Schager Courant Afrika, het land der toekomst voor de metaalindustrie. Tweede Blad. Het vliegdrama te Vaals. AUTOBUS OVER DEN AFSLUITDIJK. Gevaarlijke speelplaats. Tragisch ongeval. Een zonderling geval te Londen. De techniek keert naar haar oorsprong terug PIRATEN-OORLOG HET KANAAL. IN Dinsdag 28 Juni 1932. 75ste Jaargang. No. 9096 De machine in vlammen opgegaan. Ver haal van een ooggetuige. Het verhaal van een ooggetuige von het noodlottig vliegongeluk op het vliegveld te Vaals, dat elders in dit r.ummer door een abuis slechts gedeeltelijk is opgeno men, laten we hieronder volledig volgen. De heer S. Stubach, de eigenaar van den Wilhelmina- toren, die aan den rand van het vliegveld op ongeveer 30 meter van de plaats van de ramp staat, was tegen 12 uur in zijn tuin werkzaam toen hij drie militaire vleig- tuigen boven het landingsterrein zag verschijnen. Een der drie vliegtuigen scheen een motordefect te hebben en daalde in een groote bocht in de richting van het vliegveld. Het vliegtuig was reeds zoover gedaald, dat de beide Andere toestellen in Noordelijke richting vertrokken. Plotseling in de laatsto bocht voor de landing aldus de zegsman zag ik het toestel in het bosch terecht komen. Het was een hevig gekraak. Onmiddellijk snelde ik naar de plaats waar het toe- Stel was neergevallen. Toen ik daar aankwam, was daar reeds een student uit Aken, die op het vliegveld nad gestaan en eveneens bet ongeval had waargenomen. Het vliegtuig was in brand geraakt, doch een der Inzittenden konden wij nog bereiken. De man zat ech ter vast en daarom holde ik weg om een bijl te halen. Nauwelijks nadat ik was vertrokken hoorde ik een geweldige ontploffing en spoedig daarop stond zoowel het toestel, als het bosch, dat zich daar omheen bevond, in lichte laaie. De heer Stabaoh heeft daarop telefo nisch de autoriteiten en de brandweer van Aken en [Vaals gewaarschuwd. De burgemeester van Vaals, de heer Rhoen. en de «doktoren Bloem en Keunen waren spoedig ter plaatse. Ook de opperwachtmeester der marchaussée kwam Bpoedig met politiehulp op het terrein. De Vaalser brandweer had het vuur spoedig ge- bluscht. Toen de brandweer uit Aken verscheen, be hoefde zij geen dienst meer te doen. Nadat het vuur was gebluscht, werden de beide vlie gers uit het geheel vernielde toestel gehaald. Hun lij ken waren grootendeels verkoold. Per auto zijn zij yoorlocpig naar Vaals overgebracht. Ook de militaire autorieien te Soesterberg en Den Helder werden op de hoogte gesteld en deze hebben on middellijk een vliegtuig en twee auto's naar Vaals ge- ■nden. Het terrein, waarop het vliegtuig is neerge komen, is door de marechaussee, die weigerde inlich tingen te geven, afgezet. De naam van het tweede Slachtoffer is W. J. Nijhof, sergeant-vliegtuigmaker. De aanvraag van een Frlesche onderne ming door twee ondernemingen uit Hol lands Noorderkwartier betwist. .Een commissie uit Ged. Staten van Noordholland Aeeft gisteren behandeld een aanvraag van W. Velt man te Leeuwarden voor vergunning tot het in wer king stellen van een autobusdienst Amsterdam- Leeuwarden v.v. via Purmerend, Hoorn, Den Oever en den afsluitdijk. Bezwaar werd gemaakt door mr. De Groot, aange zien de W.A.C.O. reeds een dergelijke aanvraag had ingediend. Namens een combinatie- van autobusondernemers }n Noordhollands Noorderkwartier, vereenigd in een N.Y., maakte Mr. Buiskool te Schagen, bezwaar, aangezien volgens hem de lijn naar Leeuwarden be schouwd moet worden als een voortzetting en een uit breiding van de lijnen dezer N.V. Er moet nu niet .weer een andere ondernemer tusschendoor gaan loo- 'pcn. j De aanvraag van den heer Veltman werd verde digd door den heer Kraak Steemann. Deze erkende 