(SjggnSÜ wTfiik «öfcf tMfam VOOR ONZE DAMMERS. Vraagstuk No. 957. m m m m. M 1 1 m. 'ZVi m m VOOR ONZE SCHAKERS. Vraagstuk No. 958. EVENTJES DENKEN. Vraagstuk No. 959. Vraagstuk No. 960. Ingezonden Stukken. Van Licht en Duisternis gesproken. van A. de Graag, Heusden. Zwart: 10. fi 11 HÉ IPP m m H fg Si is g§ liR f! n Wit: 9. De diagramstand behoort te zijn: Zwart 10 schijven op 11—14, 19, 20, 21. 26. 29 en 35. Wit 9 schijven op 23, 25, 34, 37, 39, 42, 43 en 45. Wit speelt en wint op een prachtige en origineele wijze! OPLOSSING VRAAGSTUK No. 949, van H. R e n o o y, Berkhout. De diagramstand in cijfers was: Zwart 9 schijven op 1, 7, 8, 10, 12, 14 16, 19, 20 en een dam op 36. Wit 13 schijven op 23, 25, 26, 28, 29, 31, 33, 34, 37, 38, 40. 43 en 45. Wit speelt 29—24, 20—21, 45—40, 28—22 en 22x4! Een mooi meerslag probleem. van W. A. Shinkman. Zwart: 2. a b c d e f g h Wit: 4. De diagramstand moet luiden: Wit Kd8, Dg4, Pd7 en een pion op h5. Zwart Kf7 en een Paard op h8. Wit speelt en dwingt in twee zetten mat af! OPLOSSING VRAAGSTUK No. 950, van W. N a n n i n g. De diagramstand was: Wit Kg4, Pc2, Ld3 en Pe8. Zwart Ke5, De2, Pf3 en drie pionnen op d5, e6 en e4. Wit speelt als sleutelzet Ld3a6, waarna op ieder antwoord van zwart onmiddellijk mat volgt. Wij heb ben hier te doen met een matverandering in het diagonale Bri3tol-thema. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 951. „Landmeten". De tuin is 111 meter lang en 37 meter breed, dus 4107 vierkante meter groot. Als hij een meter breeder iwas, zou hij 4256 vierkante meter groot zijn en we zien 42-;6—4107=149. Op algebraisohe wijze kunnen we de opiossing al dus vinden: G, steld dat d.e breedte X meter is, dan hebben we 3X lengte en 3X2 oppervlakte. En (X+l) (SX+ 3' (3X--f-4X-fl) oppervlakte, wanneer lengte en breedte nu elk 1 meter grooter zijn. Volgens de gege vens in het vraagstuk is nu 3X2+4X+1 3X2 en 149 4X-fl 149 4X 148 X 37, dat is de gevraagde breedte. 3X 141, dat is de gevraagde lengte. OPLOSSING VRAAGSTUK No. 952. JB&a koopman in moeilükheid. A. De kooper geeft zijn Dóllar en zijn twee-cent stuk aan den winkelier en zijn drie-cent-stuk aan den vreemdeling, die wilde helpen. B. De winkelier geeft zijn halve Dollar aan den kooper en zijn kwart Dollar aan den vreemdeling. C. De vreemdeling geeft zijn tiencentstukken en zijn cent aan den kooper terwijl hij zijn vijf-oent-stuk en zijn twee-cent-stuk aan den winkelier geeft. Thatfs heeft elk wat hem toekomt en kan de koo per zjkn inkoopen dus toch doen. „OPMERKEN EN OPMERKEN IS TWEE". Aannemende, dat alle in bovenstaand figuur voor komende quadraten meetkundig zuiver zijn, hoeveel vierkanten zijn er dan in aanwezig? De kwestie is dus op te geven hoeveel er in totaal zijn en hoe deze dan zijn gelegen. „NOG ZOO'N GEVAL". In verband met de voorgaande puzzle geven wij hieronder nogmaals een vraagstukje, waarop onze lezeressen en lezers hun scherpzinnigheid en op merkingsgave kunnen toetsen! Men lette eens goed op de bovenstaande afbeelding. De kunst van „zien" is lang niet iedereen meester. Wie van deze heeren is de grootste, wie de kleinste en de middelste is die grooter dan No. 3 of kleiner dan No. 1?? VOOR KENNISGEVING AANGENOMEN. Ondanks crisis- en malaise-wêe en het niet te ver geten dure licht hebben we in Anna Paulowna nog villa's en villa's. Bewoond en onbewoond. Daarover en over haar bewoners en hun daden een enkel woord. Altijd, slechts over enkele van de voortreffelijkste en over de voortreffelijk s t e het meest. In A.P.P. staat een villa die we tegenwoordig noe men de villa. Daarin woont ons aller opperhoofd, de representant van niemand minder dan H.M. Ko ningin Wilhelmina. Een man met gezag bekleed, en ook met gaven be deeld om dat gezag te handhaven. Voor aan de villa hangt een beschilderd bordje, waarop een adelaar zich verheffend, boven land en water. De bewoners zijn trots op dit plaatje, maar veel waarde bezit het voor onzen tijd niet meer. Villa no. 2 staat in Breezand. 