J Provinciale Bond van Rundveefokvereenigingen in N.-Holland ^Donderdag 18 Februari 1932. SCHAGER COURANT. Derde blad. No. 9023 s DE LAATSTE RIT. 'oorni sed en ®en. \p, r een ■n h*. n het s heeft iide eer ■welke 'ichten ij, overheb rd. dat i uit stüe ven ia^ an het dn en zijn 1» aardoor 4 j betee enis van de mineralen voor !vo!Si Ie voeding onzer landbouwhuisdieren. eindigtij irie znete !pe heer Ir. I.. de Vries, rijksveeteellconsulerit in heeft c» 1 provincie, zette zijn rede over: De beteekenis beurt P ro'nera'en voor r'e voe(l'ng onzer landbouwhuis- neide kn (r?n. als volgt voort: 'innenzjjj 'ervatlee, Bekend is, dat krachtvoer over het algemeen arm pt kunne m ka 1 k is en daar voor productieve melkkoeien gen en te krachtvoer oen belangrijk deel van het rnnt- oevat en uiinuiakt. is het mogelijk, dat op den duur kalk- omgevin inkort zioli demonstreert in een onvoldoende inden zin tijiing der productie in volgende la x- T&fje-p e r i 0 d e s, f in het s t ij g e n der p r o- nt rug 10I i e 111 volgende 1 a x t a t i e-p e r i o cl e s, et bezo®nnee r ka lk zou ten worden b ij g c- ,erd. Hieruit volgt meteen, dat eventueele proe- want over een lange reeks van inren moeten loopen, zich bü et uitgebreid ondorzoekings-materiaal, waarbij de gewen diept» jdeganp in- en uitgeschakeld moet worden, eer- ns. om de eventueele nadeelige invloeden van een of and«Jlk-;tnn rantsoen goed vast te kunnen stellen, twee- rest v» Ds om den gunstigen invloed van weidegang goed ncorstatepren. tfeigs experimenteerde met 20 koeien, die hij in ezelfde i roepen verdeelde. De eene groep ontving alfalfa- i. zeer rijk aan kalk. de 2e groep thimothy- oi+ mineralen (Ca Co3) en de derde groep imot h y-hooi. I resultaat was. dat de groep, die de minste ontving, sneller in productie afzakte dan de andere groepen, ie Luit het Howelt-Instituut te Aberdeen is een derge- ke proef over 3 jaar genomen. ryatie-«| sultaat 1e laxt.-periode 2e laxt.-periode 3 idem sich tod todrantsoen kunne» <- of afname :e zullt» van o» midrantsoen f- Simo: Ftn en mineralen nderbr» lia" zici n vloei, lid t hoog».' tot e: de buit 4850 4245 e2e period 603.45 90 2e—3e periode 261 429 resultaat van een drietal Amerikaansche proe- nwil ik hier nog zeer in het kort vermelden: Een 5-jarige proef van het Michigan Agri Exp. trion had het doel o.m.: na te gaan de invloed van een grond rantsoen, itaande uit thimothy hooi. silage en graan en iets et, dat dus betrekkelijk arm aan'kalk was. op den nvattaqj KL den gezondheidstoestand, op het voortplan- rermogen, op de melkproductie; versdi de invloed van alfalfa-hooi inplaats van thimo- Om i: tf-booi: oen e« t de invloed van hijvoedering van beendermeel. is vu fosfaten. een samengesteld handels-mineraai- fotogiïfcpel: geplat ststel sd* de I» ïatig Dj resultaten waren: 4 dat het grondrantsoen. dat dus betrekkelijk arm mineralen was, vooral aan kalk. voldoende was een normalen groei, vruchtbaarheid én melk- roductie; dat vervanging van het thimothy-hooi door nl- -ffa-hooi (het mineraal rijke hooi) geen gunstig con- IU ,/:m opm«- berging en mts- lichten, ent zal rmee belang jke be- oot bfr jk lich- r is hjj urt en voor- Eerst :imuaj- rhaalL niddag meest n; de •k zoo g nut, een zwoer. Azud ie be- zijn e ver- ;nksel vlakte bning indei* leerbaar effect had: 3. dat hijvoedering van „bone flour" had een gun- tiren invloed op den gezondheidstoestand, wat pas Bn het eind der proef bleek. Ook de melkproductie 'as hooger, alsmede de kalveren ontwikkelden zich eter: 4 dat de ruwe fosfaten en het samengestelde hnn- mineraalmongsel een minder goeden invloed i'iden. n.I. abnormale veranderingen werden ge- mstateerd aan het gebit en de beenderen. Een bijna 6-jarige proef aan het Ohio Exp. Station, if het doel na te gaan of hijvoedering van fosfor are kalk aan een vrij