4
1
De nood in sommige
Westfriesche dorpen.
Geen carnaval te Sittard.
Onverkwikkelijke incidenten.
De Pluimveeteelt in het algemeen en de economische
beteekenis en vooruitzichten in het bijzonder
Des middags te half twee uur leidde de heer B.
van Asperen Vervenne, districts-assistent van den
Rijksvoorlichtingsdienst voor Pluimveeteelt te 's Gra-
venhage, in: „De pluimveeteelt in het algemeen en
de economische beteekenis en vooruitzichten in het
bijzonder".
De Voorzitter heette in het bijzonder welkom den
heer Kielstra, hoofdredacteur van de „Veldbode" en
den heer Vogelenzang, en vervolgens den geachten in
leider. den heer Van Asperen Vervenne. Het bestuur
had gemeend den heer Van Asperen Vervenne tot hét
houden van zijne inleiding te moeten uitnoodigen,
omdat in dezen tijd van crisis en malaise alle tak
ken van ons bedrijf noodlijdend zijn en de pluimvee
teelt zich tot nu toe gehandhaafd heeft en dit aanlei
ding zou kunnen zijn zich meer op de pluimveehou
derij toe te leggen.
De ontwikkeling van de pluimveeteelt.
De heer Van Asperen Vervenne krijgt nu het woord
en begint met er op te wijzen, dat de pluimveeteelt
zeer veel onderdeelen omvat, onderdeelen die op zich
zelf weer verschillende problemen omvatten. Een ze
kere vakkennis wordt daartoe vereischt en spr. zal
dan ook den aanwezigen in al die finesses niet kun
nen inwijden, doch'zich bepalen tot in groote lijn de
ontwikkeling van de pluimveeteelt mede te deelen
en verder tot de voorzichten zooals spr. die ziet.
De pluimveeteelt is al een oud bedrijf en heeft zeer
lang op een zelfde peil gestaan. Zij was tot voor 50
jaar in ons land van weinig beteekenis, we hadden
alleen de landhoenders en de cultuurrassen daaruit
gefokt. De landhoenders onderscheidden zich door de
beenkleur, hadden blauwe pooten en werden dan ook
de blauwpooters genoemd.
Eenige beweging in de pluimveeteelt ontstond, toen
in de tachtiger jare de import kwam uit Italië van
de hoenders met een andere beenkleur, de z.g. geel-
jpooters, die grooter eieren legden dan de landhoen
ders. terwijl de kip zelf ook zwaarder was. Er kwam
meer belangstelling en het duurde niet lang of de
landhoenders werden verdrongen door nieuwe ras
sen. Tien jaren later kwam een nieuwe import van-
'uit Amerika en Engeland, nl. de wyandottes en de
orpingtons. die andere eigenschappen hadden, bruine
eieren, zwaarder kippen en waarvan bovendien den
roep uitging dat het waren z.g. winterlegsters. De
kippen waren meer en eerder broedsch, met gevolg
dat er kwamen eerder kuikens, die in het najaar leg-
Xijp waren en winterleg hadden.
Deze rassen, langzamerhand ingevoerd, brachten
de pluimveeteelt omhoog Men begon te denken aan
organisatie en in 1000 ontstond de VèPèZèNè Gekozen
werd een hoofdbestuur, de hoofdvereeniging werd in
.provinciale afdeelingen onderverdeeld en deze pro
vinciale afdeelingen weer in plaatselijke afdeelingen.
Op deze wijze ontstonden er vele honderden vereeni-
gingen. De behoefte bestond aan een voorlichtings-
vereeniging en in 1909 werd de eerste pluimveeteelt
consulent, de heer De Beaufort^ aangesteld, die tot
-taak had de vereeniginge-n van voorlichting te dienen.
Er kwamen immers nieuwe ideeën, n.1. over de
huisvesting: ook wat de voeding betreft, kwamen er
andere gezichtspunten, want waar men eerst uitslui
tend met graan voederde, kwam men nu aan och-
tendvoer als producticvoer.
