Hollywood, het rijk van het celluloid. Bont Allerlei. EEN DAPPER MEISJE Radioprogramma Een dag in de studio. Dukenden meters film worden er vervaardigd, waarvan er soms slechts enkele gebruikt worden. ZIJT gij. geachte lezer, wel eens plotseling op geschrikt door het ratelen van Uw wekker, terwijl gij een fantastischen droom hadt? Zoo niet. dan heeft U waarlijk geboft. Slechts een kleine groep van personen is het geluk bescho ren, geen wekkers naast hun bed te hebben. Hollywood's luxe kinderen zijn in dit opzicht ge lijk aan alle andere. Hun wekkers mogen wat fraaier du dan de gewone, het geluid blijft hetzelfde en reeds om zes uur 's morgens loopen daar deze la waaiige uurwerken af. U zult .wel verbaasd opkij ken, dat reeds om dezen tijd een groot aantal film- lievèlingen uit hun luxe-bedden moeten stappen. Een half uur later met de dagelijksche opnamen aanvang maken, zou een maatschappij duizen- dea dollars kosten. Niettegenstaande de leiders niet ioo nauw op het uitgeven van het geld kijken, wei geren zij toch om het op deze manier kwijt te raken. De reusachtige studio's van Hollywood hebben een groot aantal arbeiders voor niet minder dan 125 verschillende beroepen in hun dienst. Onder deze zijn glasblazers, leerbewerkers, architecten, juwe liers. geluidsingenieurs, beeldbouwers, verpleegsters, telefonisten, menschen die de schijnwerpers bedie nen, advocaten, wasbewerkers, doctoren, metaalbe werkers, timmerlieden, electriciens. reparateurs op elk gebied, tooneelknechts („property men'), kleer makers, experts op het gebied van knaleffecten, schil ders voor binnenwerk, mechaniciens en vele andere ren en dan nog de gewone bureaukrachten die in iedere zaak voorkomen. In de studio. In den regel verschijnen de tooneelknec.hts het al lereerst in de studio's. Zij hebben de opdracht zorg ie dragen voor alle benoodigdheden voor iedere scène, dus zoowel voor breinaalden als voor hooge hoeden, en voor slagtanden van olifanten. Wanneer bloemen in een scène noodig zijn, moeten zij ze ver schillende malen per dag ververschen, aangezien de warmte der lichten ze spoedig doet verwelken. Het zelfde is het geval met fruit.. lederen morgen moet het versch zijn. De timmerlieden moeten eveneens 'smorgens vroeg aan den arbeid, daar er steeds too- neelen veranderd moeten worden. Vervolgens komen dan meestal de acteurs in de studio. Zij moeten vroeg komen, daar zij hun costuums jog moeten aantrekken, hun haar moeten opmaken en zich moeten grimeeren. Wanneer aan het gri- meeren bijzonder veel aandacht moet worden ge schonken voor een karakteristieke rol. dan moet de .sier" reeds vóór het aanbreken van den dag aan wezig zijn. Wijlen Lon Chaney. de grimeur bij uitnemendheid, bad vaak vier tot vijf uur noodig om aan zijn ge lat die uitdrukking te geven, die hij voor zijn rol nwlig achtte. De acteurs worden op den voet gevolgd door dén .assistent-regisseur, electriciens en operateurs. Voor dat zij met de opnamen een aanvang kunnen ma ken, moet er nog heel wat gebeuren, liet is de taak van den assistent-regisseur alles in orde te hebben.; vóórdat de regisseur er is. Hij moet zorgen, dat alle! acteurs'klaar staan om te kunnen beginnen. Elec triciens moeten zorgen, dat de juiste belichting ver kregen wordt. De camera's moeten voor de