Scfcjer Courant Naar de tuinen van den Libanon. I hoe men hier en ginds carnaval viert. Radioprogramma Tweede Blad. Door de sneeuw. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Woensdag 10 Februari 1932. 75ste Jaargang. No. 9018 DEGEEX die weet, wat Vastenavondpret betee- kent. zal het ongetwijfeld interesseeren op welke wijze Prins Carnaval in verschillende deelen van het oude Europa en zelfs in de nieuwe wereld den scepter zwaait. Men zal ertoe ko men, vergelijkingen te maken tusschen de optochten r van hier en de gekleurde balonnetjes van ginds. Tus- 'schen de Italiaansche Pulcinella en de „Mannen van [Binche", tusschen de pracht en praal van Nizza en de geweldige pretmakerij in Keulen. [Carnavalsviering in. Keulen. F Wat trouwens Keulen aangaat, wie het. Kölnische Carnaval niet kent. zal er nooit achter konvn wat het Js. In Keulen bestaan er meer dan honderd carna valstroepen. In Keulen zet men de bloemetjes bui ten, maar men doet dat met een allesovertreffcnde WCÏj traditioneele waardigheid. Men houdt eerst een zit ting. een serieuze vergadering van hoeren, de zgn. „Herrensitzung". Dan een gemaskerd bal. Dan weer llilstöT «en zitting. Vervolgens wordt er gedanst. Daarna volgt weer een zitting en dat gaat zoo door Cao?., tot „Rosenmontag" toe. Dan komt de climax: de groo- te optocht en hèt feest. Cersti Dat wordt niet zoo opgenomen als in het Noorden n" 1 en Oosten, waar men eenvoudig met Kerstmis zegt: Het volgende feest wordt een gecostumeerd bal", ns neen. den elfden van de elfde (11 November dus) be- gint men al met voorbereidingen te treffen, hebben lOetilt er al zittingen plaats, gewichtige beraadslagingen. .kleine feestelijkheden en dan, ineens barst de pret Is Mos. Tenminste, voor de groote massa. De ras-echte tt („normale" Keulenaars hebben dan al urenlange bij- 1 leen komsten achter den rug en kunnen al terugzien S Van 0|> fpaa'e redevoeringen en volkomen onvertaalbare [Vastenavondliederen. erop, Kn die er nu achter wil komen, wat de geest van f iPrins Carnaval in Keulen eigenlijk beduidt, die moet :i mnar eens zoo'n Heerenzitting meemaken, waar eenice duizenden brave Keulsche burgers zich ver eenigd hebben, goedmoedisr vroolijk, behagelijk. gezel lig waar alles den oerouden vorm heeft behouden, waar het decorum dus bewaard wordt en waar juist daardoor de peheole zotternij onweerstaanbaar komiek werkt. Daar wordt het nieuwe Vastenavond lied ingewijd De nieuwe „Büttenmarsch" wordt voor het eerst plechtig ten gehonre gebracht, en daar worden, wat wel het komiekste is. ernstige be sluiten genomen, aangaande de dwaasheden, die mpn zal begaan. f En hij. wieb God met de gave van het woord heeft geregend, bestijgt thans de kansel en laat zijn door de wijn gekfuiden humor op ecnige duizenden van Vy zijn anders zoo waardige en thans half ontoereken bare stadgenooten los. Overigens ontbreekt het dezen bijeenkomsten niet aan decorum: eere-bokalen zijn er en pages, tafel jlüm'gerei. en narrenkappen, die historische waarde bezit- ton. en bovenal, gezonde, het drinken gewend zijnde Keulenaars. Maarhet zijn alleen mannen, wien I het voorrecht beschoren is, deze heerenizittlngen mee I fa maken. Het volk wacht op Rosenmontag. Ze spa- ren en sparen een half jaar lang. ze brenc-en er hun boeltje voor naar den lommerd, desnoods de laat ste tafel en de laatste jas. maar Rosenmontag moet „feste Droppjemacht" worden. Het kost. wat het kost. En wanneer het feest eenmaal aan den gang is. I zou men