Ook kwam weldra de behoefte aan een betere orga
nisatie voor den eierafzet, propaganda voor eiervei-
lingen werd gemaakt en we kregén de Coöperatieve
Roermondsche Eiermijn, de O.P.C. en de N.N.C. In
andere streken, waar het marktwezen algemeen was,
organiseerden de pluimveehouders zich om de
marktplaatsen heen, n.1. te Barneveld, Amersfoort,
Nijkerk, Epe, enz. Speciale rassen ontstonden, de
z.g. Barnevelder kip, een product dat Engeland tot
zich trok.
Deze ontwikkeling van de pluimveeteelt is doorge
gaan tot den oorlog kwam, toen we dus hadden ge
kregen een hetere huisvesting, een beter voer en
verbetering in den eierafzet. Onze pluimveestapel
groeide en ons land werd in plaats van importeerend
land, een exporteerend land.
Toen de oorlog begon, bedroeg de stapel 8 k 9 mil-
lioen, een aantal dat de eerste oorlogsjaren zich wei
nig wijzigde, in verband met den hoogen eierprijs,
doch dat door slachting uit schaarschte aan voedsel
terug liep tot 3 millioen kippen.
En intusschen kwamen uit Amerika weer nieuwe
denkbeelden, waarvan met belangstelling kennis
werd genomen, maar die in dezen tijd niet veel hiel
pen, doch die ingang konden vinden, toen de oorlog
voorbij was en met den opbouw kon worden be
gonnen.
Na den oorlog was er een groote behoefte aan
eieren, doordat groote productiegebieden dermate ge
leden hadden door den oorlog, dat ze als zoodanig
waren uitgeschakeld.
Twee kleine landen wierpen zich toen op voor de
eierproductie. Denemarken was 't eerst klaar, door
dat, er minder was afgeslacht. Ook in ons land zag
men dat er wat te verdienen was. De V.P.N. werkte
nog en met kracht gaven de ambtenaren zich aan
den opbouw, terwijl door middel van de pers de nieu
we denkbeelden werden verbreid.
Volle aandacht werd geschonken aan de teeltkeus
door middel van de valnestcontröle. Door de val nest
controle toch konden we inwendige eigenschappen
leeren kennen, de vererfing enz. Het ochtendvoer
werd bijgemengd en we kregen de droogvoeder
methode. Deze droogvoedermethode werd vooruit ge
bracht, veel tijd bespaard, de productie er door be
vorderd.
De pluimveestapel groeide dus, er kwamen grootere
broedmachines en betere kunstmoeders, vlakke broed
machines, met een capaciteit van duizenden eieren.
De voedering bij kunstlicht, tot nu toe onbekend,
bleek van sterken invloed te zijn op de winterpro-
ductie; de eieren in den duursten tijd, ze maakten
het bedrijf meer rendabel.
In de fokkerswereld ontwikkelden zich groote be
drijven, de verspreiding van de nieuwe denkbeelden
gmg haar gang en langzamerhand werd de pluimvee
stapel verbeterd.
ei j ?0^ on,stond een nieuwe industrie, n.1. een han-
iioemdf del ln ééndagskuikens, van groot belang, omdat
men meer kans had op tijd zijn kuikens te kunnen
betrekken te late kuikens beteekende toch: geen
F wmtereieren.
•ijst er De V-P.N. had een geweldigen knauw gekregen,
wordt een nieuwe organisatie was ontstaan. Zulk een
eer di! Sroot aantal afdeelingen was niet vanuit één centraal
i biete: P.unt bewerken en we kregen de nieuwe Federa-
lgen. Se*an Ned. Pluimveehoudersvereenigingen, de
N.P.F., waarin ook de veilingen waren vereenigd.
inlt J?en k®gon in samenwerking met den Rijksvoorlich-
leenbat tin8sdienst, met het propageeren van nieuwe dingen
Sn het resultaat hiervan zien we in deze provincie uit
naar d®. stichting van de eierenveilingen te Purmerend,
Alkmaar en Schagen. De pluiveeteelt had zich zoo
sterk uitgebreid, dat er een groote overproductie aan
an alle eieren ontstond en een belangrijken export ontstond,
dank' ®e« export die den export van boter en kaas evenaar-
is zoo de' Ja zelfs in sommige maanden grooter was dan die
van' van boter en kaas.
o duidi Op actie volgt reactie.
it door
ibank' Maar op actie volgt reactie.
