Het onbekende Europa. Voorzichtig Bont Allerlei. Wat de wetenschap bekend is van den dood. met Zonnebaden. Interessante bijzonderheden van ons eigen werelddeel. Dat het zelfs voor zeer bereisde globetrotters onmo gelijk is. alle landen van ons werelddeel te kennen, spreekt vanzelf: dat er echter in ons oude werelddeel nog steede streken zijn, waarover de wetenschap in het duister tast, zal velen verwonderen. De Albaansehe Alpen. Het minst bekende gebied van Europa is vermoede lijk wel het hooggebergte van Albanië. Zelfs In de na bijgelegen hoofdstad Scutari kan men er geen bruikbare kaart van krijgen; ten aanzien van de ligging van het gebergte, de hoogste toppen, de passen, enz. is men eenvoudig aangewezen op vermoedens. De plaats, die het verst in het onbekende gebied ligt, is Sjesi in het dal van de Sjala. waar men nog een post van de gendarmerie, eenige autoriteiten en een Franciscaner kerk vindt. Soms gaan bewoners van Scutari in den zomer hierheen voor de koelte; in deze omgeving is Sjesi zelfs een be langrijk centrum. Van hoeveel belang een ongestoorde verbinding met de hoofdstad is, blijkt uit het feit. dat op het doorsnijden van de telefoondraden de doodstraf staat In bet gebergte achter Sjesi komen geen vreemdelin gen. Dit gebied is zoo ontoegnakelijk, dat het zelfs in den tijd der Turksche overheersching niet Mohame- daansch geworden, doch Christelijk gebleven ls. Af en toe ontmoet men er herders, die wonen in met mais- stroo afgedekte leemen hutten. Hoe hooger men komt, hoe eenzamer het wordt Ook de plantengroei en de fauna worden schaarsch; deze zijn echter ook niet al tijd ontzien. O.a. zijn de gemzen, die hier vroeger in- beemsch waren, geheel uitgeroeid; vroeger moeten er ook mooie forellen zijn geweest, die wel tien pond zwaar konden worden, doch thans treft men ze niet meer aan. De hoogste top is blijkbaar de 2700 M. hooge Jezera; de kloven en keteldalen zijn ook in den zomer met sneeuw bedekt en vormen in den winter een onover komelijke hinderpaal voor alle verkeer. Het land der torens. De Kaukasus is zeker niet beter bekend dan de Al baansehe Alpen. Dit grensgebergte tusschen Europa en Azië is in menig opzicht een merkwaardig gebied; in de naar buiten gelegen dalen is het klimaat vochtig en veranderlijk, doch in de door de bergen zelf beschermde gedeelten is het droog en zonnig, ongeveer zooals in de Engadin. De laatstgenoemde werden daarom het eerst bewoond; men treft dan ook slechts in het buitenland ruines aan, o.a. van de voor deze streek zoo kenmerkende torens. De toren is hier de normale bouwvorm; een boerderij bestaat gewoonlijk uit een verdedigingstoren en een paar woontorens. Dat men steeds op zijn eigen verdediging bedacht moet zijn, is niet zoozeer het ge volg van vrees voor vijanden van buitenaf, doch van de onderlinge twisten, waardoor er nooit rust heerscht In het land. De bloedwraak is een vloek voor dit gebied. Het is nog niet opgehelderd hoe deze bouwkunde, die blijkens de soliditeit der torens op een hoog peil staat, het land is binnengekomen. Dat de bewoners zelf haar tot ontwikkeling hebben gebracht, schijnt tn verband met hun aard niet waarschijnlijk; de meest gangbare opvatting is, dat hier de Invloed der Genueezen, welke vroeger zeer groot geweest moet zijn, nog nawerkt. Met de torens begint den laatsten tijd ook de merkwaardige kunst, om ze te bouwen, in verval te komen; de laatste 100 jaar worden er meer en meer lage huizen met platte daken gebouwd, waardoor het land der torens zijn ty pische landschap verliest. De