normaal rantsoen naast goed Wi al of geen gunstig effect had. leerde, dat fosfor- re kalk voor melkkoeion niet hepaald noodznke- is te achten. De verschillen in productie tusschen groep, die wel en die geen fosforzure kalk ontving. Bren gering, wei zakte de groep die geen extra mi- 'ralen kreeg aan het einde van de laxtatie sneller dan de andere groep. Verwerpen, niet bestand krij- tn kwam in beide groepen voor. Een 2-jarige proef aan het Massachusett Agr. Exp. tation. met het doel na te traan het effect van bij- Jertering van een mengsel van 80 fosforzure voe- erkalk en 20 krijt, had tot resultaat: FKVil TE TOS NAAR HET ENGELSCH. 21 ,.Wat geeft die lamp weinig licht... Alec.... ik zal loch niet sterven?" ■•Toe. blijf nu stil liggen, liefste, en praat niet." ,.Wat is het dan?" .Hij heeft je in den schouder getroffen. Als je praat, of Je verroert, kan dit gevaarlijk zijn." -Je gaat toch niet weg?" -Heen, dat beloof ik je." lag nu stil. Hij ondersteunde haar gedeeltelijk. Hij had haar van "W kamer naar de zitkamer gedragen en met behulp ton Mart ha had hij een voorloopig verband aangebracht, «et donkere haar viel haar over de schouders als een löantel. Bij tusschenpoozen werd haar door Martha iets ®pwekkends tusschen de lippen gegoten. Eéns boog hij over haar heen en kuste haar. Zij sloeg de zware °°Sleden op en glimlachte. Daarna werd zijn gelaat steeds verder af. Het werd aar al moeilijker, om de druppels door te slikken, die ze baar ingoten. Toen meende zij ineens het gezicht van Toby voor en te zien... Ze zag het glinsteren van den opgeheven eitel. Ze schreeuwde... en toen ze bijkwam, hield Alexan- kal de armen om baar heen en trachtte Martha haar te aimeeren. Iets warms stroomde haar over den arm. e ^erband was door die onverwachte beweging losge ld en het bloeden was weer begonnen. _i". s Herbert", prevelde zij, op het zien van de roode w en Werd Weer bewusteloos. ^r.®n bet nu uren of jaren, eer de wereld weer tot be,F Tkheid voor baar werd? Vreemde gezichten en Dat 6 ^Wamen ovecal uit de schaduwen te voorschijn. AIpy VaJ1 haar vader- van Toby. van haar moeder, van Toen k ^Vrigllton' Martha en dat van een vreemde. j_ h er een tijd, dat haar moeder en die vreemde De arfn wilte mutsje op dikwijls om en bij haar waren. ere gezichten verdwenen; alle behalve dat Wrighton, en 4ls zij het zag, dan stond er een glimlach 1. dat op één uitzondering na alle dieren der mine- raalgroep in goede conditie bleven en iets beter groeiden; 2. bij het jongvee was het effect gering; 3. invloed op de productie werd niet vastgesteld; 4. vruchtbnarheidsstooringen kwamen in beide groe pen voor en waren van geen ernstigen aard; 5. de minernalgroep bracht iets zwaardere kalveren ter wereld. Ook uit deze proef bleek dus, dat naast voldoende en goed hooi. bijvoeren van mineralen niet nood zakelijk is hij zeer hooge producties is het wellicht zeer aan te hevelen. I" ziet dat onderscheidene proeven niet met tot precies dezelfde conruisics voerden, wat zijn oorzaak vooral vindt in hei buitengewoon gecompliceerde van de minernlenvoeding, waarhij zooveel indirecte factoren van invloed zijn op de assimilatie en dus op het eind resultaat der proeven. Toch kunnen wij uit deze proeven wel enkele voorzichtige conclusies trek ken, n.1.: Ie. dat de hoeveelheid hooi en de kwaliteit van het hooi en het gras van de grootste beteekenis zijn, bij ruime hooigift en bij hooi van goede tof uitnemen de kwaliteit is het voordeel van hijvoedering van mi neralen thans nog zeer twijfelachtig, aan koeien met zeer hooge productie verdient het aanbeveling. Bij hooi van matige kwaliteit en matige giften is bijvoeren van mineralen zeker aan te bevelen en hij hooge producties wellicht noodzakelijk. Een voldoend lange droogsta 1 gepaard met een goe de voeding rijk aan mineralen is zeker van