Scbager Courant Raad Winkel. Iels ,nd Tweede Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. De beker van koningin Elizabeth EN. Ingezonden Stukken. lder taanii Woensdag 8 Juni 1932. 75ste Jaargang. No 9085 VOOR DEN POLITIERECHTER. OPENBARE ZITTING VAN 6 JUNI ID32. KAASDELICT UIT DEN HELDER. EEN BUITENSPORIG DUUR HOMPIE. j Als afgevaardigde van de Marine-metropool ver- ïheen heden nummer 1 van de rol in den persoon van i 21-jarigen los werkman Lubbert R., die op 16 De cember een homp van een gegapte kaas ten geschenke l aangenomen van den getuige en vischventer Pieter .aak. wekte geste door den Officier heling werd ge- >emd. De verdachte heer Lubbert erkende zijn te- lortkoming, zoodat de zaak gesmeerd liep als melange «>lgens de nieuwste dooi den minister uitgevonden menstelling. Elsch en vonnis f 15 boete of 15 dagen ihtenis. 1.1 EEN MAN MET VELE WETTELIJKE L[Jj ZWAKHEDEN. Een bekend burger van Uitgeest, de 39-jarige arbei- |der Petrus T., verscheen in Pilow—smoking, aangezien bij ter zake een meer ernstig feit voorloopig was ge detineerd. Hem was thans ten laste gelegd mishande ling op 13 April van den aannemer A. A. Gieling al daar. De verdachte was voorzien van een rechtsgeleerd jaadsman en verdediger, in den persoon van mr. Win kel welke jurist 2 getuigen a decharge had doen dag vaarden. De getuige J. Diroé, die nogal los in den mond scheen te zijn, werd eenige malen door den Politie rechter gecorrigeerd. Het „netjes voor alles" is hier Vooral zeer gewenscht! Volgens den verdachte had h ij een stomp ontvangen, die voor Diroé was bestemd, als gevolg van een mep, door gezegden heer Diroé, niet volkomen toerekenbaar Van de vele hassebassies, aan den heer Gieling toege- "Paa,< iiend. De heer Gieling, een meer gesoigneerd persoon, ging „jpl.Jevenwel niet met deze lezing accoord. Hij ontving een filap op zijn lip van den verdachte en niet van Diroé. Getuige greep toen een eind touw om zich te verde digen. De lip van den heer Gieling bloedde en zwol op al3 gevolg van de ruwe behandeling, waaraan lippen, ^geschapen voor liefelijker doeleinden, niet gewend zijn. emkl D* hêèren Petrus T. en J. Diroé hadden volgens den heer Gieling een afspraak gemaakt, hem eens op zijn bliki.Jn te geven. De schilder L. P. Tromp, uit Berkhout, die geen fa- II f' jnilierelatles had met verdachte Plet, had dezen ver- li L dachte trouwens óók zien slaan. f Het verhoor der getuigen decharge haalde niet veel uit, dus kon de Officier met gerust geweten re- pilsitoir nemen in het nadeel van den verdachte, die eeds lang in aangename relatie staat met de rechter- ike macht. Eisch tegen zulk een besten klant, wiens .nkzucht hem steeds in de verdrukking brengt, 1 aand gevangenisstraf. Mr. Winkel meende onder aanvoering van argumen- in te mogen concludeeren dat de overtuiging niet itond en dus vrijspraak het deel van zijn cliënt loest zijn. De Politierechter bleek van andere opinie veroordeelde verdachte conform eisch. SCHERMEN MET DIKKE WOORDEN. De niet ter zitting compareerende heer Jan B had 16 April den caféhouder H. Walboer te Ewjjcksluls het café „Cérès" geweldig beleedigd in dusdanige lewoordingen, dat publicatie deze overigens zoo gedls- ingeerde rubriek een zeer onsmakelijke tint zou ge- ven. De geachte lezer gelieve ons dus te excuseeren en olstaan wij met de mededeling dat de verdachte werd eroordeeld tot f 12 boete of 12 dagen. i. DE ONRECHTMATIGE LASTGEVER. De 42-jarige tuinder Joh. B., resideerende te Castri- «urn, had zich te verantwoorden omdat hij zijn knecht N. Bloedjes opdracht had gegeven duinzand weg te ha len uit de duinen, door de N.V. Holl. Duinmaatschappij eëxplolteerd. De jachtopziener Weenek bracht deze utterij ter kennis van den Officier, die daarop de loodige maatregelen nam en den tuinder voor den po litierechter bracht. Eisch