Een land zonder armoede. toch nog achteruit gaat. Doordat we hard werken, graven we ons nog dieper. Door regeeringsbemoeiingen heeft men het prijs niveau van bijv. tarwe boven import-tarwe moeten brengen om als werkgever jegens anderen zjjn plich ten na te komen. Hoe of men nu dien verhoogden prijs gekregen heeft, doet betrekkelijk weinig ter zake, of Vader Staat 't met onze belastingpenningen befinan- clert of dat 't direct voor onze rekening komt, zooals t momenteel dan is. Vele menschen zouden gaarne gezien hebben, dat die verhoogde prijs wat meer op de schouders der bezit tende klasse was komen te drukken, Inplaats van een zoogenaamde volksbelasting. Ik zou dat persoonlijk toejuichen, wanneer we dan maar niet de kans belie pen, dat wij hun door een te hooge of onbillijke be lastingheffing 't land uitdreven, wat niet onmogelijk zou zijn. Waar het al meer en meer blijkt dat alle be drijven steun behoeven, omdat het exploltatiecijfer over 't algemeen veel te hoog ls eenerzijds, terwijl anderzijds de opeenhoping van overproductie blijft aanhouden en er geen voldoende afzetgebied te vinden Js, en waar in vele gevallen voor het verkrijgen van die productie import noodig is, b.v. alle mogelijke voe derartikelen en bijproducten, is 't gevaar niet denk beeldig dat de Nederlandsche betalingsbalans in ge vaar komt. En graven wij ons als zoodanig in. Willen wij weer concurreeren met het buitenland, dan zullen de algemeene Staatskosten aanzienlijk ver laagd dienen te worden. Geachte lezer. Wanneer we zoo luisteren naar het Beginselprogram der S.D.A.P., dan heeft iedere rede naar zijn eigen voordracht, welke in alle opzichten neerkomt op wat zij noemen het ongebreidelde kapi talisme. Die redevoeringen, gehouden door Professoren en Doctoren, dienen natuurlijk om de nlet-bezittende klasse kenbaar te maken met de gevaren, verbonden aan het kapitalisme. En 't gevaar althans voor de economische samenleving is dan ook zeer groot. We denken hier bijv. aan de geweldige kalitrust, vetspy- zentrustvorming enz. Voor mij is het dan ook een raadsel, dat vele, zeer vele menschen, ook wanneer ze anders kunnen, toch kartelvorming steunen, met ge vaar voor eigen broodwinning. Sommigen meenen dat daardoor een groote groep arbeiders gesteund wordt. Dat dit lang altijd niet zoo ia, bewijst wel het vol gende: Ik was onlangs in een fabriek, waar 15 ver schillende machines werkten, waaronder nog een weeg- en optelmachine, zonder een man bediening. Wanneer we bijv. het boterverbruik in Nederland nagaan, dan is dat per hoofd en per jaar 6 K.G., in Canada 13 en in Engeland 8.2, terwijl dii van marga rine in Nederland is 9 K.G. Als ieder Nederlander nu evenveel boter als margarine gebruikt, dan wordt zoo'n geweldige margarinetrust opgebouwd door 5 a 8.000.000 menschen, terwijl men zijn eigen zaak, zijn boterzaak, verwaarloost. Immers, gaat het den land bouw goed, dan gaat het een ieder goed. Waarom wordt er vooral door de S.D. Kamerleden niet meer aandacht aan besteed? Zij hebben wel salarisverhoo- gingen, sociale wetgeving in 't leven geroepen, in vele gevallen zoo geforceerd, dat men tegenmaatregelen is gaan nemen. Zoo kan het gebeuren, dat het socialisme niet het goede doel bereikt. En dat men voor het platteland nog weinig gedaan heeft of heeft willen doen, bewijst wel de crisis, die hier veel scherper gevoeld wordt dan in de stad. Het platteland is dan ook in alle opzichten het kind van de rekening. Denk b.v. aan het onder wijs. De salarissen zijn in de steden hooger dan hier; gevolg is dat de beste krachten daarheen trekken. Geachte