Ingezonden Stukken. De beker van koningin Elizabeth VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. (Vereenvoudigde spelling.) Waarde Redakteur, Wilt U onderstaande regelen in Uw blad opnemen. Hartelik dank voor eventueele plaatsing. Beste C. v. A., deze maal zullen we nu eens niet ingaan op de hartelikheden aan ons adres. Daar dit met hot wezen van de zaak waarover wij polomise- ren niets te maken heeft. En indien we het wel zou den doen, de lezers er een slechte dienst mee be wijzen. C. v. A. handhaaft zijn mening dat voor dienst- weigeren moed nodig is. Na al datgene wat wij er nu reeds over geschreven hebben, hebben we ook hierover weinig meer te zeggen. Maar een ieder die nu eens onbevoordeeld bij zich zelf en bij anderen onderzoekt, welke faktoren nodig zijn om met een ingekankerde gewoonte te breken, de eerbied en onderdanigheid op te zeggen aan de z.g.n. groten en machthebbers van deze wereld, zal tot de konklusie komen, dat moed er niet in allerlaatste plaats bij te pas komt. Als jongens van 19 jaar en ook vele oude ren. zich verzetten legen de bestaande machten, te gen bestaande gewoonten, die zij een verderf voor de maatschappij en mensheid achten, dan is er onvoor- waardelik een flink kwantum overtuigingskracht en moed voor nodig. En om dit duidelik te maken voor een ieder, moeten de lezers en C. v. A. ook, morgen slechts maar met kleine dingen in hun leven trach ten te breken, die nog door bijna alle mensen aan vaard worden. Men komt dan tot de konklusie, dat tegen de gangbare gewoonten en meningen in te gaan, en ook een passief verzet te plegen tegen over heid en haar knechten, wel degelijk moed voor no dig is. Bovendien gaat er ook in de gevangenis van deze mensen meer uit tot wezenlike opbouw van een betere samenleving dan men wel oppervlakkig ge neigd is aan te nemen. Vooral doordat deze daden, en nu behoeft het niet alleen dienstweigering te zijn, een bepaalde geest kracht en opofferingsgezindheid demonstreren, die door de muren heen, tal van anderen inspireren en begeesteren. En daardoor allerlei in anderen wek ken wat bok en vooral voor het vormen van een betere samenleving een eerste voorwaarde is. Zo ge zien hoeft opsluiting in de gevangenis soms veel groter betekenis dan men wel aanvaart. Neemt men bijv. de houding van de 50000 boeren in Brits-Indië, die weigerden belasting te betalen aan de Engelse overheid, zolang Gandhi gevangen zat. En die met prijsgeving van allerlei goederen en zich de groot ste moeite getroosten, maar zich niet aan het En gelse gezag onderwierpen en daarmee tevens op de meest afdoende wijze, de eigendomsrechten en de slavernij van de Engelse overheersers braken. Mede konden deze daden plaats vinden doordat Gandhi de moed van zijn overtuiging ten koste van wat ook, bezat en niet wenste prijs te geven. En nu mag die beweging daar geen zuivere doel stelling hebbe om een socialistiese samenleving te verwerkclikcn, toch is de geestelike en zedelike ach tergrond van die strijdmetoden, voor de opbouw van een betere samenleving ook hier in het westen on- ontbccrlik. Terwijl daarmee ook tevens is bewezen wat daden- met overtuiging en moed volbracht, in anderen kunnen wekken, ook door de muren van gevangenissen heen. En in dit verband denken we ook aan de vele revolutionairen die hier in het wes ten hun overtuiging trouw bleven, de meest erge folteringen met grote moed doorstonden, en daar door andoren tot een lichtend voorbeeld weren. v. A. vindt het geweld als