eerste scène opgesteld worden. De regisseur komt het laatst binnen. In den regel heeft hij den vorigen avond eenige uren het ma nuscript bestudeerd, zoodat hij precies weet, wat er vandaag opgenomen moet worden. Meestal heeft er eerst nog een bespreking plaats met de schrijvers aangaande zekere veranderingen in de tooneelen en in den tekst van den dialoog. Gedurende de opname van de film heeft hij geen oogenblik vrij, omdat de verantwoordelijkheid voor de prestaties van het geheele gezelschap op zijn schouders rust. Het opnemen van stomme films was vroeger naar verhouding veel eenvoudiger. Als eenmaal de lichten en de camera's opgesteld waren, begon de camera man al dadelijk met zijn opnamen, terwijl de ac teurs de aanwijzingen van den regisseur opvolgden. Nu is dit alles veranderd. De regisseur kan ge durende het opnemen van een scene geen aanwijzin gen meer geven, zoodat dus van te voren elke scene moet werden ingestudeerd. De geluidstechinici moe ten hun microfoon zoodanig opstellen, dat geen woord van het gesprokene gemist wordt. Vervolgens moet er gesproken worden voor den „geluidsmen ger" (mixer), zoodat hij ieder geluid, dat door de opname-toestellen gaat, kan controleeren. Het ge luidsopname-toesnel moet beproefd worden om ze ker te zijn, dat het geheel synchroom (gelijktijdig, loopt met de motoren, welke de camera laten draaien. Tenslotte geeft de regisseur het parool „draaien (Turn 'em over) en dan kan het dagelijksch werk eindelijk aanvangen. lederen dag worden er eenige duizenden meters film belicht, waarvan slechts een klein deel in de uitgebrachte film voorkomt. De gemiddelde Amerïkaansche film heeft onge veer een uur en een kwartier noodig om in haar ge heel te worden afgedraaid. Bij een werktijd van vier en twintig uur is het eindresultaat een stukje film, dat in drie tot zes minuten afgedraaid wordt, terwijl dit deel van de fiLm slechts een lengte van ongeveer 90 tot 180 m. heeft. Hoe het geluid verwerkt wordt. Het komt herhaaldelijk voor dat er iets verkeerd gaat, waardoor het noodzakelijk is dat een scène weer moet worden overgenomen. Een acteur kan zijn rol niet geheel beheerschen, zijn woorden niet duide- uitspreken, of iemand van het personeel kan hoes ten, niezen of een ander storend geluid maken. Ook kan een stuk film in de camera ombuigen. Het ingewikkelde geluidsapparaat kan tenslotte ook neg „onklaar" raken, liet apparaat heetft reeds menigen regisseur grijze haren bezorgd. Het geluid wordt door een of meer microfoons, die op de meest gunstige wijze neregozet of opgehangen zijn, opge nomen. Eerst gaat het geluid door een „mengkast (mixing-board) die door een kunciigen geluidsmen ger (mixer) wordt bediend en wiens laak het is het volume zwakker of sterker te maken, waardoor een volmaakte toon verkregen wordt. De geluidsmenger zit in een cabine, zoodat hij alleen het geluid, dat uit de microfoon komt, kan opvangen. Aldus neemt hij oogenblikkelijk elk ongewenscht. geluid waar. Hij is de man, die van geluiesstanupunt uit bezien elke „opname" goedkeurt of verwerpt. Nadat het geluid in de „gelukiscabine" is aange komen, wordt liet op de film geregistreerd. In de opnamekamer is een staf van goed geoefend perso neel aan het werk. Alle motoren, die op het geluids apparaat en op de camera