De boterinvoer in Duitschland. Marktberichten. Nagekomen Berichten. De inbraak te Stoutenburg. Evangelisatie in den Wieringermeerpolder. Een gelukkig echtpaar. Resumeerend heft het H. H. R. S. dus voor de vol gende doeleinden hare omslagen: le. Voor het onderhoud der zeeweringen, de daar op liggende wegen en binnenwaterkeeringen; a. Een vaste bijdrage, door de provincie vastge steld, van waterschappen of andere vroegere on derhoudsplichtigen; b. Een omslag over gebouwd en ongebouwd naar de belastbare opbrengst tot het totaal der uitgaven voor dit doel gedekt is. 2e. Voor rente en aflossing der watersnoodschul den;. a. een vast percentage door de provincie vast gesteld van de daarvoor aangewezen water schappen, enz. tot totaal 26,169 van het to taal te betalen bedrag; b. Een omslag over gebouwd en ongebouwd voor de rest. i. De werkzaamheden van het Hoogheemraadschap. Uit het voorgaande volgt reeds eeniger mate. dat de werkzaamheden, welke het Hoogheemraadschap ver richt, niet voortvloeien uit den vrijen wil van dat Hoogheemraadschap, doch dat Provinciale Staten daartoe uitdrukkelijk opdracht hebben verstrekt. Het beheert en heetf het onderhoud van de dijken en daarop liggende wegen, van de binnenwaterkee ringen, welke hem bij zijn ontstaan zijn overgedra gen door besluit van Provinciale Staten. Een gedeel te dezer dijken zal, na de afsluiting der Zuiderzee, van minder belang worden, doch de daarop liggende wegen worden daarom niet van minder beteekenis. Voorts verzorgt het Hoogheemraadschap de inning der gelden benoodigd voor rente en aflossing van de schulden, voortvloeiende uit den watersnood 1916. Het int verder do gelden van de vroegere onder onderhoudsplichtigen, wier wegen door hem zijn overgenomen, volgens opdracht van de provincie. Op grond van de verdeeling der bevoegdheden vol gens de grondwet en andere wetten, heeft het Hoog heemraadschap daaraan te voldoen. De hiervoor ontworpen regeling is zoo. dat de onderhoudskosten worden bestreden uit een vaste jaarlijksche bijdrage van de vorige onderhoudsplichtigen; dus evenals bij de stichting van het Hoogheemraadschap de vroege re onderhoudsplichtigen er met een vaste jaarlijk sche bijdrage afkwamen. Doch daarnevens zal voor het onderhoud der wegen een provinciale bijdrage worden verleend. De bedoeling daarbij zit voor, dat de jaarlijksche bijdrage tezamen vormen het werke lijk onderhoud, dat aan de overgedragen wegen zal worden ten koste gelegd. Reeds zijn een massa aan vragen bij het Hoogheemraadschap binnen geko men, van onderhoudsplichtigen van secundaire, ter tiaire en zelfs ook van quartiaire wegen, voor welke laatsten, door de provincie niet wordt bijgedragen. Bij deze nieuwe taak van het Hoogheemraadschap heeft de Commissie uitvoerig stilgestaan. Menigeen meent, dat hiermede het Hoogheemraadschap een taak op zich heeft genomen, welke door de ingelan den zal moeten worden bekostigd. Dit is in zijn alge meenheid onjuist, daar uitsluitend de oude onder houdsplichtigen en de provincie de kosten van dit wegenonderhoud zullen opbrengen en het Hoog heemraadschap alleen het uitvoerend lichaam zal zijn. Intusschen heeft de Commissie de vraag gesteld, of dit inderdaad het geval zal zijn, Als de provincie wegen overneemt in eigen beher, dan komen de oude onderhoudsplichtigen er inderdaad af met een jaarlijksche vaste