SchagerCourant Vierde Blad. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Uit onze Omgeving. had zij rust gevonden! Eindelijk Dinsdag 12 April 1932. 75ste Jaargang. No. 9052 STRAFZITTING VAN VRIJDAG 8 AP RIT. DE KELNER WAS IN GEEN VELDEN OF WEGEN TE ZIEN. Een te Alkmaar ■wonende Duitsche kelner, de heer H. S., had aldaar op 19 Januari een rijwiel on beheerd en onafgesloten aan den openbaren weg neergezet, tot een politieagent zich over het karre tje ontfermde en het op 't bureau deponeerde. De kelner, de vorige week terecht staande, deelde der Kerr „gerichtswalter" mede. dat hij met de fiets geen connecties had. Het rijwiel was van zijn pa troon, een caféhouder. De zaak werd alstoen aan gehouden om den verbalisant Roorda te interpellee- ren, doch thans bleek de kelner weer absent te zijn. Besloten werd nu verder maar geen omslag meer te maken, en requlreerde mr. C. A. de Groot, die heden fungeerde als ambtenaar van het Openbaar Mi nisterie, f 4 boete of 4 dagen. De Kantonrechter dacht er echter wat milder over en legde f 1.50 boete of 1 dag op. DE FUNGEERENDE AMBTENAAR ACHTTE HET BDWLJS TE SLAP. De nog niet tot een resultaat gebrachtte drankwet overtreding contra mej. A. V.. volkslogementhoudster te Alkmaar, werd heden verder bewerkt met het hooren van den verbalisant Verbaan, die het feit niet zelf had geconstateerd, doch ambtelijk had gehandeld op aangifte. De hotelhoudster sprak pertinent tegen, dat sterken drank tegen betaling zou zijn geschonken. Wel was bij de overname der zaak aan verschillende logée's en bezoekers eens feestborrel gratis getapt, Mr. de Groot scheen echter deze oudo-klare-zaak nog niet klaar genoeg toe en requireerde hg wegens be- wijsgebrek vrijspraak. Schriftelijk vonnis op 22 April a.9. NIET IN HET MULLE ZAND. MAAR OP HET ZOUTE SOP! Een Egmond-aan-Zeeër poonemepper. Krijn D.. zou volgens dagvaarding niet alleen In den avond van 29 November in de duinen van Castricum met een bran dende carbidlamp achter de verschrikte konijnen heb ben gezeten, maar aan de jachtopzieners D. en W. Bakker, die hem op heeterdaad betrapten, ook nog een valschen naam, Willem Prins, hebben" opgelepeld. Hij werd nu in de vuurlinie gecommandeerd, maar beweerde ijskoud van dezen „Prins" geen kwaad te weten. Mooier nog, hij was heelemaal niet ter plaat je geweest, maar bevond zioh alstoen op de trolier te* Tiaehvangst. Het scheelde maar weinig of do kan tonrechter had uitgeroepen: Maar nou breekt mijn klomp! Natuurlijk lanceerde Z.Ed.aohtbare een der gelijke, de deftigheid van zijn ambt onpassende uit drukking niet, maar gelastte aanhouding dezer mys tificatie tot 22 April, teneinde alsnog de heeren jacht- opxieners te polsen. WIE IS DE ONBEVOEGDE. DE BOUWMEESTER OF DE PRINCIPAAL VAN DIT ONWELKOME KUNSTGEWROCHT? De heer C. N. T. te Bergen stond terecht, omdat hij zonder toestemming van B. en W. een garage had gebouwd ten behoeve van den heer Bouchette aldaar. De comparant erkende aan het bouwen schuldig te rijn. maar hij was niet de aanvrager. H\j had heele maal niets gevraagd, doch gehandeld op last van zijn principaal, genoemden heer Bouchette. Dit werd na tuurlijk ook weer een klusje voor 22 April en zal alsdan ook moeten verschijnen de heer Bouchette, als lastgever, om ook een woordje mee te praten in de zonder twijfel geanimeerde discussies. IN DAT HOEKJE ZITTEN BLIJKBAAR DE FRETTEN-JAGERS. Stond onlangs uit Wijk aan Zee een jongmensch terecht, dat te Castricum met behulp van een fret in de provinciale duinen op konijnen had gejaagd, thans was het een 20-jarige vlechter, Jan N. uit Vel zen, aan