lezer, een dergelijke politiek heeft voor ons geen waarde. Wanneer dan ook een plattelands-arbei der met zijn collega uit de stad, hun afgevaardigde kiezen, tot nog toe in hoofdzaak theorie-menschen, dan dient men er voor te rekenen, dat zijn stem even veel waarde heeft als die van zijn collega. Maar zijn .belangen in vele opzichten niet.. Steunt niet op uwe vertegenwoordigers, omdat zij zegels-, ziekte- of onge vallenwet in het leven hebben geroepen, want wanneer dit door de werkgevers niet opgebracht kan worden, dan heeft het voor u practisch geen waarde. Ik hoop, geachte lezer, wanneer u economische sa menleving wenscht, te zijner tijd uw stem uitbrengt op plattelandsvertegenwoordigers. Sociale economische staatsleiding heeft voor ons groote waarde, wanneer jve bijv. denken aan het effectenbezit, dat door de hui dige politiek nog onaangeroerd is en als zoodanig mis schien voor millioenen verzwegen, en dan vanzelf aan de belasting onttrokken wordt. Dit is wel een der machtige wapens tegen politieke socialisatie. Een groote fout, die we dagelijks tegen de economische samenleving waarnemen, is wel, dat er nog vele ouders zijn, die hun kinderen pr&ctische leiding ont houden. Zoo noodig 'theorie is, zoo noodig is ook prao- tlsche leiding. Denk niet, dat u de onthouding als wa pen kunt gebruiken tegen verkeerde maatschappelijke stellingen. Maar bedenk, dat onze jongens straks hun Techt van bestaan aan handen en hersenen moeten bewijzen. Dat goede vakkennis zijn waarde heeft, be wijst wel dat het hoogste en het laagste in het loon niveau momenteel ln den landbouw een verschil van f 7 per week geeft. Nu de regeering steun verleent, zou ik ernstig in overweging willen geven, dit zoo economisch mogelijk te doen en dan buitenlandsche werkkrachten te weren. J. KATER. Wieringerwaard. ment zoo goed mogelijk in verstaanbare taal over. De firma eindigde, met hem haar diensten aan te bieden en stelde hem voor, of zij een vertegenwoordiger naar hem zouden zenden, of dat hij soms zelve naar Londen zou komen. ,.Ik denk, dat ik zelf maar zal gaan." zei Keith. „En dan ga ik ook vandaag. Ik heb toch geen rust ln mij voor mijn werk." „O. Keith!" riep Esinay. „Het ia te mooi om waar t« zijn! Ik kan het nog niet gelooven. Ben je niet blij?" „Ik ben blij voor jullie. Het zal jo allen heerlijk te pas komen." „En jou toch ook. Keith?!" Hij antwoordde hier niets op, staarde Esmay en haar moeder aan met tranen ln de oogen en wendde zloh toen al. Was dit van vreugde, dat hij zijn voorvaderlijk huis "eer terug had? Was het van verlichting, dat hij nu Wet meer zoo hard zou hoeven te werken en dat hij °ok bevrijd zou zijn van den druk der armoede? Keith had dus een onderhoud met Mr. Rlchardson, het hoofd van de firma van zaakwaarnemers in Londen; maar omtrent één punt scheen de oude heer hem niet willen inlichten, zoodat Keith hem dan ook op den vroes: Wijlen uw cliente. Miss de Roseville. had een nichtje 0'c. naar ik vast weet. In de meening verkeerde, dat zij 'n het bezit zou komen van het goed. dat ik nu geerfd «eb. Al wat ik u vraag is; heb ik haar arm gemaakt door de erfenis te aanvaarden?" m&g ik u niet zeggen, en neem mü niet fcwa- 'Ok is dit eigenlijk uw zaak wel?" „Zeker, is het mijn zaak! Denkt u. dat ik nu zóó maar kalm de erfenis van Miss de Roseville aanvaarden zal. zonder mij in het minst te bekommeren over degene, die *e eigenlijk had moeten hebben? Dit nichtje kan wel geheel zonder iets zijn achtergebleven en zij had zich n°g verdienstelijk gemaakt jegens haar tante, lk niet." „Dit ben ik niet met u eens. Mijn