som, welke gebaseerd is op het on derhoud in een achter ons liggende periode. Als ech ter de provincie dit nieuwe onderhoud opdraagt aan het Hoogheemraadschap, dan is het mogelijk, dat rij de provinciale bijdrage niet zooaanig maakt, dat de ze met de opbrengst, welke afkomstig is van de oude onderhoudsplichtigen, te zamen vormt de werkelij ke uitgaven voor onderhoud en beheer, zoodat het Hoogheemraadschap zelve nog zal moeten bijsprin gen. Van de zijde van het Hoogheemraadschap werd hierop geantwoord, dat de berekening der bijdrage gebaseerd zal zijn op de kosten, welke aan de ver betering van den weg naar schatting in de toekomst door het Hoogheemraadschap zullen worden be steed. De bedoeling zit voor, om zooveel mogelijk langs den weg van onderling overleg met tegenwoordige beheerders tot de overdracht van wegen te komen. Is. een weg, welke wordt overgenomen, in slechten staat, en smal, zoodat hij verbeterd en verbreed moet worden, zoo wordt door het Hoogheemraadschap een kostenberekening opgemaakt en de bijdrage van de oude onderhoudsplichtigen zoo berekend, dat de ze met de te verwachten provinciale bijdrage, de toe komstige kosten van onderhoud en beheer zal dek ken. Het is intusschen mogelijk, dat de kosten van on derhoud in de toekomst veel hooger zullen worden, b.v. door de dépreciatie van onzen gulden, of door het duurder worden van materiaal en het hooger wor den der loonen, of van de verhoogde eischen, welke aan verkeerswegen zullen worden gesteld. In zoo'n geval zou de provincie dienen bij te sprin gen en zij kan dat ook doen met gelden, die over een bepaald jaar niet worden uitgekeerd en in een fonds worden gestort, met welk fonds bijzondere bij dragen kunnen worden verstrekt. Bovendien is het door een wijziging van het Bestuursreglement mo gelijk geworden, dat door het Hoogheemraadschap ter vergoeding der kosten van onderhoud van we gen, voor zoover zij niet op andere wijze wordt ge vonden, in het geheele gebied, of ln een of meer ge deelten daarvan, afzonderlijke omslagen kunnen worden geheven. Langs dien weg kunnen dus de vroegere onderhoudsplichtigen toch weer belast wor den met het hoogere onderhoud der wegen, welke zij vroeger alleen hadden te bekostigen. Hieruit volgt, dat de schuldplichtigen aan het Hoogheemraadschap niet zullen behoeven bij te dra gen in de kosten van aan het Hoogheemraadschap overgedragen wegen, waarvoor zij nimmer onder houdsplichtig zijn geweest. Ofschoon buiten de strek king van dit rapport vallend, heeft de commissie in verband met vorenstaande de vraag gesteld of hier de oude onderhoudsplichtigen niet meer belast zul len kunnen worden, dan indien de overdracht aan de Provincie was geschied. Hierop is geantwoord dat de Provincie gelijke bevoegdheid heeft als het Hoogheemraadschap en ook in do toekomst aan vroe gere onderhoudsplichtigen een verhoogde bijdrage mag opleggen (wijziging artikel 2 Waterstaatswet 1900, welke op 1 October a.s. ingaat). Men mag aannemen, dat het bestaan van het Hoog heemraadschap in groote mate in de hand heeft ge werkt. dat de thans geldende regeling voor de uit- keeringen der provincie ten behoeve van de derde klasse wegen, totstand is gekomen; een regeling, waarmede Noordholland aan de spits staat van de provinciën wat betreft de subsidieering van de der de klasse wegen. Dank zij het bestaan van het Hoog