Zuiderzee-problemen. Communistische onlusten in S a n-S a 1 v a d o r. Predikbeurten. Marktberichten. Landdag Gewestelijke Fede= ratie Noord Holland Noord der S.D.A.P. Op de in November gehouden vergadering van het Gewest Nordholland-Noord der S.D-A.P werd o.a. be sloten tot het houden van een z-g. Landdag, zoo mo gelijk in de maand Januari 1932, waarvoor de heer Ir. Th. van der Waerden zou worden uitgênoodigd tot het houden eener inleiding over het onderwerp: „Zuiderzee- Problemen". Deze landdag nu werd Zondag j.1. in het gebouw „De Unie" te Alkmaar gehouden en mocht zich uit alle dealen van het Gewest in een ruim bezoek ver heugen. Waar de voorzitter van het Gewestelijk Bestuur wegens andere Partij-werkzaamheden verhinderd was, werd de vergadering door den heer W. van der Vall van Alk maar geleid. Nadat de Voorzitter de aanwezigen en in bijzondere mate den spreker welkom had geheeten, spreekt hij zijn oprechte verheugenis uit over de groote belangstelling, welke geconstateerd mag worden. Zelfs van Terschelling zijn hier afgevaardigden aanwezig, wel een blijk dus dat het onderwerp zeer groote belangstelling geniet. Als de heer Van der Waerden zijn rede aanvangt, meent deze te moeten opmerken, dat hij bi] de behande ling van dit onderwerp slechts een keuze kan doen, uit de verschillende onderdeelen. Er zijn over de afslui ting en droogmaking der Zuiderzee reeds dikke boaken volgeschreven, waarvan meerdere reeds bestonden vóór er iets droog was De Hollanders n,l, bereiden in den regel alles degelijk voor. Een zoodanige voorbereiding was hier echter zeer zeker op zijn plaats, omdat, als dit werk tot stand zal zijn gekomen, het met de allergroot ste wereldwerken (Suez-kanaal, Panama-kanaal, enz.( zal zyn te vergelijken. De mogelijkheid bestaat echter, dat het niet direct in zijn geheel zal worden afgemaakt, waarop spr. nader terugkomt. Nadat spr. eerst de voorgeschiedenis der droogma kingsplannen vanaf 1848 heeft nagegaan en daarbij voor al de aandacht heeft gevestigd op het werk, door den heer Ir. C. Lely, als leider der in 1886 opgerichte Zuider- zee-Vereeniging hiervoor verricht en daarbij tevens heeft laten uitkomen, hoe de plannen omtrent het droog te leggen gedeelte nog al eens wijziging hebben onder gaan (het plan van Ir. van Diggelen omvatte behalve de Zuiderzee tevens de geheele Waddenzee, het pian van Ir. Beijerinck allen het Zuidelijk deel der Zuider zee, vanaf Enkhuizen tot bezuiden de uitmonding der IJsel), komt hij tot de periode, welke de parlementaire genoemd zou kunnen worden, de periode n.1. waarin meerdere malen ontwerpen tot afsluiting en droogma king der Zuiderzee bij de Regeering in voorbereiding zijn geweest Ook toen was er nog al eens wisseling in de verschillende plannen. Men denke slechts aan Minis ter Kraus, die een plan gereed maakte, waarbij alleen de Wieringermeer zou worden drooggelegd, welk plan ook door diens opvolger werd gehandhaafd. Toen de heer Lely in 1913 weer Minister werd, diende deze in 1916 zijn wetsontwerp in. dat in den zomer van 1918 werd aangenomen. Dit wetsontwerp bevatte slechts zes artikelen, waarin echter de geheele materie der af sluiting en droogmaking, ja, zelfs het te stichten Zui- derzeefonds geheel was geregeld. Later kwamen uit Groningen de bezwaren tegen den te verwachten hoogeren golfoploop, aan welke bezwaren door de benoeming der Commissie Lorentz, die den wateroploop buiten den afsluitdijk en in de Waddenzee in de toekomst had te berekenen, werd tegemoetgeko men. De droogmaking zelve besprekende, wijst spr. op dat prachtige materiaal, de keileem, dat in de Noordelijke Zuiderzee in zoo ruime mate wordt gevonden en dat er zooveel toe bijdraagt