werken, zijn aan hun zorgen toevertrouwd. Het voornaamste is natuurlijk dat deze beide volmaakt gesynchroaiseerd worden. Het geluid kan óf op een strook, uie naast de film loopt en daarmee dus een geheel uitmaakt, opgeno men, of op een geheel afzonderlijke film vastgelegd worden. Van deze twee methoden biedt de laatste de meeste voordeelen, aangezien het daardoor mo gelijk wordt, de beeldfilm zoowel als de geluidsfilm onafhankelijk van elkaar te ontwikkelen, waardoor de grootst mogelijke volmaaktheid verkregen wordt. Nadat de geheele film opgenomen en ontwikkeld is, moc-ten er om een loopend geheel te krijgen, ver schillende stukken uitgeknipt worden. Dit wordt onder toezicht van den regisseur, door de experts, die in de wandeling „cutter" (knipper) heeten, ver richt. Een film, die tenslotte in een bioscoop vertoond wordt en een lengte heeft van 1800 tot 2400 meter, verbruikte vaak 7500 tot 300.000 meter film. Natuur lijk is het coupeeren een buitengewoon moeilijk werk. vooral omdat men met de geluidsstrook reke ning moet houden. De geluidsstrook moet precies 40.G4 c.M. na de film komen. Wanneer die maar een fractie van een c.M. scheelt, zal het geluid van de luidsprekers in (ie bioscoop niet gelijk zijn aan de beweging op het doek. De woorden van de acteurs zullen dan vroe ger of later gehoord worden. Wanneer de film ein delijk is gecoupeerd en tot één geheel is gevormd, moet zij weer worden herzien, aangezien zij dan nog duizenden meters te lang is. De Amerikaansche filmregisseur laat tenslotte het publiek, dat voor deze gelegenheid in de studio is toegelaten, een oordeel vellen over de film in het algemeen. Men maakt de scènes korter of langer, al naar mate deze bij het publiek inslaan. Wij behoeven er niet op te wijzen, dat door deze methode aan het persoonlijk karakter, dat de regis seur erin legt, dikwijls veel teloor gaat. Toen de sprekende film haar intrede in Hollywood maakte, werden voor bijna elke film twee regis- sèurs aangesteld. Een groot aantal theater-regis seurs moest uit New-York overkomen om de dialo gen te herzien, terwijl het aan de filmregisseurs werd overgelaten, de geheel film te beoordeelen. Van deze werkwijze is men na eenigen tijd om verschillende redenen afgestapt. Een scène, welke de filmregisseur als geslaagd be schouwde, kon mogelijk den theaterregisseur niet aanstaan, of andersom. Scènes moesten herhaalde malen overgenomen worden om aan de eischen van beide regisseurs te voldoen. 4 Nu is het één regisseur, die het geluid en het beeld beoordeelt. De directies der maatschappij zagen rta. eenigen tijd in, dat het voordeeliger was, de verschillende ge bruiksvoorwerpen, in plaats van te koopen, zelf te laten vervaardigen. Het is een feit, dat practisch bijna alles, uitgezonderd de film en de camera's in FRUIT. TETON Naar het Engelsch van CH. GARVICE. 