Raad Harenkarspel. Een oud verhaal Ü%fg£*t Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Dat na veertig jaar weer actueel geworden is. Verschil van meening. 1K;| zeer 50 en kak zö en den. "ünge. meervoudige strafkamer. Zitting van Dinsdag 16 Februari. VOORSPEL VAN EEN GROOT AVONTUUR. A]9 verdachte nummer één verscheen de 26-jarige Dlrck Geraldino Willem K.. wonende te Den Helder en boren te Brazilië, thans in voorarrest, aan welk jong- mensch ten laste werd gelegd, diefstal van een porte feuille, inhoudende 2740 gulden aan bankpapier, welk geld het eigendom was van zijn vader en welke dief stal ten huize van zijn ouders was gepleegd op 19 Nov. 11. Deze lichtzinnige zoon huurde alstoen een auto en snorde in gezelschap van een tweetal vrienden naar Amsterdam, alwaar aardig wat geld werd weggesme ten en de verdachte, wiens stemming onbegrensd royaal was, ook zijn twee vrienden eens netjes in de kleeren stak. Nog veel meer gezellige avontuurtjes werden door het fuifende trio beleefd, tot de politie een eind maakte san de pret en het drietal achter de tralies deponeerde. De verdachte, thans terecht staande, erkende hetgeen hem was ten laste gelegd. Hij werd als toegevoegd ver adg ^jgdiger bijgestaan door mr. Scholten. De heer Wiggers, verblij! l^btenaar der reclasseering en Dr. ten Raa, psychiater, en werc]en jn de eerste plaats als getuigen gehoord, bene den? de medeplichtige vriend Schutte, die ook van het vette der aarde had geprofiteerd, tot kroongetuige werd gepromoveerd. int diens verklaring bleek, dat het plan reeds vooraf aas beraamd door verdachte, om zijn vader te beste len. Hij zou alsdan zijn vrienden waarschuwen als hij i(jn slag had geslagen. De heer Officier releveerde dat het hier in den grond een treurige zaak betrof. Een zoon toch, die zijn eigen ww vader besteelt Deze vader had zich dan ook als getui JK(Ml doen verontschuldigen, welke uitschakeling door de rechtbank werd goedgevonden. Spreker sprak zijn sterke afkeuring uit tegen een dergelijke onsympthieke daad, als door verdachte ge- UooUlCi pieegd. Met den psychiater was echter de Officier van meenlng, dat een dergelijke handeling aanleiding geeft te denken, dat verdachte geestelijk niet normaal was. Verdachte had zijn vader reeds meermalen bestolen en bedrogen en hem bovendien geplaagd door kwaad aardige jongensstreken. Voorts bracht de Officier nog ter sprake, dat ver dachte ook verschillende andere vermogensdelicten had stand Itpleegd. f „m c>, de rondi Hë een steeda i tgeruste i dg ele&en, u United eenige :h> -Dt, rntaria ij le schipfc negejj Zij aj, zijn sken over 1, zoodat leidei zich die evej beoofi dai zijn. lts van B werd ïfonds laar uil a op de een t«i arvan i an waii len. En ringen i was hierin linanü vastgt i was, •egeli Ie 1 In astgei vastgi die gezegi weddei :al wa rnento hetl Ten slotte requireerde de Officier 1 dag gevangenis straf met aftrek van 1 dag (nul, ik hou 'n bokkie), benevens ter beschikking-stelling der regeering. De verdediger, mr. Scholte, verklaarde noodgedwongen zich bij dit requisitoir aan te sluiten. DE EERSTE VRIEND, DIE GEPROFITEERD HAD VAN DE GESTOLEN DUBBELTJES. Hierop verscheen de chauffeur Lieze Anth. S„ woon- ichtig te Den Helder, thans gedetineerd, die de vroolijke reis had meegemaakt en te Amsterdam f 40 en te Utrecht f 25 als cadeau had geaccepteerd. Ook had hij welwillend aanvaard een aanvulling van zijn garde robe enzoovoorts. Na zijn aanhouding