de veiligheid en zekerheid der werken te doen toenemen. Bij een dijkhoogte van 7.25 M. plus N.A.P., d.w.e ongeveer 3,50 Meter boven den hoogsten stormvloed, mogen deze dijken vrijwel onaan tastbaar worden genoemd, temeer wijl aan deze dijken nog een berm van 34 Meter breedte is aangebracht, welke voor trein- en auto-snelvervoer geschikt wordt gemaakt. Voor de afspuiing van het overtollige water, dat voor namelijk door den IJsel in het pl.m. 110,000 H.A. groote IJselmeer wordt aangevoerd, zijn bij Wieringen 15 en nabij de Friesche kust 10 uitwateringssluizen in groepen van vijf gebouwd, welke totaal een wijdte hebben van 300 Meter en waardoor tusschen twee lage springtijen 140.000.000 M3. water kan worden geloosd. Bovendien is voor het scheepvaartverkeer gezorgd, door den bouw van twee schutsluizen, waarvan die bij Wieringen gelegenheid biedt voor het schutten van vaartuigen tot 2000 ton die bij de Friesche kust voor schepen tot 600 ton laadvermogen. Aanvankelijk was het de be doeling het waterpeil dezer sluizen op 0.40 N.A.P. te brengen, waartegen de defensie zich echter heeft verzet, ■zoodat dit voorloopig op 0.15 N.A.P. is gebracht. Als een groote verbetering door de afsluiting te verkrij gen, wijst spr. op de ontzilting van het water, dat zoo wel voor de ontwikkeling der industrie als voor de landerijen en den veestand van bijzondere beteekenls kan worden geacht Daarnaast is ook de vluggere af sluiting dan vermoed werd, als een voordeel te be schouwen. Werd n.1. verwacht, dat de afsluitdijk pas in 1934 gereed zou komen, thans mag erop worden gere kend, dat in den loop van 1932 deafsluiting tot stand zal zijn gekomen. Op dit oogenbilk is nog slechts onge veer 2700 Meter van „De Vlieter" open. Zal de droog making eenmaal volledig tot stand zijn gekomen, dan zal de bebouwbare oppervlakte van Nederland met 10 pet. zijn toegenomen. Spr. wil er hier nog even op wijzen, dat aanvankelijk bedoeld was, eerst den afsluitdijk geheel af te maken en daarna pas met de inpoldering aan te vangen. De landhonger, die er echter voor ee'nlge jaren terug be stond, heeft tot wijziging der oorspronkelijke plannen geleid en tot het gelijktijdig indijken van den Wieringor- meerpolder doen besluiten, ondanks het feit, dat de verzwaring, die hierdoor voor den Oostelijken dijk van dien polder noodig was (deze moest nu n.1..nog in open zee worden gebouwd, terwijl deze anders slechts voor beveiliging tegen het IJselmeer had behoeven te dienen) ongeveer 12% millioen gulden extra kosten met zich bracht. Na deze indijking is de Wieringermeer 6% maand (van 10 Febr. tot 21 Augustus 1930) drooggelegd. Den eersten tijd werd ongeveer 4.000,000 M3 per etmaal uitgemalen Spr. verstrekt hierbij nog verschillende gegevens over den kracht der gemalen en de wijze, waarop thans de verschillende afdeelingen hunne uitloozing hebben ge regeld. De hiervoor reeds voor de drooglegging gebag gerde kanalen sluiten te Kolhorn aan op het West-Frie- sche kanalenplan. De diepte-ligging der verschillende polderafdeelingen is oorzaak geweest, dat deze polder niet zoo strak-meetkundig is verdeeld, als bijv. de Haar lemmermeerpolder. Verschillende sluizen en hooge vaste bruggen, zullen nog worden gebouwd. Om het mogelijk te maken, dat flinke geladen schepen ongehinderd on der de bruggen zullen kunnen passeeren, zullen deze n.1. tot 4 meter boven het water vlak worden opgebouwd. De verkavelingsslooten hebben verder eene gezamen lijke lengte van hier tot Rome (tot Mussolini, zegt spr. ondeugend), terwijl de gezamenlijke lengte der greppels de omtrek der aarde bedraagt. Dat de ontzilting der gronden reeds flink opschiet, bewijst wel de proefpolder te Andijk, waar