-in de-' gunstige resultaten die hier met de pluimvee-
t dal» j Verden verkregen, trokken de aandacht in an-
crrèefc landen en België bijv. ontwikkelde zich in
indaaf jven sterkc male' In 1925—1926 was er al een aar-
en a* S?e ennenrrentie en zat men ons in Duitschland en
»nlect> geland al aardig dwars, terwijl toch naar
at de»' ™?land 1* en naar Enseland 25 van onzen
lering g g' H,et rasl-Uaat was dat de prijzen dor
eieren op een lager niveau kwamen. Toch bleef de
pluimveeteelt bij ons rendabel, dank zij de betere
methode. Zelfs in 1931 bleef zij, in tegenstelling met
bijna alle takken van den landbouw, rendabel.
Thans zitten we echter volop in de magere jaren en
voor 1932 zijn de verwachtingen niet gunstig. We heb
ben gekregen de inflatie in Engeland, de contingen
teering in Frankrijk en Spanje, de deviezen-bezwa
ren in Duitschland en het gevolg zal zijn dat de
overgroote productie voor een grooter deel haar weg
in ons eigen land zal moeten vinden.
De verwachting is dan ook dat in 1932
de pluimveebedrijven het steeds zwaarder
zullen krijgen te verduren, dezen winter werden de
eieren verkocht voor 5 a 6 cent, de laatste weken
zelfs voor 4 cent Wat zal ervan de bedrijven komen
als de prijs nog meer daalt?
Tegenover deze minder goede vooruitzichten stelt
spr. dan het feit, dat de lage prijzen het gebruik
van eieren in de hand werken. Immers de berei
ding kost weinig tijd, weinig aan arbeid en brandstof
en na den oorlog is het gebruik van eieren dan ook
dadelijk toegenomen, de looncn waren toon hooger.
Een eierreclamecampagne zal worden op touw gezet,
waartoe do Ned. Pluimvee-Federatie een plan zal
ten uitwerken door een commissie, welke commissie
morgen geïnstalleerd zal worden. Groote handelaren
die anders millioenen eieren inleggen, hebben
thans weinig animo om dat weer in grooten ge
tale te doen, want ze hebben door de prijsdaling
groote stroppen gehad.
Wat moeten de pluimveehouders zelf doen?
Zij moeten niet méér kippen gaan houden, maar
hun bedrijf moet zoo goed mogelijk zijn. Welk soort
kippen is 't meest productief? De eenige basis hier is
de ouderdom, het houden van oude kippen is uit den
booze; kippen ouder dan 2 jaar, dienen te worden op
geruimd. Over 't algemeen zijn 2-jarige kippen ren
dabel geweest en over 2 jaren kunnen cle kippen wor
den afgeschreven.
Naast den ouderdom zijn er nog andere kenmer
ken, die een aanwijzing voor de productiviteit vor
men. Vooral treedt deze aan den dag bij witte leg
horns. Een hen die sterk produceert, ondergaat een
zekere slijtage. Zooals gezegd hebben de witte leg
horns een gele beenkleur, gele ooren, gele snavel en
gele pooten en nu is gebleken dat een witte leghorn
met een gele kleur positief niet legt. Legt do hen, dan
begint de gele beenkleur na een paar weken te ver-
bleeken. De gele beenstof is dezelfde kleurstof als
in den dooier van het ei en bij het leggen komt het
lichaam nu tekort van deze kleurstof. Öok de veeren
wijzen het uit, als de hen veel legt, zij verliezen hun
vet, de dieren krijgen een verwaarloosd uiterlijk. In
deze kentcekenen zit zeker voor de pluimveehouders
een aanwijzing om de allerbeste en slechte kippen uit
elkaar te houden. Spr. heeft in de laatste paar jaren
verschillende pluimveehouders bezocht en het pluim
vee uitgezocht en is er op die manier in geslaagd,
den menschen te helpen om hun pluimvcebedrijf
meer rendabel te maken.
Maar de slijtage van alle kippen is niet zoo duide
lijk waarneembaar bij de middelzware rassen. Er is
nog een slijtage waarneembaar, n.1. aan de kam.
De uitsteekseltjes slijten af, ja bij sterke legsters
zelf heelemaal. Maar overigens is er een mindere
slijtagd waarneembaar, wat een nadeel is voor zware
rassen. Spr. heeft daarom altijd aanbevolen het hou
den van witte leghorns. Vooral in dezen slechten tijd
moeten de slechte legsters worden uitgeschakeld.
