ScfaagsrCourant
Het verkeer tusschen Noord en Zuid.
Tweede Blad.
DE KONINGIN
over de
LANDBOUWCRISIS.
HOE DE AFRIKANERS
EENS
HUN GASTEN ONTVINGEN
Drama te Makassar.
Eigenaardig motorongeluk.
Een Amerikaansche bloed
wraak.
Rectificatie.
VAN ONDERWIJZER
TOT PRESIDENT
VAN DE FRANSCHE REPUBLIEK.
Hél* .-.^wü
Een geweldig gevaarte van staal en ijzer ls de groote verkeersbrug over de Waal bü Zalt-Bommel,
die de schakel ral vormen in het verkeer tusschen Noord en Zuid.
Woensdag 23 Maart 1932.
75ste Jaargang. No 9042
Een communiqué door H.M. in Leeuwarden
uitgegeven.
„De regiering vergeet de plattelanders niet."
Gisterochtend onderhield H.M. de Koningin zich
ten hu'.ze van den Commissaris der Koningin te
Leeuwarden met de navolgende heeren: B. W. Ok-
ma, lid van Ged. Staten van Friesland, ir. W. Oos-
terbaan, voorzitter van de Friesche Mij. van Land
bouw. Marra, voorzitter van den Christ. Landbouw-
arbeidersbond en J. Jongsma. voorzitter van den
R.K. Boeren- en Tuindersbond.
Na afloop dezer besprekingen werd namens de
Koningin door haar particulieren secretaris het na
volgende communiqué verstrekt:
De uitkomsten van het veehoudersbedrijf zijn diep
teleurstellend. De omstandigheden, waaronder dit
bedrijf moet werken, zoo bijzondere als algemeene,
zijn dermate ongunstig, dat een ieder is vervuld van
groote zorg voor hetgeen in de toekomst voor dit
bedrijf verborgen ligt.
De eerste slagen zijn toegebracht aan den akker
bouw op de zware gronden. Met bewonderenswaar-
dicen moed en een hardnekkigheid, die van groote
wilskracht getuigen, heeft de talrijke groep land
bouwers. boeren en arbeiders getracht het hoofd te
bieden aan de wangunst der tijden.
Niet bij machte de oorzaak der moeilijkheden weg
te nemen, heeft de regeering getracht, de ergste ge
volgen althans eenigszïns te temperen. Zoo zijn ach
tereenvolgens maatregelen ten behoeve van de tar-
weteelt. den beetwortelverbouw, de aardappelmeel-
productie. de vlasteelt, genomen.
Ook aan den groven tuinbouw in West-Friesland
is hulp geboden.
Deze maatregelen verschillen in aard en strekking
in overeenstemming met de eigenaardigheden van
den tak van bedrijf, die geholpen moest worden.
Wat in den aanvang reeds werd gevreesd op grond
van de ervaringen met hetgeen in vroegere crisispe
rioden is gebeurd, de noodtoestand bepaalde zich niet
tot den akkerbouw.
Het aanvankelijk gespaarde veehoudersbedrijf
werd wel is waar later, maar niet minder ernstig
getroffen Evenmin als hij den akkerbouw kan de re
geering eenigen nnmiddellijken invloed uitoefenen
op de oorzakpn van het kwaad.
Eén groote belemmering voor het treffen van nood
maatregelen is gelegen in de omstandigheid, dat be-
drijfs- en bestaansmoeilijkheden zich in alle takken
van maatschappelijk leven in ernstige mate vertoo-
nen. Naast voortvarendheid moet dan ook voorzich
tigheid worden betracht, wil men de uitwerking van
hetgeen wordt beoogd,- niet reeds aanstonds in ge
vaar brengen.
Weest er van overtuigd, dat de regeering met in
achtneming van dit alles zooveel als haar mogelijk
ls. de helpende hand zal bieden aan de veehouderij.
Zij vergeet de plattelanders niet,
Schitterende tconeelen uit lang
vervloeien tijd. Een ordelijke
wanorde.
