Scbager Courant
Raad Winkel.
Iels
,nd
Tweede Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
De beker van koningin
Elizabeth
EN.
Ingezonden Stukken.
lder
taanii
Woensdag 8 Juni 1932.
75ste Jaargang. No 9085
VOOR DEN POLITIERECHTER.
OPENBARE ZITTING VAN 6 JUNI ID32.
KAASDELICT UIT DEN HELDER.
EEN BUITENSPORIG DUUR HOMPIE.
j Als afgevaardigde van de Marine-metropool ver-
ïheen heden nummer 1 van de rol in den persoon van
i 21-jarigen los werkman Lubbert R., die op 16 De
cember een homp van een gegapte kaas ten geschenke
l aangenomen van den getuige en vischventer Pieter
.aak. wekte geste door den Officier heling werd ge-
>emd. De verdachte heer Lubbert erkende zijn te-
lortkoming, zoodat de zaak gesmeerd liep als melange
«>lgens de nieuwste dooi den minister uitgevonden
menstelling. Elsch en vonnis f 15 boete of 15 dagen
ihtenis.
1.1 EEN MAN MET VELE WETTELIJKE
L[Jj ZWAKHEDEN.
Een bekend burger van Uitgeest, de 39-jarige arbei-
|der Petrus T., verscheen in Pilow—smoking, aangezien
bij ter zake een meer ernstig feit voorloopig was ge
detineerd. Hem was thans ten laste gelegd mishande
ling op 13 April van den aannemer A. A. Gieling al
daar. De verdachte was voorzien van een rechtsgeleerd
jaadsman en verdediger, in den persoon van mr. Win
kel welke jurist 2 getuigen a decharge had doen dag
vaarden.
De getuige J. Diroé, die nogal los in den mond
scheen te zijn, werd eenige malen door den Politie
rechter gecorrigeerd. Het „netjes voor alles" is hier
Vooral zeer gewenscht!
Volgens den verdachte had h ij een stomp ontvangen,
die voor Diroé was bestemd, als gevolg van een mep,
door gezegden heer Diroé, niet volkomen toerekenbaar
Van de vele hassebassies, aan den heer Gieling toege-
"Paa,< iiend.
De heer Gieling, een meer gesoigneerd persoon, ging
„jpl.Jevenwel niet met deze lezing accoord. Hij ontving een
filap op zijn lip van den verdachte en niet van Diroé.
Getuige greep toen een eind touw om zich te verde
digen. De lip van den heer Gieling bloedde en zwol op
al3 gevolg van de ruwe behandeling, waaraan lippen,
^geschapen voor liefelijker doeleinden, niet gewend zijn.
emkl D* hêèren Petrus T. en J. Diroé hadden volgens den
heer Gieling een afspraak gemaakt, hem eens op zijn
bliki.Jn te geven.
De schilder L. P. Tromp, uit Berkhout, die geen fa-
II f' jnilierelatles had met verdachte Plet, had dezen ver-
li L dachte trouwens óók zien slaan.
f Het verhoor der getuigen decharge haalde niet
veel uit, dus kon de Officier met gerust geweten re-
pilsitoir nemen in het nadeel van den verdachte, die
eeds lang in aangename relatie staat met de rechter-
ike macht. Eisch tegen zulk een besten klant, wiens
.nkzucht hem steeds in de verdrukking brengt, 1
aand gevangenisstraf.
Mr. Winkel meende onder aanvoering van argumen-
in te mogen concludeeren dat de overtuiging niet
itond en dus vrijspraak het deel van zijn cliënt
loest zijn. De Politierechter bleek van andere opinie
veroordeelde verdachte conform eisch.
SCHERMEN MET DIKKE WOORDEN.
De niet ter zitting compareerende heer Jan B had
16 April den caféhouder H. Walboer te Ewjjcksluls
het café „Cérès" geweldig beleedigd in dusdanige
lewoordingen, dat publicatie deze overigens zoo gedls-
ingeerde rubriek een zeer onsmakelijke tint zou ge-
ven. De geachte lezer gelieve ons dus te excuseeren en
olstaan wij met de mededeling dat de verdachte werd
eroordeeld tot f 12 boete of 12 dagen.
i. DE ONRECHTMATIGE LASTGEVER.