Overbevolking is de meest voorkomende en
grootste fout. Voor elke kip moet er een halve M3.
luchtruimte zijn, 3 a 4 kippen op een M3. is nog te
doen, maar als het aantal nog meer afwijkt, kost het
den pluimveehouder geld en is er uit een dergelijk
bedrijf onmogelijk winst to halen.
Meer acht moet worden geslagen
op het voer, dat men gebruikt en in dit opzicht
moet meer gebruik gemaakt worden van wat de
organisaties tot stand hebben gebracht. Zij hebben er
veel werk van gemaakt, het N.P.F.-standaard-voer
voldoet aan alle eischen en wordt op basis van
beursprijzen verstrekt. Het bestaat een drietal jaren,
het verbruik is in 1931 in duizenden wagons geloo-
pen en zal in 1932 nog wel sterker zijn.
Het moet uit zijn met voederprijzen
die niet in verhouding zijn met de grondstoffen. Spr.
wijst hier op de beursnoteering van buitenlandsch
en binnenlandsch diermeel en prijzen van f 13, f14,
f 15 en f 16 voor ochtendvoer, is een dwaasheid en
maken het bedrijf met de tegenwoordige eierprij-
zen niet rendabel.
Voorts wijst spr. op de nieuwe en beproefde droog
voedermethode, het verlichten der hokken en vooral
dient voldaan te worden aan de levenseischen der
kippen, n.1. versche lucht en zonlicht. En in de der-
do plaats geen luxe prijs voor broedeieren, eendags-
kuikens en jonge hennen. Tegenwoordig zal men
waarschijnlijk voor een ééndagskuiken 25 a 30 cent
moeten betalen, voor broedeieren waarschijnlijk 7 a
8 cent. De prijs der jonge hennen zal f2 a f2.50 hoog
stens bedragen.
Men is nu weer bezig het fokkerijwezen te organi-
seeren, door vermeerderingsbedrijven in de dorpen
onder te brengen. Het is daarbij de bedoeling dat
door middel van voorlichting opfokkers goed mate
riaal kunnen leveren aan pluimveehouders in hunne
omgeving. Aan het hebben van een dergelijk ver-
meerderingsbedrijf zijn geen kosten verbonden.
Meer aandacht zal geschonken dienen te worden
aan den afzet der eieren. Afzet via den afhaler is
fout, doch meer aandacht schenken aan de veilingen,
waar op kwaliteit wordt geveild en wat inhoudt een
sterke prikkel tot verbetering van huisvesting e.d.
Toch lichtpunten.
Al zullen dus in 1932 heel wat moeilijkheden zijn
te overwinnen, toch zijn er lichtpunten. Spr. noem
de reeds het grooter gebruik. In Duitschland en En
geland is de pluimveeteelt nog noodlij den der. In
Duitschland toch zijn bedrijven verdwenen in ver
band met don zeer hoogen maisprijs. Bovendien zijn
de boeren in Duitschland niet zoo vatbaar voor voor
lichting. Wel wordt de Duitsche methode gepropa
geerd cn is alles netjes op papier gezet, maar er is
geen rekening gehouden met vakkennis. In Enge
land is het niet veel beter, de nieuwe ideeën vinden
er niet spoedig ingang.
Spr. wijst er dan nog eens op dat het ophalen en
verhandelen der eieren veel geld kost.
Spr. voorziet dus, als de tijd iets gunstiger wordt,
dat de vraag naar onze eieren zal komen en we een
behoorlijk afzetgebied zullen vinden. De vraag is al
leen maar hoe lang zal het duren, eer we dien gun-
stigen tijd zullen krijgen. Op die vraag moet spr.
het zwijgen bewaren.
Maar do pluimveehouders zullen zich meer moeten
organiseeren. Denemarken b.v. heeft altijd nog gaatjes
gevonden voor den afzet van eieren, tegen behoorlij
ken prijs.
De landbouwers zelf verkeeren in de meest gunstige
omstandigheden vooi de uitoefening van de. pluim
veehouderij. Zij hebben grond die betrekkelijk niets
kost; pluimvee brengt niet veel schade aan het wei
land; groenvoer en graan kost hen niet veel en op
voeding kan nog meer worden bezuinigd, door zoo
noodig alleen met graan te voeren, wat spr. alleen
in ui'ardten nood zou aanbevelen.
