L VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Uit onze Omgeving. Eindelijk had zij rust gevonden! STRAFZITTING VAN VRIJDAG 29 APRIL. DIT KIND HAD EEN ZACHTEN DOOD. De voortgezette behandeling van de strafrechterlijke actie tegen den heer A. G. J. A. K., electricien te Alk maar, die de vorige week terecht stond ter zake over treding van het zoo ongeveer in alle verkeersfouten voorziende artikel 22 der Motor- en Rijwielwet op 18 Maart bij den overweg nabij de spoorbrug aldaar ge pleegd, had wel niet de vrijspraak van den verdachte ten gevolge, doch wel tot resultaat dat slechts een zeer geringe straf werd opgelegd. Het ten laste geleg de werd na het hooren van den verbalisant, den chef veldwachter G. Vermeulen van Bergen en twee getui gen a decharge wel bewezen verklaard, maar verzach tende omstandigheden in acht genomen en de heer K. veroordeeld tot heelemaal 6 gulden boete of 6 dagen hechtenis. EEN HALF VERLAMDE STUURINRICHTING. De 26-jarige vrachtautochauffeur J. H. A. uit Oudorp werd op 4 Maart te Heiloo aangehouden ter controle van de deugdelijkheid van zijn wagen, 'n proef die juist niet met schitterend gevolg kon worden beëin digd, aangezien het bleek, dat het stuur wel 770 graden kon worden rondgedraaid, alsvorens eenig effect werd waargenomen. De chauffeur stond heden terecht en brak een lans voor zijn veel-gesmade benzinekaros door haar te bekronen met het praedicaat der nieuw heid, doch dit getuigschrift mocht wel als bijzonder optimistisch worden aangemerkt, want de ford was 'n tweedehandsch en had reeds ettelijke Kilometers afge legd. Aan den chauffeur werd alsnu „opgelegd" f 12 boete of 12 dagen, ter aanmoediging om goed op zijn zaak te letten. HET VAN OUDS BEKENDE MELKMAATJE IS GE HEEL UIT DE PRAKTIJK GESCHAKELD. Mej. Aagtje Z., de huisvrouw van den heer Jac. B., een huismoedertje te Alkmaar, had op 'n dag in Febru- bruari aan een perceel, gelegen aan den Westerweg, melk afgeleverd, met een maatje uit een emmertje ge schept, 'n antieke methode, reeds lang veroordeeld en strafbaar gesteld. De leus is thans: versch uit de kraan beveiligd voor stof en in de lucht zwevende bacteriën. Door keurmeester Leijen was het strafbare feit ge constateerd en stond het vrouwtje heden terecht. Ik begrijp het niet, zuchtte het goede mensch, de een wordt gewaarschuwd en de ander niet Ja, er is véél in de wereld, dat je niet begrijpt, on derrichtte haar de kantonrechter en gaf haai den gul den raad in 't vervolg conflicten met het ministerleele melkbesluit te vermijden. O, ik vent allang niet meer, antwoordde mej. B. somber. Waar de zaken zoo veilig stemden, was reci dive niet te vreezen en werd de comparante veroor deeld tot f 3 boete of 3 dagen, 'n bedrag dal voor 'n huisvrouw met 'n schraal inkomentje toch al rijke- dijk hoog was. UW RIJBEWIJS ASJEBLIEFT! Op 28 Maart had brigadier Talsma zich met zijn collega Van der Meulen uit de Rijp te Schermerhorn opgesteld, ten einde de papieren van doorgaande auto mobilisten eens te visiteeren. Het duurde echter niet lang of de 60-jarige landbouwer Klaas M. liep in den val, omdat hij niet anders dan een verloopen rijbewijs kon presenteeren. Hij zat er natuurlijk dik in, stond heden terecht en werd veroordeeld tot f 8 boete of 8 dagen. DAT GING NIET ZOO GLAD ALS BOTER. Behalve den hiervoren gemelden landbouw-ouderling uit de Beemster, pikten de rijkspolitiemannen ook nog aan den haak een plaatwerker, Cornelis H. uit Am sterdam, die hoewel de vrijheid nemende een motor rijtuig te besturen, geen geldig