Landelijke Ruitersport in het Noorden. BESTUURSVERGADERING NOORDERMARKTBOND. had zij rust gevonden! Eindelijk Woensdag 13 April 1932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9053 Officieele meldingen. Langs den hoefslag. Het koopen op bonnen opnieuw veroordeeld. Alle correspondentie betrekking hebbende op deze rubriek, te zenden aan J. C. Vethman, Waardpolder. golhorn. TeL 25. Nadruk verboden IfEDSTRIJDEN. Anna Paulowna, 19 Juni. Concours-Hipplque. Midden Beemster 3 Augustus, Sterrlt. Opmeer, Concours-Hipplque, Juni yiElJWE L. B. Te Bergen (N.H.) is een nieuwe L.R. opgericht. Tot secretaris van de L. R. „Bergen" is benoemd de heer Eddi Voute. Eeuwige Laan, Bergen (Binnen). XEDEN LIJ STEN. De L. R. „De Noorderruiters", „Kapitein van der Wal", en de nieuwe L. R. „Bergen" worden verzocht bun ledenlijsten in te zenden. Voor goede verspreiding onzer ruiterrubriek is dit dringend gewenscht. SECRETARIATEN worden vei zocht alle bijzonderheden ais vergaderingen, wedstrijden, vereenigingsleven in deze rubriek bekend te maken. Des te meer publiciteit, des te grooter onze organisatie, Ruitersport ten plattelande. Vm. Een avond bij de L. R. „Kapitein van der Wal" te Hoofddorp. Door omstandigheden, bandenpech wordt veel als excuus genomen, misten wij de beide eerste nummers van het wel gevulde programma, dat ons door de L. R. „Kapitein van der Wal" in samenwerking met Ritmeester de Kruif werd aangeboden. Wij vergaten dit bij het bin nenkomen echter onmiddellijk en waanden ons in een circus, werden onmiddellijk geboeid door het 3e pummer dat pas eep aanvang had genomen. Voltige, uitgevoerd door de heeren G. G. Petrie en "A. C. van Nieuwenhuizen, beiden in helkleurige jockey-cos- tuums; midden in de groote manegeruimte is een keu rige circuspiste aangelegd, bestrooid met spierwit schaafsel. Een rustig galoppeerend paard bijgezet, volgt den hoefslag hiervan, af en toe even aangedreven door de zeer beschaafde chambriere knal van den leider-in structeur, den heer Lijssen. Lustig en vol spirit gaan de oefeningen van de beide heeren op de rythmiache ca dans der muziek. De oefeningen worden zonder één misgreep uitgevoerd, in éen woord schitterend. De leider verzekerde ons dat deze vrij zware voltige oefeningen in 8 a 10 lessen zijn geleerd. Een ander tooneel. Othello, den heer Lijssen's eigen dom. wordt binnengeleid. Hoe mooi zijn de in vrijheid uitgevoerde manoeuvres van dezen zwarten hengst. Hoe ontzettend veel geduld en liefde moet hier noodig ge west zijn om het zoover te brengen met een paard. Hulde heer Lijssen voor uw werk! Hierop volgt een komisch nummer: broekenroof. Vier ruiters en drie broeken. Iedere ruiter probeert met een broek aan op zijn paard te komen, wat koddige too- neeltjes geeft; de overblijvende moet retireeren met zijn paard, ongeveer als bij stoelendans. Een prettig spel, waarbij veel werd gelacnen. Nüjia pauze krijgt man Belle et Bonne, eigendom van den heer Bultman, voorgereden door den heer Lijssen. Nog maar enkele malen door den instructeur gereden, lraaia schimmel, met mooie gangen. Wij hebben de ver hevea zitplaats des heeren Lijssen niet benijd en geloo- ven dat Belle et Bonne geen katje is om zonder hand schoenen aan te pakken. Toch toonde de instructeur otfs. dat hij alreeds voor een groot deel dit paard met temperament heeft veroverd. Hierop volgt wel het glansnummer van den avond: de schimmel van Griffioen (Amstelruiter) ook weer voorgereden door den instructeur. Ademloos zien de vele aanwezigen toe. hoe dit paard de manege als het ware doorzweeft, „Freule" toont ons haar geheele kunnen, hoe heerlijk mooi, Dan eindigt het dier haar bewegingen, en langzaam