Schager Courant T L Tot 1 Juli GRATIS Tot 1 Juli GRATIS d. Tweede Blad. x GEESTMERAMBACHT, (OOSTERDIJK EN MOLENGEERZEN). De beker van koningin Elizabeth .Is' I Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. WNA doch Donderdag 2 Juni 1932. 75ste Jaargang. No. 9082 i a.s. tve. ïtie. >n nit chagen .1st oer oer am: hART AND 150 090 les. A, d. bÜ N, Sin ten, 00. Jl nenhni de- e et red Dinsdagmiddag half drie vergaderde het bestuur en hoofdingelanden van bovengenoemden polder met een commissie uit den Ringpolder, ten huize van den heer C. Vis. te Oudkarspel. De Voorzitter, de heer Jb. Swan. opende de vergade ring met een woord van welkom en sprak den wensch uit, dat de besprekingen in het belang van den polder mogen zijn. De notulen der vorige vergadering werden door den secretaris, den heer K. G. Reinders, voorgelezen en on der dankzegging goedgekeurd en vastgesteld. Voorzitter deelde mede. dat de goedkeuring van Ged. Staten op het genomen besluit tot Dieselbemaling niet is gegeven, vóór de kwestie Mosselenbrug is opgelost. Tenslotte heeft men besloten aan Ged. Staten voor te stellen, dat de nieuwe bemaling niet meer slagen zal maken dan de oude, waarmee Ged. Staten accoord gin gen. De heer P. Slot vroeg, hoe of het staat. Of het werk al is aanbesteed en of er tijd genoeg is dat het voor den regentijd klaar kan zijn. Voorzitter antwoordde dat alles wel vóór dien tijd klaar kan zijn. Men is reeds aan het werk. De heer Tauber, opzichter, deelde mede. dat de eerste der Dieselmotoren, welke worden geleverd door Stork, over 5 weken klaar zal zijn en proefdraaien, zoodat we over een 9 a 10 weken met de Dieselbemaling kunnen beginnen. Voorzitter deelde mede. dat de laagste inschrijving, f 28000 was. van Storkte Hengelo, wat beneden de be grooting bleef. De begrooting was f 33000. Voorzitter deelde verder mee. dat een besluit is inge komen inzake de kwestie van de Mosselenbrug, waarbij de polder in alle opzichten in het gelijk is gesteld. Spr. spreekt hierover zijn genoegen uit. Hieruit blijkt dat er toch nog recht is te verkrijgen in Nederland. Van Ged. Staten is een schrijven ingekomen over de opheffing der Bannen. Voorzitter voelde niet voor de opheffing. De vergelijking met Schermer en Beemster gaat volgens spr. niet op. Daar zijn allemaal groote per- ceelen. Hier zijn meer dan 20.000 perceelen. Spr. uit zijn bezwaren, b.v. voor de te houden schouwen enz. Spr. wilde dit ter sprake brengen in de vergadering der ver een. van Waterschappen. De heer D. Swart zeide, dat het bestuur der water schappen goedgunstig heeft geadviseerd aan Ged. Sta ten. De heer P. Slot is niet voor opheffing. Iedere banne heeft zijn eigenaardigheden met schouw enz. Spr. is het met voorzitter eens. De heer G. Hart Hz, deelde mede. dat in het groote Geestmerambacht alle bannes er tegen waren. Ook zijn de kosten in den duren tijd genomen, dus zal ook de bezuiniging niet meevallen, daar we nu in een goedkoo peren tijd leven. Spr. las het door de banne Oudkarspel genomen besluit voor, wat aan Ged. Staten is gezonden. Deze banne ging er niet mee accoord. Spr. wilde dat ook het Geestmerambacht zich tegen de samenvoeging uitsprak. Drie poldertjes, welke bij elkander zijn ge voegd hier in den omtrek hebben hierdoor al een duur dere huishouding. De heer J. Ootjers ziet niet In dat samenvoeging goed- kooper en beter zal zijn. Voor het totstand komen van verschillende belangrijke dingen zal het echter wel goed zijn en spr. denkt dat het daar wel hoofdzakelijk om zal zijn. In dezen geest zal aan Ged. Staten bericht worden gedaan. Voorzitter deelde mede. dat hij de nog benoodigde kolen heeft aangekocht voor f 11.30. franco loods. Rekeningen 