rijbewijs kon vertoo- nen. Deze heer had de moeite genomen om zelf te ver schijnen en wees er op, dat hij niet zooals de dag vaarding decreteerde, 'n motorrijwiel, maar 'n auto, gemerkt G 72480 had bestuurd. Na hierover te hebben gedelibereerd, kwam men overeen om de zaak toch maar door te zetten, anders moest de verdachte weer overkomen en daar had hij niet veel ,puf" in. Maar toen deed zich een fonkelnieuw bezwaar op! De be stuurder had wel gereden, doch naast hem zat een persoon, die wél in 't bezit was van een geldig rijbe wijs en vermeende verdachte onder toezicht te hebben gereden. Du» nu toch maar volgende week voortzet ting. DE ONGEHOORZAME FRUITHANDELAARS- BEDIENDE. De 23-jarige heer Willem B., reuzefiguur, in man chester gestoken, en fruithandelaar te Broek op Lan- gendijk, stond terecht als gevolg van de ontoelaatbare streken van zijn voormaligen 14-jarigen assistent Ja- eob Strijbls, die op 24 Maart te Heerhugowaard door de politie was gesnapt, toen hij, peddelende op een driewielige bakfiets, voor zijn patroon fruit vervoerde. De patroon beweerde dat de jongen, inmiddels door hem de laan uitgestuurd, de bakfiets had bereden zon der opdracht. Hem was gezegd er naast te wandelen en de heer B. had natuurlijk niet kunnen beletten, dat dit bevel niet was opgevolgd. Ook deze zaak zal a.s. week weer op het programma worden geplaatst ter verdere behandeling met medewerking van den verba lisant uit den Folder. EEN MIDDERNACHTELIJKE SPOOKAUTO TE SCHOORL. In den nacht van Zondag 13 Maart omstreeks half één, werd door de politie opgemerkt een vrachtauto, geteekend G no. 81751, waarvan achternummer en letter onvoldoende waren verlicht. De eigenaar en be stuurder van dien wagen, de 24-jarige vischventer Arie G. te Egmond aan Zee, stond heden deswege te recht en beweerde zich op tijd en plaats vermeld niet te Schoorl te hebben bevonden. Hij verbleef alstoen niet tusschen de wielen, maar onder de wollen de kens! Verificatie van dit verweer op 6 Mei e.k.! RECHTS HEEFT DE PRIMEUR. De heer J. O. Z., een autobestuurder uit Medem- blik, keek op 28 Maart niet genoeg uit zijn doppen toen hij te Alkmaar bij het kruispunt Koningsweg en Doelenstraat was genaderd en gaf niet den voorrang aan den gelijkertijd in een luxe-wagen naderenden heer H. Vos, waardoor een aanrijding plaats vond en de heer Vos f 130 schade kon noteeren. De Kantonrechter belastte zich heden, den niet ver schenen heer Z. te corrigeeren door het opleggen van f 12 boete of 12 dagen. Voor de f 130 zal de deurwaar der moeten zorgen. NADEELIGE GEVOLGEN VAN EEN RELLETJE OP HET SPORTPARK. Ter gelegenheid van de motorraces op den tweeden Paaschdag te Alkmaar, ontstond aldaar tusschen eeni- ge bezoekers en een verhuurder van stoelen een nogal hoogloopend meeningsverschil, zoodat de politie tus- schenbeide moest komen en enkele deelnemers mede nam naar het bureau, en hunner, de garagehouder P. J. A„ te Amsterdam, werd gefouilleerd en alstoen in het bezit gevonden van een gummiknuppeltje, welk voorwerp wordt aangemerkt als een verboder wapen in den zin van de Wapenwet. De eigenaar stond heden terecht en werd veroordeeld tot f 5 boete of 5 dagen, met verbeurdverklaring van de in beslag genomen gummiworst, ten onrechte door den verbalisant gequa- lificeerd als een „wapenstok". HEN KOSTBARE WERIvLOOZEN-HENGELSPORT Het van ouds bekende en door kinderen zoo gelief koosde stekeltjesvisschen levert heden ook ernstige ge varen op voor de gezondheid vande portemon- naie! De werklooze smid J. v. S. te