heemraadschap, zijn de Staten in de gelegenheid ge weest voor het Noorderkwartier op eenvoudige wijze een regeling te treffen, waarbij de beheerders van der de klasse wegen in belangrijke mate ontlast worden van de kosten van het wegbeheer, Concentratie van het wegbeheer in het Hoogheemraadschap heeft dus aan de onderhoudsplichtigen van deze derde klasse wegen een direct voordeel bezorgd. Uit. een ander zal duidelijk zijn geworden, dat in de Hoogheemraadschapslasten geen bedragen voorko men, welke het Hoogheemraadschap bestemt voor het onderhoud van de hieibedoelde derde klasse we gen. De Commissie heeft sterk den indruk gekregen, dat de wijze waarop het Hoogheemraadschap is geoutil leerd, een waarborg is voor een economisch wegbe heer en wegenonderhoud, economischer dan het zou kunnen geschieden door de plaatselijke onderhouds plichtigen en door de provincie. Men mag aannemen dat. de kleine wegbeheerders thans niet meer op de hoogte kunnen zijn van. het procédé, dat .voor hun weg het meest geschikt is, noch van de dagelijks wis selende prijzen van materialen en vrachten. Men mag verder aannemen, dat, indien het wegeuonderhoud geconcentreerd word bij de provincie zelf, deze con centratie te ver zou zijn doorgevoerd, daar de pro vincie reeds zoovele zaken te behandelen heeft, zoo dat de nadeelen aan Overheidsbeheer verbonden, hier in versterkte mate tot uitdrukking zouden kunnen komen, terwijl de direct belanghebbenden geen noe menswaardiger! invloed op den gang van zaken zou den kunnen uitoefenen. Bij dit onderwerp is verder nog ter sprake geko men, of niet een principieel onderscheid dient te worden gemaakt tusschen de waterschapswerken en het wegenonderhoud. De verdeleing der lasten voor het eerste dienen principieel anders gedragen te worden dan die van het tweede Het verkeer op de wegen wordt meer en meer overwegend doorgaand verkeer, het wijzigt zich. Het gevaar voor het water wijzigt zich niet in die mate. Hoe meer het snelver keer toeneemt, hoe redelijker het wordt, dat vrijwel uitsluitend dit snelverkeer en de Overheid de on derhoudskosten opbrengen. Indien de plaatselijke onderhoudsplichtigen de kosten van het onderhoud blijven dragen en deze kosten worden zeer hoog, zoo is de onbillijkheid daarvan zeer in het oog springend. De kans bestaat, dat in de toekomst in zoon geval het Hoogheem raadschap, die meerdere kosten zal gaan dragen, waardoor de onbillijkheid ervan minder wordt ge voeld, terwijl het toch niet redelijk zou kunnen wor den geacht, dat dit wegenonderhoud in zoo groote mate wordt opgebracht, via de omslagen, welke het Hoogheemraadschap heft. Er dient dan meer te komen uit het wegenfonds ol uit andere gelden der Overheid. De Commissie is echter overtuigd, dat hot Hoog heemraadschap deze moeilijke materie door zijn rijke ervaring en zijn deskundig personeel beter kan be handelen en de belangen der onderhoudsplichtigen beter kan behartigen dan welke instelling ook. Ofschoon de Commissie dus in het wegenonderhoud principieel iets anders ziet, althans voor wat betreft het wegenonderhoud, dat thans door de concentratie ervan bij het Hoogheemraadschap wordt onderge bracht, dan het onderhoud van zeeweringen, kan de Commissie niet ontkennen, dat deze concentratie bij het Hoogheemraadschap een belang is van de oude onderhoudsplichtigen, ja zelfs van alle