f 10 boete of 110 dagen. Uit spraak iets voordeeliger f 6 boete of 6 dagen. GEVAARLIJK EXPERIMENT VAN EEN TIJDELIJK ONBEVOEGDEN MOTORRIJDER De vrachtrijder Math. van E. te Den Helder, wien krachtens vonnis der Meerv. Strafkamer te Alkmaar Naar het Engelsch FERGUS HUME. 11 [gen inl .Ik heb Thomas nooit een moment verdacht", merkte ihaw, 'n tikje verontwaardigd op. ..Dat is de braaf- 'feerel. die er op l?et dorp rondloopt." De braafste kerel kan onder bepaalde omstandighe- fn een misdadiger worden", verklaarde de inspecteur iet een gewichtig vertoon van deskundigheid. „Op der- "lijke persoonlijke indrukken gaan wij. vakmensohen iet af. Maar hij had een afdoend alibi, dat was voor mij het voornaamste. Toen bedacht ik, dat er misschien een vreemdeling in het dorp geweest kon zijn. Ik ont dekte. dat een zekere kolonel Baxter in „Het Vergulde Hert" gelogeerd had." „Dien verdacht u toch niet?" vroek Lionel met nau welijks verholen zenuwachtigheid. „Een oogenblik wel", was het antwoord. ..Een goed ■Peurder laat geen enkele mogelijkheid buiten beschou wing." Weer sprak inspecteur Arnold op den opgeblazen ^n van meerderheid, dien hij straks ook had aange legen. „Maar kolonel Baxter, die zijn Londensche adres kil juffrouw Maynard, de waardin, had achtergelaten en dien ik opzocht, vertelde mij. dat hij al om 'n uur of tien in de rust was geweest. Hij verwees mij naar juf- trouw Maynard om zijn mededeeling te staven. Zij bleek ,®cn geheelen nacht op te zijn geweest, omdat haar doch tertje ziek was en zij verklaarde, dat kolonel Baxter "voór tienen naar zijn kamer was gegaan, direct nadat zijn dochter hem verlaten had," „Zijn dochter?" „Juffrouw Baxter, de gouvernante van meneer Daw- [Bon." „Is juffrouw Baxter dien avond bij haar vader in net logement geweest?" de rijbevoegdheid was ontzegd, was toch zoo onvoor zichtig geweest zich met zijn vrachtauto op den rij weg te wagen en alstoen op 14 April door den bri gadier-titulair Vroom aangehouden. Hij bestuurde den wagen zoogenaamd onder toezicht, doch niemand liet zich door deze truc beetnemen en werd wegens deze wetsontduiking niet minder dan 2 maanden gevangenis straf gevorderd. Vonnis 1 maand gevangenisstraf. Waar schuwing voor heeren twee-, drie-, vier- of meer- wielige motorrijtuigenbestuurders, wiens rijbewijs tijde lijk berust ter provinciale griffie, dergelijke vrijheden na te laten. EEN GEÜNIFORMEERDE ERF-VREDE- BREUKELING EN SCHUTTINGBEKLIMMER. De 35-jarige eervol ontslagen agent van politie Joh. T. te Den Helder, stond terecht ter zake het zonder linge feit, dat hij in den avond van 3 April zich zonder daartoe gerechtigd te zijn, had bevonden op het afge sloten erf van Joh. Niels, matroos le klasse, wonende aan de Hoogstraat aldaar en om dit doel te bereiken, over de schutting was geklommen. Volgens den Politierechter scheen verdachte dit te hebben gedaan met minder goede bedoelingen hetgeen door den in persoon verschenen ex-politieman werd ontkend. De heer Gratema, Commissaris van Politie te Den Helder verklaarde, dat het eervol ontslag was ver leend met zijne medewerking. Verdachte had echter destijds geen opdracht op het erf van Niels te sur- veilleeren. Het ectpaar Niels had den verdachte even min permissie verleend op het erf te komen De heer Officier noemde het een droevige geschiede nis, deze verschijning van een voormalige politie-agent als verdachte en requireerde f 30 boete of 30 dagen, in het vertrouwen, dat deze onaangename geschiedenis het geloof en de deugdelijkheid van het Heldersche politiecorps niet zou schokken. De verdachte lanceerde hierop het een en and<»r dat ter zijner verdediging zou kunnen strekken, waarop hij werd veroordeeld conform eisch van het openbaar ministerie. De veroordeelde nam nog geen genoegen met dit vonnis en overweegt in hooger beroep te gaan. IN