met berijder knielt ze, rustig, alles even rustig, stijgt de berijder af. En weer met langzame be rekende overgangen gaat het beest liggen, stom en stil. Zelfs als de heer Lijssen staan gaat op het schijnbaar levenlooze paardenlichaam, zijn chambrière herhaalde malen latende knallen, verroert ze geen spier; lang zaam verheft Freule zich op de voorhand, en maakt haar compliment voor het publiek. Een zucht gaat door de rijen, een donderende ovatie is 't loon voor paard en dresseur. Naar wij vernemen heeft de heer Griffioen zelf dit paard zoover gebracht. Hulde! In een door den heer Kapt. Keppel Hesselink ge houden toespraak, noemt spr. den heer Lijssen een der beste instructeurs van Nederland en inderdaad, „Kapi tein van der Wal" kan trotsch zijn op haar eminenten leider en grooten vriend hunner paarden. Wat een prachtig arbeidsveld ligt hier open met een dergel ijken meester. Nog krijgen iVij te zien Individueel springen en sprin gen met groepen. Zeer goede sprongen werden uitge voerd, doch de korte afstanden der hindernissen onder ling en de te maken scherpe wendingen deden veel af breuk aan 't geheel. Niettegenstaande hebben de rui ters getoond te kunnen rijden en vaste rit te hebben. In het Individueel springen werd G. G. Petrie (Kapi tein van der Wal) primeur, terwijl J. Petrie, Noox-dam, (Amstelruiters) 2e en 3e werden. Springen met groepen (twae niiters). Hier werden de beide groepen der Am- stel ruiters favoriet. Mevrouw Sohwash, de sympathieke rugsteun der L. R. Kapitein van der Wal, reikte persoonlijk de prijzen uit. Een mooie, leerzame avond. Hoe oneindig ver lijkt ons dan het alledaagsche gejaag naar allerlei onbenul lige pretjes. Wat een energie en doorzettingsvermogen geduld en liefde voor het paard moet er zijn bij deze keurige ruiters. Hoe schitterend was de verzorging van het toilet der paarden en harnachementen. Geen enkele afwijking: Af, tot in de finesses. Rustig en beschaafd de afwerking van het geheele programma, en toch... allen boerepaarden en boerenjongens en -meisjes. Vm. WEER EEN NIEUWE LANDELIJKE RIJVEREENIGING. Te Bergen. Donderdag l.L hield te Bergen het voorloopig bestuur voor een aantal belangstellenden een algemeene verga dering met het doel. het genomen initiatief door te zet ter en een L. R. op te richten. Na het welkomstwoord van den Voorzitter, den heer Mr. H. Judell. geeft deze 't woord aan den Instructeur van R.A.P., den heer Vethman, die vervolgens spreekt over doel en strekking der landelijke ruitersport. Na afloop hiervan vult de heer Judell een en ander nog aan door te vertellen, de kameraadschappelijke geest die er heerscht tusscben de ruiters en amazones dei Landelijke Rijvereenigingen. Spr. brengt hier eeni- ge gevallen naar voren door hem waargenomen, van de ruiters, die vorig jaar een propaganda rit ondernamen voor het bekende concours te Bergen. Het optreden van deze jonge boerenmenschen tegenover hun leider heeft spr. met diep ontzag vervuld voor de Landelijke Ruiter sport en haar strekking. Het voorloopig bestuur, bestaande uit de heeren H. Judell, Voorzitter; Voute. Sr., vice-voorzitter; Eddie Voute, secretaris, Boendermakers, penningmeester, wordt bij acclamatie bekrachtigd. Tot instructeur werd alreeds benoemd de heer Telleman te Alkmaar. Reeds gaven 1112 leden zich op. Een groote aan spoorder tot het oprichten der vereeniglng is wel ge weest de heer Schouten, stalhouder te Bergen. Het nieuwe costuum der N.H. Landelijke Rijvereeni- ging werd zeer goed ontvangen en zal eerlang wel tot deze dracht worden overgegaan. Het kardinale punt: zadels, was ook hier weer aan wezig. Wij twijfelen er echter niet aan of met een Voor zitter