belang met het oog op de aanvulling van het mineraai- depot, n.I. het beenstelsel. De droogstal dient daar niet enkel voor, maar vooral ook als ..rustperiode" na de normale energie en stofomzetting tijdens de af- geloopen laxtatie-periode en verder ontwikkelt zich het. kalf. Van buitengewoon groot belang voor het herstel der mineraal reserve van het lichaam is een voldoend lange droogstal. In tegenstelling tot kalk en fosfor, komen kali, natrium en chloor in sterker concentratie in het bloed voor dan in de melk. Merkwaardig is. dat toeneming van het chloor- gehalte van het bloed het gehalte van chloor in de melk tot een zekere grens niet beinvloedt. is die grens evenwel bereikt, dan gaan de kliercellen te veel chloor doorlaten en wordt de normale melk productie gestoord. Eén analoog verschijnsel treedt op aan het eind der laxtatie-peride en is dan nor maal, voorts hij mastitus (nierontsteking.) De productie van versch afgekalfde koeien is vaak zoo hoog. dut er geregeld mobilisatie plaats heeft van voedingsstoffen, die ontrrokken worden aan de lichaamsreserve, die natuurlijk door het voeren weer wordt aangevuld. Zoo is ook aangetoond, dat bij het begin van het melken het kalkgehalto in het bloed daalt, binnen ecniae uren is dat gehalte door aan tasting van de lichaatnsreserve (beenstelsel) weer hersteld. De uitscheiding van kalk via de melk is dan zoo groot, dat onherroepelijk de lichaamsreserve voor aanvoer moet zorgen, de aanvoer via het voed sel bloed gaat daarbij veel te langzaam. Is do kalkmobilisatie onvoldoende, zoo kan het kalkgehalte van het bloed dalen tot 20 van het normale en treedt soms meikziekte op. Een en ander over de mineraal-balans. Een afzonderlijk hoofdstukje handelt over de ver houding tusschen de opgenomen minera len via voedsel en de uitscheiding via de melk. Melk is, zooals we gezien hebben zeer rijk aan mineralen; hooge pLoducties stellen dan ook zeer hooge eischen aan de mobilisatie van de zouten. De productie van ruim 20 L. melk per dag leidt tot afscheiding van: 39 gram CaO. (kalk) 45 gram P205. (fosforzuur) 10 gram Na20. (Natrium) 40 gram K20. (kalium) 22 gram Cl. (chloor. Het voedsel bevat vanzelfsprekend ook veel van deze mineralen, maar tusschen het voedsel en de darmen aan de eene zijde en de melk in de uier aan de andere zijde, ligt groot terrein van voortdurend stof- en energie-w i s s e 1 i n g en er zijn veel factoren, die we nog slechts zeer on volledig kennen, die van invloed zijn, welk gedeelte van de mineralen de reis via de dormvlokken naar de alveoli der mclkklier zal volbrengen. De kalk, fosfor, magnesium, natrium, kalium, zwa vel en chloor-balans is door verschillende onderzoe kers onderzocht. In het algemeen was hierbij bij hooge melkgift vooral de kalk-balans negatief, in minder mate de fosfor- en magnesium-balans. NaCl werd meestal reeds bij voorbaat toegevoegd. De resultaten van proeven door Crichton in een brochure vermeld, zijn in een aantal groepen te ver- dcelen. In de allereerste plaats die welke betrekking heb ben op de grootte der productie en de kalk- en f o s f o r-b alans. 2e Groep. Proeven of bijvoeging van mineralen een al of niet gunstigen invloed heeft op een negatieve balans en of het mogelijk is door het voeren de ba lans positief te houden. 