Vroeger, toen een vreemdeling of een gaat van hooge
geboorte steden In Afrika bezocht, boden deze hem
steeds een zeer levendig, doch ook een zeer bont schouw
spel. Honderden ruiters in lange golvende mantels kwa
men in galop den hoogen gast te gemoet, om op het
oogenblik. dat zij tot vlak bij hem waren genaderd met
een krachtlgen ruk halt te houden. Allen sprongen zij
dan vervolgens van hun paarden en wierpen zich voor
de vreemdeling op de knieën. Drie leiders kwamen uit
deze groep naar voren, knielden evenals de overigen
voor de bezoekers, zoodat hun voorhoofden den grond
rraakten en brachten tenslotte In eerbiedige bewoordin
gen de groeten van hun machtigen heersoher over.
„Wees een vriend voor onzen vorst
„Breng hem zegen en heil
„Breng hem vrede
„Onze vorst en heer biedt voor U en de Uwen om ge
zondheid en voorspoed."
Gewoonlijk volgde op deze toespraak een vriendelijk
antwoord van de zijde der hooge gasten, waarop de
Afrikaansche spreker zijn tirade vervolgde:
„Onze vorst en heer verzoekt U, zijn land als het uwe
te beschouwen, zijn kinderen als de uwe en eveneens
zijn stad als de uwe. Zoo spreekt onze hooge vorst tot
U door mijn mond. Wilt onze gasten zijn en weest wel
kom!"
pan rees de geheele bonte ruiterschaar op uit haar
knielende houding en zette zich in den zadel, zoodat de
vreemde gasten aan alle kanten door menschen to paard
waren omgeven. Aan alle zijden jaagden groepjes van
©enige ruiters steeds heen en weer, intuschen voortdu
rend hun scherp geladen geweren afschietend. Zoo ver
volgde men een tijdlang zijn weg. totdat een nog rijker
uitgedoste schare van menschen te paard naderde. Aan
het hoofd van deze cavalcade zag men op een schimmel
iemand met een ernstig uiterlijk, die kalm en rechtop in
den zadel was gezeten, zonder dat hij zooals de ove
rigen van zijn groep een weg aflegde, die langer dan
strikt noodzakelijk was. Hij reed tot dichtbij den gast,
steeg langzaam af en knielde neer. tot zijn voorhoofd
den grond raakte. Nadat hij uit deze houding was op
gestaan, stak hij den leider der vreemdelingen de hand
toe en sprak als volgt:
..Mijn hooge vorst en heer zendt U mij. zijn eersten
dienaar, opdat Gij hem als Uw laatsten knecht zult be
schouwen!"
Inmiddels waren de ruitersoharen tot groote massa's
aangegroeid en zij vervulden de gansohe omgeving met
hun ruiterspelen.
Des te doller en uitgelatener hun spel echter werd, des
te kalmer en statiger reed ook 's lands eerste dienaar
naast de hooge gasten.
De muren en torentransen werden zichtbaar boven de
Koortslijder doodt zijn vrouw. Vijf per
sonen zwaar gewond.
Aneta seint uit Makassar:
Een Inlander hier ter stede, afkomstig uit Maros,
ontsnapte in een koortsaanval aan zijn bewakers. Hij
greep een lans en doodde daarmede zijn echtgenootc
waarna hij nog viif aanwezige - rsonen zeer zware
verwondingen toebracht Onder de zwaargewonden
bevindt zich het kamponghoofd. De gewonden werden
overgebracht naar een militair hospitaal te Makassar.
De toegeschoten bevolking heeft den dader gedood.
hoogbegroeide maïsvelden. Honderden, ja zelfs duizen
den menschen stonden op de daken der huizen en op de
muren. Bij den ingang van de stad hadden zich weder
om een aantal ruiters opgesteld. In hun midden zag
men een schare van ongeveer vijftig lieden, die allen
waren gehuld In licht roode kleeren, afgezet met groene
kanten: het fanfarecorps!
Toen de stoet den stadsingang passeerde, begonnen
zij te spelen. Vijftig metalen trompetten, elk bijna twee
meter lang, vervulden de lucht van hun schetterenden
groet. Honderden groote trommen werden geroerd en
ontelbaar velen schoten hun vuurwapens af. Allen juich
ten den gasten het welkom toe vanaf de straat, van
de daken, van de muurtransen en zelfs vanuit de toppen
der hoornen.
