De boterinvoer in Duitschland.
Marktberichten.
Nagekomen Berichten.
De inbraak te
Stoutenburg.
Evangelisatie in den
Wieringermeerpolder.
Een gelukkig echtpaar.
Resumeerend heft het H. H. R. S. dus voor de vol
gende doeleinden hare omslagen:
le. Voor het onderhoud der zeeweringen, de daar
op liggende wegen en binnenwaterkeeringen;
a. Een vaste bijdrage, door de provincie vastge
steld, van waterschappen of andere vroegere on
derhoudsplichtigen;
b. Een omslag over gebouwd en ongebouwd
naar de belastbare opbrengst tot het totaal der
uitgaven voor dit doel gedekt is.
2e. Voor rente en aflossing der watersnoodschul
den;.
a. een vast percentage door de provincie vast
gesteld van de daarvoor aangewezen water
schappen, enz. tot totaal 26,169 van het to
taal te betalen bedrag;
b. Een omslag over gebouwd en ongebouwd
voor de rest.
i. De werkzaamheden van het Hoogheemraadschap.
Uit het voorgaande volgt reeds eeniger mate. dat de
werkzaamheden, welke het Hoogheemraadschap ver
richt, niet voortvloeien uit den vrijen wil van dat
Hoogheemraadschap, doch dat Provinciale Staten
daartoe uitdrukkelijk opdracht hebben verstrekt.
Het beheert en heetf het onderhoud van de dijken
en daarop liggende wegen, van de binnenwaterkee
ringen, welke hem bij zijn ontstaan zijn overgedra
gen door besluit van Provinciale Staten. Een gedeel
te dezer dijken zal, na de afsluiting der Zuiderzee,
van minder belang worden, doch de daarop liggende
wegen worden daarom niet van minder beteekenis.
Voorts verzorgt het Hoogheemraadschap de inning
der gelden benoodigd voor rente en aflossing van de
schulden, voortvloeiende uit den watersnood 1916.
Het int verder do gelden van de vroegere onder
onderhoudsplichtigen, wier wegen door hem zijn
overgenomen, volgens opdracht van de provincie.
Op grond van de verdeeling der bevoegdheden vol
gens de grondwet en andere wetten, heeft het Hoog
heemraadschap daaraan te voldoen. De hiervoor
ontworpen regeling is zoo. dat de onderhoudskosten
worden bestreden uit een vaste jaarlijksche bijdrage
van de vorige onderhoudsplichtigen; dus evenals bij
de stichting van het Hoogheemraadschap de vroege
re onderhoudsplichtigen er met een vaste jaarlijk
sche bijdrage afkwamen. Doch daarnevens zal voor
het onderhoud der wegen een provinciale bijdrage
worden verleend. De bedoeling daarbij zit voor, dat
de jaarlijksche bijdrage tezamen vormen het werke
lijk onderhoud, dat aan de overgedragen wegen zal
worden ten koste gelegd. Reeds zijn een massa aan
vragen bij het Hoogheemraadschap binnen geko
men, van onderhoudsplichtigen van secundaire, ter
tiaire en zelfs ook van quartiaire wegen, voor welke
laatsten, door de provincie niet wordt bijgedragen.
Bij deze nieuwe taak van het Hoogheemraadschap
heeft de Commissie uitvoerig stilgestaan. Menigeen
meent, dat hiermede het Hoogheemraadschap een
taak op zich heeft genomen, welke door de ingelan
den zal moeten worden bekostigd. Dit is in zijn alge
meenheid onjuist, daar uitsluitend de oude onder
houdsplichtigen en de provincie de kosten van dit
wegenonderhoud zullen opbrengen en het Hoog
heemraadschap alleen het uitvoerend lichaam zal
zijn.
