Radioprogramma Donderdag 30 Juni 1932. SCHAGER COURANT. Tweede biad. No. 9098 De beker van koningin Elizabeth SPRUTOL Een nachtelijk congres. INTERMEZZO. Toen Gulliver uitgesproken was. hielden de congres leden zich de buik vast van het lachen. Gulliver scheen met de uitwerking van zijn verhaal zeer tevreden, want hij zag meesmuilend den kring rond. Nadat het gelach bedaard was. riep Münchhausen: „En thans is de beurt aan Graaf Cagliostro!" Cagliostro verhief zich van zijn zetel, trok zijn gelaat Jn een ernstigen somberen plooi en sprak dan: IV. AANDACHT VOOR DEN GROOTEN TOOVENAAH, Ik heb vele levens geleefd; bijna tien eeuwen zijn aan mij voorbijgegaan. In mijn laatste incarnatie op aarde bracht ik mijn jeugd door in de stad Medina in Arabië, waar ik werd opgevoed door den grooten wijzen Althotas. Ik woonde Jn het paleis van den toenmaligen Moefti Salabaym en had drie dienaren tot mijn beschikking, twee blanke en een zwarte, van welke er altijd één in mijn buurt was. Over mijn ouders kon ik nooit met zekerheid iets ver nemen; van Althotas die mij overigens mijn nieuws gierigheid, scherp verweet hoorde ik alleen, dat zij van adel waren. Althotas had mij lief als een zoon en schepte er een groot behagen in. mede te werken aan de ontwikkeling van mijn buitengewonen aanleg. Ik had mij geen beteren leermeester kunnen wenschen: Altho tas bezat een zeer groote kennis van alle aardsche we tenschappen. In de kruidkunde en de geneeskunde maak te ik de meeste vorderingen. Ik leerde ook alle talen ter wereld en wist spoedig af van de diepste geheimenis sen, zooals de Egyptische pyramiden. die in haar don kere kamers verebrgen. Deze wetenschap gaf mij macht over de natuur en over de menschen. Na twaalf jaar verlieten Althotas en ik Medina en reisden naar Mekka, waar wij gastvrij ontvangen werden ln het paleis van den Sheriff. Deze vorst verafgoodde mij en ik van mijn kant voelde, dat geheime banden ons tot elkaar aantrokken, terwijl ik toch niet had kunnen zeggen, van welken aard die banden waren. Drie jaren later trokken wij naar Egypte, waar ik de geheimenissen der pyramiden, die ik reeds kende, nu ook met eigen oogen aanschouwde en met de-pries ters kennis maakte. Hier was het, dat ik benoemd werd tot Grootmeester van alle geheime loges van het Oos ten. Mijn verkiezing tot Grootmeester van de Westersche loges volgde op Malta, terwijl ik verblijf hield bij den Grootmeester van de Malthezer Or de. In dien tijd begon ik op hoog hevel mij Graaf Gagliostro te noe men, onder welken naam ik ben op getreden in de geschiedenis van dezen aardbol. In alle landen ben ik geweest, aan alle hoven" hé?b ik vertoefd; ik deed wonderen, ik maakte goud uit onedele metalen, edelsteen uit kiezel; ik waa de hoofdpersoon uit de beroemde col lier-affaire en heb als zoodanig den Stoot gegeven tot de Fransche Re volutie. Ik had de gelegenheid. Ko ningin MArie Antoinette, toen zij nog dauphine was en voor den eersten keer in Frankrijk vertoefde, deze om wenteling te profectéeTen en haar in den magischen spiegel haar noodlot te laten zien. Dat verhaal wil ik u toch niet