aan 't hoofd als Mr. Judell, de figuur van vorig jaar uit Bergen's kampioenswedstrijden-concours, zullen alle hinderssen wel te overkomen zijn; Aansluiting bij de Ned. Fed. en Prov. Comm. zal hier wel spoedig vol gen. In zijn sluitingswoord brengt Voorzitter dank aan in structeur Vethman voor zijn gehouden uitleggingen, en dankt voorts allen voor hun aanwezigheid en spreekt den wensch uit dat de L. R. „Bergen" een voorspoedig vereenigingsleven moge tegemoet gaan. Vm. DE INLANDER ALS CAVALLERTEPAARD. Nog zoo'n kwaad dier niet als wel door sommige heeren wordt voorgesteld. Wanneer we zoo Donderdagsavonds ons blad „Ons Paard" lezen, dan komen we daarin tegenwoordig dik wijls stukjes tegenover den Inlander, als cavaleriepaard. Onze trouwe viervoeter wordt dan door heeren als re serve-luitenant Vlielander en anderen nogal afgekamd als zijnde minderwaardig voor dat doeleinde.Ik heb al eens gedacht: zou dat nu allemaal waar zijn? Ik kon dat niet gelooven. Wanneer er nog eens een paard door iemand genoemd werd, die veel gepresteerd heeft, b.v. indertijd Zwarte Griet, dan is dat een uitzondering op den regel. Maar nu schoot mij laatst dit te binnen, n.1. een afstandsrit. door ongeveer 50 dames en heeren uit de Haarlemmermeer gehouden, alleen gezeten op, laten wij maar eerlijk zeggen, evenveel ongetrainde Inlanders zoo bij den boer uit het land gegrepen. De rit had plaats zoo 3 weken na het concours te Hoofddorp, dus in het laatst van Juli meen ik. Het waren dames en heeren, die deel hadden genomen aan het vroeger zoo beroemde car:ousei. Het geheel stond onder leiding van kapitein Manté uit Leiden. Het was dien dag snikheet. De rit liep van Hoofddorp naar het Kamp van Laren. Hoe ver dat is. is ieder wel bekend. Hoofddorp was verzamel plaats. Wanneer ik er nu bij zeg, dat er onder die paarden wa.en, die 's morgens al ongeveer 12 K.M. hadden afgelegd, eer de rit begon, dan geloof ik dat zulken toch wel hun afstand hebben geloopen. Verder voeg ik er bij, dat er het laatste eind een tamelijk snel tem po, door een gedeelte galop werd gereden en dat bij.aankomst de paarden, nadat ze even over den trer.s hadden gedionken, voor de aanwezige toesohou- we; 3 in het Kamp van Laren, nog eerst even den caioussel van Hoofddorp hebben geloopen, hetgeen toch altijd nog weer zoo'n goede 20 minuten draf be- teehende. Toer de brave dieren op stal stonden, wa ren er 5 of 6 van de 50 die het te kwaad hadden met de warmte en niet goed aten. De beesten waren gras of klaver gewend, ze kregen nu hooi en geplette ha ver. Den volgenden morgen waren allen weer goed en namen weer deel aan den terugtocht, die allen gotl volbrachten Zouden dit nu alle 50 uitzonderin gen zijn op den regel? Ik geloof van neen. Ik ben blij dat ik dien rit zelf heb medegemaakt, want nu weet ik, dat er bij die heeren, die zeggen, dat de Inlander geen uithoudingsvermogen heeft, toch veel vóóroor deel bestaat. Wat ik ook nog even aanhalen moet, is, dat de Ier van Kap. Mante het eenige paard was, van de heele koppel, dat een drukking had. Toen ik bij de huzaren diende, hoorde ik herhaaldelijk van drukkingen bij die Ieren en nu rijd ik al jaren veel op Inlanders, maar het is een groote zeldzaamheid en meist eigen schuld, wanneer een Inlander gedrukt raakt. Nu kan het gebeuren, dat dit in het model Voorstellen voor de a.s. Algemeene Vergadering. De veilingsvereeniging „Noordermarktbond" verga derde Maandagmiddag te Noordscharwoude. Aanwezig was het geheele bestuur. De Voorzitter opent met een woord van welkom, waarna de Secretaris de notulen der vorige verga dering leest, welke ongewijzigd worden vastgesteld. De Voorzitter deelt mede, dat er