Intusschen heeft de Commissie de vraag gesteld,
of dit inderdaad het geval zal zijn, Als de provincie
wegen overneemt in eigen beher, dan komen de
oude onderhoudsplichtigen er inderdaad af met een
jaarlijksche vaste som, welke gebaseerd is op het on
derhoud in een achter ons liggende periode. Als ech
ter de provincie dit nieuwe onderhoud opdraagt aan
het Hoogheemraadschap, dan is het mogelijk, dat rij
de provinciale bijdrage niet zooaanig maakt, dat de
ze met de opbrengst, welke afkomstig is van de oude
onderhoudsplichtigen, te zamen vormt de werkelij
ke uitgaven voor onderhoud en beheer, zoodat het
Hoogheemraadschap zelve nog zal moeten bijsprin
gen.
Van de zijde van het Hoogheemraadschap werd
hierop geantwoord, dat de berekening der bijdrage
gebaseerd zal zijn op de kosten, welke aan de ver
betering van den weg naar schatting in de toekomst
door het Hoogheemraadschap zullen worden be
steed.
De bedoeling zit voor, om zooveel mogelijk langs
den weg van onderling overleg met tegenwoordige
beheerders tot de overdracht van wegen te komen.
Is. een weg, welke wordt overgenomen, in slechten
staat, en smal, zoodat hij verbeterd en verbreed moet
worden, zoo wordt door het Hoogheemraadschap
een kostenberekening opgemaakt en de bijdrage van
de oude onderhoudsplichtigen zoo berekend, dat de
ze met de te verwachten provinciale bijdrage, de toe
komstige kosten van onderhoud en beheer zal dek
ken.
Het is intusschen mogelijk, dat de kosten van on
derhoud in de toekomst veel hooger zullen worden,
b.v. door de dépreciatie van onzen gulden, of door
het duurder worden van materiaal en het hooger wor
den der loonen, of van de verhoogde eischen, welke
aan verkeerswegen zullen worden gesteld.
In zoo'n geval zou de provincie dienen bij te sprin
gen en zij kan dat ook doen met gelden, die over
een bepaald jaar niet worden uitgekeerd en in een
fonds worden gestort, met welk fonds bijzondere bij
dragen kunnen worden verstrekt. Bovendien is het
door een wijziging van het Bestuursreglement mo
gelijk geworden, dat door het Hoogheemraadschap
ter vergoeding der kosten van onderhoud van we
gen, voor zoover zij niet op andere wijze wordt ge
vonden, in het geheele gebied, of ln een of meer ge
deelten daarvan, afzonderlijke omslagen kunnen
worden geheven. Langs dien weg kunnen dus de
vroegere onderhoudsplichtigen toch weer belast wor
den met het hoogere onderhoud der wegen, welke zij
vroeger alleen hadden te bekostigen.
Hieruit volgt, dat de schuldplichtigen aan het
Hoogheemraadschap niet zullen behoeven bij te dra
gen in de kosten van aan het Hoogheemraadschap
overgedragen wegen, waarvoor zij nimmer onder
houdsplichtig zijn geweest. Ofschoon buiten de strek
king van dit rapport vallend, heeft de commissie in
verband met vorenstaande de vraag gesteld of hier
de oude onderhoudsplichtigen niet meer belast zul
len kunnen worden, dan indien de overdracht aan
de Provincie was geschied. Hierop is geantwoord
dat de Provincie gelijke bevoegdheid heeft als het
Hoogheemraadschap en ook in do toekomst aan vroe
gere onderhoudsplichtigen een verhoogde bijdrage
mag opleggen (wijziging artikel 2 Waterstaatswet
1900, welke op 1 October a.s. ingaat).
Men mag aannemen, dat het bestaan van het Hoog
heemraadschap in groote mate in de hand heeft ge
werkt. dat de thans geldende regeling voor de uit-
keeringen der provincie ten behoeve van de derde
klasse wegen, totstand is gekomen; een regeling,
waarmede Noordholland aan de spits staat van de
provinciën wat betreft de subsidieering van de der
de klasse wegen. Dank zij het bestaan van het Hoog
heemraadschap, zijn de Staten in de gelegenheid ge
weest voor het Noorderkwartier op eenvoudige wijze
een regeling te treffen, waarbij de beheerders van der
de klasse wegen in belangrijke mate ontlast worden
van de kosten van het wegbeheer, Concentratie van
het wegbeheer in het Hoogheemraadschap heeft dus
aan de onderhoudsplichtigen van deze derde klasse
wegen een direct voordeel bezorgd.