3e Groep. Proeven omtrent factoren, die de balans gunstig beïnvloeden, als: a. de verhouding kalk fosfor in het rantsoen; b. de aanwezigheid van viataminen (levertraan, groenvoer) c. de ultra-violette stralen (zonlicht). Ik zal hier de eventueele conclusies, die al of niet te trekken zijn, uit deze proeven vermelden. I. De proefnemingen omtrent de grootte der productie en de balans. De resultaten dezer proefnemingen liepen uiteen, mede wellicht omdat verschillende factoren die dc balans gunstig o!" ongunstig bcinvloedcn, bij deze proeven zeer zeker verschillend waren. Hoogst- vv aarsch ij n 1 ij k zal hij een productie van 10 K.G. de balans negatief zijn, indien het rant soen bestaat uit hooi. stroo en krachtvoer, niet uit muntende in mineraal-hoeveelheid. Negatieve balansen van 500 tot 1000 gram kalk en fosforzuur werden gevonden, dat wil zeggen, dat 500—1000 gram kalk en fosfor in een bepaalde pe riode bijv. 3 tot 4 maanden, meer met de melk uit het lichaam werd verwijderd als er met het voedsel inkwam. I)c grootte der negatieve balansen is af hankelijk van het voer en de grootte der produc tie. Ook zijn er proeven genomen omtrent de grootte der po s i t i e v e balans, gedurende de d r o o g- stal, welke in veel gevallen veel kleiner bleek te zijn dan de grootte der negatieve balans gedurende een periode van bijv. 3i maanden na het kalven bij stalvoeding, hetgeen flus enkel ten kosten van de lichaams-rcserve mogelijk is, wil dc productie en de gezondheidstoestand er niet onder lijden. Die positieve balans tijdens de droogstal lijkt wel heel mooi, maar veel mineralen worden gebezigd voor de groei van het. kalf en worden op het moment van de haring uit het lichaam verwij derd. zoodat de positieve balans tijdens de droog stal nooit eonig beeld kan geven van de aanvulling van de lichaams-reserve. Van belang is nu te weten: le. of het mogelijk is zoo te voeren, dat de balans nimmer negatief is, dus dat er steeds evenveel of meer mineralen worden opgenomen met het voed sel dan met de melk uitgescheiden; 2e. is een tijdelijke negatieve balans wellicht een normaal physiologisch verschijnsel of niet Omtrent de vraag of het mogelijk is. zoo te voeren, dat de balans nimmer negatief is vermeld Crichton enkele proeven, waaruit bleek, dat hij stal voedering met t h i m o t y-h ooi, m a i s-s i 1 a g e en graan- mengsel en daarboven beendermeel, het hij een productie van pl.m. 18 K.G. niet mogelijk was een positieve balans te verkrijgen, wel maakte het bijvoeren van beendermeel de negatieve balans min der ongunstig. Andere onderzoekers kwamen tot dezelfde resulta ten. bijvoeren dus met kalk- en fosforzuur-verbin- dingen maakt de balans dus minder negatief. Ook is wel gebleken, dat de voorziening van mi neralen in na t u u r 1 ij k e voeders voel gun stiger resultaat heeft. Zoo is een positieve ba.ans verkregen bij een productie van ruim 18 K.G. bij het voeren van klaver en a 1 f a 1 f a-h ooi. Verder zijn proeven genomen 0111 den invloed na te gaan van factoren, die de balans gunstig kunnen beïnvloede 11. In dc allereerste plaats bleek het een drietal on derzoekers dat een verhouding van kalk fosfor als 1.25:1 in het dagrantsoen een hetere assimilatie gaf dan 2.5:1. Vermoedelijk is op de optimumver- houding 1/1, niets is evenwel met zekerheid hekend. Hieruit volgt dus, dat ten behoeve eener max-assimi- latie een bepaalde verhouding kalk: fosfor te ver kiezen is. Toch bleek het ook weer, dat wanneer een rantsoen vrij kalk-arm is èn daarnaast een goede verhouding kalk fosfor dus 1:0.8 te zien geeft, het niet mogelijk is de balans van negatief in posi tief te doen veranderen. Anderszijds bleek, dat hij een hoog kalkgehalte in het voer en een ongunstige ver- houdinir tot de fosfor de CaO-balans toch posi tief kan zijn. In de Novemher-aflevering van 1931 van het land bouwkundig Tijdschrift, wijst Prof. Sjollema er op, dat behalve dc verhouding kalk/fosfor er nog meer verhoudingen van afzonderlijke mineralen zijn. die een assimilatie gunstig of ongunstig kunnen beïn vloeden. Zoo de verhouding kali kalk. waarop ik reeds eerder heb gewezen. Zoo schijnt door zeer giften op te lezen en lag zij doodstil, uit vrees, dat het soms verdwijnen zou. Ten slotte kwam er een dag, dat zij weer geheel tot besef van haar toestand geraakte. Ze lag beneden in de zitkamer op „Sparrenzicht" en