natuur doet sterk denken aan de Oostelijke ketens der Alpen. Een onderaardsche zondvloed. In Noord—Dultschland is reeds jaren het peil van het grondwater veel hooger dan normaal, het ergst is het tot nu toe in 1928 geweest. Ook het waterpeil van de meren is gestegen en dikwijls is hun blauwgroene water van zeer doorzichtig troebel geworden. De stij ging is in het binnenland veel duidelijker waarneembaar dan in het kustgebied, doch zelfs op het eiland Rügen werd zij nog geconstateerd. In Holstein is het peil van het grondwater 0.5 tot 1 M. gestegen, doch in het stroom gebied van de Warthe niet minder dan 3.5 M. Het verschijnsel wordt verklaard door den bifitenge- woon zwaren regenval der laatste jaren, die blijkt uit de gemiddelde cijfers van de jaren tusschen 1892 en 1911 en die tusschen 1915 en 1931. Het gemiddelde is voor Ratzeburg gestegen van 614 tot 700 m.M.. voor Rügen van 605 tot 645. voor Frankfort aan de Oder van 520 tot 566, voor Schwerin van 519 tot 562 en voor Dram- burg van 576 tot 622 m.M. De oorzaak van dezen zwa ren regenval is niet bekend, doch zooveel te meer tre den de hoogst ongunstige gevolgen daarvan aan het licht; weiden en tuinbouwstreken staan gedeeltelijk on der water en zijn waardeloos geworden; uitgestrekte boomgaarden zijn vrnield. De schade loopt in de mil- lioenen. De geschledenies van het compas. Van de hulpmiddelen, die ons van dienst zijn bij het onderzoeken van de oppervlakte der aarde, is het kom pas wel het voornaamste. Over de geschiedenis daarvan bestaan vele onjuiste opvattingen, die sterk verbreid zijn, vooral het bekende fabeltje, dat meer dan 1000 jaar voor Christus het kompas reeds in China in gebruik was. De geschriften, waaruit men dit meende op te ma ken, bleken vervalscht te zijn. In het jaar 414 na Chris tus wordt nog beschreven, hoe zeevaarders in volle zee radeloos waren bij een bewolkte lucht en de beroemde Venetiaan Marco Polo, die op het einde van de der tiende eeuw China bezocht, deelt niets mede van het gebruik van het kompas door de Chineezen. In het Wes ten was het kompas toen echter reeds bekend; in 1242 deelden Arabieren mee, dat het in Syrië gebruikt werd; de oudste mededeel ing betreffende het gebruik in En geland is afkomstig uit 1217 en in Frankrijk werd het reeds in 1200 gebruikt In Noord-Europa was het vermoe delijk al vroeger bekend en wel bij de Noormannen, de beroemde zeevaarders uit dien tijd, die overal hun ver overingen maakten. Zij hebben het gebruik van het kompas verbreid en het waarschijnlijk ook uitgevonden; een zeevarend volk uit het Noorden, dat niet vertrouwen kon op den helderen hemel van Zuidelijker streken, had ook meer behoefte aan een dergelijk hulpmiddel. wr'fdk elzf f TT Hij bleef langer bij z'n familie dan hij gewild had, maar kon zich zoo moeilijk losrukken van hun aan houden om bij hen te blijven eten. Neen. dat ging niet, hij bad iemand beloofd In de stad te gaan eten. Hij was blij. Een vonkje hoop vlamde nog in hem op. dat hij Ada vanavond tenminste nog bij zich zou heb ben. Vlug, rad pratend, bonjourde hij z'n familie, holde de trappen van het bovenhuis af en stormde de straat ©p naar het cafü, waar hij haar achter gelaten had. Toen hij bij haar kwam, was hij weer rustig. „Zullen we eerst gaan eten, Ada?" Ze knikte. Buiten op straat, in den striemenden regen, voelde hij haar arm rillen tegen den zijne, trachtte haar bescher mend te omvatten, maar hield zich in. Hij had er im mers geen recht meer toe, nu hij de verloving had ver broken en dit hun laatste