werd nog eeu niet onbelangrijk bedrag, dat was overgehouden, en wel f 2250. op de drie verdachten bevonden. Ook deze ver- dacbte verklaarde edelmoedig geen berwaar te hebben, dat het op hem bevonden bedrag aan den rechtmatlgen dgenaar zou worden teruggegeven. Uit de antecedenten van verdachte bleek voorts, dat ook deze verdachte geen toonbeeld van deugd kon wor- drn genoemd. Hij was een zwak karakter, pessimistisch spoedig geneigd den verkeerden kant op te gaan, Tja het oordeel van den menschkundlgen heer Wiggers. J Mettemln had de heer Wiggers ook meer edele elgen- Frthappen In verdachte ontdekt en meende, dat een t- eventueele reclasseering kans van slagen had. De heer Officier noemde de zaak een keerpunt in het leven van verdachte. Zijn strafregister was nog blanco, maar deze omstandigheid was wel wat fraai gekleurd. Hij had heel wat op zijn kerfstok en in dit verband egggJ achtte de Officier dit schoone strafregister geen on- anwenö tussd l alleen i, moet tar op een is gepit dach*e nuttig en noodig; 10 maanden noemde pleiter eeni* er genoe ld heb: cingsre st, dur t er nu orden te ben z.L oemt sontwi f als as in tr aitki selai s zich ende nten chondt w s ma (13 ezefïgü 2t de ba Is b salari iet., h deze] ke a itenaij i k en, f ten raat, I aanvechtbaar voordeel. Gevorderd werd ten slotte 10 maanden gev. voor waardelijk met een proeftijd van 3 jaar en oplegging van bijz. voorwaarden. Mr. Buiskool van Schagen, toegevoegd verdediger, bracht eenige lichtpunten in het karakter van zijn cliënt naar voren en achtte een voorw. straf voor ver- n fiCH zen i i de echter wel wat zwaar en ten dien aanzien verzocht pleiter een flinke reductie. Eindelijk verzocht pleiter onmiddellijke Invrijheldsstelling. De Officier repliceerde en verzette zich tegen de on middellijke invrijheidsstejllng om practlsche redenen. Na dupliek van verdediger, werden geen termen ge vonden. Uitspraak a.s. week. DER DRITTE IM BUNDE. Eindelijk maakte zijn opwachting de derde in den bond van fuifnummers, de 24-jarige Johannes Antho- nius P., 'n dikke heer met een bril op. Ook hem was door Dirck K. medegedeeld, dat de greep in vaders bankbiljetten gelukt was en hij hsd niet geaarzeld aan het uitstapje deel te nemen en te genieten van de ruime voordeelen, hem aangeboden. Ook hij had te Amsterdam f 40 ontvangen en te Utrecht f 25 en diverse kleeding- stukken, om zijn uiterlijk te verfraaien. Voorts nog een treinblljet Brussel etcetera etcetera. Door verdachte werd alléén toegegeven, dat hij f 25 als geschenk had geaccepteerd, doch het overige had hij betaald uit eigen middelen. Ook in deze zaak werd Dirck K.. alsmede de heer Wiggers. reclasseerlngs-rapporteur, gehoord. Deze heer verklaarde met dezen verdachte het experiment niet te durven nemen. Verdachte had naar de meening van getuige aan hem niet de waarheid verteld en hij ver trouwde dus dezen jongen niet. Verdachte had vele echulden en het was onaannemelijk, dat hij nog over 1 60 eigen kapitaal had beschikt, vermeende mr. Le- deboer, de president De verdachte bleef echter deson danks bij zijn opgaven volharden. Getuige Dlrck K., de gastheer, verklaarde desge vraagd, dat verdachte geen cent van zich zelf in zijn bezit had. Hij verschilde in dit opzicht volstrekt niets met verdachte Sch. t)e heer Officier nam de gedeeltelijke ontkentenis V*Q verdachte niet serieus en noemde voorts deze zaak het moeilijkst, wat betrof het opleggen van de