Met deze woorden eindigt spr. zijn met groote aan
dacht aangehoorde inleiding, waarna applaus weer
klinkt.
Het stellen van vragen.
Hierna wordt gelegenheid gegeven tot het stellen
van vragen.
De heer Schrooder vraagt hoe de vooruitzichten zijn
voor de piepkuikenfokkerij en voor den export ervan.
De heer Ir. G. Veenstra vraagt of hij uit de mode-
deeling over de kleurstof en de kleur van den dooier
moet afleiden, dat een kip die veel legt, een tekort
aan de gele kleurstof krijgt en omgekeerd dus een
minder gele kleur van den dooier dus zou uitwijzen
dat het ei komt van een kip die veel legt?
Wat is de bedoeling van de stichting van het ver-
meerdcringsbedriif? Is het de bedoeling om de
broedeieren van goede legsters voor de medeleden
beschikbaar te stellen?
De heer Van Asperen Vervenne antwoordt dat
door het leggen het lichaam slijt, terwijl de gele
kleurstof niet voldoende wordt aangevuld, tenzij de
voeding veel kleurstof bev-.t.
De lichte dooiers houden wel verband met het voe
ren.
Kippen die zeer sterk leggen, slijten lichamelijk
wel; Er zijn er die daardoor voor de fokkerij onge
schikt zijn, die z°lfs vergeten te ruien, zelfs eieren
leggen die niet bevrucht zijn en die zich zelf dan ook
voor de productie uitschakelen. Het is in dezen fout
om alleen te letten op het eierenleggen.
De bedoeling van de vermeerderingsbedrijven is
zooals de heer Veenstra zegt. om de menschen te
helpen aan goede foktomen, de eieren af te staan aan
dorpsgenooten en dan bij voorkeur aan leden.
Spr. wijst er nog op, dat hennep afkomstig uit an
dere streken, meer bloot staan aan besmetting en bij
aanwending van materiaal uit. de omgeving trans
portkosten worden bespaard. Voor de vermeerde
ringsbedrijven zullen de beste pluimveehouders in
een bepaalde streek uitgezocht worden.
De heer Schuitemaker vraagt, hoe van Noordhol-
iandsche blauwen de goede legsters zijn te onder
scheiden van niet goede legsters. Spr. deelt verder
mede, dat hij het ochtendvoer eenigszins nat maakt,
doch hoe droger het is, hoe minder pikken de kip
pen het. Des avonds voert spr met mai9.
De heer Van Asperen Vervenne zegt, dat waar de
N.H. blauwe een middelzwaar ras is, de aanwijzing
in geringere mate aanwezig is, immers zij hebben
witte beenen. De blauwe kippen zijn een vleeschtype
zij hebben andere kenteekenen in hun bouw en hoe
wel spr. de goede legsters er onder zal kunnen aan
wijzen, zal het niet gemakkelijk wezen om den heer
Schuitemaker wegwijs te maken. Spr. merkt op, dat
de heer Schuitemaker meer werkt in de richting van
vleeschkippen. dan in die van legkippen. De droog
voedermethode moet plaats vinden in net hok, één
keer per dag graan toedienen, 't liefst bij kunstlicht
en niet meer dan een half ons per kip. Blijkbaar
hebben de kippen van den heer Schuitemaker veel te
veel gekregen en is het voer omgezet in lichaamsvet.
wat de eierproductie tegenhoudt. De voerbak moet
goed zichtbaar zijn.
De heer Muntjewerf vraagt naar het herkennings-
teeken van het leggen van eieren als het een alle
gaartje van kippen betreft. Spr. heeft wel eens ge
hoord, dat het zichtbaar is aan de legbeentjes.
De heer Van Asperen Vervenne zegt, dat ook die
kippen slijtage ondergaan en als men kruisingspro
ducten heeft, zal er aan huisvesting en voederme
thode ook wel wat mankeeren. Aan de legbeentjes
is alleen te voelen of de hen aan den leg is, niet of
zij veel eieren heeft gelegd.
De heer Muntjewerf deelt ook nog mede, dat hij zoo
weinig succes heeft gehad met den aankoop van dure
hanen.
