De Crisis-pachtwet 1932. Een reis door Rusland. Donderdag 7 Juli 1932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9102 Wat de betrokkenen dienen te weten. De beker van koningin Elizabeth Uit de Pers Bedoeling der wel Is, dat de verpachter, die niet bereid ls, vrijwillig te doen wat redelijkerwijs van hem gevraagd mag worden, daartoe zal kun nen worden verplicht. Op 1 Juli j.1. is in werking getreden de toet van 17 Juni 1932, houdende bijzondere maatregelen ten aanzien van loopende pacht-overeenkomsten, genaamd de C r 1- gis-pachtwet 193 2. In ons nummer van Dinsdag gaven wij reeds in be knopte vorm de korte beteekenis van de^ nieuwe wet. Meer uitvoerig schrijft ons thans de heer A. Over, Van Marnixlaan 35 te Amersvoort, het volgende: De crisis-pachtwet is tot stand gekomen op voorstel van eenige kamerleden, die daarmede getracht hebben, in verband met den nood in den landbouw, tot een oplos sing te geraken van de tegenwoordige paohtmoeilijk- heden. Wij willen hieronder uiteenzetten, gelet op het groote belang dezer regeling, op welke wijze nu de voorzie ning is getroffen. Van sommige zijden heeft men ge meend, de oplossing te moeten zoeken in dezen zin, dat loopende pachtcontracten, vóór een bepaalden datum aangegaan, hetzij van rechtswege ontbonden moeten worden verklaart, hetzij op vordering van den pachter door den rechter moeten kunnen worden ontbonden. De ze methoden hebben echter zeer ernstige bezwaren. Wordt een paehtcontract zonder meer ontbonden, dan ontstaat er een vacuum. Er bestaat na de ontbinding tusschen verpachter en pachter geen enkele rechtsband meer. De pachter zal verplicht zijn, het gepachte onmid dellijk te verlaten, tenzij hij het met den verpachter eens wordt over nieuwe paehtvoorwaarden. Een groot aantal nieuwe pachtcontracten zal dus op korten ter mijn worden gesloten. De pachter, die zich nu eenmaal met geheel zijn inventaris op het gepachte heeft inge richt, zal daarbij niet in de sterkste positie verkeeren. Het denkbeeld der ontbinding gaat bovendien in tegen bet beginsel, dat de zittende pachter zooveel mogelijk op zijn plaats moet worden gelaten. Een andere weg. Men heeft daarom naar een anderen weg moeten zoe ken. Deze andere weg, bij de crisispachtwet 1932 inge slagen. zal er toe leiden, dat de verpachter, die niet be reid is, vrijwillig te doen wat redelijkerwijze van hen gevraagd mag worden, daartoe zal kunnen worden ver plicht. Deze formuleering opent de mogelijkheid om met alle omstandigheden rekening te houden. Men kan niet alle., verpachters, evenmin als allo pachters. >ver ©én 'Wm scheren. Van een kapitaalkrachtigen verpach ter, die staat tegenover een pachter met weinig of geen Inkomsten, kan iets anders worden verlangd dan van een verpachter, die zelf in moeilijke finantieele omstan digheden verkeert en die staat tegenover een pachter, dig nog over een vrij groot weerstandsvermogen be schikt. Ook zal een belangrijke rol mogen spelen, of de pachter wellicht in vroegere jaren belangrijke reserves heeft kunnen vormen. Wanneer zich het geval voor doet, dat de pachter reeds sedert lange jaren hetzelfde goed In pacht heeft gehad, zoodat hij in den tijd, toen het landbouwbedrijf uitnemende resultaten opleverde, een naar verhouding zeer lage pacht heeft betaald,, dan zal daarmede, nu de verhoudingen zich in omgekeerde riohting gaan ontwikkelen, zonder twijfel rekening zy'n te houden. De pachter bij een pachtovereenkomst, aangegaan voor 1 Januari 1932, die van oordeel is, dat van hem in verband met de heerschende buitengewone tijdsom standigheden niet in redelijkheid kan worden gevorderd den bedongen pachtprijs te voldoen, kan