Wegen en Kanalen. Et Transpireerende Donderdag 16 Juni 1932 SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9090 Hoe ver men gevorderd is. Verslag van Gedeputeerden aan Provinciale Staten. N I^Tegeli De beker van koningin Elizabeth Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. )UC Uit het verslag nemen wij alleen over, wat betrekking eeft op wegen en kanalen in onze omgeving. Sinds het verslag over het jaar 19301931 zijn. bëhalve enkele aanvullende opmetingen, nog opnemingen ge- icbied van het tracé Niedorper VerlaatRijksweg Hoorn -Lambertschaag. voorzoover betreft het gedeelte tus- rhen Opmeer en de Langereis. Deze opmeting is in- ilddels voltooid. Aan de hand van door tevoren verrichte opmetingen verkregen gegevens, zijn volledige situatie-teekeningen jemaakt van het tracé SchagenOudesluis tot den Ontworpen rijksweg StolpenDen Oever, van het ge- leelte LangereisOpmeer tot de aansluiting aan den rijksweg AmsterdamLambertschaag. alsmede van de tracé's Westzaan-West-Graftdijk en West-Graftdijk-Pur- jnerend. Tracé Alkmaar.-Schermerhorn-de Hulk. Het grondwerk voor het gedeelte van den weg langs de Noordervaart tusschen den Oterleekerweg en den [oprit naar den ringdijk nabij Schermerhorn is voltooid, ilddels is aanbesteed het verbreeden van het overige leelte van den weg langs de Noordervaart, met ge- ilkmaking van zand uit de vaargeul in het Alkmaar- lermeer, voor een bedrag van f 221.052. Met het werk Js intusschen aangevangen. De onderhandelingen met het waterschap „de Beem- Vter" omtrent overname van de wegen in dien polder, hebben tot een bevredigend resultaat geleid; direct daarna is met de eigenaren der benoodigde perceelen en perceelsgedeelten onderhandeld; deze onderhandelin gen hebben een vlot verloop gehad. Tracé Koedijk-Aartswoud. De onderhandelingen met de besturen van de ge meenten en waterschappen, die belang hebben bij het gedeelte Koedijk-Noordscharwoude, zijn op het doode ®unt gekomen. J ÖJT Op een andere plaats in het verslag lezen we echter, dat met het maken van de plannen voor 9 bruggen in l den weg door Geestmerambacht werd begonnen. Dat nad vijst er op. dat Ged. Staten stellig hopen over het doode ar Si V00* 'ieen te komen. Ea wij niet minder! fncé Alkmaar-Nledorper-Verlaat-Schagen. Met de gemeente Alkmaar is omtrent de aansluiting pa dit tracé op de kom van de gemeente verkregen, rika ^ver overname van de in dit tracé vallende we- rllva die jn beheer zijn bij den polder Heerhugowaard, ijn met het bestuur van het waterschap onderhande- Ingen geopend. Met de eigenaren van verscheidene perceelen en per- I Beelsgedeelten. noodlg voor den aanleg van het wegvak I 11 tusschen het Niedorper Verlaat en Schagen, is nagenoeg overeenstemming verkregen. Met het bestuur van den W.O.L.-polder worden onderhandelingen gevoerd om te J^raken tot een oplossing, waarbij bij den wegaanleg DOlntevenq. ©ene bevredigende regeling voor de vaargemeen- hap van den polder met het buitenwater wordt ver- ichap Itreger ^UTracé' der. k de da Jrtgena ^fcracé i's Schagen-de Stolpen en Schagen-Kolhorn. Jegelijk met den aankoop van de terreinen, noodig voor i kanaalaanleg, zijn de gronden gekocht, noodig voor de daarlangs geprojecteerde wegbaan. Met vrijwel alle igenaren is overeenstemming bereikt. Hoorn-den Hout-Enkhuizen. ^ïeedi I^Bblc-ki De voorloopige plannen betreffende dit tracé zijn met eenige der belanghebbenden besproken. Zij leken instemming te vinden. Het overleg zal nog wor- len voortgezet. Voorts wordt de mogelijkheid overwogen ■om in samenwerking met de Zuiderzeewerken, die de keersluis te Broekerhaven zullen moeten verdiepen, te komen tot eene zoodanige wijziging van dat kunstwerk, dat het aanvankelijk