Hollywood, het rijk van het celluloid.
Bont Allerlei.
EEN DAPPER MEISJE
Radioprogramma
Een dag in de studio.
Dukenden meters film worden er
vervaardigd, waarvan er soms
slechts enkele gebruikt
worden.
ZIJT gij. geachte lezer, wel eens plotseling op
geschrikt door het ratelen van Uw wekker,
terwijl gij een fantastischen droom hadt?
Zoo niet. dan heeft U waarlijk geboft. Slechts
een kleine groep van personen is het geluk bescho
ren, geen wekkers naast hun bed te hebben.
Hollywood's luxe kinderen zijn in dit opzicht ge
lijk aan alle andere. Hun wekkers mogen wat fraaier
du dan de gewone, het geluid blijft hetzelfde en
reeds om zes uur 's morgens loopen daar deze la
waaiige uurwerken af. U zult .wel verbaasd opkij
ken, dat reeds om dezen tijd een groot aantal film-
lievèlingen uit hun luxe-bedden moeten stappen.
Een half uur later met de dagelijksche opnamen
aanvang maken, zou een maatschappij duizen-
dea dollars kosten. Niettegenstaande de leiders niet
ioo nauw op het uitgeven van het geld kijken, wei
geren zij toch om het op deze manier kwijt te raken.
De reusachtige studio's van Hollywood hebben
een groot aantal arbeiders voor niet minder dan 125
verschillende beroepen in hun dienst. Onder deze
zijn glasblazers, leerbewerkers, architecten, juwe
liers. geluidsingenieurs, beeldbouwers, verpleegsters,
telefonisten, menschen die de schijnwerpers bedie
nen, advocaten, wasbewerkers, doctoren, metaalbe
werkers, timmerlieden, electriciens. reparateurs op
elk gebied, tooneelknechts („property men'), kleer
makers, experts op het gebied van knaleffecten, schil
ders voor binnenwerk, mechaniciens en vele andere
ren en dan nog de gewone bureaukrachten die in
iedere zaak voorkomen.
In de studio.
In den regel verschijnen de tooneelknec.hts het al
lereerst in de studio's. Zij hebben de opdracht zorg
ie dragen voor alle benoodigdheden voor iedere
scène, dus zoowel voor breinaalden als voor hooge
hoeden, en voor slagtanden van olifanten. Wanneer
bloemen in een scène noodig zijn, moeten zij ze ver
schillende malen per dag ververschen, aangezien de
warmte der lichten ze spoedig doet verwelken. Het
zelfde is het geval met fruit.. lederen morgen moet
het versch zijn. De timmerlieden moeten eveneens
'smorgens vroeg aan den arbeid, daar er steeds too-
neelen veranderd moeten worden.
Vervolgens komen dan meestal de acteurs in de
studio.
Zij moeten vroeg komen, daar zij hun costuums
jog moeten aantrekken, hun haar moeten opmaken
en zich moeten grimeeren. Wanneer aan het gri-
meeren bijzonder veel aandacht moet worden ge
schonken voor een karakteristieke rol. dan moet de
.sier" reeds vóór het aanbreken van den dag aan
wezig zijn.
Wijlen Lon Chaney. de grimeur bij uitnemendheid,
bad vaak vier tot vijf uur noodig om aan zijn ge
lat die uitdrukking te geven, die hij voor zijn rol
nwlig achtte.
De acteurs worden op den voet gevolgd door dén
.assistent-regisseur, electriciens en operateurs. Voor
dat zij met de opnamen een aanvang kunnen ma
ken, moet er nog heel wat gebeuren, liet is de taak
van den assistent-regisseur alles in orde te hebben.;
vóórdat de regisseur er is. Hij moet zorgen, dat alle!
acteurs'klaar staan om te kunnen beginnen. Elec
triciens moeten zorgen, dat de juiste belichting ver
kregen wordt. De camera's moeten voor de eerste
scène opgesteld worden.
De regisseur komt het laatst binnen. In den regel
heeft hij den vorigen avond eenige uren het ma
nuscript bestudeerd, zoodat hij precies weet, wat er
vandaag opgenomen moet worden. Meestal heeft er
eerst nog een bespreking plaats met de schrijvers
aangaande zekere veranderingen in de tooneelen en
in den tekst van den dialoog.