De heer Van Asperen Vervenne deelt mede, dat een
haan zich niet zoo gemakkelijk aanpast, maar ove
rigens zal de aankoop van goede hanen goede resul
taten afwerpen.
De heer W. v. d. Oord Cz. vraagt, of het bezwaar
van minder licht dan M3. niet ondervangen kan
worden door meer ventilatie.
Op deze vraag antwoordt de heer Van Asperen
Vervenhe ontkennend, daarbij wijzende op de uitwa
seming en op de gevoeligheid bij kippen voor tem-
peratuursovergangen. De ventilatie heeft haar gren
zen. Alleen in den zomer mogen de zijkleppen open
gezet worden.
De heer Schrooder vraagt, of het plaatsen van
luchtkokers boven het kippenhok geen voldoende
ventilatie biedt.
De heer Van Asperen Vervenne deelt mede, dat
luchtkokers in de praktijk niet hebben voldaan; de
kip straalt zooveel uit dat veel luchtkokers noodig
zouden zijn, wat duur zou worden en lekkage zou
veroorzaken. Wel is de Belgische methode, eternitdak
met opening, een goede dakventilatie gebleken.
De heer Govers vraagt of de hanen ook invloed
hebben op de eierproductie en zoo ja, wat is dan de
geslachtsverhouding?
De heer Van Asperen Vervenne antwoordt ontken
nend. Twintig kippen en één haan is gewoonlijk de
verhouding, ook wel 25 a 30 kippen, ja zelfs zijn er
gevallen dat er 60 kippen en één haan zijn en toch
de eieren allemaal bevrucht zijn. De capaciteit van
een haan is vrij groot. Veel hanen is absoluut fout.
De heer Doets vraagt hoe het komt dat het stan
daard voeder in andere provincies meer gebruikt
wordt dan in Noordholland.
De heer Van Asperen Vervenne zegt, dat dit ver
band houdt met het georganiseerd zijn. In Noordhol
land zijn ook andere organisaties die zich bezig hou
den met de levering van ochtendvoer, o.a te Bergen
en Schoorl. Het standaardvoer van de Centrale wordt
te Rotterdam gemaakt en dus komen de transport
kosten erbij. Het middel om er verbetering in te bren
gen is het stichten van een sterke organisatie. Spr.
kent geen provincie waar de pluimveehouders min
der georganiseerd zijn dan hier. Men is thans bezig
om het standaardvoeder bij een bepaald persoon op
te slaan, zoodat dan geen corporatie beslist noodig is.
Spr. komt nu terug op de vraag over de vooruit
zichten voor de piepkuikenfokkerij. Deze fokkerij is
alleen van beteekenis geweest in de laatste 25 jaren
in Noordholland. Ergens anders werd ze niet uitge
voerd. Voor een groep beroepspluimveehouders was
ze in zekere mate loonend, ze hadden er met hard
werken een broodje in. In de laatste jaren is deze
fokkerij wat naar voren gekomen, door de vraag
naar blauwe kuikens en ook in andere provincies is
ze toen geweldig uitgebreid. Maar alleen Noordhol
landers hebben er van geprofiteerd, elders werden
het stroppen of was de winst niet heel groot. Voor dit
bedrijf moet men ook over ervaring beschikken en in
deze provincie is de afzet goed, hier is een centraal
punt, n.1. Purmerend, terwijl in andere provincies de
fokkers meer verspreid zijn.
In 1931 was het bedrijf buitengewoon rendabel, er
was flinke vraag naar broedeieren tegen prijzen van
13, 14 en 15 cent. Plotseling is daar een einde aan
gekomen en zijn de prijzen zoo, dat er geen winst
meer is te behalen. Daarentegen is het risico groot.
Het is mogelijk dat er in Februari, Maart, April wat
opleving komt., maar gezien den slechten economi-
schen toestand, is wel niet te verwachten, dat er veel
winst zal zijn te maken. Maar ondanks de slechte
tijden is er vraag naar bepaalde soorten en zijn de
verwachtingen niet ongunstig.
De vraag naar slachtpluimvee wordt niet beter,
speciaal in Engeland gaat men over tot het eten van
slachtpluimvee. De eenige afnemer was tot nu toe
Engeland. België is als kooper van blauwe kuikens
opgetreden, doch daarna gingen ze weer naar Enge
land.