men het vo rig jaar reeds 50 H.A. tarwe per H.A. heeft weten te boeken. Oorspronkelijk was bedoeld, naar het plan der. commissie-Lovink. alle kavels 20 H.A. groot te maken. Door spr. en anderen is echter bepleit ook tot grootere bedrijven gelegenheid te geven, door grootere kavels te projecteeren. In het gedeelte tusschen De Terp, Kolhorn en Medemblik zijn nu verschillende dezer grootere ka vels (van 60 H.A. oppervalkte) aangebracht De Commissie-Lovink had ook aan de hand der eer ste ramingen berekend, dat de afsluiting der Zuiderzee op zichzelf nog rendabel zou zijn. Een voorname fac tor hierbij was het dalen der 'kosten van dijkonderhoud en de dijklasten langs den geheelen kustlijn der Zuider zee, terwijl men voor doorbraken niet meer bevreesd behoefde te zijn. Als nadeel stond daartegenover de op heffing der Zuiderzeevisschery, waartegenover slechts eene aanzienlijk geringere zoetwatervisscherij zou komen te staan. De kosten van den afsluitdijk zijn %-oor de helft op de gewone, voor de andere helft op de buitgewone begroo ting van het Zuiderzeefonds gebracht. Slechts dit laat ste deel moet dus door leeningen worden gedekt De inpolderings- en cultiveeringskosten zullen allen op bui tengewone begrooting worden gebracht Nu zijn er bij dezen opzet kolossale tegenvallers ge weest. Men dient echter in het oog te houden, dat men het rendabele van een dergelijk werk niet op kan vat ten als een rekensom. De directe en toekomstige voor- deelen en de welvaartsvermeerdering dienen ook mee te worden gewogen. De vraag is dus of de Nederlandsche Staat voor het thans levende en toekomstige geslacht zóóveel welvaartsvermeerdering voorziet, dat deze kosten daardoor worden gedekt. De enorme uitbreiding van werkgelegenheid, zoowel in verschillende fabrieken als bij de directe cultuur, geeft thans reeds groote voordee- len. Bij het leggen van een spoorlijn of een waterweg, vraagt men zich toch ook niet allereerst af, hoe hoog de directe uitgaven zijn. De eerste werken vielen mee, al zijn daarmee enkele aannemers afgeslacht, en men heeft naar aanleiding dier eerste werken de ramingen verlaagd. Dat was echter verkeerd, want door de eerste ervaringen geleerd, wer den de inschrijvingen der aannemers aanzienlijk hooger Het gevolg is geweest, dat de afsluiting der Zuiderzee, die oorspronkedijk was gedacht 110 millioen gulden te zullen kosten, wat later op 90 millioen werd gebracht, in totaal 145 millioen gulden zal beloopen, eene aanzien lijke overschrijding, die echter ver beneden de voorstel ling van Henri Polak blijft Daarnaast dient echter in aanmerking genomen, dat de dijkberm ter wille van het verkeer, ook véél breeder is gemaakt, dan oorspron kelijk in de bedoeling lag, wat dus ook als een voordeel mag worden aangerekend. Voor de droog te leggen gronden had de Commissie- Lovink den kostprijs op f 3000 per H.A. berekend. Ook dit viel voor de Wieringermeer zeer tegen, wijl deze kost prijs ongeveer f 5000 per H.A. zal bedragen. Maar daar in zitten ook de 12% millioen gulden, die de vervroegde indijking extra heeft gekost. Daarnaast zullen de nog uit te voeren werken aanzienlijk minder kosten met zich brengen. Voor den Noord-Oostpolder verwacht spr. een bedrag van f 3000 per H.A., voor den Zuid-West- en Zuid-Oostpolder, die zooveel grooter zijn en des te min der indijkingskosten zullen vergen, op f 2800 per H.A. Telt men dit alles bij elkaar, dan zal de gemiddelde grondprijs der Zuiderzeegronden (dus met inbegrip der Wieringermeer) f 3050 per H.A. bedragen. Nu is er op dit oogenblik geen vraag naar grond, doch dit zal niet steeds zoo blijven. Gaat men de geschiedenis na, dan zijn er altijd schommelingen geweest, doch