ontworpen tracé ten noorden van de Broekerhaven kan worden vervangen door één on middellijk ten zuiden van die haven over den Drechter- flandschen Zuiderdijk. j. De onderhandelingen dienaangaande met het bestuur de Broekerhaven en met de Directie van de Zui- rzeewerken. alsmede met het Hoogheemraadschap foord-Hollands Noorderkwartier, hebben een gunstig rloop. FEUILLETON ooöoooc>oc>oooc»oc>oc>oc>ooorao losoQooooocsocïoraoöocsocsoooao Naar het Engelsch van FERGUS HUME. 23. Op den terugweg naar huis stelde Fanshaw zich de •aag, waarom het meisje bij de vrouw, die haar haat in minachting niet onder stoelen en banken stak, •leef. Het verbaasde hem niet, dat Rose er slecht ult- als Susan den lieven, langen dag zoo tegen haar keer ging. Maar hij overwoog, dat Rose een wees s, en wanneer ze niet bij haar tante bleef tot den lag van haar huwelijk, dit een inbreuk op de dorps- •tiquette zou beteekenen, die de Hurtonsche gemeen- :hap opnieuw in Tep en roer zou brengen en niet licht vergeven zou worden. En lieden van Rose's stand 'aren meestal uiterst gevoelig voor dergelijke uitingen fan de publieke opinie. Overigens was Lionel over- ilgd, dat het Rose alleszins was toevertrouwd om oor zichzelf te zorgen; ondanks haar uiterlijk was ze leen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Toen hij op de Hall terug kwam, bracht hij Ricky °P de hoogte van de ernstige waarschuwing, die hij tot %isan gericht had. „En wat had ze daarop te zeggen?" informeerde •ichard. „O, ze heeft beloofd haar mond te houden. In denk, dat ze bang is. Maar dat doet niets af aan haar vaste overtuiging, dat jij de schuldige bent. en ze is van plan te 'n het nauw te drijven." ■Dat oude wijf", klonk het minachtend, „kan voor oiijn part doen. waar ze zin in heeft. Over een paar we- i ken krijg ik het geld, dan trouw ik met Rose en gaan weg." Waarheen?" vroeg zijn neef, terwijl hij hem onder- *>ekend aankeek. „Dat weet ik nog niet. We zullen eerst een huwelijks reis maken en dan ergens in Engeland gaan wonen Tracé Huigendijk-Ursem. In de verslagperiode werd het plan voor het wijzigen van het gedeelte van Huigendijk tot Rustenburg vol tooid. Met de uitvoering kon niet worden aangevangen, aangezien nog met het bestuur van den polder Heerhu gowaard over de overname van de benoodigde gronden overleg gepleegd moet worden en over den aankoop van enkele perceelsgedeelten van particulieren nog geen overeenstemming is bereikt. Voltooid werden vier bruggen over de Noordervaart in de Scherm eer naast het wegtracé AlkmaarDen Hulk (totale kosten f 27.386.36). Aan de plannen voor de bruggen in de te maken pro vinciale wegen Schagende Stolpen, een over het ka naal Schagende Stolpen, een over de Grootesloot en een over de Ooster-egalementsloot) SchagenOudesluis (een over het kanaal SohagenKolhorn) en Huigendijk Ursem te Rustenburg wordt voortgewerkt. Kanalen Stolpen-Schagen en Schagen-Stolpen met de daarlangs gelegen wegen. Behoudens eene enkele uitzondering zijn alle terreinen noodig voor den aanleg van deze werken, in handen van de Provincie en zijn de noodige vergunningen verkre gen. De bestekken voor den bouw van de schutsluis te Kolhorn en van de grondduikers, welke onder het ka naal zullen moeten worden gelegd, zijn gereed. Door de Nederlandsche Spoorwegen werd een ont werp met raming van kosten opgemaakt voor de brug. welke in de lijn Amsterdam-den Helder over het kanaal en den weg Schagen-Kolhorn zal moeten worden ge bouwd. Kanaal Omval-Huigendijk-Oudkarspel-Kolhorn. Omtrent de terreinen, noodig voor den bouw van de schutsluis te Oudkar3pel, werden door de betrokken eigenaars bereidverklaringen tot verkoop geteekend. Door de Nederlandsche Spoorwegen werd een