De heer Schuitemaker zegt, dat er in de Beemster
veel boerderijen zijn met groot© boomgaarden. Zijn
kippen in boomgaarden te houden?
De heer Van Asperen Vervenne antwoordt, dat kip
pen ook zonlicht behoeven en daarom een boom
gaard niet bijzonder geschikt is voor kippen. In
ieder geval moet het hok dan buiten den boomgaard
staan. Na regen blijft een boomgaard ook lang voch
tig en dat is alleen geen bezwaar als de hokken voor
de kippen maar groot genoeg zijn. Bovendien is er
het bezwaar dat d© kippen zich t© goed doen aan
vruchten. In Zeeland heeft spr. gezien dat kippen in
boomgaarden worden gehouden omdat men in de
boomgaarden geen groen wil hebben. En de kippen
vernietigen ook vel© insecten. Maar een ideale loop
is een boomgaard voor kippen niet.
De Voorzitter dankt den inleider voor zijn lezing.
We hebben kunnen aanvoelen dat de toestand in
Noordholland bij de meeste pluimveehouders nog niet
ideaal genoemd kan worden. Vooral de halve M3.
per kip zal nog heel wat te wenschen overlaten. Spr.
hoopt dat de lezing den pluimveehouders ten goede
zal komen en sluit de vergadering.
Hensbroek in groote financieele moeilijkhe
den. Een gemeente van nog geen 1000 in
woners met een tekort van f 13.500.
Dezer dagen is de aandacht gevestigd op de groote
financieele moeilijkheden, waarin de gemeente Hens
broek (N.H.) verkeert. Deze gemeente van nog geen
1000 inwoners heeft haar begrooting voor 1932 afgeslo
ten met een geraamd tekort van f 13.500.
De door Ged. Staten gegeven aanwijzingen: verhooging
van de opcenten op de gemeentefondsbelasting van 80
op 100 en van de opcenten op de personeele belasting
van 50 op 200, heeft de Raad niet gevolgd. De begroo
ting is ongewijzigd aan Ged. Staten teruggezonden.
Dit is natuurlijk geen oplossing der moeilijkheid, schrijft
de Haarlemsche corr. van het „Hsbl.". De begrooting zal
zonder tekort moeten sluiten en daartoe zal men wel
eerst moeten nagaan welke middelen de gemeente daar
voor nog kan beschikbaar stellen. En dan zal het verder
moeten komen tot het steunen met Rijks- en Provinciale
bijdragen.
Dat de gemeente nog veel in het tekort zal kunnen
bijdragen, is niet waarschijnlijk. De inwoners zijn bijna
uitsluitend tuinders, menschen, die er zonder steun niet
meer kunnen komen.
Het geval Hensbroek zal men dan ook niet als een
op zichzelf staand geval kunnen beschouwen. De zeer
verminderde inkomsten in de tuinbouwstreek, de toene
mende werkloosheid zal meer van zulke kleine gemeen
ten voor moeilijkheden plaatsen, zoodat wel overwogen
zal moeten worden of in de tuinbouwstreek deze vorm
van steun niet noodzakelijk Is, dat Rijk en Provincie
voorzien in de kosten der gemeentelijke huishoudingen.
Blijven deze gemeenten aan zichzelf overgelaten totdat
ze tot pauperisme vervallen zijn, dan zal de ellende nog
veel grooter zijn en de moeilijkheid om tot herstel te ko
men eveneens.
De loop van zaken, zooals die nu bij Hensbroek te con-
stateeren valt, moet, behalve aan de algemeene moeilijk
heden, zonder twijfel voor een groot deel worden toege
schreven aan de in stand houding van zoo kleine ge
meenten. Zoodra de inwoners, die alle hetzelfde bedrijf
uitoefenen, achteruit gaan, ondervindt de gemeente-huis
houding daarvan de gevolgen in zoo sterke mate, dat er
van Rijk en provincie hulp moet komen. Deze gemeen
ten ontvangen nu al, ln den vorm van werkverschaffing,
zeer groote bijdragen, dat de kosten bijna geheel door
Rijk en provincie worden gedragen. Maar het gebied dier
gemeenten is al weer zoo klein, dat er geen of weinig
objecten voor werkverschaffing zijn.