voor de leden 3 pond bloeimkoolzaad van de soort kortbeen beschik baar is. Dit is een gering kwantum. Van de tusschen- soort is er een ruime hoeveelheid. Ingekomen is bericht van de Provinciale Veilings- Ccmmissie, dat tot secrearis dier commissie is be ne emd de heer P. Klant te Warmenhuizen. Verder een mededeeling van „Koophandel", dat deze bereid is de regeling inzake de 1/10 pet. korting vcor contante betaling, ook dit jaar te handhaven. Voorzitter deelt nog mede, dat een vergadering van den Vierbond is gehouden, waar voorgesteld werd den minimumprijs tot f 1.te verhoogen. Omwille der groote bezwaren om dit nog in het huidige seizoen tos te passen, is hiertoe echter niet besloten. Ingekomen is verder een schrijven van „Koop handel" met verzoek weer gelegenheid te geven om onderhands te koopen door middel van bonnen. Ver der klaagt deze vereeniging over concurrentie van grossiers buiten deze streek, die ook op de veiling kcopen. Tenslotte een klacht over niet kort genoeg afgesneden struiken der kool. Het bestuur ls het met het laatste eens; hiertegen moet streng worden opgetreden. Verder kan toch moeilijk tegen het tweede bezwaar worden opgetre den, omdat de vrije concurrentie dient te worden ge handhaafd. Wei zal iemand, die hier kool wil koopen eerder voordeel hebben als nadeel, indien hij hier dcor een deskundigen commissionnair laat koopen. Wat de bonnen betreft, het is toch wel ver gezocht als men in een jaar als dit nog meent gelegenheid te moeten hebben om uit de hand te koopen. Er wordt tegen geprotesteerd, dat een handelaar het heeft aan gedurfd om het in de krant zóó voor te stellen, alsof van het zadel zit. wij maken gebruik van een En- gelsch zadel met vilten onderdekje. Nu wil ik nog even wat vertellen van ritjes die ik den laats ten tijd Zondags wel eens reed, met een ker.nls van mij. Het gebeurde vaak, dat wii om 5 a 6 uur 's morgens reeds te paard zaten. Wij reden dan vanaf Abbenes naar het strand en kwamen daar zoo tusschen Noordwijk en Zandvoort. Eerst reden wij dan naar Zandvcort. lieten daar de paarden even rusten en drinken en dan gingen wij naar Noordwijk langs het sti'and en soms ook heele einden door de duinen. Dit was natuurlijk een zwaar terrein. Van Noordwijk gingen wij naar huis. Nooit hebben on2e pas rden, die in de week landbouwwerk verrichten, ons po zoo'n rit in d ...steek gelaten en steeds gingen ze 's Maandags weer voor de ploeg of wagen en deden hun werk, als hadden ze Zondags niet zoo'n groote ma sch gemaakt, maar rustig op stal gestaan. Ik wilde een en ander even in ons blad melden, om onze landelijke x-uiters, die door het schrijven van heeien als res.-luitenant Vlielander en anderen, h,et vertrouwen in hun viervoeter zouden verliezen, eer'.gszins gerust te stellen. Rijdt gerust van huis, vei orgt Uw paard goed en houdt steeds veel achting voer hem, want heusch, ik geloof U wel getoond te heb'xen, dat onze Inlander nog zoo slecht niet is, als die heeren wel zeggen en dan komt hier nog bij, alle wa" r naar zijn geld. Ik hoorde laatst vertellen, dat een Ier, eer het beest afgericht is, zoo circa f 2000 kost aan het rijk. Wat zouden onze landbouwers blij zijn als ze voor hun 7-jarig paard, want dat is de Ier ook ,als hij afgericht is en bij het escadron komt, van het rijk b.v. eens f 700 kregen. Het gaat hier natuurlijk over zadelpaarden. gereden door de lande lijke ruiters, want deze zijn dikwijls ruim zoo goed af gericht ,als de Ieren, die bij den troep komen. Wat zou het rijk op zoo'n manier nog aardig wat geld ku: aen besparen en de landbouwers zouden met merr pleizier Oldenburgers fokken. Met dank voor de