ontwerp met raming van kosten opgemaakt voor den bouw van eene brug in de lijn Amsterdam-den Helder over het kanaal benoorden het station Noordscharwoude. Inzake het beloop van het kanaalgedeelte Oudkarspel •Kolhorn werden besprekingen met belanghebbenden gevoerd. De doorsteek te Rustenburg. Door de eigenaars van alle terreinen, die voor den bouw van de te Rustenburg te bouwen keersluis met brug noodig zijn, werden bereidverklaringen tot verkoop geteekend. Met de voorbereiding van de kanalen Omval-Huigen- dijk-Oudkarepel-Kolhorn, Alkmaar-Huigendijk en de doorsteek te Rustenburg kan geen voortgang worden gemaakt, omdat de daarmede verband houdende be sluiten der Staten inzake de boezemsoheiding, nog niet door de Staten zijn goedgekeurd. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. ZITTING VAN DINSDAG 14 JUNI. WEDREN MET HINDERNISSEN. Strafrechterlijke avonturen van een Eg- mondschen groentehandelaar. Wat de heer Gerrit A., 'n groentenhandelaar uit Egmond aan Zee alzoo beleefd heeft in het milieu van het strafrecht kan voldoende stof opleveren voor een amateurs-blijspelletje. Ter scha-vermijdirvg der kostelijke plaatsruimte in dit niet minder kostelijke blad presen teeren we hier een analystisch verslag van 's heeren Gerrit A.'s ontmoetingen voor Kanton-, Politie- en Meervoudigen Strafrechter. Achtung, meine damen und herrn: Op 11 Dec. verscheen Gerrit voor den Kan tonrechter, verdacht van op 2 Nov. met hulp van honden achter meneer Van Vliet's konijntjes te heb ben gejaagd. Verdachte insinueerde dat Castricum, jachtbediende en waarnemend opziener, had, laten we het euphenistisch noemen, gejokt en de zaak werd geschorst tot 18 Dec. en nogmaals aangehouden tot 8 Januari. Toen zag de heer Ambtenaar met den dood in het hart geen kans Gerrit er in te hannessen en vroeg vrijspraak. Doch op 22 Januari bezorgde de Kantonrechter den reeds triompheerenden Gerrit een onaangename verrassing en veroordeelde hem tot f 20 boete of 20 dagen. Maar er was meer! In verband met bovengemeld honden- en konijnen- proces stond Gerrit op 19 April ook terecht voor den Politierechter, verdacht bij de ontmoeting in de duinen een flink eind hier vandaan, maak je maar niet onge rust of naar Canada trekken. Tusschen haakjes, je hebt zeker wel gehoord, dat Thomas zijn betrekking als tuinman op „De Olmen" heeft opgezegd en als athleet gaat optreden lm een variété. Dat baantje is hein vroe ger ook al eens aangeboden. Het lijkt wel, of hij niet hier durft te blijven." „Onzin, Thomas is zoo onschuldig als een pasgeboren kind. Bovendien, als Susan niets meer over jou vertelt, zou ik zeggen, dat het niet meer dan billijk is, dat jij over Thomas je mond dicht houdt. Ricky." „Zoolang als hij Rose met rust laat. kan het me niets schelen, wat hij doet of laat," antwoordde de jon geman gemelijk. „Rose kan wel voor zichzelf zorgen", hernam Fanshaw koel. ..en volgens Susan Tollhurst zorgt er al iemand voor haar. Ze krijgt brieven uit Londen en beantwoordt die ook. brieven van een heer." „Daar geloof Ik niets van," barstte Ricky jaloersch uit. „Nu, vraag het zelf, dan aan juffrouw Tollhurst. Die kan je er meer van vertellen dan ik." „Dat zal ik zeker doen," verklaarde Gould vastbeslo ten. 