De voortgang van de stoet werd door al deze feeste
lijkheden geen enkel oogenblik vertraagd, Zonder dat
de leidende personen zich erom hadden te bekommeren,
werd de bagage der vreemdelingen langs zijwegen naar de
opslagplaatsen vervoerd. In de drukte van al deze ce
remoniën werd echter geen enkel voorwerp ontvreemd,
evenmin als de ruiters die hun paarden in alle richtin
gen lieten galoppeeren, een voetganger of klein kind
raakten of bezeerden. Nooit kwam bij deze uiterlijk
eenigszins ruwe ceremoniën iets voor, dat de algemeene
vreugde kan verstoren, wijl zij immers niet naar opge
drongen regels moesten worden uitgevoerd, maar geheel
naar eigen inzicht en goedvinden. Dit complex van le
vensgewoonten. waarbij men zich op een wilde en ge
weldige wijze ontlaadde, was in zijn jubel en gejuich
ongedwongen en ook onbeperkt; de zekerheid, waarmee
de vermetele ruiters hun kunststukjes ten be3te ga
ven. was ongehoord en even angstwekkend als het rytb-
me en de klank der bazuinen en trommen; het geheel
deed sterk barbaarsch aan.
Zoo reed het hooge bezoek door de volle straten naar
den vorst van de stad. de hoogste landsdienaar reed op
het paleis van het stamhoofd toe. De ruiters trokken
zich aan beide zijden terug, zoodat een open pleintje
zichtbaar werd... en toen kwam de vorst in eigen per
soon de vreemde bezoekers tegemoetgereden op 'n met
schitterend leerwerk versierd paard, gevolgd door zijn
lijfgarde. De voorste rijen van deze' garde waren ge
kleed in hemden van zware pantserketens, terwijl hun
hoofden door helmen waren beschemd. Daarachter
volgde de cavalerie. De heerscher zelf was omgeven
door de prinsen en de leden van den oppersten raad. Hij
begroette zijn gasten en toen zij elkaar dicht waren ge
naderd. stegen belden van hun paard en reikten elkaar
de hand, waarbij de heerscher sprak:
„God moge U zegenen en U mijn dank bewijzen voor
Uw komst"
„Wees mij een geliefde heer en wordt een vereerde
vriend!" waarop men het paleis binnenging. Buiten ech
ter dreunden de bazuinen en roffelden de trommels, zoo
dat zij op grooten afstand hoorbaar waren. De ruiters
en de volksmassa's jubelden en juichten, geweerschoten
weerklonken en de geheele stad was in een feestroes.
Dit alles is thans voorbij. Vroeger, in den tijd toen de
Europeanen het zwarte werelddeel nog niet hadden be
treden en ook nog toen in Afrika de eerste bewoners
van het avondland hun voet aan wal zetten, werden de
vreemdelingen op deze wijze ontvangen en welkom ge-
heeten.
„Zij waren verbaasd over al deze pracht", zoo vertelde
ons een Afrikaansch inboorling, „want zij kenden on
ze ziel nie*
Motorrijder onder een paard doorgereden.
Ernstig gewond opgenomen.
Maandagavond is te Maasland een eigenaardig
motor-ongeluk gebeurd, dat intusschen voor het
slachtoffer ernstige gevolgen heeft gehad.
Zekere M., zoo lezen wij in de „Msb.", een jongeman,
wilde even buiten het dorp een wagen, dien hij achter
op reed, passeeren. Toen hij daartoo naar links uit
haalde en achter de kar vandaan kwam, zag hij plot
seling een van den tegenovergcstelden kant komend
paard met wagen voor zich en eer iemand begreep
wat er gebeurde, schoot M. met zijn motor onder het
paard door. Aan den anderen kant sloeg hij echter
met een smak tegen den grond, waar hij ernstig ge
wond bleef liggen. Het bleek dat zijn borstkas inge
drukt en een been gebroken was, terwijl een der
oogen uit het hoofd was gerukt. In zorgvollen toe
stand is de ongelukkige naar zijn woning vervoerd.
OPZET IN HET SPEL?