193L De rekeningen over 1931 werden vastgesteld met de Volgende cijfers. D e rekening van het stoomgemaal sloot in ontvang sten met f 27200.03, uitgaven f 24.242.97, batig saldo f 2957.05. Van den Oosterdijk in ontvangsten f 17.541.59 uitgaven f 15.219.43, batig saldo f 2322.16. Molengeerzen in ontvangsten met f 11.245.16, uitgaven f 9613.19, batig saldo f 1631.97. De heer Slotemaker rapporteerde dat alles prima in orde was bevonden en adviseerde tot goedkeuring. Aldus besloten. FEUILLETON voudtf opcx)0jooiocx)cx)tx)0ocx)cao(x)ao aoöocxlöOGocxjoocxicxjcxjöoao en Naar het Engelsch FERGUSHUME. 15. cl specurf a] HemtKl emecnKf .aat i» n dit H ond. jeld K. jgen# hum WïflJ paaU rkshon „Dat ben ik volmaakt met u eens. kolonel," gaf Ri- chard toe. ..Meneer Dawson en juffrouw Pamela zijn allebei voortreffelijke menschen." ..Ja, dat heb ik ook gehoord. De waard heeft me aan- I genaam beziggehouden met omstandige verhalen over [het dorp en zijn bewoners." „En vond u het interessant?" spotte Richard. Baxter haalde de schouders op. „Bij wijze van tijdpasseering heb ik er naar geluisterd En... och ja, enkele dingen waren nog wel de moeite waard. Bij voorbeeld, wat hij over dien beker vertelde, dien ik vanmiddag gezien heb. Dat antieke ding schijnt zoo'n beetje de afgod van het dorp te zijn." „Ja, daar heeft het wel wat van", stemde Richard onverschillig toe. ..Het is eigenlijk raar. dat die oude Tollhurst zoo'n kostbaar stuk in zijn huisje bewaart den een of anderen nacht wordt het nog eens gestolen." Baxter keek zijn metgezel scherp aan; hij vroeg zich af of Gould deze opmerking met een bijzondere bedoe ling gemaakt had. Maar het gezicht van den jongeman oad de onschuldigste uitdrukking van de wereld, en zonder dat de kolonel inging op hetgeen hij had gezegd vervolgde hij, steeds op denzelfden, weinig-geinteres- ■eerdeh toon: „tot nog toe heeft nooit iemand een hand aaar den beker uitgestoken, ofschoon de Tollhurst's hem jlaflW sinds de dagen van Cromwell in bewaring hebben en bet dus voor een dief niet zoo heel moeilijk moet zijn geweest om hem weg te halen. Wij moesten maar eens n spelletje gaan doen, vindt u ook niet?" pe kolonel, die met zichtbare belangstelling had ge- uisterd, bleek het geheel met hem eens te zijn en wel- Begrootliv ©n kohieren 1932. Hierna is aan de orde de behandeling der begrootingen voor 1932. De begrooting van het stoomgemaal sloot in onvangst met f 61.353.99, uitgaven f 59.757.37, vermoedelijk batig saldo f 1596.62, met een post voor onvoorzien van f 1000 Die van den Oosterdijk in ontvangsten met f 11267.92, uitgaven f 8855.11, vermoedelijk batig saldo f 2412.81. Onvoorzien f 250. De Molengeerzen in ontvangsten met f 6077.30, uitga ven f 6621.69, vermoedelijk nadeelig saldo van f 544. Voor onvoorzien f 250. De omslagen zijn dezelfde gebleven, behalve die van den Oosterdijk, welke van f 2 is verlaagd op f 1.80 per H.A. De kohieren gaven aan voor het stoomgemaal f 15730.99, voor den Oosterdijk f 9693.92. en voor de Mo- léngeerzen f 484.04. Na eenige bespreking werd de begrooting en de ko hieren aldus goedgekeurd, nadat door den heer Slote maker was medegedeeld dat de commissie volkomen met de begrooting accoord ging. De heer P. Slot, vroeg naar de post contributie aan uitwaterende sluizen. Spr. had gedacht, dat deze lager zou zün. Spr. vroeg inlichtingen naar de afkoopcontri butie. want de omslag kan ongeveer f 1000 bedragen. De heer G. Hart Hz. noemde het een ongezonden toe stand. dat deze oude rechten worden gehandhaafd. Voorzitter zal hier naar onderstaan en zal inlichtingen geven. Spr. geeft den heer Slot in overweging zelf bij Uitwaterende sluizen te informeeren als hoofdingeland van dien polder. Geldleenlngen. Besloten wordt tot het aangaan van een kasgeldlee- nlng van ten hoogste f 15000. Hierna besloot men een geldleening aan te gaan van ten hoogste f 39000 af te lossen in 13 jaren, tegen een rente van hoogstens 5!