plaatsing, Hoogachtend. C. W. RÓSSING, Secr. L. R." „Kita Seneny". de ellendige toestand voor een deel aan de afschaf fing van de bonnen is, te wijten. De vergadering beaamt de meening van velen, dat er een betere aanvoerregeling moet komen, maar dit zal op andere manier moeten dan door verkoop uit de hand. Wegen» net te veelvuldig afgeven van bon nen en om andere misbruiken, moest ook wel gebro ken worden met het systeem om voor kleine kwan- tums, die nog noodig waren voor bijlading van wa gons, bonnen af te geven. Hierop wordt niet verder ingegaan. De Voorzitter deelt nog made, dat nog niet kan ge zegd worden, dat de gevraagde toeslag van f 100. op een wagon kool is afgewezen, maar deze zaak stelt zeer teleur en is tot heden niet verkregen. De organisatie heeft zich nu tot H.. de Koningin ge- we nd. Vervolgens zijn aan de orde de door de aangesloten ve eenigingen ingediende vooi'stellen voor de a.s. al gemeene vergadering. Door „Nieuw Leven" wordt voorgesteld om met Regeeringssteun garantiepx-ijzen vast te stellen voor sommige tuinbouwproducten. Ditzelfde idee wordt gelanceerd door den L.T.B. afd. Langendijk. Bedoe ling is meer zekerheid te krijgen voor de bedrijven, en dit zijn zoo goed als alle, die het niet meer kun nen uithouden. De gedachte wordt sympathiek ontvangen. Over de uitwerking zal nog wel veel moeten worden beraad slaagd en daarom wordt besloten het principe van dit voorstel op de agenda voor de alg. vergadering te plaatsen. De L.T.B. afd. Langendijk stelt verder voor om een fonds te vormen voor uitbetaling van het goed, dat de:i minimumprijs niet kan opbrengen, door middel van een hooger marktpercentage en hiervoor tevens subsidie te vragen van de Provincie. Besloten wordt de alg. vergadering voor te stellen om machtiging te vragen voor het bestuur om hoog stens 1 pet marktgeld te heffen voor dit fonds. Ove rigens is het algemeen idée. dat bij gelijkwaardige veilingen eenzelfde percentage wordt geheven, maar overigens de uitwerking te laten aan elke betrokken veiling. De L.T.B. afd. Heerhugowaard-Noord stelt voor het vcorstel inzake boonen- en nepveiling in den namid dag, vorig jaar genomen doch niet uitgevoerd, dit ja?.r toe te passen. Voorzitter zegt, dat het aanvoeren der boonen in manden of kisten reeds een groote verbetering is ge weest; spr. i3 bevreesd, dat middagveiling niet zal gelukken wegens de te geringe hoeveelheid. Mede- feuilleton tiaar het enoelsch. A Gil had van de gelegenheid gebruik gemaakt om' te ontvluchten en ze waren geheel alleen in de koelschuur. Zuster Jeanne had haar zwarte japon aan, maar zij droeg wel degelijk haar muts en haar groote witte sohort.. e .zat naar het koelvat te kijken en Lancs vond haar °nv®rgelijkelijk lief. Hij bood ook 'n schllderachtigen lp*v/ met £esPierde gestalte, zijn donker, krul- uite t ij 60 zi]n wel"besneden trekken. Hij had zijn jas Pen D n 6n Was in z'-*n hemdsmouwen aan het pom- en di e.^necllt' die met den melkemmer binnenkwam rend heek naar hen beiden met een bewonde- laat Gn en met een breeden grijns op zijn rood ge- koelvat vol was. kwam Lance naast haar staan en begon: lernnn^f hee' mooi, zuster Jeanne. Ik heb nog nooit zon» a f002*** bewonderd. Wilt u mij trouwen, als ik Z?' i m *auw volwassen ben?" helderop, maar antwoordde toen even ern- Cr mi^ nog eens °P bedenken, en, omdat dit Fn li660 P?ar Jaar duurt> beb ik nog den tijd." wanrfonT ri dan' in afwachting daarvan, vast een ngetje door de velden maken, na de thee?" »£®en. ik ga naar de kerk." „Waarom?" goed^"1 Mr' Walden het graag heeft en omdat het ook tL d? ,reeS dan voor èèns '8 ondeugend! Ik verzeker nu wn. „6r ^eel meer voldoening in zult vinden, als u en hf>t n®0 oorzaam is! Brave menschen zijn zoo saai Maar S laatste avond thuis, moet u denken." gin? to,.21 ef Jeanne was bestand tegen zijn gevlei en met Winnie'en Keit^ j°Dgen8' t6rwW Bsmay Volgde eincHp avondeten beloofde zij toch met Lance een staken, vro^g^^160 e" terwijI 26 het grafiperk over- «Krijg je altijd zoo je zin?" 