Geestes-Sport eo Uersen-Gymnastiek
VOOR ONZE SCHAKERS.
Vraagstuk No. 973.
m
i
llll
11
B
u
M
11
H
H
1B
e
Hl
u
EVENTJES DENKEN.
De beker van koningin
Elizabeth
Vraagstuk No. 974.
Vraagstuk No. 795.
VOOR ONZE DAMMERS.
m
M
m
m
m
m
m
WA
nf
m
m
i
ss?
Hf
JUS
15
m
M
!iü
81
8!
51
i§
H
ff
m
in
m
i§
Él
9
9
12
s
9
9
m
f I
m
m
f?
Ut
ft
m
m
Planten in
Kamer en Tuin.
onder leiding van GEO VAN DAM.
van Henri Rinck.
Zwart: 4.
d'
Wit:
f
g
De diagramstand moet zijn: Wit Kc8, Pa6 en een
pion op b6. Zwart Kc3, Lb8 en twee pionnen op a7 en
g5. Wit speelt en forceert de winst!
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 967,
van J. M 11 e r.
De diagramstand in cijfers was: Wit Khl. Dfl, Pc8
en een pion op a7. Zwart Ka8, Lh4 en drie pionpen op
c5, d7 en e6. Wit speelt Dglg7 dreigt met Dd7x. Op
rwart 1. Le7, volgt wit 2. Db2, zwart Ld6; en wit nu
Dg2 mat!
OPLOSSING VRAAGSTUK No. 968.
„De truc met de vierkanten".
Wij geven hieronder een drietal manieren om met
behulp van twee rechte sneden het gegeven figuur
zóódanig te verdeelen, dat van de dan ontstane gedeel
ten een zuiver vierkant kan worden gelegd. Hoewel
met het inzenden van één oplossing kon worden vol-
FEUILLETON
OOODCöOiOQOOiOOÖCXJOOOiOQOQO
CWCXlöOCXJaOOÖOiOCXICXDCÖCÖCX)
Naar het Engelsch
FERGUSHUME.
32.
Fanshaw dacht eenige oogenblikken na en besloot aan
Thomas' verzoek te voldoen. Het was inderdaad ge-
wenscht het vinden van den beker voorloopig geheim te
houden: als dat bekend werd, zou de politie
zich er ongetwijfeld mee bemoeien in de overtuiging,
dat de beker den sleutel vormde tot de ontdekking van
den moordenaar.
„Goed", zei hij, „ik zal er met niemand over spreken,
Thomas. Ik kan je dat daarom beloven, omdat ik van
mijn kant je straks enkele zeer vertrouwelijke mede-
deelingen heb te doen. waaruit Gould's onschuld blijkt."
„Niets zal mij ooit kunnen doen gelooven, dat hij
onschuldig is." hield hij onverzettelijk vol. Toen stak
hij van wal met zijn mededeelingen. „Ik heb den beker
gevonden, door Julius..."
„Aha", viel de jonker hem opgewonden in de rede,
„daar hebben we het! Dus dat is, wat het kind zoo
dwars zit. Je hebt hem toch niet gedreigd, zooals je
Susan hebt gedaan?"
„Ik heb Susan niet bedreigd; als ze dat zegt, liegt
ze. En wat Julius betreft, ik mag den kleinen jongen
veel te graag, om hem ruw te behandelen. Ik heb hem
alleen gevraagd niet3 te zeggen, omdat, als hij iets ver
telde. de beker nóóit meer zou terugkomen. Het was
noodig het kind het stilzwijgen op te leggen, meneer
Fanshaw, want als hij er met zijn vader over gesproken
had, was alles uitgekomen en dat strookte niet met
mijn plannen."
„Maar het geheim heeft Julius apó bezwaard, dat hij
er ziek van is geworden", bracht ae jonker in het mid
den, zonder op Thomas' motiveering in te gaan. „Geen
wonder dat de jongen zich overstuur maakte, toen juf
staan, zonden verschillende oploss(t)ers de onderstaan
de drie mogelijkheden, hoe tot een goed resultaat te
komen Is, met inachtneming der voorwaarden aan de
oplossing van dit vraagstuk verbonden.
OPLOSSING VRAAGS#tJK No. 969.
„Het getal vijf en veertig".
