Wegen en Kanalen.
Et
Transpireerende
Donderdag 16 Juni 1932
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9090
Hoe ver men gevorderd is.
Verslag van Gedeputeerden aan
Provinciale Staten.
N
I^Tegeli
De beker van koningin
Elizabeth
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
)UC
Uit het verslag nemen wij alleen over, wat betrekking
eeft op wegen en kanalen in onze omgeving.
Sinds het verslag over het jaar 19301931 zijn. bëhalve
enkele aanvullende opmetingen, nog opnemingen ge-
icbied van het tracé Niedorper VerlaatRijksweg Hoorn
-Lambertschaag. voorzoover betreft het gedeelte tus-
rhen Opmeer en de Langereis. Deze opmeting is in-
ilddels voltooid.
Aan de hand van door tevoren verrichte opmetingen
verkregen gegevens, zijn volledige situatie-teekeningen
jemaakt van het tracé SchagenOudesluis tot den
Ontworpen rijksweg StolpenDen Oever, van het ge-
leelte LangereisOpmeer tot de aansluiting aan den
rijksweg AmsterdamLambertschaag. alsmede van de
tracé's Westzaan-West-Graftdijk en West-Graftdijk-Pur-
jnerend.
Tracé Alkmaar.-Schermerhorn-de Hulk.
Het grondwerk voor het gedeelte van den weg langs
de Noordervaart tusschen den Oterleekerweg en den
[oprit naar den ringdijk nabij Schermerhorn is voltooid,
ilddels is aanbesteed het verbreeden van het overige
leelte van den weg langs de Noordervaart, met ge-
ilkmaking van zand uit de vaargeul in het Alkmaar-
lermeer, voor een bedrag van f 221.052. Met het werk
Js intusschen aangevangen.
De onderhandelingen met het waterschap „de Beem-
Vter" omtrent overname van de wegen in dien polder,
hebben tot een bevredigend resultaat geleid; direct
daarna is met de eigenaren der benoodigde perceelen
en perceelsgedeelten onderhandeld; deze onderhandelin
gen hebben een vlot verloop gehad.
Tracé Koedijk-Aartswoud.
De onderhandelingen met de besturen van de ge
meenten en waterschappen, die belang hebben bij het
gedeelte Koedijk-Noordscharwoude, zijn op het doode
®unt gekomen.
J ÖJT Op een andere plaats in het verslag lezen we echter,
dat met het maken van de plannen voor 9 bruggen in
l den weg door Geestmerambacht werd begonnen. Dat
nad vijst er op. dat Ged. Staten stellig hopen over het doode
ar Si V00* 'ieen te komen.
Ea wij niet minder!
fncé Alkmaar-Nledorper-Verlaat-Schagen.
Met de gemeente Alkmaar is omtrent de aansluiting
pa dit tracé op de kom van de gemeente verkregen,
rika ^ver overname van de in dit tracé vallende we-
rllva die jn beheer zijn bij den polder Heerhugowaard,
ijn met het bestuur van het waterschap onderhande-
Ingen geopend.
Met de eigenaren van verscheidene perceelen en per-
I Beelsgedeelten. noodlg voor den aanleg van het wegvak
I 11 tusschen het Niedorper Verlaat en Schagen, is nagenoeg
overeenstemming verkregen. Met het bestuur van den
W.O.L.-polder worden onderhandelingen gevoerd om te
J^raken tot een oplossing, waarbij bij den wegaanleg
DOlntevenq. ©ene bevredigende regeling voor de vaargemeen-
hap van den polder met het buitenwater wordt ver-
ichap
Itreger
^UTracé'
der. k
de da
Jrtgena
^fcracé
i's Schagen-de Stolpen en Schagen-Kolhorn.
Jegelijk met den aankoop van de terreinen, noodig voor
i kanaalaanleg, zijn de gronden gekocht, noodig voor
de daarlangs geprojecteerde wegbaan. Met vrijwel alle
igenaren is overeenstemming bereikt.