Maandagmiddag sprong de 55-jarige C. M. te Leur
plotseling op de treeplank van een rijdende vracht
auto van den expediteur C. v. d. L. te Eiten. De wa
gen maakte plotseling een zwenking naar rechts
en toen weer naar links, waardoor C. M. van de tree
plank werd geslingerd en tegen een lantaarnpaal
terecht kwam. Zijn borstkas werd ingedrukt. Dr
Giesbers uit Leur verleende geneeskundige hulp.
Vermoedelijk is hier opzet van den chauffeur in
het spel, daar er een oude veete bestaat tusschen ge
noemde personen. De politie heeft een uitgebreid
onderzoek ingesteld.
DE NOOD VAN DEN LANDBOUW IN DRENTE.
Het in Drente gehouden volkspetitionnement, waar
bij spoedig steunmaatregelen voor veehouderij en
landbouw worden gevraagd, is geteekend door ruim
4C.000 meerderjarige ingezetenen van die provincie
Het hoofdbestuur van den Drentschen Boerenbond
heeft telegrafisch den minister van binnenlandsche
zaken en landbouw verzocht, aan een afvaardiginc
audiëntie te verleenen voor aanbieding van dit pe
titionnement.
Dateert al van 112 jaar terug en ofschoon
niemand meer weet, waarover de twist
eigenlyk loopt, Is dezer dagen het 201ste
slachtoffer gevallen.
In sommige streken in de Ver. Staten kent men zoo
goed als op Cicilie of Corsica of als eertijds in de
Verona de bloedwraak. Tot die Amerikaansche stre
ken behooren ook oorden in den staat Montana en als
bijzonder bloedig geldt de vete die er nu al 112 jaar
lang bestaat te Ava in den staat Montana tusschen de
families Fleetwood en Alsup. Dezer dagen werden een
Fleetwood in die plaats neergeschoten door een Alsup.
Dat was in die 112 jaar tijd reeds het 201ste slacht
offer. Het eigenaardige van deze familievete is, dat nie
mand zich meer weet te herinneren, waarover de kwes
tie is aangekomen. Thans vergenoegen de beide geslach
ten te Ava zich maar met over en weer wraaktenemen
voor de laatste schendige daad van de tegenpartij. Het
ls met die dingen als met de oude vraag, wat er eerder
geweest was, dé kip of het el. Veine hebben deze Al-
sups en Fleetwoods overigens niet; Er zou zoo'n mooi
tooneelstuk te schrijven zijn geweest over het een of
ander hoogtepunt in den twist, maar Shakespeare was
al dood toen het begon. zz
Tom Mix.
Tom Mix is een der populaire filmhelden van de
Amer. films. Wat hij doet is niet moeilijk. Hij heeft op
het doek altijd twee revolvers bij zich. Daar hij steeds
optreedt als held en cowboy zijn de andere mannelijke
acteurs in de film altijd schurken. Zij dragen groote
hoeden. Tom Mix schiet dan in het zand en dat gaat
zoo natuurlijk dat men het stof ziet vliegen. De boeven
springen nu, telkens als er een schot gelost wordt, in
de lucht, hetgeen bewijst dat zij boeven zijn. Deze Tom
Mix is dus een moedig man. Hij bewees dit door dezer
daggen te Yuma In den staat Arizora in hfet huwelijk te
treden. 300 Cowboys waren daarbij tegenwoordig, dit
maal waren het echte cowboys en geen namaak. Het hu
welijk was op zichzelf al een daad van moed, het was
n.1. een tweede huwelijk en zelfs eentweede huwelijk met
de zelfde vrouw. Dus toch een bona fide held?
De zaak zit zoo. Tom Mix was reeds te Mexicall met
zijn dame getrouwd, maar de wettigheid van het hu
welijk werd aangevochten. Daarom zijn Tom Mix en
Mabel Hubbard, zoo heet zij, dus nog maar eens in het
huwelijk getreden, ditmaal te Yuma.
SPORT.
4e KLASSE E.