telkens uiterlijk binnen 14 dagen na het vervallen van eene termijn, zich by ver zoekschrift wenden tot den kantonrechter, binnen wiens kanton het gepachte of het grootste deel daarvan ge legen is, ten einde een geheele of gedeeltelijke onthef fing van de betaling te bekomen. Zoolang op een tijdig ingediend verzoekschrift niet is beslist, wordt de verplichting tot betaling van den pacht- termijn opgeschort. FEUILLETON (XioDöOGOQoaoaoaoooaocxxx) GO£X)OOCX)(X)QO{X)QOaOaO£X)(X) Naar het Engelsch FERGUS HUME. De jonker wist niet of het vreeselijke nieuws al op „De Olmen" bekend was. maar ze zouden het in ieder geval spoedig genoeg hooren; dat was niet het doel van zijn tocht. Hü moest Thomas hebben en zou hem on middellijk aan de politie overleveren, wat er ook de gevolgen van zouden zijn. Hij vond hem in den moestuin achter de keuken, waar hij aan het werk was. en de tuinman keek verbaasd op. toen hij een doodsbleeken, onnatuurlijk-kalmen man op zich zag afkomen. De jon- ke zag er zoo angstaanjagend-ontsteld uit, dat Thomas op zijn beurt ook bleek werd en zijn spade neerwierp. ..In 's hemelsnaam, meneer, wat is er gebeurd?" sta melde hij. „Schurk die je bent! Gemeene schurk!" hijgde Fan- ehaw, terwijl hij met gebalde vuisten voor den tuinman bleef staan. ,,Hoe heb je het in je hersens gekregen om eoo'n laffen valstrik op te zetten?" „Valstrik? Wat bedoelt u?" „Dat dynamiet die helsche machine, die je hebt gemaakt, om iemand, die den beker zocht, in de lucht te laten vliegen." Thomas' gezicht helderde op. „Dus hij is dood?" riep hij verheugd. „Wie is dood?" vroeg Fanshaw onthutst. „Wie anders dan uw neef, die fijne meneer, die mijn Rose gestolen heeft. Dat is heerlijk, dat is prachtig," zei de tuinman, terwijl hij zich op zijn dij sloeg. „Als hü maar dood is. wil ik alles verdragen." „Dus ju hebt die val opgezet?" „Ja." mompelde Thomas tusschen zijn tanden. „Tk wist, dat die verwenschte neef van u terug zou komen Elk jaar weer kunnen bezwaren tegen de pachtsom worden Ingediend. De noodregeling ls derhalve van toepassing op alle pachtovereenkomsten, die gesloten zyn vóór 1 Januari 1932. Wel is in sommige takken van bedrijf de crisis reeds veel vroeger ingetreden, doch met name in de veehouderij dateeren de moeilijkheden eerst vooral uit de tweede helft van het jaar 1931. Een regeling, die een vroegeren datum zou stellen dan 1 Januari 1932, zou daarom in tal van gevallen haar doel missen. De wet heeft de zaak verder zoo geregeld, dat de beslissing tel kens afzonderlijk kan worden gevraagd, wanneer een pachttermijn vervalt. Telkenjare zal dus opnieuw kun nen worden bezien, welke paohtvermindering in dat jaar redelijk moet worden geoordeeld. De eerste pachttermijn, waarop de wet va*l toepassing wordt verklaard, is die. welke na 12 Februari 1932 is vervallen. Een teruggrijpen tot vroegere pachttermljnen, die wellicht reeds lang be taald zijn, werd een fce ingrijpenden maatregeel geacht. In tegenstelling met andere cirisismaatregelen behoeft deze regeling geen bepalingen te omvatten omtrent het einde van haar werkingsduur, daar zü vanzelf zal op houden, wanneer de loopende pachtcontracten zullen zijn geëindigd. De wet wensdht de beslissing over het bedrag der paohtvermindering op te dragen aan crisis-pachtcom- missies, samengesteld uit den kantonrechter als voor zitter en 2 niet tot de rechterlijke macht behoorende personen, die deskundig zyn ten aanzien van de ver houdingen op landbouwgebied. Tegen de beslissing van deze commissie staat geen enkel rechtsmiddel open, behoudens cassatie in het be lang der wet. De wijze waarop het bezwaar wordt inge diend en behandeld. De gang van zaken