doel immoreel. Dat zullen ongetwijfeld bijna allen vinden. Zelfs de meest reaktionaire machthebber, zal toch altijd nog aan de toepassing van het geweld een z.g.n. zedelik doel verbinden. We weten toch immers a.1 te goed, dat dc volken die hun levens gaan offeren voor naak te kapitalistiesc belangen, altijd en weer, eerst in dc waan worden gebracht dat het voor een verheven doel gaat. Voor 't volkenrecht, vaderland, de vrede, dc kuituur of wat dan ook. Doch ook de bestaande maatschappij aanvaard het geweld als middel voor een of andere min of meer zedelike doelstelling, altans zo is de teorie en de algemene waardering. Anders zouden de massa van mensen niet bereid zijn zich er voor te offeren. Ze willen voordat dit z.g.n. immorele middel van oorlog en geweld toege past wordt in de mening verkeren, dat het voor een goed en verheven doel gaat. En zo zijn ook tans weer in Rusland de proleta- riesc massa's bereid, zich op een volledige vermili tarisering in te stellen, doordat ze hieraan het doel verbinden dat het in 't belang van hun proletariese staat is. Voor deze nieuwe waan, dit nieuw geloof, worden alle vernederingen, die het militairisme het mensclike leven en de mensclike persoonlikheid moet aandoen, aanvaard. De wezenlike beschaving van een volk kan niet verdedigd worden door ge weld. En elk geweld, individueel of georganiseerd, is krachtens z'n aard onredelik en houdt onderdruk FEUILLETON ooooooc ÖOOOÖOC Naar het Engelsch FERGUSHUME. 29. ..Dat hoeft u toch warempel niet te vragen, juffrouw!" 2ei Thomas tot Anita. ..U weet toch net zoo goed als ik. dat Rose gaat trouwen met dien leeglooper, met dien boemlaar... Enfin, dat moest ik eigenlijk niet zeg gen", viel hfj zichzelf in de rede, „want u en Gould's neef..." „Meneer Gould is geen vriend van me", viel Anita hem haastig in de rede, „en ik zou het veel beter voor Rose vinden, als ze met jou trouwde." ..Deed ze dat maar. juffrouw." zuchtte de tuinman, „maar ze heeft haar zin nu eenmaal gezet op... op... op... hem." „Waarom maak je je dan nog zoo druk. als je daar toch van overtuigd bent?" vroeg Anfta overredend. „Je loopt haar achterna als een hondje, je maakt jezelf el lendig, je verliest je levensvreugde en je werklust en ze is het absoluut niet waard." „Och juffrouw, dat weet ik wel," stemde Thomas treurig toe. „Rose is geen echte, standvastige liefde •waard, dat weet ik al zoo lang. Maar ik houd van haar en als je zooiets eenmaal in je kop hebt, doe je er niet veel aan. Dat is sterker dan wat je nuchter verstand je zegt! Enfin, ze zal wel weggaan en op den duur ver geet ik haar misschien, maar zoolang ze nog hier is, wil ik haar mooie gezichtje zien en haar stem hooren. Daar kan geen macht ter wereld me van terughouden." Hij staarde even in somber gepeins voor zich uit; toen kwam er een onverzettelijke, harde trek om zijn goed- gevormden mond; „tenslotte is het nog best mogelijk dat ze heelemaal niet met Gould trouwt," klonk het dreigend. „Ik heb van meneer Fanshaw gehoord, dat alles ge regeld is en de datum van het huwelijk bepaald," merkte Anita op, verbaasd en ietwat geschrokken door de uit drukking van zijn gezicht en de klank van zijn stem. Thomas schudde het hoofd en lachte heesch. „Het is nog niet zoover, juffrouw, en er kan in dien king, en hierop, heftige reaksies in. Maar bovendien wil men zich gereed raaken om geweld als middel, bewust, voor een betere samenleving toe ie passen, dan moet men ook op de koop toenemen, dat diegene die