gevolg te geven. De aanrander bond met een touw zijn handen samen en gelastte hem, nog steeds dreigende met den revolver, naar de spoelkeuken te gaan. Daar beval hij hem op een stoel te gaan ziten en zich niet te be wegen. Een greep in de buffetlade. De.roover begaf zich naar het buffet, trok daarvan de geldlade open en begon, zeer zenuwachtig, in het zich daarin bevindende geld te graaien. Hij kreeg daar slechts enkele oogenblikken tijd voor, want inmiddels had de kastelein zich van het touw, dat hem de handen bond, wéten te bevrijden. Om zich te beschermen, greep hij een houten spoelbak, die hij voor zijn gezicht hield en luidkeels schreeuwend: „Moord, moord", rende hij het café binnen. De roover nam onmiddellijk daarop de vlucht. De tochtdeur achter zich dicht smijtende, rende hij de Spaansche Kade op, achtervolgd door den kastelein, wiens geschreeuw op de uitgestorven straat echter aan vankelijk niet de aandacht trok. Spoorloos verdwenen. Het gelukte den roover dan ook den Haringvliet op te rennen, waar hij in het duister spoorloos verdween. De kastelein gaf de achtervolging dan ook op en waarschuwde de politie van 't bureau aan den Oppert, die er onmiddellijk op uittrok en het onderzoek met kracht aanvatte. Eenig resultaat heeft dit tot nog toe niet opgeleverd. Uit de inlichtingen, die de kastelein en ook de kellner verstrekt hebben, heeft men een vrij volledig signale ment van den dader en ook van diens metgezel weten samen te stellen. Naar alle waarschijnlijkheid heeft de man, die in ge zelschap van den roover was en het café na het vertrek van den kellner verlaten heeft, op den uitkijk gestaan. Merkwaardig is het zeker, dat hij niet meer in het café is teruggekeerd, zooals hij toch afgesproken had. Bij on derzoek is gebleken, dat uit de geldlade een bedrag van f 17.50 is gestolen. Bij een dominé te Abcoude. Dieven op de vlucht geslagen. Gisternacht is ingebroken in de pastorie der Ned. Herv. Kerk te Abcoude, predikant ds. Bleeker. De dieven hebben zich toegang verschaft door aan 'de achterzijde een ruit in te drukken. Zoowel het bo ven- als het benedenhuis van deze woning is door zocht. Door het lawaai in het benedenhuis ontwaakte de predikant, die onmiddellijk een onderzoek instelde, waarop de dieven de vlucht namen. In een der kamers vond de predikant het tafelzilver bijeenverzameld, zoodat de inbrekers niet hun slag hebben kunnen slaan. Het onderzoek wordt geleid door den burgemeester, 'die met een politiehond het terrein onderzocht. De dader is niet bekend. IN EEN STUKJE WORTEL ZICH VERSLIKT. Een 3-jarig meisje overleden. Te Exloermond heeft het 3-jarige meisje van den heer J. Holle zich verslikt in een stukje wortel. On derweg naar het ziekenhuis te Groningen is het kind overleden. VISSCHERSSCHUIT GEZONKEN. Man, vronw en vijf kinderen bijtijds gered. Gister werd op de Waal bij Nijmegen de visschers- chokker van S. door een sleepboot aangevaren. Er intstond een lek, waardoor de schuit zonk. De schipper, zijn vrouw en 5 kinderen kondon nog bijtijds gered worden. Alleenwonende man onder bedreiging met een revolver geld afgeperst. Te Oldenzaal is gisternacht een roofoverval ge pleegd op den alleenwonenden brandstoffenhandelaar Beyhuis. Omstreeks 