onthouden. Ik verbleef eenigen tijd op het landgoed van den baron van Taver- nay, toen daar de dauphine op haar doortocht naar Parijs met haar ge volg voor een paar uur haar intrek nam. om zich te verfrisschen. Ik had den baron reeds voorspeld, dat de dauphine bij hem op bezoek zou ko men, hoewel dat geheel onverwacht was. De baron had dit weer aan Ma- rie Antoinette medegedeeld; deze werd daarop zoo nieuwsgierig dat zij van mij de toekomst wilde weten. Ik weigerde. Zij noemde mij een charlatan. Toen aarzelde ik niet langer, maar vroeg haar. dat ze mij niet zou laten boeten voor het ongeluk, welks bode ik zou zijn. Zij begon: „Zal mijn familie gelukkig zijn?" „Welke? Degene die U verlaten hebt of degene, die U heeft opgenomen?" „Mijn werkelijke familie, miin moeder Maria Theresia, mijn broeder Joseph en mijn zuster Caroline." „Uw ongeluk zal hen niet treffen." „Dus het gaat om persoonlijk ongeluk, dat mij alleen bedreigt?" „Dat U bedreigt en uw nieuwe familie". De koninklijke familie is drie prinsen rijk: den Hertog de Berry. den Graaf de Provence en den Graaf d'Artois. Wat is het lot van die drie?" „Zij zullen alle drie regeeren!" „Zal ik dan misschien ge enkinderen krijgen?" „U zult moeder worden." ..Maar het zullen geen zoons zijn?" „U zult zonen hebben, en u zult er verdriet over hebben, dat de een dood is en de ander leeft". „Zal mijn echtgenoot van mij houden?" „Ongetwijfeld". .Maar welk ongeluk kan mij treffen, als mijn echt genoot van mij houdt en mijn familie mij tot steun is?" „Zoowel de liefde van Uw echtgenoot als de steun van uw familie zullen u o(> het beslissende oogenblik ontbreken." „Dan blijft mij nog de liefde en de hulp van het Fransche volk!" „Och, het volk is gelijk den oceaan, die slechts op het oogenblik rustig is. Hèbt U ooit een orkaan over den oceaan zien woeden?" „Als ik wel doe. zal de storm zich niet verheffen, en als het toch gebeurt, zal ik mij met hem verheffen." „Hoe hooger de golf. des te dieper de afgrond, waarin zij stort." „Zal ik geen koningin zijn?" „Gij zult zeker koningin zijn. Madame; er is niemand, die dat zou kun nen verhinderen!" De jonge vrouw lachte verachtelijk. „Hoor mij aan, Madame", vervolgde ik, „en herinner U." „Ik luister." „Hebt U opgemerkt, wat de gobelins voorstelden in de eerste kamer, die U in Frankrijk bewoonde?" ..Den Bethlehemschen kindermoord." „U geeft toe, dat dat beeld in Uw herinnering is geble ven." „Inderdaad". „En hebt U kort daarop, onderweg gedurende het onweder. niets bemerkt?" „Ja, de bliksem spleet een boom, die bij het vallen mijn rijtuig op zy even raakte." „Dat zün voorteekenen!" ..Slechte voorteekenen?" „Het is moeilijk ze anders uit te leggen!" De dauphine liet het hoofd op de borst zinken. Jk heb vele levens geleefd FEUILLETON GOQOCXJöOCXjöOQOQOöOQOQOCX) ooojoaoooooooooosoctooooooéo Naar het Engelsch l FERGUSHUME. 