het toepast, zich in z'n denken en voelen, er op in moet stellen. Dit brengt mede, dat er elementen in het karakter en in de geest van de mensen, leven dig gehouden moeten worden die voor het m e n- s e 1 i k e op zich zelf nadelig zijn. En daardoor de opbouw van een nieuwe en betere samenleving in de weg staan. En als C. v. A. de grondslagen wil leggen voor een betere samenleving, dan zijn we het met hem eens, dat dit nodig is. Maar moeten hem dan voor zoover 't. het karakter der grondslagen betreft uit- drukkelik bestrijden. De haat mag een machtige fak- tor zijn die werelden ombouwt, (we zijn dat met C. v. A. eens), maar niet opbouwt. En dit wordt al te vaak vergeten. De haat is een geweldige sloper, die werelden uiteenrukt, en ook toestanden die voor een menselike samenleving ver derfelijk zijn. aantast. Maar de haat is geen bouwer, omdat hij de zedelike en geestelike faktoren. die al lereerst noodzakelik zijn. voor een betere samenle ving. niet opvoert in het menselike leven. Een betere samenleving kan alleen groeien, uit het inzicht en de faktoren in het menselike gevoels- en denkleven die de handelingen op een hoger plan brengen. Het oude woord, dat aan een evolutie in de maatschappij vooraf moet gaan een revolutie in de geest, is ten volle waar. De faktoren waaruit betere handelingen en een be tere samenleving geboren kunnen worden, zijn weder kerig dienstbetoon, opofferingsgezindheid, beheersing en vooral een menselike gezindheid. Het geweld noch de haat voeden hiertoe op. Brengen deze faktoren in het mensclike leven eerder in gevaar. Het is een waan te menen, dat een hetere samen leving gevormd kan worden door middelen die niet van dezelfde geest zijn als het doel wat men stelt. Gustav Landauer heeft het in een van zijn opstellen duidelik aangetoond, dat het socialisme niet komt uit de degeneratie (ontaarding) verschijnselen van het kapitalisme. Hit socialisme groeit niet. uit. de mod der van het kapitalisme. Maar kan alleen groeien uit zijn eigen brein en eigen geest. En zo hebben we niet te verwachten dat we met middelen (in dit geval geweld) die in zich zelf een ontkenning zijn van de geestelike en zedelike fak toren die voor een nieuwe samenleving nodig zijn, deze samenleving kunnen vestigen. Een betere wereld kunnen we alleen verwachten uit groeiend verantwoordelikheidsbesef, toewijding, solidariteit, opofferL.gsgezi: .U eid, n.aar vooral uit een nieuwe geest. Zoals de geest van militairisme, onderdrukking, slavernij, wantrouwen en geweld de wezenlike vooruitgang in dc weg staat, zo "zullen de nieuwere inzichten, en de nieuwe geest van vertrou wen en mensclikheid, de wezenlike vooruitgang kun nen bevorderen. Niet uit. geweld noch uit haat wordt het nieuwe en betere geboren, doch alleen uit. het nieuwe eil betere in de mensen zelf. Daarom ook is het dat dc antimilitaristiese bewe ging, oproept tot vcrantwoordelikheid en in eigen leven trachten te breken met militarisme en barba risme. Daarom ook maakt de dienstweigeraar ernst met zijn nieuwe inzichten en tracht, dwars tegen de wereld in, trouw te blijven, aan de menselike fak toren. En al komt er in de toekomst geen samen leving die gedragen wordt 'oor rechtvaardigheid en menselikhcid, dit kan ^nze overtuiging tans niet ver slappen. omdat we n u hebben te kiezen tussen on- menselikheid en menselikhcid. We kiezen dan de mensclikheid. En daarmee prinsipieel stellen tegenover de bestaande wereld, als deze, die faktor ontkent en verkracht. En zoals