samenzijn zou wezen. Ineens trok hij haar mee schuin de straat over. mom pelde verwoed een verwenschlng tegen een straatslen teraar, die kwasi-beleefd sarcastisch z'n hoed afnam voor haar. Ada. Zoo schoof-je naar de hall van Suisse, troonde haar mee. „Gaan we hier in?" vroeg ze zacht angstig ver baasd. „Ja, je wou toch eten, niet?" antwoordde hij. Hij schrok van z'n eigen harde stem. Ada at niet veel, en hij, met z'n grooten honger, kon het heerlijk bereide maal met moeite door z'n keel krijgen, slokte twee glazen bier op, zei aan vankelijk geen woord. Dan trachtte-ie z'n ge dachten af te leiden en vroeg haar wat. Zij maak te een opmerking over een paartje iets verder weg, en beiden ginnegap ten ze even, maar bei den voelden, dat het ge maakt was. gewild, om die groote smart van de scheiding te vergeten. „Wat wil je doen van avond. Ada?" vroeg hij zacht, zich voorover bui gend om z'n gefluister Z®1 aanvankelijk geen woord verstaanbaar te maken. Schijnbaar afwezig haalde ze haar schouders op, luste loos, terneergedrukt door het verdriet dat gekomen was, en door 't leed, dat komen zou. „Wil je naar de bioscoop?" Ze knikte. Boven in den foyer van het Rembrandttheater dronken ze een kleintje-koffie. Hij hoorde Ada's stem niet. Wat vertelde ze nu? Het drong niet tot hem door. Hij keek weer naar haar, be wonderde haar, vervloekte zichzelf, dat hij met haar wilde breken,. Maar moest-ie dan z'n ouders niet ter wille zijn? Zou hij kunnen breken met thuis? Neen, dat kon-ie ook niet. Hij had z'n belofte gegeven. Het was een opoffering, want hij kon het eigenlijk niet. Alles, wat hij nu deed, uit verstandelijke overwegingen. Op het perron kwam met z'n gevoel in opstand.Z'n moeder had gezegd dat hij z'n gevoel moest uitschakelen, maar hoe kon hij dat doen? Was dit wel de rechte weg om tot een beslissing te geraken? H| hield van Ada en waarom mocht hij haar dan niet behouden? Omdat z'n ouders meenden, dat zij onwaar was. Van hun standpunt bezien, was het wellicht verkeerd geweest niet onmiddellijk met de waarheid voor den dag gekomen te zijn. Maar zou het wel de juiste weg geweest zijn om dadelijk de hartsgeheimen, die zij hem had toevertrouwd, over te vertellen aan derden, ook al waren die dan z'n ouders? Neen, dat ware niet fair geweest. Bovendien, wat be trof het eigenlijk? Haar familie deugde niet. Maar om dat haar familie nie.t deugde behoefde zij tooh niet slecht te zijn. Zij was eerlijk, oprecht Zou hij haar dan niet mogen lief hebben, alleen onder haar vader niet deugde." In den feilen tweestrijd hadden z'n ouders hem er toe overgehaald de betrekking met Ada te verbreken. Hij had het beloofd, onder drang van tranen. „Die Melodie des Herzens" Was het toeval, dql juist deze film vertoond werd? Er lag zooveel van hun eigen gemoedsstemming in. De koorzangen van de klankfilm beroerden z'n gemoed. Deed de smart hem dieper denken dan anders? Geen woord werd er tusschen hen gesproken. Alleen drukte hij zaoht z'n lippen op haar mond. als wilde hij alle liefde, die nu nog in haar was. met zich meenemen. Maar toen hij haar losliet, voelde hij die wegglijden, met haar, omdat hij toegaf aan den drang van z'n verstan delijke overwegingen. Op het voorbalson van de tram, die hen naar het station bracht, spraken ze geen woord. Beiden stonden nadenkend tegenover elkaar, beseffend wat er gebeuren ging, en niet begrijpend waarom ze van elkaar moesten gaan. Bij het eindpunt van de tram trok hij haar haas tig mee, door den stroomenden regen over het lichten- flikkerende asfalt van het