£ pet., benoodigd voor de nieuwe bemaling. Het vorige besluit tot het aangaan van een leening met aflossing in annuiteiten werd uitgetrokken. Rondvraag. De heer G. Hart zou er prijs op stellen als de hoofd ingelanden bij de Ingebruikstelling van de bemaling aan wezig kunnen zijn. Voorzitter zegt dit toe, spr. meende dat dit vanzelf sprak. Niets meer aan de orde zijnde, sloot voorzitter de vergadering met een woord van dank. den wensch uit sprekende. dat men de volgende keer onder betere eco nomische omstandigheden mag samenkomen. ZITTING VAN DINSDAG 31 MEI. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. EERE WIE EERE TOEKOMT. Nader is ons gebleken, dat ons verslag betreffende inbraak te Bergen tn de villa van mr. W. H. L. Hai- tink te Amsterdam, eenige aanvulling behoeft De aanhouding der inbrekers J. G. T. en R. G. B. in het Heilooërbosch is namelijk niet alléén geschied door majoor Steen, doch in samenwerking met den ge meenteveldwachter Geertsema en den boschwachter Mulder, welke politieambtenaren, na de vinding van het pak met ontvreemde goederen, door den majoor waren aangezocht, hem assistentie te willen verleenen. De drie politiemannen hadden zich met goed gevolg zoodanig verdekt opgesteld, dat ontsnapping van even- tueele belanghebbenden en de achtergelaten goederen zoo goed als geheel was uitgesloten. HET WEDERZIEN WAS TAMELIJK KOEL' De eerste verdachte, heden om half elf op het rapport gedirigeerd, was de 40-jarige tuinder Pieter W., geboren te Beverwijk en wonende te Amster dam en aldaar thans gedetineerd op grond van an dere strafbare feiten. Aan dezen heer, die reeds vroe ger door de Alkmaarsche strafkamer meermalen werd veroordeeld, en dus geen onbekende kon worden ge noemd, was thans ten laste gelegd diefstal door uit snijding van een glasruit, van verschillende goederen uit de woning van den 51-jarigen beroeploozen heer H. W. Oudshoorn te Bergen, in den nacht van 25 op 26 November j.1. In deze zaak waren een 6-tal getui gen gedagvaard, ^waaronder de chef-veldwachter Ver meulen uit Bergen. Ontvreemd waren diverse voor werpen, waaronder een aantal zilveren servetringen, eetlepels en vorken, taartschep, kinderpaplepel, drink- bakjes enzoovoorts enzoovoorts. Voorts werden ver mist 12 zilveren theelepeltjes, suikerschep en dergelijke utiliteitsartikelen, die evenwel niet boven water zijn gekomen. De verdachte erkende, Bergen wel te kennen, hij had daar vertoefd als militair in mobilisatietijd en had die plaats later wel eens bezocht. Over den dief stal liet de heer W. zich echter niet uit, zoodat mag worden verondersteld, dat hij dit feit niet wenschte toe te geven. De diefstal met braak werd door de familie Ouds hoorn in den morgen van den 26 November na het opstaan ontdekt. De heer L. J. G. Aren, pandhuishouder te Amster- dra was het spel in vollen gang. Eerst was Richard een heele poos aan de winnende hand. maar toen keerde de kans en tegen negenen had de jongeman geen shilling meer in zijn zak. Zijn verlies ergerde hem buitengewoon de hoeveelheid whiskey, die hij genoten had, droeg er ook al niet toe bij om zijn humeur beter te maken en hij gaf niet onduidelijk te kennen, dat hij zijn partner van oneerlijke praktijken verdacht. Maar Baxter bleef volmaakt kalm. vriendelijk en voorkomend zelfs, en wist heel diplomatiek een hoog-loopende ruzie te vermij den. Ter wille van zijn dochter mocht hij hier niet in dergelijke