stelle men zich als volgt voor: De paohter, die tevergeefs getracht heeft van zyn verpaoh- ter de pachtvermindering te verkrijgen, die naar zijn oordeel de redelijkheid vordert, wendt zich tot den kan tonrechter ter bekoming van gedeeltelyke ontheffing van de betaling van de pachtsom. De indiening van het verzoek schort dan de verplich ting tot betaling op Alvorens de beslissing van de crisispachtcommissie wordt ingeroepen, zal de kanton rechter een poging doen om partijen door onderling overleg tot een minnelijke oplossing te brengen. Mislukt deze poging, dan moet de zaak aan de com missie ter beslissing worden voorgelegd. De commissie zal daarbij hebben te letten op alle omstandigheden. Het zou onredelijk zijn de wet alleen van toepassing te verklaren op de paohttermynen, die nog niet be taald zijn. Er is toch geen enkele reden om een pach ter, die den vervallen pachttermijn nog niet heeft vol daan, wel de gelegenheid tot pachtvermindering te ope nen en den pachter, die wellicht ten koste van zeer groote opofferingen, dien pacht prijs wel betaald heeft, van iedere remissie te versteken. Daarom is bepaald, dat de wet van toepassing zal zijn op alle pachttermijnen, die na 12 Februari 1932 zijn vervallen, ook al mochten zy reeds betaald zijn. Hierby was het echter noodig, dat aan den pachter, die reeds betaald heeft, een termijn wordt gesteld, binnen welke hij zijn verzoek om vermin dering moet indienen. Deze termijn is gesteld op één maand na het in werking treden der wet. - De pachter, die reeds betaald heeft, moet zijn verzoek om pachtvermindering dus indienen vóór 1 Augustus 1932. Een Nederlandsch sociaal democraat over de ont zaggelijke duurte in Rusland. MATERIEEL HEBBEN DE RUSSISCHE AR BEIDERS HET SLECHTER DAN ONZE WERKLOOZEN. DE HOOP OP DE TOEKOMST. De heer J. W. Matthijsen, partijbestuurder der S.D.A.P., maakt voor de tweede maal een reis door Rusland en schreef daarover reeds eenige brieven in Het Volk. Het volgende, op 21 Juni te Charkof ge schreven gaat ove-r de prijzen en loonen: Gisteravond noodigde ik een Duitscher en zijn vrouw bij me aan tafel. Zij kwamen uit het Zuiden, waar ik heen ga. Voor het fleschje bier en het glas thee, dat ze dronken onder het vertellen van hun indrukken, be taalde ik 3 -roebel 30. Dat is, Ingevolge den prijs, dien de Sowjet-regeering mij voor haar roebels in rekening brachtf 4.20. Het leven is hier duur. Zelfs het onontbeerlyke boven het te kleine minimum, dat den loonarbeider toegeme ten wordt is peperduur, en luxe dit is al het niet- onontbeerlijke is extra gepeperd van prys en daar na verdubbeld. „Intoerist" (Russisch toeristenbureau) verschaft deze „luxe" voor zeer schappelyken prü's. De service in aan merking genomen, reist men nergens ter wereld goed- kooper dan met „Intoerist" door Rusland. Daarbij is men allerminst karig by de betaling van wat al of niet tot de verplichtingen van de overeenkomst behoort Toch vloeit het geld als water tusschen de vingers door. Schoenpoetsen doet men in geen enkel hotel. De schoenpoetser op straat schijnt behalve op zijn bankje on zware lasten te zitten. Hy vraagt een roebel, maar neemt het karweitje ook aan voor een halven roebel. Dit is 64 cent. Een doosje sigaretten, de helft hol mondstuk, verder ook een dun püpje, 2% c.M. lang tabak 96, cent. En wat ik voor een ons tabak heb be taald, verraad ik niet, om mijn hartstochtelyke ge hechtheid aan de pijp niet belachelyk te maken. Het porto voor een brief is 44 cent De clandestine geldhandel te Charkof heeft dan ook een gansch andere opvatting omtrent de waarde van den roebel dan de Russische Staatsbank. Niet 2 roebels geeft men er voor