Roode Rozen.
Landelijke Ruitersport in het Noorden.
Donderdag 27 Juli 1932.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9114
Voor den tweeden keer
de Stratospheer in.
Een onderbond met prof. Plccard,
door
PERCTVAL GR06S.
Het instituut voor Natuurwetenschappen te Brussel
is een schoon, fonkelnieuw gebouw. Overal riekt het
i nog naar lak en vernis wanneer men echter wat
I nauwkeuriger door deze lichte en vriendelijke ruimten
I spiedt en snuffelt, zal men buiten de sfeer
j van bet nieuwe, een andere sfeer bemerken,
die van Uverigen en geheimzinnigen, slechts voor den
vakman begrijpelijken arbeid. De wetenschap heeft
bier haar intocht gehouden.
Reeds in de voorhal wordt men door eenige ernstig
1 uitziende assistenten ontvangen, die waarschuwend
bun wijsvinger op de lippen leggen en door zwijgend en
intensief gesticuleeren voor ieder luid klinkend woord,
I voor elke luidruchtige schrede waarschuwen.
I Zoo ontstaat reeds van de eerste minuten af een
atmosfeer van stilte en rust. Men gaat hier om zoo te
zeggen op vilten pantoffels. Wat op de wereld mag er
l toch voor geheimzinnigs schuilen achter die groote,
j witte deuT, waarheen gedurig de wachters der weten
schap met een schuinen blik gluren?
Vijftien minuten gespannen, ongeduldig wachten
en dan Is men op de hoogte. Dan opent zich de raad
selachtige deur. Naar buiten treedt een lange, mage-
1 re man met golvend haar, een groote, goud-omrande
I bril, waarachter twee groote oogen kinderlijk en warm
f om zich heen blikken. Hoe gerimpeld zijn gezicht ook
I moge zijn, het heeft steeds een volkomen onschuldige,
bijna jongensachtige uitdrukking. Hij poogt zich met
I lange schreden uit de gevaarlijke zóne van den inter-
I viewer te redden. Bijna betreurt men het, hem den
I weg te moeten versperren. „Pardon, professor...'*
I Onmiddellijk staart hij den bezoeker vriendelijk en
I glimlachend aan.
I Hij ziet in ,dat er geen ontkomen meer is en stelt
zich beminnelijk, zij het ook een weinig verlegen, ter
I beschikking van den vredesverstoorder.
„Ja, natuurlijk, komt U hier binnen..."
En dan wordt het geheim van deze kamer ont-
jrtuierd. Het is er volkomen leeg. Slechts in het mid-
den van het vertrek hangt vanaf de zoldering aan
sterke kabels een witte aluminium vogel op mans
hoogte. De electrische belichting van het vertrek werpt
grillige reflexen op den vogel. Verblind door dit merk-
waardige schouwspel blijft men staan. Dit is dus de
f gondel van de nieuwe ballon, die professor Piccard en
zijn assistent Cossijns dezer dagen voor de tweede
maal in de stratospheer zal voeren. In Zürich wordt
I de ballon gemonteerd, men wacht slechts op de meest
I geschikte weersomstandigheden en dan gaat het er
op los
Trotsch beschouwt de geleerde zijn tooverachtlge
vogel. „Gij kunt het ding draalen en keeren, zooals
gij wilt. kunt elk deel onder de loupe nemen en gij
zult geen smet, .geen vlek, geen spoor van soldeersel
zelfs, ontdekken. Dag en nacht hebben wy ons afge
vraagd, welk materiaal hiervoor het doelmatigst is.
Het lak b.v. heeft ons heel wat hoofdbrekens gekost.
Jfu in» hu echter mooi geworden, de gondelheel
^oi-'Srei TJ'Voor, het geheele apparaat weegt bij een
middellijn van 2.10 M. slechts 150 Kilo. Dat is reeds
allten het maximum van veiligheid, dat bij dit soort
rliegtuigen kan worden bereikt Niettemin zullen wij
j zeer voorzichtig te werk gaan. Wij hebben toch ge-
leerd te wachten. Ik ben geen groot vriend van vast-
f gestelde termijnen. Men moet het goede moment af-
I wachten, ook al mocht het weken duren. Dan eerst
kan van volumen veiligheid worden gesproken. Wat
nut hebben de wetenschap en ik er tenslotte van. als
ik iets avontuurlijks onderneem? Allereerst komt het
er op aan, dat mijne aanteekeningen de wereld berei
ken kunnen. Ten tweede is het misschien niet zonder
belang, dat ik zelf in het leven blijf om volledige op
heldering en verklaring van mijn schriftelijke aan
teekeningen te geven. En tenslotte ja tenslotte
heeft men toch een vrouw en vier kinderen..."