's Middags ging hij uit, blijkbaar met de bedoeling zijn vijandin het mes op de keel te zetten. Fanshaw dacht al niet meer aan Suzan's opmerking over die brieven; hij zette de heele onaangename geschiedenis uit zijn hoofd; hij had zijn plicht tegenover Gould ver vuld met zijn hartige waarschuwing aan de oude laster aarster. vond hij. Om vier uur verscheen Anita plotseling op de Hall. Na wat ze den vorigen avond gezegd had. verwachtte Fanshaw niet, haar de eerste drie dagen te zullen spre ken. En nu kwam ze, terwijl hij afleiding zocht in lec tuur, met» juffrouw Tuckle de bibliotheek binnen; de laatste persoo», die hij gedaoht had te zullen zien! Toen de huishoudster weggegaan was om voor de thee te zorgen, stond Fanshaw bezorgd op. Haar gezicht was intens bleek; ze zag er doodmoe en afgetobd uit hij vreesde dat er iets ernstigs gebeurd moest zijn. „Wat is er liefste?" vroeg hij angstig, terwijl hij haar hand nam. Anita trok snel haar hand terug, alsof ze bang was zioh te branden en liet zich in een stoel val len. „U zult me niet meer liefste noemen als u gehoord heeft, wat ik u kom vertellen!" zei ze moeilijk sprekend. „Ik kan me niet voorstellen, dat je iets zou kunnnen mededeelen, dat mij weerhouden zou je toe te spreken, zooals men zijn aanstaande vrouw toespreekt," ant den heer Cornelis Castricum, met het kennelijk doel hem te grieven, een schurk en een smeerlap te hebben genoemd. De heer Gerrit A. aan wiens goede manieren overigens niet kan getwijfeld worden, ontkende met vuur zich aldus tegen een hoogwaardigheidsbekleeder van St. Hubcrtus te hebben uitgelaten en hij smaakte ook het geluk in dit, trouwens ietwat waggelend be- leedingszaakje te worden vrijgesproken. Maar natuurlijk zat hem ook de veroordeeling tot 20 piek boete nog tamelijk dwars en kwam hij zich bekla gen bij de meerv. strafkamer. Op 19 April zou dit hoos- ger beroep worden behandeld en hadden de heeren zich bereids van een schoone bef voorzien, doch helaas kwam er een kink in den kabel en bleek de appellant in het ziekenhuis te vertoeven. Welwillend werd uitstel verleend en prijkte de zaak heden no. 1 op het reper toire du Matin! Thans werden gehoord als getuige a charge de heeren Castricum, Strooker en Hoogeboom. Van den heer A. kon niet gezegd worden, dat hij een man is, die dan dit en dan weer wat anders zegt, want hy bleef ook thans beslist ontkennen, zich op tijd en plaats vermeld, met honden in het jachtveld van den heer Van Vliet te hebben bevonden. De heer C. Castricum, buitengew. gemeenteveldwach ter en tijdelijk jachtopziener, gaf een gelijkluidende verklaring als in eerste instantie afgelegd. Hij had appellant, die hem bovendien nog uitschold voor schurk en hem met een stok had gedreigd, pertinent herkend. Wat de goede heer Strooker betreft, deze was blijk baar overdonderd door het gewicht van de omgeving en moest de president hem met een nijptang de woor den uit de keel halen. Maar na lang tobben hoorden we dan toch verkondigen, dat op een afstand van 60 meter getuige drie onbekende menschen had gezien met houden, doch hij kon niet verklaren, dat die honden wild opspoorden. De verklaringen kiopten echter niet met het proces-verbaal van den heer Castricum, wat de zaak een bedenkelijk aanzien deed geven. De Officier kreeg den indruk, dat deze getuige geen open kaart speelde en verzocht dat Strooker eens zou worden afgezonderd, om eens ernstig na te denken en klaren wijn te schenken. De president, Mr. Ledeboer, sprak toen ook nog een hartig woordje, waarop de heer Strooker den tijd blijkbaar gekomen achtte om thans te verklaren, dat hij nu wel wist dat Castricum zich naar dezen persoon had begeven en hij den appel lant aan zijn stem had herkend. Desondanks werd de getuige op last van den president weggevoerd om zich nog eens ter dege te beraden. Daarop werd gehoord getuige Hoogeboom, die den verdachte niet had herkend. Wel had hij drie menschen met 2 honden zien loopen, doch niet bemerkt dat er wild werd opgespoord. Maar, eilacie, ook deze verklaring was niet volkomen conform Castricum's proces-verbaal, want volgens dit relaas had getuige wèl de stem van Gerrit A. herkend. Dit werd daarop door getuige