't Is een huis, dat de jaren reeds heeft getrotseerd, op een stand een R.K. kerk waardig, recht voor den Stoomweg. Er woont geen vertegenwoordiger van de Koningin, maar wel van één of andere Koninklijke. Een groot bord aan het huis verkondigt dit den volke in glasheldere taal: Pomp op 2000 M. Daar zit dus olie achter en u weet, Petroleum- koningen overtreffen in weelde en glorie vele vor stenhuizen. Niemand minder dan Mevr. Bakkerv. Rozelaar representeert hier den Standard. Nooit van gehoord? Nu, dan hebt ge slecht de krant gelezen hoor! De bewoners der villa's kennen elkander wel. Och, dat gaat zoo! Toen de bewoonster van „Pomp op 2000 M." in haar woning wilde, woonde daar een zieke tante. Nu valt het niet mee om zieke menschen uit een huis te zetten, dat wist Oom ook wel. Daarom stelde Oom nogal z'n eischen. Maar Mevr. B.van R. wist raad; ze had een mach tig vriend, daar ging ze heen. Van d'r zieke Tante sprak ze niet, van d'r eischen- de Oom heel veel en ze smeekte den bewoner van De Villa, toch z'n macht zoo dictatoriaal te toonen als mogelijk was en die Oom op straat te zetten; och, die zieke Tante moest zich ook maar redden. En jawel hoor, haar pogen slaagde, de machtige, bewogen door zooveel tranen en smeekingen, wist met een machtig gebaar de villa te ontruimen. Niet noodig u te beschrijven hoe groot de dank baarheid van de bewoonster van „Pomp op 2000 M." is. Hoe zou het anders kunnen? Ondertusschen, alles verjaart. Ook de dankbaarheid. En hier geldt: „hoe ouder hoe zwakker". Want de machtige vriend krijgt nog wel eens een brief, maar 't zal geen vriendelijke brief zijn, en nu ja, hij noemt haar nog wel z'n vriendin, maar de hecht heid der vriendschap wordt al reeds betwijfeld. U moet weten, we leven hier in crisistijd. De inkom sten verkleinen steeds meer. Dat voelen we hier allen wel. En het licht is duur, veel te duur, en dat terwijl het veel goedkooper kan. Mevr. B.van R. wist dat, en lettende op de eco nomische duisternis, en vooral op de armoe van Jan Boezeroen, openbaarde zich bij haar direct het loffe lijk streven aan deze ongerechtigheid een eind te maken. Ze schreef vooral en ten eerste een paar Inge zonden stukken in dc Schager Courant en Polderbode; de taal was gekuischt en haar schrijven was bovenal puur zaklijk. Er waren wel langooren die zeiden: hoe krijgt ze nu de Kerk bij het licht, en Cérès bij het licht, en ook die bocht in den weg bij het licht?, maar dat zijn de slimsten r.iet geweest, want B.van R.. de bewoonster van „Pomp op 2000 M." had al lang gezien, dat bijv. bij 4 van de 5 kerken een lantaarn van het G.E.B. brandt, dat Cérès lijk verlicht is en de bocht in den weg ook ten tijde des avonds als ln zonneweelde baadt.Overigens heeft ze verstand èn van de kerk èn van het licht. Ze is ongeveer in de Kerk geboren, is er veel ge weest, weet wel dat ten tijd des watersnoods haar ouders en familie er gratis logeerden en weet ook wel dat de kerk de draagster is van een licht. Nu heeft ze echter, niettegenstaande dat, de Kerk den rug toegedraaid. Naar alle waarschijnlijkheid heeft ze da duisternis liever gehad dan het licht. Een vlee.