„Wat ik meenemen wil? Zoo weinig mogelijk. Natuur
Kort verhaal
Door
JUTTA HARDEN.
Kurt Vesper stapte den grooten bloemenwinkel binnen,
nam zijn hoed af voor het aardige meisje dat hein be-
groe.tte. op zijn gewone, zwierige, vlotte manier en zei-
„Goedenmorgen... goedenmorgen... als ik een mooie
vrouw was. zou ik nooit ander werk willen doen dan
bloemen verkoopen past bij elkander, bloemen en
/wouwen..." En hij glimlachte haar toe. Kurt's glimlachje
,had al lastiger harten dan dat van de kleine Greta ver
overd.
Ze kleurde een beetje en lispelde:
„Waarmee kan ik U dienen?"
„Bloemen", zei Kurt vroolijk. „helaas sleohts bloemen
iets anders zou ik niet durven vragen... Bloemen
Voor een jonge vrouw."
Greta's gezicht veranderde een nuance, maar ze wees
©p een vaas anjers.
„Rose anjers misschien? Of orchideeën... rozen?"
,.Ik houd van rozen." zei Kurt en stak zijn neus in
een prachtigen ruiker donkerroode rozen. „Deze zijn
heerlijk."
Het meisje nam eenige van de langstelige rozen uit
I de vaas in haar hand en toonde ze hem op een kleinen
I gfstand.
Kurt keek welgevallig naar de rozen èn naar haar.
„U bent een schilderijtje" zei hij. „Blijf alsjeblieft nog
even zoo staan... ik ben namelijk portretschilder... Ik
zou U zoo wel willen schilderen."
Greta bloosde weer en dacht, dat de „jonge vrouw"
(Missohien maar een oppervlakkige kennis was, de vrouw
van een vriend, waai' hij ging dineeren of...
„Geeft U er mij twintig," zei Kurt. „In ernst... ik
[kom eens praten over dat portret... heb nu geen tijd,
PP oondoleantiebezoeken moet men niet te laat komen."
Greta legde verschrikt de rozen neer.
„Condo... U... brengt die rozen aan een doode?"
„Tja" zei Kurt, „Arm vrouwtje... wis had dat ge
dacht? Opeens dood... drie en twintig jaar..."
„Maar meneer, dan moet U witte rozen nemen, of
|Ielies", zei Greta „Dan kunt U geen roode bloemen mee
brengen."
..Och. onzin", zei Kurt, die z'n heele leven gedaan had
wat hij wilde. „Ze hield van bloemen met warme, sterke
ikleuren. dat weet ik toevallig. Eigenaardig, want ze was
gelf zoo'n kleurloos schepseltje. Maar enfin... het was
£oo... en dan alleen allemaal witte bloemen... ik weet
Beker, dat ze liever deze rozen zou hebben."
lijk ballast, verder een ladder, apparaten om metingen
te doen, een compleet radio-toestel. Bij mijn vorige
vlucht bleek het doelmatig zoowel een zend- als ook
ontvangstation te hebben. Ook zonder levensmiddelen
zal ik het moeilijk kunnen stellen. Maar die kan ik
onder onze zitplaatsen bergen."
Hij wijst op twee groote teenen manden, die omge
keerd in den gondel staan. .Het is van buitengewoon
gewicht, zich door al te lang staan niet te vermoeien.
De grootste fout van Nobile was b.v., dat hij op de
kwestie van de zitplaatsen geen acht heeft geslagen.
Daardoor beschikte hij op het beslissende oogenblik
niet meer over de noodige frischheld. En het komt er
toch maar vooral op aan, niet op 15000 M. hoogte in
te slapen. Wij moeten toch wat zien, onafgebroken
moeten wij tijdens den tocht kijken en opteekenen en
berekenen. Het is bijgeloof, dat men op een gToote
hoogde niets meer zou kunnen zien. Alles hangt van
twee dingen af: dat men niet oververmoeid is en dat
er geen te dichte nevel hangt. Wij zitten om zoo te
zeggen in een glazen kastje, want de beide openingen,
die U hier in den gondel ziet, worden door glasruiten
gesloten. De hoofdzaak is op het oogenblik, dat wij nog
tijdig gereed komen, dat een of andere technische moei
lijkheid ons niet verhindert op een gunstig tijdstip te
starten. Het kan zijn, dat we maanden lang moeten
wachten. Men heeft in dit opzicht reeds menigmaal
om mij gelachen. Dat laat mij echter onverschillig.