4 „Hoe weet u. dat u niet met mij kunt dansen?" vroeg ze. „Gisteravond op de partij van Lady Colewell, was uw boekje al heelemaal ingevuld, toen ik om een dans vroeg, hoewel ik een van de eerste gasten was. Den avond daarop was u te vermoeid om met mij te dansen. Ik voel *r niets voor weer afgewezen te worden en daarom sta Uc hier naar de anderen te kijken, en eet mezelf op van afgunst" „Dan vermaakt u zich zeker goed", fluisterde ze met die vreemde, lage stem, die hem, evenals iedereen, be- tooverd had. „Zeker", antwoordde hij, ironisch glimlachend. „U danst zoo verrukkelijk, dat het een waar genoegen is u net andere mannen te zien dansen, en te weten, dat er voor mij geen kans is." Toen greep ze plotseling haar balboekje, keek er pein zend naar en zei: „Hoewel u het niet verdient, zal ik u de dans geven, die ik Stonedale beloofd heb." Zijn anders zoo koele oogen begonnen te schitteren, toen hij haar zijn arm aanbood. Daarna dansten ze. Er was geen vrouw, die beter dans te dan Edith, en geen man kon het tegen Clifford Revel opnemen. De blos op zijn wangen werd dieper en zijn donkere oogen gloeiden, toen hij haar aankeek; maar haar ge acht bleef ivoorblank en haar oogen waren volmaakt sw'8 Ze Wist' dat men 015 haar lette> en ZG danste cnijnbaar met evenveel genoegen als met haar vorigen partner. Eindelijk was de dans afgeloopen. Toen hij nar uit de menigte wegvoerde, legde ze haar hand op Z1JQ arm. "Ik roken op u om me te beschermen tegen Stonedale's ®de zei Z6) ze ^em glimlachend aankeek. k zal hem het raam uitgooien, als u dat wenscht", ^twoordde hij. „Die arme jongen! Wou u hem ook nog van zijn leven berooven? Wilt u nu alstublieft een andere dame met uw gezelschap vereeren? Daar is een aardig meisje, in die blauwe japon. Ik weet niet, wie het is," „Ik dans vanavond niet meer," zei hij even kalm, alsof hij voor een glas wijn bedankte. „Ik heb gekregen, wat ik wenschte, en nu ga ik naar huis. Ik ben u heel dank baar en ik zal u naar uw partner brengen. Wie is het?" Hij greep het boekje, dat met een zijden draad aan haar pols hing. „Waarom gaat u nu eigenlijk al weg?" „Omdat ik het niet verdragen kan u met anderen te zien dansen. Daar komt uw partner al aan. Goeden avond. Droom prettig van uw veroveringen." Nadat de laatste gasten afscheid genomen hadden, zaten moeder en dochter nog een poos bijeen. „Wat een heerlijke avond, niet kind? Ik hoorde de hertogin zeggen, dat zij zioh nog nooit zoo goed geamu seerd had. En wat zag je er verrukkelijk uit. De graaf zei tegen mij, dat hij nog nooit een meisje van jouw leeftijd had gezien, dat zoo verstandig en bekoorlijk was." „Ja, dat zeggen ze allemaal," zei Edith Brayton. „Alle mannen bewonderen mij, maar niemand denkt er aan om mij ten huwelijk te vragen. En daarom leven we toch dit leventje, niet?" „Maar kind, daar is de tijd toch nog veel te kort voor." „Te kort? Hoeveel meisjes zijn de laatste maanden niet verloofd en getrouwd? Iedereen bewondert mij en ligt aan mijn voeten, maar niemand heeft mij oprecht lief. Of misschien Ze zweeg blozend. „Bedoel je Clifford Revel?" vroeg haar moeder. „Maar die komt toch allerminst in aanmerking. Ik geloof niet, dat men hem over het algemeen mag." „Misschien voel ik me daarom het meeste tot hem aangetrokken. Het gaat hem net als mij. Iedereen be wondert hem, maar niemand houdt van hem." „Wat zijn de Revel's eigenlijk voor menschen?" „Hij is van heel goede familie, en bovendien verwant aan een van de rijkste adellijke geslachten, de familie Farintosh. Hij zou zelf een Farinto-sh zijn, als de tegen woordige markies niet getrouwd was en een zoon had. Maar die is nog jong en zal hem wel overleven. Boven dien kan de mai-kies wel hertrouwen, dus de ai-me