'jna altijd. Maar weinigen kunnen mij weerstaan... Eerlijk gezegd, geloof ik ook niet, dat zij het eens on dernemen!" Keith Walden zat in de begroeide veranda te lezen en te rooken en keek hen na. tot ze uit het gezicht verdwe nen waren. Lance had ziin hand door haar arm gestoken en vroolijk pratend en lachend liepen zij voort. Ze wa ren nog zoo jong vergeleken bij hem. en met een zucht keerde hij weer tot zijn boek. Ze liepen een eind door de velden, tot die overgingen in een laantje en hier zette Zuster Jeanne zich op een opstap, terwijl Lance aan haar voeten ging zitten. In de heg kweelde een merel; een konijntje, gestoord in zijn avondmaal, vloog bij hun nadering op, en in de weiden, aan weerskanten, lagen de koeien vreedzaam te herkauwen. De stille schoonheid van het landschap trof hen bei den en Jeanne voelde ook enkel lust, om daarvan te ge nieten niet om te praten. Geheel in tegenstelling met hetgeen zij dacht, begon Lance: „Ik begrijp niet, hoe je ooit roeping voelt, om boer te zijn: het is een hondenbaantje!... Als ik nu eens denk; dit veld met suikerbieten. Den vorigen keer, toen ik thuis was, stond Keith van 's morgens achten tot 's middags vijven, iederen biet, stuk voor stuk, uit den grond te halen en er weer in te zetten." „Ik vind het een prachtig, vrij, onafhankelijk leven!" riep Jeanne verontwaardigd. Het is alleen jammer, dat het zoo weinig winstgevend is. Als men je zoo hoorde. Lance, dan zou men denken, dat boeren een verachtelijk soort menschen waren. En hoe zou dat nu kunnen voor hen, die zoo met en in de Natuur leven, die haar gehei men leeren verstaan en tot in het binnenste van de aarde doordringen." „Ze geven wat om de Natuur!... Ze beschouwen alles, zelfs hun dieren, als handelsartikel! Ik heb nog nooit een boer ontmoet, met wien je een verstandig woord spreken kunt" ,Jk wel", zei ze droog. „U meent zeker Keith?... Ja, die is nu de gelukkige uitzondering; maar toch ook vreeselijk kleingeestig en bekrompen." Haar oogen begonnen te flikkeren. „Wees maar dankbaar, dat zijn „kleingeestigheid en bekrompenheid" je dan althans de vrijheid schenkt, om een ander ambt te kiezen; dat hij door zijn zwoegen en slaven je een meer intellectueele loopbaan zal openstel ler." ..O. u bedoelt, dat ik college ga loopen? Ja. ik heb al meer gemerkt, dat dit een teer punt bü u is. Ik heb ook niets tegen Keith; maar u kunt het boeren toch geen .edel ambacht" noemen?" ,.Ja, zeker. In ieder geval vind ik, dat Mr. Walden een zeer edel leven leidt..." ..Kom, geloof mij: Keith zou het boeren al lang op gegeven hebben, als hij zich maar een beetje boven het gewone wist te verheffen." Als Lance had opgekeken, zou hij gezien hebben, hoe zij de lippen op elkaar klemde en hoe een donkerroode blos haar gezichtje overtoog. Toen zij echter niets zei, ging hij kalm voort: „Keith zelf had niet veel aanleg, maar hij wil, dat ons alle gelegenheid zal worden gegeven om te leeren, wat wij verlangen, 't Is ook niet meer dan natuurlijk, dat hij voor onze belangen zorgt, al vergt dit menige opoffe ring zijnerzijds." ..Dus je geeft toch toe, dat het hem wel eenige opof feringen kost?" vroeg zij sarcastisch. „Zeker, dat is zoo." ..En heb je er ooit wel eens bij stilgestaan, dat hij, door die zorgen voor je aller belang, zijn eigen toekomst totaal opoffert?... Niet alleen dat hij zich