onderhouds plichtigen van wegen in Noord-Holland. Zonder eeni- gen twijfel zou zonder deze concentratie het onder houd duurder en minder oordeelkundig'worden uit gevoerd. Daar de provincie tot heden heeft bewezen, voor de tertiaire wegen meer te willen doen dan tot nu in andere provincies is geschied, maakt de commissie zich over de toekomst ook niet ongerust, ook al staat tegenover deze voordeden der concentratie het na deel dat steeds een zekere risico blijft bestaan, dat het Hoogheemraadschap van de oude onderhouds plichtigen niet een bedrag jaarlijks ontvangt, dat de toekomstige kosten (verminderd met de provinciale bijdrage) volkomen dekt Uit de stukken, welke de Commissie ter inzage heeft gehad, heeft zij de over tuiging kunnen putten, dat het Hoogheemraadschap in dit opzicht voor zijn belangen opkomt. De voor naamste vraag waar het hier eigenlijk om gaat is: of de provincie niet door het afschuiven van het on derhoud op eenige groote lichamen in de toekomst minder zal bijdragen aan dat onderhoud, als wan neer zij zelf dit onderhoud aan zich had getrokken. De Commissie: K. KUIPER, Voorzitter. K. STAPEL Czn. A. J. WAIBOER. Ir. T. P. HUISMAN, Secr. (Slot volgt.) SCHAGEN, 4 Augustus 1932. 11 paarden f 150375, 5 veulens f 5090 10 stieren f 50150. 19 geldekoeien magere f 100180, 70 Idem vette f 180—275, 20 kalfkoeien f 160—220, 5 pinken f 4060, 34 nuchtere kalveren f 412, 30 schapen, ma gere f 1013, 60 idem vette f 8.5014, 72 lammeren f 510, 3 bokken en geiten f 37, 20 magere varkens 714, 45 idem vette per Kg. f0.280.30, 148 biggen f 5—8, 90 kippen f 1—1.25. EIERVEILING SOHAGEN, 4 Augustus 1932. Aangevoerd zijn: 125 partijen, 94000 stuks kipeieren, 10 partijen, 1130 stuks eendeieren. De prijs liep van: kipeieren f 2.903.10, bruine 8.30, eend ei eren f 2.202.30. Zie voor volledig bericht het nummer van Zaterdag. BROEK OP LANGENDLJK. 3 Augustus 1932. Aardappelen: Schotsche muizen f 0.70—2, eigenhei mers f 1.402.10, blauwe eigenheimers f 1.70—2.60, drielingen f 1.50—1.90, roode kool f 0.60, gele kool f 0.60—0.80, vr. witte kool f 0.60, bloemkool f 12.50 2e soort f 1.80, uien: zilvernep f 8.30—9.30, zilverdrielin gen f 4.906.20, gele nep f 7.309.30, gele drielingen f 4.205.80, slaboonen f 7—8, bleten f 1.80—2.10. Aanvoer: 42000 Kg. aardappelen, 10000 Kg. roode kool, 7500 Kg. gele kool, 7200 Kg. vr. witte. 300 st. bloemkool, 7000 Kg. uien, 2150 Kg. slaboonen, 2000 Kg. bleten. NOORD SCHA RWOUD E, 8 Augustus 1932. Groote Schotsche muizen f 0.6A—0.70, Schotsche muizen f 0.80—1.70, drielingen f 1.50—1.80. duken f 0.80, bl. eigenheimers f 1.301.90, spercieboonen f 7.90—9.20, tuinboonen f 1.60, zilvernep f 8.5010.90, drielingen f 4.50—5.60, zilveruien f 1.40—2, gele nep f 8.80—11.90, 'drielingen f 3.805.60, kroten f 1.601.70, roode kool f 0.60. gew. witte kool f 0.60. gele kool f 0.600.70, bloemkool f 7.80. Aanvoer: 30400 Kg. aardappelen, 2850 Kg. spercieboonen, 240 Kg. tuinboonen, 31500 Kg. zil veruien, 6700 Kg. uien, 250 Kg. kroten, 4000 Kg. roode kool, 8500 Kg. gew. witte kool, 4000 Kg. gele kool, 135 stuks bloemkool. .W ARMENHUIZEN, 3 Augustus 1932. Schotsche muizen f 1.202.10, drielingen f 1.60, gro ve f 1.101.20, eigenheimers f 1.702.20, blauwe aard appelen f 2.50. roode kool f 0.60, gele kool f 0.600.70, gele nep f 11.1011.20, zilvernep f 10.3012.30, zilver- uien f 1,101.30, zilverdrielingen f 44.50, slaboonen f 7.408.80. Aanvoer: 7500 Kg. aardappelen, 1300 Kg. roode kool, 2100 Kg. gele kool, 400 Kg, gele nep, 7150 Kg. zllveruien. 