zweren, dat er een koorts-epidemie is uitge y fcroken. Zee tegen iemand: „Ga onmiddellijk op ja lioofd staan", en hij zal vergeten, dat hij een prijzig feestgewaad en een dure narrekap draagt en hij zal ,lifc Wh z'in hoofd gaan staan. Grijp er eentje hij zijn Bouw, en ge wordt getracteerd. meegetrokken en jut/ ^loor eikaar gerammeld en bevindt U tot laat in den lisli tochtend temidden van (zonder overdrijving gezegd) ha've gekken. En al deze belangrijkheden staan nog geheel los van de ontvangst die Rosenmontag bereid wordt. Een ontvangst, waar een keizer van zou watertan den. Een ontvangst die op zichzelf een wonder van Meur, kostbaarheid en losgebroken dwaasheid is. en toe afwijzend men in den beginne tegenover dat al- 8 ook mocht staan, tenslotte krijgt de carnavals- lest U in zijn greep. U begint te brommen, te zingen, te jubelen...... en inslotte te brullen en dan weet U, wat carnavals- jfeugde in Keulen beteekent. aldtt Zoon vastenavondlied moet U overigens niet in juchteren toestand lezen. U zult het hoofd schudden. Jn zeggen: „Volkomen zinloos, zouteloos, dom". En ïrgens anders dan in Keulen kan men ze ook niet ripen. Het fijne ervan is nu juist, dat ze ineens niet per ongrappig en flauw zijn. wanneer een Keule- tar ze ten gehoore brengt. Dat men zich dan „Ka- itt" lacht, dat men trouwens lacht, zonder eenige Wen. alleen omdat een inwoner van de stad Keu- n zijn mond open doet en geluiden maakt. Waar het aan ligt? Niemand weet. het. Dit Carna- JWeest is niets anders dan een geheimzinnige be hoorlijke zotternij, en het einde ervan is. dat een pndige. twee uur geleden vrijwel waanzinnige stad Aschwoenslag met het nog soezende hoofd be- luwvol op de borst gezonken, boete doet in de tot den volgenden keer. (jrrai Carnaval in Italië. Het is wel verwonderlijk, dat men over het Carna val in Italië bijna nooit iets te hooren krijgt, temeer, 66', Hguren van internationale beroemdheid: Har lekijns. Pulcinella's, Colombinen en Pierrots van italiaanschen oorsprong zijn. Een feit is het. dat de 'beroemde Carnavalsfeesten uit den tijd der Renais sance. die dertig jaar geleden in alle groote steden. M]v. Venetië nog gevierd werden, nu gewoonlijk 'Slechts het object zijn van historische studiën. Een 'bewijs hiervoor is. dat men zich van het verbod, om mch in Carnavalskleding op straat te vertoonen pijna nergens iets aantrekt. Een enkel gemaskerd pal. dat plaats heeft, is niets anders dan een variatia |P de ontelbare dansgeneugten van het heele jaar en heeft weinig uit te staan met Vastenavondvreugde' Dit alles wil niet zeggen, dat Italië er gedurende bewind van Prins Carnaval, uitziet als een AKPklooster. De behoefte, om gekheid uit te halen, is er niet verdwenen, maar uit zich alleen in minder bui tenissige vormen. Men wil zich amuseeren, en het ple zier bestaat, in dit geval dan gewoonlijk hierin dat centl Um va" de stad trekt, en'zich aansluit bi] de ronddringende menschenmassa's en jnf lawaai maakt met trompetten en fluitjes, e.d. waar- «Sin se,'P.etine l,e vreugde dan nog verhoo- ee"1Ren' dle zich ondanks de nieuwe veror- (leningen hun Carnavalsgenoegen niet laten ontne men zijn de studenten, die ongestoord hun optochten houden en rondrijden in bontversierde wagens, ter wijl ze hun zelf-bedachte, vaak zeer geestige, allego rische voorstellingen, bij die belegenheid aan de me nigte vertoonen. De faculteit, waartoe ze behooren, kan men van hun pet aflezen, en het ongebreidelst doen zich de studenten