De 42-jarige tuinder Joh. B., resideerende te Castri-
«urn, had zich te verantwoorden omdat hij zijn knecht
N. Bloedjes opdracht had gegeven duinzand weg te ha
len uit de duinen, door de N.V. Holl. Duinmaatschappij
eëxplolteerd. De jachtopziener Weenek bracht deze
utterij ter kennis van den Officier, die daarop de
loodige maatregelen nam en den tuinder voor den po
litierechter bracht. Eisch f 10 boete of 110 dagen. Uit
spraak iets voordeeliger f 6 boete of 6 dagen.
GEVAARLIJK EXPERIMENT VAN EEN TIJDELIJK
ONBEVOEGDEN MOTORRIJDER
De vrachtrijder Math. van E. te Den Helder, wien
krachtens vonnis der Meerv. Strafkamer te Alkmaar
Naar het Engelsch
FERGUS HUME.
11
[gen
inl
.Ik heb Thomas nooit een moment verdacht", merkte
ihaw, 'n tikje verontwaardigd op. ..Dat is de braaf-
'feerel. die er op l?et dorp rondloopt."
De braafste kerel kan onder bepaalde omstandighe-
fn een misdadiger worden", verklaarde de inspecteur
iet een gewichtig vertoon van deskundigheid. „Op der-
"lijke persoonlijke indrukken gaan wij. vakmensohen
iet af. Maar hij had een afdoend alibi, dat was voor
mij het voornaamste. Toen bedacht ik, dat er misschien
een vreemdeling in het dorp geweest kon zijn. Ik ont
dekte. dat een zekere kolonel Baxter in „Het Vergulde
Hert" gelogeerd had."
„Dien verdacht u toch niet?" vroek Lionel met nau
welijks verholen zenuwachtigheid.
„Een oogenblik wel", was het antwoord. ..Een goed
■Peurder laat geen enkele mogelijkheid buiten beschou
wing." Weer sprak inspecteur Arnold op den opgeblazen
^n van meerderheid, dien hij straks ook had aange
legen. „Maar kolonel Baxter, die zijn Londensche adres
kil juffrouw Maynard, de waardin, had achtergelaten
en dien ik opzocht, vertelde mij. dat hij al om 'n uur of
tien in de rust was geweest. Hij verwees mij naar juf-
trouw Maynard om zijn mededeeling te staven. Zij bleek
,®cn geheelen nacht op te zijn geweest, omdat haar doch
tertje ziek was en zij verklaarde, dat kolonel Baxter
"voór tienen naar zijn kamer was gegaan, direct nadat
zijn dochter hem verlaten had,"
„Zijn dochter?"
„Juffrouw Baxter, de gouvernante van meneer Daw-
[Bon."
„Is juffrouw Baxter dien avond bij haar vader in
net logement geweest?"
de rijbevoegdheid was ontzegd, was toch zoo onvoor
zichtig geweest zich met zijn vrachtauto op den rij
weg te wagen en alstoen op 14 April door den bri
gadier-titulair Vroom aangehouden. Hij bestuurde den
wagen zoogenaamd onder toezicht, doch niemand liet
zich door deze truc beetnemen en werd wegens deze
wetsontduiking niet minder dan 2 maanden gevangenis
straf gevorderd. Vonnis 1 maand gevangenisstraf. Waar
schuwing voor heeren twee-, drie-, vier- of meer-
wielige motorrijtuigenbestuurders, wiens rijbewijs tijde
lijk berust ter provinciale griffie, dergelijke vrijheden
na te laten.
EEN GEÜNIFORMEERDE ERF-VREDE-
BREUKELING EN SCHUTTINGBEKLIMMER.
De 35-jarige eervol ontslagen agent van politie Joh.