wien was ten laste gelegd, dat hij op 26 Febr. te Ber gen aan Zee in de duinen zich had bezig gehouden met de frettenjacht en het uitspitten der opgejaagde konijnen. De rijksveldwachter v. d. Licht had echter aan dit spannend vermaak een einde gemaakt. Het jonge mensch ontkende thans beslist al deze jacht- uitspattingen en schoof handig de schuld op eenlge andere Kennemerlanders, met wie hij in gezelschap was geweest. Mr. de Groot requireerde f 25 boete of 25 dagen, doch de Kantonrechter had een geheel an dere serie straffen in petto en veroordeelde den ver slagen jachtminnaar ten eerste tot f 15 boete of 15 da gen, verklaarde verbeurd de In beslag genomen schop, voorts verbeurd de niet in beslag genomen fret, bij niet uitlevering te vervangen tot f 5 boete of 3 dagen, bovendien de inlevering van 4 niet in beslag genomen konijnen, subsidiair f 2 boete of 2 dagen. Variatlo de- lectat! De Kantonrechter adviseerde aan desbetreffende politie-beambten, indien zulks in hun ambtelijke loop baan voorkwam, de fretten in beslag te nemen DIE ZIJN BEURT AFWACHT IS ER NOG HET BEST AAN TOE. Een automobilist van den Kanaaldijk te Alkmaar, de heer J. W., geraakte op 1 Februari op de Laat aldaar in een verkeersverwarring en was niet zoo ver standlg tijdig te stoppen, zoodat hij een wielrijdende dame aanreed, waardoor deze, mej. Maria H., gehuwd met den heer W. K., van de fiets tuimelde. Gelukkig werd de dame niet ernstig gekwetst en ook de schade aan het rijwiel bedroeg slechts f 2.50. wat echter niet wegnam, dat de autobestuurder heden voor den Kantonrechter werd gedaagd. Verdachte was niet verschenen doch uit de getuigenverklaring van mej. Kloek. mej. Tine Bouma en den heer W. Tesselaar, onzen bekenden wit-zand-leverancier, kwam de schuld van den gedaagde voldoende vast te staan en werd hij veroordeeld tot f 25 boete of 25 da gen, benevens betaling der toegebrachte schade aan het rijwiel, ten bedrage van f 2.50. HET MOET JE MAAR TEGEN LOOPEN. Een autobesturend landbouwer uit Bergen, de be jaarde heer J. B., was op 4 Maart met zijn Alfeo Ramano uitgetrokken, onbewust van een noodlottige verstrooidheid, waardoor hij rij- en nummerbewijs thuis had achtergelaten. En of nu de duivel de kaar ten had geschud, werd hij op den Kanaaldijk aange houden door majoor Rab en een collega, met een resultaat, dat niet nader omschreven dient te wor den. Gelukkig echter kon de heer B. den rijksveld- wachters overtuigend aantoonen, dat het hier een on opzettelijk verzuim betrof en werd dit ook in aanmer king genomen met het opleggen der straf, die slechts 2 maal f 1 boete of 2 maal 1 dag bedroeg. VREEMDE EENDJES IN DÉN BIJT. Twee zoons van den tuinder v. d. R. uit Egmond- Binnen, die in de Prov. duinen onder Castricum een stukje aardappelland hebben gehuurd en bewerkt, werden op 26 Febr. in de Prov. duinen aangetroffen en geverbaliseerd. De jongelui, de 18-jarige P. J. v. d. R. en zijn 14-jarige broer stonden thans terecht ter zake overtreding art. 4öl en beweerden geen kwade bedoelingen te hebben gehad, hoewel de Kantonrech ter hun uitstapje wel wat verdacht vond. Eisch en vonnis f 4 boete of 4 dagen voor den oudsten broeder en teruggavz zonder straf aan de ouders van den minderjarige delinquent. DE HONDJES EVENTJES „UITGELATEN". De heeren J. H .en J. D., ingezetenen van Egmorid aan Zee, resp. 30 en 16 javcn oud, hadden op 2 Maart in de duinen 'n paar tot hun gezelschap behoorende honden niet teruggeroepen en stonden deswege te recht. Alleen was het 16-jarige jog verschenen en be weerde, dat hij maar zoo'n beetje „voor den mal" was