Uit. een ander zal duidelijk zijn geworden, dat in
de Hoogheemraadschapslasten geen bedragen voorko
men, welke het Hoogheemraadschap bestemt voor
het onderhoud van de hieibedoelde derde klasse we
gen.
De Commissie heeft sterk den indruk gekregen, dat
de wijze waarop het Hoogheemraadschap is geoutil
leerd, een waarborg is voor een economisch wegbe
heer en wegenonderhoud, economischer dan het zou
kunnen geschieden door de plaatselijke onderhouds
plichtigen en door de provincie. Men mag aannemen
dat. de kleine wegbeheerders thans niet meer op de
hoogte kunnen zijn van. het procédé, dat .voor hun
weg het meest geschikt is, noch van de dagelijks wis
selende prijzen van materialen en vrachten. Men mag
verder aannemen, dat, indien het wegeuonderhoud
geconcentreerd word bij de provincie zelf, deze con
centratie te ver zou zijn doorgevoerd, daar de pro
vincie reeds zoovele zaken te behandelen heeft, zoo
dat de nadeelen aan Overheidsbeheer verbonden, hier
in versterkte mate tot uitdrukking zouden kunnen
komen, terwijl de direct belanghebbenden geen noe
menswaardiger! invloed op den gang van zaken zou
den kunnen uitoefenen.
Bij dit onderwerp is verder nog ter sprake geko
men, of niet een principieel onderscheid dient te
worden gemaakt tusschen de waterschapswerken en
het wegenonderhoud. De verdeleing der lasten voor
het eerste dienen principieel anders gedragen te
worden dan die van het tweede Het verkeer op de
wegen wordt meer en meer overwegend doorgaand
verkeer, het wijzigt zich. Het gevaar voor het water
wijzigt zich niet in die mate. Hoe meer het snelver
keer toeneemt, hoe redelijker het wordt, dat vrijwel
uitsluitend dit snelverkeer en de Overheid de on
derhoudskosten opbrengen.
Indien de plaatselijke onderhoudsplichtigen de
kosten van het onderhoud blijven dragen en deze
kosten worden zeer hoog, zoo is de onbillijkheid
daarvan zeer in het oog springend. De kans bestaat,
dat in de toekomst in zoon geval het Hoogheem
raadschap, die meerdere kosten zal gaan dragen,
waardoor de onbillijkheid ervan minder wordt ge
voeld, terwijl het toch niet redelijk zou kunnen wor
den geacht, dat dit wegenonderhoud in zoo groote
mate wordt opgebracht, via de omslagen, welke het
Hoogheemraadschap heft.
Er dient dan meer te komen uit het wegenfonds ol
uit andere gelden der Overheid.
De Commissie is echter overtuigd, dat hot Hoog
heemraadschap deze moeilijke materie door zijn rijke
ervaring en zijn deskundig personeel beter kan be
handelen en de belangen der onderhoudsplichtigen
beter kan behartigen dan welke instelling ook.
Ofschoon de Commissie dus in het wegenonderhoud
principieel iets anders ziet, althans voor wat betreft
het wegenonderhoud, dat thans door de concentratie
ervan bij het Hoogheemraadschap wordt onderge
bracht, dan het onderhoud van zeeweringen, kan de
Commissie niet ontkennen, dat deze concentratie bij
het Hoogheemraadschap een belang is van de oude
onderhoudsplichtigen, ja zelfs van alle onderhouds
plichtigen van wegen in Noord-Holland. Zonder eeni-
gen twijfel zou zonder deze concentratie het onder
houd duurder en minder oordeelkundig'worden uit
gevoerd.