T. te Den Helder, stond terecht ter zake het zonder
linge feit, dat hij in den avond van 3 April zich zonder
daartoe gerechtigd te zijn, had bevonden op het afge
sloten erf van Joh. Niels, matroos le klasse, wonende
aan de Hoogstraat aldaar en om dit doel te bereiken,
over de schutting was geklommen.
Volgens den Politierechter scheen verdachte dit te
hebben gedaan met minder goede bedoelingen hetgeen
door den in persoon verschenen ex-politieman werd
ontkend.
De heer Gratema, Commissaris van Politie te Den
Helder verklaarde, dat het eervol ontslag was ver
leend met zijne medewerking. Verdachte had echter
destijds geen opdracht op het erf van Niels te sur-
veilleeren. Het ectpaar Niels had den verdachte even
min permissie verleend op het erf te komen
De heer Officier noemde het een droevige geschiede
nis, deze verschijning van een voormalige politie-agent
als verdachte en requireerde f 30 boete of 30 dagen, in
het vertrouwen, dat deze onaangename geschiedenis
het geloof en de deugdelijkheid van het Heldersche
politiecorps niet zou schokken.
De verdachte lanceerde hierop het een en and<»r dat
ter zijner verdediging zou kunnen strekken, waarop hij
werd veroordeeld conform eisch van het openbaar
ministerie. De veroordeelde nam nog geen genoegen
met dit vonnis en overweegt in hooger beroep te gaan.
IN STAAT VAN DRONKENSCHAP VERKEEREND
WIELRIJDER VERZET ZICH.
Een 34-jarig straatmaker te Grootebroek, genaamd
Jantje V., werd op 24 April aldaar, aangehouden door
den rijksveldwachter K. Bark, aangezien hij in zoodani-
gen staat van dronkenschap verkeerde, dat hij niet tot
wielryden in staat geacht kon worden.
De wielrijder scheen echter een andere meening toe
gedaan en verzette zich krachtig tegen de aanhouding
en overbrenging. Thans voor den Politierechter ver
schijnende, erkende hij in een nabijzijnd café 4 rauwe
klaartjes en een pot bier te hebben geconsumeerd.
Door brigadier-titulair Bark werd verklaard, vrij
vertaald, dat verdachte niet in staat was streep te
loopen. Gevorderd werd f 25 boete of 25 dage». Het zat
ter blijkbaar nogal ,an", dus vroeg de Officier niet te
weinig. Vonnis overeenkomstig eisch.
DEN HELDER HAD HET LAATSTE WOORD.
Met Den Helder werd de zitting geopend en ook weer
gesloten. Als laatste verdachte stond terecht de 27-
jarige chauffeur Aris V. aldaar, ter zake mishandeling
van den garagehouder A. F. Mol. die hij op 10 April
een geduchten slag had toegebracht Dit strafbare feit
werd gepleegd voor het Casino. Het scheen, dat er een
oude veete tusschen partijen bestond, welke gespannen
toestand alstoen tot uitbarsting kwam. De slag was
zóó geweldig, dat Mol bewusteloos neerviel. De ver
dachte verkeerde eenigermate onder den invloed van
sterking drank. De Officier eischte een straf in ver
houding met de kracht van de mep en wel f 20 boete of
20 dagen. Vonnis dito dito. Sluiting.
