EVENTJES LAtt DE CLUB VAN ZESSEN. DE GESCHIEDENIS VAN TIEN KLEINE HONDJES BILLY DE BEER. De geheimzinnige map. Ik zal jullie eens een geheii leeren maken, waarin het net of een papiertje, dat wij er in zelf achter de bandjes gaat zit Knip twee stukken karton van! Leg die tegen elkaar aan met kanten en plak er twee banden taal en twee kruislings, waarvan aan de achterkant worden wijze als de teekening heel zien. Daarna plak je er aan den een stukje aardig papier je de gelijmde stukjes band Als alles goed droog is, leg dans papier in het mapje, zoo maarii schen, doe het mapje dicht, en cp aan de rugzijde. Je zult dan t& papier achter het kruisbandje A. Doe nu de map weer dicht, afl daarna weer aan den rugkant, d« anderen kant van daarnet openc zit het papiertje achter de beid |j bandjes, zie Fig. C. Zoo kan je doorgaan en steeds zal het pa^ den anderen kant zitten, als je iederen keer aan den anderen 1 maakt. Frits was vreeselijk slordig ens^ morgen kon hij zich herinneren den vorigen avond al zijn klee laten. Moeder was dikwijls de t bij, maar zelfs straf hielp niet. Op zekeren dag liepen zij in ei en zagen daar een reproductie! groot schilderij van Rodin, denker. Frits blijft er even voor staai^ dan tegen zijn moeder Hij zit denken, waar hij zijn kleeren lift Was dat goed Moeder Heb je de twee brieft" bus gedaan vanmorgen, Liesje- i Liesje Ja moeder, maar toen bus wilde gooien, zag ik, dat zegels er verkeerd had opgeP^J buitenlandsche brief had 'j' van 5 cent gedaan en op die w* een van 12)4- Moeder En heb je ze toen bus gegooid Liesje: Neen natuurlijk niet» j dat ik de postzegels er niet ai«j^ heb ik de adressen die er op gehaald en omgeruild. Koningin zou worden, zeer knap zou zijn. Zoo groeide onze prinses op tot zij vijftien jaar was en al haar wenschen, behalve te mogen spelen met andere kinderen, werden terstond ingewilligd. In den koninklijken stal stond een mooi Arabisch paard, waarop zij iederen morgen door het park reed. maar ach, zooals ik al zei. de prinses voelde zich heelemaal niet gelukkig. Zoo had zij weer eens den heelen dag ge leerd en thema's gemaakt en even voor het eten was zij in een gemakkelijke stoel gaan zitten om wat uit te rusten. Zij voelde zich zoo eenzaam, dat zij bijna wel kon huilen. Maar daar opeens was het haar, alsof er nog iemand in de kamer bij haar was, maar hoe zij ook rond zich keek, zij zag niemand. Toen opeens hoorde zij een stem, die heel zacht klonk en tegen haar zei: „Prinses, waarom bent u zoo bedroefd?" De prinses, die de richting uitkeek, van waar de stem kwam, zag opeens de schim van een Arabier voor zich staan. Eerst schrok zij wel even van die vreemde gestalte, maar de Arabier zei: „U hoeft niet bang voor me te zijn, want ik heb gehoord, dat U verdrietig bent en nu kwam ik eens zien, of ik niet wat voor U kan doen." De prinses schudde haar hoofd. „Neen", zei ze, „U zult mij ook niet kunnen helpen. Mijn goede vader vervult al mijn wenschen. maar één ding kan hij niet begrijpen en dat is, dat ik zoo alleen ben." De Arabier keek haar eens aan en zei toen „Als u zich aan mij durft toe te vertrouwen, dan zal ik u bij eenige jonge meisjes brengen, die een dans aan het instudeeren zijn." De prinses aarzelde, maar haar nieuwsgierigheid werd zoo groot, dat zij het besloot te wagen. De Arabier sprak toen eenige tooverwoorden uit en opeens voelde de Prinses dat zij op genomen werd en door het luchtruim zweef de. Zij kwam neer in een zaal waar werkelijk eenige meisjes aan het dansen waren. De meisjes waren erg blij met haar nieuwe vriendinnetje en vroegen, of zij ook eens wilde dansen. Nadat de Prinses het eens ge probeerd had, gingen zij allerlei spelletjes spelen, waarvan de prinses zelfs nooit had gehoord en tenslotte kwam er een bediende binnen met een groot blad vol gebakjes cn limonade. De prinses was zoo uitgelaten, dat zij wel altijd bij de meisjes had willen blijven, maar dat ging nu eenmaal niet. Na een uurtje kwam de schim van den Arabier weer en zei tegen de Prinses, dat het tijd werd om naar huis terug te gaan. En hoe zij ook smeekte om nog even te mogen