onaangenaamheden verwikkeld worden. En zijn gelukkig gesternte kwam hem daarbij te hulp. want juist op het moment, dat Richard zij het aarzelend f neiging begon te vertoonen om bakzeil te halen, kwam de herbergier binnen met een mededeeling voor den kolonel „Juffrouw Baxter is hier. meneer." kondigde hij aan. „Ze heeft mijn zieke dochter opgezocht en wilde u graag even spreken." ..Zeker een boodschap van meneer Dawson". zei de kolonel luchtig met een blik op Ricky, die norsch voor zich uitstaarde. En daarop tot den waard: „ik kom bij juffrouw Baxter." „Ze is in onze huiskamer." legde de man uit en hij wachtte eerbiedig in de deur. tot de gast. met een haastig excuus tegen Gould. naar buiten ging. Anita. met een dikken mantel over haar avondjapon en een wollen shawl om het hoofd geslagen, zat op hem te wachten in gezelschap van juffrouw Maynard, de vrouw van den logementhouder. Toen de kolonel met een buig ng binnenkwam, was het meisje de eerste die sprak, alsof ze verlangend was zich zoo snel mogelijk van een onaangename taak te kwijten. „Mogen wij even van uw huiskamer gebruik maken, juffrouw Maynard?" vroeg ze rustig. „Ik wou graag on gestoord met mijn vader praten." „Natuurlijk, juffrouw." klonk het gedienstig. En daar op. „wel. wel. is meneer uw vader? Nu dan moet ik zeg gen, dat u een knappe vader hebt. hoor!" Toen terwijl ze even in de deuropening bleef staan, tot den kolonel: .neemt u me niet kwallik, meneer, dat ik zoo vrijpostig ben om te zeggen, wat ik meen, maar u hebt een ju weel van een dochter!" „Van dat zeldzame voorrecht was ik me al bewust," verklaarde Baxter welgemoed, met een glimlachenden blik vol trots op zijn dochter, en om den schijn te be waren moest het meisje dien vaderlijken glimlach wel dam, herkende in den verdachte zekeren heer De Vries, onder welken naam verdachte met den houder van het huis van koop met recht van weder-inkoop zaken waren gedaan op 26 Mei 1931. Alstoen waren verschillende zilveren voorwerpen door verdachte beleend, doch de verdachte nam de vrij heid alle bekendheid met den heer Arends te looche nen. De heer Arends kon echter met zekerheid zeg gen, dat deze De Vries in Januari 1932 goederen had beleend, doch hij kon niet pertinent verklaren, dat deze De Vries dezelfde persoon was, die in Novem ber 1931 het zilverwerk had beleend, dat aan den heer Oudshoorn was ontstolen. De heer v. Eijsendijk. hoofdinspecteur van politie te Amsterdam, werd gehoord als getuige en deskun dige betreffende de wetenschap der dactyloscopie. Deze politieambtenaar had foto's vervaardigd van vinger afdrukken door chef Vermeulen destijds gevonden op de vensterbank in het perceel van den heer Ouds hoorn en deze vergeleken met eenige in zijn bezit zijnde vingerafdrukken, waarbij een treffende overeen komst werd opgemerkt. De geachte verdachte werd eveneens uitgenoodigd van deze dactyloscopische filmproeven kennis te ne men. Hij wees echter het eigendomsrecht op zijn vingerafdrukken beslist van de hand. De processen-verbaal van den niet- aanwezigen chef- veldwachter werden door den president der meerv. strafkamer, mr, Ledeboer, voorgelezen. Een en ander betrof de genomen vingerafdrukken. De Officier vroeg acte van de niet verschijning van den heer Vermeulen, welke acte werd verleend. Het bleek dat de chef-veldwachter zich op last van den burgemeester naar Amsterdam had moeten begeven. De Officier was kennelijk zeer ontstemd, vooral om dat door deze ongemotiveerde afwezigheid de verdere afwikkeling der strafzaak vermoedelijk niet kon plaats hebben. Bovendien was het thans noodzakelijk dat werd gehoord mr. Ubbens. de rechter-commissaris in de strafzaak, die verklaarde van den chef-veld