Ik ben geen avonturier. En vóór de geduldige voor
bereidingen voor een onderzoekingstocht behoort min
stens evenveel moed als voor den onderzoekingstocht
zelf
En hiermede besloot prof. Piccard het Interview.
Alle correspondentie betrekking hebbende op deze
rubriek, te zenden aan J. C. Vethman, Waardpolder.
Kothom. TeL 25.
Officieele meldingen.
Nadruk verboden
WEDSTRIJDEN.
Midden-Beemster Sterrit 3 Augustus.
Concoure-Hippique te Heiloo? 24 Augustus.
DEMONSTRATIES.
De Koog. Texel. 30 Juli.
Midden-Beemster. 7 Augustus;
Nieuwe Nledorp. 6 September;
Barslngerhorn. 14 Augustus:
Den Burg, Texel, 14 September;
Schoorl, 8 Augustus;
Broek op Langendijk, 31 Augustus.
LESSEN.
L.R. Oudkarspel. 28 Juli. 8.00 uur.
L.R. West Friesland. 29 Juli. 8.00 uur.
L.R. Texel. 30 Juli. demonstratie.
L.R. Anna Paulowna. 31 Juli, 11.00 uur,
L.R. West Friesland. 31 Juli. 1.30 uur.
L.R. Oudkarspel, 4 Augustus, 8.00 uur.
L.R. West Friesland. 5 Augustus, 8.00 uur.
N.B. Tijden zomertijd. Vm.
VERGADERING.
Algemeen® ledenvergadering op Maandag 1 Augustus
der L.R. „Anna Paulowna", 's avonds 8.30 uur (n.t.),
café Slikker, Kleine Sluis.
Langs den hoefslag.
UIT BARSINGERHORN, L.R. „BUCEPHALUS."
In navolging van andere plaatsen heeft het bestuur
van „Bucéphalus". gemeend hun jaarlijksche demon
stratie ©enigszins uit te breiden en verschillende ver-
eenigingen uit den omtrek uit te noodigen, om dan ge
zamenlijk een wat meer uitgebreid programma aan te
bieden. Het voornemen is reeds voormiddags een voor
keuring te houden voor de Individueele Dres.-Proef no.
3. De namiddag te vullen met de gebruikelijke parado
nummertjes met aan het slot een springconcours, om
kunstvoorwerpen. Er zal worden gekeurd op houding en
zit.
UIT WINKEL.
Vergadering van de L.R. „Rossinant" te Winkel.
Aanwezig waren 11 leden.
Met een woord van welkom opent de voorzitter de
vergadering en deelt mede. dat het doel dezeT vergade
ring, n.L bespreking der agenda voor de Provinciale
vergadering, ten deele is vervallen nu deze vergadering
voor onbepaald en tijd is uitgesteld, en het wel herfst
„Ma.ar men zal het heel vreemd vinden," protesteerde
Greta nog.
Kurt lachte.
„Lieve Juffrouw, mijn heele leven lang héb ik dingen
gedaan die „men" vreemd vond en me daar best bij be
vonden... Dank u en tot weerziens... ik kom morgen met
U afspreken voor het portret!"
Grete keek hem glimlachend na. Wat was hij vroo-
1 ijken knap en jongensachtig... daarbij toch niet bru
taal... Grete's oogen droomden. Ze zouden misschien nog
verrukter gedroomd hebben, als ze geweten had, dat
Kurt Vesper op het moment een der bekendste por
tretschilders was en dat menige dame der beau monde
er heel wat voor zou hebben gegeven als hij haar had
willen schilderen.
Kurt trad, met zijn roode rozen in de hand. het ver
trek binnen waar de familie der overleden vrouw bijeen
was. Een burgerlijk-nette familie. Zooals de man.
Kurt kende hem sinds jaren, was nooit bijzonder in
tiem met hem geweest, maar had. dank zij de trouw van
een ander, die nooit vergat hem geregeld uit te noodigen,
deze vriendschap langer dan eenige andere aangehouden,
hoewel hij Erich Wend in den grond volkomen onbe
langrijk vond.