STAAT VAN DRONKENSCHAP VERKEEREND WIELRIJDER VERZET ZICH. Een 34-jarig straatmaker te Grootebroek, genaamd Jantje V., werd op 24 April aldaar, aangehouden door den rijksveldwachter K. Bark, aangezien hij in zoodani- gen staat van dronkenschap verkeerde, dat hij niet tot wielryden in staat geacht kon worden. De wielrijder scheen echter een andere meening toe gedaan en verzette zich krachtig tegen de aanhouding en overbrenging. Thans voor den Politierechter ver schijnende, erkende hij in een nabijzijnd café 4 rauwe klaartjes en een pot bier te hebben geconsumeerd. Door brigadier-titulair Bark werd verklaard, vrij vertaald, dat verdachte niet in staat was streep te loopen. Gevorderd werd f 25 boete of 25 dage». Het zat ter blijkbaar nogal ,an", dus vroeg de Officier niet te weinig. Vonnis overeenkomstig eisch. DEN HELDER HAD HET LAATSTE WOORD. Met Den Helder werd de zitting geopend en ook weer gesloten. Als laatste verdachte stond terecht de 27- jarige chauffeur Aris V. aldaar, ter zake mishandeling van den garagehouder A. F. Mol. die hij op 10 April een geduchten slag had toegebracht Dit strafbare feit werd gepleegd voor het Casino. Het scheen, dat er een oude veete tusschen partijen bestond, welke gespannen toestand alstoen tot uitbarsting kwam. De slag was zóó geweldig, dat Mol bewusteloos neerviel. De ver dachte verkeerde eenigermate onder den invloed van sterking drank. De Officier eischte een straf in ver houding met de kracht van de mep en wel f 20 boete of 20 dagen. Vonnis dito dito. Sluiting. Mijnheer de Redacteur. Mag ik s.v.p. een klein plaatsje in uw veelgelezen blad Over 't licht wil ik maar niets zeggen, vooral nu blijkt dat de heele raad er niets van afweet, al zijn er dan enkelen, die bijv. ruim 60 ct., sommige nog meer beta len. dan moeten die zich maar af laten snijden. Wat verbeeldt een arm mensch zich ook wel. De schrijver van licht en duister schijnt echter wel bezorgd dat 't nog eens zoo ver komen kan. dat 't ook voor een arm mensch bereikbaar zal worden. Stel je voor dat 't aan het P.E.N. overging; uit bezorgdheid staat hij al in zijn zwarte hemd met de spotzweep te zwaaien als trouwe hulp voor Pastoor. Plaatselijk belang is met één klap in 't hok gedreven, nu rest nog de schrijfster die 't zoo raak en rechtuit, met den naam er onder durft te schrij ven, 't most niet magge. De kletsende vrouwtjes waren geen inkt en geen papier waard, dit is een goedkoope smoes, de praat was te verstandig voor dezen heer. Dan merkt hij op dat de onbarmhartigheid der goddeloozen groot is. Heeft de schrijver nog nooit gemerkt dat de onbarmhartigheid dergenen die zich christenen durven noemen, nog grooter is? Kijk dan eens naar onze re geering. hoe die nu. terwijl alles schreit van elleende en gebrek, evengoed doorgaat met handen vol geld te ver kwisten voor 't ✓alles onteerende militairisme. De men- schen hebben na 1914 nog wel iets geleerd en velen ook dit: dat vele predikanten en geestelijken 't Evangelie van de liefde op hoog bevel omzetten in 't Evangelie van den haat, om straks als de oorlogsfabrikanten zien dat er voor hen wat te verdienen valt. de vaders en zoons onherroepelijk den dood in te drijven. Wees eens ernstig spottende schrijver en leg je oor eens te luisteren, mis schien dat ook jouw hart dan nog voor ontroering vat baar is. Medelij, heb ik ook met jouw, temeer daar je zelf zegt dat je, je eigen nog heel wat verbeeld. Heb je vijanden lief, gelijk je zeiven. Met dank voor 4® plaatsing, Breezand. X. De Rijp. Juni 1932. BOERENVERDRIET. Nogmaals geachte redactie verzoek ik u beleefd een plaatsje in uw veel gelezen blad, dienende als antwoord voor den heer Zijp. Bij voorbaat mijn dank. De heer Z. schrijft in zijn stukje van 27 Mei j.1. dat ik het verslag niet goed heb gelezen of niet lezen kan. Het kan waar