wachter te hebben ontvangen eenige folio's betreffende hand- en vingerafdrukken van verdachte, gevonden op een vensterbank in het perceel van den heer Ouds hoorn aan den Bergerweg. Mr. Ubbens had deze folio's ontvangen van den chef-veldwachter van Bergen, en opgezonden aan den deskundige Van IJzendijke. Besloten werd alsnu de behandeling der zaak voort te zetten. Voorts werd gereleveerd, dat verdachte 13 maal ter zake diverse vermogensdelicten was veroordeeld, waaronder ook voorkwam een diefstal van waschgoed te Alkmaar. Deze sportsman was onlangs door de Haarlemsche rechtbank veroordeeld wegens diefstal te Bloemendaal tot 1 jaar met aftrek; van dit vonnis was veroordeelde in hooger beroep gekomen. Door de Alkmaarsche rechtbank was deze verdach te totaal 3 maal veroordeeld, in 1926 tot 6 maanden, daarna tot 6 maanden, daarna nog eens tot 1 jaar en tenslotte nogmaals tot 6 maanden gevangenisstraf. De heer Officier, na omstandig het gebeurde en de daarmede verband houdende bezwarende omstandig heden te hebben gememoreerd, kwam tot de conclu sie, dat de verdachte de hem toegedachte Inbraak en diefstal inderdaad had gepleegd en het feit als wettig en overtuigend bewezen kon worden aangenomen, re den waarom spreker requireerde een gevangenisstraf voor den tijd van 4 jaar. Afstand werd gedaan van het hooren van den chef veldwachter. A.s. week uitspraak. MET DES KANTONRECHTERS BESLISSING WERD GEEN GENOEGEN GENOMEN. Door den 50-jarigen automobilist, getooid met den bijbelschen naam Simon Petrus van N., wonende t e Juljanadorp, werd op 1 Januari te Schoorl op den Rijksweg, omdat hij, gedurende het achterop- en voorbijrijden van een auto, bestuurd door den bollen- kweeker L. van Riezen uit Petten, te veel links hield, een aanrijding veroorzaakt. Ter zake dit feit stond de heer v. L. op 4 Maart j.1. voor dit nieuwjaarsgrapje terecht voor den Kantonrechter te Alkmaar en werd alstoen veroordeeld tot f 40 boete of 40 dagen. Van dit vonnis kwam veroordeelde in hooger be roep, doch was, vreemd genoeg, nu dit appèl werd behandeld, niet persoonlijk aanwezig. Gewoonlijk heeft de afwezige .ongelijk! De heer Klerk, boekhouder te Alkmaar, gelegenheidspassagier in den aangereden auto, werd ook heden als tweede getuige gehoord. Zijn verklaring was bezwarend voor den appellant. Soit! Ook de heer Officier verbaasde de afwezigheid van den appellant en werd gevorderd bevestiging van het gewezen vonnis. Nadat dit geheele proces was afgewikkeld en de heeren reeds toebereidselen maakten te gaan lunchen, vonden we den appellant zitten in den corridor, rustig zijn dagvaarding bestudeerende. Hij had, plat uitge drukt, leelijk de bokkepruik op, toen hij vernam, dat de kous reeds volledig was afgebreid! Enfin, de weg tot verzet staat nog open! Het tarief is naar wij mee- nen thans 1 gulden. DOODELIJK ONGELUK TE CALLANTSOOG. Een ernstige zaak na de pauze. Dood door schuld ten laste gelegd. De 24-jarige vischknecht Joh. Z. te Den Helder stond terecht ter zake een zeer ernstig schuldmisdrijf. Op 6 Maart op den Rijksweg onder Callantsoog, omtrent 6 uur met zijn vrachtauto rijdend, had hij het ongeluk een jongmensch, genaamd Reijer Bas, dat met zijn neef Cörnelis Paarlberg ter rechter zijde, geheel rechts even vriendelijk beantwoorden. Toen de welgedane, praatgrage waardin, gevolgd door haar echtgenoot, de kamer verlaten had, merkte de kolo nel op: „Mag ik je er attent op maken, dat jij het bent. die haar verteld hebt in welke verhouding we tot elkaar staan? Op jouw uitdrukkelijk verzoek heb ik erover ge zwegen. ,Ik heb er nog eens over nagedacht," antwoordde Anita, „en bij nader inzien leek het mij toch maar het beste om open