-muis vliegt bij den avond en de nacht is voor het roofgedierte. Niet dat we daarmede Mevr. B.van R. zouden willen vergelijken hoor, dat niet. En van licht gesproken, daar weet ze veel van, want vlak voor de villa „Pomp op 2000 M." staat een gratis lichtpunt van het G.E.B. Booze tongen beweren wel, dat ze bij het licht van die lamp heele avonden in knusse stemming kunnen schemeren, maar dat geloof ik niet, want hoe zou ze dan aan zooveel K.W.-uren komen. Neen, dat zijn praatjes, Jaantje.' Na al haar schrijven, zonder antwoorden, na al haar vermaningen en boetepredikaties, na al haar angst voor diverse raadsleden enz. enz., kwam ze er ook nog toe een lijst saam te stellen, waarop ieder kon teekenen en waarop ze eischte onmiddellijke over gave op genade of ongenade aan het P.E.N. Er moeten er zijn, die gezegd hebben: het papier is me niet net genoeg en de stijl deugt niet, maar och, dat zyn weer j e menschen niet geweest. Want de stijl was èf en het papier, nu zoo hebben ze het bij de Koninklijke allemaal. Daar zit olie in. Overigens, weer anderen zeggen: Mevr. B.van R. moet hulp hebben gehad, want zulk een stijl is niet van haar, daar zal dus zeker iemand Zonder „Van" aan hebben gewerkt. Enfin, velen lieten zich leiden, of lijden aan verlel- ling en teekenden; 't adres kwam in den raad. Jammer was het, dat de Pastoor zich nu nog met de zaak bemoeide, want velen maakten na zijn ernstig vermaan, hun handteekening ongedaan. Pastoors moet je ook in de gaten houden, vooral els ze ook in een villa wonen, ons kent ons, en zulke kennen elkanders drijfveeren. Het wachten was ten lange leste op den raad. De vroede vad'ren zouden spreken. En B. en W. en Jonker en de Pastoor ze zouden hun trekken thuiskrijgen, want, krom is krom en recht is recht. En er zyn toch ook in den .ra^ad nog wel mannen voor recht. (Zet s.v.p. geen rechts zetter). Maar och arme, onze hoop is diep beschadtoi© Ru ja, 't werd in 't openbaar behandeld, dus KuilteiT^rik nog wel, maar woorden van lof op het G.E.Bt. en zelfs Smit ging tenslotte den Burgemeester nog êen pluim geven ook, maar overigens, het was armoedig en was het in besloten zitting behandeld, dan hadden ze alle maal in koor geroepen: naar de prullemand! Dat kun je grijpen. Dat ligt er dik op en daarover piekeren we nu juist zoo. Wat moet dat worden? 't Is zielig, meer dan zielig. Zulk een adres voor kennisgeving aangenomen! Geloof me, met dezen Raad gaan we ten gronde, 't Is om moedeloos ie worden en daarom bewonde renswaardig van de bewoonster van „Pomp op 2000 M." dat ze zelfs daarna nog eens op waardige wijze haar tegenvoeters een behoorlijken trap geeft. Want ja. nu ze het verloren heeft, nu zijn er velen in den lande die zeggen: wat doet zoo'n stakker ook in de kou; en die kan ook wel ophouden, want zelfs Koorn en Kuiken laten haar in haar hemd staan, maar zoo is het altijd, had ze het gewonnen, zoo had heel Breezand haar een ovatie komen brengen, de Pastoor incluis. Menschengunst is wisselvallig. Maar daarom wil ik haar steunen en zeggen, toeroepen: wat zegt u? toeschreeuwen!: Houdt vol Bartje, want het Recht is ons, en het recht zal zegevieren! Wij draaien onze snor eens op en als het te pas komt, blazen we hoor, al was het op een groote trom. Twee lichtpunten zie ik bij alle duisternis: ten eer ste: De Burgemeester is al 60 jaar geweest en let eens op, als die aan z'n f 3 ouderdomspensioen toe is, dan gaat die wel. Dat is dus om 5 jaar