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik s.v.p. een klein plaatsje in uw veelgelezen blad
Over 't licht wil ik maar niets zeggen, vooral nu blijkt
dat de heele raad er niets van afweet, al zijn er dan
enkelen, die bijv. ruim 60 ct., sommige nog meer beta
len. dan moeten die zich maar af laten snijden. Wat
verbeeldt een arm mensch zich ook wel. De schrijver
van licht en duister schijnt echter wel bezorgd dat 't
nog eens zoo ver komen kan. dat 't ook voor een arm
mensch bereikbaar zal worden. Stel je voor dat 't aan
het P.E.N. overging; uit bezorgdheid staat hij al in zijn
zwarte hemd met de spotzweep te zwaaien als trouwe
hulp voor Pastoor. Plaatselijk belang is met één klap
in 't hok gedreven, nu rest nog de schrijfster die 't zoo
raak en rechtuit, met den naam er onder durft te schrij
ven, 't most niet magge. De kletsende vrouwtjes waren
geen inkt en geen papier waard, dit is een goedkoope
smoes, de praat was te verstandig voor dezen heer. Dan
merkt hij op dat de onbarmhartigheid der goddeloozen
groot is. Heeft de schrijver nog nooit gemerkt dat de
onbarmhartigheid dergenen die zich christenen durven
noemen, nog grooter is? Kijk dan eens naar onze re
geering. hoe die nu. terwijl alles schreit van elleende en
gebrek, evengoed doorgaat met handen vol geld te ver
kwisten voor 't ✓alles onteerende militairisme. De men-
schen hebben na 1914 nog wel iets geleerd en velen ook
dit: dat vele predikanten en geestelijken 't Evangelie
van de liefde op hoog bevel omzetten in 't Evangelie van
den haat, om straks als de oorlogsfabrikanten zien dat
er voor hen wat te verdienen valt. de vaders en zoons
onherroepelijk den dood in te drijven. Wees eens ernstig
spottende schrijver en leg je oor eens te luisteren, mis
schien dat ook jouw hart dan nog voor ontroering vat
baar is. Medelij, heb ik ook met jouw, temeer daar je
zelf zegt dat je, je eigen nog heel wat verbeeld. Heb je
vijanden lief, gelijk je zeiven.
Met dank voor 4® plaatsing,
Breezand. X.
De Rijp. Juni 1932.
BOERENVERDRIET.
Nogmaals geachte redactie verzoek ik u beleefd een
plaatsje in uw veel gelezen blad, dienende als antwoord
voor den heer Zijp. Bij voorbaat mijn dank.
De heer Z. schrijft in zijn stukje van 27 Mei j.1. dat
ik het verslag niet goed heb gelezen of niet lezen kan.
Het kan waar zijn, maar hoe het ook mag zijn, maar u
heer Z. heeft dat verzoek gedaan.
Daaruit spreekt duidelijk wat u wil, n.1. langer wer
ken. Verder in uw stuk schrijft gij. ik zal de eerste
wezen die te lang werken zal verbieden.
Heer Z. dit zijn toch twee meeningen, die tegen elkaar
indruischen, of m.a.w. onzin! Wat betreft dat schrijven
van u tegen mij daar ben ik werkelijk blij mede, daar
voor nog mijn dank. Zonder daar aan gedacht te heb
ben, heeft u met dat stukje voor onze organisatie reuze
propaganda gemaakt
Vooral onze ongeorganiseerde arbeiders, beginnen nu
ook te voelen dat onder hunne werkgevers nog moderne
slavendrijvers zijn. Uw naam heb ik daarom ook inge
schreven, nu juist niet als eerelld, maar als een stuk
arbeldersverdriet.
Wij weten ook allen dat de situatie en de onmacht
der arbeiders tegenwoordig niets meer of minder slecht
„Ja. Tegen negen uur kwam ze bii hem. Haar vader
is naar Hurton gekomen om afscheid van haar te ne
men; hij stond op het punt naar Guatemala terug te
keeren. waar hij een rang in het leger bekleedt. Juf
frouw Baxter ging naar ..Het Vergulde Hert" om het
zieke meisje van jufrouw Maynard te bezoeken en nam
de gelegenheid waar om nog een poosje met haar vader
te praten. Ze ging kort voor tienen weg; juffrouw May
nard liet haar uit en sloot de deur schter haar. Dus u
ziet, meneer Fanshaw, dat noch kolonel Baxter, noch
zijn dochter, als verdachten in aanmerking komen. U
zoudt evengoed uw neef. meneer Gould. voor den schul
dige kunnen houden", vervolgde de inspecteur met een
kwalijk-gelukte poging om grappig te zijn. „Hij dineer
de en kaartte dien avond met kolonel Baxter."