'de aanvraag van de W.A.C.O. niet en had op juridi sche gronden bezwaar tegen de aanvraa~ van de N.V. Noordhollands Noorderkwartier, aangezien deze N.V. jvolgens hem niet bestond. In geen geval mag conces sie aan de A.T.O. worden gegeven. Na re- en dupliek deelde de oorzitter der commis sie, mr. H. Brach, mede, dat Ged. Staten hun beslis- ising nader bekend zullen maken. v. d Twee kleuters onder een houtstapel geraakt. Een hunner gedood, de ander zwaar ge wond. Gistermiddag had op den Achterweg te Arnhem een fernstig ongeval plaats. Een tweetal kinderen was op 'ten hoop balken en planken aan het spelen, toen piot- teling een gedeelte der balken aan het rollen ging. Een Vijfjarig jongetje werd dood onder een der balken van- Kan gehaald, terwijl het tweede kind, een driejarig sisje, ernstig werd gewond. Zij is naar het ziekenhuis ergebracht Nader vernamen wij nog dat het slachtoffer is de vijf- Jarige Godefriedus van Lïerop, wonende in de Rijnwijk. Het meisje, de drie-jarige Catharina van Mlerle is ar het kinderziekenhuis overgebracht. Zij had o.a. een nstige hoofdwonde. Haar toestand is redelijk wel. Omtrent het ongeval zelf vernemen wij nog, dat de enaar van de woningen aan den Achterweg al se- fdert eenige maanden een stapel hout aan dezen weg r jhad staan. De houtstapel werd bij voorkeur do© rde kin- - 'deren als speelplaats gebruikt. Zoo ook hedenmiddag, yjji inet het noodlottig gevolg. Het jongetje heeft een balk op den nek gekregen en was op slag dood. Het gebeur- j de verwekte groote verslagenheid in de volkrijke buurt. Op zijn verjaardag verdronken. f Gisteravond heeft, te Alphei, a. d. Rijn een tragisch ^hgeval plaats gehad. De 19-ja.rige W. Blijbag uit <- Zaandam, die bij familie alhier logeerde en juist zijn verjaardag vierde, ging met twee neven in den Ou den Lijn zwemmen. Toen Blijbag, die het eerst te wa- r ter ging, zich in het midden van den Ouden R:mi be- I vond, riep hij plotseling om hulp om onmiddellijk daarna in de diepte t~ verdwijnen. Zijn neven spron- gen hem na, doch slaagden er niet in hem te redde v, pol!,ie' (,.ie onmiddellijk ter plaatse was, mocht f 20.rninuten gelukken het lijk „van den jongen met den dreg op te halen, Van moerd, zelfmoord en bigamie. Drama in een hotel-kamer. In een van de groote hotels van het Londensche Westend lieten zich aan het eind van de vorige week een heer en een dame inschrijven als kapitein J. F Blockley, oud 30 jaar, en zijn vrouw Helen Blockley, 27 jaar. Zij hadden heel wat bagage bij zich en het hotelpersoneel had al gauw vernomen, dat het een pasgetrouwd echtpaar was, dat dezer dagen naar Indiö zou vertrekken. Klaarblijkelijk was daar het garnizoen van den kapitein. Toen echter Vrijdag een der kamermeisjes op haar herhaald kloppen aan de deur van do kamer van het echtpaar steeds maar geen antwoord kreeg en men tot de ontdekking kwam, dat de deur op slot was, kreeg men achterdocht. Met een looper werd de deur geopend en toen bleek, dat de achterdocht maar al te zeer gegrond was geweest. Op den grond lag het lichaam van den kapitein, gekleed in pyama. Hij was dood. Op het bed lag de vrouw, ook reeds overleden. Een leger-revolver lag niet ver van het lijk van den man. Een dokter, die onmiddellijk te hulp geroepen was, constateerde, dat de dood al eenige uren tevoren moest zijn ingetreden. De vrouw had een kogelwon- de in het hoofd, terwijl de man zich door den mond geschoten had. Drie brieven vond men, waarvan er een gericht was aan den directeur van het hotel, en verontschuldigingen bevatte voor de eventueele overlast, die deze moord en zelfmoord hem zou be rokkenen. Bij het politieonderzoek bleek de doode man in derdaad kapitein Blockley te zijn, de