Alkmaar, wien het eindelooze lanterfanten gruwelijk begon te verve len, greep op 22 April naar een kinderhengelstokje en ging zich vermaken met het visschen op stekeltjes in de Hoevervaart, daarbij niet denkende aan de Vischwet, die de hengelsport niet voor 1 Juni toelaat. Maar een politiedienaar, minder onattent, greep amb telijk in en de arme smid, wien alle genot in de ste keltjesvangst blijvend is vergald, werd heden gestraft met f 2.50 boete of 2 dagen. EEN ONGEOORLOOFD TRANSPORT TEN STELLIGSTE ONTKEND. Op 19 April zou op den Nieuwlandersingel te Alk maar de 19-jarige werklooze Jan B. op zijn rijwiel een passagier hebben vervoerd, die plaats had genomen op het spatbord, bij ontstentenis van een meer oomfor- tabele zitgelegenheid. De expediteur, heden terecht staande, was zoo vrij deze tenlaste legging pertinent te ontkennen. Hij was niet op de Nieuwl. singel ge weest en de agent had hem in de Langestraat mede gedeeld, dat hij een bekeuring had opgeloopen. Ook hier het bekende recept: aanhouden tot 6 Mei! TUD EN MOEITE VERGEEFS VERSPEELD. De heer G. A., vertegenwoordiger van een firma te Amsterdam, en thans aldaar woonachtig, had met zijn bestelwagen, zooals hij beweerde, als gevolg van eet\ gebrek aan zijn lichtinstallatie, op 3 December op den Kanaaldijk onder Bergen de bakfiets van den 55-jarI- gen haringhandelaar J. Bouman van achter aangere den, waardoor deze bakfiets werd beschadigd en de voorradige delicatessen werden bedorven. De heer Bouman werd zelf van zijn gepeddelde vlschkraam geworpen, doch bekwam gelukkig geen ernstig letsel. De chauffeur was vol goede zorgen en wilde den heer Bouman zelfs tegen zijn zin in een ziekenhuis depo- neeren, doch van betaling der toegebrachte schade werd geen werk gemaakt Aangifte werd gedaan en de chauffeur bij verstek op 29 April veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen benevens betaling _der toege brachte schade tot een bedrag van f 47.20 aan den heer Bouman. De veroordeelde kwam in verzet tegen dit vonnis, waarop de zaak heden in zijn tegenwoor digheid opnieuw werd behandeld. Het gelukte hem echter niet ter zijner ontlasting nieuwe feiten naar voren te brengen en werd mitsdien het vonnis a quo als juist gewezen, inclusief de toege kende schadeloosstelling, in zijn geheel bekrachtigd. DE DERDE OPVOERING OP 13 MEI TE WACHTEN. Indien de 34-jarige heer Jb. W., vertegenwoordiger te Alkmaar, nog niet overtuigd is van de waarheid van het spreekwoord, dat de afwezigen gewoonlijk ongelijk heeft, dan zal hij daarvan nu toch wel lot In het dipst van zijn ziel overtuigd zijn. Hij werd namelijk op 8 April bö verstek veroor deeld tot f 25 boete of 25 dagen, benevens f 2.50 schadevergoeding aan de beleedigde partij, ter zake een hem ten laste gelegde aanrijding met zijn auto van de jeugdige mevrouw A. M. A. Piket, gehuwd met den heer W. Kloet, welke dame zich op gezegden da tum op de Laat per rijwiel voortbewoog en ter hoogte van de Boterstraat door het rijtuig van den heer W. van achter werd geraakt, waardoor zij kwam te val len. De verdachte was destijds niet aanwezig, terwijl de verklaring der drie gehoorde getuigen, mevr. Kloet, de heer Tesselaar en mej. Tine Bouma, zoodanige be zwaren opleverden voor de schuld van den heer W., dat hij direct door den Kantonrechter werd veroor deeld tot boven aangeduide staf. Thans echter, nu de zaak in tegenwoordigheid van den oppossant opnieuw werd behandeld,beweerde deze dat mevr. Kloet was geschrokken van het paard van den heer Tesselaar en een zwenking