150 Kg. slaboonen. AMSTERDAM. 3 Augustus 1932. Aardappelen: Zeeuwsche bl. eigenheimers f 2.60 tot f 3, Zeeuwsche eigenheimers f 2.603. Zeeuwsche eigenhei mer poters f 1.602, Zeeuwsche bl. eigenheimer poters f 1.602, IJpolder eigenheimers f 2.603, IJpolder bl. Eigenheimers f 2.603. IJpolder Eigenheimer poters f 1.602, Andijker muizen f 23, Andijker bl. muizen f 1.202, Langedijker muizen f 23, Noordholl. eigen- himers f. 2.402.80, Noordholl. bl. eigenheimers f 2.60 3, Rijper muizen f 23, Hillegommer Zandaardappe- len f 3-4. AMSTERDAM. 3 Aug. Ter veemarkt waren heden aangevoerd: 359 vette kal veren le kw. 4552 ct.. 2e kw. 35—44 ct.. 3e kw. 25 34 ct., per Kg. levend gewicht; 41 nuchtere kalveren f 3 7 per st., 490 vleesohvarkena 90110 Kg. 3537 ct., zware varkens 3334. vette varkens 2832 ct per Kg. slaclhtgewicht. Aan het abattoir werden aangevoerd 5 wa gons geslachte runderen uit Denemarken. WINKEL, 3 Aug. Appelen f 7—20, peren f 25, aalbessen f 7—16, kruis bessen f 27, frambozen f 1225, tomaten f 811, augur ken f 310, slaboonen f 34, snijboonen f 79. kool f 0.501, aardappelen f 12 per 100 pond, bloemkool f 810, kropsla f 1.503, meloenen f 1527, komkom mers 1 4—7 per 100 stuks. GEMEENTE SCHAGEX. Geboren: Adriana Catharina, dochter van L. W. Halman en van P. Broekhuizen. Lucas Arnoldus Jaco- bus, zoon van H. van Gastel en van C. van Schalk. Maria Jozina Alida, dochter van C. P. Oudejan» en van G. van Kooten. Alfred, zoon van M. Drukker en van E. Jacob. Ondertrouwd: Dirk Oosterveld, 24 jaar, kruidenier, te Schagen en Hendrika Maria Peeman, 19 jaar, zon der beroep, te Rotterdam. POLITIE. Verloren: een belastingplaatje, eep zilveren vulpot lood, een motorsllnger, een gouden ringetje. Gevonden: een fototoestel, een taacbje. LANGENDIJK NOORDSCHARWOUDE. Vrijdag 8 uur wordt er een openbare raadsvergadering gehouden. W 1 N K E 1 Door Gedeputeerde Staten is over 1931 een bijdrage van f 1150 uit de Provinciale kas aan de gemeente toe gekend, als bijdrage in het onderhoud der wegen. De dienatpliohtige J. de Ruljter van de lichting 1932. is opgeroepen om op 4 October a.s. te worden ingelijfd bij het 1ste half regiment van het 1ste regiment Huza ren te Amersfoort. W E ff 7 .V G E N Brand. Woensdagmiddag omstreeks 1 uur werd brand ont dekt in een schuur achter de woning van den heer C. Hujjberta in den Hoogerweg alhier. De motorspuit was zeer spoedig ter plaatse en kon den brand ln de beginne stuiten. De bewoners waren afwezig. Omtrent de oor zaak is niets bekend. De schade ls gering. ASNA PAULOWNA Duivensport. Voor de wedvlucht vanaf Soigniea (afst. 262 K.M.) wa ren 96 duiven van de vereeniging „Altijd Verder" in concours. Van de duiven, die om 8 uur gelost werden, kwam eerste aan om 11 u. 89 m. 54 sec. de laatste prljswinn: om 11 u. 58 m. 44 sec. Prijzen werden behaald door G. de Boe, 1, 4, 6 en 18; P. de Vries 2, 8. 11 en 15; N. Spigt 5. 9 ,14 en 19. W. Blaauboer 7, Jb. OornelJasen 8, 13. 17 en 22; Gebr. Van Steljn 10, 12. 18. 