even- toeele straf. De Officier verdacht hem te zijn een op pepper, een praatjesmaker, 'n minnaar van café bezoek, sigaretten en modieuze kleeding. Tegen denm verdachte reoulreerde de heer Officier 5 maanden on voorwaardelijk. Mr. v. d. Loos, aan wien dezen cliënt door het con sultatiebureau was toebedeeld, hield een meer uitvoerig pleidooi, wat ook In deze zaak, die niet zoo glad boter de als de vorige zaken, dan ook wel noodig was. Pleiter betwijfelde of het aannemen der kleedingstuk- «en en andere voorwerpen wel aangemerkt kon worden Ms een strafbaar feit, zooals pleiter met aanhaling van Slmons nader werd uitgewerkt, vooral daar Simons hierbij verwees naar Noyons. Pleiter achtte voorts de gevorderde straf te zwaar en maan<ien gev. niet in overeenstemming met de zwaar- t0 van het misdrijf. Tenslotte besprak pleiter nog het reclasseeringsrap- port én wees op de mogelijkheid, dat de ambtenaar in 0n onderzoek wellicht zijn opdracht kon hebben overschreden. Eindelijk releveerde spr. omtrent zijn cli- V* eenige gunstige inlichtingen v Mr- v- d- Loos besloot zijn uitvoerig pleidooi met te ji?/20e|ten °ok voor dezen verdachte een voorwaarde- U e straf. Aan de onmiddellijke invrijheidsstelling wilde zich niet wagen. 0 goe een Interessante re- en dupliek tusschen of ficier en verdediger. Krachtig verdedigde de officier onder meer den reclasseeringsambtenaar en de moei lijkheden van een dergelijk onderzoek. De heer Wiggers werd hierop in de gelegenheid ge steld, zijn standpunt nog eens nader toe te lichten. Pleiter had daarop zoo ongeveer het laatste woord en werd daarna de uitspraak bepaald op a.s. week. EEN ONBEHOORLIJK BOERENKNECHTJE. De 26-jarige landbouwersknecht Rinke v. d. S.. wer kende te Wognum, wonende te St. Nicolaasga en thans, als gevolg van zijn zeer lakenswaardige gedragingen tijdelijk in depot in het Huis van Bewaring te Alk maar, stond terecht ter zake het plegen van hande lingen, strafbaar gesteld bij art. 247 wetb. van Straf recht, welke zaak op grond van het zedekwetsende, buiten tegenwoordigheid van publiek werd behandeld. De heer mr. Winkel, van het juristenkantoor Mrs. Van Dijk en Winkel, opponeerde in deze zaak als raadsman en verdediger. Punctum. DE INTENTIES VAN EEN ADSPIRANT-MOORDE- NAAR GELUKKIG MISLUKT. De 19-jarige koopman Jan Kr., wonende te Hoorn, thans gedetineerd, stond na de pauze terecht wegens poging tot doodslag, althans zware mishandeling op 15 Dec. 1931 aldaar gepleegd op den persoon van den ge tuige Klaas Hiemstra; voorts had hij nog in zijn zenuw overspanning een damesmantel, t oebehoorende aan mej. G. Heins door messneden beschadigd. Om te beginnen achtte Dr. Barnhorn, psychiater te Heiloo, den verdachte niet geheel toerekeningsvatbaar en zeer nerveus. De getuige-deskundige adviseerde den verdachte te doen opnemen in een psychopaten-inrich ting en te dien einde ter beschikking-stelling der re geering. Voorts kon nog worden medegedeeld, dat de verdachte, toen hij nog ressorteerde onder de kinder wetten, 2 maal was veroordeeld. Wat het feit zelf betrof, de verdachte erkende zelf zijn nijd te willen koelen op Klaas Hiemstra. Dit had bij coK kenbaar gemaakt in een door hem geschreven bri:f v!t het huis van bewaring aan zijn moeder en uit dien brief spraken geen gevoelens van vergeving en berouw. De oorzaak van het conflict was een meisje, de ge tuige Annie Heins, dat hij op gemelden datum aantrof in gezelschap van Hiemstra. Hij ging