zijn, maar hoe het ook mag zijn, maar u heer Z. heeft dat verzoek gedaan. Daaruit spreekt duidelijk wat u wil, n.1. langer wer ken. Verder in uw stuk schrijft gij. ik zal de eerste wezen die te lang werken zal verbieden. Heer Z. dit zijn toch twee meeningen, die tegen elkaar indruischen, of m.a.w. onzin! Wat betreft dat schrijven van u tegen mij daar ben ik werkelijk blij mede, daar voor nog mijn dank. Zonder daar aan gedacht te heb ben, heeft u met dat stukje voor onze organisatie reuze propaganda gemaakt Vooral onze ongeorganiseerde arbeiders, beginnen nu ook te voelen dat onder hunne werkgevers nog moderne slavendrijvers zijn. Uw naam heb ik daarom ook inge schreven, nu juist niet als eerelld, maar als een stuk arbeldersverdriet. Wij weten ook allen dat de situatie en de onmacht der arbeiders tegenwoordig niets meer of minder slecht „Ja. Tegen negen uur kwam ze bii hem. Haar vader is naar Hurton gekomen om afscheid van haar te ne men; hij stond op het punt naar Guatemala terug te keeren. waar hij een rang in het leger bekleedt. Juf frouw Baxter ging naar ..Het Vergulde Hert" om het zieke meisje van jufrouw Maynard te bezoeken en nam de gelegenheid waar om nog een poosje met haar vader te praten. Ze ging kort voor tienen weg; juffrouw May nard liet haar uit en sloot de deur schter haar. Dus u ziet, meneer Fanshaw, dat noch kolonel Baxter, noch zijn dochter, als verdachten in aanmerking komen. U zoudt evengoed uw neef. meneer Gould. voor den schul dige kunnen houden", vervolgde de inspecteur met een kwalijk-gelukte poging om grappig te zijn. „Hij dineer de en kaartte dien avond met kolonel Baxter." „Ik verdenk mijn neef niet méér. dan kolonel Baxter of diens dochter", antwoordde de jonker. „Meneer Gould kwam hij woont bij mij op de Hall. zooais u weet tegen tien uur thuis en ging vrijwel direct naar bed. Nu?" „Nu?" echode de inspecteur. En toen. met een luchtig- wuivend handgebaar, dat beteekenen moest dat hij het opgaf: „Dat is alles." „Wat moeten we doen om achter de waarheid te ko men?" Een ongeduldig schouderophalen. „De eenige kans die we hebben, is een wakend oog te houden op de pandjeshuizen en de beroepshelers. Daar kan de Londensche politie ons bij helpen. Als iemand probeert den beker te beleenen of te verkoopen. zal het een klein kunstje zijn de hand te leggen op den moor denaar." „Maar verondersteld, dat de dader de robijnen uit den beker breekt en ze in het buitenland verkoopt en het zilver smelt?" opperde Fanshaw. „In dat geval vrees ik dat er niet veel kans op ont dekking is", stemde de inspecteur toe. „Maar iets der gelijks doet alleen een door de wol geverfde grootestads- dief en met zoo een hebben we hier niet te doen. zooals ik u al herhaaldelijk heb uiteengezet. Een landlooper Is niet 'zoo snugger en zal trachten zijn buit in een lommerd of bii een heler kwijt te raken. En probeert hij dat. dan is hii er meteen bij!" Fanshaw stond op; hii za£ in. dat hij van den in specteur toch niets gewaar zou worden, waar hij wat aan had. „Dus u bent niet van plan verdere stappen te doen?" vroeg hij, „Kun u mij misschien advies geven wat voor stappen is, als die der boeren en vele andere groepen. Van die onmacht hebt gij gebruik willen maken om de arbei dersklasse nog dieper in de put te trappen. En nogmaals heer Z.. hieruit spreekt uw mentaliteit. Zoowaar wrange uitvloeisels van uw partij. Een partij die stinkt van liberalisme en egoisme. Zul ke stadhuiswoorden zult u wel slecht kunnen verwerken, en dat kan ik mij ook best" indenken. Uw hersens zit ten wel volgestampt met loonsverlaging, langer arbeids uren enz. enz., zoodat er voor iets anders geen plaats meer is. Wat u verder schreef over werkzaamheden, loonen enz. in de zuivelindustrie, berust allemaal op on kunde uwerzijds. Dergelijke praat behoeft u mij als zui- velbewerker (mach.) niet op de mouw te spelden. Tenslotte nog heer Z„ uw verzoek of ik een bril draag, nee, enkel met ketelbikken. Daarvan zijn dan de gla zen net als de uwe. wel wat vuil. Maar toch zie ik er heel duidelijk door dat nu de tijd is gekomen, dat de boeren niet meer tegen de arbeiders moesten opstaan, maar naast elkander moeten staan om te strijden voor hun beider bestaan. Heer Z. gegroet door een Ud van het altijd pruttelras. U, mijnheer de Red., nogmaals mijn dank voor de aan mij verleende plaatsruimte. H. KOELEMEIJ. Rechtstr. 