Door de groote drukte in verband met België-ITol-
land raakte de uitslag van II.R C. 6—Succes 4 in 't
vergeetboek. Vermeld dient evenwel dat de Racers
met 5—2 wonnen. De stand is:
H.R.C. 6
12
10
1
1
45-20
21
Helder 6
12
6
1
5
49—26
13
Ca'lantsoog
12
5
2
5
31—27
12
Wieringerwaard 2
12
5
O
5
3229
12
J.Y.C. 2
12
5
1
G
22—30
11
B.K.C. 3
12
3
2
7
1640
8
Succes 4
12
3
1
8
24—48
7
De eenige nederlaag van Racing 6 was die tegen'
Wieringerwaard. Den roodbroeken dus alle eer voor
die 50 zege.
PAUL DOUMER GISTER 75 JAAR
GEWORDEN.
Iemand, die, voortkomende uit de onderste lagen van
het volk, het door eigen kracht gebracht heeft tot
president van de Fransche Republiek, heeft een loop
baan achter den rug, die zeer zeker de moeite waard
ls, bekend te worden.
De tegenwoordige, 13de president van de derde Fran
sche Republiek werd den 22sten Maart 1857 in Aurillac
^Departement Cantal) geboren. Zijn vader was weg
werker bij het spoor en stierf eenige jaren na de ge
boorte van Paul, die toen met zijn moeder naar Parijs
trok, waar zij in Montmartre een garen- en bandwin
keltje hield. Paul moest hard werken om mee te helpen,
de kost voor de familie te verdienen. In de vrije avond
uren werkte hij voor zichzelf en haalde zoodoende
eenige diploma's. Hij werd eerst onderwijzer en daarna
schoolhoofd ,maar het politieke leven trok hem aan.
PAUL DOUMEB.
zoodat hij reeds op zeer jeugdigen leeftijd kabinetschef
van Charles Floquet, den voorzitter van de Kamer van
afgevaardigden, werd. In 1888 werd de jonge radicaal
in de Kamer gekozen, maar hij moest een jaar later
plaats maken voor een politïeken tegenstander. Na
eenige jaren werd hij herkozen en werd in 1895 minis
ter van Financiën, in welke fuctie hij met de eerste
plannen voor een inkomstenbelasting kwam, zonder
succes evenwel.
Va 1896 tot 1905 was hij gouverneur-generaal van.
Irdo-China. Zijn groote werkkracht en zijn gezond ver
sland maakten hem spoedig bemind en hij l^ad een
groot gezag. Zijn dienstjaren zijn yoor Fransch-Indo-
China zeer nuttig geweest en het is in dien tijd in alle
opzichten vooruitgegaan en verbeterd.
Kort na zijn terugkomst werd hij tot voorzitter van
do Kamer gekozen, en een jaar later was hij can-
didaat voor het presidentschap van de republiek. HU
verkreeg 371 stemmen tegen Armand Fallières 449.
Tijdens den oorlog behartigde hij de Frahsche belangen
in Rusland en in 1917 werd hij minister zonder porte-
/cuille in het ministerie-Painlevé. Onder Briand en la
ter onder Loucheur was hij minister van financiën,
maar het is hem niet gelukt, bij de inflatie van de franc
de daling verder tegen te gaan. Nadat hij voorzitter
van de begrootingscommissie in den Senaat was ge
veest, werd hij den 14en Januari 1927 als eenige can-
didaat tot president van den Senaat gekozen, als op
volger van De Selves.
Het vorig jaar in Mei was hij weer candidaat voor
het presidentschap. Door de veelbesproken candldatuur
van Briand werd de stemming met groote spanning
tcgemoetgezien. Bij de eerste stemming op den 13den
Mei kreeg Doumer 432 stemmen en Briand 391, zoodat
geen van beiden de absolute meerderheid van 453 had
verkregen. Bij de tweede stemming, waarvoor Briand
rich terugtrok, had Doumer 504 stemmen en werd zoo
doende de opvolger van Doumergue. Hij bezat niet de
populariteit van zijn voorganger, wiens glimlach spreek
woordelijk is geworden, maar hij is toch wel bij uitstek
geschikt om de allerhoogste functie in het land te be-
kleeden, omdat hij zeer plechtig en op vormen gesteld
is, en omdat hij door het geheele Fransche volk geacht
en bewonderd wordt.