2 uur zijn twee mannen zijn wo ning binnengedrongen en overvielen den heer B., die te bed lag. Onder bedreiging met een revolver en een mes heb ben de bandieten den verschrikten man de plaats ge vraagd, waar zijn geld lag. De heer B. gaf den aanvallers daaroo honderd gul den, welke in het bed waren verborgen. De mannen bonden toen de handen van den heer B. met gordijnkoord op zijn rug vast, terwijl zijn beenen op drie plaatsen werden vastgesnoerd. Een zakdoek werd hem daarop nog voor den mond gebonden en een handdoek voor de oogen. Na de woning doorzocht te hebben, hebben de ban dieten het huis door de voordeur verlaten. Tegen 5 uur was het den heer B. mogelijk zoo luid om hulp te roepen dat een voorbijganger hem hoorde. Deze waarschuwde terstond de marechaussee, die den man uit zijn benarde positie bevrijdde, waarop een uitge breid onderzoek werd ingesteld. Een signalement van de daders is heel vaag be kend. Op verzoek van de marechaussee te Oldenzaal is gistermorgen te Zutfen echter een verdachte aange houden, die reeds vroeg in den morgen Oldenzaal had verlaten. De man is naar Oldenzaal overgebracht UIT ONZE OOST. Slachting onder Europeanen voorbereid. De lngubere aanstichters gearresteerd. Aneta seint uit Soerabaja: Het Soer. Hdbld. verneemt uit Djember, dat een complot werd ontdekt om alle Europeanen van de on dernemingen Soembertengah, en Soember-Wadoeng bij Sempolan uit te moorden. De hoofdaanleggers van dit complot zijn gearres teerd. Het motief tot de voorgenomen daad was van godsdienstigen aard. TEN BEHOEVE VAN DE WERKLOOZEN. Door den heer J. C. Castricum, Hoep, alhier, zal, naar we vernemen, een schoenhandel worden begonnen. In dezen tijd van hevigen concurrentiestrijd niets bij zonders, zal de lezer zeggen. Maar aan deze nering ls iets bijzonders verbonden. Bij den verkoop van een paar schoenen wordt n.1. een gedeelte van de door Castricum te maken winst in een door den burgemees ter te verzegelen bus gedeponeerd, van ieder paar schoe nen 50 cent en het aldus te vormen kapitaaltje zal strekken tot steun van de werkloozen van Noordhol lands Noorderkwartier. FEUILLETON. VERTELLINGEN. Ulvenbout, 5 Januari 1932. Me nier. Me kunnen weer veuruit, amico, 't kelenderke haangt 'r weer mee 'n dik bukske. Driehonderd zes-en-zestig leege blaaikes baangen te wochten om weer volgepot- looid te worren mee de ge beurtenissen die me-n-alle- maal van 't jaar beleven zullen; zullen deurmaken. Driehonderd zes-en-zestig vraagteekenskes van deus schrikkeljaar staan ons in d'oogen te schijnen. En 't is nouw maar gerajen, zeg ik, om ze zoow ferm meugelijk aan te kijken. Ze van dag tot dag vol te kalken mee 'nen vasten poot. En veural de Zonnedagen, de schoone dagen van wèrmte, groei, bloei en veugeltjeszang; van fiest, van blijheid en van „Gouwen-Koe"-plazlerkes d'r mee fijne krul-letterkes op te zetten. Da's 'n goei veurnemen op d'n aanvang van 't jaar, veural nouw! Veural nouw, ja, waant zoow oud as ik ben, kan ik me- n-eigen gin nuuwjorke herinderen, da van te veuren al zo'nen kwaaien naam kreeg as deuzen Tweeëndartig! Ginmensch hè'k mee deus eerste dagen van 't jaar gesproken die nouw één goei woordje, één goel gedacht veur 't jonge Jaar over had. Ze bekijken 't allemaal as 'n ongeluksbodeke, as *nen oorwurm, as 'nen soort van kwaajen deurwèèrder za'k maar zeggen! En gij, Dré? zulde vragen. Da zal 'k oew eerlijk vertellen, amico; ik gaal op m'n ondervindings af en dan zeg ik: z'emmen 't nuuwejorke zoow lillijk aangekeken en ze verwochten zoow weinig goeds van 'm, da-d-et nie aanders as... méé kan vallen! 