in de oudheid er de enkelen waren die hun leven in dienst trachten te stellen van deze faktor, zo zullen ook wij trachten dit tans te doen. We konstateeren met C. v. A. de wanhoop onder de werklozen, dc onhoudbaarheid van de bestaande toe standen. Opstand, burgeroorlog, ellende, hongersnood waren rond en drukken vele levens in de poel van ellende. Geweldige exolosiën in onze nolitiek-ekono- miez verhoudingen staan ens te wachten. Maar als de massaas niet komen tot meer persoonlikheid, tot zelfstandiger donken en voe.en, tot een totale herzie ning van levens- en wereldbeschouwing, tot een geestelike en prinsipieele overwinning van deze rotte, onmcnselike samenleving, dan kan er van een ver betering en wezenlike bevrijding geen sprake zijn. En zullen de mensenmassaas weer ten offer vallen aan heersers en machthebbers, die misschien wel weer mot nieuwe beloften komen, doch in wezen niets aan dc grondslagen van de maatschappij veranderen. Een hetere wereld moet groeien, uit het groeiende hetere in de mensheid zelf. Al het andere zal in wezen geen verbetering blijken. Later wij allen betere men selike verhoudingen trachten voor te bereiden. Dit lijkt mij een menselike taak. Do Redaksie hartelik dank voor de ruime gelegen heid van gedachtcnwisseling. PIET DEKKER. STRAFZITTING VAN VRIJDAG 24 JUNI. DE GROENTEN UIT T VAT MOESTEN HET EERST OPGEMAAKT. Als de spinazie snijdbaar is, wordt het hóóg tijd de zuurkool op te ruimen en in den lijn van dit systeem komen voor het Kantongerecht de aangehouden zaak jes het eerst aan de beurt. Wat dan ook het geval was met het artikel 22 motor- en rijwielwetsproccs tegen den sleepersauto-chauffeur Jan van H. uit St.Pancras, die op 6 Mei te Heiloo met zyn onwennig voertuig het met tuin- en akkerproducten beladen kettenkarretje van den groen ten handelaar Dirk Mors, en opzar.iker had verkocht. De voornaamste getuige, gezegde heer Mors, had verleden week het geduld verloren en was niet present, toen men hem noodig had, vandaar het uitstel. De „missinglink" in casu de onmisbare getuige D. Mors was thans aanwezig en zal later van den Kantonrechter wel hooren, of de groentenveiling te Beverwijk een geldig motief is om ontijdig weg te tip pelen. De van schuld overtuigde chauffeur uit St. Pan- cras werd alsnu veroordeeld tot f 30 boete of 30 dagen, dus die zal ook wel „verhaal" komen zoeken. DE ONTMOETING WAS MEER HARD, DAN HARTELIJK. Op 5 Mei rammeide te Alkmaar op den onsecuren hoek Koningstraat—Korte Nieuwesloot het knusse baby-wagentje van den Amsterdamschen bankemployé J. H. v. O. tegen een melkauto uit Bergen, bestuurd door den piepjongen chauffeur Arie Kool. Het luxe wagentje kwam er niet al te best af en bovendien stond de rampspoedige bestuurder verleden week nog terecht, omdat hij rechts geen voorrang had verleend, 'n Ongeluk komt nooit alleen! In de heden voortgezette behandeling bleek echter zóó overtuigend het gevaar lijke van het bewuste hoekje, dat aan den heer Van O. geen straf werd opgelegd. De banketbakker zal er vermoedelijk wel bij varen, als dit boffertje huishoudelijk wordt gevierd! verzorgden haardos versierd hoofd. tussohentijd nog heel wat gebeuren. Rose vertelde me. dat meneer Gould haar misschien zou komen halen..." „O. dat denk Ik niet", onderbrak Anita hem, „meneer Gould heeft tegen den jonker gezegd, dat hij niet in Hurton terugkwam." Met een grimmigen lach antwoordde Thomas: „dat zou het beste voor hem zijn! Maar als Rose gelijk heeft en hij in het dorp