te doen. En de Raad, die is bij ruim 3 jaar al uitgepraat. Die sturen we naar huis en 'dan op bloote voeten naar bed en zonder licht. En de rest. de Pastoor en Jonker, enz. enz., och, die zyn geen inkt en geen licht waard. En daarom basta. Met minzame groeten, JE MEDELIJDER, s.v.p. geen korte ei, zetter. „Hou je van me!" riep Jim Marbeth boven het ge raas van z'n race-motor uit. Z'n rechterhand omklem de het stuur, 'n linkerarm had hij om den schouder van een blond meisje geslagen, dat naast hem zat. Ze antwoordde niet op de uitgeschreeuwde vraag van Jim. Z'n rechterhand omklemde het stuur. Ze boudeerde wat, totdat Jim den wagen deed stop pen en haar vroeg: „Wat is er toch?" „Waarom koon je vanavond niet op het televisie bal?" pruilde ze lieftallig. „Ik kan heusch niet, Ann," antwoordde Jim. „Je moet komen," zei ze ineens heftig. „Je weet toch, dat het tegelijk onze officieele verloving moet zijn, en anders zal Vader nooit toestemming geven. Waarom heb je nu nooit tijd om 's avonds bij mij te komen?" „Ik kan werkelijk niet, Ann," zei Jim, terwijl hij staarde naar den einder van de breede avenue, die naar de haven leidde. „Ik moet naar kantoor. „Dan hou je ook niet van me," snikte ze plotse ling. „Je moet altijd naar katnoor, en ik weet niet eens wat je er doet. Misschien heeft m'n vader ook wel gelijk, dat wij niet bij elkaar behooren." Resoluut stapte ze uit den wagen: „adieu, Jim, het is voorbij" en ze keerde haar gezicht van hem af. Jim keek op dat oogenblik verbouwereerd, doch herstelde zich dadelijk, trok een norsch gezicht: „Dacht je dat ik aan jouw grillen zal toegeven?" Hij zette den motor aan en snorde weer den prachtig ge- plaveiden weg af, die naar de kustplaats voerde. Daar was alles in gereedheid gebracht voor het groote experiment Jim kwam juist op tijd. Hij liet z'n wagen op de kade staan en begaf zich aan boord van een plelzier- jacht, waar Brandson, de inspecteur der Geheime Po litie van Frisco met. z'n vier ondergeschikten reeds aanwezig waren. De hoeveelheid bedwelmende middelen, die over de streek werden uitgestort, deed de funeste gevolgen al meer dan en jaar merkbaar worden. Brandson was weer een lading cocaïne op het spoor en om aan dezen smokkelhandel voor goed een einde te maken had hij een fantastisch plan uitgedacht. Wat hij hun nu vertoonde was inderdaad hoogst verwonderlijk. Aan den voorsteven langs bakboord zijde stonden drie groote reflectoren opgesteld, die in alle richtingen gedraaid konden worden en waar mede aldus de geheele horizon kon worden afgezocht. „Maar", zei Brandson, „indien we gewoon zoeklicht gebruikten, zouden we onszelf verraden. Daarom ge bruiken we infra-roode stralen, zoodat ze onzichtbaar zijn voor het menschelijk oog. We zouden ze dus zelf ook niet van kunnen zien, indien we niet een televisie installatie aan boord hadden. Door middel van gigan tische foto-electrische cellen maken we deze stralen zichtbaar, d.w.z. al datgene, wat door deze onzicht bare stralen belicht wordt, zullen we waarnemen op het scherm van een televisie-installatie, die we aan boord hebben. De stroompjes, die te zwak ziin, worden door een relais versterkt en vervolgens naar een neonlamp ge leid, waardoor het licht van deze lamp door de aan komende electrische trillingen wordt beinvloed. Door middel van een Nipkowsche schijf, waarin gaatjes spi raalvormig zijn gerangschikt, worden de lichtwisselin gen van de neonlamp weer opgebouwd tot het beeld, dat in de ruimte belicht is geworden, in dit geval du», naar we 2ullen