31 Het duizelde Lionel. Hij zag geen kans uit dezen ver- warrenden doolhof van mogelijkheden en gissingen te komen, als hij- niet over meer feiten beschikte. Maar hoe moest hij aan de kennis daarvan komen? Gould |was voorloopig onvindbaar en Baxter, die blijkens zijn correspondentie met Rose nog niet naar Guatemala ver trokken was wat waren de beloften van dat heer schap waard, overwoog de jonker grimmig zou. als hij boter op zijn hoofd had. ook wel zorgen, dat hij piet zoo gemakkelijk op te sporen was. Rose zou onge twijfeld alleen onder dwang iets loslaten en de eenige pressie, die op haar kon worden uitgeoefend, was de paak publiek te maken. En dat was natuurlijk uitgeslo ten... het beteekende de arrestatie zoowel van Gould* (als van Baxter, zoodra een van beiden uit zijn schuil hoek te voorschijn kwam. En dan bleef er nog een (vraag te beantwoorden: hoe was Thomas te weten ge komen. dat de beker zich dien avond in de kerk be vonden bad? Maar de persoon, die hem bij de oplos ping van dit raadsel kon helpen, was tenminste onder pijn bereik! Evenals bij Susan Tollhurst's bezoek was Thomas al leen thuis, toen de jonker dien avond tegen een uur cf aoht aan de kleine woning kwam, waar hij bij zijn zus ter en zwager inwoonde. De tuinman opende zelf de voordeur, die onmiddellijk toegang gaf tot de kleine woonkamer. „Ik zou je graag een oogenblikje spreken, Thomas", begon de jonker vriendelijk. „Ik ben tot uw dienst, meneer." was het eerbiedige antwoord. Maar deze eerbied belette Thomas niet in de deuropening te blijven staan en met zijn forsche gestalte den aanzienlijken bezoeker den doorgang te versperren. „We kunnen hier niet praten. Laat mij even binnen komen" Met duidelijk-merkbaren tegenzin voldeed Thomas aan het verzoek. Hij liet den jonker in de kamer er: sloot de buitendeur, terwijl Fanshaw ging zitten. De deu naar de keuken was open, zooals de jonker opmerkte, toen hij zijn blik door het vertrek liet dwalen. „Je moest die deur liever ook sluiten, Thomas." zei hij. „of neen, laat hem toch maar openstaan, dan kunnen we je zuster en haar man hooren thuiskomen. Ons ge sprek is niet voor vreemde ooren bestemd." Thomas kreeg een kleur. „Ik begrijp niet..." stamelde bi}- „Wanneer ik je vertel, dat ik weet, dat jij den beker in je bezit hebt, zul je het waarschijnlijk wel begrijpen," viel Lionel hem snel in de rede. De tuinman ontstelde zichtbaar en onderdrukte een vloek. Toen zocht hij zijn toevlucht in een brutale ont kenning. „Ik weet niet, waar u het over hebt, meneer," zei hij onverschillig. „Ik heb den beker niet." „Susan Tollhurst heeft hem hier op tafel zien staan en jij zat erbij!" „Dat verwensohte wijf," viel hij ruw uit, de vuisten ballend. „Ik had wel op mijn vingers kunnen narekenen dat ze haar grooten mond niet zou houden. „Dus je hebt den beker?" Thomas liet zich zwaar neervallen op de sofa. die in een hoek van de kleine kamer stond. „Ik heb hem", bekende hij na eenige aarzeling, „maar ik wilde wel, dat u het niet wist; u nog minder dan iemand anders." „Waarom ik nog minder dan iemand anders?" „Omdat u de heef bent van meneer Gould." „Wat heeft dat te maken met het feit, dat jij den beker hier in huis hebt?" „Neemt u me niet kwalijk, meneer, maar ik zie niet in. dat het op mijn weg ligt, die vraag te beantwoorden," gaf de tuinman onvriendelijk ten antwoord. „Susan