De vier bedoelde bijzonder merkwaardige gedeelten
van 45 zijn de getallen 8, 12, 5 en 20. Men verkrijgt nu
namelijk steeds dezelfde uitkomst, te weten 10, als
men:
bij het eerste deel twee optelt: 8 2 is 10;
van het tweede deel twee aftrekt: 12 2 is 10;
het derde deel mft twee vermenigvuldigt: 5 X
2 is 10;
en het vierde deel door twee d e e 11: 20 2 ls 10.
Curieus, nietwaar?
„TWINTIG DRIEHOEKEN".
Gegeven: een driehoek waarvan Vz basis hoogte,
zoodat met twee van deze driehoeken dus een recht
hoek kan worden gevormd. Dezen driehoek teekent
men negentien keer na, zoodat men er twintig in totaal
krijgt. Men knipt ze uit en probeert dan daarmede een
zuiver vierkant te construeeren. Bij het inzenden der
oplossing kan worden volstaan met de teekening van
een vierkant, waarin door lijnen is aangegeven hoe die
driehoeken zijn gelegd.
„NUL".
Als men van een bepaald getal tien aftrekt, de rest
met drie vermenigvuldigt, daarna den vierkantswortel
zoekt van het product en van dezen vierkantswortel
nog weer achttien aftrekt, dan blijft er niets over!
Welk is het oorspronkelijk getal?
Een stnkje van den Franschman Everat.
In het de vorige week besproken werkje van L Bar-
teling troffen wij o.a. ook het volgende buitengewoon
aardige „meerslag'-probleempje aan.
Zwart: 8.
■:ié.
m
WM
mm
Wit: 7.
De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart 1, 2,
6, 11, 12, 16, 17 en een dam op 20. Wit 13, 23, 26—28, 33
en 42. Wit wint hier door:
Wit: Zwart:
1. 26—21 20X 47
2. 23—18 12X32
3. 27X 38 47X8
4. 21X3!!
Werkelijk zeer fraai aangebrachte meerslag. Het
stukje werd in het boekje gegeven als voorbeeld ter
verduidelijking van het spelreglement.
frouw Baxter voorstelde dat jij hem zoudt komen op
zoeken."
„Het spijt me natuurlijk vreeselijk voor Julius." was
het antwoord, „maar er stonden belangrijker dingen
op het spel dan de gemoedsrust van een kleinen jongen
Als u wilt, meneer, mag u hem morgen alles vertellen,
wat u van mij hoort; dan zal hij wel weer gauw in orde
zijn. maar verdere aan niemand anders."
„Van dat verlof zal ik graag gebruik maken. En hoe
ging het vinden van den beker nu in zijn werk?"
„Wel, het was zóó. Ik ging het bosch in om wat aarde
te halen voor planten, die verpot moesten worden. Ik
wilde naar de buurt van die dichtbegroeide plek, het
„Spookboschje", zooals ze het noemen, weet u wel. om
dat je daar den besten grond hebt. Julius was bij me,
hij had de windbuks meegenomen, die hij van u gekre
gen heeft en terwijf ik bezig was, liep hij in z'n eentje
rond, om roovers en moordenaars te zoeken, zooals dat
den laatsten tijd altijd het spelletje van hem en Julia
was."
„Ja, dat weet ik. Was Julia er ook bij?"
„Neen, meneer, die was thuis; ze zat bij juffrouw Pa-
mela te handwerken, geloof ik. Maar Julius amuseerde
zich uitstekend alleen. Hij bleef een heele poos weg en
ik was juist klaar en keek al naar hem uit. toen hij
kwam aanhollen, zijn gezicht vuurrood van opwinding.
Hij zei dat hij meneer Gould in het bosoh had zien rond
scharrelen en..."
..Welke dag was dat?" vroeg Fanshaw snel.
„De ochtend van den dag dat hij vertrokken is. Hoort
u nu verder. Julius, die zich een échte detective voelde,
hield zich achterbacks en beloerde meneer Gould uit
een schuilhoek. Uw neef ging naar een bepaalde plaats
onder een berk. en was daar een heelen tijd aan het
graven en wroeten in den grond. Julius hield zich
steeds schuil; hij fantaseerde dat meneer Gould een
roover was. die zijn buit in het bosch begroef en daarbij
door een detective werd bespied. Eindelijk kwam uw
neef overeind, keek voorzichtig om zich heen om te zien,
of alles veilig was en ging heen. Zoodra meneer Gould
een flink eind uit de buurt was. sloop de jongen naar
den berk, woelde den grond om en vond,bedekt met aar
de en bladeren en met een doek omwonden... den be
ker!"