vrouw was Helen Diamond. Kapitein Blockley was twee jaar ge leden uit lndië met zijn gezin in Engeland geko men, waar hij te Glasgow een militaire cursus volg de. Hier had hij Ilelen Diamond leeren kennen. Iiij had zijn vrouw verlaten cn was met het meisje, dat hij eerst geruimen tijd in een sanatorium had laten verplegen, getrouwd, echter zonder van zijn eerste vrouw te scheiden. Deze daad van bigamie was tot dusver verborgen gebleven. Kapitein Blockley had een merkwaardige loop baan achter den rug. Officieel staat hij geboekt als te zijn geboren in 1893. Echter staat het ook vast, dat hij gevochten heeft in den oorlog tegen de Boe ren, welke in 1899 begon. Ook heeft hij aan den groo- ten oorlog deelgenomen. Om als vrijwilliger dienst te kunnen nemen, wist hij zich valsche papieren tc verschaffen, waarop zijn leeftijd in stede van als 35 als 22 werd opgegeven. Prof. P. JENSEN. Afrika, dat, is het werelddeel, dat op de landkaart van onze jeugd nog tallooze witte plekken vertoonde, witte plekken, die on-ontdekt gebied golden. Nu is Afrika bezig afzetgebied te worden voor Europa cn zijn industrie. Toch zou het onjuist zijn in Afrika slechts het offer van de alles veroverende machine te zien. Juist daar is het continubedrijf bij uitnemend heid, de mijnindustrie, reeds eeuwen bekend. Ontzet tend groot is het aantal der gemakkelijk gelegen en zorgvuldig opgebouwde mijnen in de goud-, koper en tinaistricten van Zuid-Afrika. Naar het Noorden toe heeft de voor-historische mijnwerker tot Kan tanga, dat op dezelldc hoogte ligt als het Noordelijke gedeelte van het Xvassa-meer, in het Zuiden tot aan Pretoria, het gebied geologisch gekend cn beheerscht en daarbij een verbluffend opsporingsvermogen aan den dag gelegd. Biina alle tegenwoordige mijnen be rusten op de een of andere wijze op voorhistorischen, baanbrekenden arbeid. Het is interessant, dat men in vele van deze oude, een reusachtig ge bied doorsnijdende mijngangen naast de steenen hamers zonder greep, zeer harde stalen beitels heeft gevonden. Deze bestaan uit bundels- gewijze tezamen gesmeede stalen banden, die gehard werden door ze in koud ter te dompelen. Het is dus stc-al, dat uit afkoeling ontstaan is, -ooals wij dat ook uit het oude lndië kennen. Men behoeft slechts aan de technische prestaties van de oude Egyptenaren en de Karthage- nen te denken, om vast te stellen, dat in Afrika de techniek reeds in hoogen bloei verkeerde, toen Euro pa nog slechts door zwervende hor den bewoond was. Wij beleven thans enkel slechts de ommekeer, dat Afrika uit zijn duizendjarigen technischen slaap door Europa ge wekt wordt. De uitvoer van ijzererts komt voor Afrika nauwelijks in aanmerking, want het vervoer dat eerst over land en daarna per zeeschip zou moeten plaats vinden, zou veel te te veel kosten. Slechts door een ijzerindustrie in Afrika zelf zouden de ijzerertsen benut kunnen worden. Daartoe werd in 1928 de Engelsche South Africah Iron and Steel Industrial Corp. Ltd. gesticht, die als basis voor de uitbreiding van de Zuid-Afrikaanschc hoogovenindustrie het door het hoogovenbedrijf „De Goede Hoop" te Oberhausen uitgebrachte „German Report" aannam. Deze maatschappij bezit ijzerertslagen bij Pretoria met 45 ijzergehalte en een tweede bij Vliegpoort met 68 ijzergehalte. Men mengt deze ertsen zoo, dat een ton ruw ijzer op ongeveer 30 Sh. komt. Dat is zeer weinig, als men in aanmerking neemt dat het over Antwerpen aangevoerde ruwe ijzer per ton komt op 127 Sh. loco Zuid-Afrika.' Er wordt gewerkt met een soort cokes, die uit Transvaalsche kolen, ge mengd met 25 kolen uit Natal, gestookt wordt. De inrichting omvat 57 cokesovens, die eiken dag 450 ton cokes kunnen produceeren, één