heeft mij met den beker gezien en ik heb haar gezegd, dat ze er over zwijgen. Dat heeft ze blijkbaar niet gedaan, zoodat het heele dorp het nu vermoedelijk weet en over tuigd is, dat ik den ouden Tullhorst heb vermoord." „Susan heeft het alleen aan mij verteld," verklaarde Fanshaw kalm, „en ze zal er met niemand anders over spreken, daarop kun je gerust zijn. En er is geen sprake van dat het heele dorp jou voor den moordenaar houdt. Dat zou zelfs niet het geval zijn, wanneer bekend werd, dat jij den beker hebt, wat overigens niet zal gebeu ren!" „Waarom zullen ze mij niet voor den moordenaar hou den? De oude is immers geworgd terwille van den be ker?" „Dan heb je het mis, Thomas. Het is absoluut niet zoo," „Hoe zal mijn echtgenoot sterven?" „Zonder hoofd." „En de graaf de Provence?" „Zonder beenen." „En ik?" o... Ik schudde het hoofd. „Ik wil, dat ge spreekt!" riep Marie Antoinette uit. Ik zag. dat ze huiverde. „Heb medelijden, madame!" „Spreek, mijnheer, of ik houd U voor een belachelijken comediant. Wees voorzichtig, men speelt niet met een dochter van Maria Theresia!"' Ik bleef zwijgen. „Gij weet dus niets meer te vertellen, of beter gezegd: Uw fantasie is ten einde?" „Madame, .ik weet alles, en als U er op staat...!" Ik greep de waterkaraf, die op tafel stond en plaatste haar in een donkeren hoek van het vertrek. Toen leidde ik de dauphine bij de hand naar de karaf en sprak: „Kniel neder, Madame, en zie!" Toen zij na eenige minuten weer oprees en mij aanzag, streek zij met de hand over haar voorhoofd, alsof ze probeerde zich te herinneren... ,De karaf!" riep zij met een verschrikkelijk afgrijzen, „de karaf." Ik wees naar de karaf. Het water was doorzichtig en helder... En toch had ik haar in datzelfde water haar eigen dood op het schavot onder het woeste ge juich van het volk. laten zien, drie en twintig jaar vóór ze dien dood stierf...... VRIJDAG 1 JULI. HILVERSUM (1875 M.) VA.R.A. 6.45 Lichaamsoefeningen oJ.v. G. Kleereko- per; 7.30 Idem; 8.00 Tijdsein en Gramofoonmuziek. VJP.R.O. 10.00 Morgenwijding; V.A.R.A. 10.15 Voordracht door Minny Erfman „De smart eener moeder"; 10.30 Varaseptet o.l.v. Is Eyl; 11.00 „Mijn tuintje", door Min ny Erfman; 11.15 Septet; 12.00 Sluiting; A.V.R.O. 12.00 Tijdsein en het Avro-klein-orkest o.l.v. Nico Treep; 2.00 Uitzending voor scholen; 2.30 Avro-kamerorkest olI.v. Gerard Hemmes; Causerie door Max van der Vlerk.; 4.00 Sluiting; V.AR.A. 4.00 Gramofoonmuziek; 4.30 Na schooltijd, knutselwerkjes voor kinderen; 5.00 Amster- damsch Solistenkwintet oJ.v. Loe Cohen; 6.10 Vervolg kwintet; 6.55 Toespraak voor het genootschap tot zede lijke verbetering van gevangenen; 7.10 Amsterdamsche solistenkwintet; 8.00 Sluiting; V.P.R.O. 8.00 Bestuurs- mededeelingen omtrent Kurhausconcert; pl.m. 9.10 Cur sus „Liberaal religieus Jodendom"; pl.m. 10.00 Persbe- reau Vaz Dias. Daarna Cursus „Oud Testamentlsehe fi guren". „Adam". V.AR.A. 11.00 Graimofoonmuziek; 12.00 Tijdsein. HUIZEN (296 M.) KR.O. 8.00 Morgen concert; 10.