Gedurende de opname van de film heeft hij geen
oogenblik vrij, omdat de verantwoordelijkheid voor
de prestaties van het geheele gezelschap op zijn
schouders rust.
Het opnemen van stomme films was vroeger naar
verhouding veel eenvoudiger. Als eenmaal de lichten
en de camera's opgesteld waren, begon de camera
man al dadelijk met zijn opnamen, terwijl de ac
teurs de aanwijzingen van den regisseur opvolgden.
Nu is dit alles veranderd. De regisseur kan ge
durende het opnemen van een scene geen aanwijzin
gen meer geven, zoodat dus van te voren elke scene
moet werden ingestudeerd. De geluidstechinici moe
ten hun microfoon zoodanig opstellen, dat geen
woord van het gesprokene gemist wordt. Vervolgens
moet er gesproken worden voor den „geluidsmen
ger" (mixer), zoodat hij ieder geluid, dat door de
opname-toestellen gaat, kan controleeren. Het ge
luidsopname-toesnel moet beproefd worden om ze
ker te zijn, dat het geheel synchroom (gelijktijdig,
loopt met de motoren, welke de camera laten draaien.
Tenslotte geeft de regisseur het parool „draaien
(Turn 'em over) en dan kan het dagelijksch werk
eindelijk aanvangen. lederen dag worden er eenige
duizenden meters film belicht, waarvan slechts een
klein deel in de uitgebrachte film voorkomt.
De gemiddelde Amerïkaansche film heeft onge
veer een uur en een kwartier noodig om in haar ge
heel te worden afgedraaid. Bij een werktijd van
vier en twintig uur is het eindresultaat een stukje
film, dat in drie tot zes minuten afgedraaid wordt,
terwijl dit deel van de fiLm slechts een lengte van
ongeveer 90 tot 180 m. heeft.
Hoe het geluid verwerkt wordt.
Het komt herhaaldelijk voor dat er iets verkeerd
gaat, waardoor het noodzakelijk is dat een scène
weer moet worden overgenomen. Een acteur kan zijn
rol niet geheel beheerschen, zijn woorden niet duide-
uitspreken, of iemand van het personeel kan hoes
ten, niezen of een ander storend geluid maken. Ook
kan een stuk film in de camera ombuigen.
Het ingewikkelde geluidsapparaat kan tenslotte
ook neg „onklaar" raken, liet apparaat heetft reeds
menigen regisseur grijze haren bezorgd. Het geluid
wordt door een of meer microfoons, die op de meest
gunstige wijze neregozet of opgehangen zijn, opge
nomen. Eerst gaat het geluid door een „mengkast
(mixing-board) die door een kunciigen geluidsmen
ger (mixer) wordt bediend en wiens laak het is het
volume zwakker of sterker te maken, waardoor een
volmaakte toon verkregen wordt. De geluidsmenger
zit in een cabine, zoodat hij alleen het geluid, dat
uit de microfoon komt, kan opvangen. Aldus neemt
hij oogenblikkelijk elk ongewenscht. geluid waar. Hij
is de man, die van geluiesstanupunt uit bezien elke
„opname" goedkeurt of verwerpt.
Nadat het geluid in de „gelukiscabine" is aange
komen, wordt liet op de film geregistreerd. In de
opnamekamer is een staf van goed geoefend perso
neel aan het werk. Alle motoren, die op het geluids
apparaat en op de camera werken, zijn aan hun
zorgen toevertrouwd. Het voornaamste is natuurlijk
dat deze beide volmaakt gesynchroaiseerd worden.
Het geluid kan óf op een strook, uie naast de film
loopt en daarmee dus een geheel uitmaakt, opgeno
men, of op een geheel afzonderlijke film vastgelegd
worden. Van deze twee methoden biedt de laatste
de meeste voordeelen, aangezien het daardoor mo
gelijk wordt, de beeldfilm zoowel als de geluidsfilm
onafhankelijk van elkaar te ontwikkelen, waardoor
de grootst mogelijke volmaaktheid verkregen wordt.