vader was reeds zaakwaarnemer van de De Roseville's vóór mij en ik en wel degelijk op de hoogte van de manier, waarop ei goed hun in handen viel. Uw vader. Mr. Walden, er wederrechtelijk uit verdreven: Raoul de Rose- En* ,he€ft ln deze gewetenloos gehandeld, zooals geen dat °°,t: gedaan zou hebben. Mis de Rose- e heeft u daar enkel voor schadeloos gesteld; dit heeft 231 "lve tegen mij gezegd." He ft**#0 bli^' dit te hooren* maar mijn vraag is nu deze: eeit Miss Landon of Miss de Roseville geloof ik. Waar de natuur voor alles zorgt. Geen zorgen, geen belastingen. Gen ko ningin over vijf koraalriffen. Leger- sterkte van 12 man. Staats- erf recht. HET is vooral in den tegenwoordigen tijd zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk, landstreken aan te wijzen, van welke men zou kunnen zeggen, dat ze iets van een aardsoh paradijs weg hebben Velen die zich reeds lange reizen hebben getroost om een dergelijk oord te ontdekken zijn steeds weer bedro gen uitgekomen. Maar toch heeft deze idee gedurende alle tijden een machtigen invloed op vele groote geesten uitgeoefend. Mannen als Thomas Morus Bellamy, Hertzka Kropotkine, Leo Tolstoi, Louis Blanc, Jean Louis Proudhon, Saint Slmon. Frederik van Eeden en nog vele anderen, wier invloed op hun tijd nog vrij dui delijk valt aan te wijzen hebben in hun werken leefre gels aangegeven, die wanneer zij maar door de massa zouden worden toegepast naar hun zeggen onge twijfeld tot het gewenschte utopia zouden moeten leiden. Sommigen hebben zelfs een korten tijd meegemaakt, waarin hun plan werd geëxperimenteerd, maar geen hunner heeft de voldoening mogen smaken, dat hun paradijs-achtige theorieën in duurzame werkelijkheid zijn omgezet Het denkbeeld, dat men zich van een ideale staat vormt, wisselt voortdurend en aan de hand van de gel dende tijdsomstandigheden. Wanneer minder prettige toestanden hun stempel op een bepaalde periode hebben gedrukt, dan is het ook juist de afwezigheid van deze gebeurtenissen, waardoor in het brein der menschen het paradijs wordt gekenmerkt. In Britsch-Indië wordt de heilstaat gekarakteriseerd door de afwezigheid van de brandende zon en het uit blijven van hongersnooden, ln Egypte stelt men zich in de eerste plaats den hemel voor als een land. dat nooit door de sprinkhanenplaag wordt bezocht en de Indiaan noemt zijn paradijs „de eeuwige jachtgronden", waar al tijd volop wild zal zijn dat hij zal kunnen jagen. In de zen tijd, waarin men in verband met de ongunstige eco nomische omstandigheden in verhouding tot de afne mende ontvangsten, den druk der belastingen als een onevenredig zwaren gevoelt, stelt men zich als een van de meest opvallende kenmerken van een utopia voor: de ontsteltenis van eiken belastingplicht; naast de auto, die nog nooit een ongeluk kreeg en die bovendien con tant betaald werd ls het land zonder belasting een twee de modern sprookje geworden. Toch berust dit laatste niet geheel op waarheid. Er zijn op onze aarde n.1. eenlge plaatsen aan te wijzen, waar men naar het schijnt volkomen zonder zorgen zijn leven slijt. Wel ls de afstand van Nederland tot deae streken niet gering, maar waarom zou men dicht in de buurt blijven wanneer men veraf het goede 7nu kunnen vinden? Salote Toeboe, de heerscheres der Tonga-eilanden. dat zij nu heet, genoeg om van te leven?" „Waarde heer. wat dit betreft, hoeft u zich geen zor gen te maken. Miss de Roseville Landon schrijft een ingeving te hebben gehad, dat u zich ongerust zoudt maken over haar toekomst. Ze is gisteren bij mij ge weest ze was juist uit Bretagne terug en heeft mij