naar links had gemaakt, die de oorzaak was van de aanrijding. De heer Boersen, aanwezig als getuige decharge, legde een gelijkluidende verklaring af. Daar echter ook de andere getuigen persisteerden bij hun reeds vroeger afgelegde verklaringen, werd besloten, de zaak op nieuw aan te houden en wel tot 13 Mei, teneinde nog meerdere getuigen te hooren. DITMAAL VOOR DEN KOOPJE KLAAR. De 46-jarige heer C. G. L., ambtenaar te Schoorl, had onlangs te Limmen een verkeersfout begaan en zich per rijwiel begeven op den rijksweg, die thans voor deze categorie weggebruikers is afgesloten. Te gen hem was deswege proces-verbaal opgemaakt en stond de heer L. heden terecht, om uitvoerig uiteen te zetten, hoe hij, naar zijn meening buiten zijn schuld, op dit verboden terrein was terecht gekomen. Hij werd dan ook met de noodige courtoisie behandeld en had niet meer aan de staatskas bij te dragen dan f 3 subsidiair 3 dagen hechtenis, die wel buiten beschou wing kunnen blijven. DE POLITIE HANDELT ZONDER AANZIEN DES PERSOONS. Een Alkmaarsch monteur, de heer Joh. Z., die in de Keizersstraat een bovenhuis bewoont, had op 23 April zijn rijwiel beneden op straat achtergelaten, zonder voor afsluiting zorg te dragen. Het was een oude, ha- velooze kar, waaraan de eigenaar niet veel waarde hechtte, maar de politie had dienaangaande een even wichtige appreciatie en nam het rijwiel mede naar het bureau. Toen de eigenaar verscheen, werd hij natuur lijk vereerd met het traditioneele bonnetje en als ge volg van een en ander heden veroordeeld tot f 1.50 boete of 1 dag. ORDE MOET ER ZIJN. De chauffeur W. v. d. S. te Bergen werd op 25 April met zijn vrachtauto aangehouden op den Helderschen weg en geconstateerd, dat het inschrijvingsbewijs, noo- dig voor dergelijke wagens, niet paste bij het wagen- merk. Het bleek dan, dat de auto was voorzien van een ander onderstel. De eigenaar, heden terecht staan de, werd voor deze vougulatiteit veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen. ANNA PAUL0WNA Meifeest. De zaal van Veerburg was Zaterdag geheel gevuld, toen de heer Jb. Raven namens de besturen der af- deelingen van de S.DA..P. en den Modernen Landar- beldersbond een welkom toeriep aan allen, die hier het Meifeest kwamen vieren. Spr. wijdde enkele woor den aan de Meileuzen voor dit jaar en wees daarbij o.a. op de boeren, die vroeger, wanneer de arbeiders steun bij werkloosheid eischten, zoo smalend konden zeggen: „Jullie parasiteeren op de Staatsruif'. Die boeren worden nu zelf gesteund en hebben er niet voor betaald, terwijl de arbeiders voor hun werklo zenkassen dat wel doen. Schandelijk is 't, vond spr., dat die boeren, nu er todh al zoo weinig werk is, Bel gen huren en niet de eigen burgers. Het uitspreken van de Meirede was opgedragen aan den heer Jb. van der Ham, Opgedragen is eigenlijk een beetje te groot woord; op eerste aanvraag van de be sturen was onze oud-plaatsgenoot terstond bereid ge weest. Zonder iets aan de rede van den heer v. d. H. te kort te willen doen, gelooven we toch dat het voor velen een extra genot was te luisteren naar iemand, die tusschen hen is opgegroeid, met hen heeft gewerkt aan den opbouw van vakvereeniging en partij, een man, waar men een beetje trotsch op is, omdat hij zich van eenvoudige boeren-arbeidersjongen opwerkte tot propagandist van den Modernen Landarbeiders- bond en die daar nu stond als een „heusche" spreker. „.Zelden," zoo begon de heer Van der Ham. „hebben we een Meifeest gevierd onder zulke slechte omstan digheden. Toch