één dollar, maar 25. Het is even- en ik heb alles gereed gemaakt om hem een passende ontvangst te bereiden. Niemand anders dan hij wist., waar de beker verborgen was en niemand anders dan hy zou naar die plek gaan. Ik had nog een paar dyna- mietpatronen uit den tijd, dat ik in de groeve werkte. Ik had nooit gedacht, dat me die nog eens te pas zou den komen. Ik besloot hem betaald te zetten, wat hy mij heeft aangedaan; ik legde de patronen in het gat, waarin de beker verborgen was en ik drenkte ze in pe troleum. Toen legde ik lucifers neer, die langs een ruwe oppervlakte zouden strijken op het oogenblik dat iemand het plankje, dat ik midden in het gat zette, aanraakte, en ik bedekte alles met mos en bladeren. Het was een eenvoudige, helsche machine, meneer Fanshaw, maar hy kon niet missen, want op het oogenblik, dat de luci fers afgestreken werden, vatte de petroleum vlam en moesten de patronen ontploffen, zooals het ook werkelijk gaan is. O. heerlijk!" En hy sloeg zich nogmaals in sinister plezier op zijn dy. Fanshaw rilde van afschuw. „Wie. heeft je geleerd zoo'n helsohe machine te ma ken?" stamelde hij. „Er werkte indertijd een Italiaan in.de groeve," deel de Thomas mede. zonder eenig spoor van emotie en en op een toon van iemand, die zich een onbelangrijk voorval uit een langvervlogen verleden herinnert, „een anarchist of zooiets. Ik maakte vaak een praatje met hem en dan vertelde hij van zijn leven in Parijs en Ro me. Hy had al heel wat tegenstanders met helsche ma chines naar de andere wereld geholpen en hij zei. dat hy er één kon maken, die uitstekend werkte; alleen met een dynamietpatroon, een beetje petroleum en een paar lucifers. Ik vroeg hem, hoe hij dat deed en hy 'egde het mij uit. Ik dacht nooit, dat die wetenschap me nog eens van nut zou zijn, maar dat is nu toch het geval ge weest" „Dus jy hebt de val gezet, omdat je dacht, dat mijn neef hier zou komen om den beker op te graven?" vroeg Lionel huiverend. „Ja, dat heb ik gedaan," stemde de tuinman toe. „Ik vermoedde, dat hij om den beker zou komen en hem verkoopen. Rose zei, dat hy haar kwam halen, maar ik wist wel beter; het was hem om den beker te doen. Alleen uw neef. meneer, wist. waar het ding verborgen was. Ik was op stuk van zaken bang, dat Rose toch nooit met mij zou willen trouwen, zelfs als hij haar op gaf, want ze had er haar zinnen op gezet om een dame te worden. En omdat ik haar niet niet krijgen kon, be wel verstandig, deze mogelijkheid om zijn roebel-kapi taal met 1100 pet. te vergrooten ongebruikt te laten. Wat kan de arbeider nu onder deze omstandigheden voor zijn loon koopen? Hij verdient in de hoofdsteden 150 roebel per maand. Dat geldt voor de goed-betaalden onder de gewone ar beiders. Per werkdag is het loon dus 6 roebels, per uur 75 kopeken. Een overeenkomstig Nederlandsch arbeider ontvangt even vaak 60 cent, een werklooze in de stad 30 cent. Wittebrood is luxe. Dat krijgt de arbeider niet. Een puntbroodje dat by ons een paar centen kost kan voor een uur-loon niet worden gekocht. Onder den roebel is het niet te verwerven. Het roggebrood kost 17% cent het K.G. Het nominaal- hoogere uurloon in aanmerking genomen, scheelt dat niet zooveel met den Hollandschen prijs. Al hebben wij voor minder geld goed tarwebrood. Het groote verschil zit hierin, dat de Hollandsche arbeider zooveel brood kan koopen, als zijn geld toe reikt, en dat de Russische gerantsoeneerd wordt. Wat des te erger is. daar de mogelijkheid om het tekort met ander voedsel aan te vullen heel gering is. Aard appels zijn heel schannsch, vet ook; van vleesch. melk, boter en margarine ls geen sprake. Werkt de man in de zware industrie,1 