Hoogeboom toegegeven. De heer Strooker verscheen vervolgens weer ten tooneele om te verklaren, dat hij de waarheid wilde verklaren en last had van zenuw-doofheid. De presi dent had voor dit gebrek een probaat middel: de waarheid spreken. De getuige gaf toen een verklaring, die den president nóg niet bevredigde en teD slotte erkende getuige de stem van verdachte te hebben herkend, die tegen Castricum zeide: je bent zeker vergeten dat je arm bent geweest, ga aan je werk! Dit had de weer voor het hekje gecommandeerde ge tuige Hoogeboom dan gelukkig ook gehoord. De appellant was alstoen zoo vrij op te merken, dat deze .getuigen afhingen van de werkverschaffing in 't duin en dus in zekere mate onder pressie stonden. Het was een opluchting, toen de Officier aan het woord kwam en na uiteenzetting, wikken en wegen der feiten en omstandigheden, wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs, vrijspraak requireerde. Het laatste woord in deze veelbewogen procedurë is alsnu aan de meervoudige strafkamer. INBREKERS EN LADELICHTERS TE HOORN. Onze goede stad Hoorn is ook niet verschoond ge bleven van de inbrokersplaag, heerschende in de pro vincie. Daarvan gaf blijk de thans behandelde straf zaak contra den 22-jarigen grondwerker Willem V., momenteel „en pension", alsmede de heeren Anth. H., 'n 23-jarigen schilder uit Berkhout en den 25-jarigen chauffeur Jan W., op dit gewichtige oogenblik niet aanwezig. Aan bovenaangeduiden Willem V. was on derscheidenlijk ten laste gelegd, dat hq op 26 Januari door middel van inklimming was binnen gedrongen in een perceel op de Turfhaven te Hoorn, bewoond door den heer M. Weiler en daar had ontvreemd een bedrag van f 13 benevens een alpacca beursje, eigen dom van mej. T. Wortel, verloofde van den heer Weiler, waarin zich o.m. bevond een biljet van f 10, een gouden 5-gulden-stuk en een gulden. Bovendien had dit jongemensch in Maart daaraan volgende op verschillende data's de lade gelicht bij den bakker Van Doorn en den winkelier Mak, doch geluk kig werd, toen hij deze gauwdieventruc opnieuw wilde toepassen, op heeterdazd betrapt. De tweede verdachte was opgetreden als de assistent van 'den gedetineerden Willem V. en bij de inbraak ten huize van den heer Weiler had hij dienst gedaan woordde de jonker op krachtigen toon. „Ik geloof niet dat ik Qoit uw vrouw zal worden." „Ik ben er zeker van, dat je het wèl wordt. Anita." „Neen neen neen! De beker Ze zweeg ab rupt en wendde, zwaar-hijgend het gezicht af. „Wat is er met den beker?" vroeg Fanshaw hevig ont steld door haar woorden. „Ik... ik... heb den beker uit Tollhurst's huisje weg genomen," stamelde ze. Lionel deed een stap achteruit en staarde haar ver bijsterd aan. „Jij hebt den beker weggenomen?" echo-de hij. zijn ooren nauwelijks kunnende gelooven. „Ja, ik heb hem weggenomen." Toen verborg ze het gezicht in de handen en barstte in wanhopig snikken uit. XIIL WAT ANITA WIST. Gedurende enkele minuten, die hem eeuwen toeschenen stond Fanshaw, zelf diep ontroerd, naast Anitas stoel en keek op het schreiende meisje neer. De plotselinge bekentenis had hem geheel uit zijn evenwicht ge bracht, en hij wist geen woorden te vinden om uit te spreken wat er in hein omging. Ondertusschen lag Anita, haar zakdoek voor het gezicht gedrukt, nog steeds in haar stoel te snikken. Hij begreep welk een zelfstrijd het haar moest hebben gekost om. wetende, dat hij van haar hield, naar de Hall te komen om hem dit vreeselijke te vertellen. Een heele poos bleef het stil, een stilte, die slechts werd verbroken door het snikken van het meisje, en toen vermande de jonker zich. Zijn intuïtie zei hem, dat er achter haar daad een motief moest steken, dat eer in haar