Landelijke Ruitersport in het Noorden.
BESTUURSVERGADERING
NOORDERMARKTBOND.
had zij rust gevonden!
Eindelijk
Woensdag 13 April 1932.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9053
Officieele meldingen.
Langs den hoefslag.
Het koopen op bonnen
opnieuw veroordeeld.
Alle correspondentie betrekking hebbende op deze
rubriek, te zenden aan J. C. Vethman, Waardpolder.
golhorn. TeL 25.
Nadruk verboden
IfEDSTRIJDEN.
Anna Paulowna, 19 Juni. Concours-Hipplque.
Midden Beemster 3 Augustus, Sterrlt.
Opmeer, Concours-Hipplque, Juni
yiElJWE L. B.
Te Bergen (N.H.) is een nieuwe L.R. opgericht. Tot
secretaris van de L. R. „Bergen" is benoemd de heer
Eddi Voute. Eeuwige Laan, Bergen (Binnen).
XEDEN LIJ STEN.
De L. R. „De Noorderruiters", „Kapitein van der
Wal", en de nieuwe L. R. „Bergen" worden verzocht
bun ledenlijsten in te zenden. Voor goede verspreiding
onzer ruiterrubriek is dit dringend gewenscht.
SECRETARIATEN
worden vei zocht alle bijzonderheden ais vergaderingen,
wedstrijden, vereenigingsleven in deze rubriek bekend
te maken. Des te meer publiciteit, des te grooter onze
organisatie, Ruitersport ten plattelande.
Vm.
Een avond bij de L. R. „Kapitein van der
Wal" te Hoofddorp.
Door omstandigheden, bandenpech wordt veel als
excuus genomen, misten wij de beide eerste nummers
van het wel gevulde programma, dat ons door de L. R.
„Kapitein van der Wal" in samenwerking met Ritmeester
de Kruif werd aangeboden. Wij vergaten dit bij het bin
nenkomen echter onmiddellijk en waanden ons in
een circus, werden onmiddellijk geboeid door het 3e
pummer dat pas eep aanvang had genomen.
Voltige, uitgevoerd door de heeren G. G. Petrie en "A.
C. van Nieuwenhuizen, beiden in helkleurige jockey-cos-
tuums; midden in de groote manegeruimte is een keu
rige circuspiste aangelegd, bestrooid met spierwit
schaafsel. Een rustig galoppeerend paard bijgezet, volgt
den hoefslag hiervan, af en toe even aangedreven door
de zeer beschaafde chambriere knal van den leider-in
structeur, den heer Lijssen. Lustig en vol spirit gaan de
oefeningen van de beide heeren op de rythmiache ca
dans der muziek. De oefeningen worden zonder één
misgreep uitgevoerd, in éen woord schitterend.
De leider verzekerde ons dat deze vrij zware voltige
oefeningen in 8 a 10 lessen zijn geleerd.
Een ander tooneel. Othello, den heer Lijssen's eigen
dom. wordt binnengeleid. Hoe mooi zijn de in vrijheid
uitgevoerde manoeuvres van dezen zwarten hengst. Hoe
ontzettend veel geduld en liefde moet hier noodig ge
west zijn om het zoover te brengen met een paard.
Hulde heer Lijssen voor uw werk!
Hierop volgt een komisch nummer: broekenroof. Vier
ruiters en drie broeken. Iedere ruiter probeert met een
broek aan op zijn paard te komen, wat koddige too-
neeltjes geeft; de overblijvende moet retireeren met zijn
paard, ongeveer als bij stoelendans. Een prettig spel,
waarbij veel werd gelacnen.
Nüjia pauze krijgt man Belle et Bonne, eigendom van
den heer Bultman, voorgereden door den heer Lijssen.