hoogoven met een dag-productie van 500 ton ruw ijzer, twee 100-tons Als tegenpool tot het Engelsche industrie-complex moet men het Fransche koloniale gebied in het Noorden en Westen van Afrika beschouwen. Frank- Tijk is hier eerst begonnen met industrialiseeren, na dat Engeland het over de gcheele wereld zijn kolo niën had weggekaapt. Des te verwonderlijker is het, wat het sedert de in bezit name van Algiers in het jaar 1830 daar tot stand heeft weten te brengen. Het opbloeien van Algiers hield gelijken tred met de ontwikkeling van zijn landbouw. Een groote toekomst hebben de groenten-, fruit- en tabaks-cultures, ter wijl de mijnindustrie, ondanks de aanwezigheid van ijzer, phosphor en zink nog geen beteekenende rol speelt. In Tunis vinden we dergelijke verhoudingen. Ook Marokko heeft een vruchtbaren bodem en voldoende bewateringsmogelijkheden. Daarbij zijn zijn bodem schatten zoo beduidend, dat Frankrijk naast de uit gesproken agrarische koloniën Algiers en Tunis be zig is van Marokko een mijnbouwindustrie-kolonie te maken. Het steekt bijna ongelegitimeerde kapita len in zijn koloniaal bezit. De economische bloei is er dan ook buitengewoon groot en blijkt reeds uit het havenverker van Algiers en Oran, voor welks uitbrei ding milliarden francs werden uitgegeven. De bevol king van Algiers steeg vanaf 1900 tot thans van 40.000 tot 250.000, die van Oran van 25000 tot 175000. De ijzerertsvoorraden van Algiers worden op 100 Zoo ziet Afrika's industrie er tegenwoordig nog nit. En straks? SiemonsMartin-ovens, een 400-tons mengmachine cn twee pletbancn. Rails, drempels, bouwijzer, sjaafijzcr, getrokken draad en kleine ijzeren vormen staan op het programma. Men heeft, er bij den aanleg reke ning mede gehouden dat de werkplaatsen voor een tweetal zoo groote productie dienstbaar gemaakt kun nen woiden. Op het oogenblik is ongeveer een dorde gedeelte van de Zuid-Afrikaansche ijzer- en staalbc- hoefte gedekt. De kosten van den aanleg waren betrekkelijk hoog, nl., 65 millioen gulden. Des ondanks rekent men op een goede rentabiliteit, dank zij de geringe onkos ten en de reusachtige vrachtvoorsprong op de Eu ropeesefee leveranciers. Enkele gedeelten voor den opbouw van het bedrijf konden reeds in het land zelf worden gemaakt. Het overige werd door Engel and en Duitschland geleverd, waar ook de later in dienst te nemen ingenieurs hun opleiding genieten. Aan den band ZGnder einde in het zwarte wereld deel. Kikuyu-meisjes bij het vlasdrogen. millioen ton geschat met een ijzergehalte van 52 mil lioen ton. De winning is voortdurend gestegen. Zij bedroeg in 1913 1.3 millioen ton, in 1930 reeds 2.2 millioen ton, die bij het ontbreken van een hoogoven- bedrijf geheed werden uitgevoerd. Tunis bezit vol gens nauwkeurige schattingen 90 millioen ton ijzer erts mei een ijzergehalte van 46 millioen. De delving is sedert 190S begonnen. In 1930 bedroeg de -op brengst over een jaar 600.000 ton. In 1927 was dit cij fer 915.000 ton, om in 1930 tot 828000 ton te dalen. Van zeer groot belang is de aanwezigheid van Man gaan in Ghardimaon. De ertshoeveelheid in Marokko wordt geschat op 30 millioen ton met een ijzergehalte van 19 millioen ton. Het erts is bijna geheel vrij van phosphor en slaat wat zijn kwaliteit betreft bijna gelijk met het Zweedsche Dannomora-erts. 60 van den ertsuit- voer gaat naar Duitschland. Duidelijk teekenen zich reeds thans de gebieden van Afrika af, waar de toekomstige „zwaar-indu- strie" zal ontstaan. Zij liggen in de punt van het werelddeel, waar het wereldverkeer om heen gaat. Van daaruit zal stralenvornnng de indu- strialiseering en techniseering van het zwarte werelddeel plaats vin den. De behoefte aan industriepro