van de Technische Hoogeschool voor, die het niet kunnen nalaten, de nieuwste overwinnin gen der techniek op overtuigende wijze belachelijk te maken. Een andere zeer geliefde bezigheid van den studioses is een hardrijderij, waaraanver schillende glijwagens deelnemen. Eén student suk kelt bijv. langs den weg in een kleine „Carriola", terwijl een ander transpireert achter een handkar retje en deze stoet trekt, zonder zich iets gelegen te laten liggen aan verkeersregelen of medemenschen, door de hoofdstraten, tot wanhoop van de automo bilisten en de gemeentetram. Bij de finish staat de jury te wachten, waarvan ook professoren deel uit maken. en deze rijkt de meestal nogal ongewone prii zen uit. na welk ceremonieel een dronk op den over winnaar volgt, de „Vermut D'onore". Vermeldenswaard is de uitzondering, die Milaan vormt. Deze stad viert haar Carnaval, dank zij het previlége van den H Ambrosius. een week later dan de anderen, en iedereen, die zich thuis niet voldoen de geamuseerd heeft, maakt een slippertje naar Mi laan. Het voordeeligst komen met dit bedrijf de straatvegers eraf. die expresselijk aangeworven moe ten worden, om het plein rondom den Dom zijn waardig uiterlijk terug te geven, en men ziet ze er weg rijden, met karrevrachten stukgetrapte trom petten en verpletterde mutsen. Carnaval in Brazilië. In Santos (Brazilië) wordt vanzelfsprekend ook Carnaval gevierd. Hier zijn het de auto's die het bij zondere cachet verleenen. Een onafzienbare rij. fees telijk versierd, schuift langs de Avenide Presidente Wilson. en de arme neger staat er naast zijn koffie magnaat „Viva, viva'' te schreeuwen. De Braziliaan- sche landskieuren groen en geel, voeren den boven toon, ook in de costuums, en het heele gebeuren grijpt plaats in een parfumwolk, want geen ge woonte is in Brazilië zoo ingeburgerd, als het spui ten niet parfum. Het wordt er vermengd met chloor- aethyl dat de huid verkoelt en ons. Europeanen de weinig vermakelijke oogenblikken doorgebracht bij den tandarts in het geheugen terugroept. Op de hoe ken der straten zijn vrachtauto's opgesteld, die de verbruikte serpetines en confetti verwerken, welke ander zonder twijfel lot verkeersopstoppingen aan leiding zouden geveil. Men ziet er van alles dooreen, het havenkwartier, en de aristocratenwijk, een negerkapel met een bont geborduurd kerkvaamlel, voorop en daarachter een troep Indianen, die geluiden halen uit lange, met erwten gevulde rietstengels. De danspaleizen zijn overvol en alles wat er in Brazilië aan dans bestaat, kan men er aanschouwen, van den verliefden rei dans tot de tango, van de Zamba tot de Machiche. En dat gaat zoo door. tot den morgen aanbreekt. Maar de Europeaan blijft niet in de stad. Als de schemering valt. neemt hij de vlucht, om het sprook je uit de verte te beleven. De straten zijn feestelijk verlicht, de raketten spuiten parfum, kanonschoten doen de muren beven. En intusschen zit de Euro peaan te genieten op de Ilha Vorchat, het wonder baarlijk mooie eiland bij Santos. Nizza. 