toen dezen ver onderstelden medeminnaar met een reusachtig dolkmes te lijf en bracht hem een heftigen steek in de borst toe. Een steek, die ongetwijfeld doodelijk zou zijn geweest, doch omdat door een gelukkig toeval de edele deelen niet werden geraakt en geen infectie optrad, kwam het niet tot zulk een fataal effect. Niettemin werd de aangevallen rivaal toch zeer ern stig getroffen, zooals uit de verklaring van Dr. Korten- bosch kon worden gedistilleerd. Allerlei griezelige stukken van overtuiging, genoemd dolkmes en bebloede kleederen van het slachtoffer wa ren ter terechtzitting aanwezig. De moordaanslag was gepleegd op den openbaren weg, genaamd de Nieuwstraat. De getuige Klaas Hiemstra was commensaal in het gezin Heins, en niet met Geertje noch met Annie ver loofd. HU ging als huisgenoot vriendschappelijk met haar bei den om. Op Dinsdag 15 December kwam hij met Geertje uit de fabriek en werd alstoen door verdachte, die liep met zekeren Greeuw, aangevallen. Het scheen hem toe, dat de jongelieden dronken waren. Ook ver meende getuige, dat verdachte, zoo men het noemt, op hem liep. De getuige is opgenomen in het ziekenhuis en behan delde door Dr. Kortenbosch. Geheel genezen was hij nog niet. De 15-jarige Geertje Heins, fabrieksarbeidster, ver klaarde absoluut geen verkeering met get. Hiemstra te hebben. Zij had gezien, dat Hiemstra gestoken werd. Verdachte wilde Geertje ook steken, doch zij koos het hazenpad. Wat niet kon verhinderen, dat haar mantel beschadigd werd door messneden. Verdachte riep: je mot met je poote van mijn meisje afblijven. Getuige Hiemstra had ook nog een snede in zijn pols gekregen. Dat verdachte Geertje Heins zou hebben gestoken, daar had getuige niets van bemerkt. De 18-jarige Annie Heins, op wie verdachte dan elgen- lUk verliefd zou zyn, had ook haar wel eens met den dood bedreigd. Verdachte ontkende Annie bedreigd te hebben, doch deze jonge dame, die niet voor de poest was, bleef per tinent beweren, dat verd. op het Noord bedreigingen tegen haar had geuit. Dat lieg je, zei verdachte. Neen, jij, repliceerde de jongedame, hem onvervaard aanstarend. De Officier memoreerde het gebeurde dat op 15 De cember te Hoorn op de Nieuwstraat voorviel. Verdach te had een oogje op Annie Heins en alstoen in het schemerdonker Geertje voor Annie aangezien. HU kon dit niet verkroppen en viel aanvankelyk Geertje aan, doch wendde zich daarna, toen hU zijn vergissing be merkte, tot Hiemstra en verwondde hem zeer ernstig. Te voren had verdachte zoowel tegen Annie als tegen Hiemstra doodsbedreigingen geuit. De onderschepte brief uit het huls van bewaring had zyn gevoelens ver raden. Ter zake poging tot doodslag requireerde de Of ficier, aan de hand van het uitnemende rapport van Dr. Barnhorn. 1 dag gevangenisstraf met aftrek van 1 dag en ter beschikking-stelling der regeering. Mr. v. Giftene vervangende mr. v. Leeuwen, die plot seling was verhinderd, bestreed de primair telastcge- legde poging tot doodslag en evenzeer de subsidiair ten laste gelegde ernstige mishandeling, bovendien de be schadiging van den mantel, toebehoorende aan Geertje, Heins. Alleen bewezen achtte pleiter eenvoudige mishan deling. Ook met de gevorderde straf kon pleiter zich niet vereenigen en refereerde zich dienaangaande aan het oordeel der Rechtbank. De heer officier bleef niet achterwege verdediger be treffende verschillende punten in zijn betoog van repliek (Vervolg). Dat is