Nog maar enkele malen door den instructeur gereden,
lraaia schimmel, met mooie gangen. Wij hebben de ver
hevea zitplaats des heeren Lijssen niet benijd en geloo-
ven dat Belle et Bonne geen katje is om zonder hand
schoenen aan te pakken. Toch toonde de instructeur
otfs. dat hij alreeds voor een groot deel dit paard met
temperament heeft veroverd.
Hierop volgt wel het glansnummer van den avond:
de schimmel van Griffioen (Amstelruiter) ook weer
voorgereden door den instructeur. Ademloos zien de vele
aanwezigen toe. hoe dit paard de manege als het ware
doorzweeft, „Freule" toont ons haar geheele kunnen, hoe
heerlijk mooi, Dan eindigt het dier haar bewegingen,
en langzaam met berijder knielt ze, rustig, alles even
rustig, stijgt de berijder af. En weer met langzame be
rekende overgangen gaat het beest liggen, stom en stil.
Zelfs als de heer Lijssen staan gaat op het schijnbaar
levenlooze paardenlichaam, zijn chambrière herhaalde
malen latende knallen, verroert ze geen spier; lang
zaam verheft Freule zich op de voorhand, en maakt
haar compliment voor het publiek.
Een zucht gaat door de rijen, een donderende ovatie
is 't loon voor paard en dresseur. Naar wij vernemen
heeft de heer Griffioen zelf dit paard zoover gebracht.
Hulde!
In een door den heer Kapt. Keppel Hesselink ge
houden toespraak, noemt spr. den heer Lijssen een der
beste instructeurs van Nederland en inderdaad, „Kapi
tein van der Wal" kan trotsch zijn op haar eminenten
leider en grooten vriend hunner paarden. Wat een
prachtig arbeidsveld ligt hier open met een dergel ijken
meester.
Nog krijgen iVij te zien Individueel springen en sprin
gen met groepen. Zeer goede sprongen werden uitge
voerd, doch de korte afstanden der hindernissen onder
ling en de te maken scherpe wendingen deden veel af
breuk aan 't geheel. Niettegenstaande hebben de rui
ters getoond te kunnen rijden en vaste rit te hebben.
In het Individueel springen werd G. G. Petrie (Kapi
tein van der Wal) primeur, terwijl J. Petrie, Noox-dam,
(Amstelruiters) 2e en 3e werden. Springen met groepen
(twae niiters). Hier werden de beide groepen der Am-
stel ruiters favoriet.
Mevrouw Sohwash, de sympathieke rugsteun der L.
R. Kapitein van der Wal, reikte persoonlijk de prijzen
uit.
Een mooie, leerzame avond. Hoe oneindig ver lijkt
ons dan het alledaagsche gejaag naar allerlei onbenul
lige pretjes. Wat een energie en doorzettingsvermogen
geduld en liefde voor het paard moet er zijn bij deze
keurige ruiters. Hoe schitterend was de verzorging van
het toilet der paarden en harnachementen. Geen enkele
afwijking: Af, tot in de finesses. Rustig en beschaafd
de afwerking van het geheele programma, en toch...
allen boerepaarden en boerenjongens en -meisjes.
Vm.
WEER EEN NIEUWE
LANDELIJKE RIJVEREENIGING.
Te Bergen.
Donderdag l.L hield te Bergen het voorloopig bestuur
voor een aantal belangstellenden een algemeene verga
dering met het doel. het genomen initiatief door te zet
ter en een L. R. op te richten.
Na het welkomstwoord van den Voorzitter, den heer
Mr. H. Judell. geeft deze 't woord aan den Instructeur
van R.A.P., den heer Vethman, die vervolgens spreekt
over doel en strekking der landelijke ruitersport.
Na afloop hiervan vult de heer Judell een en ander
nog aan door te vertellen, de kameraadschappelijke
geest die er heerscht tusscben de ruiters en amazones
dei Landelijke Rijvereenigingen. Spr. brengt hier eeni-
ge gevallen naar voren door hem waargenomen, van de
ruiters, die vorig jaar een propaganda rit ondernamen
voor het bekende concours te Bergen. Het optreden van
deze jonge boerenmenschen tegenover hun leider heeft
spr. met diep ontzag vervuld voor de Landelijke Ruiter
sport en haar strekking.