stationsplein. Op het perron drupte weemoedig de regen langs het dak vlak voor de wagens, die reeds klaar stonden. Zachtjes duwde hij haar in een coupé, zet te zich een oogenblik naast haar neer en dacht er aan hoeveele malen hij zoo reeds met haar was meegegaan. En nu moesten ze scheiden. „Ik kan me niet voor stellen, dat het allemaal voorbij is," fluisterde zij bijna onhoorbaar. „Laat me je schrijven," smeekte ze. „Schrijf me niet", stok n-ie. Z'n hart riep hem naar haar, die hij lief had, en toch zei hij dat vreeselijke. Portieren werden dichtgeslagen. „Dag, Ada," en hij drukte voor de laatste maal een kus op haar voorhoofd. „Dag... dag..." Hoe weemoedigd-lief klonk die stem. Hij smeet het portier dicht, de wielen knarsten. Nog stond hij somber op het perron, starend in de zwarte duisterende diepte, waarin de laatste wagen was verdwenen, met zich nemend het geluk. Voorbij... JAN D. Rempt. z Een heldhaftig experiment aan de galg. De arts, die zich ten aanschouwe van een vergade ring van medici met lues infecteerde, om zijn vertrou wen in een door hem gevonden geneesmiddel te bewij zen; de geleerde, die een kopje typhusbacillen leeg dronk om te bewijzen, dat ziektekiemen geen vat heb ben op een goed gevoed lichaam; de chirurg die een pas weggenomen kankergezwel op zijn dij liet inplan ten om te bewijzen, dat kanker niet besmettelijk is en tenslotte de geleerde, die vanuit een ader in zijn arm een gummi-buisje tot in zijn hart schoof deze helden der wetenschap, die hun leven op het spel zetten, zoo zegt prof, dr. Thomson Hywood, om het medisch on derzoek vooruit te brengen, zien hun rij thans aange vuld door een professor te Boekarest met zijn moedi ge leerlingen, die aan hun eigen lichaam gingen onder zoeken wat het is, te sterven. (Dezer dagen gaven ook wij het bericht van dit wel zeer zonderlinge experi ment red. S. C.) Op de binnenplaats van hun instituut werd een galg opgericht, een echte galg, zooals ook voor terechtstel lingen wordt gebruikt. Aan die galg zag men nu eens den professor, dan weer een der studenten hangen. De strop werd aangetrokken de ademhaling en de bloed- toevoer naar de hersenen werden afgesloten, het li chaam van den proefpersoon verviel in krampachtige trekkingen en bleef tenslotte bewegingloos. Op dat oogenblik sprongen de anderen toe, sneden hem af en brachten hem weer bij. De proefpersoon had. nu eenige ervaring van het onbekende land, waar niemand van terugkeert. Hij keerde echter wèl terug en kon vertel len, wat het is, aan de galg te sterven. En allen, die zich daar in Boekarest bij wijze van proef lieten opknoopen, zoowel de professor als zijn studenten, beschreven dezelfde gewaarwordingen. Zij zagen een fel licht de reactie van de gehoorzsniw en verloren dadelijk daarna het bewustzijn. Van de krampen en trekkingen, die hun lichaam tijdens den verstikkingsdood meemaakte, bemerkten zij niet3 meer, de doodsstrijd verliep onbewust. Het eigenlijke sterven maakt men niet meer mee, zelfs niet wanneer men wordt opgehangen, wat een der vreeselijkate manle ren van sterven is. De wetenschap komt trouwens meer en meer tot de conclusie, dat het sterven op zichzelf niet zoo vreese- Hjk Is als men zou denken. Dr. Kahn heeft de wijzen, waarop een mensch kan sterven, is zes groepen ge rangschikt en slechts bij één van die groepen treedt de dood in, zonder dat het bewustzijn wordt gestoord; bij alle andere vormen sterft het lichaam eerst af, nadat het heldere denken reeds is uitgeschakeld. Bij de eerste des zes vormen worden zoowel het