voordeel dan in haar nadeel pleitte... medelijden of liefde. „Liefst," zei hij, zijn hand zacht op haar schouder leggend. ..droog je tranen en vertel me alles". Anita keek hem met haar donkere oogen vol tranen verbaasd aan. „Kan je me zóó nog noemen, na wat ik bekend heb?" hijgde ze, haar heele lichaam trillend van ontroering. „Het zou een armzalig soort liefde zijn, die niet onder alle omstandigheden in de geliefde bleef gelooven',, stel de Lionel haar met een glimlach vol warmte gerust. „O, maar als u alles weet, kunt u alleen nog maar verachting voor me voelen," hield het meisje vol. „Hoe kom je daarbij? Je verdere verklaringen kunnen het volmaakte vertrouwen, dat ik nu in je stel, onmo oksels en voeten verliezen hun onaangenaam karakter voor U en Uw omgeving door een geregelde be handeling met Purolpoeder. Zij houdt ze droog en voorkomt het stukloopen der voeten. In bussen van 45 ct., 60 ct., en 1 gld. Alleen bij Apothekers en Drogisten. als uitkijkpost, terwijl hij den buit in ontvangst had genomen. De verdachten W. C. V. en de chauffeur hadden samen en in vereeniging uit de toonbanklade van bakker Kromheer een geldbakje, inhoudende pl.m. f 10, ontvreemd. De heeren hadden geregeld de opbrengst der onderneming consientieus gedeeld. Door de aanwezige verdachten werden de ten laste gelegde feiten erkend. Mr. Buiskool trad op als verdediger van den eersten gedetineerden verdachte, den grondwerker Willem V. Aan Mr. Prins was de taak toebedeeld, den schilder Anth. H. juridisch te mogen bijstaan. Aangezien de chauffeur Jan W. niet de moeite had genomen te ver schijnen, kon ook verdediger Mr. Wynne zonder gewe tensbezwaar vacantie nemen. De heeren Mak en Kromheer legden voorts verkla ringen af omtrent hun onaangename ervaringen be treffende de verdachten, een relatie, die hun porte- monnaie niet voordeelig was. De heer J. H. Wiggers, reclasseeringsambtenaar, acht te de reclasseeringskan3en van verdachte V., 'n min naar van alcohol, nicotine en dansgenot twijfelachtig. Voorgesteld werd een gecombineerde straf. De tweede verdachte stond er, bij voldoende mede werking, wel wat beter vcor. Deze delinquent toonde zich tot alle concessies bereid. Wat verdachte Jan W., thans in militairen dienst, betrof, was het een zeer zwak geval. De heer Wiggers zou het van belang achten, indien alsnog dit jonge mensch werd voorgeleid. In verband daarmede werd de verdere behandeling der zaak geschorst tot a.s. week kwart voor twaalf uur. 'N WEINIG BELOVEND STAATSBURGER DIE NIET VEEL KANS MAAKT OP EEN EERE- MEDALJE, ZELFS NIET VAN BLIK, NOCH VAN VETLEER. De 20-jarige heer Jchannes S. uit Hem, gemeente Venhuizen, behoeft zich niet aan de Edelachtbare heeren voor te stellen onder de bekende beleefheids- formule: Aangenaam kennis te maken! Hij toch is hier al genoegzaam bekend, aangezien hij op 9 Mei j.I. alreeds voor den Politierechter terecht stond, verdacht van kippendiefstal, ten nadeele van den landbouwer de Vries. De schuchtere en schijnbaar berouwvolle hou ding van den kippendief gaf mr. Ledeboer aanleiding de zaak voor onbepaalden tijd ^aan te houden, ten einde zich eens meer omstandig met de gedragingen van dezen nog raadselachtigen snaak op de hoogte te stel len. Alvorens echter deze termijn was verloopen, kwamen nog heel wat andere kippen-in|>ikkerijtjes aan het licht en bleek het broodnoodig dezen aviculturischen klepto maan onschadelijk te maken in het huis van bewaring te Alkmaar. Dit rustige verblijf wisselde hij heden af met terecht te staan ter zake 4 kippendifstallen, respectievelijk in Maart en April gepleegd en waarbij de heeren Bakker, Veul, Bijl en Rezelman het slachtoffer waren. Aan elk hunner werden op onverklaarbare wijze