verzocht, u mee te deelen. als u er soms naar vragen mocht, dat ze uitstekend bezorgd is." „En mag ik ook vragen op welke wijze?" „Neen. dat mag u niet. Ik wil er alleen op wijzen dat de bezitting van Miss de Raseville in het Graafschap Lelcester slechts een deel uitmaakt van haar totaal bezit. Behalve haar landgoed in Bretagne had zij huizen in Parijs, een in Londen, een villa ln Cannes en tal- loozo geldswaardige papleren." Keith Walden vroeg niet meer; Hij overlegde bij zich- ven: Jeanne was dus nog rijk, terwijl hij niet meer be hoeftig was. Zou dit een ander „plan" van Miss de Ro seville zijn geweest, om hen tot elkaar te brengen? Op dat oogenblik zou hij onmogelijk kunnen gezegd hebben, of die gedachte hem welkom was of niet. Kort daarna nam hij afscheid van Mr. Richardson. Op het laatst vroeg Keith nog: zou hij soms het adres van Miss Landon kunnen krijgen? Maar dit verzoek wei gerde de zaakwaarnemer beleefd, hij was er zeker ook op voorbereid geweest. Terwijl de trein hem naar Suttonthorpe terugbracht, dacht Keith weinig aan zijn erfenis, maar veel aan de vrouw, die het hem echter duidelijk had gemaakt, dat zij geen deel wilde hebben in zijn lot. Met onbeschrijfe lijke teleurstelling besefte hij dus, dat Jeanne hem niet vergeven had en dat zij wenschte, hoe zij in de toekomst vreemden zouden blijven. In den herfst hadden de Waldens al hun Intrek ge nomen op den Hall. Het overgaan was heel gemakkelijk geweest, want Miss de Roseville had alles precies zoo gelaten. Om Kerstmis waren de buren eenigszins be komen van hun verrassing en de Waldens zeiven waren nu ook gaan begrijpen, dat hun tegenwoordig leven werkelijkheid was en geen droom. En de voorspoed be dierf hen niet: ze bleven even eenvoudig, ofschoon hun opvoeding meebracht, dat zij zich volstrekt niet mis plaatst voelden in hun nieuwe omgeving. Lance was naar Oxford en Fulke en Gil waren op King Henry's school. Winnie was naar een groote kost school gestuurd en voor Lallie was een interne gouver nante aangenomen, een zeer bekwame jonge dame, die ook Esmay kon helpen met haar muziek en andere'stu- De Tonga-eilanden in de Zuidzee. Wij bedoelden nJ. de Tonga-eilanden, die tezamen in de Zuidzee een kleine archipelgroep vormen, ongeveer gelegen tusschen de Fidschi-ellanden en Samoa, en die uit koraalrifen bestaan. Zooals bekend vormen deze een zeer vruchtbaren bodem voor vele voedingsgewassen, de kokospalm geeft aan het koraaleiland zijn eigenaar dig silhouet, vele vruchtensoorten groeien er ln het wild en het suikerriet stelt den bewoners in staat volop van Een van de lijfwachten voor het paleis van SaMe Toehoe. het „zoet des levens" te genieten. De natuur zelf zorgt er zoo rijkelijk voor het voedsel der eilandbewoners, dat deze er slechts voor hebben zorg te dragen, dat telken male de overvloed wordt vernietigd: zouden zij hieraan te weinig aandacht besteden, dan zou het niet zeer lang duren of aJ deze goede dingen zouden hun letterlijk tot den mond opgroeien. In plaats van te bereiken, dat geen gebrek wordt geleden, zijn deze Tonga-bewoners er juist op gespitst, om te bewerken, dat geeen overvloed ont staat! Tot de Tonga-archipel behoort ook het zonderlinge eiland Fin Can, dat eenige jaren geleden van zich deed spreken, omdat een algeheele zonsverduistering juist daar het best op de geheele wereld was waar te nemen Het meest eigenaardige van dit eiland is echter, dat de z.g. internationale datumgrens precies over zijn grond gebied loopt, zoodat het er b.v. tegelijkertijd Dinsdag en Woensdag ia Deze eilandengroep heeft in totaal een oppervlakte