„Ik verdenk mijn neef niet méér. dan kolonel Baxter
of diens dochter", antwoordde de jonker. „Meneer Gould
kwam hij woont bij mij op de Hall. zooais u weet
tegen tien uur thuis en ging vrijwel direct naar bed.
Nu?"
„Nu?" echode de inspecteur. En toen. met een luchtig-
wuivend handgebaar, dat beteekenen moest dat hij het
opgaf: „Dat is alles."
„Wat moeten we doen om achter de waarheid te ko
men?"
Een ongeduldig schouderophalen.
„De eenige kans die we hebben, is een wakend oog te
houden op de pandjeshuizen en de beroepshelers. Daar
kan de Londensche politie ons bij helpen. Als iemand
probeert den beker te beleenen of te verkoopen. zal het
een klein kunstje zijn de hand te leggen op den moor
denaar."
„Maar verondersteld, dat de dader de robijnen uit den
beker breekt en ze in het buitenland verkoopt en het
zilver smelt?" opperde Fanshaw.
„In dat geval vrees ik dat er niet veel kans op ont
dekking is", stemde de inspecteur toe. „Maar iets der
gelijks doet alleen een door de wol geverfde grootestads-
dief en met zoo een hebben we hier niet te doen. zooals
ik u al herhaaldelijk heb uiteengezet. Een landlooper
Is niet 'zoo snugger en zal trachten zijn buit in een
lommerd of bii een heler kwijt te raken. En probeert
hij dat. dan is hii er meteen bij!"
Fanshaw stond op; hii za£ in. dat hij van den in
specteur toch niets gewaar zou worden, waar hij wat
aan had.
„Dus u bent niet van plan verdere stappen te doen?"
vroeg hij,
„Kun u mij misschien advies geven wat voor stappen
is, als die der boeren en vele andere groepen. Van die
onmacht hebt gij gebruik willen maken om de arbei
dersklasse nog dieper in de put te trappen.
En nogmaals heer Z.. hieruit spreekt uw mentaliteit.
Zoowaar wrange uitvloeisels van uw partij.
Een partij die stinkt van liberalisme en egoisme. Zul
ke stadhuiswoorden zult u wel slecht kunnen verwerken,
en dat kan ik mij ook best" indenken. Uw hersens zit
ten wel volgestampt met loonsverlaging, langer arbeids
uren enz. enz., zoodat er voor iets anders geen plaats
meer is. Wat u verder schreef over werkzaamheden,
loonen enz. in de zuivelindustrie, berust allemaal op on
kunde uwerzijds. Dergelijke praat behoeft u mij als zui-
velbewerker (mach.) niet op de mouw te spelden.
Tenslotte nog heer Z„ uw verzoek of ik een bril draag,
nee, enkel met ketelbikken. Daarvan zijn dan de gla
zen net als de uwe. wel wat vuil. Maar toch zie ik er
heel duidelijk door dat nu de tijd is gekomen, dat de
boeren niet meer tegen de arbeiders moesten opstaan,
maar naast elkander moeten staan om te strijden voor
hun beider bestaan. Heer Z. gegroet door een Ud van
het altijd pruttelras.
U, mijnheer de Red., nogmaals mijn dank voor de
aan mij verleende plaatsruimte.
H. KOELEMEIJ.
Rechtstr. 178. De Rijp.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 7 Juni 1932,
des morgens half 10.
Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; Secre
taris de heer A. de Ridder.
Alle leden zijn aanwezig.
De Voorzitter opent met een woord van welkom,
waarna de vaststelling der notulen van 27 April 1.1. on
veranderd worden vastgesteld.
Mededeellngen.
Door Ged. Skaten dezer Provincie is machtiging ver
leend aan het Algemeen Burgerlijk Armbestuur om te
zijnen name over te schrijven de perceelen van wijlen
H. Bakker en wed. A. Korff. waartoe werd besloten bii
raadsbesluit van 10 December 1931.