bewustzijn als het lichamelijk leven plotseling en gelijktijdig uit gedoofd. Zoo stierf de beroemde beeldhouwer Thor- waldsen. De 74-jarige had zich wel al eenige dagen minder goed gevoeld, doch op den morgen van zijn sterfdag had hij nog gewerkt aan een buste van Luther; 's middags dineerde hij In de beste stemming met den schrijver Oehlenschlager en den sprookjesdichter An- dersen en 's avonds ging hij naar den schouwburg. Terwijl hij reeds op zijn plaats zat en evenals de an dere teoschouwers wachtte op het ophalen van het gordijn, zag men hem plotseling van zijn stoel afglijden. Hij had geen geluid gegeven, geen beweging gemaakt; uit niets bleek, dat hij zijn einde had voelen naderen. De groote kransader van zijn hart was verstopt geraakt en zoo stonden het hart en de bloedsomloop stil. zonder dat de beeldhouwer de minste pijn had gehad. Bij een anderen vorm van sterven, den z.g. naroose- dood, verliest de patiënt betrekkelijk spoedig het be wustzijn, terwijl het iichaam eerst langzaam afsterft. Dit is bijv. bet geval bij suikerziekte, uraemie, hersen vliesontsteking en gasvergiftiging. Zulke patiënten wor den moede, duizelig, zij vallen in een slaap, die steeds dieper wordt in den letterlijken zin van het woord, steeds verder in de hersens doordringt, totdat misschien eerst na weken het ademhalingscentrum wordt be reikt. De zieke is dan „ontslapen". Tusschen de belde vormen ligt het tweede type, waarbij het bewustzijn plotseling wordt verloren, bijv. door een beroerte, ter wijl de dood eerst na langdurige bewusteloosheid komt als een verlossing. Bij de drie andere vormen van sterven heeft de pa tiënt nog wel eenig bewustzijn, al denkt hij niet aan zijn sterven. Als iemand van koorts of uitputting sterft, heeft hij tevoren allerlei droomen; zijn denkvermogen werkt niet meer, doch des te levendiger is zijn fan tasie. Zoo droomde Napoleon hardop van zijn over winningen, zoo stierf Auber in muzikale fantasieën. Even vreemd is datgene, wat zich afspeelt in het be wustzijn van iemand, die bijv. na van een hooge rots gevallen te zijn, den dood voor oogen ziet. In de korte oogenbllkken waarin hij valt, ziet hij zijn geheele leven aan zich voorbijtrekken; hij is gelukig en gevoelt geen spoor van doodsangst Een man, die als door en wonder gered werd, zeide dat hij uren noodig zou hebben om alles te vertellen, wat hij in die eene seconde van zijn val had meegemaakt. En hoewel bij den zesden vorm van sterven het normale denkvermogen niet vertroe beld wordt ontbreken ook hier alle onaangename ge waarwordingen: kalm en rustig schikt de stervende zich in zijn lot. De dood kan door een pijnlijke ziekte of een ernstige verwonding worden veroorzaakt, doch het sterven zelf is pijnloos. Op zoek naar het gouden kali. Amerikaan ©r mee vandoor. Uit Napels wordt gemeld, dat verscheidene kostbare voorwerpen,die in de buurt van Poinpejl en Herculanum werden opgegraven, door een Amerikaan zouden zijn opgekocht Dit had echter alleen het geval kunnen zijn, wanneer genoemde kleinoodieën waren ontvreemd. Prof. Majuri, onder wiens leiding de Romeinsche Cam- £agna wordt doorzocht, sprak de bewering, dat er een diefstal zou hebben plaats gehad, echter beslist tegen. Intusschen staat het wel vast, dat een Amerikaan kort geleden in Italië zilver tafelgerei heeft gekocht verder: oude schalen, sleutels en kannen, het een nog antieker dan het andere. Maar het ergste is. dat deze bewoner der nieuwe wereld beslag heeft gelegd op bet gouden kalf en het heeft meegevoerd naar Dollarland. Dit