van 385 vlerkante mijlen, waarop 26587 gelukkige bewoners hun levensdagen zoekbrengen. De gemeenschap dezer gelukkige stervelingen moet natuurlijk worden bestuurd en geregeerd. Doo wie en op welke wijze geschiedt dit op de Tonga-eilanden? De regeeringsvorm, die men er heeft is die van een Monarchie, een Koninkrijk, het eenige dat men heden ten dage nog op de vele Zuidzee-eilanden vermag aan te treffen. Aan het hoofd ervan, staat een Koningin met den korten, dooh pompeuzen naam Salote Toeboe. die onlangs door Engeland als heerscheres werd erkend on- den den weidschen titel van „Dame Commander", het geen zooveel wil zeggen als eerecommandante. Een koningin met een lichaamsgewicht vaci 300 pond Het loont de moeite iets meer van deze dame te ver nemen. Het is van voldoende bekendheid, dat vooral bij primitieve volken de stamhoofden meestal de sterksten die, die door gebrek aan tijd wel wat had moeten ver- waarloozen. Nog was Keith nu niet rijk te noemen en hij wist, dat de jongens hem jarenlang zeer veel zouden kosten; dus kon hü het volstrekt niet over den balk gooien!" Ofschoon dit toch geenszins zijn aard was. Hij had zelve Suttonthorpe beheerd tot het voorjaar en had toen geen moeite qgehad. om het te verhuren. On der degenen, die zich doorvoor aanmeldden, was ook ge weest Heber Scott. Miss de Roseville had hem zijn ontslag gegeven zonder getuigschrift, kort nadat zij hem al een gedeelte van het beheer van zijn rentmeester schap had ontnomen door rechtstreeks de zaken van Suttonthorpe met Keith te behandelen. Ze had hem laten roepen gedurende den Kersttijd, die zij op Walden Hall doorbracht, en had hem toen meegedeeld, dat zij een onderzoek had ingesteld naar de beschuldiging, die tegen hem was Ingebracht en die zij bevestigd had gevonden. Dit was nu een jaar geleden en Scott had sinds dien niet meer gewerkt, maar was in allerlei slechte gewoon ten vervallen, die dan ook wel degelijk haar sporen had den achtergelaten op zijn uiterlijk, zoodat hij nog slechts een wrak was van hetgeen hü placht te zijn. Zwijgend had hü de weigering van Keith aangehoord, om hem Suttonthorpe te verhuren en toen hü daarna nog even roerloos bleef staan, vroeg Keith hem. hoe hij er eigenlijk toegekomen was, om zich hiervoor candidaat te stellen. „Je kent mün opinie, Scott. Had je ooit een ander ant woord verwacht?" „Ja, zeker. Ik dacht, dat je zóó tenminste weer eenigs zins had willen goed maken, dat je mü uit mijn betrek king hebt verjaagd. Want ik weet. dat het geheel je schuld is; niemand anders had zoo iets durven zeggen en Miss de Roseville ls nooit meer dezelfde geweest, sinds jij op dien dag met haar gesproken had." „Daar vergis je je toch in. Miss de Roseville heeft op zichzelve onderzoek gedaan. Door eigen wangedraag heb je de betrekking verloren en dat weet je ook zéér goed." Scott ontkende dit niet, maar zou het nu nog eens over een anderen boeg wenden. „Nu je zelve zoo gelukkig bent geweest, dacht ik dat je eerder geneigd zoudt zyn, eens een ander te hel pen, die niet zoo voorspoedig was. Ik heb nu in geen jaar iets te doen gehad en myn vrouw tobt er ook zoo over." „Ik wilde dat ik je helpen kon, Scott, of liever: dat je hulp waard was. Maar je drinkt en verspeelt alles. En je vrouw, nu, daar schijn je je anders ook niet al te onder hun makkers waren. Salote Toeboe kan natuurlyk op deze eigenschap geenerlei aanspraak maken; zij is echter onbestreden de dikste vrouw van de Tonga-eilan dengroep met een gewicht van 300 pond en klaarblijke lijk heeft dit op den eerbied, die men haar overal be toont een zeer voordeelige