jon gen heeft niet veel kans." En na deze bespiegelingen zeideal moeder en dochter elkaar goedennacht. de studio gemaakt wordt. Meubelen, juweelen, tapij ten, kleeren enz. worden door geoefende arbeiders in dienst der maatschappij gefabriceerd. Nagenoeg alle benoodigdheden worden meerdere malen gebruikt. Zelfs de kleeren worden weer losge tornd en overgemaakt, tenzij degenen die ze gedra gen hebben, ze wenschen te koopen. IJzeren en sta len stellingen worden overgesmolten en overgegoten, meubelen overgeschilderd of opnieuw bekleed. Op dit gebied hebben de directies bewezen, zeer economisch te kunnen werken, waarom het dan ook minder begrijpelijk is, dat zij voor verhalen van be kende schrijvers (zooals bijv. de onlangs gestorven bekende schrijver Edgar Wallace) 50.000 tot 100.000 gulden betalen, terwijl vaak het verhaal van begin tot eind wordt omgewerkt. VRIJDAG 26 FEBRUARI. HILVERSUM (1875 M.) V.A.R.A.: 6.45 Lichaamsoefeningen o.l.v. G. Kleerekoo- per; 7.30 Idem; 8.00 Gram of oon muziek; 9.00 Septet o.l. v. Is. Eyl; 10.15 Voordracht door Kees Bakker; 10.30 Vervolg concert; 11.00 Voordracht; 11.20 Vervolg con cert. A.V.R.O.: 12.00 Tijdsein en gramofoonmuziek. Zang door Morse; 1.00 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep; 2.00 Uitzending voor scholen door J. Vriends: „Vogels in den winter"; 2.30 Omroeporkest; V.A.R.A.: 4.00 Piano recital door Joh. Jong; 4.30 Na schooltijd: knutselwerk jes voor kinderen; 5.00 Orkest o.l.v. Harry Wiggelaar; 6.45 Het beginselprogram der S.D.A.P., door Dr. H. B. Wiardi Beckmans; 7.15 Slot-concert; V.P.R.O.: 8.00 Ca techisatie; 8.30 Haydn-cyclus, door Trio; 9.00 Cursus Geloofsleven; 10.00 Persberichten van het. Vrijz. Godsd. Persbureau; 10.05 Vaz Dlas; 10.15 Cursus „Verhalen vertellen voor kinderen; V.A.R.A.: 11.00 Gramofoon muziek. HUIZEN (298 M.) K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 10.00 Gramofoonmuziek; 12.00 Politieberichten; 12.15 Quintet o.l.v. Piet Lusten- houwer; 1.45 Gramofoonmuziek; 2.30 Verzorging zen der; 3.00 Solistenconcert; 5.30 Kunstensemble o.l.v. Piet Lustenhouwer 3.00 Solistenconcert; 5.30 Kunstensemble o.l.v. Piet Lustenhouwer; 7.10 Lezing; 7.30 Politiebe richten; 7.45 K.R.O.-Orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 9.00 Vaz Dias 11.00 Gramofoonmuziek. BRUSSEL (509 M.) 5.20 Grieg-concert; 6.20 Gramofoonmuziek; 8.20 Orgel concert door Louis Joos; 9.20 Concert. KALUNDBORG (1153 M.) 11.20 Strijkorkest; 2.00 Omroep-Harmonie-orkest; 7.30 Cembalo-spel door Folmer Jensen; 9.30 Engelsche mu ziek door het omroeporkest o.l.v. Emil Reesen. BERLIJN (418 M.) 7.20 Opera: „Boris Godounov" van Moesorgski. PARIJS-RADIO (1725 M.) 9.05 Kamermuziek. DAVENTRY (1554 M.) 12.20 Gramofoonmuziek; 1.00 Orgelconcert; 1.50 Gramo foonmuziek; 4.05 Gramofoonmuziek; 9.55 Concert door het Radiokoor en het B.B.C.