21, 23 en 24; J. Walboer 20. Loop der bevolking. Ingekomen: A. Stoelwlnder van Den Haag; R. Spigt van Amsterdam. Vertrokken: MeJ. Ch. Hoogmoed naar Wieringen; H. Karst en gez. naar Weert; O. Siebenga naar 8mal- llngerland; T. van der Wal, Idem; Mej. M. M. Baken naar Den Helder: K. Wit naar Nieuwe NIedorp; H. Piening naar Gieten. Burgerlijke Stand. Getrouwd: D. van Dam en P. K. M. van Dijk. Tolltle. Gevonden: een dynamo van electr. motorlamp; een hoed; een congregatieboekje; een armbandhorloge; een duimstok; een radiateur en een heerenrijwiel. Verloren: een portemoruiaie met inhoud; een vulpot lood. een duimstok; een portemonnaie met inhoud, en een armbandhorloge. D© roon wist niets van de spaarpot van zijn moeder. Vaklui aan het werk. Omtrent den brutalen inbraak In de boerderij van de 71-jarige wed. v. d. Heugel te Stoutenburg bij Amers foort, waarbij f 6000 werd buitgemaakt, weet het „Utr. Dbl." nog het volgende mee te deelen. In den nacht van de inbraak werd de bewoonster, die beneden slaapt, tegen kwart vóór twee wakker, en toen zy licht ontstoken had, bemerkte zij dat de beelden, die op de kaat hadden gestaan, verdwenen waren. Na wat verder te hebben rondgekeken, ontdekte zij ook dat de deuren van een paar kasten, die gewoonlijk gesloten waren, open stonden. En eerst nu drong het tot haar door, dat vermoedelijk bij haar was ingebroken. Aanstonds sprong zij nu uit haar bed en kwam ver volgens tot de ontdekking dat uit een der kasten een ijzeren kistje, waarin zy haar geld bewaarde, verdwenen was. Haar eerste werk was nu haar gehuwden zoon, die met zijn gezin boven sliep, te wekken, waarna aanstonds aangifte aan den rijksveldwachter te Achterveld werd gedaan. Rijks- en gemeentepolitie uit die gemeente heb ben toen onmiddellijk een onderzoek ingesteld, terwijl tevens de hulp van een politieman uit Amersfoort, die in het bezit van een speurhond is, en van een deskun dige op politioneel gebied uit Utrecht werd ingeroepen. Bij dit onderzoek is gebleken, dat hier ongetwijfeld beroepsinbrekers aan het werk zijn geweest. Aan de achterzijd van het huis door een heel moeilijk open te schuiven raampje, dat op circa 1% M. hoogte in den muur is aangebracht, binnengeklommen, hebben de inbrekes (vermoedelijk althans is het er meer dan één geweest) zich door de keuken naar de woonkamer begeven, vanwaar zij de slaapkamer, waar de weduwe in een bedstede sliep, hebben bereikt. Hier hebben zij, zooals reeds boven gemeld, twee kasten geopend, uit een waarvan een ijzeren kistje met een zeer aanzien lijk bedrag aan geld ls gestolen. Eigenaardig is, dat het zelfs den inwonenden zoon totaal onbekend was, dat zijn moeder over een dergelijk spaarpotje, dat nog nooit een cent rente heeft opge bracht, beschikte. CRISISPACHTWET. In de maand Juli zijn bij het kantongerecht te Beetsterzwaag in Friesland 411 verzoekschriften om vermindering van pacht binnengekomen. Tot nu toe heeft de kantonrechter in 56 zaken per soonlijke comparaties gehouden, waarin slechts 5 za ken door minnelijke schikking zijn afgedaan. Ruime giften. Het comité tot steun van de Vereeniging voor Evangelisatie in den Wieringermeerpolder, dat zich ten doel heeft gesteld de gelden, begroot op f 4000, be noodigd voor den arbeid van den heer K. O. Finken- sicper in den Wieringermeerpolder voor één jaar, bij een te brengen, heeft thans reeds f5100 voor dit doel ontvangen, aldus lezen we in het „Alg. Hbld.", BIJEENKOMST VAN NEDERLANDSCHE, DEEN. SCHE EN DUITSCHE VERTEGENWOORDIGERS TE BERLIJN. Dinsdagmorgen zün te Berlijn de onlangs