Nadat de geheele film opgenomen en ontwikkeld is,
moc-ten er om een loopend geheel te krijgen, ver
schillende stukken uitgeknipt worden. Dit wordt
onder toezicht van den regisseur, door de experts,
die in de wandeling „cutter" (knipper) heeten, ver
richt.
Een film, die tenslotte in een bioscoop vertoond
wordt en een lengte heeft van 1800 tot 2400 meter,
verbruikte vaak 7500 tot 300.000 meter film. Natuur
lijk is het coupeeren een buitengewoon moeilijk
werk. vooral omdat men met de geluidsstrook reke
ning moet houden.
De geluidsstrook moet precies 40.G4 c.M. na de
film komen. Wanneer die maar een fractie van een
c.M. scheelt, zal het geluid van de luidsprekers in
(ie bioscoop niet gelijk zijn aan de beweging op het
doek. De woorden van de acteurs zullen dan vroe
ger of later gehoord worden. Wanneer de film ein
delijk is gecoupeerd en tot één geheel is gevormd,
moet zij weer worden herzien, aangezien zij dan nog
duizenden meters te lang is.
De Amerikaansche filmregisseur laat tenslotte
het publiek, dat voor deze gelegenheid in de studio
is toegelaten, een oordeel vellen over de film in het
algemeen. Men maakt de scènes korter of langer,
al naar mate deze bij het publiek inslaan.
Wij behoeven er niet op te wijzen, dat door deze
methode aan het persoonlijk karakter, dat de regis
seur erin legt, dikwijls veel teloor gaat.
Toen de sprekende film haar intrede in Hollywood
maakte, werden voor bijna elke film twee regis-
sèurs aangesteld. Een groot aantal theater-regis
seurs moest uit New-York overkomen om de dialo
gen te herzien, terwijl het aan de filmregisseurs
werd overgelaten, de geheel film te beoordeelen.
Van deze werkwijze is men na eenigen tijd om
verschillende redenen afgestapt.
Een scène, welke de filmregisseur als geslaagd be
schouwde, kon mogelijk den theaterregisseur niet
aanstaan, of andersom.
Scènes moesten herhaalde malen overgenomen
worden om aan de eischen van beide regisseurs te
voldoen. 4
Nu is het één regisseur, die het geluid en het
beeld beoordeelt.
De directies der maatschappij zagen rta. eenigen tijd
in, dat het voordeeliger was, de verschillende ge
bruiksvoorwerpen, in plaats van te koopen, zelf te
laten vervaardigen. Het is een feit, dat practisch
bijna alles, uitgezonderd de film en de camera's in
FRUIT. TETON
Naar het Engelsch van
CH. GARVICE.
4
„Hoe weet u. dat u niet met mij kunt dansen?" vroeg
ze.
„Gisteravond op de partij van Lady Colewell, was uw
boekje al heelemaal ingevuld, toen ik om een dans vroeg,
hoewel ik een van de eerste gasten was. Den avond
daarop was u te vermoeid om met mij te dansen. Ik voel
*r niets voor weer afgewezen te worden en daarom sta
Uc hier naar de anderen te kijken, en eet mezelf op van
afgunst"
„Dan vermaakt u zich zeker goed", fluisterde ze met
die vreemde, lage stem, die hem, evenals iedereen, be-
tooverd had.
„Zeker", antwoordde hij, ironisch glimlachend. „U
danst zoo verrukkelijk, dat het een waar genoegen is u
net andere mannen te zien dansen, en te weten, dat er
voor mij geen kans is."
Toen greep ze plotseling haar balboekje, keek er pein
zend naar en zei: „Hoewel u het niet verdient, zal ik u
de dans geven, die ik Stonedale beloofd heb."
Zijn anders zoo koele oogen begonnen te schitteren,
toen hij haar zijn arm aanbood.
Daarna dansten ze. Er was geen vrouw, die beter dans
te dan Edith, en geen man kon het tegen Clifford Revel
opnemen.