meegegaan. De oudste en meest verantwoordelijk ver dachte werd veroordeeld tot f 20 boete of 20 dagen en de knaap tot f 8 boete of 1 week tuchtschool. HIJ WAS HET WEL EN HIJ WAS HET NIET. Deze orakeltaal werd verkondigd door Engel Gr. Dirkzoon, 'n Egmond aan Zeesche visscher, thans ge dirigeerd naar de werkverschaffing. Gemelde beer G. was in het bezit van een dagvaarding, waarin aan Engel Gr. Engelzoon werd tenlaste gelegd het opspo ren van wild in de duinen van den heer v. d. Vliet met behulp van honden, op 16 Februari j.1. Engel Gr. wilde wel erkennen, dat hij op tijd en plaats vermeld, zich aan de geïncrimineerde stroope- rij had schuldig gemaakt, maar de Engel Gr. in de dagvaarding was hij beslist niet. Die was in 1896 en hij. Engel Gr. Dz. was in 1898 geboren. Enfin, er zat niet anders op dan de dagvaarding in te trekken. Geef maar terug, zei mr. de Groot, maar Engel Dirkzoon wilde het document liever hou den. Zet het maar in 'n lijste, grapte de Kantonrechter, tot hilariteit van het aanwezige gezelschap. Intusschen zal met ijver gewerkt worden aan een nieuwe dagvaarding, geheel ten behoeve van Engel Gr. Dz. pasklaar gemaakt en dan kan het spel op nieuw beginnen. WIELRIJDERS, PAST OP DE PORTEMONNAIE Een tweetal wielrijders, de heeren G. en J. Z. uit Bakkum, gemeente Castricum, hadden in den avond van 6 Maart „zonder erg" gereden op den Rijksweg onder Limmen, die thans door de aanwezigoheid van een speciaal rijwielpad, voor fietsers door middel van waarschuwingsborden „taboe" is verklaard. De overtreders stonden heden terecht en hadden een stevige reprimande te slikken van den Kanton rechter, die verklaarde, deze willekeur streng te zul len straffen. Zeg dat maar aan jullie vrienden, zeide de Kantonrechter grimmig, alvorens ieder der ver dachten te veroordeelen tot f 3 boete of 3 dagen. EEN CARAMBOLE TUSSCHEN TWEE VRACHTAUTO'S. De groote honden bijten elkander niet, wordt wel eens gezegd, maar dat is zeker niet het geval tus- schen een tweetal vrachtauto's die op 26 Febi. op den hoek Zilverstraat en Kennemerpark met elkan der in botsing kwamen. Bij het afwikkelen der schuld vraag werd de tuinder Jan de V. van het Oudorper- rijkje. gem. Heiloo, in het ongelijk gesteld en ver scheen heden als verdachte. Hé, zei de Kantonrechter hartelijk, ik heb je in lang niet. gezien! Ja, zei de tuinder zuchtend, het was wel te wenschen van niet. Het ijs was echter gebroken en werd met de behandeling voortgegaan, 't Algemeen oordeel was, dat als de tuinder tijdig ge stopt had, er niets gebeurd zou zijn, maar mr. de Groot meende, dat niet de algeheele schuld op ver dachte gewenteld mocht worden en deed een billijken eisch. Ook de Kantonrechter hield rekening met den verdrukten tuindersstand en veroordeelde den diep getroffen tuinder tot f 7 boete of 7 dagen en f 9.10 schadevergoeding aan den expediteur A. de Groot te Bergen. EEN ZEESLAG BIJ DE KALKOVENS. De geweldige zeeslag bij het Skagerrak werd in den avond van 6 October niet onverdienstelijk geimmi- teerd door twee motor-vrachtbooten, die nabij de Kalkovens te Alkmaar in het Gr. N.H. Kanaal met elkaar in botsing kwamen. Een der motor-fregatten, bestuurd door schipper Rijn v. d. W. uit Alphen am Rhein, kreeg zoo'n opstopper, dat de boot op den wal vloog en door haar tegenstandster „Anna Marie", ge zagvoerder P. Steigstra van Wieringen, moest worden afgesleept. Het duurde echter maanden eer dit water gevecht tot een effect kwam %*oor den Kantonrechter, doch heden stond schipper v. d. W. dan terecht en ontwikkelden zich geanimeerde debatten tusschen deze twee