„O!" Onwillekeurig kwam de lcihte kreet over Fan-
shaw's lippen, zóó leefde hij met Thomas' relaas mede.
„Ga voort", verzocht hij toen.
„Er is verder niet veel meer te vertellen, meneer.
Julius wilde den beker aan zyn vader geven, maar ik zei
Een Typisch Probleem.
Het volgende probleem heeft twee van elkaar ver
schillende oplossingen en beide zijn zeer aardig. Een
bij-oplossing komt meer voor in een probleem en dit
maakt een vraagstuk dan ook minderwaardig. Doch
hier, waar twee, geheel verschillende en tevens tooh
even moeilijke ontledingen zijn aangebracht, geldt dit
niet en spreekt men van een z.g. „dubbel-probleem".
Zwart: 13.
-
m.
m
m
m
Wit: 12.
De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart 13
sch. op 2, 5, 6, 8, 10. 14. 17. 18, 20, 22, 23, 24 en 25. Wit
12 sch. op 11, 27, 29. 31, 32, 34, 35, 37, 40. 48 en 49.
Eerstens kan wit in dezen stand nu winnen door
27-21, zwart 17x26 gedw., 4844, zwart ad libitum, 48
43, zw. ad lib.; 32—28, 44—39, 39x28, 35x4 en 4x21.
En tweedens door: wit 49—43!, 42—38, 43—38, 27—21,
35—30, 30—24^ 32—28. 34x3 en 3x47.
Een interessante constructie, waarin vooral de eerste
afwikkeling alle aandacht verdient.
Combinaties in de openingen.
Een fout, welke men nogal eens veel ziet spelen is de
volgende:
Men zet de aanvangspositie op het bord en speelt:
Wit:
Zwart:
i.
33—38
18—23
2.
31—27
20—24
3.
34—30
17—21
4.
39—33
12—18
5.
44—39?
Nu
speelt zwart
7—12.
Speelt wit nu 3731, dan zwart 1420.
Nu mag wit niet 3126 spelen, want dan zou hij een
schijf verliezen, zie maar:
31—26? 24—29!
26 X 17a 11X31
36 X 27b 29—34!
40 X 29 23 X 25
en zwart wint een stuk!
A.:
33X24 20X29
26X17 11X31
36 X 27 29—34!!
en rwart wint een stuk.
B. als A.
Gemakshalve geven wij hier den stand na den 5den
zet van wit: dus:
Zwart: 20.
tegen hem, zooals u al weet, dat 't het beste was om
voorloopig over de ontdekking te zwygen, omdat de be
ker anders voor goed verdwijnen zou."
„Waarom verzon je dat leugentje?" vroeg de jonker
thans.
„I k heb u daarnet al gezegd, dat ik mijn redenen
heb. om het vinden van den beker geheim te willen
houden. Daarom liet ik Julius beloven zijn mond te zul
len houden en verborg den beker weer. nu echter op
een andere plek. voor het geval meneer Gould mocht
terugkomen, 's Avonds ging ik naar het Spookboschje.
groef den beker op en sloot hem weg in de kist op mijn
slaapkamertje, waar ik mijn kleeren in bewaar. Die is
altijd op slot. ik houd er niet van dat mijn zuster in
mijn spullen rondsnuffelt. Ze heeft er ook geen flauw
ideev an, dat ik hem hier heb en als die ellendige Su
san niet was komen binnensluipen, terwijl ik hem nog
eens zat te bekijken en te overdenken wat er den laat
sten tijd allemaal gebeurd is en hoe ik verder te werk
moest gaan, zou nu geen sterveling weten waar hij is.
Maar zoodra ik gedaan heb, wat ik van plan ben, me
neer Fanshaw. kunt u den beker van mij krijgen om
hem aan meneer Gretton terug te brengen."
„En wat ben je van plan?" informerde de jonker
haastig, want hij zag een donkeren blik in Thomas'
oogen komen.
„Ik ben van plan een hartig woordje met meneer
Gould te praten, als hij hierkomt om Rose te halen.