aangekoi». digde nieuwe onderhandelingen tusschen de vertegen. I woordigers van de Duitsche regeering eenerzijds en die I van de Nederlandsche cn de Deensche rgceringen ander-1 zljds over een eventueele herziening van do thans gel-l dende regeling van Duitschlands boterinvoer begonnen.1 Doel van deze onderhandelingen is in de eerste plaaul om een eind te maken aan do onrechtvaardigheid, welJ ke daarin bestaat, dat de landen die slechts een kleiJ aandeel in den uitvoer van boter naar Duitschland plachi ten te hebben door de bestaande regeling gelyk wordeJ gesteld met landen, die, gelijk Nederland, daarin een groot aandeel hadden. Deze gelijkstelling komt In df praktijk op een zeer ongelijke behandeling uit en wel in dier voege, dat landen als Nederland en Denemarken sterk worden benadeeld, terwijl landen welker boter-uit- voer naar Duitschland tot dusver beneden de 5000 ton lag worden bevoordeeld. De belangen van Nederland en Denemarken ten op. ziohte van den boteruitvoer gaan lang niet parallel en natuurlijk geeft dit Duitschland 'n prachtige gelegenheid om de beide boterexporteerende landen tegen elkaar uit te spelen. Het is duidelijk, dat voor Nederland de onder, handelingen slechts dan een doel hebben, als er redelijk uitzicht op verbetering van de positie van ons land ten opzichte van den boterinvoer in Duitschland bestaat. Hiertoe is een volstrekt vereischte, dat de eventueele voordeelen, verbonden aan de invoering van de propor- tioneele contingenteerlng niet door nieuwe nadeelen, zoo als bijv. een overmatige tolverhooging, te niet worden gedaan. Bij een nieuwen koers in Duitschland. welke op be scherming van de Duitsche zuivelproducten bericht is, was van te voren te verwachten, dat de onderhandelin gen moeilijk zouden zijn. En helaas is. naar uit de beste bron vernomen wordt, deze verwachting in den loop van de besprekingen te volle bevestigd. Uit den aard der zaak zijn de Duitsche voorstellen nog niet in bij zonderheden geformuleerd, maar wat er tot dusver ln ■'gemeene trekken van bekend ls, drulscht zoo zeer te- i de Nederlandsche exportbelangen in, dat het niet s een basis van ernstig onderhandelen kan vormen, -s hierin niet een beslissende wending intreedt,dan zal onze delegatie zich eerlang ernstig de vraag moeten voorleggen of een verder verblijf te Berlijn voor haar nog beteekenis heeft. De vrees is dan ook niet ongegrond, dat Nederland ook ditmaal bij de onderhandelingen te Berlijn aan het kortste eind zal trekken en men er daarom verstandig aan zal doen omtrent het verloop, dezer onderhandelin gen geen aJ te groote Illusie te koesteren. Ernstige onlusten in Amerikaansch mijn-district. Troepen naar het stakingsgebied om de orde te handhaven. V.D. vernoemt uit New York: In het mijndi8trict Terrhaute (Indlana) zijn ernstig» onlusten uitgebroken. De goevemeur heeft troepen la ten aanrukken en d» «t»»* van beleg afgekon^0, sooo mijnwerkers, die ln vakvereeniBingen georganiseerd belegeren een mijn, waarin zich een groop van 80 nlet georganiseerden heeft verschanst. Beide partijen zouden sterk bewapend zijn. Tijdens een schietpartij zijn 3 per sonen gedood en talrijke anderen gewond. Goevemeur Leelie heeft twee vliegtuigeskaders tegen de rebellen uitgezonden. De vliegtuigen worden met gas- bommen uitgerust. Zij moeten bovendien voedingsmid delen en munitie voor de