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Halfuurtje voor zieken en ouden van dagen; 12.00 Tijdsein en politieberichten; 12.15 Het Con Amore Trio I.45 Gramofoonmuziek; 2.20 Alphons Dreissen bespeelt het Standaardorgel in „Hollandais" in Den Haag; 2.40 Gramofoonmuziek; 2.50 Vervolg concert; 3.10 Verzor ging zender; 3.30 Solistenconcert; 3.30 Zang met piano begeleiding; 5.30 Verkorte opera; „De Barbier van Se- villa", Rosslni; 6.00 CauseTie ovèr Valkenburg door den burgemeester van Valkenburg; 6.20 Gramofoonmuziek; 6.40 Th. Arts: Land- en Tuinbouwcauserie; 7.00 F. van Gelder: „Verkoopsters, verkoopers en hun beroep"; 7.30 Politieberichten; 7.45 Gramofoonmuziek; 8.00 K.R.O.-or- ke3t o.l.v. Johan Gerritsen; 9.00 Nieuwsberichten van Vaz Dias; 11.00 Gramofoonmuziek. BKÜSSEI. (509 M.j 5.20 Cotacert;' 6.20 Grarhofoonmuziek8.20 Concert; KALUNDBORG (1153 M.) 3.50 „Wivex"-onkesfcmuziek; 11.25 Dansmuziek. BERLIJN (419 M.) 8.05 Concert. HAMBURG (372 M.) 2.30 Gramofoonmuziek; 4.50 Concert; 9.20 Noragor- kesrt; 10.40 Concert; 11.50 idem; 1.35 Gramofoonmuziek. KöNIGSWUSTERHAUSEN (1635 M.) 2.20 Gramofoonmuziek; 4.50 Concert; LANGENBERG (472 M.) 12.20 Concert.; 1.20 Concert; 5.20 Concert; 8.50 Concert; II.10 Dansmuziek. DAVENTRY (1554 M.) 1.05 Orgelrecital; 1.50 Gramofoonmuziek; 4.20 Concert 9.55 Idem. FARIJS-EIFFEL .(1446 M.) 9.25 Concert; „Houd me ten goede, dat ik u tegenspreek, meneer. 'Iet is wel zoo. De beker was in het huisje..." „De beker was niet in het huisje, toen Tollhurst ver- ïoord werd." .Waar was hij dan?" „In de kerk." „In de kerk? Wie heeft hem daarheen gebracht?" „Ik zal je alles vertellen wat ik weet, als jij me zegt hoe de beker in jouw bezit komt." „Daarover zult u geen woord uit me krijgen. Ik spreek tegen u als man tegen man. meneer; het is u erom te doen, dien ellendeling van een neef van u van de galg te redden." ..Dat is nogal logisch... vooral omdat hy onschuldig Is." „Dat is hij niet. Hij heeft den ouden man vermoord om den beker te kunnen stelen, met de bedoeling dien te verkoopen. Hij wilde geld hebben om met Rose te kun nen trouwen." „Ik zeg je, dat de beker dien avond niet in het huis je was", klonk het ongeduldig. „Kunt u dat bewijzen, meneer?" „Ja, ik heb een getuige, die dat onder eede kan ver klaren. En als het bewezen is. Thomas, dat de beker zich dien avond op het altaar van de kerk bevond, hoe kun jij dan bewijzen, dat je hem niet hebt gestolen, ter wijl hij nu in je bezit is." Thomas sprong opgewonden overeind. „Ik?" riep hij uit. „Ik heb dien avond geen voet buiten de deur gezet. Zoowel mijn zuster als haar man kunnen getuigen dat ik al dien tijd hier ben geweest. Ik ging naar bed om..." „Hoe kom je dan aan den beker?" Thomas greep met zijn beide handen naar zijn hoofd. „Ik wou dat ik wist wat het beste was", zuchtte hij wanhopig. „Het beste is. mij alles te bekennen." raadde de jonker. De tuinman liet zich weer op de sofa terugvallen. „Meneer Fanshaw." begon hij na een lange, drukkende stilte, „u bent altijd goed en vriendelijk voor mij geweest. Er is niet veel dat ik niet voor u zou willen doen, maar ik kan niet Inzien, waarom ik uw neef de hand boven het hoofd zou houden, terwijl hij probeert