kunnen we het opgewekt vieren, om dat we weten, dat de eischen, die we stellen, verwe- zenlijkt kunnen en zullen worden. Zouden, als die eischen onzinnig waren, er 80.000 partijgenooten en 350.000 leden van het N.V.V. achter onze vaandels marcheeren?" vroeg spr. Na even stilgestaan te hebben bij de afschuring van de O.S.P. (de ..oude sokken partij", noemde spr. haar) waaraan verweten werd, dat men niet genoeg reke ning hield met de werkelijkheid, werden de Meileuzen besproken. Socialisatie, een planmatige productie, moet er komen. De productie is geweldig opgevoerd, er' is van alles te veel, (toch wordt er gebrek geleden!) Door het te veel kan er niet verdiend worden, men staakt de productie en de -werkloosheid, is er. Het tegenwoor dige stelsel geeft steeds terugkeerende oorlogen en crisis. Het is economische noodzaak dat er veranda- ring komt, dat kan men thans zelfs in de burgerlijke bladen lezen, ,,'t Is altijd zoo geweest en 't zal altijd zoo blijven", is een groote leugen. De geschiedenis ii daar om het te bewijzen. Wat is er in den .loop der eeuwen al niet veranderd. Het is kwestie van lang. zamen groei, maar de socialisatie komt er! Ontwapening. Als dit de eenige leus was, vaar- i voor de partij streed, zou dat al voldoende zijn om zich t als lid aan te sluiten. Alles doe je, om van je kind een mensch te maken en als de oorlog komt De tijden zijn slecht, maar de bewapenlngslndui strieën maken winst. In den oorlog verkochten <J» Duitschers hun granaten, vervaardigd door de vader» de moeders en de meisjes, via de neutralen aan Eng» land en met deze granaten werden de eigen zonen e verloofden gedood! Omgekeerd werd vanuit Frankrij prikkeldraad geleverd aan de Duitschers. In dat eigei FYansche prikkeldraad bleven de poilus bij een aan. val hangen, om aan flarden te worden geschoten. Zoo lang men militairen en belanghebbenden bij de bewa pening naar de conferenties stuurt, zal er niets be reikt worden. De 40-urige werkweek zal er nog wel niet dl- reet zijn, gaat spr. voort. Maar ook om den 8-urendag is gelachen. Toch er hij er gekomen, al is het dan nog niet voor iedereen. De verdoorgevoerde rationalisatie, eischt steeds meer van de arbeiders en maakt dat er minder noodig zijn. Daarom zal er, ook als er weer opleving komt. werkloosheid blijven. Het is, om a allen werk te verschaffen en om de meerdere inspan ning die van den arbeider geëischt wordt, noodig den werktijd te verkorten. Als dat gebeurt kan de machine een zegen voor de menschheid zijn. Maar laat men haar dan ook gebruiken om een korteren werktijd mo gelijk te maken en niet om de winst ojf te voeren. Betere werkloozenzorg is een elsch, die aleen te verwezenlijken is bij grooter machtsvorming, We hebben hier een raad, die wat wil, maar vanuit Den Haag wordt het anders gedecreteerd. Er zijn nog gemeenten waar men er absoluut niets aan wil doen maar daar is ook geen vakbeweging! Met een opwekking om de eenheid in de partij hoog et houden, en deze verder uit te bouwen, eindigde spr. zijn, met groote aandacht en met een stevig applaus beloonde, rede om daarna nog een goed woordje doen voor de arbeiderszangvereer.iging en tooneelclub. De heer G. Meuleveld leidde daarop het optreden van de nieuw-opgerichte tooneelvereenlging „Uit Eigen Kring" in. Men had het nog niet aangedurfd een groot stuk te nemen en zich voor dezen avond tot een eenacter bepaald. (Waar wij intusschen niet rou wig om waren, wan toen men vroeger op de Mei avonden behalve de rede van den spreker, nog een bijna volledig