trekt men hierdoor één lijn, dan Is de grondwaarde steeds stijgend geweest. Waar nu de eerste resultaten van den gecultiveerden bodem onder deze meest on gunstige omstandigheden zoodanig zijn geweest, als men nooit had verwacht, behoeven wij ons dus door de hoo- gere kosten heusch ook nog niet te laten ontmoedigen. Spr. onderbreekt zijne rede voor een korte pauze, waarna hij eene vergelijking trekt met de voor 80 jaren terug drooggelegde Haarlemmermeer. Men wilde toen op geen enkele wijze staatsbemoeiing. Alles wat men er dan ook in de staatscourant over heeft kunnen lezen, is dat in het nummer van 21 Juli 1852 vermeld stond: „Het meer is droog". Verder niets. Enkele pioniers trokken er in, waarvan slechts de sterksten zich konden handha ven. Ieder vocht voor ziohzelf. De vogelvrije kolonist schiep er zijn eigen recht. Eerst na drie jaar werd de Haarlemmermeerpolder bestuurlijk ingedeeld. Na jaren ontdekte men nag honderden inwoners, die tot dien tijd nog niet als zoodanig stonden ingeschreven. Een thans nog levend oud-inwoner zei ervan: „Ze willen niet, hoe wij in den dras ploeterden". Vele ziekten vierden er hoogtij. In 1859 stierven er nog meer menschen, dan er geboren werden. Nu zijn wij tachtig jaar verder. Nu wordt indij king en cultiveering, het beheer en de uitgifte der gronden, de volkshuisvesting, eenz., enz., door den Staat geregeld. rVaagstukken van financieelen, eco- nomischen en socir en aard worden thans van Staats wege onder de oogen gezien. De cultuurrijp-raaking, de kennis van bevolking, enz., alles is door de Com missie-Vissering georganiseerd. Alles, het politie, re gistratie, onderwijs, enz. is thans reeds vooraf bestu deerd. De Wieringermeer en de overige nog te ma ken polders zijn geen vondelingen meer, die op een gegeven oogenblik op den stoep gevonden worden. Ook het gemeentelijk en waterschapsbeleid is onder de loupe genomen, zoodat een competentie of bevoegd heidsgeschillen practisch gesproken, vrijwel uit zul len blijven. Professor Scheltema heeft, aan de hand van arti kel 194 der Grondwet een prachtig ontwerp van or ganisatie, regelende de bevoegdheid voor een cultuur lichaam als hier noodig was, in elkaar gezet, dat in alle opzichten te gebruiken is en waarmee de meest doelmatige oplissingen kunnen worden gevonden. De commissie-Vissering heeft, hierop steunende, dan ook aan den Minister voorgesteld, om 25 der droogge legde gronden in de Wieringermeer aan een derge lijk lichaam in cultuur te geven. Dit denkbeeld is door anderen overgenomen. In het voorstel Scheltema werd de gemeentelijke organisatie reeds voorbereid. Door den Zuidêrzeeraad is nu het bedoelde ontwerp- Scheltema, vereenigd met het denkbeeld der commis sie-Vissering, aangenomen. Spr. voor zich acht een apart lichaam als hier be doeld, onder verantwoordelijkheid van den Staat en van de commissie-Vissering zeer noodig. Een der gelijk lichaam dient een zekere mate van eigen be voegdheid te hebben en niet afhankelijk te zijn van bepaalde partij-meeningen. Partijgeschillen mogen daarbij niet ten haren nadeele worden uitgevochten. In de Commissie-Vissering werd oorspronkelijk het meest gevoeld voor het uitgeven van den grond in erfpacht. Dit denkbeeld heeft echter onder de tegen woordige tijdsomstandigheden wel een deuk major gekregen, want als men de pacbtcijfers van 1923 vergelijkt, bij die van 1929, dan hebben de pachtboe ren zeker 50.000.000 gulden pacht te veel betaald. Ook het idéé, dat een eigen-geërfde gezeten boeren stand de welvaart van het land zou beteekenen, is volkomen geweken. Men merkt alom, dat de inzich ten zich ten opzichte hiervan, wijzigen. Dat is ook niets verwonderlijk, want ook onder