Erich zag bleek, maar was kalm. Zulke menschen zijn
altijd kalm en gelaten, dacht Kurt. Lieve hemel, als ik
veel hield van een vrouw en ze stierf opeens... Nu. ja,
wat weten zulke menschen van „veelhouden?" Zij ook.
goed vrouwtje, goede huishoudster... voelde niets dieper,
was tevreden in dat huisbakken leventje zonder zor
gen...
Hij drukte zijn vriend de hand, zonder zich te storen
aan al de blikken, die zioh als het ware bóórden in zijn
roode rozen. Eigenlijk wilde hij dadelijk weer weggaan,
maar Erich ging hem al voor naar de kamer, waar de
doode lag. Toen de deur zoh achter hen sloot, maar ook
geen seconde later, zei tante Llü:
„Róóde rozen!"
Men keek elkaar aan.
„Vreemd." stemde oom Herbert toe.
„Héél vreemd", zei tante Milly vinnig. „Ongepast...
verdacht!"
Het woord viel in den treurenden kring als een steen
in een vijver. Er rimpelden emoties over alle gezichten.
Twijfel, verbazing, nieuwsgierigheid.
„Wie is het ook weer?" vroeg iemand.
„Die schilder... Kurt Vesper... een echte Don Juan...
Ik moet zeggen... dat Erich zioh zóóiets laat welge
vallen;"
.Haar er was toch niets," wierp oom Herbert schuch
ter tegen.
Tante LUI wierp hem een verpletterenden blik toe.
„Róóde rozen!... En zag je niet, hoe bleek hij was?
En dat hij ons geen van allen aankeek? Durfde ons
gewoon niet in de oogen zien... Schande!
„Dat had ik van Erna nooit gedacht!" zei tante Milly
plechtig.
„Maar, maar"... protesteerde neef Frans, „wij veron
derstellen nu maar dadelijk..."
zal worden. De behandeling zal echter nu toch plaats
hebben.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen
en goedgekeurd.
Ingekomen is het programma van de L.E.T.T. te Hei
loo voor de op 24 Augustus a.s. te houden dressuurproef
en springconcours voor L. R.
Nader zal worden bepaald of en door wie daaraan
zal worden deelgenomen.
De agenda der Provinciale vergadering komt daarna
aan de orde. Als nieuwe leden zullen worden toegelaten
de L.R. Langendijk, den Helder en Bergen, waartegen
geen bezwaren bestaan.
Het omzetten van de Provinciale Commissie in Pro
vincialen Bond wordt noodig geacht, om dan een be
stuur te kunnen benoemen.
Bij een commissie kan dit niet en moet voor alles een
algemeene vergadering worden bijeengeroepen, terwijl
het bestuur van een bond de dagelijksche leiding kan
nemen, gedacht wordt een bestuur van vijf leden, waarin
ook het zuidelijk deel der Provincie vertegenwoordigd
zal zijn. Ook dit ontmoet geen bezwaar.
Vervolgens komt aan de orde. de beoordeeling in
springconcoursen. Vanuit het Noorden der federatie gaan
stemmen op. om bij springconcoursen niet meer te let
ten op houding en zit, dooh wel op hlndernisfouten. In
de Provinciale vergadering in Noordholland is hier al
eerder over gesproken en hier acht men gewenscht het
behoud van beoordeeling van houding en zit. en niet
meer op tijd rijden, aangezien in het eerste geval het
zwaartepunt komt bij het paard en niet bij den ruiter.
De laatste beoordeeling, houding en zit, wenscht men
te behouden.
Het verzekeringsvraagstuk wordt uitvoerig besproken,
doch is nog niet verder gekomen, en alle aanbiedingen
zijn nog niet binnen. De premies voor schade aan der
den gaan van f 7.5010. Verzekering acht men in de
meeste gevallen wel noodig, vooral wanneer er een
paard van een ander wordt gebruikt.
Ten slotte 'wordt er een idee aan de hand gedaan
om niet te verzekeren, dooh een regeling te treffen met
alle rijvereenigingen. samen tellende pl.m. 1000 ruiters,
om ingeval een paard tijdens de oefeningen verongelukt,
en sterft, of afgemaakt moet worden elk f 0.50 bij ta
dragen.