178. De Rijp. Vergadering van den Raad op Dinsdag 7 Juni 1932, des morgens half 10. Voorzitter de heer J. Koster, burgemeester; Secre taris de heer A. de Ridder. Alle leden zijn aanwezig. De Voorzitter opent met een woord van welkom, waarna de vaststelling der notulen van 27 April 1.1. on veranderd worden vastgesteld. Mededeellngen. Door Ged. Skaten dezer Provincie is machtiging ver leend aan het Algemeen Burgerlijk Armbestuur om te zijnen name over te schrijven de perceelen van wijlen H. Bakker en wed. A. Korff. waartoe werd besloten bii raadsbesluit van 10 December 1931. Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is over 1931 een bijdrage van f 30 verleend in de jaarwedde van den agent der arbeidsbemiddeling. Door het Rijk Is een bijdrage verleend van f 1136.25 in de exploitatie van 8 arbeiderswoningen over her dienstjaar 19301931 Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken Noord hollands Noorderkwartier te Alkmaar, wordt geijverd op de lijnen AlkmaarHaarlem en AlkmaarDen Hel der buurtverkeer te krijgen in verband met een desbe treffend verzoek hebben B. en W. besloten een gelijk verzoek te doen aan de Directie der Nederlandsche Spoorwegen. Door het Staatsbedrijf der P„ T. en T. is besloten tot opheffing der tweede kombestelling met ingang van 13 Juni a.s. en zulks als gevolg van bezuinigingsmaat regelen. B. en W. stellen voor deze mededeelingen voor ken nisgeving aan te nemen. Aldus wordt besloten. dat moeten zijn?" was de wedervraag. „Hebt u zelf een theorie gevormd „Neen." antwoordde Fanshaw. op hetzelfde oogenblik denkend aan een turkoois, dien hij in zijn portefeuille had. Toen: „Als u het een of ander ontdekt, laat u het mij wel weten, nietwaar?" „Daar kunt u op rekenen, meneer Fanshaw." „Meneer Dawson en ik stellen een belooning van hon derd pond beschikbaar voor de ontdekking van den moordenaar en het terugvinden van dx beker", ging de jonker voort. „Ik hoop dat u in staat zult zijn, dat bedrag te verdienen, inspecteur!" „Ik hoop het ook", betuigde Arnold gretig. „Ik heb een groot gezin en dan is honderd pond niet te versma den. Maar ik ben bang. meneer Fanshaw. dat nooit iemand op die beJooning aanspraak zal maken. We moe ten er intussefcen maar het beste van hopen." Lionel knikte, drukte den politiebeambte de hand en fietste naar Hurton terug in de stellige overtuiging, dat wanneer de opsporing van den misdadiger van inspec teur Arnold afhing, de onverlaat volmaakt veilig was en de beker wel nimmer zou worden teruggevonden. Maar aan den anderen kant gaf het hem een gevoel van groote verlichting dat de inspecteur van plan was zich te vergenoegen met een afwachtende houding. Hij was speciaal naar Tarhaven gegaan om zich te verge wissen van Arnold's voornemens. Zijn ontdekking van den turkoois in het vertrek waar de beker bewaard was. lag hem zwaar op het hart. Er was geen twijfel aan of de steen behoorde tot den armband dien hij aan Julia cadeau had gegeven; de gouden Arabische letters, die het diepe blauw versierden, bewezen dat voldoende. „Het was een dunne gouden ketting met turkooisen op regelmatige afstanden en gegraveerd met Arabische letters in goud", bepeinsde hij, terwijl hij voortreed. „En drie turkooisen, ook met gouden letterversieringen, hin gen met enkele