niets geen genoegens of uitspanningen gunt maar, terwijl hij jullie allen heeft te onderhouden, kan hij nooit een eigen ge zin hebben." „Keith is een ouwe droogpruim. Hij verlangt in het geheel niet naar genoegens en uitspanningen. En wat je kent. daar kan je ook niet naar verlangen. En wat be treft een eigen gezin te willen hebben, ik geloof, dat hij nooit aan een vrouw heeft gedacht. Hij geeft niet om vrouwen; hij heeft zeker nooit van zijn leven een meisje gezoend, hij heeft zulke eigenaardige begrippen; ziet het leven heel anders dan het is; zoo zal hij het zich in 't geheel niet kunnen begrijpen, dat ik in Ox ford natuurlijk toch wel wat meer geld zal noodig heb ben". ..Toch hoop ik maar. dat je geen schulden zult maken", zei ze heel ernstig. „Ik vrees, dat je geneigd bent, het er goed van te nemen. oZo zie ik ook wel, dat je een duren kleermaker hebt." „Ja. dat is zoo, maar ik kan het niet hebben, dat je ltleeren je niet goed aan het lijf zitten, Keith kan het niet schelen, wat hij aan heeft en nóg is hij zoo zorg zaam voor zijn boerenpakken. Dan moest u hem in 't najaar eens zien als ze het hooi gaan overdekken, dan draagt hij om iedere knie een stuk van een ouden zak!" En nóg moest Lance lachen bij die herinnering. Dit nu was de druppel, die bij Zuster Jeanne de maat deed overloopen. Zij sprong van den opstap en trilde over al haar leden' van verontwaardiging. ,.0. wat ben je toch aanmatigend en zelfzuchtig! Wat heeft hij zich toch in je vergist! En wat hebben ze zich allemaal vergist. Ik heb het land op mijzelve. dat ik naar je geluisterd heb! Ik wil ook nooit meer met je spi-eken. Neen. je hoeft niet mee te gaan. Ik ga liever all r-en." 2:ij liep vlug. zonder omkijken, en dat was ook maar gced, want Lance stond tegen den opstap geleund,met de handen voor het gezicht te lachen, dat hij schudde: „Lance, man, je hebt je roeping gemist! Je hadt too- neolspeler moeten woi'den... Maar nu weet ik meteen, wat ik al lang vermoed heb ofschoon zij het zelve zeker nog niet weet. Zou ik er niet eens een novelle over schrijven: „De zelfmisleiding van Zuster Jeanne?" Naarmate Jeanne dichter bij de boei-derij kwam, ging zij langzamer loopen. Zij schaamde zich over zichzelve, dat zij zoozeer haar zelfbeheersching verloren had en dit nogal over iets, dat haar feitelijk niet aanging. Ze wes nu niet langer boos, maar bedroefd, en de tranen sti'oomdeii haar langs de wangen. „Ik zal niet door de voordeur binnengaan'', prevelde zij in zichzelve. „Dan zouden ze allicht vragen, waar Lence is. Maar ik zal door den tuin gaan." De schemering was ingevallen en de schaduwen waren lang en donker. Ze schrikte, toen zij bij het hekje kwam en daar een man overheen geleund zag staan. Het was Keith Walden. Hij nam de pet af, stak de pijp in den zak en hield het hek voor haar open. De sporen van tranen op haar gezichtje ontgingen zijn scherpen blik niet. „Wat is er gebeurd? Heeft iemand u schrik aange jaagd? Waar is Lance?" „We hebben gekibbeld," zei ze met een poging tot lachen; .dus ben ik alleen naar huis gegaan." „Gekibbeld met Lance?... Dat zal dan een nieuwe er varing voor hem zijn! Iedereen kan het goed met hem vinden. Hij is een beste jongen en altijd zoo makkelijk in den omgang!" De tegenstelling tusechen die vriendelijke woorden en de kleineerende wijze, waarop Lance zich over zijn oom had uitgelaten, bracht op nieuw haar bloed aan het ko ken. „U denkt te goed over heb! Daar hebben wij juist over gekibbeld. Hij verdient niet ai uw vriendelijkheid; hij stelt in 't minst niet op prijs de opofferingen, die u zich voor hem getroost" „Opofferingen Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5