komt,..." Hij maakte den zin niet af. maar de gevaarlijke flikkering in zijn oogen bewees dat zijn medeminnaar niet veel goeds van hem te verwach ten had. „Nu... wat dan?" vroeg Anita. „Dan zou er van zijn huwelijk met Rose niet veel komen." En na deze onheilspellende aankondiging ging de tuin man weer aan zijn werk, de norsche, booze oogen strak op den grond gericht. Begrijpelijkerwijs gaf Anita den jonker een verslag van dit onderhoud. De bedreiging, die in Thoms's woor den geklonken had. maakte niet zoo bijster veel indruk op hem; neef kon heusch wel voor zichzelf zorgen, meende hij die was in zijn wisselvallig leven wel vaker genoodzaakt geweest de kracht van zijn vuisten te too- nen en daarop zou het ook in dit geval wel neerkomen! Integendeel. Lionel hoopte, dat Rose's mededeeling aan den tuinman waarheid mocht bevatten. Want als Ricky zich inderdaad in Hurton vertoonde, zou er gelegen heid zijn dezen jongeman te nopen opheldering te ge ven over zijn gedragingen, nadat hij den avond van den moord heimelijk de Hall had verlaten. Want Fanshaw snakte naar licht In de duisternis, die hem omringde. Nog steeds had hij niet kunnen ontdekken, wie de en veloppe bij de achterdeur van „de Olmen" had neerge legd en ook verdeT deed zich geen enkel nieuw gezichts punt voor, dat een sleutel verschafte om het mysterie van den moord en den diefstal van den beker te kun nen ontsluieren. Alles was zelfs verwikkelder dan te voren door den nog altijd onverklaarbaren angst, die den kleinen Julius had aangegrepen en waarvan Tho mas Tollhurst om een reden, die niemand te weten kon komen, de oorzaak was. Zoo stonden de zaken, toen de jonker enkele dagen na Anita's gesprek met Thomas, verrast werd door een bezoek van niemand minder dan de massieve en indruk wekkende Susan. „Juffrouw Tollhurst". begon Fanshaw uiterst-koel, op het vijandige af, nadat een doodnieuwsgierige juffrouw Tuckle de bezoekster in de bibliotheek had gelaten, „ik hoop niet, dat u me weer komt lastig vallen over Rose. Ik heb met die kwestie van het huwelijk absoluut niets te maken, dat heb ik u al eerder gezegd." Susan schudde haar groot, rood, door een niet zeer ALTIJD NOG MAAR WEER DIE LANGE STIJGERPALEN. Als een donderslag bij helderen hemel trof ons het bericht, dat heden de beruchte zaak betreffende de lange stijgerpalen van „Westerlicht". door Chef Wijn berg op 2 Maart aangetroffen op de vrachtauto der firma R. uit Wognum en uit welk rommelig proces reeds een vermoedelijke meineed en een ambtsbelemme ring was gegroeid, than? zou worden voortbehandeld. En we hadden zoo gehoopt, het vanmorgen eens op onze sloffen af te kunnen! De heer Ambtenaar had twee en mr. de Groot, ver dediger van den verdachten heer Martinus R. niet minder dan 'n sectie van 5 getuigen a decharge naar het front gedirigeerd, dus zag het er bedenkelijk uit. De meineedzaak tegen den ouden heer R. was blijk baar door bewijszwakte gesneuveld, vandaar die on verwachte voortzetting. De atmosfeer vulde zich wel dra met electriciteit, want ambtenaar en verdediger stonden scherp tegenover elkander en het is bekend, dat noch Mr. Tack, noch mr. de Groot op hun mondje zijn gevallen. Ook de hoofdagent Wijnberg, wiens me trische bekwaamheden worden betwijfeld, beet krachtig van zich af. Veel opgang maakte de heer Gerrit Schek- kerman, getuige van de oppositie, die onder ademlooze stilte een opstel voorlas, wat hij als ingezonden stuk in de Alkmaarsche Courant had willen plaatsen. Mr. de Groot had