't Lopt altij aanders as wij menschen, mee ons piere- verstaand denken Om te beginnen klagen op d'n oogenblik alle dokters dat er hier weer 'n zoowgenomde „gezondheids-epidemie is uitgebroken". Nederlaand gaat dus gezond-as-'n-visch- ke 't nuuwjaar in! En as ge weten wilt wat da beteekent, wat da veur 'nen kollesalen schat ls, gezondheid dan motte da maar 's vragen aan de menschen die ziek zijn. Kad vleejen week *nen kwaajen kies. Toen 'k 'smergens m'n pepke aanstook, zoow uit bed, toen kreeg ik 'n scheut deur m'nen kop, ollee 't was of heel m'n gedoeike in de rondte tolde. En Trui d'r gebakken spek, d'ren koffie ocherme! Ik kon d'r nie aan. Mee 'n leege maag en 'nen tintelen den moei gong 'k van huis en de schokskes van d'n gruuntenwagel waren as hamerslagen op m'nen klop pend taandvleesch. Sodepin, amico, wa-d-had ik de juu in. Gin pepke kos ik rooken en as ik van die last af gewiest was deur heel m'nen gruuntenwagel over de brug in de Mark te kiepe ren, dan had ie gegaan, man! En 't was 'nen dag, 'nen dag, zooas me van d'n heelen winter nog nie hadden g'ad en misschient ok nie zullen krijgen. De sneeuw lag bevrozen op de takken van 't gebomte en 't zonneke dat 'm smelten dee, tooverde elk takske tot 'n snoer van dlamaanten. Klodders van lichtschietende pèreis smolten uit de takken en vielen op m'n petje. „SPARTA" Zondag as. ontvangt Schagen I het sterke B.S.V. uit Beverwijk, welke club momenteel de tweede plaats op de ranglijst bezet In Beverwijk is het Schagen gelukt In een zeer vlug gespeelden wedstrijd gelijk te spelen, zoodat wel aangenomen mag worden dat de sportlief hebbers Zondagmiddag op de Loet weer eens als van ouds kunnen genieten. Men ga eens een kijkje nemen om de Geel-Zwarten in actie te zien. Na lang zoeken is waarschijnlijk de ware opstelling gevonden en gezien de 51 overwinning op E.V.C. mogen wij wel aannemen dat het zoo is. Het elftal voor Zondag is: C. Prins V. Vlottes H. Middelbeek A. Plakman R. Rus J. Watertor W. Rus A. Watertor J. Kakebeeke Jb. Dekker Lutjeharms Reserve: P. Houtlosser. Scheidsrechter Koorstra CONCERT EN VAANDELONTHULLING. Blijkens in dit no. voorkomende advertentie zal Schagen's Harmcniekapel een concert geven op 17 Januari as. in het Noordhollar.dsch Koffiehuis. Onze kapel heeft zich voor dit concert de medewerking van het Ned. Herv. Kerkkoor verzekerd, terwijl ook dien avond de onthulling zal plaats vinden van het nieuwe vaandel, dat de Harmonie zich kon aanschaffen, dank zij een belangrijke gift van een onzer plaatselijke ver- eeni gingen. MA RKTO VERZICHT. Op de vetmarkt was het een ander gezicht als de 2 voorgaande weken. Nu waren er weer aardig vette koeien aanegvoerd. De hoogste prijs was 37 ets en de duurste koe werd gekocht voor f 345 door slager Wit van Den Helder. De handel was heel goed, duurder. Op de kalf- en geldemarkt was het wel niet zoo druk, maar toch