uitwerking. Op alle koraalriffen, die onder haar heerschappij staan, geldt haar woord als wet. ofschoon zü eigenlyk aan Engeland onderhoorig ls. Er is hier n.1. sprake van een protectoraat, dat 30 jaar geleden op verzoek der Tongabewoners werd Ingesteld. Dit verzoek valt uitslui tend te verklaren uit het geweldige ontzag, dat bijna alle Zuidzee-ellandbewoners voor bekende blanke perso nen koesterden. Alle Inboorlingen, die dus ook. zonder er iets van te merken, op twee dagen tegelük leven, kijken vol eerbied naar hun machtige vorstin, die er behalve door haar grooten omvang bovendien zeer imposant uitziet wan neer zij zich bü bepaalde gelegenheden aan haar volk toont. Ondanks de grootste hitte draagt zü dan een hermelünen mantel, terwyl een kroon haar hoofd siert. Maar hoezeer zij zich op feestdagen of bü bijzondere ge beurtenissen ook moge versieren, schoenen zal zij nooit dragen, daar zü fel tegen dit product van Europeesche beschaving gekant is. Haar paleis, dat gelegen is in de hoofdstad der Tonga eilanden ls wel heel anders dan men zich over het alge meen het verblüf van een Oostelijke vorstin voorstelt. Het ls een vriendelijk uitziend blokhuis in bouw on geveer overeenkomend met die van een ouderwetsch Zwitsersch familiepension waarin spiegels, tapijten en zelfs een badkamer aanwezig zijn. Voor het paleis staat een vierde deel van het geheele leger opgesteld, dat uit 12 manschappen bestaat, niet ter bescherming, maar uitsluitend voor decoratieve doeleinden. De wach ten presenteeren een soort geweer, dat eveneens slechts tot versiering dient. Armoede is er onbekend. Het is niets anders dan een uitgesneden stuk hout, dat met een geweer alleen nog maar den vorm gemeen heeft.- Waartoe men in 's hemelsnaam op de Tonga eilanden een geweer noodig heeft is dan ook een raad sel. Het gansche rük straalt van tevredenheid en ar moede is er dank zij de goedgeefsohheid van Moeder natuur volkomen onbekend. Een revolutie tegen het bewind van Salote Toeboe behoort tot de absolute on mogelijkheden. Dit laatste zal men des te beter begrij pen, wanneer men weet, dat zy regeert onder de wer king van een aantal wetten, die voor een deel door haar zelf werden Ingesteld en die men tot de meest moderne kan rekenen, maar die tegelykertijd een oerkarakter dragen. Zoo krügt b.v. Iedere bewoner van deze eilan den-groep by het bereiken van den 16-jarigen leeft yd van staatswege gratis een stuk land in bewerking, teneinde het te bebouwen met gewassen die voor het dagelyksch levensonderhoud belangrijk zijn, zulks als een voorbe hoedmiddel tegen de armoede. Dit land kan niet worden geërfd, na den dood van lederen man komt zijn grond weer aan den staat terug, die het dan opnieuw aan anderen in bruikleen geeft. Uit het bestaan van dezen tusschenvorm tusschen privaatbezit en staatssocialisme mag men niet besluiten, dat ook op andere deelen der aarde een experiment met een dergelük soort communisme kans van slagen heeft. Op de Tonga-archipel kan men dit selsel uitsluitend duurzaam toepassen, omdat by den natuurlyken over vloed van den bodem de noodzaak van een al te econo misch omgaan met de opbrengst der productie niet ur gent kan worden genoemd. Zeer zeker heeft men hier te doen zü het dan ook op beperkten schaal met een land waarvan vele we reldbewoners en economen hebben gedroomd een land zonder armoede, zonder zorgen en... zonder belas ting. Amerikaansche „Blauwhemden". De politiek uit zich heden ten dago in hemden kleuren. Mussolini voerde de „zwarthemdenin en de Duitsche Nationaal-Socialisten dragen, wanneer het niet, als