Hoorn-den Hout-Enkhuizen.
^ïeedi
I^Bblc-ki
De voorloopige plannen betreffende dit tracé zijn
met eenige der belanghebbenden besproken. Zij
leken instemming te vinden. Het overleg zal nog wor-
len voortgezet. Voorts wordt de mogelijkheid overwogen
■om in samenwerking met de Zuiderzeewerken, die de
keersluis te Broekerhaven zullen moeten verdiepen, te
komen tot eene zoodanige wijziging van dat kunstwerk,
dat het aanvankelijk ontworpen tracé ten noorden van
de Broekerhaven kan worden vervangen door één on
middellijk ten zuiden van die haven over den Drechter-
flandschen Zuiderdijk.
j. De onderhandelingen dienaangaande met het bestuur
de Broekerhaven en met de Directie van de Zui-
rzeewerken. alsmede met het Hoogheemraadschap
foord-Hollands Noorderkwartier, hebben een gunstig
rloop.
FEUILLETON
ooöoooc>oc>oooc»oc>oc>oc>ooorao
losoQooooocsocïoraoöocsocsoooao
Naar het Engelsch
van
FERGUS HUME.
23.
Op den terugweg naar huis stelde Fanshaw zich de
•aag, waarom het meisje bij de vrouw, die haar haat
in minachting niet onder stoelen en banken stak,
•leef. Het verbaasde hem niet, dat Rose er slecht ult-
als Susan den lieven, langen dag zoo tegen haar
keer ging. Maar hij overwoog, dat Rose een wees
s, en wanneer ze niet bij haar tante bleef tot den
lag van haar huwelijk, dit een inbreuk op de dorps-
•tiquette zou beteekenen, die de Hurtonsche gemeen-
:hap opnieuw in Tep en roer zou brengen en niet
licht vergeven zou worden. En lieden van Rose's stand
'aren meestal uiterst gevoelig voor dergelijke uitingen
fan de publieke opinie. Overigens was Lionel over-
ilgd, dat het Rose alleszins was toevertrouwd om
oor zichzelf te zorgen; ondanks haar uiterlijk was ze
leen katje om zonder handschoenen aan te pakken.
Toen hij op de Hall terug kwam, bracht hij Ricky
°P de hoogte van de ernstige waarschuwing, die hij tot
%isan gericht had.
„En wat had ze daarop te zeggen?" informeerde
•ichard.
„O, ze heeft beloofd haar mond te houden. In denk,
dat ze bang is. Maar dat doet niets af aan haar vaste
overtuiging, dat jij de schuldige bent. en ze is van plan
te 'n het nauw te drijven."
■Dat oude wijf", klonk het minachtend, „kan voor
oiijn part doen. waar ze zin in heeft. Over een paar we-
i ken krijg ik het geld, dan trouw ik met Rose en gaan
weg."
Waarheen?" vroeg zijn neef, terwijl hij hem onder-
*>ekend aankeek.
„Dat weet ik nog niet. We zullen eerst een huwelijks
reis maken en dan ergens in Engeland gaan wonen
Tracé Huigendijk-Ursem.
In de verslagperiode werd het plan voor het wijzigen
van het gedeelte van Huigendijk tot Rustenburg vol
tooid. Met de uitvoering kon niet worden aangevangen,
aangezien nog met het bestuur van den polder Heerhu
gowaard over de overname van de benoodigde gronden
overleg gepleegd moet worden en over den aankoop van
enkele perceelsgedeelten van particulieren nog geen
overeenstemming is bereikt.
Voltooid werden vier bruggen over de Noordervaart
in de Scherm eer naast het wegtracé AlkmaarDen
Hulk (totale kosten f 27.386.36).