dan gaat het nog. Hij krijgt 800 gram per dag toegewezen. Maar zijn huisgerooten, vrouw, zoons en dochters ontvangen niet meer dan 200 gram. Dus moet uit den vrijen handel het tekort worden aangevuld. Hier echter kost het roggebrood ten minste 4 roebel het K.G. Vijf a zes ur loon van een volslagen arbeider voor een portie, die gemakkelijk bij één maaltijd zou verdwynen, als de menschen zich zat konden eten. Door de schrale rantsoeneering en de schreeuwende dtirte van andere levensmiddelen is het broodtekort nijpend in dit land, dat tarwe en rogge bij scheeps ladingen exporteert. In den straathandel worden hom pen brood van een pond, zelfs sneden van een half pond te koop aangeboden. In een aantal straten van Kief en Charkof staan op een rijtje boerenvrouwen met een voorraad van vyf of zes pond roggebrood uit het dorp. Op de markt ziet men nog grootere partijen aan gevoerd. Ook staan er mannen en vrouwen, die een stuk te koop aanbieden. Een vrouw zag ik zoo'n hompje, dat eer flinke Jon gen best op kan, liefkoozend streelen, terwijl zij op een kooper stond te wachten. Misschien uit den eigen mond gespaard. Daar scharrelen huismoeders langs en ook arbeiders, die wij geneigd zouden zyn tot het lompenproletariaat te rekenen. Zy doen een bod op een portie, die met hun behoefte of betaalkrach* overeen komt. Is het al te weinig, drie kwartjes of een gulden om het in Hollandsch uurloon uit te drukken voor sloot ik hem te nemen. Haha!" Thomas krijschte in een soort delirium van wraakzuchtige vreugde. „Dus hy is in de val geloopen? En hij is dood? Prachtig! Heer- lyk! Ik wist wel, dat hij me niet ontsnappen zou." „Man, man!" riep Fanshaw, terwyl hij den tuinman bij den arm greep. „Je weet niet wat je zegt. Mijn neef is in Londen gezond en wel. Hij is hier niet geweest. Hoor je me goed? Hy is hier niet geweest!" Thomas stond als versteend. „Gezond en wel in Lon den, hier niet geweest! En toch weet u van de val af... o!" hij rukte zich los uit den greep van den jonker, „dan hebt u er zeker naar gezocht, meneer. Ik zie, dat u nog leeft, meneer, dus da n is de val zeker niet goed opgezet. Misschien is de lucifers door het mistige weer nat geworden." „De val werkte zoo goed als je maar gewensoht kon hebben." „Maar uw neef leeft tooh nog? Hü is todh niet ïn Hurton geweest?" „Neen, maar daarom was hij nog niet van plan den beker prüs te geven. Hy heeft aan iemand geschreven, waar deze verborgen was en..." „Rose!" Thomas slaakte een kreet van ontzetting en greep Fanshaw vast om niet te vallen. „U wilt toch niet zeggen, dat..." „Ja, Gould heeft aan Rose gesohreven, zü ging den beker halen, en..." „Neen, ^ïeen!" kryschte de ongelukkige, en hij verborg zijn hoofd in de handen. „Zy is tooh niet..." „Ja, ze is dood. Uiteengereten", zei Fanshaw, die een eind aan het gesprek wilde maken door het ergste te vertellen. „Dood! Uiteengereten!" mompelde de tuinman heeseh. „mijn kleine Rose, mün lieve kleine..." „En jij hebt haar vermoord." „Dat wilde ik niet, o, het was uw neef. Hij is ont komen, en zü-.. zy" is dood." Zijn stem stierf tot een ge jammer en hij liep doelloos den tuin door. De jonker, vastbesloten, dat de misdadiger niet zou ontsnapp^i, liep hem na en greep hem by den arm. „Ik heb de politie geseind, jü wordt gearresteerd en..." Thomas rukte los en zyn gezicht werd vuurrood van woede. „Ik wordt niet gearresteerd. Het kan me niets schelen, of ik opgehangen word, maar ik wil eerst dien neef van u vermoorden. Ga weg!" Hy greep de schade en zwaaide deze vervaarlük. „Ik heb geen ruzie met u, maar ik zal Gould zoeken en hem dooden, al kost het me ja ren. Dan kan er gebeuren wat wil." een