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is over
1931 een bijdrage van f 30 verleend in de jaarwedde van
den agent der arbeidsbemiddeling.
Door het Rijk Is een bijdrage verleend van f 1136.25
in de exploitatie van 8 arbeiderswoningen over her
dienstjaar 19301931
Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken Noord
hollands Noorderkwartier te Alkmaar, wordt geijverd
op de lijnen AlkmaarHaarlem en AlkmaarDen Hel
der buurtverkeer te krijgen in verband met een desbe
treffend verzoek hebben B. en W. besloten een gelijk
verzoek te doen aan de Directie der Nederlandsche
Spoorwegen.
Door het Staatsbedrijf der P„ T. en T. is besloten
tot opheffing der tweede kombestelling met ingang van
13 Juni a.s. en zulks als gevolg van bezuinigingsmaat
regelen.
B. en W. stellen voor deze mededeelingen voor ken
nisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten.
dat moeten zijn?" was de wedervraag. „Hebt u zelf een
theorie gevormd
„Neen." antwoordde Fanshaw. op hetzelfde oogenblik
denkend aan een turkoois, dien hij in zijn portefeuille
had. Toen: „Als u het een of ander ontdekt, laat u het
mij wel weten, nietwaar?"
„Daar kunt u op rekenen, meneer Fanshaw."
„Meneer Dawson en ik stellen een belooning van hon
derd pond beschikbaar voor de ontdekking van den
moordenaar en het terugvinden van dx beker", ging
de jonker voort. „Ik hoop dat u in staat zult zijn, dat
bedrag te verdienen, inspecteur!"
„Ik hoop het ook", betuigde Arnold gretig. „Ik heb
een groot gezin en dan is honderd pond niet te versma
den. Maar ik ben bang. meneer Fanshaw. dat nooit
iemand op die beJooning aanspraak zal maken. We moe
ten er intussefcen maar het beste van hopen."
Lionel knikte, drukte den politiebeambte de hand en
fietste naar Hurton terug in de stellige overtuiging, dat
wanneer de opsporing van den misdadiger van inspec
teur Arnold afhing, de onverlaat volmaakt veilig was
en de beker wel nimmer zou worden teruggevonden.
Maar aan den anderen kant gaf het hem een gevoel
van groote verlichting dat de inspecteur van plan was
zich te vergenoegen met een afwachtende houding. Hij
was speciaal naar Tarhaven gegaan om zich te verge
wissen van Arnold's voornemens. Zijn ontdekking van
den turkoois in het vertrek waar de beker bewaard
was. lag hem zwaar op het hart. Er was geen twijfel
aan of de steen behoorde tot den armband dien hij aan
Julia cadeau had gegeven; de gouden Arabische letters,
die het diepe blauw versierden, bewezen dat voldoende.
„Het was een dunne gouden ketting met turkooisen op
regelmatige afstanden en gegraveerd met Arabische
letters in goud", bepeinsde hij, terwijl hij voortreed. „En
drie turkooisen, ook met gouden letterversieringen, hin
gen met enkele dunne gouden schakeltjes van den
armband af. Iemand die het sieraad aanhad en haastig
den beker uit de kast wilde nemen, liep kans dat een
van de afhangende steenen werd losgerukt. Maar", zette
de .loop zijner gedachten zich voort, „ik heb het arm
bandje aan Julia gegeven en een kind van dertien jaar,
al zou het nog zoo verdorven zijn, kan den beker niet
hebben gestolen en nog veel minder voldoende kracht
hebben gehad om den ouden man te worgen. Het is een
voudig schandelijk om de kleine Julia ook maar een
seconde met het misdrijf in verband te brengen! Maar
toch moet ik haar vragen, of ze een van de afhangende
steenen verloren heeft, en als dat het geval is..."
Ingekomen stukken.