Staatsbeheer zal hard gewerkt moeten worden, doch de slechte jaren kunnen door den Staat over langere perioden worden gedragen, terwijl goede resultaten aan het geheele volk ten goede kunnen worden ge bracht. Verder kunnen de bekwaamste leiders wor den aangesteld, de verkregen ervaring ook op andere plaatsen worden benut, enz. Daarbij komt nog, dat als ons stelsel van Overheidsexploitatie zou worden toegepast en dit (wat spr. niet gelooft) zou misluk ken, altijd op een bepaald oogenblik nog tot een an der stelsel zou kunnen worden overgegaan. Bij het stelsel van grondverkoop en verpachting kan dit ech ter niet. Overheids-exploitatie geeft daarbij voor allen, die in het bedrijf werkzaam zijn, veel grootere zekerheid. Het maakt het bovendien mogelijk vele bedrijven on der één algemeen bedrijfschef (cultuurchef) onder te brengen, die de bedrijfschefs ten opzichte van be paalde cultuurs zou kunnen adviseeren en de lijnen voor de exploitatie zou kunenn aangeven. Wat nu reeds in cultuur is gebracht, is reeds be wonderenswaardig. Vooral als men daarbij bedenkt, dat het nog geen twee jaren geleden is, dat met de. uitmaling werd begonnen. Er dient echter eenheid in gedachten te zijn, over wat ten opzichte van Staats exploitatie dient te gebeuren. Wanneer hieraan kalm wordt voortgewerkt, kan door ons mooi principieel werk worden gedaan en al is het dan slechts klein werk, de eerste stappen in de richting van socialisatie van den landbuow worden er toch mee gezet. (Dave rend applaus). Daar het inmiddels reeds over half twee is gewor den, stelt de Voorzitter voor te pauzeeren tot kwart over twee, teneinde de aanwezigen in de gelegenheid te stellen iets te kunnen gebruiken. Als na heropening der bijeenkomst de Voorzitter de gelgenheid geeft tot het stellen van vragen, geven zich hiervoor een tiental personen op. Wij zullen trachten de gestelde vragen en de beantwoording er van hier zoo kort mogelijk weer te geven. De heer Veerman van Oosthuizen wenscht inge licht te worden over de mogelijkheid van kleinere bedrijven, als 20 H.A. en zou gaarne maatregelen ge troffen zien tegen het zich reeds in ernstige mate ver- toonende onkruid. De heer Muijs van Wormerveer vraagt zich af, of er geen grond genoeg beschikbaar is, die ontgonnen kan worden en meent dat, gezien de resultaten der visscherij gedurende de laatste jaren, en het moelijk omvormen der visschers, de nadeelen voor deze men schen grooter zijn, dan de vorodeelen door de droog legging verkregen. De heer P. Hart van Koedijk vraagt zich af, of het gerechtvaardigd is, zulke groote bedragen aan de in dijkingen te besteden, wanneer men ziet hoe de landbouw thans op allerlei wijze moet worden ge steund. Is er verder geen gevaar dat het beheer van den proefpolder van Overheidswege, juist in dezen tijd, later tegen onze plannen tot socialisatie wordt uitgespeeld, als zijnde niet rendabel. De heer Van Veen, Hoorn, heeft vernomen, dat in vergelijking met de vroeger gedane boringen, de gronden zijn tegengevallen. Weet Van der Waerden hier iets van? De heer Russcher. Wieringen, zou gaarne verne men, wat de oorzaak is, der gekenterde meening ten opzichte der nog uit tp voeren werken. En hoe staat de fractie tegenover de gunning der werken? Zal dit op dezelfde wijze doorgaan, door aanbesteding aan de M.U.Z. en zoo neen, hoe dan wel? Spr. acht verderden korten duur der werken, als aanvankelijk werd ge dacht, een groot voordeel. Zijn er verder nog niets meevallers? De heer Ham van Venhuizen informeert nog eens nader of die 12K millioen meerdere kosten van den Wieringermeredijk wel degelijk in den opgegeven prijs van f5000 per H.A. is berekend. De heer Bremer van Schoorl vraagt of kleinere be drijven niet rationeeler kunnen worden geëxploiteerd dan groote. De heer Hoogeveen van Medemblik wijst op de zéér lage loonen, door de Nederlandsche Heidemaatschap pij en de Grondmaatschappij in de Wieringermeer betaald. Is dat de fractie bekend? De heer Bakker. Zaandam, wil over het techni sche gedeelte niet spreken, maar wil eens naar den politieken kant informeeren. Hij wijst daarbij op het optreden van Henri Polak, dat vierkant tegen dat der Soc.