programma van de zangvereenlglng en een tooneelstuk in drie bedrijven gaf, kregen we van het goede wat al te veel. Wat werden dan die stoelen hard op 't laast!) Nadat nog de clementie van het publiek voor het eerste optreden was ingeroepen en dank was gebracht aan den heer Zaadnoordljk voot het voeren van de regie, werd dan „De heilige dienst* ten tooneele gebracht. Het stuk paste zeer wel in het kader van den avond en behandelde het conflict schen een vader en eert zoon tijdens een spoorwt staking. Voor den vader is „dienst' de hoogste wetj de zoon eischt ook rechten. Slechts wanneer een oud»' dokter den in den dienst vergrijsden stationschef doet] gevoelen, hóe z'h geheele leven, z'n huiselijk geluk, z'a kinderen zijn opgeofferd aan den dienst, en hem tot het inzicht brengt dat men zijn plicht moet doen, maar voor zijn rechten moet strijden, dan eerst worden va- der en zoon weer tot elkaar gebracht. Het stuk werd vlot gespeeld en van „plankenvree^1 hebben we niets kunnen merken. De zangvereeniging zong ter afwiseling eenige strijd en andere liederen. Het zakken bij de eerste nummer»; was haar niet euvel te duiden. Toen was het in d» zaal nog rookerig en warm en als onder zulke standigheden het scherm opgaat en de luchtstroom trekt naar het koelere tooneel, dan is daar geen zin gen tegen Haar later uitgevoerde nummers, nadat d» ventilator eens had gedraaid en aan het rookverbod gevolg was gegeven, waren veel beter De grimeur, de heer B. Loevens uit Alkmaar, decla meerde nog met groot succes eenige gedichten van Adama van Scheltema en het schrille „De Vrede» apostel" dat eerst een toelichting verkreeg, waardoor de strekking (tegen den oorlog) beter tot haar recht kwam. De heer FL-wen dankte in z'n sluitingswoord den spreker en alle medewerkenden, wekte op tot aanslui ting bij partij en vakbeweging, zang en tooneelclub en tot het lezen van de eigen krant en deelde mede, dat op dezen avond voor f 6 brochures verkocht werden. FEUILLETON NAAR HET ENGELSCH 17. Scott sprak bedaard, met korte, afgebeten zinnetjes, terwijl hij den blik van het bed hield afgewend. „Ik heb haar beloofd, u hier te halen, of het nu te laat was of niet. Maar doordat ik te veel gedronken had, vergat ik den brief te posten. Ze maakte er groote druk te van. ik heb haar nog nooit zoo opgewonden ge zien. En toen héb ik den brief nog maar op de post gedaan." „Maar wat kan ik nu doen?" vroeg Jeanne wanhopig. „Je hebt toch iemand hier gehad?" „Ik heb een vrouw er bij gehaald. Maar die is niet lang gebleven; ze was bang. Heel haar ziekte door is er niemand bij haar geweest: Alice was van een ander soort. En ik had het geld niet, cxm hulp te betalen." „Ik zou wel gekomen zijn, al lang geleden. Niets zou mij teruggehouden hebben." „Ik heb er wel aan gedacht, maar zij wilde er niet van hooren. Alleen op het laatste verlangde zij naar u. Ik begreep het wel niet, maar ik deed haar zin." Hij staarde apathisch naar Jeanne. die haar tranen den vrijen loop liet. Ze had zich van hem afgewend en zei op fluisterenden toon: „Och. arme Alice! Je hadt mijn hulp noodig en het leek net, of ik jou in den steek liet. Ik ben ook heel al leen op de wereld... Ik heb niemand, die mij op het ein de zal bijstaan... Wat spijt het mij, dat ik te laat was!... Zou je het nu weten, dat mij dit zoo'n verdriet doet?" Toen ze zich weer omwendde, zag ze Scott nog staan en drong: „Zou Je nu niet liever gaan. Ik zou wel graag eenigen tijd met haar alleen willen blijven." Hij ging, maar bleef nog even staan en zei: „Er