kaart te spelen. Het is toch onmogelijk om de waarheid te verbergen nu de oude Tollhurst en meneer Fanshaw en meneer Gould die vanmiddag heb ben gehoord, daar had u gelijk in. Ik heb ook aan meneer Dawson verteld, dat u in „Het Vergulde Hert" was en van plan was morgen weer te vertrekken, maar tegen juffrouw Pamela heb ik er niets van gezegd." ,Je hebt anders gehoord, dat ik volgens juffrouw Maynard een heel presentabele vader ben! Dus je had me best kunnen meenemen naar „de Olmen". „Neen. dat had ik niet gekund! Dat heb ik u van middag al uitgelegd, waarom. Ik schaam me om het te moeten zeggen, maar de ervaring heeft me helaas geleerd, dat u niets of niemand ontziet. U zoudt meneer Dawson onbeschaamd om geld hebben gevraagd en als hij het u niet gegeven had, zoudt u hebben gestolen..." Baxter glimlachte vriendschappelijk tegen de zolde ring; de openhartige taal van zijn dochter scheen hem in het minst niet te deren. „Ik moet toch wel een bui tengewoon zonnig humeur hebben," zei hij met berus tende ironie, „dat ik dat allemaal kan aanhooren zon der kwaad te worden!" „Werd u maar kwaad." zuchtte het meisje. „Dat zou tenminste een bewijs zijn, dat u nog een klein beetje eergevoel bezat" „Eergevoel! Ik heb je toch vanmiddag al gezegd, dat je bij iemand, die in dringende geldverlegenheid ver keert, geen eergevoel moet verwachten. A propos,, heb je geld meegebracht?" Anita kreunde bij deze uiting van schaamteloozen heb zucht. „Ja", antwoordde ze dof. terwijl ze haar beursje uit haar tasoh haalde: „ik heb twintig pond voor u." Er trok een schaduw van teleurstelling over Baxter's gezicht. „Is dat alles?", vroeg hij ontstemd. „Hoeveel had u dan gedacht dat ik u zou kunnen ge ven? Ik heb een uitstekend salaris, vijftig pond per jaar, maar zóó lang ben ik tenslotte nog niet hier, dat ik daar al veel van ontvangen heb. En alleen doordat Wie zich met ingang van 1 Juli a.s. abon neert op de ontvangt nog de ver schijnende num mers tot dien datum gratis van den weg reed, onder het achterop- en voorbij rijden zoodanig te treffen, dat den wielrijder nagenoeg het hoofd werd verpletterd en gezegde Reijer Bas aan deze hevige verwondingen den volgenden dag overleed. De verdachte, aan wien was ten laste geleg, dood door schuld, werd juridisch bijgestaan door mr. P. Langeveld, advocaat te Alkmaar. Een vijftal getuigen werden in deze zaak gehoord, doch Dr. Hulst, de jus- titie-deskundige, was door ambtsbezigheden verhin derd. De neef Cornelis Paarlberg verklaarde, dat de ver* dachte na het ongeluk gezegd had, den wielrijder niet te hebben opgemerkt. De verdachte erkende een aanrijding te hebben gehad, vermoedelijk met den bumper. Hij haalde nog zoo veel mogelijk links uit, doch kon de aanrijding niet voorkomen. Hij ontkende voorts met groote snel heid te hebben gereden. De reflectoren op de rijwielen waren door verdach te niet opgemerkt. Het rijwiel was door de auto mee gesleurd. De president was de meening toegedaan, dat die re flectors geen voldoende waarborg voor veiligheid geven. De vrachtrijder D. K. Bleeker had in zijn vrachtauto kort voor het ongeluk de twee wielrijders ontmoet. Ook had hij opgemerkt de yjschauto van verdachte. Voorts had hij gezien, dat een vuurstraal langs den weg schoot en een der wielrijders was verdwenen. Hij wist niet of de auto van den verdachte was doorgereden. De vischknecht Verblauw, die zich bevond' in de cabine van den vischauto, verklaarde dat 40 Kilometer werd gereden. Er werd vervoerd een last van 1900 K.G. haring. De tegemoetrijdende auto's voerden verblinden de verlichting en getuige zag de twee wielrijders pas op pl.m. 15 meters. Van de reflectors had getuige niets gezien. Verdachte