De volgende stukken zijn ingekomen:
Besluiten van Ged. Staten dezer Provincie:
houdende goedkeuring van het besluit van 15 Maart
1932 tot aankoop van grond voor verbreeding van den
weg;
houdende goedkeuring van het besluit van 24 Decem
ber 1931 tot overdracht in beheer en onderhoud van
wegen aan het Hoogheemraadschap Noord hollands
Noorderkwartier te Alkmaar:
houdende goedkeuring van het besluit van 24 Decem
ber 1931 tot overdracht van wegen in eigendom aan
het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwar
tier;
houdende goedkeuring van het besluit van 18 Novem
ber 1931 tot het aangaan van een kasgeldleening van
t 20.000;
houdende goedkeuring der suppletoire begrooting van
27 Aprü 1932: dienstjaar 1932;
houdende goedkeuring der suppletoire begrooting van
27 April 1932, dienstjaar 1932 (ingetrokken suppletoire
begrooting van 15 Januari 1932);
houdende goedkeuring van het besluit van 27 April
1932 tot het verleenen van reductie op landhuur aan J.
van Raalte;
B. en W. stellen voor deze stukken voor kennisgeving
aan te nemen. Allen voor.
Ingekomen is de rekening over 1931 van de Gezond
heidscommissie gezeteld te Hoorn. De rekening wordt
goedgekeurd.
Verslagen.
Ingekomen zijn:
Jaarverslag van de Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs over 1931. Gememoreerd de toename
van het aantal leerlingen voor de U.L.O.-school. waar
door aanspraak op een derde leerkracht kan worden
gemaakt.
Jaarverslag van de vereeniging tot bevordering van
het vakonderwijs In Westfriesland over 1931;
Jaarverslag van de gezondheidscommissie gezeteld
te Hoorn over 1931.
Liggen ter inzage voor de leden.
Verzoeken ontheffing van schoolgeld.
Door P. Stins te Anna Paulowna wordt gereclameerd
tegen zijn aanslag in het schoolgeld over 1931. Voor 3
kinderen die gedurende de eerste zes maanden van 1931,
en 1 kind die 2'maanden van 1931, de openbare lagere
school te Kolhorn hebben bezocht, is adressant ver
schuldigd f 12.50.
B. en W. nemen aan dat dit bedrag in verband met
het inkotnen van adressant hoog te noemen is en stel
len voor den aanslag tot op de helft te verminderen.
Allen voor.
Door A. Schaap wordt eveneens gereclameerd tegen
zijn aanslag in het schoolgeld. Gedurende het geheel®
jaar 1931 bezocht 1 leerling de O. L. school te Kolhorn,
waarvoor adressant f 7.50 verschuldigd is.
Het komt B. en W. voor dat in verband met hot In
komen van adressant deze aanslag niet, te bezwarend is
en stellen voor op de reclame afwijzend te beschikken.
Zonder discussie wordt conform het voorstel van B.
en W. besloten.
Wijziging verordening heffing van school
geld.
Bij verordening is bepaald dat het schoolgeld voor
kinderen uit deze gemeente, die een der Openbare lagere
scholen te Barsingerhorn bezoeken, zal bedragen f 15
per leerling en per jaar, voor minvermogenden de helft
en voor onvermogenden nihil. Wie on- en minvermo
genden zijn. wordt door B. en W. beoordeeld.
Gezien de schoolgeldreclames welke gedurende den
laatsten tijd inkomen, voornamelijk van ouders die 1
of meer leerlingen op de schooi te Kolhorn hebben, mee-
nen B. en W. te moeten aannemen, dat deze te zwaar
belast worden. Dit bedrag van f 15 is gebaseerd op de
vergoeding die door deze gemeente aan Barsingerhorn
moet worden betaald. Wordt het volle schoolgeld be
taald. dan kost zoo'n leerling derhalve niets, terwijl elke
leerling die een o.' 1. school te Winkel bezoekt gemiddeld
f 20.07 kost. Dit nu achten B. en W. niet billijk en stel
len den Raad voor bovengenoemde verordening buiten
werking te stellen en voor leerlingen die een O. L.
school te Barsingerhorn bezoeken tot te passen dezelfde
schoolgeldregeling welke geldt voor het bezoeken van
een O. L. schooi in deze gemeente.