's Ochtends vroeg al is de Promenade des Anglais overstroomd met menschen, dezelfde menschen, die anders pas tegen den middag verschijnen. Welis waar wandelen er nu ook lieden, die er in andere ge vallen nagenoeg nooit komen: de stadsbevolking, die zich onder de vreemdelingen mengt. Een ongeschre ven, maar zeer nauwkeurig nageleefde wet, houdt deze beide groepen anders van elkaar gescheiden. Dit onbevangen deelnemen aan de vreugde van de gewone bevolking, is karakteristiek voor Nizza. Er zijn hier twee dingen op te merken: ten eerste de goede luim, en ten tweede de overstelpende luxe. Een jonge Russische Grootvorstin vertoonde zich eenige jaren geleden in een Bojaren-kleed, afgezet met bril janten. Twaalfhonderd orchideeën wist de Hertogin van Cainberlain te bemachtigen om haar auto te versieren. De paarden, die de auto voorttrokken (vier stuks) waren voorzien van struisveeren. en zeer kunstzinnige (en dure) drakenmaskers. De polïtivk speelt geen rol Satiren, die betrekking hebben op den staatkundigen toestand, worden niet ten beste gegeven. Men aanschouwt er Engelen. Grieksche go den. duivels, onschuldige karikaturen, maar geen persoonlijkheden op politiek gebied. Men danst en tolt en doet luxueus, tot de groote kater aan alles een eind maakt, maar op deze go- zegende plek neemt hij een minder grimmigen vorm aan dan elders, en onder andere omstandigheden. EEN HERINNERING AAN SALOMO S HOOGLIED. HOE MEN ALS EUROPEAAN KAN WORDEN BEDROGEN. (Van onzen reizenden correspondent). BEYROUTH, December 1931. ALS een breed lint slingerde ln bochten en ser pentines de automobielweg tegen den Libanon op. Damascus hadden we reeds uit het oog ver loren en grootsch, maar nofech was het land schap van dorre rotsen. Terzijde zagen we den kleinen spoorweg, die daar, waar in wintertijd lawinen dreigen, kruipt door met zlnkdaken overdekte gangen. Een uur te voren, te Damascus, hadden we ons nog gekoesterd in zomersche warmte en nu werd het kouder, steeds kouder. Nu en dan bracht een windzuchtje de ijzige kilte van met sneeuw bedekte toppen aan. Geen boom stond er In de naaste omgeving, alleen hier en daar wat schrompelig struikgewas Het verkeer op den weg, deze verbinding tusschen Damascus en Beyrouth. ble;f echter levendig: karavanen, ezels, muildieren, kamse- len, maar ook automobielen. Op meer dan duizend meter hoogte kwamen we in de sneeuw, die op den weg ge deeltelijk was ter zijde geworpen, zoodat de automobie len er slechts weinig last van ondervonden. In den gesloten wagen doken we dieper in onze jassen. Waren we hier nog in het zonnige zuiden? Het landschap maakte meer een noordelijken Indruk, som ber en geweldig. In betrekkelijk nog snel tempo beklom onze automo biel den steeds slingerenden, stijgenden weg, die door een woestenij zonder bewoners ging. Alleen op de ver- keers-ader heerschtr leven, verder was alles doodsch en verlaten. Een oogenbllk zweefden hoog boven ons eenige machtige vogels, adelaars, die loerden op bult. Op het hoogste punt van den weg, waar de daling begint, ver anderde echter plotseling alles. Er waren dorpjes, hul zen, villa's Iets lager zelfs wijngaarden en ook boomen in blad. Vanuit de sneeuw keken we uit op de Middel- landsche Zee en de stad Beyrouth, wit en groen, met blanke huizen en statige palmen. Twee gezichten heeft de Libanon: het eene. dat naar Damascus is gekeerd, somber en norsch, het andere ook in den winter vrien delijk en lieflijk, al zijn dan de ceders, eens de rijkdom van den Libanon, zoo goed als geheel verdwenen, ten gronde gericht door ónverstandige menschen. Overweldigend was de aanblik van de toppen van den Libanon op het lachende landschap aan zijn voet en zingende zinnen uit Snlomo's „Hooglied" bloeiden ln mijn herinnering op: ,Bij mij Van den Libanon, o bruid! kom bij mij van den Libanon af. Uwe lippen, o bruid! druppen van honigzeem, honig en melk is onder uwe tong en de reuk uwer kleederen Is