Mrs. Marston zat bij het venster. „Moeder!" riep zij. De verpleegster zooals zij nu begreep trad aan het bed, gaf haar iets te drinken en toen kwam ook haar moeder en kuste haar. Met een gelukkigerv glimlach op (Je lippen viel Dolly in slaap. ,Ze werd gaandeweg sterker; maar het duurde nog wel een week. eer ze achter elkaar wat praten mocht. Haar moeder was gekomen. In gevolge een telegram van Alexander Wrighton. De schok, dien Dolly's zenuw gestel had gekregen, was uitgeloopen op hersenkoorts en haar leven had aan een zijden draadje gehangen. Wat voor haar gedaan had kunnen worden, was gedaan. Toby was naar een gesticht gebracht en Mrs. Brother- ton had „Sparrenzicht" verlaten. Wrighton kwam Dolly opzoeken op den dag, dat zij gekleed in de zitkamer was gedragen, Zijn gelaat straal de van geluk. Hij knielde neer aan het voeteneinde van do rustbank. „Nu Dolly, je weet, ik heb jou vergiffenis geschon ken. Vergeef je mij nu ook mijn wreedheid jegens jou lief persoontje?" Om hem genoegen te doen, stemde zij hierin toe. of schoon ze waarlijk niet wist, wat ze hem te vergeven had. „Ben je sterk genoeg, om de heele geschiedenis te hoo- ren?" Zij had een gevoel, of ze alles zou kunnen doorstaan, als hij haar zoo heerlijk met den arm ondersteunde. Toch deelde hij haar toen nog niet de heele geschiedenis mee en zelfs nog in lange niet. Ze waren al een jaar getrouwd, eer ze alles te hooren kreeg. Alexander Wrighton Vastead heette hij dus oor spronkelijk, ofschoon hij door de bewoners van Hattorth gewoonlijk Wrighton werd genoemd en Daisy Brother- ton zouden een paar worden. Dit was zoo overeenge komen door haar voogd en zijn oom. Alexander had zich zeer goed kunnen vereenigen met de schikking, die hem immers in het bezit zou stellen van een som, groot genoeg, om zijn landgoed in staat te houden en om zijn philantropische plannen te kunnen verwezenlijken. Hij had Daisy van kind af gekend en had haar graag mogen lijden. Hij had de liefde toen nog geen plaats ingeruimd in zijn bestaan. Bij hem was komen logeeren Herbert Bartie, die liefde had opgevat voor Daisy Brotherton. De oude geschiede nis had zich herhaald: de man had haar lief gehad, maar haar in den steek gelaten. En die arme Daisy had geleden en gestreden en was bezweken. De droeve waar heid was uitgekomen en Mrs. Brotherton had het Wrigh ton meegedeeld. Ten hoogste vertoornd en verontwaar digd was Alexander dengene, die zich zijn vriend noem de. gevolgd naar de Marstons en had hem daar zijn han delwijze verweten. Hij was dien avond naar Londen te ruggekeerd en had in zijn hotel een telegram gevonden van Mrs. Brotherton. om hem mee te deelen, dat Toby uit huis gevlucht was. Alexander ging naar het station, om naar Hattorth terug te keeren en een groep straat jongens, die iemand uitjouwden, trok zijn aandacht. In hun midden vond hij Toby met gescheurde en met slijk overdekte kleeren an in een zeer opgewonden stemming. Hij had hem mee naar huis genomen en in den trein maakte hij op, uit Toby's wild gepraat, dat hij Bartie in den slaap had doodgestoken. Toby moest van zijn moeder hebben gehoord, waar Bartie logeerde. Zijn genegenheid voor zijn zuster was het eenige diepgaande gevoelen in zijn gemoed. Hij had Bartie nu eenmaal als haar verrader beschouwd en had doodelijk gehaat. Nu was hij altijd ruim van zakgeld voorzien, was naar Marston gereisd, had een mes ge nomen uit een open venster van het dorpslogement, had tot den vroegen ochtend daar in de bosschen rondge dwaald, was in Bartie's kamer geklommen, had hem dood gestoken en was toen gevluoht, naar een plaats twintig mijlen verderop geloopen en had den trein naar Londen genomen, op zijn terugweg naar Hattorth. Dit alles had hij gedaan met het listig overleg van den waanzinnige. „Ik kon zijn moeder niet vertellen, wat ik gehoord