Aan de plannen voor de bruggen in de te maken pro
vinciale wegen Schagende Stolpen, een over het ka
naal Schagende Stolpen, een over de Grootesloot en
een over de Ooster-egalementsloot) SchagenOudesluis
(een over het kanaal SohagenKolhorn) en Huigendijk
Ursem te Rustenburg wordt voortgewerkt.
Kanalen Stolpen-Schagen en Schagen-Stolpen
met de daarlangs gelegen wegen.
Behoudens eene enkele uitzondering zijn alle terreinen
noodig voor den aanleg van deze werken, in handen van
de Provincie en zijn de noodige vergunningen verkre
gen. De bestekken voor den bouw van de schutsluis te
Kolhorn en van de grondduikers, welke onder het ka
naal zullen moeten worden gelegd, zijn gereed.
Door de Nederlandsche Spoorwegen werd een ont
werp met raming van kosten opgemaakt voor de brug.
welke in de lijn Amsterdam-den Helder over het kanaal
en den weg Schagen-Kolhorn zal moeten worden ge
bouwd.
Kanaal Omval-Huigendijk-Oudkarspel-Kolhorn.
Omtrent de terreinen, noodig voor den bouw van de
schutsluis te Oudkar3pel, werden door de betrokken
eigenaars bereidverklaringen tot verkoop geteekend.
Door de Nederlandsche Spoorwegen werd een ontwerp
met raming van kosten opgemaakt voor den bouw van
eene brug in de lijn Amsterdam-den Helder over het
kanaal benoorden het station Noordscharwoude.
Inzake het beloop van het kanaalgedeelte Oudkarspel
•Kolhorn werden besprekingen met belanghebbenden
gevoerd.
De doorsteek te Rustenburg.
Door de eigenaars van alle terreinen, die voor den
bouw van de te Rustenburg te bouwen keersluis met
brug noodig zijn, werden bereidverklaringen tot verkoop
geteekend.
Met de voorbereiding van de kanalen Omval-Huigen-
dijk-Oudkarepel-Kolhorn, Alkmaar-Huigendijk en de
doorsteek te Rustenburg kan geen voortgang worden
gemaakt, omdat de daarmede verband houdende be
sluiten der Staten inzake de boezemsoheiding, nog niet
door de Staten zijn goedgekeurd.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
ZITTING VAN DINSDAG 14 JUNI.
WEDREN MET HINDERNISSEN.
Strafrechterlijke avonturen van een Eg-
mondschen groentehandelaar.
Wat de heer Gerrit A., 'n groentenhandelaar uit
Egmond aan Zee alzoo beleefd heeft in het milieu van
het strafrecht kan voldoende stof opleveren voor een
amateurs-blijspelletje. Ter scha-vermijdirvg der kostelijke
plaatsruimte in dit niet minder kostelijke blad presen
teeren we hier een analystisch verslag van 's heeren
Gerrit A.'s ontmoetingen voor Kanton-, Politie- en
Meervoudigen Strafrechter. Achtung, meine damen
und herrn: Op 11 Dec. verscheen Gerrit voor den Kan
tonrechter, verdacht van op 2 Nov. met hulp van
honden achter meneer Van Vliet's konijntjes te heb
ben gejaagd. Verdachte insinueerde dat Castricum,
jachtbediende en waarnemend opziener, had, laten we
het euphenistisch noemen, gejokt en de zaak werd
geschorst tot 18 Dec. en nogmaals aangehouden tot 8
Januari. Toen zag de heer Ambtenaar met den dood
in het hart geen kans Gerrit er in te hannessen en
vroeg vrijspraak. Doch op 22 Januari bezorgde de
Kantonrechter den reeds triompheerenden Gerrit een
onaangename verrassing en veroordeelde hem tot f 20
boete of 20 dagen. Maar er was meer!