-orkest o.l.v. Stanford Ro- binson; 11.20 Dansmuziek. PARIJS-EIFFEL (1446 M.) 8.20 Concert. BUDAPEST (550 M.) 6.00 Pianorecital. MILAAN (501 M.) 4.05 Gramofoonmuziek; 4.15 Populaire muziek; 6.30 Gra mofoonmuziek; 8.20 Populair concert. ROME (441 M.) 4.50 Vocaal concert; 7.10 Gramofoonmuziek; 8.20 Con cert, m.m.v. Arrigo Serato, viool. WARSCHAU (1411 M.) 4.00 Gramofoonmuziek; 4.55 Politle-harmonie-orkest van Warschau. ZATERDAG 27 FEBRUARI. HILVERSUM (1875 M.) V.A.R.A.: 6.45 en 7.30 Lichaamsoefeningen o.l.v. G. Klee- rekoper; 8.00 Tijdsein en gramofoonmuziek: 9.00 Trio Willem Drukker. V.P.R.O.: 10.00 Morgenwijding. V.A. R.A.: 10.15 Uitzending voor arbeiders in de Continu bedrijven: Trio Willem Drukker, Elize de Haas, zang, Joh. Jong, pianobegeleiding, VARA-tooneel; 12.00 Sep tet o.l.v. Is. Eyl; 1.45 Rustpoos zender; 2.15 Kwartiertje voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling; 2.30 Gramofoonmuziek; 3.30 Dr. F. M. Wibaut: Het vijf jarenplan in Rusland (II)4.00 Het eerste Nederland- sche Krontjong-orkest o.l.v. Joh. F. Steggerda; 4.45 E. Kupers. De reis van de N.V.V.-delegatie naar Indo nesië; 5.00 Beoefening der huismuziek; 5.45 Actueel Al lerlei uit de Arbeidersbeweging: 6.00 Volksliederen door de zanggroep „De Wielewaal" 6.15 „Uit de Roode- Jeugdbeweglng"6.20 Vervolg Volksliederen; 6.30 Lite rair halfuurtje door A. M. de Jong; 7.00 Septet; 7.15 Bestuursmededeelingen door A. de •Vries; 7.30 Vervolg HOOFDSTUK V. In de Abbey zaten professor Temple en Lela aan het ontbijt. De oude heer had zooals gewoonlijk, een paar wetenschappelijke tijdschriften en een deel van Virgilius om zijn bord liggen; hij was te zeer verdiept in zijn lec tuur om te merken, dat ze nu en dan een verlegen blik op hem wierp. „Grootvader", begon ze eindelijk zachtjes. „Wat is er Lela?" antwoordde hij. zonder van zijn lectuur op te zien. „Vraag me alsjeblieft niet, wat we vandaag zullen eten. Je weet, dat me dat niets Interes seert" „Nee, grootvader, maar luister nu eens even naar me." Ze ging op de leuning van zijn stoel zitten en sloeg haar arm om zijn hals. „Grootvader, hij heeft me gevraagd om vanmorgen met hem te gaan rijden", zei ze verlegen. „Hij? Wie?" vroeg de professor, terwijl hij hulpeloos de kamer rondkeek. „Wie?" „Wel, Lord Fane, grootvader." „Lord Fane? O, ja, die was hier gisteren. Is hij nog niet vertrokken?" „Nee, grootvader, hij was gisteravond hier op het ter ras en hij was heel vriendelijk. Mag ik met hem mee gaan?" „Met Lord Fane? Natuurlijk niet, heb je je verstand verloren?" Ze keek hem teleurgesteld aam „Maar beste Lela, dat is toch veel te gevaarlijk, Nee, het is heel vriendelijk vax^ Lord Fane, maar ik kan het heusch niet toestaan." Toen verdiepte hij zich weer in zijn lectuur. Lela stond op en begaf zich weer naar haar eigen plaats. Gevaar lijk? Waarom zou het gevaai-lijk zijn? Ze was overtuigd dat hij niet wild zou rijden. En het was zulk heerlijk weer! Na het ontbijt nam ze haar plumeau ter hand en volbracht haar gewone werkzaamheden. Plotseling hoorde ze de stem van Lord Fane. honden geblaf en hoefgetrappel en haar hart sprong op. Er werd geklopt. „Ga eens kijken wie daar is, Lela", zei de pro fessor. Ze opende de deur en Lord Fane stond voor haar; hij bloosde en nam zijn hoed af. „Goedenmorgen, ik heb het brikje voor laten komen" Plotseling zweeg hij. „U gaat toch mee," drong hij aan, „Nee," antwoordde ze verlegen. „Het spijt me erg, maar concert; 8.00 Bij de Pomp, wekelijksch nieuws van Teun de Klepperman; 8.15 Gramofoonmuziek; 8.25 Vocaal concert door „De Jonge Stem";'9.00 Orkest oJ.v. Harry Wiggelaar; 9.45 Tien minuten spanning: hoorspelletje, op te voeren door het VARA-tooneel; 10.00 Orkest; 10.45 Vaz Dias; 11.00 