als de reuk van Libanon. O fontein der hoven, put der levende wateren, die uit Libanon vloeien!" Ook thans nog, nu „de uitverkoren cederen" toppen en hellingen, niet meer sieren, is de Libanon heerlijk en schoon en op duizenden kilometers in den omtrek weet men dit. Van Egypte, van Irak, uit Syrië, uit Palestina, uit Hedzjaz komen 's zomers in drommen zij, die hier koelte en verfrissching zoeken. In dorpjes en stadjes, langs de wegen vindt men steeds meer gemo derniseerde hotels en eenvoudige pensions, waar nu en dan ook wel ondernemende Europeanen en Amerikanen verdwalen. Nu echter was het hier stil en rustig, win tertijd, en de vreemdelingen, die thans ln deze streken komen, zoeken warmte en blijven in de dalen aan de kust, waar zjj in milde temperatuur de ongemakken van het ruwe jaargetijde ontgaan. Reeds een kwartier, nadat de afdaling begon, bevon den we ons weder tusschen groene boomen: in tuintjes zaten menschen, die zich koesterden in de stralen van de langzaam zinkende zon en wij in den wagen, mijn Tsjechische reismakker, de Grieksche handelsreiziger en ik, knoopten onze overjassen weder los. Het was of we uit de kille koude nederdaalden in een mild, warm bad. Met tallooze serpentines ging de weg, zoodat we het witte Beyrouth aan de blauwe zee nu eens ter linker-, dan weder ter rechterzijde zagen. Schapen dartelden in weiden en kinderen speelden in tuinen en op de blauwe vlakten der lichtende zee dreven kleine scheep je met witte en roodbruine zeilen; aan de kim draalde een fijne rookkolom van een verre stoomboot. Boven al deze heerlijkheid welfde zich een blauwe hemel, waaraan een blijde zon straalde. Beyrouth was weder kleurig en levendig, toen we er binnen reden. Menschen drentelden langs da straten, dames ging nog in lichte kleederen, stroohoeden en tro penhelmen zag men overal en dit alles ver in de maand December. Vruchten en bloemen gaven kleuren en geu ren. Zomer scheen het, volle zomer. Mijn reismakker en ik hadden het adres gegeven van het hotel, waar we reeds vroeger logeerden en de chauf feur bracht eerst den Griekschen handelsreiziger naar het door hem opgegeven adres en we zagen nog, dat de Griek den chauffeur betaalde. We letten trouwens daarop, want het verbluf in deze heerlijke landen met hun absoluut onbetrouwbare bevolking had ons .van- trouwend gemaakt. Bij ons hotel zouden we met den chauffeur afreke nen. Per persoon was afgesproken twee Syrische pond (f4.en ik liet, als naar gewoonte, de betaling over aan mijn reismakker, die deze streken en de menschen met hun listen en leugens langer en beter kent dan ik. Het was mijn voornemen den Arabischen chauffeur nog een goede fooi te geven, maar deze waohtte daarop niet. Toen mijn reismakker hem de twee maal twee Syrische ponden in de hand had gelegd, vorderde hij zonder te verblikken of te blozen een pond meer, want, zoo be weerde hij, de Griek, die de reis had medegemaakt, had een Syrisoh pond minder gegeven, zeggend, dat wij het ontbrekende wel meer zouden betalen. Als men hier eenigen tijd woont, weet men. dat de Arabieren te sluw zijn, zioh op zulk een wijze te laten beetnemen. Ik Het alles aan mijn reismakker over en deze verklaarde natuurlijk, dat hij op de vordering niet inging. Ik persoonlijk zou nog wel bereid zijn geweest, den Arabischen ohauffeur dat ééne Syrische pond extra te geven, daar ik hem datzelfde bedrag toch als fooi had toegedacht, maar mijn reismakker houdt van zulke tegemoetkomendheid niet, daar