Wel is deze opzet niet volmaakt, en verschillende vra
gen worden nog gesteld, omtrent gevaren, waaraan de
ruiter blootstaat, en de mogelijkheid dat er nadeel of
letsel wordt aangebracht aan derden (wettelijke aan
sprakelijkheid) doch dit is nader onder het oog te zien.
De idee zal echter, uitgaande van deze vereeniging, naar
voren worden gebracht..
Omtrent de salarisregeling van den secretaris der Fe
deratie is dezerzijds reeds een bereidverklaring gezonden
om f 4 bij te dragen. Er zijn er echter, die er anders
over denken, zoo wil de Noorderbond de contributie der
werkende leden met f 0.20 verhoogen. Dit heeft echter
een bezwaar, n.1. dit: het schijnt voor te komen dat er
vereenigingen zijn die niet alle leden opgeven, doch al
leen die, die op concoursen uitkomen. Hoe dit ook te
veroordeelen is, er schijnt niets aan te doen te zijn.
Tot afgevaardigden naar de Provinciale vergadering
wordt benoemd de heer S. van Splunter en de heeren
K. Reijne en D. Rempt, plaatsvervangers.
Tot bestuurslid der vereeniging wordt benoemd Mej.
G. Kuiper, die de benoeming aanneemt. Deze benoeming
had plaats ter voorziening in de vacature ontstaan door
het vertrek van Mej. A. Smit. De voorzitter maakt van.
deze gelegenheid gaarne gebruik om een woord van dank
te richten aan het adres van Mej. Smit, die steeds een.
der trouwste leden is geweest, voor alles wat zij voor.
de vereeniging is geweest en daarvoor heeft gedaan.
Bij de rondvraag wordt nog gesproken over een de
monstratie te Winkel, tijdens de kermis, op 8 Aug. a.s.
Een demonstratie te Nieuwe Niedorp tijdens de kermis
op 6 September a.s. met West Friesland en R.A.P. en
deelname aan de demonstratie te Anna Paulowna op
26 Juli ajB, Daarna is de vergadering gesloten.
Demonstratie Rijvereenigingen te Anna Paulowna.
Hongaarsche Post, gereden door den heer D. Geerligs,
van de rijvereeniging „West-Friesland."
„Róóde rozen!" fluisterde tante Milly nadrukkelijk.
„En om de waarheid te zeggen waren er wel geruchten
natuurlijk heeft de arme Erich nooit vermoed... Zoo
gaat het gewoonlijk... Och, och en dat zoo'n gemeene
schurk dan nog durft te komen..."
„Missohien was het niet zijn schuld," opperde tante
Lili, die onder den indruk was van Kurt. „Er zijn zoo
van die vrouwen, weet je... de arme jongen... wie weet
wat een goede man en vader hij zou kunnen worden...
zij heeft hem zonder twijfel van trouwen afgehouden...
Wel. hij zal nu misschien veranderen..."
„Maar Erna was toch altijd", begon neef Frans ver
twijfeld.
„Ja, deed erg stiekum," zei vinnig tante Milly. „Zoo'n
stil water... leek een keurig vrouwtje, huiselijk, trouw...
en dat zijn de ergsten!"
„En missohien..." hier boog zich opeens Else voor
over en fluisterde heesch, „misschien heeft ze heelemaal
niet ,bij ongeluk" teveel slaapmiddelen genomen..."
Nieuwe steen, nieuwe rimpelingen.
Het kwam mij ook vreemd voor," zei dan tante Lili.
En oom Herbert stemde toe:
„Ja, voor iemand die sinds maanden slaapmiddelen
nam, is het wel eigenaardig, zioh dan opeens te ver
gissen..."
„Hij had het misschien uitgemaakt", opperde tante
Lili. „In ieder geval had hij den schijn moeten bewaren"
knorde oom Herbert.
„Ja", stemde neef Frans, aarzelend toe, „roode ro
zen
Intusschen stond Kurt aan het bed van de doode en
keek naar haar, eenigszins schuw, want hij hield niet
van zulke dingen. Maar toen hij eenmaal gekeken had,
blééf hij kijken, getroffen, verbaasd.
Was dat de kleine, onbeduidende, lieve Erna? Zoo
veel grooter leek ze ernstiger, een beetje streng zelfs.
En waren haar handen altijd zoo mooi geweest? Madon
na-handen, verfijnd en smartelijk.