belegerde niet-georganiseerden naar beneden werpen, daar dezen reeds 35 uur zonder voedsel en zonder water zijn. Nader wordt gemeld: In Bicknoll, in het stakingsgebied in Indiana hebben gistermiddag de georganiseerde mijnwerkers de mijnge- bouwen van den met nlet-georganiseerde arbeiders ge dreven steenkolenmijn in brand gastoken. Alle gebouwen zijn tot den grond toe afgebrand. Eigenaardige gewoonte In een Engelsch dorpje. Klein Dunmow Is een dorpje In het Engelsche graaf schap Essex aan de Chelmer, op een paar kilometer afstand van het stadje Groot Dunmow. Klein Dun mow ls beroemd om de gewoonte van het aanbieden van een zy spek aan elk echtpaar, dat op bevredigende wijze kan aantoonen, dat het een Jaar en een dag na zijn huwelijksvoltrekking nog geen spijt van zijn trou wen heeft. De gewoonte die eenigen tijd in onbruik was geraakt, is de laatste jaren weer in ecre hersteld. Het eerste paar, dat dit jaar de zij spek heeft verwor ven, zijn een melkboer en zijn vrouw, het echtpaar Sams. Als gebruikelijk moesten zij voor een hof van onderzoek de gegrondheid van hun aanspraken toe lichten. Alle getuigen verklaarden, dat zij melk van Sams dronken en hun kinderen daarmee voedden. Ko lonel Gibbons, de brouwer van het dorp. die als rech ter fungeerde, moest er de jury, die altijd bestaat uit ongetrouwde vrouwen en mannen, speciaal op wijzen, dat zij zich bij het uitspreken van haar oordeel niet moest laten leiden door haar sympathie van haar melkboer. Heb gij ook mannen tot klant, vroeg de verdediger van de zij spek aan mijnheer Sams. ..Niet één, mijn heer," antwoordde de melkboer verlegen. Maar juf frouw Sams zei. dat zij in het minst niet jaloersch was Als mijnheer Sams niet op zijn ronde is, pleegt hij zich met zijn vrouw te vermaken met het zingen van duetten uit de operettes van Gilbert en Sullivan. ,.Wie houdt daar het eerst mee op?" vroeg de ver dediger van de zij spek. ,.ïn den regel alle twee tegelijk", zei mijnheer Sams. Zijn voornaamste troef had de verdediger echter be waard tot het kruisverhoor van juffrouw Sams. „Is het waar, dat u de laatste drie weken een blauw oog gehad hebt?" vroeg hU. „Ja. mijnheer, dat heb ik", antwoordde ze. Ea ont stond beweging in de rechtzaal. De verdediger: „En hoe was dat gekomen?* „Dat had het kindje van mün schoonzuster gedaan", antwoordde juffrouw Sams (gelach). De verdediger: „ïs die boksende baby een product van mijnheer Sams melk?" Juffrouw Sams: „Ja, mijnheer." (Luid gelach). De rechter merkte in zijn uiteenzetting van de zaak voor de jury op, dat dit hem een zaak van lactisch» excessen voorkwam. Hij had vaak vernuftige uitlatingen gehoord van de oorzaak van een blauw oog. Maar hij had het nooit hooren toeschrijven aan het bakerkind van een schoonzuster. Van den beginne af stond er de zaak van de verdedi gers van de zij spek slecht voor. Zelfs de zinspelingen van hun advocaat, dat mijnheer Sams een deel van zijn tijd doorbracht in de kaartspelholen van Dunmow (het dorp telt 320 Inwoners) maakten geen indruk op de jury, die zich eenstemmig ten gunste van de gegadigden uit sprak. De rechter kon. zich ten volle met deze uitspraak vereenigen, waarop de aanwezigen den heer en mevrouw Sams op hun schouders de rechtszaal ronddroegen, voor dat zij zich met hun zy spek naar huis begaven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 2