hem van dit voornemen niet af moeten brengen. Critiek op de handelingen der Politie is tegen woordig een geliefkoosde ..plat du jour". Tenslotte, de heer Ambtenaar, na ampele toelichting, requireerde bevestiging van het vonnis: f 25 boete of 25 dagen, terwijl verdediger als pakkend slot van een even krachtig als eloquent pleidooi vrijspraak conclu deerde. Schriftelijk vonnis Vrijdag 8 Juli. doch het laatste woord zal de meerv. strafkamer wel spreken We zijn van die lange „juffers" van Westerlicht" nog lang niet af! HET JANDOEDELGLAASJE OPGEPAKT EN DE CAFé-DEUR GESLOTEN. Onlangs werd In het Kennemerkpark te Alkmaar een wandelaar aangetroffen, die duchtig onder den invloed van geestrijk vocht verkeerde, zoodat opname in de gemeentelijke ontnuchteringsloge noodzakelijk was. De beschonkene bleek te zijn 'n stevige sikkeraar uit Hei loo, Piet A. en kwam alzoo in aanmerking voor een strenge correctie, bestaande uit 3 dagen hechtenis en 3 maanden opzending naar een rijkswerkinrichting. „Ik weet wel, dat u er niet vóór bent, meneer," stem de ze met haar rauwe stem toe, „en dat is ook heel goed te begrijpen, want u en meneer Gould bent deftige lui en Rose is een losbandige meid uit het volk." „Dergelijke kwalificaties kunt u gerust achterwege laten." vermaande Lionel ongeduldig. „Vertelt u me alstublieft het doel van uw bezoek." „Dergelijke kwalificaties kunt u gerust achterwege laten", vermaande Lionel ongeduldig. „Vertelt u me als tublieft het doel van uw bezoek." „O, ik zal u niet lang ophouden, meneer. Ik wildé u alleen maar zeggen, dat ik den naam te weten ben ge komen van den man. die Rose brieven stuurt." „Wat gaat mij dat aan?" „Meer dan u denkt, meneer, want u kent den naam heel goed. Baxter is hij. en dat is ook den naam van de jongedame, waarmee u gaat trouwen, zooals iedereen in het dorp weet." 1 „Baxter!" herhaalde Fanshaw verbijsterd; ..moet ik uit uw oogen opmaken, dat kolonel Baxter brieven aan Rose Car schrijft?" „Of hij kolonel of sergeant of leeglooper is. daar weet ik niets van", was het kwaadaardige bescheid, „maar hij schrijft haar, dat is zeker. Zij ontving een brief en ik griste dien haar uit de hand; toen zag ik den naam Baxter eronder staan. Daarop greep zij hem weer en terwijl wy er om vochten, scheurde hij in stukken, zoo dat ze er niet achter kon komen, wat er in stond,hoewel ze probeerde de snippers aan elkaar te passen. Maar ik had één stukje ge-houden, en zoodoende kon ze er geen wijs uit worden..." „O!" riep Fanshaw, die plotseling een ingeving kreeg, „dus u hebt die enveloppe bij de achterdeur van „de Olmenéa neergelegd?" „Ik weet van geen enveloppe", ontkende Susan, begrij pend dat ze te veel gezegd had. „Kom nu, een enveloppe met die snipper uit Baxter's brief", drong de jonker. Susan besefte dat er niets anders opzat dan zich gewonnen te geven. Ze wierp het hoofd achterover en knikte. „Heb ik het soms niet handig Ingepikt?" vroeg ze triomfantelijk. „Waarom deed u het eigenlijk? Wat beoogde u er mee?" luidde Fanshaw's wedervraag. Ondanks alles was hij blij, dat hij thans de herkomst van het geheimzinnige couvert kende. „Ik dacht, dat juffrouw Baxter wel eens een kleinen wenk mocht hebben, dat er bij haar vader een steekje los is. En méér dan een steekje..." „U verdenkt kolonel Baxter toch niet van den moord op den ouden Tollhurst?" „Nou meneer, het lijkt er anders veel op, dat hij het gedaan, vindt u niet? Die regel op dat stukje papier ti :nde- \1 aar»! 