toch vreeselUk vervelend! Vroeger kleurde ze nooit! Maar nu, ja nu kon ze het zich vergeven, want thans was er tenminste reden toe. ZU schrikte werkelUk toen hU dat zelde en nu praat hU weer alsof er niets gebeurd is. Vader en Piet hebben er geen aasje van ge merkt; wat heeft hU een zware stem! Zoo'n stem moest Piet hebben, dat zou later mooi klinken in de kerk. Ik mag zoo'n stem graag hooren. HU heeft... och, hoe noemt Piet dat nu ook weer... hU heeft... och. als je zoo hoog en laag kan... mal. dat ik daar nu niet op kan komen! Ik moet straks Piet eens vragen, ik wil het weten. NauwelUks had ze zoo gedacht of de gelegenheid was haar gunstig. Haar vader brak het gesprek al met: Kom jonges, 't wordt tayod om te bed te gaan, morgen komt er weer een dag. Ja vader, zei Piet, maar wij kunnen toch nog niet slapen, is 't wel Wolmers? Wij blUven nog een uurtje op. Of, wil je liever... Nee, antwoordde Wolmers dadelUk. Nee, ik wil ook nog wel graag even napraten. Goed, goed! maar ik kruip ter in, zei Veger. terwUl hU zUn stoel in „het hoekje" recht zette. Daarna rekte hij zich de gebalde vuisten en het bovenlichaam tril lend naar achter buigende, welbehageltfk uit en vervolg de gapende: Hhhh...' ik... hew... mor-re-ge hh.?hh! al weer 'n heel schoft achter me rêg en dan keren jullie je nog 'ra om. Piet, zei TrUntje, toen hU haar passeerde om si garen te krijgen. Piet, ze ging mee naar den schoorsteen, waar het kistje stond, met een kopje en een theedoek in haar hand en vroeg, aandachtig afdrogend: Zeg Piet, wat zeg je ok weer van iemand die zoo spreekt as Wolmers? Dat hU spUkers op laag water zoekt of dat hU -- Ssst! Och nee dat mien ik niet spreek niet zóó luid ik bedoel: hoe noem je z'n stem? Bas. Nou ja, maar hoe vindt je 'm? Mooi. Ja. maar aars? Ik vindt 'm altUd mooi. Och nee. toe zeg nou?! Wat dan? Ja, ik weet niet welke naam je deer onlangs an gave. Welluidend misschien, omvangrijk? Nee, hU heb...pe..., hU heb... Stembuiging? Juist krek, hU heb zoo'n stembuiging! herhaalde ze zacht en keek toen onwillekeurig naar Wolmers, doch daarna onmiddellUk tegen het licht naar haar kopje om te zien of het schoon en droog was, want, heel toeval lig, Wolmers zag juist ook naar haar en ze was bang, dat hij over haar kleur beginnen zou. Hier Wolmers, steek nog eens op. Piet hield hem een paar sigaren voor. Graag! Nauwelijks hadden de heeren weer plaats genomen, Wolmers nu in „het hoekje" van vader Veger, die reeds naar ziin bed was, of TrUntje was met het afwasschen en do verdere avondbezigheden klaar en kwam goeden nacht zeggen. Achter Piet staande legde ze haar hand op zUn hoofd, boog zich over zUn schouder, zag hem een oogenblik aan en zei toen: „genacht", terwyl ze hem een kus op de wang gaf. Nacht, zusje! Laat de meid morgenochtend niet te veel geweld by" mUne kamer maken, want dan doe ik geen oog meer toe. Ik zal er om denke langslaijper. Nacht meneer Wolmers. ZU stak hem haar hand toe. Wat wordt je nu in eens weer deftig, „meneer Wolmers!" zei de aangesprokene, terwyl hy haar hand greep. Ja, dat vond Tryntje zelf ook, maar ze kon niet anders. Ze wist niet waarom ze nu meneer Wol mers zei, ze wist ook niet recht of ze vanmiddag dat „meneer" er af had gelaten, maar ze voelde duidelUk dat er op het oogenblik een grootere afstand tusschen hen was gekomen. Meer toch zich zelf dan tot Wolmers sprekende vroeg ze: Hèw 'k dèn te middig, of van aijvend allienig Wol mers zoit? Dat