Algemeen gaat de raad met het voorstel van B. en W.
accoord en wordt goedgevonden dat de nieuwe rege
ling zal ingaan 1 Januari 1932.
Het vervoer van schoolkinderen naar de
Christelijke school.
Door A. E. Ferwerda, Strook, gemeente Winkel, is
verzocht hem ingevolge het bepaalde in artikel 13, 1ste
lid der L.O. wet 1920 een vergoeding te verleenen voor
2 kinderen naar de school voor Christelijk Nationaal
Onderwijs te Schagen, welke kosten worden geraamd
op f 204.24.
B. en W. stellen voor een bijdrage te verleenen tot
de helft in de vervoerkosten, zijnde f 102,12.
Het vervoer vindt plaats per extra ochtend-autobus
dienst van de N.V. Autobusdienstonderneming „Hol
lands Noorderkwartier" en de kosten bedragen per
kind en per week f 2.22.
De heer Brugman vindt het altijd mooier als een
voorstel van B. en W. met algemeene stemmen aan
den Raad wordt gedaan, doch in deze vormt spr. de
In een plotselinge, zenuwachtige gejaagdheid trapte
Fanshaw als een razende... uit de afgronden van zijn
bewustzijn dreigde een gedachte op te doemen, die hij
zelfs niet mooht toestaan vorm en gestalte aan te ne
men.
Toen hij op de Hall terugkwam, vond de jonker zijn
neef Richard in een ongeduldige, prikkelbare stemming;
hij was enkele minuten later dan de vastgestelde tijd
voor het diner. Gould had er een hekel aan om op iets
of iemand te moeten wachten en mopperde geweldig.
Bovendien had hij Lionel iets belangrijks te zeggen en
dat maakte hem nog ongeduldiger.
Hij trachtte zijn neef te overreden zich dezen keer
maar niet voor het diner te verkleeden. maar daarvoor
was hij bij dezen aan het verkeerde kantoor: Lionel was
te zeer op zorgvuldige omgangsvormen gesteld, dan dat
hij zich zonder noodzaak tot zulk 'n inbreuk op de goede
Engelsche gewoonte zou hebben laten verleiden.
„Ik denk er niet aan", wimpelde hij Richard's verzoek
energiek af. „We zijn niet in een kamp! Bovendien
ga ik vanavond nog naar „de Olmen" en dan moet ik
er toch behoorlijk uitzien. Het is een oogenblikje werk".
„Waar ben je geweest?" vroeg Ricky, die Lionel naar
diens kamer gevolgd was en met de handen in zijn
zakken op den rand van het bed zat.
„Naar Tarhaven. Ik heb nog eens een gesprek met
inspecteur Arnold gehad over den moord."
Ricky scheen even een schok te krijgen en er kwam
een gespannen uitdrukking in zijn oogen.
„Ik snap niet dat je je nog steeds het hoofd breekt
over dien ellendigen moord", gromde hij. „Het begint
langzamerhand stom-vervelend te worden, vind ik. Het
is bij het inquest toch duidelijk gebleken dat Toilhurst
door een zwerver gedood is.''
„Dat is Arnold's theorie", klonk het droog. „Maar ik
voor mij ben er nog niet zoo zeker van. Als een land
looper het heeft gedaan, moet het wel een bijzonder
bloeddorstig exemplaar geweest zijn."
Gould fronste de wenkbrauwen. „Wat bedoel je?"
vroeg hü scherp.
„Wel", antwoordde Lionel na een korte pauze, „wan
neer Toilhurst heelemaal verdoofd was door opium en
dus niet in staat om den diefstal van den beker te ver
hinderen, waarom heeft die landlooper dan de volko
men overbodige wreedheid gehad hem te worgen?"
„Ga voort, ga voort," viel Ricky opeens woest uit.
„Waarom beschuldig je me niet liever rechtstreeks?"
Wordt vervolgd.