is nog een boekje, dat ze graag had, dat u nam u heeft het haar eens gegeven. Ook is er nog iets van het kind. Het ligt alles in de lade." Toen ging hij naar beneden. Jeanne sloot de deur en viel op de knieën naast het bed. Ze vergat, dat ze koud en hongerig en uitgeput was. Ze kon enkel denken aan dat arme, jonge vrouwtje, dat zoo eindeloos veel. en in stilte, geleden had; want ze had zioh nooit beklaagd over haar man. Jeanne herinnerde zich nog. dat ze ruim vier jaar ge leden Alice had gewaarschuwd tegen Scott, maar hoe het jonge meisje daar niet naar had willen luisteren en slechts met droeven glimlach het hoofdje had ge schud. Jeanne zelve was toen ongeduldig geworden. Dit was zij nu niet meer, want sinds dien had zij de les des levens geleerd, ofschoon ze niets nader was gekomen tot de oplossing van de drie groote mysteriën van Lief de, Leven en Dood. Ze beschouwde de overledene met een liefde in het hart, dieper dan ze die ooit had gevoeld. Wat was het arme schepsel mager geworden! Wat een grijze ha ren vertoonden zich aan de slapen en wat moest zij hard hebben gewerkt met de handen! Geen wonder, dat onwillekeurig haar gedachten nu ook dwaalden naar haar eigen liefdesgeschiedenis. Alice Somers had daar meer van geweten, dan iemand an ders, behalve dan Mis de Roseville, ofschoon Jeanne haar nooit tot haar vertrouwde had gemaakt. Alice had haar helpen kleeden op dien avond, dat Keith Walden op den Hall werd verwacht. Zonder dat zij er iets van had gezegd, had Alice wel degelijk gevoeld, wat er had plaats gehad, toen zij haar dienzelfden avond had ge holpen met uitkleeden. Dit was het laatste, dat het ka- menlertje voor haar had gedaan, want den dag daarop had zij zich laten ontvoeren door den man, die... kort daarop haar het hart gebroken had. Lang duurde het echter niet, of Jeanne werd weer tot de werkelijkheid geroepen, doordat zij gewaar werd, hoe innig koud en utigeput zy was. Ze had geen tijd meer gehad, om thee te drinken, eer ze de Stichting ver liet en had ha het middagmaal niets meer gehad dan een krentenbroodje aan het station. Ze was niet bang voor den Dood; haar werkkring bracht zoo mee, dat ze dien al zoo dikwijls onder de oogen had gezien, maar wel leek het haar een ver schrikking, dat zij dien nacht, of daar op de kamer, of wat nog erger -was, daar beneden, waar die man zat, zou moeten doorbrengen! Meer vertrekken waren er ze ker niet beschikbaar, dus had zij geen andere keuze. Dien avond ging er geen trein meer, voor zoover zij wist, en zelfs al had zij Scott nu ook kunnen bewegen, haar naar het station te rijden, dan zou ze dien rit niet kunnen doorstaan. Ineens wischte zij zich de tranen af, terwijl een donkere blos haar het gelaat tintte. „O, wat is het menschelijk hart toch bedrlegelijk! Ik zou niet graag ook tegenover mijzelve willen er kennen. waarom ik onmiddellijk zoozeer bereid was. hierheen te gaan! Maar ik zal mijzelve geen leugens meer wijs maken. Het was niet enkel om die arme Alice te zien: ik smachtte naar nieuws van hem... Het zou mij alweer wat dichter naar hem toebrengen; misschien dat ik hem wel op eenigen afstand zou zien. Hoe ellendig zwak ben ik na al mijn strijd en hoezeer veracht ik mijzelve er om!" Alice had nooit begrepen, wat er was gekomen tus schen „Miss Lorraine" en den man, dien zij lief had. Aan de lezing van haar man daaromtrent had zij geen ge loof geslagen en in haar brieven had zij altijd melding gemaakt van den nieuwen heer van den Hall en meege deeld, al wat zij over hem gehoord had. Ze