zoetwater-zeelieden, die elkander als om strijd de schuld van de aanvaring gaven Maar ten slotte kwam schipper v. d. W. het meest in 't gedrang en werd tegen hem gevorderd ter zake overtreding van art, 473 W. v. strafr. f 40 boete of 40 dagen. De aangerichte schade, f 270, zal wel voor rekening van de verzekering komen. Uitspraak 22 April. BAKKERTJES, DIE TE VROEG BAKKEN, WORDEN DOOR DE POLITIE GEPAKT. De heer H. J. W. E., broodbakker te Alkmaar, werd in den vroegen morgen (om 3 uur 20) van 2 April met een knecht al werkende aangetroffen in de bak kerij door een agent, die niet minder vroeg in de kou sen was en werd opgeknapt met twee bekeuringen, een voor den baas en een voor den knecht! Thans terecht staande, gaf de bakker uitlegging van het geval. Zijn vader was ernstig ziek en op be- wusten dag extra veel brood noodig voor een begra fenis-koffietafel. De verbalisant Roorda bleek echter niet bepaald verrukt over het optreden van den heer E„ omdat deze verzuimd had, wat toch was beloofd, om aan de arbeidsinspectie vergunning te vragen. Daardoor was Roorda er betrekkelijk ingeloopen. Mr. de Groot hield rekening met de moeilijkheden van den comparant en op zijn voorstel werd de heer E. kwijtschelding van straf verleend en voor het wer ken door den knecht f 5 boete of 5 dg. opgelegd. DE GANGMAKER BEHOEFDE MAAR TWEE KWARTJES TE BETALEN. De heer J. G. J. K. die pas na een langdurig ver blijf uit Rotterdam in zijn geboortestad Alkmaar was teruggekeerd, was al gauw het slachtoffer der sterk verscherpte verkeersverordeningen en werd gecalan- geerd omdat hij niet in de Vrouwenstraat bij het be kende of liever hoog tamelijk onbekende roode bord van zijn rijwiel was gestapt. Aangenomen werd even wel, dat de heer K dit bord In 't geheel niet had op gemerkt en derhalve op verzoek van mr. de Groot de minimum-straf f 0.50 boete of 1 dag opgelegd. Wiel rijders moeten echter bedenken, dat het zóó niet blijft! AANGENAME HERNIEUWDE KENNISMAKING. De 30-jarige tuinbouwer A. R. uit Nieuwe Niedprp, op wiens fel blozend aangelaat gelukkig de zorgen van zijn beroep nog niet zichtbaar zijn, bleek een oude kennis te zijn van den Kantonrechter, die genoegelijk zeide, dat hij zijn klantjes niet vergat. De jonge man stond thans terecht op grond van het feit, dat te MlJNHARDT'S L AX E E RTA B L ETTEN "N. regelen vlug zonder kramp of pijn. f, Doos60ct.BijApoth en Drogisten. X& Heerhugowaard de handrem van zijn motor te veel ia de olie bleek te zijn. De waarn. ambtenaar gaf gratl» advies, hoe dit gebrek is te verhelpen en de Kanton rechter bestendigde de goede stemming door den comparant slechts tot f 5 boete of 5 dagen te veroor deelen. ZELFS EEN SCHEEPSKOK LIEP IN DEN VAL. De beruchte tunnel bij den Bergerweg. die niet ten onrechte wordt bestempeld als een voortreffelijke fuik voor onattente motor- en wielrijders, wist op 29 Maart zelfs een scheepskok, tijdelijk zonder kombuis, te vangen, met het resultaat dat deze wielrijder, J. L. F., wrd veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen. DE NUMMER- EN LETTERLOOZE RUVAARDIG- HEIDSCANDIDATEN Op 30 Maart verschenen tot intense verbazing der politie in de Langestraat te Alkmaar, onder veel spectakel en gepuf 2 motorrijders op machines, die geen letter noch nummer vertoonden. Natuurlijk wer den direct de boniboekjes voor den dag gehaald en. stonden de roekelooze sportslieden, de schoenmaker Berend B. en zijn dorpsgenoot J. G.. beiden uit Koe dijk, heden terecht. Door hen werd echter hartstoch telijk beweerd, dat zij waren uitgenoodigd voor een examenrit en hun examinator toestemming