stuk van een pond, dan is de kooper lucht voor da koopvrouw. Van een bod van vyf kwartjes neemt zij voldoende notitie om twee gulden of zeven kwartjes te vragen, en slotte wordt men het op f 1.60 a f 1.70 eens. Een onooglük stuk toiletzeep kost in alle winkels 1.20 roebel, ruim anderhalf uur loon. Voor een gulden koopt men in Holland gemakkelijk vijf of zes betere. De tram is goedkoop, 15 kopeken, een vyfde van een ur loon; en de wagens zyn dan ook altijd vol. Vol is on Russische tram niet als er zes staanplaatsen in den. wagen en negen op het achterbalcon zyn ingenomen. Vol beteekent. dat er niet meer bij kan. nadat een dub bele ry aan de lus van vóór tot achterbalcon op elkaar geperst staat en de drie laatstkomenden op de tree plank van het achterbalcon als het ware tegen den wagen aankleven. Conducteurs zyn er niet. Hun dienst, die onnoemelijk veel onaangenamer is dan op een Am- sterdamsche tram. wordt door een vrouw waargenomen. Zeer vaak ls ook de wagenbestuurder een -ster. Het gaat er niet minder goed om. Nog een goedkoop artikel heb ik ontdekt: lucifers. Twee kopeken het doosje. Wel niet noemenswaard duur der dan in Holland, maar veel slechter. Eieren zijn on een hoogst enkel uitzonderingsgeval na voor arbeiders alleen in den straathandel ver krijgbaar: 10 stuks voor 7 roebel. Bijna een uur-loon per stuk. Boter verkoopt de coöperatieve winkel der bedrijven' niet. de straatwinkel evenmin. Op den Bazar kost zij 30_35 roebel het K.G.; bijna een week loon. De bevoor rechte groepen, die hun inkoonen in de Sofnarkom mo- vpn doen, betalen er 5 roebel het K.G. Suiker kost 64 kopeken het K.G. het loon voor 50 minuten werk. Maar de winkels zyn gauw uitverkocht. De aanvulling op de markt moet met 10 roebel het K G., 13 uur loon. worden betaald. Een kip kost 10 tot 18 roebels in den vrijen handel. In de officieel toegelaten winkels ls het artikel niet te koop. evenmin als vleesch. Daar in de woningen der gewone arbeiders gas ont breekt, moet op petroleum worden gekookt. Iedere familie krijgt 10 kan per maand. Degenen, die niets te koken hebben, verkoopen hun kaart en zoo komt dö petroleum op de vrije markt. Te Kief zag ik een koop vrouw die er twee flesschen van een halven meter hoog van bad. Een kubieke meter hout kost in den winter 75 a 80 roebel. 14 dagen loon. Kolen zyn hedi schaarsch. In den winter wordt kou geleden. Kleeren en schoenen zijn haast niet te betalen. Uit de étalage van een coöperatieven winkel noteerde ik de volgende prijzen: een vrouwenmantel, zooals in Amsterdam geen arbei dersvrouw zou willen dragen, 113.50 roebel: een japon Van crêpe de chine 195.65 roebel: "Touweph'vpdieg. zooals ze by ons op de markt ver koopen. 27.20 roebel en 30.60 roebel, het weekloon van een arbeidster; een halfziiden blouse 61.50 roebel. De gelukkigen, die een bon bemachtigen, betalen voor grove werkschoenen 10 roebel. Buiten den bon: 20 a werkschoenen 10 roebel, Buiten den bon: 25 a 30 roebel. De huren zijn laag. Tn een der nieuwe fabriekswo- ningen de eenige, die naar onze begrippen bewoon baar zijn betaalt een arbeider voor twee kamers en een keuken 10 roebel. Dat ls de helft van de huuf eener (maar dan grootere) arbeiderswoning in een Hollandsche stad. De overgroote meerderheid verwoont nog Iets minder, maar woont dan ook zeer bekrompen en slecht. Tegenover dit voordeel staat een nadeel. Op het oogen blik is de actie voor een nieuwe leening aan den gang. De trams zijn met roode strooken behangen, waarop de aansnoring staot bij het ingaan van het vierde jaar waarin het vijfjarenplan geheel tot uitvoering komt op de leening in te teekenen. Verwacht wordt, dat ieder arbeider, die