had", besloot Wrighton. ,.Er was in het geheel geen verdenking op hem gevallen." „En als je nu eens niet de verdenking van jezelven had kunnen afwenden?" vroeg Dolly. „Maar dat kon lk wel. Ik geloofde ook niet. dat iemand zich ooit zou kunnen voorstellen, hoe lk dien armen Bartie vermoord zou hebben, daarom stemde het mij zoo bitter, toen jij dacht, dat ik dit gedaan had." „En verder?" vroeg Dolly. Ze werd er niet graag aan herinnerd, dat ooits zoo iets van hem had kunnen aannemen. „Ik overreedde Mrs. Brotherton, Toby naar een ge sticht te zenden. Hij deed toen ook wat abnormaal, zoo dat ik het van haar gedaan kreeg. Toby was bang voor 1 kali dc fosforzuur-afscheiding en ook indirect dc kalk-afscheiding bevorderd te worden. Hetzelfde geldt voor kali natrium-verhouding; is deze er wijd, dus zeer veel kali in vergelijking met weinig natrium, zou zelfs rachitis kunnen ontstaan. De directe oor zaak van teveel kali zou zijn te groote chloor-af- gifte, daardoor onvoldoende zoutzuurafscheiding in het maagsap en daardoor tenslotte onvoldoende CaO- opname en grootere afgifte. Vooral in Duitschland heeft men de oorzaak van likzucht gezocht in een hooge K Na-verhouding en gebrek aan Na.. In de melk is de verhouding kali/natrum 3.5 1. terwijl in vele gras- en hooimonsters uit Nederland dus veel ruimer zijn; daarop kom ik nog even terug. Wat betreft den invloed dei vitaminen heli- ben de proeven met biggen bewezen, dat levertraan een gunstigen invloed kan hebben op de kalk-assimi- latic en niettegenstaande sommige negatieve resul taten van proeven met melkkoeien kan toch volgens Crichton met groote waarschijnlijkheid aangenomen worden dat bij sommige rantsoenen levertraan ze ker een gunstig effect zal veroorzaken. De invloed van de vitaminen door middel van g r 0 e n- v 0 e r is ook nagegaan. Hart e.a. vonden bij een productie van 920 Kg. bij hooi en krachtvoer een negatieve balans van 9—21 gram CaO per dag. 13—16 gram P2(>5 per dag. Bij een productie van 20—24 Kg. bij gras, silage ei» krachtvoer een negatieve balans van 5—17 gr. CaO. Dus bij een hoogere productie, dank zij groen voer een minder negatieve balans. Groenvoer op stal gevoerd was dus niet in staat voor een positieve balans te zorgen bij hooger pro ductie. Zoo vonden Hart e.a.. dat wanneer naast groen voer Ca Co3 (krijt) werd bijgevoerd, zoodat de opname pl ni. 200 gram CaO bedroeg, de balans in evenwicht was bij een productie van 22 Kg. en hoo ger. De oorzaak van den gunstiger invloed van groen voer (gras) dan het edroogd? product, moet wellicht worden toegeschreven aan het gemakkelijker ver teerbaar zijn. terwijl het ook mede zal moeten wor den toege-iebteven aan het tegelijkertijd aanwezig zijn van vitaminen. Hart e.a. meenen, dat in groen voer n >g een bijzonder vitamine aanwezig moet zijn, dat de Ca-assimilatic bevordert (geen vitamine D De gunstige invloed van de vitaminen op de kalk- balans mag dus als bewezen worden beschouwd. Ultra violet licht. In verband biermede is ook de invloed van het l'l- trn-vjoletie licht nagegaan. Hart e.a. vonden bij proeven met melkgevende en droogstaande geiten een gunstigen invloed van kunstmatig ultra-violet licht op de kalk-balans, ook de fnsf<-.r-balans werd gunstiger. Bij sommige proeven met melkkoeien had de be straling een daling der productie ten gevolge, waar door vanzelf sprekend de balans gunstiger werd be ïnvloed. maar daar was het niet orn te doen. Bij een andere proef werd inderdaad een gunstige invloed, op de balans van kalk en fosfor geconstateerd. Tot een absoluut vaststaande conclusie is men tot nog toe niet gekomen. In het algemeen schijnt de bestra ling bij geiten veel gunstiger te werken dan bi) koeien. Dezelfde onderzoekers hebben getracht den in vloed van het zonlicht op de kalk en fosforba- lans bij de koeien vast te