-Dem. fractie ingaat. Hoe staat de partij daar tegenover? Kan Van der Waerden dit niet eens in de beide Kamerfracties naar voren brengen? Spr. meent, dat eenheid zooveel mogelijk gewenscht is. De here Van Dok van Enkhuizen laat zich ken nen als een vorstander van voortzetting der werk zaamheden, al is de tijd niet geschikt, doch voelt meer voor het klein bedrijf., bijv. de bollenteelt. Spr. komt ook op tegen de loonen bij de cultiveering der Wieringermeer betaald, die schandelijk laag zijn en zou verder willen horoen, hoe de fractie denkt over de vergoedingen, die aan de visschers dienen te wor den uitgekeerd. De Voorzitter zegt nog. wel eens te hebben verno men, dat de arbeiders op meer vasteren basis in de Wieringermeer geplaatst, doelbewust worden uitge zocht. Kan Van der Waerden hier ook een oordeel over uitspreken? De heer Van der Waerden heeft bemerkt, dat het gekozen onderwerp veel belangstelling heeft, wat spr. naturulijk prettig vindt. Spr. hoopt dat zijn ant woord den vragers bevrediging zal schenken. Aan Veerman antwoord spr., dat de verkavelings middelen verschillend zijn. De verdeeling der kavels is echter in verschillende systemen zeer goed moge lijk (zoowel voor splitsing als voor groot-bedrijf). Bei de vormen kunnen dus ontstaan. oZolang er geen uitgifte van gronden is, gaat echter de verkaveling op dezelfde wijze door. Wat het onkruid betreft, het is wel jammer, dat dit zoo spoedig reeds voorkwam, maar het heeft toch ook nog voordeelen opgeleverd. De met onkruid be zette gedeelten hadden n.1. lang niet zooveel van ver stuiving te lijden. Aan Muijs antwoordt spr., dat hij het beter oor deelt, goede kleigronden in cultuur te brengen, dan heidegrond te cultiveeren. Dit laatste is op den duur kostbaarder. Dat de visschers moeilijk in een ander bedrijf kun nen worden overgeplaatst, is waar. Daarvoor zal mogelijk een nieuwe generatie noodig zijn. Overigens gaf de visscherij op de Zuiderzee, over een reeks van jaren gerekend, meestal slechts een sober be staan. Aan Hart zou spr. willen zeggen, dat men geen tegenstellingen moet maken op den huidigen econo- mischen toestand. De verschillende toekomstige voor deelen dient men in het oog te houden. Men staakt toch ook niet het graven van een AmsterdamRijn kanaal, al geeft dat geen direct voordeel. Wat het agrarisch gedeelte betreft, is de thans gevolgde methode juist bijzonder mooi. Er is geen enkele re den om voor mislukking van ons socialisatie-idee te vreezen. Aan den heer aVn Veen kan spr. mededeelen, dat na alle afschrijvingen, in het grootbedrijf in de Wie ringermeer, het vorig jaar het graan reeds goedkoo- per is verbouwd, dan op de gewone landbouwbedrij ven mogelijk is. Waar thans vrijwel alle bedrijven lek waren, was daar zelfs nog een kleine bate over. Spr. wil hier even bij opmerken, dat hij het standpunt van het Kamerlid Westerdijk, die altijd een groot voorstander van drooglegging der Zuiderzee was, maar nu, onder den druk der economische omstan digheden tot tegenstander is geworden, niet kan dee- len. Spr. acht dit geen goed standpunt. Westerdijk is het echter met spr. eens, dat de drooggelegde Zui derzeebodem vrijwel beantwoord aan de vroeger ge dane boringen. Aan Russcher