In verband met bovengemeld honden- en konijnen-
proces stond Gerrit op 19 April ook terecht voor den
Politierechter, verdacht bij de ontmoeting in de duinen
een flink eind hier vandaan, maak je maar niet onge
rust of naar Canada trekken. Tusschen haakjes, je
hebt zeker wel gehoord, dat Thomas zijn betrekking als
tuinman op „De Olmen" heeft opgezegd en als athleet
gaat optreden lm een variété. Dat baantje is hein vroe
ger ook al eens aangeboden. Het lijkt wel, of hij niet
hier durft te blijven."
„Onzin, Thomas is zoo onschuldig als een pasgeboren
kind. Bovendien, als Susan niets meer over jou vertelt,
zou ik zeggen, dat het niet meer dan billijk is, dat jij
over Thomas je mond dicht houdt. Ricky."
„Zoolang als hij Rose met rust laat. kan het me
niets schelen, wat hij doet of laat," antwoordde de jon
geman gemelijk.
„Rose kan wel voor zichzelf zorgen", hernam Fanshaw
koel. ..en volgens Susan Tollhurst zorgt er al iemand
voor haar. Ze krijgt brieven uit Londen en beantwoordt
die ook. brieven van een heer."
„Daar geloof Ik niets van," barstte Ricky jaloersch
uit.
„Nu, vraag het zelf, dan aan juffrouw Tollhurst. Die
kan je er meer van vertellen dan ik."
„Dat zal ik zeker doen," verklaarde Gould vastbeslo
ten.
's Middags ging hij uit, blijkbaar met de bedoeling
zijn vijandin het mes op de keel te zetten. Fanshaw
dacht al niet meer aan Suzan's opmerking over die
brieven; hij zette de heele onaangename geschiedenis
uit zijn hoofd; hij had zijn plicht tegenover Gould ver
vuld met zijn hartige waarschuwing aan de oude laster
aarster. vond hij.
Om vier uur verscheen Anita plotseling op de Hall.
Na wat ze den vorigen avond gezegd had. verwachtte
Fanshaw niet, haar de eerste drie dagen te zullen spre
ken. En nu kwam ze, terwijl hij afleiding zocht in lec
tuur, met» juffrouw Tuckle de bibliotheek binnen; de
laatste persoo», die hij gedaoht had te zullen zien! Toen
de huishoudster weggegaan was om voor de thee te
zorgen, stond Fanshaw bezorgd op. Haar gezicht was
intens bleek; ze zag er doodmoe en afgetobd uit hij
vreesde dat er iets ernstigs gebeurd moest zijn.
„Wat is er liefste?" vroeg hij angstig, terwijl hij haar
hand nam. Anita trok snel haar hand terug, alsof ze
bang was zioh te branden en liet zich in een stoel val
len.
„U zult me niet meer liefste noemen als u gehoord
heeft, wat ik u kom vertellen!" zei ze moeilijk sprekend.
„Ik kan me niet voorstellen, dat je iets zou kunnnen
mededeelen, dat mij weerhouden zou je toe te spreken,
zooals men zijn aanstaande vrouw toespreekt," ant
den heer Cornelis Castricum, met het kennelijk doel
hem te grieven, een schurk en een smeerlap te hebben
genoemd. De heer Gerrit A. aan wiens goede manieren
overigens niet kan getwijfeld worden, ontkende met
vuur zich aldus tegen een hoogwaardigheidsbekleeder
van St. Hubcrtus te hebben uitgelaten en hij smaakte
ook het geluk in dit, trouwens ietwat waggelend be-
leedingszaakje te worden vrijgesproken.
Maar natuurlijk zat hem ook de veroordeeling tot 20
piek boete nog tamelijk dwars en kwam hij zich bekla
gen bij de meerv. strafkamer. Op 19 April zou dit hoos-
ger beroep worden behandeld en hadden de heeren
zich bereids van een schoone bef voorzien, doch helaas
kwam er een kink in den kabel en bleek de appellant
in het ziekenhuis te vertoeven. Welwillend werd uitstel
verleend en prijkte de zaak heden no. 1 op het reper
toire du Matin! Thans werden gehoord als getuige a
charge de heeren Castricum, Strooker en Hoogeboom.