ducten zal enorm zijn, zoodat het waarschijnlijk nog heel wat tiental len jaren zal duren, voordat de Afrikaansche industrie de behoefte zal kunnen bevredigen. Steeds weer en in stijgende mate zal de aan voer van afgewerkte producten of van nieuwe «machine-installatie* uit Europa noodig zijn. Want in de tropen wordt meer verbruikt dan in Europa. Dit heeft velerlei oorza ken. Hetgeen door de klimaat niet wordt aangetast, wordt spoediger door den nog niet volledig ge- school den arbeider versleten. Bovendien ontbreekt het aan wetenschappelijke leiding en een pers, die met haar dagbladen ons Europeanen geleerd heeft de voortbrengselen der techniek te benutten. Dit alles doet de bewering van Spengler, den auteur van het bekende boek: „De ondergang van het avondland", van het verraad aan de techniek naar het rijk der theorie verwijzen. Bovendien is met opzet in het begin van dit artikel betoogd, dat Afri ka technisch geen „nieuw land", maar omgekeerd het stamland van een oeroude mijnbouw en staalin dustrie is. Langs lange omwegen keert de techniek in het land terug, dat zoowel om zijn voortreffelijk klimaat als ook wegens het daar oplosbare pro bleem, van de benutting der zonenergie nog groote menschenmassa's tot immigratie en nederzetting zal bewegen. In den oorlog schijnt hij goed werk verricht te hebben, daar hij al spoedig bevorderd werd. Toen de vrede kwam, was hij een van de weinig „tijdelijke" officieren, die in vverkelijken dienst mochten over< gaan. Hij werd geplaatst bij het leger in lndië. Zijn kameraden wisten wel. dat hij veel ouder moest zijn, dan hij opgaf te zijn, inaar nooit is er of ficieel een onderzoek naar ingesteld. Zijn houding en staat van dienst bewaarden hem daarvoor. Over het algemeen werd zijn leeftijd geschat op 50 jaar. HET GOUD VAN DE EGYPT VRIJGEGEVEN. Maajadag is bevolen het goud van de „Egypt", dat, zooals elders in dit nummer wordt gemeld, in de haven van Plymouth in beslag was genomen, weer vrij te geven. Het edelmetaal was aan boord van een Italiaansch bergingsschip naar Plymouth ge bracht. Onder de oogen van duizenden belangstel lenden werden de staven uitgeladen en per specia- len trein naar Londen getransporteerd. CHOLERA TE TOKIO. V.D. verneemt uit Tokio: Officieus wordt gemeld, dat de geruchten volgens welke te Tokio cholera „om gaat", bevestigd wor-; den. Tot nu toe zijn reeds zes ziektegevallen gerap porteerd. OVERREDEN EN GEDOOD. Gisteravond omstreeks kwart voor zeven werd de 19-jarige C. Stokbroek. toen hij den Rijksweg Weert*- Nedervveert wilde oversteken, door een luxe auto ge grepen en overreden. De jonge man was bijna op slag dood. VAN TWEE KAFFERS EN EEN LEEUW. V.D. verneemt uit Kaapstad: In den Dierentuin tc Kaapstad heeft een bewa ker gisteren een door leeuwen verscheurden jon gen kaffer gevonden. Het is nog onzeker op welke wijze de jonge man in de kooi, is terecht gekomen, doch vermoed wordt, dat hij de kooi is ingejaagd na een twist met een anderen kaffer. MEISJE AANGEREDEN EN GEDOOD. Gisteravond omstreeks 8 uur is het S-jarig meisje Cornelia Blok uit ue Josephlaan, in Mathenesserlaan te Rotterdam, toen zij plotseling den rijweg overstak, door een personenauto overreden. In bewusteloozen toestand werd zij naar het ziekenhuis aan den Cool< singel gebracht, waar een schedelbreuk geconsta teerd werd. Eenigen tijd later is zij aldaar overleden. De politie stelt een onderzoek in. Den bestuurder van den auto treft waarschijnlijk geen schuld. Nachtelijke botsingen tusschen Engelsche en Fransche visschers. Engelsch offensief voorbereid. Naar uit Hastings, het Engelsche visschersplaatsje aan de Msb. wordt gemeld, wordt sinds maanden aan de Engelsche kust ïn het gebied