Het voorloopig bestuur, bestaande uit de heeren H.
Judell, Voorzitter; Voute. Sr., vice-voorzitter; Eddie
Voute, secretaris, Boendermakers, penningmeester, wordt
bij acclamatie bekrachtigd. Tot instructeur werd alreeds
benoemd de heer Telleman te Alkmaar.
Reeds gaven 1112 leden zich op. Een groote aan
spoorder tot het oprichten der vereeniglng is wel ge
weest de heer Schouten, stalhouder te Bergen.
Het nieuwe costuum der N.H. Landelijke Rijvereeni-
ging werd zeer goed ontvangen en zal eerlang wel tot
deze dracht worden overgegaan.
Het kardinale punt: zadels, was ook hier weer aan
wezig. Wij twijfelen er echter niet aan of met een Voor
zitter aan 't hoofd als Mr. Judell, de figuur van vorig
jaar uit Bergen's kampioenswedstrijden-concours, zullen
alle hinderssen wel te overkomen zijn; Aansluiting bij
de Ned. Fed. en Prov. Comm. zal hier wel spoedig vol
gen.
In zijn sluitingswoord brengt Voorzitter dank aan in
structeur Vethman voor zijn gehouden uitleggingen, en
dankt voorts allen voor hun aanwezigheid en spreekt
den wensch uit dat de L. R. „Bergen" een voorspoedig
vereenigingsleven moge tegemoet gaan.
Vm.
DE INLANDER ALS
CAVALLERTEPAARD.
Nog zoo'n kwaad dier niet als wel door
sommige heeren wordt voorgesteld.
Wanneer we zoo Donderdagsavonds ons blad „Ons
Paard" lezen, dan komen we daarin tegenwoordig dik
wijls stukjes tegenover den Inlander, als cavaleriepaard.
Onze trouwe viervoeter wordt dan door heeren als re
serve-luitenant Vlielander en anderen nogal afgekamd
als zijnde minderwaardig voor dat doeleinde.Ik heb al
eens gedacht: zou dat nu allemaal waar zijn? Ik kon
dat niet gelooven. Wanneer er nog eens een paard door
iemand genoemd werd, die veel gepresteerd heeft, b.v.
indertijd Zwarte Griet, dan is dat een uitzondering op
den regel. Maar nu schoot mij laatst dit te binnen, n.1.
een afstandsrit. door ongeveer 50 dames en heeren uit
de Haarlemmermeer gehouden, alleen gezeten op, laten
wij maar eerlijk zeggen, evenveel ongetrainde Inlanders
zoo bij den boer uit het land gegrepen. De rit had plaats
zoo 3 weken na het concours te Hoofddorp, dus in het
laatst van Juli meen ik. Het waren dames en heeren,
die deel hadden genomen aan het vroeger zoo beroemde
car:ousei. Het geheel stond onder leiding van kapitein
Manté uit Leiden. Het was dien dag snikheet. De rit
liep van Hoofddorp naar het Kamp van Laren. Hoe ver
dat is. is ieder wel bekend. Hoofddorp was verzamel
plaats.