kan spr. antwoorden, dat de gewij zigde meening ten opzichte der nog uit te voeren werken een gevolg is van een zekere angst voor de toekomst. Die angst kennen wij niet. Ten opzichte van de uitgifte der nog uit te voeren werken kan spr. slechts zijn eigen idéé geven, n.1. dat als de af sluitdijk gereed is, veel grooter vrijheid ten aanzien der aanbestedingen mogelijk is, dan zulks bij een werk als afsluiting mogelijk was. Meevallers zijn er ook nog wel meer, dan de door spr. genoemde, doch deze zijn niet van bijzonder over wegenden aard. Aan den heer Ham zal spr. gaarne schriftelijk nog nadere cijfers verstrekken. Wat den heer Bremers vraag betreft, wil men in de toekomst blijven concurreeren, dan zal men on getwijfeld meer tot het grootbedrijf moeten overgaan. Klein-bedrijf kan daarnaast echter wel behouden blijven. Het komt er op aan, wat het meest doel matig is. Wanneer men echter een lek bemerkt, dient men dat te stoppen. Wat de loonen betreft, waar de heer Hooeev*, het over had, de Heide-Maatschappij en de Grondt zullen, willen zij blijven mededingen, zeker o&7 voorwaarden van het nieuwe orgaan moeten ingJ? waarbij ook vak vereen i^ingen zullen worden gew} Aan den heer Bakker kan spreker wel mededeek dat al heeft de heer Henri Polak thans de wind h de zeilen, spr. toch de geheele Tweede Kamerfrarti achter zich heeft. Al is er dan in de Eerste Kam! fractie eenig meeningsverschil, gezegd kan worde* dat de Partij in het algemeen het met spr. eens Wat betreft den tijd. waar de heer Van Dok h*: over had, deze tijd is juist de beste, om door te gaar Als wij dan later een groot deel van de werken tl reed hebben, zitten wij mogelijk boven >p den ecoL misc-hen golf. Voor de visschers weet men, dat om. fractie steeds op de bres staat Duijs is daarvi& reeds meermalen opgetreden. Wat de vraag van den heer aVn der Vall k treft, kan spr. hierop geen direct antwoord geven. We weet spr. dat ook anderen, dan tot de Rcgeeringspar tij behoorende, als zij aan de eischen van geschift heid voldoen, worden aangenomen. Spr. wil hieraan in het algemeen nog toevoega dat, willen wij meer hereiken, dan ons tot heden n*. gelijk was, dan zal het op onze eigen sterkte aat komen. (Applaus.) De Voorzitter dankt daarop de heer Van der Waerden voor zijne duidelijke en leerzame lezjn2 Ook de nositie, die wij in den eersten nieuwen poldt moeten innemen, is reeds in het Gewest in overat ging. De Vereenigin van Soc.-Dem. Raadsleden stek zich daarbij voor, dezen zomer eens eene excuis naar den Wieringemeerpolder te maken. De heer Bakker, Zaandam: Laat dan ook ander? dan raadsleden terd Voorzitter: Daartegen is geen enkel bezwaar. Spr. uit er zijn genoegdoening over, dat deze ste Landdag zoo uitstekend geslaagd is. Het Gews Noordholland Noord, hoopt op dozen ingeslagen «C voort to gaan. Na nog de hoop te hebben uitgesj* ken, dat de heer aVn der Waerden ook later wel eens gelegenheid zal vinden, voor het Gewest: te treden, volgt sluiting. Staat van beleg afgekondigd. Oorttp schepen geronden. Naar uit San-Salvador. een der Midden-And kaansche republieken, wordt gemeld, hebben munisten aanvallen ondernomen op de steden Tecla. Zaragossa en La Libertad. De telefoonkaüëïi en de spoorrails werden vernield. De kruiser „Rochester" en twee torpedobootjagp der Vereenigde Staten, zoomede twee Canadees* torpedoboot jagers en een Britsche kruiser zijn r& San Salvador ter bescherming van de vreemdeling GEMEENTE SCHAGEN. Overleden: Trijntje Spaans, 69 jaren, weduwe» Pieter Schoorl. POLITIE. Verloren: 2 portemonnaies met geld. Gevonden: een duimstok; een rijwielplaatje. I DINSDAG 26 JANUARI. THE STAR OF HOPE MISSION. Callantsoog. nam. 7 uur, de heer J. Sevensma, t Amsterdam. WOENSDAG 27 JANUARI- NED. HERV. GEMEENTE te: JulSanadorp, nam. 7 uur, Ds. Damsté. ALKMAAR. 