gevaarlijk voor den staat, verboden is, bruine hemden; de Britsch Indische Nationalisten hebben roode hemden voor hun partij-uniform geko zen. Ierland verdedigt zijn republiek door mannen met groene hemden, en om de kleurenreeks te helpen coinpleteeren heeft de Pittsburgsche priester R. Cox voor zijn nieuwe „Werklozen-Partij" blauwe hemden uitgezocht. Deze nieuwe partij, die naar beweerd wordt reeds meer dan een millioen aanhangers telt, wil op haar meeting van 17 Augustus te St. Louis, een eigen candidaat stellen voor het presidentschap der V. S., indien niet vóór dien tijd hun eischen door de beide andere partijen, de Republikeinen en de Democraten op hun program overgenomen zijn. Uit geldgebrek zullen de leden der nieuwe partij van alle denkbare transportmiddelen die weinig of niets kosten ge bruik maken. Ook willen zij uit alle deelen van het land geweldige massa-marschen naar St. Louis in beweging zetten. De partijleden in den staat Pennsyl- vania hebben bereids besloten, hun colonne in de eerste week van Augustus te laten optrekken, om tijdig in St. Louis aan te komen. De strijdbare pries ter Cox kondigt echter aan, dat hij zijn leger van „blauwhemden" in denzelfden rooden vrachtwagen zal aanvoeren als waarmoe hij onlangs den „Honger- marsch" naar Washington leidde. veel van aan te treken! Er zyn toch nog zooveel klei nere boerderijen dan Suttonthorpe. die je best alleen zoudt kunnen beheeren. Wil je er daar een van hebben, dan zal ik er je bü helpen zooveel als ik kan." „Ik ben zelf geen boer," zei Scott verachtelijk. „Ik zou niet met mijn handen kunnen werken." „Ik heb jaren lang met de handen gewerkt en ik ben er niets minder op geworden. Probeer het ook eens, Niets zal je beter van je slechte gewoonten afhelpen en is gezonder voor het lichaam dan hard werken." „Ik ben niet hier gekomen, om een preek aan te hoo ren? Was ik dan maar liever weggebleven. Ik heb Alice wel gezegd, dat het niets geven zou, of ik bij je aanklopte, maar zü meende, dat je het misschien zoudt doen om der wille van Miss Landon." Dit zeggende, keerde hü zich om en wilde gaan. maar op gebiedenden toon riep Keith hem terug. „Waarom haal je hier den naam van Miss Landon bij? Verklaar dat eens nader!" „Mün vrouw was kamenier bü Miss de Roseville en zü hield heel veel van het nichtje. Zuster Jeanne zoo als zij haar noemden eer zü op den Hall kwam. Ik was nu niet zoozeer op haar gesteld, want zy deed haar best, om Alice tegen mij op te stoken. „Geef hem op!" had zij gezegd. „Je zult er nog spüt van hebben, als je met hem trouwt, want het is een slecht mensch; dit zegt Mr. Walden." Zü hield ook veel van haar en is later heel virendelük voor haar geweest, dat moet ik erkennen. Ze heeft haar met Kerstmis haar goed achterna ge stuurd, anders had Alice het zeker nooit gekregen, want ik had haar overgehaald, om er stilletjes met mij van door te gaan, iets dat de oude dame haar nooit vergeven heeft" „Wat heeft dit alles met mij uit te staan?" „Niet veel. Alice heeft Miss Landon geschreven, ol zy ook soms tusschenbeide wilde komen, dat ik Sutton thorpe kreeg, maar dit weigerde zy. Alice heeft mij al een heelen tijd geleden verteld, dat jullie liefde voor el kaar voelden, maar dit was mij geen nieuws meer: ik had je al gezien, teen zy op Suttonthorpe was. Ze deed toen haar best om je te vangen, maar je bent wel zoo verstandig geweest, om haar los te laten, toen je dit goed kreeg." Verschrikt deinsde hy achteruit, want Keith trad op hem toe met gebalde vuisten en vlammende oogen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 23