De blos op zijn wangen werd dieper en zijn donkere
oogen gloeiden, toen hij haar aankeek; maar haar ge
acht bleef ivoorblank en haar oogen waren volmaakt
sw'8 Ze Wist' dat men 015 haar lette> en ZG danste
cnijnbaar met evenveel genoegen als met haar vorigen
partner. Eindelijk was de dans afgeloopen. Toen hij
nar uit de menigte wegvoerde, legde ze haar hand op
Z1JQ arm.
"Ik roken op u om me te beschermen tegen Stonedale's
®de zei Z6) ze ^em glimlachend aankeek.
k zal hem het raam uitgooien, als u dat wenscht",
^twoordde hij.
„Die arme jongen! Wou u hem ook nog van zijn leven
berooven? Wilt u nu alstublieft een andere dame met
uw gezelschap vereeren? Daar is een aardig meisje, in
die blauwe japon. Ik weet niet, wie het is,"
„Ik dans vanavond niet meer," zei hij even kalm, alsof
hij voor een glas wijn bedankte. „Ik heb gekregen, wat
ik wenschte, en nu ga ik naar huis. Ik ben u heel dank
baar en ik zal u naar uw partner brengen. Wie is het?"
Hij greep het boekje, dat met een zijden draad aan haar
pols hing.
„Waarom gaat u nu eigenlijk al weg?"
„Omdat ik het niet verdragen kan u met anderen te
zien dansen. Daar komt uw partner al aan. Goeden
avond. Droom prettig van uw veroveringen."
Nadat de laatste gasten afscheid genomen hadden,
zaten moeder en dochter nog een poos bijeen.
„Wat een heerlijke avond, niet kind? Ik hoorde de
hertogin zeggen, dat zij zioh nog nooit zoo goed geamu
seerd had. En wat zag je er verrukkelijk uit. De graaf
zei tegen mij, dat hij nog nooit een meisje van jouw
leeftijd had gezien, dat zoo verstandig en bekoorlijk was."
„Ja, dat zeggen ze allemaal," zei Edith Brayton. „Alle
mannen bewonderen mij, maar niemand denkt er aan om
mij ten huwelijk te vragen. En daarom leven we toch
dit leventje, niet?"
„Maar kind, daar is de tijd toch nog veel te kort voor."
„Te kort? Hoeveel meisjes zijn de laatste maanden
niet verloofd en getrouwd? Iedereen bewondert mij en
ligt aan mijn voeten, maar niemand heeft mij oprecht
lief. Of misschien Ze zweeg blozend.
„Bedoel je Clifford Revel?" vroeg haar moeder. „Maar
die komt toch allerminst in aanmerking. Ik geloof niet,
dat men hem over het algemeen mag."
„Misschien voel ik me daarom het meeste tot hem
aangetrokken. Het gaat hem net als mij. Iedereen be
wondert hem, maar niemand houdt van hem."
„Wat zijn de Revel's eigenlijk voor menschen?"
„Hij is van heel goede familie, en bovendien verwant
aan een van de rijkste adellijke geslachten, de familie
Farintosh. Hij zou zelf een Farinto-sh zijn, als de tegen
woordige markies niet getrouwd was en een zoon had.
Maar die is nog jong en zal hem wel overleven. Boven
dien kan de mai-kies wel hertrouwen, dus de ai-me jon
gen heeft niet veel kans."
En na deze bespiegelingen zeideal moeder en dochter
elkaar goedennacht.
de studio gemaakt wordt. Meubelen, juweelen, tapij
ten, kleeren enz. worden door geoefende arbeiders
in dienst der maatschappij gefabriceerd.
Nagenoeg alle benoodigdheden worden meerdere
malen gebruikt. Zelfs de kleeren worden weer losge
tornd en overgemaakt, tenzij degenen die ze gedra
gen hebben, ze wenschen te koopen. IJzeren en sta
len stellingen worden overgesmolten en overgegoten,
meubelen overgeschilderd of opnieuw bekleed.
Op dit gebied hebben de directies bewezen, zeer
economisch te kunnen werken, waarom het dan ook
minder begrijpelijk is, dat zij voor verhalen van be
kende schrijvers (zooals bijv. de onlangs gestorven
bekende schrijver Edgar Wallace) 50.000 tot 100.000
gulden betalen, terwijl vaak het verhaal van begin
tot eind wordt omgewerkt.