mij het eenige meisje af te kapen, waar ik ooit van gehouden heb. En hij zal haar krijgen als Ik geen spaak in het wiel steek." „Daar zul je niet in slagen, door hem van diefstal van den beker te beschuldigen, Thomas." „Ik beschuldig hem van méér dan dat, meneer. Ik beschuldig hem van moord op..." Fanshaw onderbrak hem met een afwerend handge baar. „Als de beker het eenige bewijs is voor je bewe ring, dat hij den ouden Tollhurst heeft vermoord, dan kan ik je verzekeren, dat hij er best zal afkomen. Luis- v^VABR S PROt-m l\\\ O verdwijnen spoedig door Pot 90ct.Tube50ct.Zeep60ct-Bij alle drogisten. PARIJS-RADIO (1725 M.) 12.50 Gramofoonmuziek; 8.20 Radio-tooneel. MILAAN (331 M.) 9.05 Cellorecital; 10.20 Fluitrecital; 10.50 Dansmuziek. ROME (441 M.) 11.00 Concert. WEENEN (517 M.) 7.40 Concert; 9.55 Idem. WARSCHAU (1411 51.) 5.20 Mandolinemuziek; 6.40 Dansmuziek; 8.20 Sympho- nieorkest; 10.20 Dansmuziek. BEROMUNSTER (460 51.) 8.20 Omroeporkest. ZATERDAG 2 JULI. HILVERSUM (1875 M.) VA.R.A.: 6.45 Lichaamsoefeningen o.l.v. G. Kleereko- per; 7.30 Idem; 8.00 Gramofoonmuziek; 9.00 Trio Willem Drukker. V.P.R.O.: 10.00 Morgenwijding. V.A.R.A.: 10.15 Uitzending voor de Arbeiders in de Continubedrijven; 12.00 VARA-Septet o.l.v. Is. Eyl; 1.45 Verzorging zen der; 2.C0 I.v.A.O.-kwartiertje; 2.15 Trio John Brook- house Mac Carthy; 2.45 Arbeiderssport; 3.00 Trio. 3.30 VARA-Kinderkoor „De Krekeltjes" o.l.v. Leida Hul- scher; 4.15 Actueel Allerlei uit de Arbeidersbeweging te verzorgen door het N.V.V.; 4.30 Beoefening der huis muziek; 5.00 Kinderuurtje; 6.00 Volksliederen door „De Wielewaal" o.l.v. Piet Tiggers; 6.15 Nico Bloem- daal: „De vacantiekampen der A.J.C."; 6.20 Vervolg Volksliederen; 6.30 Literair halfuurtje door A. M. de Jong; 7.00 Groningsch uurtje; 8.00 Bonte avond m.m.v, het VARA-Orkest o.l.v. Hugo de Groot; het VARA- tooneel o.l.v. Willem van Cappellen; Teun de Klepper man; Johan Jong, orgel en A. de Vries, toespraak; 11.00 Vaz Diaz en VARA-Varia en Voetbalmededeelin- gen; daarna gramofoonmuziek. HUIZEN (296 M.) K.R.O.: 8.00 Morgenconcert; 10.00 Gramofoonmuziek; 11.30 Godsdienstig halfuur; 12.00 Tijdsein en Politie berichten; 12.15 Het Con Brio Sextet; 1.45 Verzorging zender; 2.00 Gramofoonmuziek; 2.30 Kinderuur; 4.00 H.I.R.O.-uitzending; 5.00 Gramofoonmuziek, 5.30 Espe- rantonieiuws; 5.45 Gramofoonmuziek; 6.10 Journalistiek weekoverzicht door Paul de Waart; 6.30 Gramofoon muziek; 7.10 „Drie jaren onder de Eskimo's" door Chr. Leden; 7.30 Politieberichten; 7.45 Sportpraatje8.00 Vierde Vroolijk Avond m.m.v. Tholen en Van Lier en het K.R.O.-salonorkest o.l.v. Marinus van 't Woud; 11.00 Gramofoonmuziek. BRUSSEL (509 M.) 5.20 Concer door het Radio-orkest; 6.50 Gramofoon muziek; 8.20 Concert door Symphonie-orkest; 9.20 Con cert 10.30 Dansmuziek. KALUNDBORG (1153 M.) 2.50 Gramofoonmuziek; 3.50 Omroeporkest; 8.20 Om roeporkest; 11.20 Moderne dansmuziek. HAMBURG (372 M.) I.35 Gramofoonmuziek; 2.30 Idem; 4.50 Concert; 7.40 Populair concert; 11.25 Dansmuziek. KÖNIGSWUSTERHAUSEN (1635 M.) 2.20 Gramofoonmuziek; 4.50 Concert. LANGENBERG (472 M.) 1.20 