meer leven. De handel was goed. Men moet niet uit het oog verliezen, dat het nog wintermarkten zijn; als het sneeuw en ijs was, had men die erg er niet in. De handel in stieren was ook goed, ze konden gelden tot 25 ots. Pinken en graskalveren niet aan gevoerd. De handel in nuchtere kalveren was aan den stuggen kant. Met de oude slachtschapen was het ook een stugge handel, 14—r20 gld. Deze kunnen ze tegenwoordig slecht hebben, er gaat niet af. Voor overhouders waren ook geen koopers, handel traag. Vette varkens waren er veel aangevoerd, die handel had beter kunnen zijn De biggen en schrammen was niet veel vraag naar, handel zeer matig. In bokken en gelten weinig handel. Op de kippenmarkt werd wat er was goed verkocht. GEMEENTE SCHAGEN. Loop der bevolking over het jaar 1931. De bevolking bestond op 31 December 1930 uit: 1938 mannen. 1964 vrouwen, samen 3902. Zij vermeerderde het jaar door: Geboorten: 45 mannen. 42 vrouwen, beide gesl. 87; Vestiging: 179 mannen, 172 vrouwen, beide gesl.: 351; Vermeerdering 224 mannen, 214 vrouwen, beide gesl.: 43S: en verminderde gedurende het 'jaar door: Overlijden: 26 mannen, 26 vrouwen, beide gesl. 52; vertrek 190 man nen. 182 vrouwen, beide gesl. 372; vermindering 216 man nen, 208 vrouwen, beide gesl. 424. De bevolking vermeerderde dus met: 8 mannen, 6 vrouwen, beide geslachten 14. Bevolking op 31 Decem ber 1931: 19-46 mannen, 1970 vrouwen, beide gesl. 3916. Gedurende het jaar werden 30 huwelijken voltrokken, 2 huwelijken door echtscheiding ontbonden en 4 gebore- I nen als levenloos aangegeven. De hooge blaauwe locht stlng strak van klèèrle be schenen mee gouwen.glaans van do stpalendo-zorw Zwaar hongen de naaldentwijgen van lagen mast te bulgen on der klodders witten kristal, die muljoenen lichtjes piek ten onder 't weemlend zonnelicht 't Waren de echte, de van d'n hemel gegeven kerst- bomkes, die heel onze omgeving sierden in plechtige praoht! En sjuust gong m'nen mond open van bewondering bij al da schoons Tc was m'nen kiespijn vergeten, sjuust stak ik uit gewoonte m'n haand in m'n broekzak om m'n pepke te pakken, of daar kreeg ik weer 'n op- kajer veur m'n kiezen, da'k kreunde van d'n pijn. Blek, onder d'n wagel, dee van d'n veromstuit mee. „Maar nouw gaat ie 'r uit Blek", zee ik: „da dink hee me nouw al heel dieën kustelijken mergen vergald, nouw hè'k gin rust veur 'k 'm tusschen 'n tangeslce zie zitten, in d'n dokter z*n knusten." 'k Liet m'n klaanten wochten en ree achter mekaar naar zo'nen witjas, die veur éénen gulden, zonder ver- dooving, da dink uit m'nen kop sleurde da-d-et allegaar krokte! Net toen 'k docht da m'nen kop 'r afgedraaid wier, zee-t-ie: „hier is ie Dré!" Keb zelden mee zo'n plazier 'nen gulden betaald, amico! 'k Had 'n gat in m'nen mond, waar 'k 's avonds m'n klompen In kon wegzetten, zóów groot, maar 'k was zoow gelukkig as de Natuur schoon was. 'k Ben nouw in oefening om m'n pepke aan d'n aan- deren kaant te rooken, waant da kreng da mijn 'n paar uren van dieën kustelijken dag hee bedorven, was sjuust d'n vasthouwer van m'n pepke. En zoow gong ik mee goeiën moed 't ouwe jaar uit Alles smokte weer zoow lekker da 'k m'n broekgeps op groote versnelling in schakelde en 't lieve leven was veur éénen gulden weer herwonnen! En zoow doei ik ok weer mee aan de gezondheids-epi demie en lot 't nuuwe jaar nouw maar opkomen! Maar wa'k er mee zeggen wil, is dltte: as de dokters beginnen te klagen over slappen tijd, dan hee-g-et nuu we jaar al bestig ingezet. Da-de-em ik wel aan da kieske gemorken. 