blijven, de Arabier was onverbiddelijk en even later vloog de Prinses opnieuw door de lucht en zat weer spoedig in haar stoel, waar een der hofdames haar aan haar mouw stond te trekken, en riep: „Majesteit, wordt U wak ker, het diner is klaar." De Prinses opende haar oogen en kon niet begrijpen, dat zij alles maar had gedroomd. Zij was echter veel opgewekter toen zij dien middag aan tafel kwam, maar zij had niet gedroomd, want zie den volgenden dag kwam de schim van den Arabier weer terug en zoo ging het vele dagen achtereen, net zoo lang totdat ons Prinsesje heelemaal gelukkig was geworden. Heintje Knor wordt compagnon. Billy de Beer haalde met zijn orgeltje niet veel geld op, zoodat hij het niet rijk had en 's nachts in een holle boom moest slapen. Eens kwam hij voorbij het huis van Heintje: Knor, die juist wat stond uit te rusten van zijn werk en er allang over na dacht, om op een gemakkelijker manier aan de kost te komen. Hein je was mooi rose van kleur en droeg een zwarte broeK, een witte blouse en een rood vest. Zijn klompen waren geel met een bruin leertje. .Zouden wij dat beroep van jou niet samen kunnen uitoefenen", vroeg hij aan Billy, de Beer. „Jij draait het orgel en ik ga er wat bij zingen en haal met mijn hoed het gelo op". Dat leek Billy wel, en zoo gingen zij samen op weg. Maak de kleur van de lucht heel licht blauw en den grond grijs of beige met groene grassprieten. Heel het huisje is 7an roode steen. De kleuren van het orgeltje en van Billy de Beer weten wij nog van dc vorige kleurprent. De wolken blijven wit. (Wordt vervolgd). DE SCHIM. Heel lang geleden leefde er ergens in een land heel ver hier vandaan een prinses, die alles wat zij maar wenschte van haar vader, den koning, kon krijgen. Maar desondanks was het prinsesje heelemaal niet gelukkig. Dat kwam omdat er heelemaal geen andere kinderen aan het hof waren en omdat de prinses veel onderwijzers en onderwijzeres sen had, die haar 't eene uur na het andere kwamen leeren. Zoo bleef er eigenlijk heele maal geen tijd over om te spelen, want de koning wilde, dat zijn dochter, die later c-VAN roepen En weg vloog hij, den heuvel af. onderwijl zijn Ridderkreet uitstootende. Nog meer bestellingen. EEN VROOLIJKE GESCHIEDENIS VAN EEN PIANO-KIST, EEN KAPOT DAK EN GEMBERKOEKEN Hoe de jongens een nieuw dak verdienden en hun kasteel werd vergroot. (Slot). Het idee van Pim. „Zeg, tante Ans", barstte Pim juichend los, „ik weet wat„Ja „Die tafel, met al die fijne gemberkoekjes brengt mij op een wonderbaarlijk idee. Dit zijn ten minste koeken, waar wat aan te knabbe len valt. Heel andere dan degene, die je zoo in den winkel kan koopen. Ik ben er van overtuigd, dat wij ze gauwer kunnen verkoopen, dan U ze kunt bakken". „Ge weldig brulde Max. ..Ik bak ze heel vlug", zei tante Ans, die heelemaal vergat, dat ze boos wilde zijn, en een en al belang stelling was. ..Ik heb nog benoodigdheden genoeg in huis. Het zijn heerlijke koeken; we zouden ze in schalen kunnen doen en ze zoo verkoopen". „In den toren, juist een prachtplaats om ze te verkoopen". „In den toren vroeg tante Ans verbaasd. „Ja, dat de mooiste plaats van ons kasteel", vervolgde Ted. „dat wordt een leuke boel. De club van Zes, die gemberkoeken ver koopt ..En jullie hebben ze zelf nooit ge proefd Door den schrik vergat ik er jullie ieder een te geven!" verontschuldigde tante Ans zich. „Kom jongens, ga naar binnen en tast toe „Is dat even verruk kelijk", lachte Ted met vollen mond. „Kom jongens, drie hoeratjes voor tante Ans en de gemberkoekjes!" „Ridders, vooruit, terug naar ons kasteelcommandeerde Koning Arthur, nadat zij een flink gat in den voorraad koekjes hadden gemaakt. „Hier valt werk te doen, het oude dak moet worden opgeruimd, een nieuw dak worden gebouwd". De gelakte brief. Pim was de eerste, die het kasteel be reikte. Op den drempel lag een brief. De brief was gelakt, en zag er zeer gewichtig uit. Pim scheurde deze haastig open. en fronste na den inhoud gelezen te hebben, zijn voorhoofd. Toen hij de jongens hoorde aankomen, aarzelde hij een oogenblik, stopte dan vlug den brief in