„Dat gebeurt niet. Hij heeft me uitdrukkelijk gezegd,
dat hij niet in Hurton terugkomt en de juffrouw, bij
wie Rose in Londen zou logeeren, heeft mij ook verteld,
dat hij Rose daar zal ontmoeten."
„Rose beweert dat hij haar misschien hier komt ha
len," hield de tuinman vol, „en als hij dat doet, zal lk
hem verrassen met de mededeeling, dat ik den beker
heb en dat Julius hem bij het Spookboschje gezien
heeft. Als hij Rose dan niet aan mij overlaat, ga ik naar
de politie.
Fanshaw kon den wraakzucht van den tuinman uit
stekend begrijpen, na wat hij van Riohard ondervonden
had „In de gegeven omstandigheden is het heel ver
klaarbaar, dat je zoo wilt handelen, Thomas," zei hij
dan ook, „en je geeft hem een kans om den dans te
ontspringen."
„En hij zal die kans zeker aangrijpen, meneer! Hij
mag dan erg op Rose gesteld zijn, zijn hachje zal hij er
niet bij willen inschieten..."
„Daarvoor bestaat geen gevaar, want aan den moord is
hü niet schuldig. Ik zal je direct uitleggen, hoe ik dat
Stand: Zwart 1—II. 13, 14, 15, 16. 18, 19, 21, 23 en 24.
Wit 27, 28, 30, 32. 33, 35, 36, 37—43, 45—50.
Speelt wit hier bijvoorbeeld nog:
5.
7—12!
6.
37—31
14—20
7.
50-44
1—7
8.
27—22?
18X27
9.
31X22
Dan zwart:
9.
12-18
10.
41-f7
18X27
11.
37—31
7—12
12.
31X22
12-18
13.
42—37
18X27
14.
37—31
8—12
15.
31X22
12—18
16.
47—42
18X27
Zwart
heeft nu ook
weer een
mooie stelling en wil hij deze verbeteren, dan dient
hij als volgt te spelen:
17. 46—41
(42—47 gaat niet wegens 21—26 en 23X41).
17. 21—26
18. 32X 31 23 X 32!
23 X 32 moet eerst geslagen worden, anders zou wit
zich door de verkregen tempo herstellen met 30—25!
Wit nu 19. 38 X 27 en zwart staat best!
(Vragen en Mededeelingen. deze rubriek betreffende,
in te zenden aan den heer K. VAN KEULEN,
Lootsstraat 24 Amsterdam (West).
ASPARAGUS.
Deze week ontving ik onderstaand schrijven.
Koegras, Juni 1932.
M.,
Ik heb een hangplant, genaamd Asparagus. Nu zou ik
U willen vragen, of ik die nog stekken kan en op welke
manier. Ze staat nu op een tafeltje, daar ze voor hang
plant te groot werd. Wilt U mij hierover eens inlichtin-
eng geven in de rubriek van de Schager Courant?
Bij voorbaat mijn dank.
Hoogachtend.
Mej. S. B.,
Koegras, Julianadorp.
Antwoord: De plant, welke U hebt, is zeker een
Asparagus Sprengeri, die vormt zulke groote hang-
planten. Tot mijn spijt moet ik U berichten, dat deze
Asparagus-soort zich niet stekken laat, maar dat de
vermenigvuldiging geschiedt door zaaien. Dit laatste
moet echter warm geschiedex, in de kweekkas. Of
heeft een mijner lezers of lezeressen wel eens succes
gehad, door zelf Asparagus te zaaien?
ONZE KAMERPLANTEN OP HET BALCON
OF IN DE VENSTERBANK.
In de groote steden heeft men slechts te beschikken
over kamers, vensterbanken en in het gunstigste geval
over een balcon en met deze hulpmiddelen moet men
dan zijn planten kweeken. Die liefhebbers, die maar een
beperkte ruimte hebben, kweeken in den regel slechts
planten, van kleine afmetingen. Wanneer tegen het
moet men ook de planten buiten brengen, die dan op
het balcon of de buitenvensterbank worden gezet. Een
fraaie verslering der balcons en vensterbanken zal den
waren liefhebber altijd zeer veel genot verschaffen.