Van den heer A. kon niet gezegd worden, dat hij een
man is, die dan dit en dan weer wat anders zegt, want
hy bleef ook thans beslist ontkennen, zich op tijd en
plaats vermeld, met honden in het jachtveld van den
heer Van Vliet te hebben bevonden.
De heer C. Castricum, buitengew. gemeenteveldwach
ter en tijdelijk jachtopziener, gaf een gelijkluidende
verklaring als in eerste instantie afgelegd. Hij had
appellant, die hem bovendien nog uitschold voor
schurk en hem met een stok had gedreigd, pertinent
herkend.
Wat de goede heer Strooker betreft, deze was blijk
baar overdonderd door het gewicht van de omgeving
en moest de president hem met een nijptang de woor
den uit de keel halen. Maar na lang tobben hoorden
we dan toch verkondigen, dat op een afstand van 60
meter getuige drie onbekende menschen had gezien met
houden, doch hij kon niet verklaren, dat die honden
wild opspoorden. De verklaringen kiopten echter niet
met het proces-verbaal van den heer Castricum, wat
de zaak een bedenkelijk aanzien deed geven.
De Officier kreeg den indruk, dat deze getuige geen
open kaart speelde en verzocht dat Strooker eens zou
worden afgezonderd, om eens ernstig na te denken en
klaren wijn te schenken. De president, Mr. Ledeboer,
sprak toen ook nog een hartig woordje, waarop de
heer Strooker den tijd blijkbaar gekomen achtte om
thans te verklaren, dat hij nu wel wist dat Castricum
zich naar dezen persoon had begeven en hij den appel
lant aan zijn stem had herkend. Desondanks werd de
getuige op last van den president weggevoerd om zich
nog eens ter dege te beraden.
Daarop werd gehoord getuige Hoogeboom, die den
verdachte niet had herkend. Wel had hij drie menschen
met 2 honden zien loopen, doch niet bemerkt dat er
wild werd opgespoord.
Maar, eilacie, ook deze verklaring was niet volkomen
conform Castricum's proces-verbaal, want volgens dit
relaas had getuige wèl de stem van Gerrit A. herkend.
Dit werd daarop door getuige Hoogeboom toegegeven.
De heer Strooker verscheen vervolgens weer ten
tooneele om te verklaren, dat hij de waarheid wilde
verklaren en last had van zenuw-doofheid. De presi
dent had voor dit gebrek een probaat middel: de
waarheid spreken. De getuige gaf toen een verklaring,
die den president nóg niet bevredigde en teD slotte
erkende getuige de stem van verdachte te hebben
herkend, die tegen Castricum zeide: je bent zeker
vergeten dat je arm bent geweest, ga aan je werk!
Dit had de weer voor het hekje gecommandeerde ge
tuige Hoogeboom dan gelukkig ook gehoord.
De appellant was alstoen zoo vrij op te merken, dat
deze .getuigen afhingen van de werkverschaffing in 't
duin en dus in zekere mate onder pressie stonden.
Het was een opluchting, toen de Officier aan het
woord kwam en na uiteenzetting, wikken en wegen der
feiten en omstandigheden, wegens gebrek aan wettig
en overtuigend bewijs, vrijspraak requireerde.
Het laatste woord in deze veelbewogen procedurë is
alsnu aan de meervoudige strafkamer.
INBREKERS EN LADELICHTERS TE HOORN.