Amsterdamsch Klein-kunst-ensemble. HUIZEN (298 M.) K.R.O.: 8.00 Morgenconcert 10.00 Trio o.l.v. Piet Lus tenhouwer; 11.30 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Politie berichten; 12.15 Sextet o.l.v. Piet Lustenhouwer; 1.45 Rustpoos zender; 2.00 Gramofoonmuziek; 2.30 Kinder uurtje. HJ.R.O.: Uitzending voor den Bond van Staats- pensionneering; 5.00 Gramofoonmuziek: 5.15 Esperanto- nieuws; 5.30 Gramofoonmuziek; 6.00 Journalistiek weekoverzicht door Paul de Waart 6.20 Gramofoonmu ziek; 6.40 Cursus Esperanto; 7.10 Ir. J. C. de Vries: „Polen"; 7.30 Politieberichten; 7.45 Sportpraatje8.00 Poolsch programma, K.R.O.-Orkest o.l.v. Johan Gerrit sen; 9.00 Vaz Dias; 11.00 Gramofoonmuziek. PARIJS-RADIO (1725 M.> 5.20 Concert. WEENEN (517 M.) 7.00 Symphonie-concert. BRUSSEL (509 M.) 8.20 „Lohengrin" van Wagner. DAVENTRY (1551 M.) 8.20 Vaudeville; 10.00 Het Radio-Harmonie-Orkest. Een antenne op de kameelbulten. (Cairo) Februari. De radio verdringt de Arabi4 sche sprookjesvertellers. Uit Cairo komen berichten tot ons, die vertellen dat de Bedoeinen in de woestijnen zich niet alleen meer interesseeren voor Europeesche uitingen van beschaving, zooals auto's en dergelijke, maar dat zij ook tegenwoordig heel veel belangstelling hebben voor de radio. Reizigers, die karavanen of een eenzamen ruiter in den woestijn tegenkomen, kunnen dikwijls iets heel merkwaardigs zien. Op den bult van een kameel, die op het oogenblik geen dienst hoeft te doen, heeft men een antenne vastgemaakt en uit de bagage komt verstolen een moderne luidspreker kijken. Nauwelijks is de rusttijd aangebroken, of dadelijk wordt het ontvangtoestel in werking gesteld en men hoort de muziek van een of andere jazz-band uit Cairo, Algiers of ook wel uit Europa. De Bedoeinen willen echter niet alleen muziek hooren, zelfs met veel geduld en aandacht volgen zij ook de vele lezingen en voordrachten die per radio tot hen komen. In de heete middaguren is de radio een uitstekend middel om den tijd te dooden. Door de radio Ls ook hier een verschijning ten doode opgeschreven, nJ. die van den Oosterschen sprookjes verteller. De jeugd, die zich bij de Karavanen bevindt, vindt zoo'n man vreeselijk ouderwetsch en hoort liever naar de vroolijke muziek, die de radio brengt dan naar de Oostersche wijsheid, die zij uit de sprookjes en ver tellingen kunnen puren. Een goede zijde van de zaak is dat het tegenwoordig vaak gebeurt, dat wanneer een jongeman, die van zijn reis door den woestijn terug komend in de stad bij kennissen op bezoek is, door hen in een gesprek betrokken wordt, dikwijls uitstekend op de hoogte blijkt te zijn van de bestaande toestanden en heel goed kan meepraten over de feiten van den dag. De radio heeft hem in contact gehouden met het leven buiten den woestijn, het leven, dat anders geheel buiten hem zou zijn omgegaan cn waarin hij na zijn reis al3 vreemde zou zijn teruggekeerd. Dood aan de honden? (Sofia). Dit moorddadige principe komt van een dokter in Sofia, die ertegen schrijft, dat er zoo veel wilde honden in Sofia rondloopen, honden die gevaar lijk worden, doordat zij in vele gevallen dol zijii en menschen aanvallen en bijten. Door alle honden te doo den, wil hij nu aap dit euvel radicaal een einde maken. Een feit is het, dat in Bulgarije ieder