dunne gouden schakeltjes van den armband af. Iemand die het sieraad aanhad en haastig den beker uit de kast wilde nemen, liep kans dat een van de afhangende steenen werd losgerukt. Maar", zette de .loop zijner gedachten zich voort, „ik heb het arm bandje aan Julia gegeven en een kind van dertien jaar, al zou het nog zoo verdorven zijn, kan den beker niet hebben gestolen en nog veel minder voldoende kracht hebben gehad om den ouden man te worgen. Het is een voudig schandelijk om de kleine Julia ook maar een seconde met het misdrijf in verband te brengen! Maar toch moet ik haar vragen, of ze een van de afhangende steenen verloren heeft, en als dat het geval is..." Ingekomen stukken. De volgende stukken zijn ingekomen: Besluiten van Ged. Staten dezer Provincie: houdende goedkeuring van het besluit van 15 Maart 1932 tot aankoop van grond voor verbreeding van den weg; houdende goedkeuring van het besluit van 24 Decem ber 1931 tot overdracht in beheer en onderhoud van wegen aan het Hoogheemraadschap Noord hollands Noorderkwartier te Alkmaar: houdende goedkeuring van het besluit van 24 Decem ber 1931 tot overdracht van wegen in eigendom aan het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwar tier; houdende goedkeuring van het besluit van 18 Novem ber 1931 tot het aangaan van een kasgeldleening van t 20.000; houdende goedkeuring der suppletoire begrooting van 27 Aprü 1932: dienstjaar 1932; houdende goedkeuring der suppletoire begrooting van 27 April 1932, dienstjaar 1932 (ingetrokken suppletoire begrooting van 15 Januari 1932); houdende goedkeuring van het besluit van 27 April 1932 tot het verleenen van reductie op landhuur aan J. van Raalte; B. en W. stellen voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. Allen voor. Ingekomen is de rekening over 1931 van de Gezond heidscommissie gezeteld te Hoorn. De rekening wordt goedgekeurd. Verslagen. Ingekomen zijn: Jaarverslag van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs over 1931. Gememoreerd de toename van het aantal leerlingen voor de U.L.O.-school. waar door aanspraak op een derde leerkracht kan worden gemaakt. Jaarverslag van de vereeniging tot bevordering van het vakonderwijs In Westfriesland over 1931; Jaarverslag van de gezondheidscommissie gezeteld te Hoorn over 1931. Liggen ter inzage voor de leden. Verzoeken ontheffing van schoolgeld. Door P. Stins te Anna Paulowna wordt gereclameerd tegen zijn aanslag in het schoolgeld over 1931. Voor 3 kinderen die gedurende de eerste zes maanden van 1931, en 1 kind die 2'maanden van 1931, de openbare lagere school te Kolhorn hebben bezocht, is adressant ver schuldigd f 12.50. B. en W. nemen aan dat dit bedrag in verband met het inkotnen van adressant hoog te noemen is en stel len voor den aanslag tot op de helft te verminderen. Allen voor. Door A. Schaap wordt eveneens gereclameerd tegen zijn aanslag in het schoolgeld. Gedurende het geheel® jaar 1931 bezocht 1 leerling de O. L. school te Kolhorn, waarvoor adressant f 7.50 verschuldigd is. Het komt B. en W. voor dat in verband met hot In komen van adressant deze aanslag niet, te bezwarend is en stellen voor op de reclame afwijzend te beschikken. Zonder discussie wordt conform het voorstel van B. en W. besloten. Wijziging verordening heffing van school geld. Bij verordening is bepaald dat het schoolgeld voor kinderen uit deze gemeente, die een der Openbare lagere scholen te Barsingerhorn bezoeken, zal bedragen f 15 per leerling en per jaar, voor minvermogenden de helft en voor onvermogenden nihil. Wie on- en minvermo genden zijn. wordt door B. en W. beoordeeld. Gezien de schoolgeldreclames welke gedurende den laatsten tijd inkomen, voornamelijk van ouders die 1 of meer leerlingen op de schooi te Kolhorn hebben, mee- nen B. en W. te moeten aannemen, dat deze te zwaar