Onze goede stad Hoorn is ook niet verschoond ge
bleven van de inbrokersplaag, heerschende in de pro
vincie. Daarvan gaf blijk de thans behandelde straf
zaak contra den 22-jarigen grondwerker Willem V.,
momenteel „en pension", alsmede de heeren Anth. H.,
'n 23-jarigen schilder uit Berkhout en den 25-jarigen
chauffeur Jan W., op dit gewichtige oogenblik niet
aanwezig. Aan bovenaangeduiden Willem V. was on
derscheidenlijk ten laste gelegd, dat hq op 26 Januari
door middel van inklimming was binnen gedrongen
in een perceel op de Turfhaven te Hoorn, bewoond
door den heer M. Weiler en daar had ontvreemd een
bedrag van f 13 benevens een alpacca beursje, eigen
dom van mej. T. Wortel, verloofde van den heer
Weiler, waarin zich o.m. bevond een biljet van f 10, een
gouden 5-gulden-stuk en een gulden.
Bovendien had dit jongemensch in Maart daaraan
volgende op verschillende data's de lade gelicht bij den
bakker Van Doorn en den winkelier Mak, doch geluk
kig werd, toen hij deze gauwdieventruc opnieuw wilde
toepassen, op heeterdazd betrapt.
De tweede verdachte was opgetreden als de assistent
van 'den gedetineerden Willem V. en bij de inbraak
ten huize van den heer Weiler had hij dienst gedaan
woordde de jonker op krachtigen toon.
„Ik geloof niet dat ik Qoit uw vrouw zal worden."
„Ik ben er zeker van, dat je het wèl wordt. Anita."
„Neen neen neen! De beker Ze zweeg ab
rupt en wendde, zwaar-hijgend het gezicht af.
„Wat is er met den beker?" vroeg Fanshaw hevig ont
steld door haar woorden.
„Ik... ik... heb den beker uit Tollhurst's huisje weg
genomen," stamelde ze.
Lionel deed een stap achteruit en staarde haar ver
bijsterd aan.
„Jij hebt den beker weggenomen?" echo-de
hij. zijn ooren nauwelijks kunnende gelooven.
„Ja, ik heb hem weggenomen."
Toen verborg ze het gezicht in de handen en barstte
in wanhopig snikken uit.
XIIL
WAT ANITA WIST.
Gedurende enkele minuten, die hem eeuwen toeschenen
stond Fanshaw, zelf diep ontroerd, naast Anitas stoel
en keek op het schreiende meisje neer. De plotselinge
bekentenis had hem geheel uit zijn evenwicht ge
bracht, en hij wist geen woorden te vinden om uit te
spreken wat er in hein omging. Ondertusschen lag
Anita, haar zakdoek voor het gezicht gedrukt, nog
steeds in haar stoel te snikken. Hij begreep welk een
zelfstrijd het haar moest hebben gekost om. wetende,
dat hij van haar hield, naar de Hall te komen om hem
dit vreeselijke te vertellen.
Een heele poos bleef het stil, een stilte, die slechts
werd verbroken door het snikken van het meisje, en
toen vermande de jonker zich. Zijn intuïtie zei hem, dat
er achter haar daad een motief moest steken, dat eer
in haar voordeel dan in haar nadeel pleitte... medelijden
of liefde.
„Liefst," zei hij, zijn hand zacht op haar schouder
leggend. ..droog je tranen en vertel me alles".
Anita keek hem met haar donkere oogen vol tranen
verbaasd aan. „Kan je me zóó nog noemen, na wat ik
bekend heb?" hijgde ze, haar heele lichaam trillend van
ontroering.
„Het zou een armzalig soort liefde zijn, die niet onder
alle omstandigheden in de geliefde bleef gelooven',, stel
de Lionel haar met een glimlach vol warmte gerust.
„O, maar als u alles weet, kunt u alleen nog maar
verachting voor me voelen," hield het meisje vol.
„Hoe kom je daarbij? Je verdere verklaringen kunnen
het volmaakte vertrouwen, dat ik nu in je stel, onmo
oksels en voeten
verliezen hun onaangenaam karakter voor U
en Uw omgeving door een geregelde be
handeling met Purolpoeder. Zij houdt ze
droog en voorkomt het stukloopen der voeten.