'n Klein bietje malaise schijnt achteraf erg gezond te zijn en as de wereld goed gezond wordt, dan ga-g-et mee die malaise net as mee dieën kies van mijn. Die wordt er dan van 't jaar wel effetjes uitgesleurd. En as 't dan hier en daar 's krokt net as in m'nen kop en as ge dan op 't lest denkt: daar trekken ze m'nen heelen kop tus- sohen m'n schouwers uit dan... dan is 't gebeurd! Zooda 'k alles bij mekaar wel 'n bietje 't idee eb, da-d-et nog al mee zal vallen. 't Wordt altij aanders bestierd, as me veruit dochten en van al de veurspellings is de leste twintig jaren nog gin klap uitgekomen! Waarom zouw dus deus veurspelling, da-d-et van 't jaar allegaar kepot zal draaien, wèl uitkomen? 't Is nie om me-n-eigen 'n virke in m'n gewltwel te steken, maar keb me nooit beter op m'n gemak gevuuld, dan mee haarden arbeid en veur de rest vertrouwen te stellen op Onzenlievenirlce. Zeivers de zaak van 't leven in haanden nemen, da kunnen me nie! As 'da kon, dan wier iedereen rauljon- nèèr en as me allemaal mljonnèèr waren, dan... hadden me nog niks. Of... me vochten mekaar ieveraans 't kot uit waant hoe meer 'nen mensch bezit, hoe meer druktes of ie op z'nen stèèrt krijgt; hoe onverdraagzamer of ie wordt. En amico, as iedereen schatrijk was, stel dat die onmeugelijkheid meugelijk was, zouwen er dan in één week nie veul meer ongelukken gebeuren as nouw in tien jaar? As alles in automobielen over de wereld roetschte; as de borreltjes veur 't pakken stingen as 'n glaske water; de wefkes d'r eigen optuigden as... ollee, laat 'k zwijgen; 't is om er baang van te worren! Neeë, da zou nie gezond zijn, amico, om 't maar 's zochtjes te zeggen. En daarom, 'k zie 't jorke nog zoow bezurgd nie In. Keb 'n bietje-n't gevuul da me-n-aan 't begin staan van 'nen omkeer naar meer degelijkheid, bezonkenheid, zuinigheid, teverejenheld, kortom: gezondheid. En as da zoo zijn mag, ollee, dan is '32 'n jaar as me nooit g'ad emmen! En nouw me-n-aan 't begin staan van 't jaar, mee al BRAND. Donderdagavond heette het: er is brand in de Ha len! Bij wien? luidde onze vraag, maar daarop ko& onze zegsman geen antwoord geven. Natuurlijk, wij er heen, maar hoe verder wij kwa men, hoe meer of wij dachten aan een valsch alarm, want overal op het Noord was het even rustig. Maar jawel, even verder hadden wij een vrije uitkijk en zie daar de brand! Het was niet erg verontrustend en al spoedig ver- namen wij dat een hooiklamp van den heer Sclioorl in brand was geraakt. Hoe? Dat wist men niet. En daar de klamp apart op een stuk land stond,' er geen wind was, dus ook geen gevaar voor anderen,; liet men de klamp rustig branden. „W e r e 1 d s t a d', De film „Wereldstad" die deze week in Theater Royal draait ls ontleend aan het spannende verhaal van Dahiell Hammett over de clandestiene drankhandel en bendeterreur in Amerika. Nan Cooley, een stiefdochter van „Pap" Cooley, hoofd van een smokkelbende die in dienst is