zijn binnen zak, en knoopte zijn jas dicht. Op hetzelfde oogenblik hadden de jongens het kasteel bereikt, nog hijgende van het beklimmen der heuvel, lachende en elkaar stompende gingen zij met Pim het kasteel binnen. Reeds eenige dagen lang had de zon ge schenen op het kapotte dak van tante Ans en de wind was zoo vriendelijk geweest te gaan liggen. De jongens hadden reeds lat ten en oude jute zakken bij elkaar gezocht, waarmee zij het gat zoo veel mogelijk had den dichtgespijkerd. Zelfs een vlag hadden zij niet vergeten. En iedere keer, als zij de witte vlag met de bruine vlek in het mid den, vanuit hun kasteel zagen waaien, be- teekende dit, dat tante Ans dadelijk het een of ander noodig had voor de bakkerij. De jongens haastten zich dan naar haar toe. Nu eens moest zij meel hebben, dan weer was de gember op, of er was een heele voorraad koekjes klaar, die naar den toren van het kasteel werden gebracht. De gemberkoekenvlag waait. Gedurende al dien tijd ging de verkoop van de gemberkoeken voor den wind. Ieder der zes jongens begaf zich steeds met een schaal vol gemberkoeken afgedekt met een witten doek naar een ander deel van het dorp. Als zij terug kwamen, waren hun schalen leeg, en hun zakken vol met kleine munten. Zoolang er ook slechts één gemberkoek in den toren was, woei de vlag van de tinnen van het kasteel. De brievenbus had altijd de belangstelling van de jongens, want als het kasteel gesloten was, stopten de menschen de verschillen de bestellingen in de kleine brievenbus, die de jongens aan de deur hadden vastgespij kerd; en het was haast niet te gelooven hoeveel bestellingen er altijd binnen kwamen. Het leek wel of men niet genoeg kon eten van deze heerlijke koekjes. Dan was er ook een oude beurs op een geheime plaats, waaruit steeds geheime verras singen tevoorschijn kwamen. Hij puilde soms uit van de centen, want het was een ongeschreven wet onder de jongens, dat de winst, die ze maakten, n.1. twee centen op elke koek, in de oude beurs werden ge daan. Eens in de week werd de beurs ge leegd, en de opbrengst naar tante Ans gebracht. Met een lachend gezicht vielen de jongens dan op de stapel koekjes aan, die tante Ans speciaal voor hen had ge bakken. Eens op een Zaterdag, toen Pim juist den brief, dien hij in zijn binnenzak bij zich droeg, nog eens en steeds weer overlas, bemerkte hij dat de vlag van tante Ans woei. Hij vroeg zich verwonderd af, wat er aan kon schelen, want al het benoodigde was bij haar gebracht. Vlug sloot hij het kasteel met den geheimen sleutel, en holde naar haar toe. De ongelukkige tante Ans huilde hevig, met haar hoofd in haar handen. „Het is niets meer gedaan, Pim", zei ze. „Hebben de zakken op het dak los gelaten, tante?" „Nee, het is veel erger, het is het fornuis. Dat is voortaan onbruik baar. Met een harde knal is de oven kapot- gesprongen en nooit, nooit meer zal ik er in kunnen bakken", snikte zei. „Ik dacht", zei Pim, „dat een fornuis zoowat eeuwig durend was". „Ja", zei tante Ans, „ik ook Maar het was natuurlijk niet berekend op al dit gebak". „We zullen toch iets moe ten verzinnen, om U te helpen", zei Pim, terwijl hy het kapotte fornuis in oogen- schouw nam. Er waren scheuren in, waar hij zijn vingers wel in kon leggen. „Hoe veel geld heeft U nu, tante Ans", vroeg hij. „Vier en veertig gulden". „Moed houden tante, ik ga even de jongens bij elkaar Een geschiedenis in kleurplaatjes. Spoedig kwamen de jongens ademloos uit alle richtingen aanhollen. „Het is van daag onze groote dag riep Max enthou siast. „Nou", riep Ed, „we hebben het dak verdiend. Er is een bestelling van tien do zijn koeken voor een verj aarpartytje". „Is het heusch vroeg de verbaasde Ted. „En j ik heb een order van vyf dozyn, en daar was ik al zoo blij mee „Luister eens jon gens, er is iets gebeurd", zei Pim. „FUn riep de avontuurlyke Ted. „We hebben an ders emoties genoeg, den laatsten tUd", vervolgde Pim. „Moeten wij het zand in het kasteel op gaan vegen?" gichelde Ted. „Was het dat maar! Neen, tante Ans' for nuis heeft het afgelegd!" „Wat!!!" „Er kan niet meer gebakken worden!" „Ja maar deze