Wanneer ik er nu bij zeg, dat er onder die paarden
wa.en, die 's morgens al ongeveer 12 K.M. hadden
afgelegd, eer de rit begon, dan geloof ik dat zulken
toch wel hun afstand hebben geloopen. Verder voeg
ik er bij, dat er het laatste eind een tamelijk snel
tem po, door een gedeelte galop werd gereden en dat
bij.aankomst de paarden, nadat ze even over den
trer.s hadden gedionken, voor de aanwezige toesohou-
we; 3 in het Kamp van Laren, nog eerst even den
caioussel van Hoofddorp hebben geloopen, hetgeen
toch altijd nog weer zoo'n goede 20 minuten draf be-
teehende. Toer de brave dieren op stal stonden, wa
ren er 5 of 6 van de 50 die het te kwaad hadden met
de warmte en niet goed aten. De beesten waren gras
of klaver gewend, ze kregen nu hooi en geplette ha
ver. Den volgenden morgen waren allen weer goed
en namen weer deel aan den terugtocht, die allen
gotl volbrachten Zouden dit nu alle 50 uitzonderin
gen zijn op den regel? Ik geloof van neen. Ik ben blij
dat ik dien rit zelf heb medegemaakt, want nu weet
ik, dat er bij die heeren, die zeggen, dat de Inlander
geen uithoudingsvermogen heeft, toch veel vóóroor
deel bestaat. Wat ik ook nog even aanhalen moet, is,
dat de Ier van Kap. Mante het eenige paard was,
van de heele koppel, dat een drukking had. Toen ik
bij de huzaren diende, hoorde ik herhaaldelijk van
drukkingen bij die Ieren en nu rijd ik al jaren veel
op Inlanders, maar het is een groote zeldzaamheid en
meist eigen schuld, wanneer een Inlander gedrukt
raakt. Nu kan het gebeuren, dat dit in het model
Voorstellen voor de a.s. Algemeene
Vergadering.
De veilingsvereeniging „Noordermarktbond" verga
derde Maandagmiddag te Noordscharwoude.
Aanwezig was het geheele bestuur.
De Voorzitter opent met een woord van welkom,
waarna de Secretaris de notulen der vorige verga
dering leest, welke ongewijzigd worden vastgesteld.
De Voorzitter deelt mede, dat er voor de leden 3
pond bloeimkoolzaad van de soort kortbeen beschik
baar is. Dit is een gering kwantum. Van de tusschen-
soort is er een ruime hoeveelheid.
Ingekomen is bericht van de Provinciale Veilings-
Ccmmissie, dat tot secrearis dier commissie is be
ne emd de heer P. Klant te Warmenhuizen.
Verder een mededeeling van „Koophandel", dat
deze bereid is de regeling inzake de 1/10 pet. korting
vcor contante betaling, ook dit jaar te handhaven.
Voorzitter deelt nog mede, dat een vergadering van
den Vierbond is gehouden, waar voorgesteld werd den
minimumprijs tot f 1.te verhoogen. Omwille der
groote bezwaren om dit nog in het huidige seizoen
tos te passen, is hiertoe echter niet besloten.
Ingekomen is verder een schrijven van „Koop
handel" met verzoek weer gelegenheid te geven om
onderhands te koopen door middel van bonnen. Ver
der klaagt deze vereeniging over concurrentie van
grossiers buiten deze streek, die ook op de veiling
kcopen. Tenslotte een klacht over niet kort genoeg
afgesneden struiken der kool.
Het bestuur ls het met het laatste eens; hiertegen
moet streng worden opgetreden. Verder kan toch
moeilijk tegen het tweede bezwaar worden opgetre
den, omdat de vrije concurrentie dient te worden ge
handhaafd. Wei zal iemand, die hier kool wil koopen
eerder voordeel hebben als nadeel, indien hij hier
dcor een deskundigen commissionnair laat koopen.
Wat de bonnen betreft, het is toch wel ver gezocht
als men in een jaar als dit nog meent gelegenheid te
moeten hebben om uit de hand te koopen. Er wordt
tegen geprotesteerd, dat een handelaar het heeft aan
gedurfd om het in de krant zóó voor te stellen, alsof
van het zadel zit. wij maken gebruik van een En-
gelsch zadel met vilten onderdekje.