van Big Fellow Maskal, bezitter van groote clandestiene bierbrouwerijen,r wordt verliefd op „The Kid", een vroegere cownoy, die om zijn buitengewone bekwaamheid in het revolverschie- ten door een schiettent op Coney Island is aangenomen. Nan tracht den jongen over te halen bij de bende van haar vader toe te treden, maar de Kid voelt niets voor het leven van dranksmokkelaar. Wanneer Nan echter later onschuldig gevangen wordt gezet, bezwijkt Kid eindelijk voor den aandrang van Cooley, en wordt lid van de bende, in de hoop daarvoor iets voor Nan te kunnen doen. Intusschen is Nan in de gevangenis tot de overtuiging' gekomen dat al de leden der bende nietswaardigen zijn, die haar onschuldig hebben laten veroordeelen om hun eigen baantje schoon te vegen. Als zij hoort dat de Kid zich bij de bende heeft aangesloten doet dit haar veel verdriet Wanneer Nan vrijgelaten wordt tracht zij de Kid over te halen het bendeleven vaarwel te zeggen, maar hij weigert Op een feestje wekt hij de vijandschap van den leider op door zich te verzetten tegen de attenties, die Maskal aan Nan bewijst Maskal beveelt McCoy om zijn tegenstander uit den weg te ruimen, maar deze weet zijn achtervolger om den tuin te leiden, en hij begeeft zich naar Maskal's appartementen teneinde hem te doo- den. Nan tracht een ontmoeting tusschen de twee vijanden te verhinderen, en begeeft zich daarom naar Maskal'g woning. Deze heeft intusschen Agnes duidelijk gemaakt dat hij niets meer met haar te maken wil hebben. In zijn luxueus appartement smeekt Nan den leider om de Kid uit de bende te verwijderen, als de jaloersche Agnes binnenkomt, Maskal met een revolverschot doodt, en ds deur achter zich afsluit, de revolver in het vertrek ach terlatende. Nan wordt bij het lijk van Maskal gevonden. Zijn vrienden beschuldigen N&n van den moord en wil len haar dooden. McCoy neemt maatregelen om de Kid tegelijk met het meisje uit den weg te ruimen, waartoe zij beiden tot een autoritje worden uitgenoodigd. Beiden weten heel goed wat dat beteekent, doch kun nen zich tegen de overmaoht niet verzetten. De Kid heeft het stuur van den wagen genomen, en rijdt met duizelingwekkende snelheid. Hij weigert te stoppen of langzamer te rijden, en de moordenaars vreezen dat hij bij de minste vijandelijkheid den wagen te pletter zal rijden. Zij gehoorzamen zijn bevel om de wapens naar bulten te werpen, waarop hij stopt. Hij dwingt hen de wagen te verlaten, waarop hij met Nan verder rijdt, een nieuwe toekomst tegemoet die leege kalenderblaaikes veur onzen kokkert; nouw de fiestctegeir nrprom zijn cn-mc mee u nu-ieng u*»vuul Vru d'n nuchteren, leeglijkenden mergen van 't nuuwe jaar kijken, nouw motten me denken aan 't zonneke da ko men gaat om ons levenspaaike van 't jaar weer in 't fiestelijk licht te zetten, mee de zingende veugeltjes bo ven onzen kop. Veur mijn is d'n almanak as 'nen zak mee driehonderd zesenzestig appeltjes, belleflurkes die mee 'n klurke as van 'n gezonde boeremeid teugen me leggen te lachen En of ik 'r m'n taandenoverschot in zal zetten, jonk! Al moes ik 't heele huishouwen in m'nen mond eraan ver speulen, maar 'k zal 'r inhappen. da-d-et sap laanks m'n kin druppelt D'r in bijten da-d-et klokhuis knappert. I Maar genogt: ge wit dus hoe 'k over 't nuuwe jaar denk! 