nopen, een smok keischip. Die licht wisselingen laten we vallcii op het scherm van ons televisie-aparaat, en zonder dat de smokkelaars ons zien, zullen wij al hun bewegingen kunnen volgen. Maar nu komt nog de verrassing, vervolgde Brand son. De aankomende electrische trillingen zullen we door een radio-zender, die beneden in het ruim staat opgesteld, op korte golf uitzenden. Onze getuigenis alleen is niet voldoende: Geheel Amerika moet smok kelaars betrappen En nu: aan 't werk." Een druk op den knop en de Infra-roode stralen zochten de omgeving af. Brandson stond met Jim bij het ontvar.gscherm. Niets dan het schuim der golven was er op te zien. Toen ontwaarden Brandson en Jjm een motorboot, die langszij de- smokkelboot meerüe. Gespannen keken de beide mannen toe. Toen gebeur de het merkwaardige: inplaats dat er iets in de motor boot werd geladen, werd er iets uit geheschen en over de railing gesleept. Dat moest een vrouw zijn, de rok ken wapperden in den wind, maar het hoofd was van hen afgewend. Niet zoodra was de last op het schip, of het bootje verdween in de duisternis van den nacht. Een man langs de railing had zich over de vrouw gebogen en hield haar omklemd. Toen sloeg ze met haar vrije hand hem in 't gelaat. De man liet haar een ondeelbaar oogenblik los en richtte zich op... „Archer?" stiet Jim uit. Hij zag hem duidelijk, maar wie was dat meisje? Als had ze zijn onuitge sproken vraag geraden draaide ze zich ineens om en glipte onder de handen ven Archer in de duisternis wegMaar Jim was al naar boven gesneld. In de zaal van het feestgebouw der National Tele- vision Company was het een geweldig gedrang. Aan het einde van de zaal stond een televisie-scherm van groot formaat opgesteld, waarop zioh duidelijk aftes- kende, wat er ergens op een oceaan gebeurde .Archer! Archer!", stiet het publiek in wilde ver ontwaardiging uit. „Waarom arresteeren ze hem niet!" Schril klonken de stemmen door do zaal. Toen werd het ineens doodstil. Ieder staarde gehypnotiseerd naar het scherm. Archer", stiet Jim uit. Een pleizierjaóht leegde langszij de smokkelN aan. Schoten klonken door den luidspreker. Vuur/li sen vlogen over het scherm, een schorre kreet w« verzwolgen door het bruisen der golven. Iemand vanaf het jacht op de smokkelboot, nog iemand vo$ „Je bent er bij, Archer!" hoorden de menschen in zaal Brandson zeggen. „De handboeien, Jlmy' Maar nog voor Jim z'n hand had kunnen uitstre* ken, ritste Aroher een revolver te voorschijn. menschen in de zaal gildenEen grijze waas ov< dekte het scherm tegelijk met een knal uit den lu* spreker. Toeschouwers werden bleek, een gehuil 71 woede brak los, van teleurstelling: het scherm W* donker... „Pak aan, Jim," fluisterde Brandson, „over de ling en dan in onze boot. De anderen zullen Art wel zoet houden. Die zal geen kwaad meer doen. heeft het nog erger verbruid; die gaat de kast voor vrijheidsberooving of handelaar in blanke vinnen inplaats van cocaine-snvokkelaar^ grijnsde. Ga nu m;.ar naar Ann." Jim ging naar beneden. In de voorkajuit la? bleek en afgemat, met verwarde haren. Hij ging a haar zitten en kuste haar even op haar voorhóo: „Ik ging je na," fluisterde ze. Een man bij de 1^' vroeg me of ik Marbeth zocht en bood me aan me je te brengen. Toen bracht hij me..." ,,'t Is goed, Ann." zei Jim zacht. Er viel, bloed haar borst, toen hij zich over haar heenboog. „Bloed je?" fluisterde ze. „Het is niet erg," antwoordde Jim, „je kwam op tijd JAN D. REMPf De

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 20