Weliswaar staan nu de bloemen boven de straten en
zijn zij daardoor voortdurend aan den wind bloot ge
steld, terwijl het van de straat opwaaiende stof ze be
vuilt, waardoor zij lang zoo gunstig niet staan als in
den tuin, maar met een oplettende behandeling kan
men toch op het balcon en de vensterbank zeer aardige
resultaten verkrijgen. Afgezien van de bakjes, waarop
wij later terug komen, is het balcon het meest ge
schikt om de grootere potgewassen te herbergen, aan
genomen natuurlijk, dat de ligging eenigszins gunstig is
en dat het nu en dan wat zon heeft. Voor het plaatsen
der planten in de vensterbank heeft de liefhebber
meestal een betere keus. daar veelal de vensterbanken
In verschillende hemelstreken liggen. Voor planten, die
veel zon verlangen, gebruikt men de vensters op het
Zuiden, voor de andere planten kan men de verschil
lende vensters gebruikers, doch bij voorkeur die. welke
morgenzon hebben. De vrij in het vensterbank staande
olanten hebben echter, vooral bij groote hitte midden
in den zomer, veel te lijden van de zon, wanneer daar
tegen geen maatregelen worden genomen. Zeer goede
beschermers tegen de zon zijn buitenjaloezlën, die men
met een paar ijzeren haken zoo geleidt, dat zij over de
planten neergelaten kunnen worden, zonder die aan te
raken. Door meer of minder opentrekken der jaloezie
ën. kan men de planten juist zooveel zon geven, als
wordt noodig geacht
zoo leker weet. Maar vertel me eerst eens of Rose hem
zal willen opgeven en met jou trouwen?"
„Laat u dat maar aan mij over." klonk het grimmig.
„Als meneer Gould haar In den steek laat. komt ze
met hangende pootjes bij mij terug! Ze was immers al
tijd dol op me. voor hij haar het hoofd op hol .heeft ge
maakt met zijn stijkages van mooien-meneer. Dat is
ook de reden waarom ik zoo helsch op hem ben. hij
heeft me haar gewoonweg afgetroffeld. Dat weet ik ook
wel. meneer Fanshaw". voegde Thomas erbij, .(u zegt
zelf, dat hij me miserabel behandeld heeft... dat zijn
uw eigen woorden."
De jonker knikte toestemmend en er volgde even een
zwijgen, waarin de beide mannen met hun eigen gedach
ten bezig waren: Thomas piekerend over zijn teleurge
stelde liefde voor het meisje dat hij niet vergeten kon
en over zijn wraakplannen: Fanshaw zich voorbereidend
op de verklaringen, die hü nu tegenover tuinman
moest afleggen en die in elk opzicht besch. -*tend en
vernederend waren. Hü wist nu, dat de geheimzinnig»
persoon, die Anita bij haar tocht naar de kerk bespied
en den beker van het altaar weggehaald had. niemand
anders kon zijn geweest dan zü'n neef. zijn naast fa
milielid en zün huisgenoot sedert hun prilste jeugd, en
al zou hij bü zijn mededeelingen zoomin mogelijk licht
laten vallen op het ontaarde individu, dat helaas de va
der was van de vrouw, die hü liefhad, hij kon toch niet
verhelen, dat er op kolonel Baxter's persoonlykheid en
levensopvatting heel wat af te dingen viel.
Het was Thomas, die de stilte verbrak.
„Nu ik u alles verteld heb. wat ik weet. meneer, wflt
u misschien van uw kant ook wel zoo goed zijn mij in
vertrouwen te nemen." verzocht hü.
„Dat zal ik doen. Thomas. Maar denk er om, geen
.woord erover tegen wie dan ook. want ik ben genood
zaakt over striktpersoonlyke aangelegenheden te spre
ken."
„Als hetgeen u zegt, mij niet verhindert mijn plannen
ten opzichte van meneer Gould uit te voeren, zal ik mijn
mond houden", beloofde de tuinman grommend, „want
ik ben niet van zins hem er zonder kleerscheuren te
laten afkomen."
„Laten we hopen, dat hij voor rede vatbaar is," zuchtte
Lionel. De jonker was allercninst op een publiek schan
daal gesteld en dat voorzag hij. wanneer Riohard niet
bereid zou zijn op Thomas' voorstel in te gaan. Hij
vreesde overigens, dat de kans daarop niet bijster groot
was, want hij kende zyn neef als een onhandelbaar heer-