jaar ongeveer 5000 ziektegevallen voorkomen, veroorzaakt door den beet van een hond. Men heeft al eens geprobeerd om den honden een injectie te geven, die dolheid tegengaat, maar men kan dan alleen honden behandelen, die een meester hebben. Men heeft berekend, dat er in Bulgarije ongeveer twee millloen honden zijn. En de dokter, die met moordplannen jegens de viervoeters rondloopt, is ook al niet voor deze Injectie. Volgens hem slepen de honden een veel te groot aantal dubbeltjes van de men schen in de wacht. De gezonde hond, omdat hij veel aan voedsel en verzorging kost en de dolle hond, omdat zijn slachtoffer zich dagelijks door den dokter moet laten behandelen. Dit beteekent niet alleen een honorarium voor den arts, maar ook tijdverlies van den betrokkene. En waar ern u jaarlijks 5000 menschen door dolle hon den gebeten worden, beteekent dit een veel te groot nadeelig saldo in de groote huishouding der bevolking. Dus... weg met de honden, zegt dokter. Mogelijk heeft hij gelijk. Maar of de hondenliefheb bers het met dezen maatregel eens zijn, is een andere kwestie... „Wil meneer Temple het niet hebben, of voegde hij er blozend aan toe, „hebt u zelf geen zin?" Ze sloeg haar oogen neer. „Ik heb er wel'zin in", ant woordde ze en wierp een blik op den professor. Lord Fane liep de kamer door, naar de gebogen ge stalte. „Goeden morgen, meneer Temple." „Goeden morgen, mylord. Kan ik iets voor u doen, mylord?" Lord Fane lachte. „Zeker, ik zou graag willen, dat juffrouw Temple met mij mocht rijden. Ik zal goed op haar passen." Do professor schudde glimlachend het hoofd. „Ik heb het liever niet, mylord", antwoordde hij. „Ik vind het heel vriendelijk van u, maar werkelijk „Maar waarom dan niet?" drong Lord Fane aan. „Denkt u, misschien, dat het te gevaarlijk voor haar is. Dat zou niet voor mijn rijkunst pleiten." „Ik geloof graag, dat u uitstekend rijden kunt, my lord, maar ik kan het werkelijk niet toestaan." „Nu, dan is er niets aan te doen," zei de jongeman rustig. Lela zuchtte. Haar droomen waren vervlogen. Lord Fane sloeg met zijn handschoen tegen de tafel en keek van den een naar den ander. Toen kwam plotseling een denkbeeld bij hem op. „Hoor eens, meneer Temple", zei hij, „Juffrouw Temple kan hier op zoo'n prachtigen morgen niet opgesloten blij ven! Vindt u het goed, als ze met mij een wandeling maakt?" De professor dacht een oogenblik na. „Nu", zei hij, terwijl hij een blik op zijn werk wierp. „Als ze graag wil, vind ik het goed. Laat Lord Fane niet wachten, kind" voegde hij er aan toe. De jongeman liep naar buiten, stuurde het wagentje naar den stal en liep het terras op en neer. Na een paar minuten verscheen het jonge meisje. „Waar zullen we heengaan?" vroeg hij vroolijk. „Naar de molen in het boscb" antwoordde ze. „Goed, daar ben ik in geen jaren geweest. Dat is een lievelingswandeling van me. Het ruischende water doet me altijd denken aan een boschgeest in een sprookje, U ook niet?" Hij knikte: „Ja, maar zoo romantisch ben ik niet uit mezelf. Het studentenleven is daarvoor veel te nuchter" Hij sprak een tijdlang over het leven in de stad en Lela luisterde aandachtig. Ze hadden nu het bosch bereikt en het geluid van een waterval klonk hen in de ooren. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 7