had ver leend om maar met hun ongeletterde en ongenum merde kilometervreters op te komen. Maar deze enor miteit kon de Kantonrechter toch niet verduwen en zal dus op 2 April de heer Kater worden geïnterviewd. HEERHUGOWAARD Door den heer K. Huiten aan den Basserwejr ï-'al naatst het bestaande perceel een gebouw worden op gericht voorzien van een heete luchtoven. Zaterdagavond gaf de afd. van den V.C.J.B. in de N. II Kerk een gezellig avondje Naast vioolmuziek, begeleid met orgel, door de club onder leiding van den heer P. de Geus van Stompe- toren en zang, eveneens onder orgelbegeleiding, door leden van de plaatselijke afdeeling werd ten gehoore gebracht: „De Verloren Zoon naar de bekende ge lijkenis, bewerkt door Ds. E, D. Spelberg. Voor het laatste gegeven hield de heer Smit, van Zuidscharwoude, een inleidend woord, terwijl de op voering plaats vond onder leiding van Mevr. Smit. 0UVE NIEDORP De jaarlijksche schouw der polderdijken en dui kers van den W.O.L.-polder is bepaald op Woensdag 13 dezer. De heer J. Wz. Dekker heeft wegens zijn vertrek naar Alkmaar bedankt als lid van den raad van toe- zich der Boerenleenbank. De drie maandelijksche rekening v. h. R.K. zieken fonds wees uit dat in dat kwartaal werd ontvangen aan contributie f 130 en uitgegeven wegens Zieken geld en onkosten f 160.23. In dit kwartaal waren reeds 17 nieuwe leden bijgekomen. Het laat zich aanzien, dat dit getal nog aanmerkelijk zal vermeerderen, aangezien nog vele jonge personen niet verzekerd zijn. WARMEN EU 1 ZE N Reductie op Landerijen. Behoudens goedkeuring van den Raad is het Bur gerlijk Armbestuur voornemens een reductie op de landerijen to te staan. t.w. op bouwland 25 en op de losse landerijen 30 tot 50 reductie. HOOGWOUD Naar we uit goeden bron hebben vernomen, is het land van de strijkgeldbalers Kramm en Leeuw onder- handsch verhuurd aan den heer P. Donker Jz. aan de Pade en dat van Mooi, Borst en Blom aan den heer W. Rooker Dz., wonende aan het Noordeind. beiden alhier. Aan den dienstplichtige Cornelis Jan Hartog, no. 168 van de lichting 1932 dezer gemeente, is een be wijs van ontslag uit den dienst uitgereikt wegens uit sluiting (artikel 25. 1a der Dienstplichtwet). FEUILLETON !f.4AR BET ENGELSCH. 4. Winnie's woorden klonken nog na ln Esmay's gemoed eri zij was vastbesloten, om het raadsel van Zuster Jeanne's veelzijdige handigheid zoo gauw mogelijk op gelost te krijgen. De gelegenheid daartoe deed zich voor, toen de Zuster op een goeden avond eens een paar schortjes aan het knippen was voor Lallie. Doordat Es- *aay zoo stil en verwonderd zat toe te kijken, vroeg Lorraine onwillekeurig. -wel. wat is er. liefste?" niet, hoe u van zooveel dingen verstand neot!" .Jk hebt geleerd onder een strenge meesteresse: de oede en zij heeft mij het een na het ander doen «aanpakken." -''Jk We®t* u al vroeg uit verplegen moest, om in gen onderhoud te voorzien," stamelde Esmay; „maar voorbeeld beter-koken dan Moeder en Mar- en...", «Mijn moeder is twee jaar ziek geweest, eer zij stierf kam 6n. °°kt® 'k voor haar. Wij woonden ergens op van SrS '1 ^am'kerwelh De hospita., een oude dienstbode iHira °nS' a'les geleerd en liet ons veel smake- r voedsel hebben, dan Ik voor onszelven had kun- weer aafmaken- Uit dankbaarheid hielp ik haar dan *k i het eten voor de andere pensionnaires, die *«1 »n huis had." leert'11""" dat Japonnen maken? Heeft u dat ook ge- liiirmf60' kindje. maar lk geloof dat ik daar een natuur- k-v a ^^leg voor heb, die ik zeker van mijn moeder zoo ni Was 200 knap met haar handen; zij kon ven If°°l ?n zo° kunstvaardig