groote bestellingen dan?" „Dak of geen dak, wat we noodig hebben is een fornuis, is het niet jongens?" vroeg Pim. „Absoluut!" klonk het van alle kanten. ..Tante Ans heeft vier en veertig gulden in kas, we moeten naar het dorp, en zien wat er voor fornuizen te krijgen zijn, en komen hier over een uur weer samen om rapport uit te brengen". Elk te koop aangeboden fornuis werd onderzocht. Er was hun ge bleken, dat vrouw Smit zoo toegevend was haar fornuis, dat nog byna nieuw was te willen overdoen voor tien gulden, daar zy het wilde verkoopen om plaats te maken voor een gasfornuis. Het fornuis was altyd wat te groot geweest voor haar keuken, en had, naar zy de jongens vertelde, een schitterende oven. Dat was geen gemakke- lyke taak, om het fornuis naar tante Ans te brengen, maar zes jongens en een ge willig paard doen wonderen. Een rookpluim by maneschijn. Toen de avond gevallen was, en de maan zyn zilveren licht over de aarde wierp, zag men uit de schoorsteen van tante Ans blauwe rookwolken stygen, maar de bond van Zessen, noch tante Ans hadden tyd om de rook te gaan bewonderen, want er moesten dozynen en dozynen koeken ge bakken worden. Manden vol koeken ver lieten den volgenden dag het kasteelhet was werkelijk een grootsch gezicht. De jon gens kwamen in het kasteel by elkander voor hun avondbyeenkomst. „Iemand heeft onze vlag naar beneden gehaald", deelde Ted uit het veld geslagen mede. „En ik kan my maar niet begrypen, waarom dat ge beurd is „Het is vandaag vlaggendag ge weest, en wat voor een!" zei Pim. „Het for nuis is betaald, en wy hebben zoo ongeveer de helft van het geld, dat noodig is voor het nieuwe dak", lachte Max. „Dat is toch wel prettig!" Een nieuwe verrassing. Twee weken later liet Pim weer zyn Ridder-kreet hooren, en van alle zyden kwamen weer de jongens aanvliegen. Pim haalde een brief uit zyn zak te voorschijn. „Ridders!" zei hij, „het dak is betaald en men zal het aanstaanden Zaterdag komen maken. Maar er is nog wat anders". Terwijl hy dft zeide, legde hy 'n brief open op tafel. „Een bestelling?" vroeg Max geïnte resseerd. „Ja" zei Pim glimlachend. „Maar niet voor gemberkoeken! Hier, ik zal hem jullie voorlezen! Geachte Ridders van de Ronde Tafel. Als het door jullie zelf verdiende dak klaar zal zyn, dan heb ik nog een verras sing voor jullie. En wel een nieuwe vleugel voor jullie piano-kisten-kasteel. Ik heb namelyk nog zoo'n pianokist staan. Met geringe moeite kunnen jullie deze verbin den met de andere en zoodoende het kas teel uitbreiden. De rietdekker. Twee kleine hondjes hadden den geheelen middag samen gespeeld en waren erg moe geworden, zy gingen nu samen aan den voet van een dikken boom in het zonnetje zitten en vielen spoedig in slaap. Een van de hondjes droomde nu, dat hy een heeriyke kluif werd en het andere hond je droomde, dat hy die heeriyke kluif opat. Zoo bleef er dus maar een hondje over. 2 1 1 ipen. Me Een klein hondje kreeg van stuiver. Hy moest daar heel zuiilJ Maar toen hy ging spelen, bemffl gauw, dat hy zyn stuiver verloro liep nu den heelen dag overal V0*n(vi totdat hy niet alleen den weg q gcho maar ook zichzelf verloren had. Zof dus geen enkel hondje over. 1 1 0 m ring „buit nom< gade den. De schil den hand De autoi hevoi Juichend liepen ze naar buiten. „De vlag van tante Ans!" schreeuwde Pim. De heele Bond van Zessen holde erheen. Tante Ans stond in de keuken, druk bezig een stapel pannekoeken te bakken. „Kom binnen, jongens, en tellen jullie, terwyi ik verder bak, even het geld na, dat in dat yzeren kistje zit". Tegeiyk dat tante Ans met het bakken gereed was, hadden de jongens het geld ge teld, vijftien gulden 20 cent. Ted noemde het bedrag. „Welnu jongens", zei Tante Ans, dat is voor jullie. Jullie hebt mij zoo schitterend geholpen, als echte ridders betaamd en daarom heb ik hetgeen van ons verdiende geld over was, aan jullie toegedacht". Een luid „hoera" klonk uit de zes kelen van de Ridders der Ronde Tafel, die trotsch waren op hun avontuur en daarna als wolven op de stapel pannekoeken aan vielen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 22