weet ik niet, ik geloof het wel, maar zeker heb je dat „meneer" niet zoo deftig uitgesproken. Dat hèw 'k den nou vast 'rs om je te plezieren dein. Om mU te ple Ja, je houwe der zoo van dat de mensche deftig spreke. BU deze woorden zag zij even voor zich en daarna naar haar broer, die de krant inzag. Toen rustte haar oog een oogenblik op de blanke, krachtige hand, die de hare, vol aangegrepen, nog altijd vasthield. Die hand knelde niet en toch voelde zy dat het vruchteloos zou zijn om zich daaruit'te willen onttrekken. Toen zU die machteloosheid besefte kwam een onge kend verlangen over haar om bevrijd te zyn. Met korte, draaiende rukjes gaf ze dien wensch te verstaan, doch Wolmers deed als bemerkte hy dat niet en antwoordde bedaard Dat ik een platte spraak leelyk vind en iemand graag beschaafd hoor spreken dat heb Ik je vroeger meermalen gezegd, maar nooit heb je me hooren ver kondigen dat ik het prettig zou vinden wanneer je me deftig tegemoet tradt. Plotseling liet hU haar hand los en vervolgde op vroolUken toon, zoo geheel in tegenstelling met den ernst waarmee hy haar daarby aanzag: Vanmiddag vroeg ik: zeg nu eens liiive Wolmers, dat vraag ik n u niet meer: op „nu" legde hU sterk na druk. Ik verzoek nu slechts een minder afgemeten, meer vertrouwelUken, vriendschappelUken toon. Nacht Tryn tje! HU stak zyn hand haar toe. Nacht Wolmers! en nogmaals legde zy haar hand in de zU'ne, wel vluchtig, maar vry en krachtig, terwijl ze hem open ln de oogen zag. Toen herhaalde ze meer In het algemeen „wel te rusten" en verliet ijlings het vertrek, een paar opgerolde kousen onder haar arm en een overvol maasmandje in de handen meenemende. Haar slaapkamertje ziet er keurig netjes uit; eenvou dige meubeltjes, maar alles glimt als een spiegel en is goed onderhouden. Voor de bedstede, waarvan de deuren openstaan, hangen, in diepe plooien, krijtwitte gordU- nen. Het vertrek getuigt van netheid, helderheid en orde. En Tryntje zelf? Doet het meisje zooals ze daar zit, doodstil met haar mooi gevormde armen slap afhan gend, haar slanke vingers los gevouwen in haar schoot en het engelenkopje fiterk achterover rustend tegen het donkere behangsel niet twyfelen aan de werkelijkheid, niet denken aan een phantasietje, de vrucht eener kun stenaarsluim, een in beeld gebrachte hersenschim? Treedt binnen dames! Overtuigt U dat dit betooverend tooneel niet is een droombeeld maar... Pardon heeren! Het doet me leed U den toegang te moeten weigeren. Trijntje is in nachtgewaad. Wat blieft U?! Ik zelf dan? Och, goeie menschen! een schryver ziet zooveel lee- lUks, zooveel ellende, zooveel smart, neemt zooveel kwaads en boosheid waar en leeft soms zoo innig mee in kommer en verdriet dat het onredelyk zou zyn hem een daartegenover staand voorrecht te misgunnen. Daar- bU komt dat de auteur niet is een egoïst. Hy deelt U van alles mee. Gaat binnen dames. Schroomt niet! Ge zult voorzichtig doen en haar dan stellig niet storen. ZU is te zeer met haar gedachten bezig dan dat ge opgemerkt zult worden. Haar geest is geheel afgesloten. Zoo! blyft hier nu staan. Ze ziet haar thans in haar hagelwitte kleeding, schilderachtig verlicht door een kaars, waarvan de vlam, verborgen achter den tafel- spiegel, U het gezicht beneemt. Sssst! neen, ze droomt niet. Ze spreekt in zich zelf. Soms onsamenhangende woorden, soms geheele zinnen waardoor men haar ge dachten kan volgen. Luistert! En den die kleur!!As Dirk dat 