'k Heb me veurgenomen 't mee kop en stèèrt te verstouwen, ok al zit er nouw en dan 's 'nen sloeber van 'nen wurm verdoken in m'n dagelijks appeltje! En is da kwaad? Zet Onzenlieveneer zo'n benneke vruchten veur ont neer om ons te versjagrijnen? Of om er niet zoowlaank op te studeeren en over te zeeveren tot de appeltjes rot zijn? (En da mandje rot fruit dan as kunst aan d'n evenmensch weg te geven!) Ollee, da kan 'k zoo wel aan d'n teut van m'nen klomp vuulen Of zoude gij 't soms zoow lollig vinden, as g'oew eigen veur oew kinders uitsloofde en ze zouwen al 't goeie da ge ze bereidde, nie aannemen of... op z'n hogst mee 'n uitgestreken, geleerd en sjagrijnig gezicht? Ik geleuf, ge zouw er veul meer plazier van beleven as ze 't allemaal aanpakten mee gulzige oogen en lachende gezichten en 't allemaal ln d'ren kanus stopten dat d'r wangen ervan bol gongen staan dat d'r neus er tusschen verdook! Waarom houw ik zooveul van m'nen kleinen Dré, m'nen kleinzeuntje? Omda 'k zo'n plazier aan 'm beleef, as ik 'm wa geef dat ie lekker vind, of leutig. Hij is nouw vertrokken. Naar de kostschool. 't Huis is weer leeg, d'n hof uitgestorven! D'n echo van z'n gebrul en z'n gedaver klinkt nie- meer teugen de bouwsels aan op d'n erft. 't Is of ie er heelegaar leeg van is. Of de plaanken wanden van de schuren en stellen, of d'n achtergevel van ons huis, mee leege, vragende oogen, triestig te kijken staan over d'n verrengelden erft, die daar stillekes en nat te drijven leet in d'n modder. En binnen, in huis, daar is 't weer net zoow. In de stallen, ieveraans ls 't stil en leeg. Ge heurt er niks aanders as 't gestaamp van de biesten, 't geklos teugen de stulsels aan; *t gerenkel van Blek z'nen ket ting, 't geschuur van d'r snoeten teugen de hooikribben. Maar 't zonneke van da lawijd, 't hooge stemmeke van dieën kleinen Dré, 't gelaoh as ie weer 'n aandere schooiersstreek had uitgehaald, kek, da's allegaar weg. 't Geklingel van omvergeschupte emmers, de uitvallen van Trui, as die d'r eigen nouw en dan 'n apenkeuteltje schrok, en dan d'n opklaterenden, zuiveren lach, die uit z'n keeltje rollen kwam of-t-er 'nen kanarieveugel teugen de zon zong, da's nouw weer weg. Keb mee 'm deur de bosschen getrokken, wemmen over slotjes gesprongen da me mee 'nen doffen bons teu gen de èèrde aanbotsten. Hij hee-t-er geschetterd en geschaterd da z'n stemme ke teugen de duuzenden boomen aanketste, en ieveraang weer opdook, of 't diepe, geheimzinnige bosch vol mee kaboutermannekes zat... Ollee, laat ik er afscheien. Keb 'm van d'n mergen weggebrocht en hij hee staan wulven deur 't hek van de Kostschool, da'k 'n propke-n- in m'n keel vuulde en gaauw mee Bles en de sjees ben weggerejen. Toen 'k 't aan Trui vertelde, zee ze, mee 'n traantje- -n-in d'r oog: ,j't is veur z'n bestwil!" Zoow is 't! Zoow is 't altij. Appeteekersdraankes zijn nooit lekker! 'Nen kies laten treken doe-de-nie veur oew lol; en zoow zal 't ok mee de malaise wel zo'n bietje zijn! Amico, 'n Zalig nuuwjaar! Veul groeten van Trui en as altij, ging horke minder van oewen toet a voe, DRé. Donderdag vertrokken. MINISTER DECKERS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 16