VRIJDAG 26 FEBRUARI.
HILVERSUM (1875 M.)
V.A.R.A.: 6.45 Lichaamsoefeningen o.l.v. G. Kleerekoo-
per; 7.30 Idem; 8.00 Gram of oon muziek; 9.00 Septet o.l.
v. Is. Eyl; 10.15 Voordracht door Kees Bakker; 10.30
Vervolg concert; 11.00 Voordracht; 11.20 Vervolg con
cert. A.V.R.O.: 12.00 Tijdsein en gramofoonmuziek. Zang
door Morse; 1.00 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep; 2.00
Uitzending voor scholen door J. Vriends: „Vogels in
den winter"; 2.30 Omroeporkest; V.A.R.A.: 4.00 Piano
recital door Joh. Jong; 4.30 Na schooltijd: knutselwerk
jes voor kinderen; 5.00 Orkest o.l.v. Harry Wiggelaar;
6.45 Het beginselprogram der S.D.A.P., door Dr. H. B.
Wiardi Beckmans; 7.15 Slot-concert; V.P.R.O.: 8.00 Ca
techisatie; 8.30 Haydn-cyclus, door Trio; 9.00 Cursus
Geloofsleven; 10.00 Persberichten van het. Vrijz. Godsd.
Persbureau; 10.05 Vaz Dlas; 10.15 Cursus „Verhalen
vertellen voor kinderen; V.A.R.A.: 11.00 Gramofoon
muziek.
HUIZEN (298 M.)
K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 10.00 Gramofoonmuziek;
12.00 Politieberichten; 12.15 Quintet o.l.v. Piet Lusten-
houwer; 1.45 Gramofoonmuziek; 2.30 Verzorging zen
der; 3.00 Solistenconcert; 5.30 Kunstensemble o.l.v. Piet
Lustenhouwer 3.00 Solistenconcert; 5.30 Kunstensemble
o.l.v. Piet Lustenhouwer; 7.10 Lezing; 7.30 Politiebe
richten; 7.45 K.R.O.-Orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 9.00
Vaz Dias 11.00 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL (509 M.)
5.20 Grieg-concert; 6.20 Gramofoonmuziek; 8.20 Orgel
concert door Louis Joos; 9.20 Concert.
KALUNDBORG (1153 M.)
11.20 Strijkorkest; 2.00 Omroep-Harmonie-orkest; 7.30
Cembalo-spel door Folmer Jensen; 9.30 Engelsche mu
ziek door het omroeporkest o.l.v. Emil Reesen.
BERLIJN (418 M.)
7.20 Opera: „Boris Godounov" van Moesorgski.
PARIJS-RADIO (1725 M.)
9.05 Kamermuziek.
DAVENTRY (1554 M.)
12.20 Gramofoonmuziek; 1.00 Orgelconcert; 1.50 Gramo
foonmuziek; 4.05 Gramofoonmuziek; 9.55 Concert door
het Radiokoor en het B.B.C.-orkest o.l.v. Stanford Ro-
binson; 11.20 Dansmuziek.
PARIJS-EIFFEL (1446 M.)
8.20 Concert.
BUDAPEST (550 M.)
6.00 Pianorecital.
MILAAN (501 M.)
4.05 Gramofoonmuziek; 4.15 Populaire muziek; 6.30 Gra
mofoonmuziek; 8.20 Populair concert.
ROME (441 M.)
4.50 Vocaal concert; 7.10 Gramofoonmuziek; 8.20 Con
cert, m.m.v. Arrigo Serato, viool.
WARSCHAU (1411 M.)
4.00 Gramofoonmuziek; 4.55 Politle-harmonie-orkest van
Warschau.
ZATERDAG 27 FEBRUARI.
HILVERSUM (1875 M.)
V.A.R.A.: 6.45 en 7.30 Lichaamsoefeningen o.l.v. G. Klee-
rekoper; 8.00 Tijdsein en gramofoonmuziek: 9.00 Trio
Willem Drukker. V.P.R.O.: 10.00 Morgenwijding. V.A.