week naar links uit, maar blijkbaar niet voldoende. Laaer had getuige aan den weg een jongen man zien leggen. Verblauw schreef het ongeluk toe aan de verblindende verlichting "der tegenliggers. Tenslotte werd gehoord Brig.tit. C. J. Vroom uit Julianadorp, gem. Den Helder. Deze had den ongeluk kige op den weg aangetroffen en het zwaar bescha digde rijwiel in beslag genomen. Bij remproef met den vrachtauto bleek, dat de remmen niet voldoende effect gaven. Het remspoor gaf slechts één wiel aan op den linkerkant van den weg. Het lijk had getuige den volgenden dag in be slag genomen en overgedragen aan Dr. Hulst ten be hoeve van de sectie. Na een overzicht te hebben gegeven van het droe vige ongeval, kwam de Officier in zijn requisitoir tot de meening, dat dit ongeluk voorkomen had kunnen worden, indien door verdachte op het critieke moment met de geboden voorzichtigheid had gereden. Het is onverantwoordelijk om onder de werking van een ver blindende verlichting met een noodlottige en roeke- looze snelheid van 35 a 40 Kilometers door te rijden. De Officier schilderde in sterke kleuren de ellende, die door een dergelijk ongeval kan ontstaan, Er wordt maar raak gereden door chauffeurs, die zelfs de meest elementaire kennis missen. Er moet een eind gemaakt worden aan een dergelijke rij-maar-raak-rijderij, con cludeerde de Officier, alvorens ter zake dit ernstige feit te vorderen 2 maanden hechtenis. Ontzegging van ik haast niets uitgeef, heb ik zooveel. En In contanten heb ik maar tien pond." Ze overhandigde haar vader het bedrag in goudstukken. „Ik heb meneer Dawson nog tien pond erbij gevraagd," vervolgde ze. „Hier is zijn cheque, op mijn naam, maar ik heb hem aan u geëndos seerd. U kunt haar bij de bank van meneer Dawson in Londen innen. Nu ik u dit gegeven heb, bezit ik zelf geen penny meer." „Wel je hebt hier in deze -woestenij ook geen geld noodig", was Baxter's hartelooze repliek. „Je zei im mers zelf. dat je niets uitgeeft." Hij bekeek de chèque aandachtig. „Als u het bedrag durft veranderen, zal ik u zelf bij de politie aangeven," viel ze snijdend-scherp uit. „Wie zegt. dat ik iets dergelijks van plan ben?" was het bitse antwoord. „Ik weet waartoe u in staat is, vader. Wanneer u er kans toe zag, zou u er nog een cijfer bijmaken en hon derd pond incasseeren." De kolonel stak lachend de buit in zijn zak. „Dat zou moeilijk gaan, want dan zou het voluit geschreven woord „tien" ook in honderd veranderd moeten worden; als het alleen maar om de cijfers ging, was het een klein kunstje! Maar ik moet tot mijn spijt zeggen, dat je niet veel respect voor mij toont! Ik ben overtuigd, dat je je niet zou ontzien mij de politie op mijn dak te sturen!" „Hoe kan 'een vader zooals u bent aanspraak maken op respect of verwachten dat hij ontzien zal worden?" klonk het bitter. „U hebt het geld nu; gaat u alsje blieft zoo gauw mogelijk naar Guatamala terug en be spaar mij voortaan de schande u aan achtenswaardige menschen als mijn vader te moeten voorstellen," De kolonel wilde iets zeggen, maar ze legde hem met een gebiedend handgebaar het zwijgen op. „Het is noo- deloos-pijnlijk om dit gesprek voort te zetten," hernam ze. „Ik ga. Adieu." „Krijg ik zelfs geen kus, kind?" vroeg de kolonel met een stem, alsof hij de vermoorde onschuld was. „Nu er geen vreemde bij is, behoeven we geen comedie te spelen," verklaarde Anita met koude minachting. „Hoe eerder u naar Guatemala vertrekt, hoe beter; uw methoden zijn niet geschikt voor dit land. Goedenavond." En voor de kolonel een antwoord gereed had. was ze Je kamer uitgeglipt en had de deur achter zich gesloten. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5