In bussen van 45 ct., 60 ct., en 1 gld.
Alleen bij Apothekers en Drogisten.
als uitkijkpost, terwijl hij den buit in ontvangst had
genomen.
De verdachten W. C. V. en de chauffeur hadden
samen en in vereeniging uit de toonbanklade van
bakker Kromheer een geldbakje, inhoudende pl.m. f 10,
ontvreemd. De heeren hadden geregeld de opbrengst
der onderneming consientieus gedeeld.
Door de aanwezige verdachten werden de ten laste
gelegde feiten erkend.
Mr. Buiskool trad op als verdediger van den eersten
gedetineerden verdachte, den grondwerker Willem V.
Aan Mr. Prins was de taak toebedeeld, den schilder
Anth. H. juridisch te mogen bijstaan. Aangezien de
chauffeur Jan W. niet de moeite had genomen te ver
schijnen, kon ook verdediger Mr. Wynne zonder gewe
tensbezwaar vacantie nemen.
De heeren Mak en Kromheer legden voorts verkla
ringen af omtrent hun onaangename ervaringen be
treffende de verdachten, een relatie, die hun porte-
monnaie niet voordeelig was.
De heer J. H. Wiggers, reclasseeringsambtenaar, acht
te de reclasseeringskan3en van verdachte V., 'n min
naar van alcohol, nicotine en dansgenot twijfelachtig.
Voorgesteld werd een gecombineerde straf.
De tweede verdachte stond er, bij voldoende mede
werking, wel wat beter vcor. Deze delinquent toonde
zich tot alle concessies bereid.
Wat verdachte Jan W., thans in militairen dienst,
betrof, was het een zeer zwak geval. De heer Wiggers
zou het van belang achten, indien alsnog dit jonge
mensch werd voorgeleid.
In verband daarmede werd de verdere behandeling
der zaak geschorst tot a.s. week kwart voor twaalf uur.
'N WEINIG BELOVEND STAATSBURGER DIE
NIET VEEL KANS MAAKT OP EEN EERE-
MEDALJE, ZELFS NIET VAN BLIK, NOCH
VAN VETLEER.
De 20-jarige heer Jchannes S. uit Hem, gemeente
Venhuizen, behoeft zich niet aan de Edelachtbare
heeren voor te stellen onder de bekende beleefheids-
formule: Aangenaam kennis te maken! Hij toch is
hier al genoegzaam bekend, aangezien hij op 9 Mei j.I.
alreeds voor den Politierechter terecht stond, verdacht
van kippendiefstal, ten nadeele van den landbouwer
de Vries. De schuchtere en schijnbaar berouwvolle hou
ding van den kippendief gaf mr. Ledeboer aanleiding
de zaak voor onbepaalden tijd ^aan te houden, ten einde
zich eens meer omstandig met de gedragingen van
dezen nog raadselachtigen snaak op de hoogte te stel
len.
Alvorens echter deze termijn was verloopen, kwamen
nog heel wat andere kippen-in|>ikkerijtjes aan het licht
en bleek het broodnoodig dezen aviculturischen klepto
maan onschadelijk te maken in het huis van bewaring
te Alkmaar.
Dit rustige verblijf wisselde hij heden af met terecht
te staan ter zake 4 kippendifstallen, respectievelijk in
Maart en April gepleegd en waarbij de heeren Bakker,
Veul, Bijl en Rezelman het slachtoffer waren. Aan elk
hunner werden op onverklaarbare wijze eenige kippen
ontfutseld.
De verdachte, een niet door intellect uitblinkend men-
schenkind, erkende gretig alle ten laste gelegde dief
stallen en gaf den wensch te kennen, alle toegebrachte
schade te willen vergoeden.
Het plechtanker van het genootschap, de heer Wig
gers, deed geen gunstig boekje open van zijn cliënt en
wilde hem opleggen den dwang van een streng ver
stervingsleven. Geen alcohol, geen café-visites was het
parool!