R.A.: 10.15 Uitzending voor arbeiders in de Continu
bedrijven: Trio Willem Drukker, Elize de Haas, zang,
Joh. Jong, pianobegeleiding, VARA-tooneel; 12.00 Sep
tet o.l.v. Is. Eyl; 1.45 Rustpoos zender; 2.15 Kwartiertje
voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling; 2.30
Gramofoonmuziek; 3.30 Dr. F. M. Wibaut: Het vijf
jarenplan in Rusland (II)4.00 Het eerste Nederland-
sche Krontjong-orkest o.l.v. Joh. F. Steggerda; 4.45 E.
Kupers. De reis van de N.V.V.-delegatie naar Indo
nesië; 5.00 Beoefening der huismuziek; 5.45 Actueel Al
lerlei uit de Arbeidersbeweging: 6.00 Volksliederen door
de zanggroep „De Wielewaal" 6.15 „Uit de Roode-
Jeugdbeweglng"6.20 Vervolg Volksliederen; 6.30 Lite
rair halfuurtje door A. M. de Jong; 7.00 Septet; 7.15
Bestuursmededeelingen door A. de •Vries; 7.30 Vervolg
HOOFDSTUK V.
In de Abbey zaten professor Temple en Lela aan het
ontbijt. De oude heer had zooals gewoonlijk, een paar
wetenschappelijke tijdschriften en een deel van Virgilius
om zijn bord liggen; hij was te zeer verdiept in zijn lec
tuur om te merken, dat ze nu en dan een verlegen blik
op hem wierp.
„Grootvader", begon ze eindelijk zachtjes.
„Wat is er Lela?" antwoordde hij. zonder van zijn
lectuur op te zien. „Vraag me alsjeblieft niet, wat we
vandaag zullen eten. Je weet, dat me dat niets Interes
seert"
„Nee, grootvader, maar luister nu eens even naar me."
Ze ging op de leuning van zijn stoel zitten en sloeg
haar arm om zijn hals.
„Grootvader, hij heeft me gevraagd om vanmorgen met
hem te gaan rijden", zei ze verlegen.
„Hij? Wie?" vroeg de professor, terwijl hij hulpeloos
de kamer rondkeek.
„Wie?"
„Wel, Lord Fane, grootvader."
„Lord Fane? O, ja, die was hier gisteren. Is hij nog
niet vertrokken?"
„Nee, grootvader, hij was gisteravond hier op het ter
ras en hij was heel vriendelijk. Mag ik met hem mee
gaan?"
„Met Lord Fane? Natuurlijk niet, heb je je verstand
verloren?"
Ze keek hem teleurgesteld aam
„Maar beste Lela, dat is toch veel te gevaarlijk, Nee,
het is heel vriendelijk vax^ Lord Fane, maar ik kan het
heusch niet toestaan."
Toen verdiepte hij zich weer in zijn lectuur. Lela stond
op en begaf zich weer naar haar eigen plaats. Gevaar
lijk? Waarom zou het gevaai-lijk zijn? Ze was overtuigd
dat hij niet wild zou rijden. En het was zulk heerlijk
weer! Na het ontbijt nam ze haar plumeau ter hand en
volbracht haar gewone werkzaamheden.
Plotseling hoorde ze de stem van Lord Fane. honden
geblaf en hoefgetrappel en haar hart sprong op. Er werd
geklopt. „Ga eens kijken wie daar is, Lela", zei de pro
fessor. Ze opende de deur en Lord Fane stond voor haar;
hij bloosde en nam zijn hoed af.
„Goedenmorgen, ik heb het brikje voor laten komen"
Plotseling zweeg hij. „U gaat toch mee," drong hij
aan,
„Nee," antwoordde ze verlegen. „Het spijt me erg,
maar
concert; 8.00 Bij de Pomp, wekelijksch nieuws van Teun
de Klepperman; 8.15 Gramofoonmuziek; 8.25 Vocaal
concert door „De Jonge Stem";'9.00 Orkest oJ.v. Harry
Wiggelaar; 9.45 Tien minuten spanning: hoorspelletje,
op te voeren door het VARA-tooneel; 10.00 Orkest; 10.45
Vaz Dias; 11.00 Amsterdamsch Klein-kunst-ensemble.