kalfje zou te voorschijn zijn gekomen tijdens de opgravingen bij Cupra Marritima en het zou lang ge leden hebben gediend om de diner-tafel van een heer te Pompeji en prettig aanzien te verleenen. De Amerikaan, die ieder jaar een bezoek aan Italië brengt, zou een millloen Lire hebben neergeteld om de verschillende kostbaarheden in zijn bezit te krijgen. Nadat hij het gouden kalf goed en wel aan boord van zijn jacht had, verliet hij het land van Mussolini zoo snel mogelijk en sedert dien is hij niet terug gekeerd. Daar nu echter Prof. Majuri volhoudt, dat het gouden kalf onmogelijk ontvreemd kan zijn, omdat... het nooit gevonden is, is de Amerikaan er waarschijnlijk met een pseudo-kalf van door, een goede imitatie van het echte, klassieeke kalf, terwijl dit laatste, welks afbeeldingen tot ons zijn gekomen, waarschijnlijk nooit het eigendom is geweest van eenig edelman uit Pompeji. ENKELE GOEDE RAADGEVINGEN Met het mooie ^er ziet men oud en jong naar bul ten trekken, naar ree en bosch, naar weide en meer, om voor zoover d omstandigheden dat toelaten, van het warme jaargetde te profiteeren. Er er zijn er niet weinig, die daarbij tevens van de gelegenheid gebruik maken om zoo brin mogelijk te worden. Nu ls er In derdaad tot op zeere hoogte niets gezonder dan de verwarmende en jeneeekrachtige zonnestralen, docM de betrokkenen hoben een ander doel, n.1. bruin wor den en om dat tebereiken, zijn zij al spoedig geneigd tot overdrijving. E dat er dan gevaren dreigen, is Iets, waarop niet dlkwis genoeg gewezen kan worden. De buitenlucht o zichzelf zal bij mooi weer niet schadelijk zijn voc het lichaam, hoe weinig men ook aan heeft Langdvige bestraling door de zon terwijl men in een daarvor speciaal gekozen „luchtig" badpak onvoldoende gekled is. kan de ernstigste gevolgen voor de gezondheid hebben. Bij Iemand van een donker type ls de huid betr in staat, door een sterke vorming van pigment een ilter te doen ontstaan tegen den schadelijken invlod der overmatige bestraling. Toch kunnen zelfs donkre types nog zeer pijnlijke brand wonden oploopen. De zonnestralen en de verhitting oefenen ook hun invloed uit op de dieper liggende bloedvaten en sto ren den geregelde! bloedsomloop. De bovenste lagen der huid worden dor de verbranding vernietigd en er ontstaan niet alle«i ongevaarlijke lose velletjea doch ook leelijke blaren. Wanneer een te groote oppervlakte der huid verbrand ls, treedt na eenige uren koorts op, die met rillingen gpaard gaat. Een enkel geval eindigt zelfs doodelijk. Wij herinneren ons nog het geval van het vorige jaar te Scheveni^en, van een tweetal jongelui, voor wie een geforceen zonnebad zulke noodlottige gevolgen met zich meebrafct. Wanneer men ;onnebaden wenscht te nemen, kan men het beste d« voorschriften der Duitsche medici volgen, die op dil gebied een groote ervaring hebben. Voor den eersten iag schrijven zij voor: 2 x 10 minuten gekleed (in sporttemd en korte broek); voor den twee den dag: 2 x 10 nintuen in badpak en 2 x 20 minuten gekleed; voor dei derden dag 2 x 20 minuten in bad pak en 2 x 20 nsnuten gekleed; voor den vierden dagr 2 x 30 mlntuen li badpak en 2 x 30 minuten gekleed en eerst voor de vijde en volgende dagen 60 a 80 minuten enkel ln badpak Zoo alleen heeft men zekerheid, dat er zich geen ontangename gevolgen voordoen Het is voorts altijd aan e bevelen, voor het zonnebad de huid met een vette ertme of met olie in te wrijven. Lichte gevallen van verbranding kunnen ook daarmee behan deld worden; men kan er dan nog talkpoeder overheen