had niets dan dankbaarheid gevoeld voor den vriendelijken man, die hen vrij op „Hangman'» Hollow" had laten wonen en haar op velerlei wijzen geholpen had, sinds zij daar waren. Ineens dacht Jeanne weer aan het boekje, dat zij zou meenemen en met zachten tred ging zij naar de kast, Het lag makkelijk voor de hand in de bovenste lade, - het was een copie van: „De Imitatie van Christus", van Thomas a Kempis, en dan lag er nog het zilveren ram melaartje. dat zij voor den armen baby had gezonden, die een jaar tevoren was gestorven. De tranen schoten haar in de oogen, toen zij het boek je te voorschijn haalde. Er viel iets uit. een briefje aan haar adres, in Alice's hand schrift. Ze had in het FYansch geschreven, want zij bad een goede opvoeding genoten in een klooster in Frankrijk, Een voorgevoel van ellende kwam over Jeanne. toen zij begon te lezen en slechts met de grootste zelfbeheer- sching wist zij een flauwte af te wenden. Er had nog Jets meer by het arme vrouwtje achter gescholen dan enkel verlangen, om Miss Lorraine te zien. „Ik ben stervende", luidde de inhoud. „Ik voel dat u te laat zult komen. Maar ik bid, dat u dit nog in tyds ontvangen zult, om het leven te redden van een. dien u lief heeft. Tot nog toe heb ik mijn man weten te weer houden van het boos opzet, dat hij koestert, maar als ik ben heengegaan, zal hij het ten uitvoer brengen. Let op: het venster van de biliotheek om middernacht.* Laat hem niet het huis verlaten, eer u heeft gewaar schuwd..." Hier hield het schryven op. Onder aan de bladzyd» stonden nog enkele regels: ,Het is beter, dat ik heenga. Voor mü hoeft u niet bedroefd te wezen: ik zal kind terugzien." Ofschoon het daar dus niet met ronde woorden stond. I was het toch zeer duidelijk, waar die arme Alice op hadl gezinspeeld: Heber Scott was van plan. Keith Walderj te dooden. „Een, dien u lief heeft!" Er was immet geen ander ter wereld, dien zij lief had, dan Keith Wm den. Zij moest het voorkomen maar hoe? Wat een toe-F stand: zy, als hulpelooze vrouw, in een bouwvallig, leenstaand huis, met een man. die zulk een misdadi|| ondernemen vóór had. Ze keek op haar horloge; het was elf uur. Voor het uiterlijk kalm, maar met onstuimig kloppend hart ging ze zachtjes de trap af, Er brandde nu een goed vuur in de keuken; dit voel de zij onmiddellijk. Scott zat aan de tafel, met het hoort op dé armen. Hij had de pet op, ofschoon hij niet zijn zware overjas aan had, en een glimmend pistool lag vlak naast zijn hand. Tot nog toe was hij tenminste nuchter gebleven, maar nu was dit niet zoo: de heele keuken rook naar den drank. Toen hij haar aanwezigheid gewaard werd, rees hij OP met een vloek en keek naar haar. „Ik ben beneden gekomen, om mij te warmen", zei kalm. „Zou je mij ook kunnen zeggen, waar ik de the» kan vinden? Ik voel my zoo uitgeput." Ongeduldig keek hij op de klok en antwoordde kortaf- „Ik zal thee zetten en dan moet u weer naar boven. „O, neen. Schot, dat meen je toch niet! Ik mag toch wel wat bij het vuur blijven zitten? Ik zal je in g«en enkel opzicht lastig vallen." „Ik kan u hier niet hebben! Ik moet nog enkele din gen ln orde maken." „Moet je vanavond nog uitgaan?" vroeg ze met ge veinsde verbazing. „Het is al heel laat." „Neen, natuurlijk niet. Ik moet hier niet van d» plaats weg, maar ik ga naar het paard kyken." „Dan zal ik hier wachten, tot je terugbent." „Neen. dat zal je niet! Ik kan niet vry mUn g*n* gaan, als ik je hier om my heen heb." Wordt vervolgd. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 14