belast worden. Dit bedrag van f 15 is gebaseerd op de vergoeding die door deze gemeente aan Barsingerhorn moet worden betaald. Wordt het volle schoolgeld be taald. dan kost zoo'n leerling derhalve niets, terwijl elke leerling die een o.' 1. school te Winkel bezoekt gemiddeld f 20.07 kost. Dit nu achten B. en W. niet billijk en stel len den Raad voor bovengenoemde verordening buiten werking te stellen en voor leerlingen die een O. L. school te Barsingerhorn bezoeken tot te passen dezelfde schoolgeldregeling welke geldt voor het bezoeken van een O. L. schooi in deze gemeente. Algemeen gaat de raad met het voorstel van B. en W. accoord en wordt goedgevonden dat de nieuwe rege ling zal ingaan 1 Januari 1932. Het vervoer van schoolkinderen naar de Christelijke school. Door A. E. Ferwerda, Strook, gemeente Winkel, is verzocht hem ingevolge het bepaalde in artikel 13, 1ste lid der L.O. wet 1920 een vergoeding te verleenen voor 2 kinderen naar de school voor Christelijk Nationaal Onderwijs te Schagen, welke kosten worden geraamd op f 204.24. B. en W. stellen voor een bijdrage te verleenen tot de helft in de vervoerkosten, zijnde f 102,12. Het vervoer vindt plaats per extra ochtend-autobus dienst van de N.V. Autobusdienstonderneming „Hol lands Noorderkwartier" en de kosten bedragen per kind en per week f 2.22. De heer Brugman vindt het altijd mooier als een voorstel van B. en W. met algemeene stemmen aan den Raad wordt gedaan, doch in deze vormt spr. de In een plotselinge, zenuwachtige gejaagdheid trapte Fanshaw als een razende... uit de afgronden van zijn bewustzijn dreigde een gedachte op te doemen, die hij zelfs niet mooht toestaan vorm en gestalte aan te ne men. Toen hij op de Hall terugkwam, vond de jonker zijn neef Richard in een ongeduldige, prikkelbare stemming; hij was enkele minuten later dan de vastgestelde tijd voor het diner. Gould had er een hekel aan om op iets of iemand te moeten wachten en mopperde geweldig. Bovendien had hij Lionel iets belangrijks te zeggen en dat maakte hem nog ongeduldiger. Hij trachtte zijn neef te overreden zich dezen keer maar niet voor het diner te verkleeden. maar daarvoor was hij bij dezen aan het verkeerde kantoor: Lionel was te zeer op zorgvuldige omgangsvormen gesteld, dan dat hij zich zonder noodzaak tot zulk 'n inbreuk op de goede Engelsche gewoonte zou hebben laten verleiden. „Ik denk er niet aan", wimpelde hij Richard's verzoek energiek af. „We zijn niet in een kamp! Bovendien ga ik vanavond nog naar „de Olmen" en dan moet ik er toch behoorlijk uitzien. Het is een oogenblikje werk". „Waar ben je geweest?" vroeg Ricky, die Lionel naar diens kamer gevolgd was en met de handen in zijn zakken op den rand van het bed zat. „Naar Tarhaven. Ik heb nog eens een gesprek met inspecteur Arnold gehad over den moord." Ricky scheen even een schok te krijgen en er kwam een gespannen uitdrukking in zijn oogen. „Ik snap niet dat je je nog steeds het hoofd breekt over dien ellendigen moord", gromde hij. „Het begint langzamerhand stom-vervelend te worden, vind ik. Het is bij het inquest toch duidelijk gebleken dat Toilhurst door een zwerver gedood is.'' „Dat is Arnold's theorie", klonk het droog. „Maar ik voor mij ben er nog niet zoo zeker van. Als een land looper het heeft gedaan, moet het wel een bijzonder bloeddorstig exemplaar geweest zijn." Gould fronste de wenkbrauwen. „Wat bedoel je?" vroeg hü scherp. „Wel", antwoordde Lionel na een korte pauze, „wan neer Toilhurst heelemaal verdoofd was door opium en dus niet in staat om den diefstal van den beker te ver hinderen, waarom heeft die landlooper dan de volko men overbodige wreedheid gehad hem te worgen?" „Ga voort, ga voort," viel Ricky opeens woest uit. „Waarom beschuldig je me niet liever rechtstreeks?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5