Nu wil ik nog even wat vertellen van ritjes die ik
den laats ten tijd Zondags wel eens reed, met een
ker.nls van mij. Het gebeurde vaak, dat wii om 5 a 6
uur 's morgens reeds te paard zaten. Wij reden dan
vanaf Abbenes naar het strand en kwamen daar zoo
tusschen Noordwijk en Zandvoort. Eerst reden wij
dan naar Zandvcort. lieten daar de paarden even
rusten en drinken en dan gingen wij naar Noordwijk
langs het sti'and en soms ook heele einden door de
duinen. Dit was natuurlijk een zwaar terrein. Van
Noordwijk gingen wij naar huis. Nooit hebben on2e
pas rden, die in de week landbouwwerk verrichten,
ons po zoo'n rit in d ...steek gelaten en steeds gingen
ze 's Maandags weer voor de ploeg of wagen en deden
hun werk, als hadden ze Zondags niet zoo'n groote
ma sch gemaakt, maar rustig op stal gestaan.
Ik wilde een en ander even in ons blad melden,
om onze landelijke x-uiters, die door het schrijven van
heeien als res.-luitenant Vlielander en anderen, h,et
vertrouwen in hun viervoeter zouden verliezen,
eer'.gszins gerust te stellen. Rijdt gerust van huis,
vei orgt Uw paard goed en houdt steeds veel achting
voer hem, want heusch, ik geloof U wel getoond te
heb'xen, dat onze Inlander nog zoo slecht niet is, als
die heeren wel zeggen en dan komt hier nog bij, alle
wa" r naar zijn geld. Ik hoorde laatst vertellen, dat
een Ier, eer het beest afgericht is, zoo circa f 2000
kost aan het rijk. Wat zouden onze landbouwers blij
zijn als ze voor hun 7-jarig paard, want dat is de
Ier ook ,als hij afgericht is en bij het escadron komt,
van het rijk b.v. eens f 700 kregen. Het gaat hier
natuurlijk over zadelpaarden. gereden door de lande
lijke ruiters, want deze zijn dikwijls ruim zoo goed af
gericht ,als de Ieren, die bij den troep komen. Wat
zou het rijk op zoo'n manier nog aardig wat geld
ku: aen besparen en de landbouwers zouden met
merr pleizier Oldenburgers fokken.
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend.
C. W. RÓSSING,
Secr. L. R." „Kita Seneny".
de ellendige toestand voor een deel aan de afschaf
fing van de bonnen is, te wijten.
De vergadering beaamt de meening van velen, dat
er een betere aanvoerregeling moet komen, maar dit
zal op andere manier moeten dan door verkoop uit
de hand. Wegen» net te veelvuldig afgeven van bon
nen en om andere misbruiken, moest ook wel gebro
ken worden met het systeem om voor kleine kwan-
tums, die nog noodig waren voor bijlading van wa
gons, bonnen af te geven.
Hierop wordt niet verder ingegaan.
De Voorzitter deelt nog made, dat nog niet kan ge
zegd worden, dat de gevraagde toeslag van f 100.
op een wagon kool is afgewezen, maar deze zaak
stelt zeer teleur en is tot heden niet verkregen. De
organisatie heeft zich nu tot H.. de Koningin ge-
we nd.
Vervolgens zijn aan de orde de door de aangesloten
ve eenigingen ingediende vooi'stellen voor de a.s. al
gemeene vergadering.
Door „Nieuw Leven" wordt voorgesteld om met
Regeeringssteun garantiepx-ijzen vast te stellen voor
sommige tuinbouwproducten. Ditzelfde idee wordt
gelanceerd door den L.T.B. afd. Langendijk. Bedoe
ling is meer zekerheid te krijgen voor de bedrijven,
en dit zijn zoo goed als alle, die het niet meer kun
nen uithouden.
De gedachte wordt sympathiek ontvangen. Over de
uitwerking zal nog wel veel moeten worden beraad
slaagd en daarom wordt besloten het principe van dit
voorstel op de agenda voor de alg. vergadering te
plaatsen.