strooien. Ernstigi brandwonden dienen echter zonder uitstel door een medicus te worden behandeld. (Ca ui; 'Ji ïn U* De laatste wiorden van GustaveDorê. Dezer dagen verd in Frankrijk Gustave Doré her dacht en het sjreekt vanzelf, dat tal van bijzonder^ I heden uit zijn teven werden 'gememoreerd. Daar van beroemde mannen altijd verwacht wordt, dat ze bij hun sterven de een »f andere groote gedachte tol uitdruk- j king brengen, <fle dan bestemd is om voort te leven in den vorm vaa een gevleugeld woord, neeft men ook Doré verscheidme uitspraken toegedicht die waar schijnlijk nooit over zijn lippen kwamen. Het zal den ltzer bekend z£i, dat sommige serieuze geleerden, zelfs niet geheel zeker meer zijn van Caesar's „Et tu, Brute" (Ook gij, Brutus?) om van het „alea jacta est" (De teerling is geworpen) maar niet eens te praten. Goethe schijnt onmiddellijk voorz ijn dood inderdaad verzocht te hebben het raam open te zetten, opdat er wat meer licht zou binnenkomen, maar dit is op zich zelf een zeer normale opmerking en men zal dan daar toch geen diepzinnige beteekenis aan willen toekennen. Overspannen Goethe-vereerders hebben van dit „zet het raam open" enz. een rochelend: „Meer licht" gemaakt. Ferdinand Lassalle heeft gedurende de laatste drie dagen van zijn aardsch bestaan geen enkel woord meer gezegd en zelfs hem heeft men nog allerlei dichterlijke en wijsgeerige slagzinnen in den mond gelegd. Wat nu Doré betreft, hij zou volgens tijdgenooten vóór zijn overlijden niets anders hebben gefluisterd dan: „J'expire" (Ik sterf); dit lijkt ons geen buitenis sige uitroep, temeer omdat hij nog al ter zake is. Enkele kunsthistorici houden echter vol. dat Doré het woord „Shakespeare" heeft uitgeschreeuwd en daarop den laatsten adem uitblies. Inderdaad was Doré een yurig bewonderaar van den grooten Engel- scben dichter. Niettemin houden wij het niet voor zeer waarschijn lijk, dat Doré zich dat op zijn sterfbed heeft herinnerd! Lichtgas als voeding voor automobiel-motoren. Het zou een besparing van 30 a 40 be»* teekenen. Uit Newcastle-on-Tyne wordt gemeld, dat de „Els- works of Vickers-Armstrong, Ltd." er in ge slaagd zouden zijn speciale cylinders te vrvaardigen, waarin lichtgas onder hoogen druk kan v. -den ver voerd. Dit gas zou de benzine vervangen en a -lomobl- listen zouden hierdoor in de toekomst 30 a 40 kunnen uitsparen. De gashouders zijn van een bepaald soort staal en voldoen in alle opzichten aan de gestelde eischen. Voor de Engelsche steenkolenindustrie zou deze in ventie van het grootste belang kunnen zijn. Zoowel lichte als zware motorrijtuigen zouden met behulp van lichtgas worden voortbewogen. Commander E. R. Micklen deelde mee. dat er reeds proeven waren genomen, met lorries van het zwaarste type en dat de resultaten zeer bevredigend waren. De gashouders worden onder aan het voertuig beves tigd en kunnen zonder moeite opnieuw worden gevuld. Een kikvorschenregen Na een hevig onweer waren de straten van het stadje Mainville in den staat Oregon volkomen met klk- vorschen bedekt. Daar Mainville in een absoluut droog gebied ligt, kon men langen tijd geen verklaring voor dit verschijnsel vinden. Tenslotte bleek de oplossing wervelstorm gewoed had, die de kikkers uit 'n op eenige wervelstorm gewoed had, die de kikkers uit op eenige kilometers afstand gelegen poel had opgeheven en boven Mainville weer had laten vallen. Het opruimen van de cadavers der neergestorte kikkers kostte liefst vijftien honderd dollar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 6