Er zit hierin waarschijnlijk wel voldoende aanleiding
om de mogelijkheid na te gaan van samenvoeging van
een groep van zulke miniatuur-gemeenten. Het belang
van de inwoners zou er door gediend zijn.
DE MOORD TE GORINCHEM.
De vrouw van den verdachte vrijgespro
ken van heling.
De rechtbank te Utrecht heeft uitspraak gedaan in
de zaak tegen de vrouw van den arbeider C. Slob uit
Woerden, verdacht van heling van gestolen geld ten
bedrage van f5400. Dit geld was afkostig van den
doodslag op notaris Courrech Staal te Gorinchem.
De rechtbank achtte het ten lasto gelegde niet be
wezen en sprak verdachte daarom vrij. De eisch was
negen maanden gevangenisstraf. Verdediger was
mr. E. Simons.
Het raadsbesluit met afkeuring door da
inwoners ontvangen.
De gemeenteraad van Sittard in Zuid-Limburg ver
gaderde Maandagavond ter behandeling van de af
schaffing der Carnavalviering, ingediend door de r.k.
geestelijkheid, den prot. kerkeraad en de Derde Orde.
De behandeling van deze adressen had onder groote
belangstelling van het publiek plaats, terwijl de raad
voltallig aanwezig was.
In felle discussies werd het voor en regen van de
vastenavondviering besproken. Zoo wees de heer Gu-
likers op den toestand voor dertig jaar, toen er nog
geen sluitingsuur was. Daarna werd dit bepaald op
drie uur middernacht en in 1919 op 1 uur. Het mas-
keeren liep eveneens terug op twaalf uur en nu tracht
men het geheel op te heffen, zonder daarbij te denken
aan de schade, die den neringdoenden hierdoor wordt
toegebracht.
De burgemeester echter was een heel andere mee
ning toegedaan. Hij bracht een sterk omlijnd voor
stel in stemming om niet alleen het dragen van een
masker te verbieden of zich op eenigerlei wijze on
kenbaar te maken, doch ook op de straat en in café'3
en in balzalen dit niet toe te staan. Ontheffing kan
alleen verleend worden voor geoorloofde optochten.
Dit voorstel werd met acht tegen zeven stemmen
aangenomen.
Rniten ingegooid bij eenige voorstemmers.
De uitslag dezer stemming steeg het publiek dus
danig naar het hoofd, aldus lezen we in het „Handels
blad", dat na afloop der zitting bij de voorstemmers
mr. Venken aan den Rijksweg en bij den heer Queis
uit Leyenbroek bijna alle ruiten aan de voorzijde
hunner woningen werden ingegooid. Een joelende
troep opgeschoten jongens, ruim honderd in getal»
trok den geheelen avond door de stad. De jongens wa
ren echter spoedig door politie en maréchaussee om
geven, doch deze konden niet verhinderen, dat de
belhamels ook bij den heer Huynen de woning be
schadigden. Tot laat in den nacht bleef het vooral
aan den Rijksweg onrustig. De politie had echter
maatregelen getroffen ter beveiliging der huizen van
de betrokken gemeenteraadsleden.
B9 de bevestiging van
Zwaagvvesteinde.
een ouderling ta
Bij de bevestiging van ouderling Baarsma is het Zon
dag j.1. in de Ned. Herv. Kerk te Zwaagwesteinde tot
onverkwikkelijke incidenten gekomen. De predikant, ds.
Hupkes, had tegen genoemden ouderling bezwaren bij
het classicaal bestuur ingediend. Dit bestuur had zijn
bezwaarschrift evenwel ongegrond verklaard.
Alvorens tot de bevestiging over te gaan wees de pre
dikant de gemeente er op, dat de gekozen ouderling hem
een idioot en lafaard had genoemd en de gemeente als
een zoodje had gekwalificeerd. Na de voorlezing van
het bevestigingsformulier wilde de heer Baarsma zich
tot de gemeente richten, waarin de predikant hem
trachtte te beletten. Een groot tumult ontstond en kre
ten van afkeuring klonken door het kerkgebouw, dat
door velen verontwaardigd werd verlaten.
De ouderling is voornemens bij het classicaal bestuur
zijn beklag in te dienen.
i