Kurt naderde aarzelend en legde zijn roode rozen
tusschen de witte bloemen die haar bedekten. Onwille
keurig zei hij, als een verklaring:
„Zij hield van kleurige bloemen."
.Ja?"
Kurt keek snel op. Zoo, dat had hij niet geweten?
Plotseling vroeg hij zich af, wat deze man wèl gewe
ten had van zijn vrouw. En of Erna werkelijk het
onbeduidende, goede vrouwtje geweest was, dat hij al
tijd in haar gezien had. Het was, als zag hij haar nu
heel anders. Als keerden uit het verleden momenten
terug... een wijze van hem aankijken, een glimlach,
aarzelend, droevig, een beetje smekendeen bewe
ging, een klank van haar stem.Hij begreep niet
meer, dat hij haar altijd zoo heelemaal onbeduidend
had gevonden, zóó onbeduidend, dat hij nooit uit zijn
gewonen, iuchtigen toon was gevallen als zij samen
sprakeneen vrouw met zulke handen
„Het is vreeselijk," fluisterde Erich. „Zoo opeens
Hij staarde ook naar de doode, zooals hij het tot nu
toe heelemaal niet gedaan had, als voelde hij, dat zijn
vriend iets bijzonders ontdekte in dat stille gelaat,
iets dat hij vergeefs trachtte óók te ontdekken.
Kurt hoog zich langzaam voorover en drukte eer
biedig zijn lippen op de koude handen.
Zwijgend verlieten zij de kamer. Het was, ais glim
lachte de doode, als overstraalde haar iets van den
gloed der roode rozen.
Stekende oogen boorden zich in Kurt's gezicht, in zijn
rug. Hij merkte het heelemaal niet. Drukte zijn vriend
de hand en ging weg.
Buiten liep hij ln gedachten verzonken door de zon.
Hy voelde zich ongewoon neerslachtig.
Ze had teveel slaapmiddelen genomen. Zonderling.
Ze leek heelemaal geen vrouw om aan slapeloosheid
te lijden... en dan, zich opeens zoo te vergissenZe
leek geen vrouw om zich In zooiets te vergissen. Ja,
wat wist men ooit van elkander? Wat en wie was zij
geweest? Hij berekende hoe lang hij haar gekend had.
Erich kende hij al zes jaar, zij 't ook met tusschen-
poozen, waarin hij op reis was geweest. Eéns, toen hij
terugkwam, was dat niet drie jaar geleden? Ja, drie
jaar geleden, had hij Erich getrouwd gevonden en had
gedacht: Net een vrouw voor hem, goed, onbeduidend...
Zal hem trouw zijn, zal goed voor zijn huishouden zor
gen, zijn kinderen opvoedenKinderen^ waren er
dan niet gekomen
Hoe het kwam, dat hij nooit tevoren gemerkt had.
dat zij mooi was, een vreemde, stille, vergeestelijkte
schoonheid? Of had de dood die over haar gelaat ver
spreid? Was het ook enkel de dood, die haar zoo mys
terieus maakte?
Hij wandelde langzaam verder. Uit een bloemen
winkel keken twee melsjesoogen, wachtten op een
blik, een groet. Maar hij zag ze niet, dacht heelemaal
niet meer aan dat meisje dacht alleen nog aan die an
dere vrouw. Weken, maandenlang, met een intensiteit,
een vreemde ziekelijke nieuwsgierigheid, een zonder
ling berouw, een verlangen, zooals hij voor geen le
vende vrouw ooit gevoeld had.
Tante Milly nam de roode rozen weg. Fatsoenshalve.
Msar Erich protesteerde:
„Waarom?"
„Róóde rozen hij een doode... Erich, dat komt toch
niet te pas".
Ze keek hem aan, alsof ze zeggen wilde: „begrijp
je dat niet?"
Erich zei nadenkend:
„Ze hield van kleurige bloemen
„Hij is blind", zei tante Milly naderhand tot de ande
ren. Maar Erich, misschien voor het éérst van zijn
leven deed iets, waarvoor hij zelf geen verklaring zou
hebben weten te geven, deed het een beetje sóhichtig,
als schaamde hij zich, als vreesde hij, dat men een
verklaring van hem zou verwachten!
Hij nam de roode rozen en legde ze naast de doode,
in de kist: voordat het deksel over haar gesloten werd.
(Nadruk verboden).