werken. Vader is ges tor- dien ^6n d,'e Was' beb wel eens verL®ld. Sinds zien a® eeft Moeder in ons beider onderhoud voor- te ziet °?fdzakelijk met japonnen maken. Toen zij er voor h»!n te,zwak voor werd, heb ik het nog een tijdje had ik r gebouden- Toen zij van mij genomen was, leertSeeQ thu,B' maar heb toen voor verpleegster ge- De tranen stonden Esmay in de oogen. Zij sloeg den arm om Zuster Jeanne heen en liet de wang tegen haar wang rusten. „Wat bent u toch knap!" fluisterde zij, „en moedig! Ik denk niet, dat ik mij alleen en door geslagen zou heb ben! U heeft al zoo'n boel verdriet gehad en u is toch nog zoo jong." „Ik ben vijf en twintig, liefste, dat is nu -niet zóó jong meer! En ik ben in het geheel niet knap. Ik kan niet piano spelen, zooals jij, of teekenen zooals Winnie. Ik kan enkel miin best doen, om nuttig te zijn. Maar toch ben ik blij, dat ik tot de klasse van werkende vrouwen behoor: het leven zou mij anders zoo doelloos lijken!" HOOFDSTUK HL „Lance komt morgen thuis", zei Mrs. Hassell, met stralend gelaat opkijkend van den brief, dien zij aan het lezen was. „Dat is goed nieuws", zei Keith hartelijk. „Hoe lang blijft bij?" „Vier dagen, tot Maandag." „Wat kort maar!" riep Fulke. „Maar we kunnen nog heel wat pret hebben in dien tijd. Ik ben blij, dat Gill en ik vandaag nog op school zijn, anders zouden we maar moeten helpen met de voorbereidende maatregelen Zuster Jeanne, ik zou er maar stilletjes tusschenuit gaan, als ik u was, want als Lance thuis komt, staat het heele huls op stelten dan wordt het gemeste kalf geslacht, al is hij dan ook gelukkig niet de verloren zoon!" „Ik ben blij. dat hij nog komt, terwijl je hier bent", viel Mrs. Hassell in. ,,'t Is toch zoo'n aardige jongen. Hij zal zeker ook wel in je smaak vallen. Zuster Jeanne was daarvan nu niet zoo overtuigd. Zij had zoo haar eigen opvattingen van den lieveling van de familie... Wie was Lance Hassell toch, dat hij op zijn achttiende jaar nog op de King Henry's School ging, terwijl hij op dien leeftijd toch liever al zijn eigen kost had moeten verdienen! Wat een voortdurende fi- nantieele inspanning eisch te dat van zijn oom! En on willekeurig wierp z\j zulk een verontwaardigden blik den kant van Keith Walden uit, dat die zich verbaasd afvroeg, wat hij wel ia haar oogen midaan kon hebben. Maar, toen Lance kwam, was Zuster Jeanne onmid dellijk ook onder de bekoring van den alleraardigsten, vroolyken, knappen Jongen. Ze moest ook wel met hem ingenomen zijn, al was het alleen maar om de teeder- heid, die hij zijn moeder betoonde en de belangstelling in ieder afzonderlijk. Ook was hij onweerstaanbaar in zijn grappen, maar wel kon zij er af en toe eens boos om worden, als ze van zijn zorgelo->e, stralend gelaat keek naar het magere, vermoeide gezicht van Keith; van de keurige kleeren van het neefje naar het nage noeg afgedragen pak van zijn oom; en als zij luisterde naar zijn toekomstplannen, die vrij zelfzuchtig waren. Dit maakte dan ook, dat die twee voortdurend in een woordenstrijd waren gewikkeld, waarin de anderen ple zier hadden. „Scott heeft in denzelfden trein gereisd," zei Lance tot zijn moeder, kort na zijn komst. „Hij stapte af in Greasley. Hij was anders heel aardig tegen mij, maar nu staarde hij mij verwoed aan en knikte niet eens terug. Wat kan daar achter zitten, Moeder? Heeft Keith hem weer eens onder handen gehad?" Lance zat met Mrs. Hassel en Zuster Jeanne voor het open venster van de lange zitkamer en liet de stem wat zakken, terwijl hij over zijn schouder naar Esmay keek, die aan het piano spelen was, aan het