23 Jan. N.V. Eierveiling voor Hollands Noorderkwartier. Aangevoerd: 185000 kipeieren: 56—58 Kg. f 3.5öv 58—60 Kg. f 3.70—4, 60—62 Kg. f 3.80—4.20. 62— f 44.80, 50—55 Kg. f 3.30—3.50, 8000 eendeieren !|- 3.70. WARMENHUIZEN. 25 Jan. Aanvoer: 2200 Kg. roode kool 2e kw, f 0.60, 250f Deensche witte kool le kw. f 0.801-20. WIERINGEN. 23 Jan. Aanvoer aan den vischafslag: 390 baien krulkefc: Ó.50. 23 balen wulken f 17.20—22.65 per baal. ALKMAAR, 23 Januari 1932. Op de heden gehouden Botermarkt werd betaald*' fabrleksboter le soort f 0,600,67, fabrieksboter f 0.60, Eieren (groothandel) f 34, eendeieren f 3.tf ALKMAAR, 23 Januari 1932. Op de heden gehouden veemarkt waren aanvoer prijzen als volgt: 20 paarden f 100225, 1 melkkoe tl 18 nuchtere kalveren, slacht f 618, 28 vette sebe f 1823, 6 bigzeugen f 4060, 18 schrammen f W- 44 biggen (10 weken) f 5—10, 2 bokken of geiten IK 6. Handel stug. ALKMAAR, 25 Jan. Andijvie f 1.303.80, Bloemendaler kool f 1-39-U boerenkool f 0.8O—3.20. gele kool f 0.80—1.90, groent b l 0.S0—2.90, knolselderie f 1.60, roode kool f O.SÖ-l' per 100 stuks, bieten f 2.20, uien f 3—7 per 106 H prei f 2.60—6.20, selderie f 0.50—1.70, wortelen f 3* 12.10 per 100 bos, spruiten f 0.301.20 per zak, I f 4—6, II f 1—2 per 100 pond. BROEK OP LANGENDIJK. 25 Jan. Aangevoerd: 30000 Kg. roode kool f 0.601.50, id. d# schot f 0.600.90, 28500 Kg. gele kool f 0.60—1.30. Kg. Deensche witte kool f 0.80—1.30. 12000 Kg. uien: 8.60, grove uien f 7.307.60. drielingen f S.40—8$ NOORDSCHARWOUDE, 25 Jan. Aangevoerd: 1150 Kg. uien: drielingen f 8.60. nk f 8.40, 30200 Kg. roode kool f 0.70—1.60. 2e soort i —0.80, 27400 Kg. Deensche witte kool f 0.80-l.tt: soort f 0.601.50, 450 Kg. gele kool 2e soort f 1.11 AMSTERDAM. 25 Jan. Zeeuwsche bonten f 4.505.25. idem blauwen f 4.5Ó- idem blauwe eigenheimers f 3.754. idem kleinindut f 2.903.10, idem eigenheimers f 3.50—3.70, idem bias poters f 2.502.70, idem bonte poters f 2.502.70, te Bevelanders f 33.25, Vlaamsche zandeigenheimers 11 —3.25. IJpolder eigenheimers f 3.203.30, idem brat f 44,50, idem blauwe eigenheimers f 3.754, idem velanders f 33.25, Anna Paulowna zandaardapp» f 33.50„ Castricumsche zandaardappelen f 3.25-ir Flakkeesche eigenheimers f 3.754, Idem eigenhei: poters f 2.903, Spuische eigenheimer poters f 3-1 Friesche borgers f 3.203.50, id. blauwe borgers 11 —3.75, idem roodstar f 3.40—3.50. idem friso f 2.9<M Limburgsche industrie f 2.402.60 per H.L. AMSTERDAM, 25 Jan. Rogge f 5.255.75, che val iergerst f 6.256.75, ba' f 6.25—6.75, duiveboonen f 9.25—10.50, paardeboone f 6.507, groene erwten f 1012.50, vale erwten f 19- alles per 100 Kg., karwijzaad f 10.5011, en blauw mai zaad f 12—13 per 50 Kg. AMSTERDAM, 25 Jan. Op de heden gehouden veemarkt waren aanvoer prijs ols volgt: 340 vette koeien le kw. 75—80 cent kw. 6474 cent, 3e kw. 54—64 cent, en mindere soof 4052 cent per Kg. slachtgewicht, 96 melk- en te koeien f 210325, per stuk, 150 vette kalveren 2e 5462 cent, 3e kw. 4552 cent per Kg., levend ge*";: 72 nuchtere kalveren f 510, 32 schapen f 17—21 varkens vleeschvarkens, wegende van 90110 Kg- 37 cent, zware varkens 3536 cent, vette varkens 3^ cent, per Kg. slachtgewicht, 102 paarden f 70—1^ wagons geslachte runderen uit Denemarken. ALKMAAR, 25 Jan. Op de heden gehouden veemarkt waren aanvo# prijzen als volgt: 50 vette koeien f 130270, 5 vette veren f 4070, vette kalveren per Kg. f 0.70—1, 28 tere kalveren slacht f 8—20, 566 vette vaorkens per Kg. f 0.320.35, en zouters 28 cent per Kg. matig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 8