'rs zien had! HU is zo jaloersk. Lesten nogEn toen die keer met kermis toen Teun Albertsen almaar mit me skosse wou. Hy is verlegen sterk, maar goed, goedig! Hy deed Teun ok niks. Hij nam 'm op en droeg 'm weg. (Wordt vervolgd.) Zorg dagelijks voor Uw keel - gorgel droog met I Het behoort tot de hygiëne, nèt ^"«Jols 't poetsen van Uw tanden! Alléén ln origlneele doozen i IS. 45 en 65^^ te dienen, waarop nog eenige dupliek door verdediger volgde. De opinies bleven onveranderd, dus kon van een vruchtbaar debat niet worden gesproken. ALS HET GETIJ VERLOOPT, MOET MEN DE BAKENS VERZETTEN. Deze economische wysheid was ook toegedaan den 37- jarigen slager Pieter O., laatstelUk ingezetene van Am sterdam, thans verblyfhoudende in de dependance van het rechtgebouw, in afwachting van de maatregelen die de meervoudige strafkamer eventueel zou goedvinden tegen hem te nemen. De heer O., die niet voldoende in zyn bestaan kon voorzien, door het slachten van varkens, vond een meer loonend, zy het ook méér risquant bedrijf, door op de .awynenjacht te gaan, wel te verstaan, stalen zwUntjes, in de gewone spreektaal: rijwielen genaamd. Den ver dachte, heden terecht staande, piekfyn uitgedoscht in een sportpakje, en met opgedraaide knevel, was tenlaste gelegd diefstal van een tiental rijwielen, welke vehikels gedeeltelyk in de rechtzaal en beneden in den gang waren geetaleerd. Zoo had hy in het tydvak van Juni tot December 1931 „gejat" een zestal rywielen, waarvan de respectieve eigenaars achtereenvolgens voor het ge- tuigenhekje composeerden. Ook nog op 23 Nov. n karra tje te Uitgeest en op 8 Dec. een dito exemplaar te Hei loo, en voorts nog een damesrijwiel te Medemblik. (Eigen dom van een verpleegster). Het verhoor van deze getuigen ging als gesmeerd en weldra kon verdachte, verdedigd door mr. G. A. de Lange, onder het mes worden genomen. De verdachte erkende successievelyk alle hem voorge houden gevallen van rijwieldiefstal. HU had de diverse fietsen verkocht by verschillende liefhebbers, voor prij zen, die hem een aardig inkomentje verschaften. Ieder rijwiel, dat er een beetje fatsoenlyk uitzag, waarborgde hem een ordentelyk weekloon. Volgens zijn opgaaf, was hy deze winstgevende industrie begonnen om zyn schul den te betalen. De heer J. H. Wiggers, wien nagenoeg in alle straf zaken een belangrijke rol is opgedragen, zag geen kans met een gunstig advies voor reclasseering voor den dag te komen Geen der broers van verdachte was bereid zich zyner aan te trekken en werk was voor hem niet te krijgen. Hy is een goed werkman, doch nog beter bierdrinker en uitgaander. De heer Officier, de aandacht vestigende op het feit, dat verdachte zich den laatsten tijd alleen bezig hield met het rooven en stelen van rUwielen. Hij had zich aan veel meer diefstallen schuldig gemaakt, dan hem ten laste waren gelegd. Zijn vrouw was een flink mensch, dat in de meest ongunstige omstandigheden verplicht was dag aan dag zich af te slooven door uit werken te gaan Verdachte was een mensch. dat niet waard was te leven. Hy werd reeds vele malen ter zake vermogensdelicten veroordeeld. De heer Officier dacht er niet aan voor zulk een man een voorw. veroordeeling te verzoeken en requireerde een definitieve gevangenisstraf voor den tyd van 2 jaren De verdediger, mr. G. A. de Lange, ging het leven van verdachte in zyn pleidooi eens na en verzocht de recht bank rekening te houden met de omstandigheden dat hij ook te Haarlem tot een zeer zwaren straf werd ver oordeeld. Pleiter meende in casu niet beter te kunnen doen, dan voor verdachte clementie te vragen. Uitspraak in alle zaken over 8 dagen. De rentelooze tuindersvoorschotten. Een aanvrage tot een bedrag van f 219.820. Een beginselbesluit voor een gemeentelijke credietverstrekking van 65.946.