de Arabier dan later zou kunnen meenen, dat hij ons bedrogen had en deze vol doening wilde mijn reismakker hem niet gunnen. De Arabische chauffeur gesticuleerde, snikte, vroeg hoe hij met zijn patroon zou moeten afrekenen en smeet tenslotte de vier Syrische pond op de trap, zeggend dat hy vijf pond of niets wilde hebben. Reeds maakte ik aanstalten het neergesmeten geld op te nemen, toen myn reismakker me een nadrukkelyken wenk gaf, dit niet te doen. Ik liet dus het geld liggen en met ons tweeën gingen we de trap op en lieten den chauffeur achter. Nauweiyks waren we op onze kamer, of de Ara bische chauffeur kwam daar jammerend binnenstormen en vroeg of wy misschien de vier Syrische pond hadden, welke hy had neergeworpen. Deze vier pond waren ver dwenen, iemand moest ze hebben mede genomen. De Arabier weende in wilde wanhoop, zoo scheen het: „Het ls brood voor mijn kinderen, dat ik verloor". Ik kreeg werkelijk medelijden, maar myn vriend heeft langer ervaringen in deze landen en antwoordde: „Brood voor je kinderen? Maar iemand, die geld ver- achteiyk op den grond werpt, verdient niet beter dan dat hy honger lijdt." De Arabische chauffeur soheen een toonbeeld van ellende. Hy zuchte, hy snikte, hij trok zich aan de haren, maar toen hy zag. dat we er onbewogen onder bleven, vroeg hy plotseling of we hem geen sigaret wilden geven. Een sigaret wordt in den Oriënt nooit geweigerd en dus gaven we hem er een. Daarna ging hy weg. Een oogenblik later zag ik door de jaloezieën hoe de Arabische chauffeur rookend en met een glimlach om de lippen wegreed. „Weet je wat hy nu denkt?" vroeg mijn reiskameraad. „Hy denkt nu: deze jaurs (ongeloovigen) hebben zich niet laten beet nemen. Zoo zijn er niet veel. Rare ke rels!" Maar toen ik het gelaat van den wegrydenden Ara bier had gezien, gevoelde ik geen spoor van medelijden meer en schaamde ik me eenigszins, dat ik er byna weder was ingeloopen. J. K. BREDERODE. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 8 Februari 1932. EINDELIJK OOK DEZE OUDE POST VEREFFEND? Het is niet te hopen, dat de deurwaarder met alle nalatige schuldenaren zooveel te stellen heeft als onze edelachtbare heer Politierechter met den 25-jarigen fabrieksarbeider Gerbrand N., welk belangwekkend jongmensch ter meerdere reclame van boerenkermissen in 't algemeen en die festiviteit te Uitgeest in 't by- zonde, na afloop van de pret zekeren heer J. van Lies hout met een mes in de linkerzyde porde. Deze poging om den heer Van Lieshout te „opereeren", zooals een schapenweider zou zeggen, had gelukkig geen ernstige gevolgen voor het slachtoffer, maar wel voor den ope rateur zelf die voor den politierechter werd gedagvaard ter zake die bloedige mishandeling. Hy verscheen voor diens reohterszetel op 5 October, toen werd de zaak verdaagd tot 30 November, daarop aangehouden tot 4 Januari en alstoen weer voortzetting gelast op 8 Febr. Vele varaties op het zelfde thema! Het zou ons niet verbazen, indien we het welgelijkend portret van Gerbrand in mooie fantasie-omlysting zagen staan op het schryfbureau van den Politierechter en een eenvoudiger editie op de werktafel van den heer Wig- gers. De langdurige relatiën zouden inderdaad alle aan leiding geven tot dit memorabilium. Wat de mishandeling zelve betrof, het conflict was ontstaan uit jalousie, omdat een andere adspirant zich wat al te vurig bemoeide met het deerntje, waarmede de candidaat-reclassant was verloofd en waarmede hij Inmiddels is