HUIZEN (298 M.)
K.R.O.: 8.00 Morgenconcert 10.00 Trio o.l.v. Piet Lus
tenhouwer; 11.30 Godsdienstig halfuurtje; 12.00 Politie
berichten; 12.15 Sextet o.l.v. Piet Lustenhouwer; 1.45
Rustpoos zender; 2.00 Gramofoonmuziek; 2.30 Kinder
uurtje. HJ.R.O.: Uitzending voor den Bond van Staats-
pensionneering; 5.00 Gramofoonmuziek: 5.15 Esperanto-
nieuws; 5.30 Gramofoonmuziek; 6.00 Journalistiek
weekoverzicht door Paul de Waart 6.20 Gramofoonmu
ziek; 6.40 Cursus Esperanto; 7.10 Ir. J. C. de Vries:
„Polen"; 7.30 Politieberichten; 7.45 Sportpraatje8.00
Poolsch programma, K.R.O.-Orkest o.l.v. Johan Gerrit
sen; 9.00 Vaz Dias; 11.00 Gramofoonmuziek.
PARIJS-RADIO (1725 M.>
5.20 Concert.
WEENEN (517 M.)
7.00 Symphonie-concert.
BRUSSEL (509 M.)
8.20 „Lohengrin" van Wagner.
DAVENTRY (1551 M.)
8.20 Vaudeville; 10.00 Het Radio-Harmonie-Orkest.
Een antenne op de kameelbulten.
(Cairo) Februari. De radio verdringt de Arabi4
sche sprookjesvertellers. Uit Cairo komen berichten
tot ons, die vertellen dat de Bedoeinen in de woestijnen
zich niet alleen meer interesseeren voor Europeesche
uitingen van beschaving, zooals auto's en dergelijke,
maar dat zij ook tegenwoordig heel veel belangstelling
hebben voor de radio. Reizigers, die karavanen of een
eenzamen ruiter in den woestijn tegenkomen, kunnen
dikwijls iets heel merkwaardigs zien. Op den bult van
een kameel, die op het oogenblik geen dienst hoeft te
doen, heeft men een antenne vastgemaakt en uit de
bagage komt verstolen een moderne luidspreker kijken.
Nauwelijks is de rusttijd aangebroken, of dadelijk wordt
het ontvangtoestel in werking gesteld en men hoort de
muziek van een of andere jazz-band uit Cairo, Algiers of
ook wel uit Europa. De Bedoeinen willen echter niet
alleen muziek hooren, zelfs met veel geduld en aandacht
volgen zij ook de vele lezingen en voordrachten die per
radio tot hen komen. In de heete middaguren is de radio
een uitstekend middel om den tijd te dooden.
Door de radio Ls ook hier een verschijning ten doode
opgeschreven, nJ. die van den Oosterschen sprookjes
verteller. De jeugd, die zich bij de Karavanen bevindt,
vindt zoo'n man vreeselijk ouderwetsch en hoort liever
naar de vroolijke muziek, die de radio brengt dan naar
de Oostersche wijsheid, die zij uit de sprookjes en ver
tellingen kunnen puren. Een goede zijde van de zaak
is dat het tegenwoordig vaak gebeurt, dat wanneer een
jongeman, die van zijn reis door den woestijn terug
komend in de stad bij kennissen op bezoek is, door hen
in een gesprek betrokken wordt, dikwijls uitstekend
op de hoogte blijkt te zijn van de bestaande toestanden
en heel goed kan meepraten over de feiten van den dag.
De radio heeft hem in contact gehouden met het leven
buiten den woestijn, het leven, dat anders geheel buiten
hem zou zijn omgegaan cn waarin hij na zijn reis al3
vreemde zou zijn teruggekeerd.
Dood aan de honden?
(Sofia). Dit moorddadige principe komt van een
dokter in Sofia, die ertegen schrijft, dat er zoo veel
wilde honden in Sofia rondloopen, honden die gevaar
lijk worden, doordat zij in vele gevallen dol zijii en
menschen aanvallen en bijten. Door alle honden te doo
den, wil hij nu aap dit euvel radicaal een einde maken.