'ijzosif irantl zDe veroordeelde, bij verstek gevonnist, onderging een heilzamen schrik door deze uitspraak, dasl hemel en aarde en ook den heer Wiggers, trachft bewegen, hem een voorw. veroordeeling te bezes I Berouw en goede voornemens waren in voldoende; veelheid aanwezig. De proefneming werd dan gewaagd en den opposant thans veroordeeld dagen hechtenis en 6 maanden opzending maar waardelijk met 3 proefjaren met op te leggen bi voorwaarden, waaronder de meest effectieve, drank] herbergverbod. HET HEK VAN KLAAS HOS STOND IN DEN De heer D. J. K., handelsreiziger te Alkmaar, cliënten per luxe auto bereizend, bevond zich dagen in de Schevelstraat te Uitgeest en wilde alfc zijn wagen keeren, 'n manoeuvre, die zonder twijfel stekend was geslaagd, als het hekje voor een aan heer Klaas Hos toebehoorend perceel tijdig eenlgstf meters achteruit was verplaatst. Thans volgde een rijding en werd de heer K.. ondanks zijn omstap verweer, veroordeeld tot f 12 boete of 12 dagen. De heer Ambtenaar had zelfs 20 pegels willen knijpen, misschien omdat de comporant zoo'n danen indruk wekte, doch de Kantonrechter wersi het onderste uit de kan onaangeroerd te laten. moet het altijd zóó maken, dat de menschen graag komen! EEN GEZELLIG KARNEMELKPRAATJE. De 60-jarige ingezetene J. v. d. Sch. te AkerS» door werkloosheid getroffen, had zich in de karnen* brache begeven, doch indervond ook daaron tegec^ omdat werd bevonden dat zijn boerekarnemelk, als consequentie van het thans zoo leelijk In de drukking geraakt bedrijf, niet aan de wettelijke schriften voldeed. Hij heeft nu gelukkig een beter ai en Z3l dus geen gevaar meerl oopen wegens overtrad) van het melkbesluit voor den Kantonrechter te moe» ••erschünen. De oude heer boomde een tijdlang m«j loon door over zijn karnemelk-misète, tot Ambtea, en Kantonrechter zich voldaan verklaarden en geldboete van 5 gulden of 5 dagen werd opgelegd.» Tack had den delinquent, wiens vetgehalte blijkt nog méér onder het percentage van het ministerif' besluit bleef dan zijn karnemelk, nog 10 gulden uitêS zak willen kloppen, maar de Kantonrechter wist cies, hoeveel veeren deze kikker missen kon. RECLAMEWORST IN DE PINKSTER WEEK! Volgens de bescheiden meening van onzen Kam: rechter zijn de Alkmaarsche jongelui op den z.g. deré Pinksterdag, die hier per sé tot feestdag wordt promoveerd, beslist half mal. Dit mag dan wezen i het wil. maar de slager W. H. zag alstoen geen kq het benoodigde kwantum reclameworst gaar te kob indien er niet op 'n anderen dag 'n uurtje gever; werd. Maar natuurlijk kwam hij toen weer in con§ met de soepele arbeidswet, die niet toelaat, dat 'n pJ gezonde jongens, die 3 dagen gelegenheid hadden a lekker de Pinksterblommetjes buiten te zetten, 'n po je moesten oppassen, dat de worstketel niet co kookte. Enfin, de slager kwam er nog wonderwel met 2 maal f 5 boete of 2 maal 5 dagen, maar feita had hij zes dagen mikpruimen verdiend, als de tonrechter de wet in volle zwaarte had toegepast DIE HAD AL VROEG DE LADING SCHEEP GESTUWD. In Egmond sur Mer, ook wel Alkmaarsch Scle ningen genoemd, wordt het Hoogfeest van Pinksta op gezellige en practische wijze met de kermis gea bineerd. Of de wijding van dit Pinksterfeest daari verhoogd wordt, mag ernstig worden betwijfeld, wanneer men een 18-jarige. dus de kinderschoa nauw ontwassen jongeling voor den Kantonrechten verschijnen, op grond van het feit, dat hij zich op Mei aan openbare dronkenschap had schuldig gemui En zelfs zóó erg ,dat de politie hem het ..schuurt' had moeten indragen! Deze jeugdige vereerder Bacchus, Arend Z., sinds maanden werkloos, bew» heden nooit alcohol te gebruiken, doch toen door vriend, Gerrit S., die ook om dezelfde reden was Is| rekend, getracteerd te zijn. De Kantonrechter to schuwde den lichtzinnigen knaap, op deze wijze z voort te gaan en veroordeelde hem tot f 5 boete 5 dagen. EEN AFSCHEIDSDRONK UIT DE WA TE RLE We hebben zoo sucoessievelijk al heel wat cons tie-artikelen besproken en kunnen nu eindigen een overtreding van de gemeente-verordening Zuid- en Noordscharwoude, waaraan de 55-jarige duwe Adriaantje M., geboren A-. zich had schuldig 1 maakt, omdat zij het vertikte, een haar toebehoor* perceel aan te sluiten bij de waterleiding. De juffroe beweerde echter thans, dat het door haar bewoon perceelgedeelte wel was aangesloten. Het was even feitelijk maar één woonhuis, dat werd aangeduid és één huisnummer A 48. Natuurlijk moest deze nog oó kende noviteit nader worden onderzocht en werd i zoo de verdere behandeling geschorst tot a.s. week." juffrouw behoefde niet terug te komen. Zij beh< niet bang te zijn, dat men haar zou betoetereh. houdt zooveel als een bekentenis in, zou ik zeggen." „Dacht u nu heusch, dat iemand zoo gek zou zijn zichzelf op die manier te beschuldigen?" viel Fi uit „Er zijn gekken genoeg op de wereld," verklaarde!», san Tollhurst droog. „Ik ben het met u eens, dat er een heeleboel menad zijn, die gekke dingen uithalen, maar niet als hun ven ermee gemoeid is!" antwoordde de jonker scle ..En waarom zou kolonel Baxter aan Rose Carr set- ven. dat hij schuldig is aan den moord?" „Dat is juist wat ik wil zien gewaar te worden! B» is er ook in betrokken; daar durf ik een eed op doe „Onzin, toen de misdaad werd gepleegd, was ze ti en lag in bed." Ja, dit is zoo," gaf de vrouw onwillig toe „Het ba er niet de schijn van, dat ze er iets mee te raü heeft en dat beweer ik ook niet." „Wat bedoelt u dan eigenlijk met uw opmerking' daarnet?" „Alleen dat die mooie neef van u meer weet. daa vertelt. Die kolonel Baxter kan den ouden Tollhunt' vermoord hébben ik zeg niet. dat hij het gei heeft en evenmin, dat hij het niet gedaan heeft, en 3 kan me ook niet schelen, want hij krijgt het geld s dat mij toekomt. Maar als hij de moordenaar Is, meneer Gould het en Baxter, die natuurlijk van i trouwplannen op de hoogte is, schrijft nu aan Rose,' ze hem vragen zal zijn mond te houden." „Dus u denkt, dat Rose in het geheim is, maar zw£? vroeg Fanshaw met iets van beklemming in zijn want het gesprek nam een loop, die hem allesbeb» aanstond. Wanneer deze wraakzuchtige en babbels* vrouw verdenking koesterde tegen Baxter of Gould,' dat ongetwijfeld Arnold ter oore komen en die zou" tuurlljk geen steen op den anderen laten om de b$ ning te verdienen. „Daar weet ik niets van", gro-mde Susan koppig,; wanneer u denkt, dat ik kolonel Baxter in moeiHJfiji wil brengen, vergist u zich, meneer. Als hij den oud Tollhurst heeft gedood, des te beter voor mij, wü1 kan zijn spaarduitjes best gebruiken." B „Maar hij heeft ze immers aan Rose vermaakt?' Ze zal ze heusch wel aan mij moeten geven, ai- met meneer Gould onder één hoedje speelt en ft-' er zeker van, dat ze dat doet. Meneer Gould weet.f er gebeurd is en kolonel Baxter probeert Rose werken om hem te bewegen, zijn mond te houden-* ik zal ze wel krijgen." Susan's stem schoot uit Wf angstaanjagend gekreun," en u moet me helpen." j Wordt vervol

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 10