De L.T.B. afd. Langendijk stelt verder voor om een
fonds te vormen voor uitbetaling van het goed, dat
de:i minimumprijs niet kan opbrengen, door middel
van een hooger marktpercentage en hiervoor tevens
subsidie te vragen van de Provincie.
Besloten wordt de alg. vergadering voor te stellen
om machtiging te vragen voor het bestuur om hoog
stens 1 pet marktgeld te heffen voor dit fonds. Ove
rigens is het algemeen idée. dat bij gelijkwaardige
veilingen eenzelfde percentage wordt geheven, maar
overigens de uitwerking te laten aan elke betrokken
veiling.
De L.T.B. afd. Heerhugowaard-Noord stelt voor het
vcorstel inzake boonen- en nepveiling in den namid
dag, vorig jaar genomen doch niet uitgevoerd, dit
ja?.r toe te passen.
Voorzitter zegt, dat het aanvoeren der boonen in
manden of kisten reeds een groote verbetering is ge
weest; spr. i3 bevreesd, dat middagveiling niet zal
gelukken wegens de te geringe hoeveelheid. Mede-
feuilleton
tiaar het enoelsch.
A
Gil had van de gelegenheid gebruik gemaakt om' te
ontvluchten en ze waren geheel alleen in de koelschuur.
Zuster Jeanne had haar zwarte japon aan, maar zij
droeg wel degelijk haar muts en haar groote witte sohort..
e .zat naar het koelvat te kijken en Lancs vond haar
°nv®rgelijkelijk lief. Hij bood ook 'n schllderachtigen
lp*v/ met £esPierde gestalte, zijn donker, krul-
uite t ij 60 zi]n wel"besneden trekken. Hij had zijn jas
Pen D n 6n Was in z'-*n hemdsmouwen aan het pom-
en di e.^necllt' die met den melkemmer binnenkwam
rend heek naar hen beiden met een bewonde-
laat Gn en met een breeden grijns op zijn rood ge-
koelvat vol was. kwam Lance naast haar
staan en begon:
lernnn^f hee' mooi, zuster Jeanne. Ik heb nog nooit
zon» a f002*** bewonderd. Wilt u mij trouwen, als ik
Z?' i m *auw volwassen ben?"
helderop, maar antwoordde toen even ern-
Cr mi^ nog eens °P bedenken, en, omdat dit
Fn li660 P?ar Jaar duurt> beb ik nog den tijd."
wanrfonT ri dan' in afwachting daarvan, vast een
ngetje door de velden maken, na de thee?"
»£®en. ik ga naar de kerk."
„Waarom?"
goed^"1 Mr' Walden het graag heeft en omdat het ook
tL d? ,reeS dan voor èèns '8 ondeugend! Ik verzeker
nu wn. „6r ^eel meer voldoening in zult vinden, als u
en hf>t n®0 oorzaam is! Brave menschen zijn zoo saai
Maar S laatste avond thuis, moet u denken."
gin? to,.21 ef Jeanne was bestand tegen zijn gevlei en
met Winnie'en Keit^ j°Dgen8' t6rwW Bsmay Volgde
eincHp avondeten beloofde zij toch met Lance een
staken, vro^g^^160 e" terwijI 26 het grafiperk over-
«Krijg je altijd zoo je zin?"
'jna altijd. Maar weinigen kunnen mij weerstaan...
Eerlijk gezegd, geloof ik ook niet, dat zij het eens on
dernemen!"
Keith Walden zat in de begroeide veranda te lezen en
te rooken en keek hen na. tot ze uit het gezicht verdwe
nen waren. Lance had ziin hand door haar arm gestoken
en vroolijk pratend en lachend liepen zij voort. Ze wa
ren nog zoo jong vergeleken bij hem. en met een zucht
keerde hij weer tot zijn boek.
Ze liepen een eind door de velden, tot die overgingen
in een laantje en hier zette Zuster Jeanne zich op een
opstap, terwijl Lance aan haar voeten ging zitten.