stellen. Koeien met eeu productie van 20 Kg. tot ruim 27 Kg. bij een rantsoen op stal van gras. silage en g r a a n vertoonden een negatieve balans. Kregen deze koeien betzelfde rantsoen cn werden ze in Juni buiten gebracht, zoo werd de negatieve balans klein er. De gunstiger invloed van het zonlicht, natuurlijk ultra-violet licht, mag, al zijn dan liet aantal goed uitgevoerde proeven om den invloed van deze factor goed na te gaan. gering, wel als absoluut vaststaand worden geaccepteerd. Voorgaande proeven hebben dus vrijwel allen bet doel gehad, zooveel mogelijk den invloed na te gaan van één enkele factor, dip de balans gunstig zou kunnen heinvloeden. proeven, die, dat kunnen we uit rantsoenen wel opmaken, steeds op stal zijn genomen. Bij weidegang zijn de omstandigheden veel gunstiger, dan werken verschillende factoren samen om de assimilatie te bevorderen, als: direct zonlicht, de vitaminen. vrije beweging, want al grazende zal meer voedsel opgenomen worden dan bij stalvoedering. Enkele onderzoekers, o.a. Woodnian, hebben dan ook berekend, dat voor m'elkkooien gedurende den weidegang. mits een goede weide, de voorziening van mineralen voldoende is, zelfs bij hooge produc ties. Volgens deze neemt een koe. die bijv. 18 Kg. melk geeft, in de weide pl.m 24 Kg. droge stof in den vorm van gras op. waarin volgens gras-analyses van hun proefvelden pl.m. 200 a 230 gram kalk en 160 a. 170 gram fosfor, te-wijl voor de productie van 18 Kg. melk maar 100 gram kalk en 100 gr. fosfor zou noa- dig zijn. Volgens deze cijfers bevat dat bewuste gras dus mij. omdat ik wist, wat hij gedaan had en hem dan ook naar een gesticht had gestuurd. Iedereen vond dit on- menschelijk van mij!--- Nu, na een paar maanden werd hij ongevaarlijk verklaard en mocht hij naar huis gaan. Toen ging Mrs. Brotherton met haar oogen sukkelen en verklaarde, dat ze een gezelschapsdame moest hebben. Tk had er op tegen, in verband met Toby's onbereken baarheid. maar zij zette door en in mijn afwezigheid nam ze jou aan. Noch Mrs. Brotherton. noch ik. brachten eenig verband tusschen jouw naam en dien van Helen Marston, met wie Bartie was verloofd geweest. Wij hadden ook niet gehoord van je vaders dood en je ver lies van fortuin. Je „kwam, zag en overwon", niet waar? Toby had onmiddellijk zóó zeer met je op, dat ik niet bang voor je was. Toen raakten wij verloofd en kwam ik tot de pijnlijke ontdekking, dat je mij verdachte van. den moord op Bartie... Je weet, hoezeer ik toen buiten mijzelven was; maar laat ons daar liever nu over zwij gen, niet waar?... Op dien bewusten Zondagavond liep ik als een ongelukkige om „Sparrenzicht" heen en keek steeds naar het venster van je kamer, toen ik je ineens om hulp hoorde roepen. Ik ging het huis binnen en zag, hoe ze op je deur beukten, begreep, hoe jij alleen daar binnen was met dien waanzinnige... Het slot sprong: ik was nog net bijtijds, om je voor zijn wraakneming te redden. Weken van vreeselijke spanning volgden. En toen, niet waar, liefste, trouwden wij en heb ik je hier heen gebracht" Dit „hierheen" was een lang, laag huis, op een Au stralische schapenweide. „Ja, en in haar laatsten brief nu vanochtend schrijft Mrs. Brotherton, dat Toby stervende is." „Arme Toby!" Met droeven blik keek Dolly langs de rij gomboomen, die donker afstaken tegen de rozei-oode wolken om do ondergaande zon. Na eenige jaren hoopten de Wrightons naar Enge land terug te keeren, want ze zouden de schapenboerderij kunnen toevertrouwen aan de zorgen van Dolly's broer Charlie, die zich in dit jaar al onmisbaar had gemaakt. Want hun illusie bleef het nog, om ééns in hun vader land weer de positie te bekleeden, waartoe ze door hun stand gerechtigd waren en waar ze door hun „flink aan pakken" wel aanspraak op mochten maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 9