eenige kippen ontfutseld. De verdachte, een niet door intellect uitblinkend men- schenkind, erkende gretig alle ten laste gelegde dief stallen en gaf den wensch te kennen, alle toegebrachte schade te willen vergoeden. Het plechtanker van het genootschap, de heer Wig gers, deed geen gunstig boekje open van zijn cliënt en wilde hem opleggen den dwang van een streng ver stervingsleven. Geen alcohol, geen café-visites was het parool! Het bleek, dat het jonge mensch is aangewezen om met ingang van 18 Juli het vaderland te dienen. Dit is misschien wel een goede remedie om te leeren thuis wat minder op te scheppen en zijn eigen vader te mishandelen. De heer Officier achtte de prestaties van het thans jankende jongemensch zeer bedenkelijk, vooral omdat hij reeds meer met dit watertje voor den dokter kwam. De Officier wenschte hem voorloopig naar de ge vangenis te dirigeeren en hem daarna door middel van een voorw. straf nog eenige jaren aan den band te leggen. Gevorderd werd 2 maanden gevangenisstraf en voorts nog 4 maanden voorwaardelijk met 3 proefjaren. Mr. Van Doorn, remplaceerende mr. Van Giffen, de aangewezen verdediger, vermeent dat een voorw. straf alléén voldoende zou zijn in combinatie met den hem wachtenden militairen dienst, om 't gehoopte gunstige effect te bereiken. gelijk verzwakken, of verandering brengen in onze we- derzijdsche gevoelens", „Maar ik heb den beker gestolen," antwoordde ze mat. „Daar zal je dan ongetwijfeld een goede reden voor hebben gehad", verklaarde de jongeman opgewekt. „Ver tel me maar alles." „U denkt toch niet, dat ik den ouden Tollhurst ver moord heb?" vroeg Anita, wier verbazing over zijn hou ding steeds grooter werd. Géén van de mannen, die ze tot nu toe had leeren kennen, zou een meisje in haar omstandigheden zoo nobel en liefdevol tegemoet zijn ge komen, dacht ze. De veronderstelling alleen al deed Lionel lachen. „Neen, natuurlijk denk ik dat niet. Ik ben overtuigd, dat je vader achter al deze ellende zit." „Mijn vader?" Een kreet van schrik kwam over haar lippen. „Wat weet u van hem?" „Ik heb heel wat over hem gehoord van mijn neef Ricky, en daaruit concludeer ik, dat er verband moet bestaan tusschen de misdaad en zijn aanwezigheid in Hurton. Het is wel héél toevallig, dat de oude Tollnurst vermoord is en den beker gestolen juist in den nacht, dat je vader in „Het Vergulde Hert" logeerde. „Ik kan begrijpen, dat u tot deze conclusie komt. Maar toch is mijn vader onschuldig aan het misdrijf." „Dat zou kloppen met juffrouw Maynard's verklaring, dat hij na tienen de herberg niet meer verlaten kan heb ben." De jonker staarde enkele oogenblikken van na denken voor zich uit. „En toch kan ik de gedachte niet van mij afzetten, dat jij, met de beste bedoelingen na tuurlijk, verwikkeld bent in de duistere praktijken van den kolonel. Het spijt me erg," voegde hij er op milden, haast verontschuldigenden toon aan toe, „dat ik derge lijke termen in verband met den vader moet gebruiken. Maar dat is helaas niet anders mogelijk." Anita knikte begrijpend en er was een wereld van jammer in den blik, waarmee ze hem aankeek, „Toch vergist u zioh, als u denkt, dat ik betrokken ben in ondernemingen van mijn vader, die het daglicht niet kunnen verdragen," zei ze na een moment van stilte. „Maar waarom heb je den beker dan weggenomen?" vroeg Lionel. En voortgaande: „er mogen geen geheimen tusschen ons bestaan, Anita; ik zal van mijn kant ook openhartig tegen jou zijn," „Ik zal u alles vertellen," was het snelle antwoord. .Maar wat bedoelt u er mee, dat u ook openhartig tegen mij zult zijn?" „Dat zal ik je uitleggen. Het betreft dien armband van Julia." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5