Een feit is het, dat in Bulgarije ieder jaar ongeveer
5000 ziektegevallen voorkomen, veroorzaakt door den
beet van een hond. Men heeft al eens geprobeerd om
den honden een injectie te geven, die dolheid tegengaat,
maar men kan dan alleen honden behandelen, die een
meester hebben. Men heeft berekend, dat er in Bulgarije
ongeveer twee millloen honden zijn. En de dokter, die
met moordplannen jegens de viervoeters rondloopt, is
ook al niet voor deze Injectie. Volgens hem slepen de
honden een veel te groot aantal dubbeltjes van de men
schen in de wacht. De gezonde hond, omdat hij veel aan
voedsel en verzorging kost en de dolle hond, omdat zijn
slachtoffer zich dagelijks door den dokter moet laten
behandelen. Dit beteekent niet alleen een honorarium
voor den arts, maar ook tijdverlies van den betrokkene.
En waar ern u jaarlijks 5000 menschen door dolle hon
den gebeten worden, beteekent dit een veel te groot
nadeelig saldo in de groote huishouding der bevolking.
Dus... weg met de honden, zegt dokter.
Mogelijk heeft hij gelijk. Maar of de hondenliefheb
bers het met dezen maatregel eens zijn, is een andere
kwestie...
„Wil meneer Temple het niet hebben, of voegde hij
er blozend aan toe, „hebt u zelf geen zin?"
Ze sloeg haar oogen neer. „Ik heb er wel'zin in", ant
woordde ze en wierp een blik op den professor.
Lord Fane liep de kamer door, naar de gebogen ge
stalte. „Goeden morgen, meneer Temple."
„Goeden morgen, mylord. Kan ik iets voor u doen,
mylord?"
Lord Fane lachte. „Zeker, ik zou graag willen, dat
juffrouw Temple met mij mocht rijden. Ik zal goed op
haar passen."
Do professor schudde glimlachend het hoofd.
„Ik heb het liever niet, mylord", antwoordde hij. „Ik
vind het heel vriendelijk van u, maar werkelijk
„Maar waarom dan niet?" drong Lord Fane aan.
„Denkt u, misschien, dat het te gevaarlijk voor haar is.
Dat zou niet voor mijn rijkunst pleiten."
„Ik geloof graag, dat u uitstekend rijden kunt, my
lord, maar ik kan het werkelijk niet toestaan."
„Nu, dan is er niets aan te doen," zei de jongeman
rustig.
Lela zuchtte. Haar droomen waren vervlogen. Lord
Fane sloeg met zijn handschoen tegen de tafel en keek
van den een naar den ander. Toen kwam plotseling een
denkbeeld bij hem op.
„Hoor eens, meneer Temple", zei hij, „Juffrouw Temple
kan hier op zoo'n prachtigen morgen niet opgesloten blij
ven! Vindt u het goed, als ze met mij een wandeling
maakt?"
De professor dacht een oogenblik na.
„Nu", zei hij, terwijl hij een blik op zijn werk wierp.
„Als ze graag wil, vind ik het goed. Laat Lord Fane
niet wachten, kind" voegde hij er aan toe.
De jongeman liep naar buiten, stuurde het wagentje
naar den stal en liep het terras op en neer. Na een paar
minuten verscheen het jonge meisje.
„Waar zullen we heengaan?" vroeg hij vroolijk.
„Naar de molen in het boscb" antwoordde ze.
„Goed, daar ben ik in geen jaren geweest. Dat is een
lievelingswandeling van me. Het ruischende water doet
me altijd denken aan een boschgeest in een sprookje,
U ook niet?"
Hij knikte: „Ja, maar zoo romantisch ben ik niet uit
mezelf. Het studentenleven is daarvoor veel te nuchter"
Hij sprak een tijdlang over het leven in de stad en Lela
luisterde aandachtig. Ze hadden nu het bosch bereikt en
het geluid van een waterval klonk hen in de ooren.
Wordt vervolgd.