In de heg kweelde een merel; een konijntje, gestoord
in zijn avondmaal, vloog bij hun nadering op, en in de
weiden, aan weerskanten, lagen de koeien vreedzaam te
herkauwen.
De stille schoonheid van het landschap trof hen bei
den en Jeanne voelde ook enkel lust, om daarvan te ge
nieten niet om te praten. Geheel in tegenstelling met
hetgeen zij dacht, begon Lance:
„Ik begrijp niet, hoe je ooit roeping voelt, om boer te
zijn: het is een hondenbaantje!... Als ik nu eens denk;
dit veld met suikerbieten. Den vorigen keer, toen ik thuis
was, stond Keith van 's morgens achten tot 's middags
vijven, iederen biet, stuk voor stuk, uit den grond te
halen en er weer in te zetten."
„Ik vind het een prachtig, vrij, onafhankelijk leven!"
riep Jeanne verontwaardigd. Het is alleen jammer, dat
het zoo weinig winstgevend is. Als men je zoo hoorde.
Lance, dan zou men denken, dat boeren een verachtelijk
soort menschen waren. En hoe zou dat nu kunnen voor
hen, die zoo met en in de Natuur leven, die haar gehei
men leeren verstaan en tot in het binnenste van de
aarde doordringen."
„Ze geven wat om de Natuur!... Ze beschouwen alles,
zelfs hun dieren, als handelsartikel! Ik heb nog nooit
een boer ontmoet, met wien je een verstandig woord
spreken kunt"
,Jk wel", zei ze droog.
„U meent zeker Keith?... Ja, die is nu de gelukkige
uitzondering; maar toch ook vreeselijk kleingeestig en
bekrompen."
Haar oogen begonnen te flikkeren.
„Wees maar dankbaar, dat zijn „kleingeestigheid en
bekrompenheid" je dan althans de vrijheid schenkt, om
een ander ambt te kiezen; dat hij door zijn zwoegen en
slaven je een meer intellectueele loopbaan zal openstel
ler."
..O. u bedoelt, dat ik college ga loopen? Ja. ik heb al
meer gemerkt, dat dit een teer punt bü u is. Ik heb ook
niets tegen Keith; maar u kunt het boeren toch geen
.edel ambacht" noemen?"
,.Ja, zeker. In ieder geval vind ik, dat Mr. Walden
een zeer edel leven leidt..."
..Kom, geloof mij: Keith zou het boeren al lang op
gegeven hebben, als hij zich maar een beetje boven het
gewone wist te verheffen."
Als Lance had opgekeken, zou hij gezien hebben, hoe
zij de lippen op elkaar klemde en hoe een donkerroode
blos haar gezichtje overtoog. Toen zij echter niets zei,
ging hij kalm voort:
„Keith zelf had niet veel aanleg, maar hij wil, dat ons
alle gelegenheid zal worden gegeven om te leeren, wat
wij verlangen, 't Is ook niet meer dan natuurlijk, dat hij
voor onze belangen zorgt, al vergt dit menige opoffe
ring zijnerzijds."
..Dus je geeft toch toe, dat het hem wel eenige opof
feringen kost?" vroeg zij sarcastisch.
„Zeker, dat is zoo."
..En heb je er ooit wel eens bij stilgestaan, dat hij,
door die zorgen voor je aller belang, zijn eigen toekomst
totaal opoffert?... Niet alleen dat hij zich niets geen
genoegens of uitspanningen gunt maar, terwijl hij jullie
allen heeft te onderhouden, kan hij nooit een eigen ge
zin hebben."
„Keith is een ouwe droogpruim. Hij verlangt in het
geheel niet naar genoegens en uitspanningen. En wat je
kent. daar kan je ook niet naar verlangen. En wat be
treft een eigen gezin te willen hebben, ik geloof, dat
hij nooit aan een vrouw heeft gedacht. Hij geeft niet
om vrouwen; hij heeft zeker nooit van zijn leven een
meisje gezoend, hij heeft zulke eigenaardige begrippen;
ziet het leven heel anders dan het is; zoo zal hij het
zich in 't geheel niet kunnen begrijpen, dat ik in Ox
ford natuurlijk toch wel wat meer geld zal noodig heb
ben".