een loon van 150 roebel verdient en 7ich dit waardig wilbetoon en. voor een maand loon inteekent. ffij kan dil *ln i0 maanden afbetalen. Dan verschijnt namelitk weer een nieuwe leening; voor het tweede vijfjarenplan. Stellig zullen velen het offer met liefde brengen. Ve len zullwi het alleen doen, zwichtende voor den mo- reelen druk. Hoe dan ook, een twaalfde van het loon moet aan wat beschikbaar is voor het levensonderhoud worden onttrokken. Het deel dat voor kleeding en voeding beschikbaar blijft, ls niet grooter dan in Holland. En voor dit deel koopt de Hollandsche arbeider een veelvoud van wat de Russische arbeider krijgt. Terwijl zijn vrouw en hij er geen uren voor in de rij behoeft te staan. Sinds ik in 1926 In Rusland was, zijn de loonen ver dubbeld. Wat mij niet verwondert. Want herhaaldelijk heb ik van loonsverhoogingen van 10 en 25 pet. gelezen. Maar de prijs der waren is misschien drie of vier maal zoo hoog geworden. Het is veel bezwaarlijker ge worden. deze waren te koopen. De verscheidenheid van artikelen is met meer dan de helft verminderd. Materieel bad de Russische arbeider het toen niet beter dan onze werkloozen. Nu heeft hü het veel slechter. Dit is nog geen vonnis. Er is wat anders in de plaats gekomen van wat aan de nooddruft werd onttrokken de mogelykheid van het in de toekomst beter te hebben. Laten wü niet oordeelen, vóór deze wissel op de toe komst op zijn waarde is onderzocht. „Je zult de kans niet krijgen om nog eens een mis daad te begaan." zei Fanshaw vastbesloten en sprong naar voren, ondanks de opgeheven spade. „Ik zal je zelf arresteeren." en hti stak de handen uit om den moordenaar te pakken. Thomas sloeg met de spade naar Fanshaw; de jonker zag den slag aankomen en bukte zioh, maar niet zoo gauw, of de schop kwam met kracht op zyn hoofd neer. De slag was hevig genoeg, hem neer te vellen en hem een oogenblik te verdooven. Toen wierp de tuinman de spade neer en liep met opgehe ven handen weg. Fanshaw trachtte op te staan en hem te volgen, maar een duizelig gevoel maakte zioh van hem meester en hij viel weer neer, terwijl een hevig geruisch in zijn ooren kwam. Zijn laatste gedachte was, dat Thomas zou ont snappen en Gould dooden, waarna alles om hem heen vervaagde. Hy wist niet, hoe lang hy daar gelegen had, maar toen hy weer tot bewustzijn kwam, lag hij met zijn hoofd op Anita's arm en juffrouw Pamela stond naast hem met een glas water in de ééne en een flesohje vlugzout in de andere. De oude dame keek doodelyk ver schrikt en de gouvernante schreidde. „Wat... wat is er gebeurd?" stamelde Lionel verward. „Dat willen we juist graag weten," zei Anita snikkend, terwyl ze hem tegen zich aandrukte. „Thomas kwam uit den moestuin hollen en sohreeüwde, dat hij jou en Rose had gedood. Almer hoorde hem; hij vond jou bewusteloos en zei het aan juffrouw Pamela, die het mij vertelde." „Je bent een half uur lang bewusteloos geweest," zei de oude dame bevend, met trillende handen. „Er is een afschuwelijke snede in je hoofd." „Daar heeft de schop my getroffen, en..." „Ja, ja, blijf maar stil liggen. Je mag niet zooveel pra ten," fluisterde Anita, terwyl ze zün hoofd tegen haar borst drukte. „Maar Thomas zal ontsnappen. Hy heeft Rose gedood en..." „Dat hebben we gehoord," snikte juffrouw Pamela, die er oud en vermoeid uitzag. „Het is verschrikkelük. Maar hoe kan Thomas Rose gedood hebben?" „Hü heeft het gedaan," zei Fanshaw. „Hij heeft de val gezet en zij is in de lucht gevlogen. Ik heb het gezien en het was versohrikkelijk. Ik weet er alles van.' Zyn hoofd zakte opzy en hij verloor weer het bewustzijn. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5