Concert; 2.55 Gramofoonmuziek; 5.20 Vespercon cert; 11.05 Concert; 12.20 Gramofoonmuziek. DAVENTRY (1554 M.) 1.05 Orgelconcert 11.50 Concert; 7.05 Pianorecital; 7.50 Dansorkest; 10.10 Concert; 10.50 Dansmuziek. PARIJS-EIFFEL (1446 M.) 3.50 Radiotooneel. PARIJS RADIO (1725 M.) 12.20 Gramofoonmuziek; 7.50 Idem. MILAAN (331 M.) 10.20 Dansmuziek. ROME (441 M.) 9.05 „La Rondine", opera in drie bedrijven, WEENEN (517 M.) 8.50 Weldadigheidsconcert; 10.35 Zigeunermuziek. WARSCHAU (1411 M.) 5.20 Opera-fragmenten door het Omroeporkest; 8.20 Po pulair concert; 10.25 Piano-recital. BEROMUNSTER (460 M.) 10.05 Dansmuziek. 'er nu eens goed naar mij, Thomas", vervolgde Lionel overredend. „Ik ben heusch niet bijster trotseh op mijn ■•oef. daarvoor weet ik veel te goed hoe hij is. Hij doet oovendien een huwelijk beneden zijn stand, wat ik ten sterkste afkeur, maar helaas niet verhinderen kan, want hij is heejemaal zijn eigen baas. Dus dat is ook al geen reden voor mij om bijzonder met hem ingenomen te zijn. Niet alleen ben ik vast overtuigd dathij zijn ongeluk te gemoet gaat, maar je kunt je wel voorstellen dat ik het liet als zoo'n bijzondere eer voor zijn familie beschouw. Verder heeft hij jou op een allermiserabelste manier behandeld en de maat van zijn verkeerdheden volge- maakt, door den koster aan opium te wennen, ofschoon ledereen hem daartegen gewaarschuwd heeft. En daar door ls hij de oorzaak geworden van den dood van je neef: als die niet volkomen verdoofd was geweest door dat gevaarlijke goedje, zou hij niet vermoord zijn. Je leunt me dus geen overdreven sympathie voor meneer Gould verwijten, en toch ben ik overtuigd dat hij on schuldig is." „Bewijst u het dan. meneer." „Dat zal ik doen, als jij redelijke motieven kunt aan voeren voor je meening dat hij schuldig is." Thomas krabde zich op het hoofd en fronste de wenk brauwen. „Ik geloof niet. dat de beker in de kerk was. meneer, ofschoon ik u natuurlijk niet grag tegenspreek „Dus je gelooft me niet?" vroeg Fanshaw koel. „Och", vervolgde hij wat minder stroef, „als ik bedenk hoe mijn neef zich tegenover jou gedragen heeft, kan ik me voorstellen, dat je het geen aangename gedachte vindt, dat hij den dans zal ontspringen. Maar dat neemt niet weg, dat het is zooals ik gezegd heb." „Vertelt u me dan, hoe de beker in de kerk kwam, meneeT?" „Later! Later!" De groote forsche vent stond op, haalde diep adem en ging weer zitten. Toen viel er weer een stilte en het was duidelijk te merken dat Thomas het met zichzelf on eens was. Eindelijk begon hij te4 spreken, langzaam en moeilijk: „Ik zal u alles vertellen, meneer, omdat mijn hoog achting voor u even groot is, als mijn afkeer van me neer Gould. Maar u moet er wel aan denken dat het feit, dat ik openhartig tegen u spreek, hem zijn straf niet zal ontgaan." „Als hij schuldig ls, moet hij zeker worden gestraft," verklaarde de jonker ernstig. „Vóór ik begin, meneer", vervolgde Thomas, die geen acht sloeg op Fanshaw's opmerking, „moet u me belo ven aan niemand te zullen vertellen dat ik den beker heb." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5