..Toch hoop ik maar. dat je geen schulden zult maken",
zei ze heel ernstig. „Ik vrees, dat je geneigd bent, het
er goed van te nemen. oZo zie ik ook wel, dat je een
duren kleermaker hebt."
„Ja. dat is zoo, maar ik kan het niet hebben, dat je
ltleeren je niet goed aan het lijf zitten, Keith kan het
niet schelen, wat hij aan heeft en nóg is hij zoo zorg
zaam voor zijn boerenpakken. Dan moest u hem in 't
najaar eens zien als ze het hooi gaan overdekken, dan
draagt hij om iedere knie een stuk van een ouden zak!"
En nóg moest Lance lachen bij die herinnering.
Dit nu was de druppel, die bij Zuster Jeanne de maat
deed overloopen. Zij sprong van den opstap en trilde over
al haar leden' van verontwaardiging.
,.0. wat ben je toch aanmatigend en zelfzuchtig! Wat
heeft hij zich toch in je vergist! En wat hebben ze zich
allemaal vergist. Ik heb het land op mijzelve. dat ik
naar je geluisterd heb! Ik wil ook nooit meer met je
spi-eken. Neen. je hoeft niet mee te gaan. Ik ga liever
all r-en."
2:ij liep vlug. zonder omkijken, en dat was ook maar
gced, want Lance stond tegen den opstap geleund,met
de handen voor het gezicht te lachen, dat hij schudde:
„Lance, man, je hebt je roeping gemist! Je hadt too-
neolspeler moeten woi'den... Maar nu weet ik meteen,
wat ik al lang vermoed heb ofschoon zij het zelve
zeker nog niet weet. Zou ik er niet eens een novelle over
schrijven: „De zelfmisleiding van Zuster Jeanne?"
Naarmate Jeanne dichter bij de boei-derij kwam, ging
zij langzamer loopen. Zij schaamde zich over zichzelve,
dat zij zoozeer haar zelfbeheersching verloren had en
dit nogal over iets, dat haar feitelijk niet aanging. Ze
wes nu niet langer boos, maar bedroefd, en de tranen
sti'oomdeii haar langs de wangen.
„Ik zal niet door de voordeur binnengaan'', prevelde
zij in zichzelve. „Dan zouden ze allicht vragen, waar
Lence is. Maar ik zal door den tuin gaan."
De schemering was ingevallen en de schaduwen waren
lang en donker. Ze schrikte, toen zij bij het hekje kwam
en daar een man overheen geleund zag staan. Het was
Keith Walden.
Hij nam de pet af, stak de pijp in den zak en hield
het hek voor haar open. De sporen van tranen op haar
gezichtje ontgingen zijn scherpen blik niet.
„Wat is er gebeurd? Heeft iemand u schrik aange
jaagd? Waar is Lance?"
„We hebben gekibbeld," zei ze met een poging tot
lachen; .dus ben ik alleen naar huis gegaan."
„Gekibbeld met Lance?... Dat zal dan een nieuwe er
varing voor hem zijn! Iedereen kan het goed met hem
vinden. Hij is een beste jongen en altijd zoo makkelijk
in den omgang!"
De tegenstelling tusechen die vriendelijke woorden en
de kleineerende wijze, waarop Lance zich over zijn oom
had uitgelaten, bracht op nieuw haar bloed aan het ko
ken.
„U denkt te goed over heb! Daar hebben wij juist
over gekibbeld. Hij verdient niet ai uw vriendelijkheid;
hij stelt in 't minst niet op prijs de opofferingen, die u
zich voor hem getroost"
„Opofferingen
Wordt vervolgd.