andere einde van het vertrek. „Neen", antwoordde zijn moeder even zacht. „Maar hij is woedend, omdat Miss de Rosevillo hem het rentmees terschap van Suttonthorpe ontnomen heeft. Ze heeft ge zegd, dat ze voortaan alle zaken rechtstreeks met Keith wil behandelen." Toen Esmay en Lance even later samen den tuin eens rondgingen, werd Mrs. Hassell weer zeer vertrouwelijk. „Wij praten nooit van Scott, waar Esmay bij is," zei ze. „Ten onrechte acht zij zich de oorzaak van de slech te verhouding tusschen Scott en Keith, en is altijd bang, dat de rentmeester mijn broer eens het een of ander kwaad zal toebrengen, enkel en alleen uit wraak!" „Had Esmay dan Iets met hem uitstaan?" vroeg zus ter Jeanne. „Ja, dat kwam zóó: Esmay ging op een dag in het vroege voorjaar naar Brammington boodschappen doen, en, omdat zij niet anders dan met den laatsten trein zou kunnen teruggaan, zouden wij den knecht met het wagentje zenden om haar te halen. Maar Jack reed naar het station van Greasley, in plaats van dat van Wood- cote. Het arme kind was erg verschrikt, want zij was vijf mijlen hier vandaan, het was donker en ze was be laden met pakjes. Scott was aan het station van Greasley met zijn dogcart en toen hij aanbood, naar huls te rij den, nam rij die uitnoodiglng aan. Nu soliijnt die nare man het haar onderweg lastig gemaakt te hebben, en, toen zij hier kwam. zei hij, dat ze niet mocht uitstappen, eer ze hem gekust had. Natuurlijk weigerde zij boos en verontwaardigd, maar hij hield haar tegen en kuste haar wel een paar maal. Ze ging regelrecht naar Keith toe. dat doen ze allemaal, als er 't een of ander is en die ging den volgenden ochtend naar Scott en eisch- te van hem een genoegdoening. Niet alleen weigerde de rentmeester dit, maar h\j was zeer beleedigd; zei, dat mijn kind. arm als ze was, zich nog vereerd moest voe len, dat hij aandacht aan haar had geschonken: en zoo voort. Nu. Keith roste hem toen zóó geweldig af, dat hij op de plek om genade vroeg." „Zijn verdiende loon!" meende Zuster Jeanne van harte. Zondag, Lance's laatsten dag op de boerderij, was het ontzettend warm. Geen blaadje bewoog: de lucht trilde van de hitte en op de meest beschaduwde plekken wa# het onverdraaglijk heet. In huis heerschte een doodsche stilte, of de bewoner* rustten, of in slaap waren. Lance, die doelloos om het huis rondliep, was tegen theetijd juist aan den achterkant, waar hij Zuster Je anne zag, die Gil hielp met het afkoelen van de melk. Het was geen lichte taak, het water op te pompen in het koelvat en hij keek naar haar met verbazing en half met misnoegen. „Waarom ter wereld doet u dit? Ik begrijp niet, dat Keith het hebben wil!" „Hij weet 't niet, maar de knechts zijn al vroeg weg op één na. omdat Mr. Walden wil, dat zij naar de kerk kunnen gaan, als zij dit verlangen; en Fulke heeft hoofd pijn; dus help ik Gil." Lance schoof haar zachtjes op zij en begon zelf ta pompen, korte, krachtige slagen, terwijl hij de andere hand in zijn broekzak hield. Hij keek nieuwsgierig naar haar, terwijl zij op een omgekeerd emmertje was gaat zitten en zich koelte toewuifde met een rhabarberblad. Zij zag er verhit uit en het mooie, lokkige haar zat in vochtige krulletjes tegen haar voorhoofd geplakt. „U is geheel óp", zei hij vermanend. „Waarom hebt u dit ook gedaan?" „Om mijn spieren te ontwikkelen en vooral mijn bi ceps krachtiger te maken", zei ze lachende; den arm langzaam op en neer bewegend. „Vertel het vooral niet aan Mr. Walden; die zou mis schien nog denken, dat ik mij wilde indringen," Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 13