—. Dc Raad kwam Woensdag 17 Februari, des mor gens 10 uur in spoedeischende vergadering bijeen, ter behandeling van het voorstel tot het verleenen eener gemeentelijke bijdrage van 30 in de aan gevraagde rentelooze tuindersvoorschotten. Alle leden waren aanwezig, toen de Voorzitter, de heer H. Nolet, de vergadering met een woord van welkom opende en mededeelde, dat de vergadering spoedeischcnd was belegd, ten einde de door dc re geering ontworpen erediet-verleening aan de de tuin ders, wat onze gemeente betreft, mogelijk te ma ken. Van den Minister van Binnenlandsche Zaken was een circulaire ingekomen, vermeldende de benoeming van de Centrale Commissie van Advies, in welke commissie o.m. zitting hebben de heeren P. Slot, bur gemeester van Broek op Langendijk en J. Groen Az. te Zuidscharwoude. De samenstelling dezer commissie bleek wel in stemming te vinden. Spr. deelde verder mede, dat voor deze gemeente in totaal aan voorschotten was aangevraagd f219820, en waar volgens de ontworpen regeling de gemeente 30 moet verleenen, is dat volgens Bartje een be drag van f65946. Spr. stelt voor in principe te beslui ten tot deze credietverleening en het bedrag volgens het ontwerp-besluit dat ons is toegezonden, beschik baar te stellen. Door de commissie uit Hoorn wordt voorgesteld aan de regeering te verzoeken het deel van de gemeente renteloos of tegen lage rente door de regeering be schikbaar te stellen, te bepalen dat de aflossing ervan hetzelfde bedrag zal zijn als door de tuinders zal wor den afgelost, voor de eerste vijf jaren geen verplichte aflossing voor te schrijven en in de volgende 15 jaren per jaar minimaal 1/15 gedeelte. De Voorzitter gelooft ook wel dat dit de eenigst mogelijke oplossing is, want de gemeente zal anders moeilijk een bedrag van f66000 kunnen krijgen en zou dus de credietverleening in gevaar worden ge bracht. En in de tweede plaats zou dan aan den minister gevraagd dienen te worden om het percen tage van het aandeel der gemeente, dat 30 bedraagt, verlaagd te krijgen. Of dit verzoek succes zal heb ben, zullen we moeten afwachten. Om de zaak dus niet te stagneeren, raadt spr. aan een beginselbesluit te nemen. De heer De Groot zegt dat de Raad wel noodge dwongen is een beginselbesluit te aanvaarden. In abnormale tijden doet men abnormale dingen. Spr. acht het beter dat dc gemeenten gezamenlijk trach ten het percentage van 30 verlaagd te krijgen. De Voorzitter zegt dat men in Hoorn oordeelde, dat waar de finantieele toestand der gemeenten zoo ver schillend is, het beter was dat geen algemeen ver zoek werd gedaan. De heer Duijvis is het hie. mee eens. De heer Francis merkt op dat als de pogingen die pas genoemd zijn, mochten fal> het voor de ge meente een onmogelijkheid zal zijn tot de credietver leening over te gaan. Spr. wijst er op dat de gemeente zwaar getroffen is door de crisis, dat ze nog zit met de credietverleening van vooi aand jaar, dat er is een abnormale werkloosheid en als dus de regeering niet helpt ode gemeente niet zal slagen de f 66.000 te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 7