gehuwd. Zoodat dit uit minnenijd en om niet te vergeten, de in al te ruime mats genoten, lang niet alcoholvrije kermisdrankjes ontstane incident, de harten niet had verwyderd, doch meer te saam gebracht. De jongeman scheen aanvankelyk niet genegen tot onderwerping aan de bijzondere voorwaarden eener voorw. veroordeeling, doch thans was hij meer toeschl3- telyk geworden en kon dus tot het opleggen van een dergelijke straf worden overgegaan. De verdachte werd mitsdien in overeenstemming met het rapport van den heer Wiggers voorw. veroordeeld tot 2 maanden gevangenistraf, met twee proefjaren en opgelegde byz, voorwaarden, waaronder begrepen ver boden alcoholgebruik en cafébezoek. De reclassant werd voorts gesteld onder toezicht der R.K. reclasseerings- vereeniging te Alkmaar en zal dus de heer Oolders ook nog een schaapje in Beverwyk te tellen hebben. Met dit vonnis nam zoowel de heer Officier als de veroordeelde genoegen en de politierechter nam hartelylc afscheid met de woorden: Hou je maar goed en ik hoop, dat ik je hier nimmer terug mag zien. De politierechter bedoelde natuurlyk als verdachte, want de kans dat hy nog eens als byzittend rechter terug zal komen, is zeer gering. DONDERDAG 11 FEBRUARI. HILVERSUM (1875 M.) A.V.R.O.:8.00 8.00 Gramofoonmuziek; 10.00 Morgenwij ding; 10.15 Gramofoonmuziek; 10.30 Solistenconcert; 11.00 Knipcursus door Mevr. Ida de Leeuw van Rees; 11.30 Solistenconcert; 12.00 Gramofoonmuziek; 12.30 Klein orkest o.l.v. Nico Treep; intermezzo gramofoon muziek; 2.00 Halfuur voor de vrouw; 2.30 Rustpoos voor het verzorgen van den zender; 3.00 Knipcursus voor ge vorderden; 3.45 Gramofoonmuziek; 4.00 iZekenuur door Mevr. Antoinette van Dyk; 5.00 Omroep-orkest o.l. v. Nico Treep; 6.30 Sportpraatje door H. Hollander; 7.00 Omroeporkest; 7.30 Engelsche les voor beginners door Fred Fry; 8.00 Tijdsein en gramofoonmuziek; 8.15 Uit zending uit het Concertgebouw te Amsterdam; 10.40 Persberichten van Vaz Dias; 10.45 Gramofoonmuziek; 11.00 Dansmuziek. HUIZEN (298 M.) K.R.O.: 8.00 Morgenconcert. N.C.R.V.: 10.00 Gramofoon muziek; 10.15 Korte Ziekendienst; 10.45 Gramofoonmu ziek. K.R.O.: 11.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsdien stig halfuurtje; 12.00 Politieberichten; 12.15 Orkest o.l.v, Johan Gerritsen. N.C.R.V.: 2.00 Fraaie handwerk sn; 3.00 Vrouwenhalfuurtje; 3.30 Rustpoos zender; 4.00 Tijdsein en ziekenuurtje; 5.00 Cursus handenarbeid; 5.45 Con cert; 6.45 Knipcursus; 7.00 Vraaghalfuurtje; 7.30 Poli tieberichten; 7.45 Persberichten Ned. Chr. Persbureau; 8.00 Klein orkest o.l.v. Piet van den Hurk; 9.00 Ouder uurtje; 9.30 Vervolg Concert; 10.00 Vaz Dias en gramo foonmuziek. HAMBURG (372 M.) 6.10 Orkestconcert; 10.20 Gramofoonmuziek; 7.35 Goethe- concert; 9.35 Dansmuziek. LANGENBERG (472 M.) 6.25 Programma van Hamburg; 11.20 Gramofoonmuziek; 7.20 Concert o.l.v. Wolff. KALUNDBORG (1153 M.) 11.20 Strijkorkest; 7.30 Omroep-symphonieconcert; 1QJ* Dansmuziek. DAVENTRY (1554 M.) 12.20 Orgelconcert; 1.20 Gramofoonmuziek; 4.20 Dans muziek; 8.20 B.B.C.-Orkest BRUSSEL (509 M.) 12.35 Gramofoonmuziek; 5.20 Omroeporkest; 6.50 Gramo foonmuziek; 8.20 Omroep-orkest. PARIJS-RADIO <1725 M.) 12.50 Gramofoonmuziek; 9.05 Idem; 9.20 Symphoniecon- cert. WARSCHAU (1411 M.) 4.00 Gramofoonmuziek; 4.55 Solistenconcert; 6.55 Gra mofoonmuziek; 9.50 Dansmuziek. ROME (441 M.) 5.05 Orkestconcert 8.20 Concert. PARIJS-EIFFEL (1446 M.) 7.50 Gramofoonmuziek.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5