de Rye baai een kleine oorlog gevoerd die van dag tot dag en van nacht tot nacht verbitterder wordt. Een oorlog, die aanvan kelijk „particulier" was, doch thans zelfs een min of meer officieel karakter krijgt. Het is de visschersoorlog FrankrijkEngeland, want zoo wordt hij bereids in Engeland en ook aan de Fran sche zeekust genoemd. Sinds maanden speelt zich des nachts het volgende af: Bij het invallen van de duisternis duiken complete flotiles Fransche vischersbooten op in de Engelsche driemijls-zöne en laten daar haar groote sleepnetten in zee dalen. Op dié manier worden den Engelschen vis sohers niet alleen haringscholen en andere zeevisschen voor den neus weggevangen,doch hun eigen grondnetten worden hierdoor vernield en zooals bekend, vormt het net het vermogen van den visscher. Daar de Fransche schepen aanvankelijk met gedoof de lichten kwamen, was het moeilijk ze te ontdekken. Eerst toen een Fransch piratenschip met een Engelsch in botsing kwam ontbrandde er een ware guerilla-oor- log in volle zee. De Franschen konden zich echter te rugtrekken terwijl de zwaar beschadigde trawler aan zijn eigen redding denken moest. Met deze ontdekking hield echter de invasie der Franschen in de zeer vischrijke Reybaai niet op. Inte gendeel. nu kwamen zij nog talrijker om beter tegen het verzet der Engelschen opgewassen te zijn. Volgens verklaringen van het Engelsche bureau van toezicht op de visscherij, zijn den laatsten tijd op één Engelsch schip drie Franschen omgekomen De Engelsche visscherij beschermingskruiser „Godetia" werd voor buitengewone doeleinden in de Rye-baai ge- stationneerd. Dit had geen resultaat. lederen nacht kwa men de Franschen, vernielden thans opzettelijk de En gelsche netten, voerden, wanneer zij twee Engelsche stoomtrawlers met een sleepnet zagen, met gedoofde lichten tusschen hen door en vernielden aldus het kost bare sleepnet. Zij vielen Engelsche booten aan, wanneer de bemanning juist de netten inhaalde. De „Godetia" was onmachtig, ja zelfs konden de Engelsche visschers zich niet meer verdedigen, wijl de Fransche booten gecamoufleerd werden. De tuigage en vorm der booten werd zooveel mogelijk naar het typische Engelsche trawlermodel nagemaakt, zoodat zij, zelfs wanneer ze gezien werden, niet konden worden aange houden. Thans willen de Engelschen tot een groot offensief overgaan. Er zijn nog twee kruisers naar de Rye-baai gedirigeerd, waarop geen matrozen der Royal Navy, doch Engelsche visschers uit de omgeving v. Hastings dienst doen, wijl zij beter met de methodes der Fran sche visschers-piraten bekend zijn. Zij hebben zich vrij willig ter beschikking gesteld en dat bewijst beter dan wat ook, de groote verbittering, die onder de Engelsche visschers heerscht, wien door de Fransche booten hun bestaan en hun brood ontnomen is. POLITIE SCHAGEN: Verloren: een groen taschje. ZELFS IN DEZE TIJDEN EEN GOEDE ILLUSTRATIE ONDER IEDERS BEREIK. Hebt U al eens kennis gemaakt met het GEÏLLU STREERD ZONDAGSBLAD Het is voor onze abocfl^'* tegen den gereduceerden prijs van; 73 cent per drie maanden verkrijgbaar. Wij raden U aan om van deze gelegenheid tot bezuiniging gebruik te maken, daar het blad werke lijk zeer mooi is. Zij. die zich per 1 Juli als abonné laten inschrijven, krijgen de Juni-nummers gratis, waarin een spannend vervolgverhaal en een foto-wedstrijd begint, alsmede een boeiend boekwerk, getiteld: „Wolven der Zee". NAAM: STRAAT: PLAATS: abonneert zich per 1 Juli op het ZONDAGSBLAD en verzoekt gratis toezending van de Juni-nummers en het boekwerk: „Wolven der Zee." (Kan in open enve- lo p met cents postzegel toegezonden worden aan ona bureau.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5