Het bleek, dat het jonge mensch is aangewezen om
met ingang van 18 Juli het vaderland te dienen. Dit
is misschien wel een goede remedie om te leeren thuis
wat minder op te scheppen en zijn eigen vader te
mishandelen.
De heer Officier achtte de prestaties van het thans
jankende jongemensch zeer bedenkelijk, vooral omdat
hij reeds meer met dit watertje voor den dokter kwam.
De Officier wenschte hem voorloopig naar de ge
vangenis te dirigeeren en hem daarna door middel
van een voorw. straf nog eenige jaren aan den band te
leggen. Gevorderd werd 2 maanden gevangenisstraf en
voorts nog 4 maanden voorwaardelijk met 3 proefjaren.
Mr. Van Doorn, remplaceerende mr. Van Giffen, de
aangewezen verdediger, vermeent dat een voorw. straf
alléén voldoende zou zijn in combinatie met den hem
wachtenden militairen dienst, om 't gehoopte gunstige
effect te bereiken.
gelijk verzwakken, of verandering brengen in onze we-
derzijdsche gevoelens",
„Maar ik heb den beker gestolen," antwoordde ze mat.
„Daar zal je dan ongetwijfeld een goede reden voor
hebben gehad", verklaarde de jongeman opgewekt. „Ver
tel me maar alles."
„U denkt toch niet, dat ik den ouden Tollhurst ver
moord heb?" vroeg Anita, wier verbazing over zijn hou
ding steeds grooter werd. Géén van de mannen, die ze
tot nu toe had leeren kennen, zou een meisje in haar
omstandigheden zoo nobel en liefdevol tegemoet zijn ge
komen, dacht ze.
De veronderstelling alleen al deed Lionel lachen.
„Neen, natuurlijk denk ik dat niet. Ik ben overtuigd,
dat je vader achter al deze ellende zit."
„Mijn vader?" Een kreet van schrik kwam over haar
lippen. „Wat weet u van hem?"
„Ik heb heel wat over hem gehoord van mijn neef
Ricky, en daaruit concludeer ik, dat er verband moet
bestaan tusschen de misdaad en zijn aanwezigheid in
Hurton. Het is wel héél toevallig, dat de oude Tollnurst
vermoord is en den beker gestolen juist in den nacht,
dat je vader in „Het Vergulde Hert" logeerde.
„Ik kan begrijpen, dat u tot deze conclusie komt. Maar
toch is mijn vader onschuldig aan het misdrijf."
„Dat zou kloppen met juffrouw Maynard's verklaring,
dat hij na tienen de herberg niet meer verlaten kan heb
ben." De jonker staarde enkele oogenblikken van na
denken voor zich uit. „En toch kan ik de gedachte niet
van mij afzetten, dat jij, met de beste bedoelingen na
tuurlijk, verwikkeld bent in de duistere praktijken van
den kolonel. Het spijt me erg," voegde hij er op milden,
haast verontschuldigenden toon aan toe, „dat ik derge
lijke termen in verband met den vader moet gebruiken.
Maar dat is helaas niet anders mogelijk."
Anita knikte begrijpend en er was een wereld van
jammer in den blik, waarmee ze hem aankeek,
„Toch vergist u zioh, als u denkt, dat ik betrokken
ben in ondernemingen van mijn vader, die het daglicht
niet kunnen verdragen," zei ze na een moment van stilte.
„Maar waarom heb je den beker dan weggenomen?"
vroeg Lionel. En voortgaande: „er mogen geen geheimen
tusschen ons bestaan, Anita; ik zal van mijn kant ook
openhartig tegen jou zijn,"
„Ik zal u alles vertellen," was het snelle antwoord.
.Maar wat bedoelt u er mee, dat u ook openhartig tegen
mij zult zijn?"
„Dat zal ik je uitleggen. Het betreft dien armband van
Julia."
Wordt vervolgd.