Daar de provincie tot heden heeft bewezen, voor
de tertiaire wegen meer te willen doen dan tot nu
in andere provincies is geschied, maakt de commissie
zich over de toekomst ook niet ongerust, ook al staat
tegenover deze voordeden der concentratie het na
deel dat steeds een zekere risico blijft bestaan, dat
het Hoogheemraadschap van de oude onderhouds
plichtigen niet een bedrag jaarlijks ontvangt, dat de
toekomstige kosten (verminderd met de provinciale
bijdrage) volkomen dekt Uit de stukken, welke de
Commissie ter inzage heeft gehad, heeft zij de over
tuiging kunnen putten, dat het Hoogheemraadschap
in dit opzicht voor zijn belangen opkomt. De voor
naamste vraag waar het hier eigenlijk om gaat is:
of de provincie niet door het afschuiven van het on
derhoud op eenige groote lichamen in de toekomst
minder zal bijdragen aan dat onderhoud, als wan
neer zij zelf dit onderhoud aan zich had getrokken.
De Commissie:
K. KUIPER, Voorzitter.
K. STAPEL Czn.
A. J. WAIBOER.
Ir. T. P. HUISMAN, Secr.
(Slot volgt.)
SCHAGEN, 4 Augustus 1932.
11 paarden f 150375, 5 veulens f 5090 10 stieren
f 50150. 19 geldekoeien magere f 100180, 70 Idem
vette f 180—275, 20 kalfkoeien f 160—220, 5 pinken
f 4060, 34 nuchtere kalveren f 412, 30 schapen, ma
gere f 1013, 60 idem vette f 8.5014, 72 lammeren
f 510, 3 bokken en geiten f 37, 20 magere varkens
714, 45 idem vette per Kg. f0.280.30, 148 biggen
f 5—8, 90 kippen f 1—1.25.
EIERVEILING SOHAGEN, 4 Augustus 1932.
Aangevoerd zijn: 125 partijen, 94000 stuks kipeieren,
10 partijen, 1130 stuks eendeieren.
De prijs liep van: kipeieren f 2.903.10, bruine 8.30,
eend ei eren f 2.202.30.
Zie voor volledig bericht het nummer van Zaterdag.
BROEK OP LANGENDLJK. 3 Augustus 1932.
Aardappelen: Schotsche muizen f 0.70—2, eigenhei
mers f 1.402.10, blauwe eigenheimers f 1.70—2.60,
drielingen f 1.50—1.90, roode kool f 0.60, gele kool
f 0.60—0.80, vr. witte kool f 0.60, bloemkool f 12.50 2e
soort f 1.80, uien: zilvernep f 8.30—9.30, zilverdrielin
gen f 4.906.20, gele nep f 7.309.30, gele drielingen
f 4.205.80, slaboonen f 7—8, bleten f 1.80—2.10.
Aanvoer: 42000 Kg. aardappelen, 10000 Kg. roode
kool, 7500 Kg. gele kool, 7200 Kg. vr. witte. 300 st.
bloemkool, 7000 Kg. uien, 2150 Kg. slaboonen, 2000 Kg.
bleten.
NOORD SCHA RWOUD E, 8 Augustus 1932.
Groote Schotsche muizen f 0.6A—0.70, Schotsche
muizen f 0.80—1.70, drielingen f 1.50—1.80. duken f 0.80,
bl. eigenheimers f 1.301.90, spercieboonen f 7.90—9.20,
tuinboonen f 1.60, zilvernep f 8.5010.90, drielingen
f 4.50—5.60, zilveruien f 1.40—2, gele nep f 8.80—11.90,
'drielingen f 3.805.60, kroten f 1.601.70, roode kool
f 0.60. gew. witte kool f 0.60. gele kool f 0.600.70,
bloemkool f 7.80. Aanvoer: 30400 Kg. aardappelen, 2850
Kg. spercieboonen, 240 Kg. tuinboonen, 31500 Kg. zil
veruien, 6700 Kg. uien, 250 Kg. kroten, 4000 Kg. roode
kool, 8500 Kg. gew. witte kool, 4000 Kg. gele kool,
135 stuks bloemkool.
.W ARMENHUIZEN, 3 Augustus 1932.
Schotsche muizen f 1.202.10, drielingen f 1.60, gro
ve f 1.101.20, eigenheimers f 1.702.20, blauwe aard
appelen f 2.50. roode kool f 0.60, gele kool f 0.600.70,
gele nep f 11.1011.20, zilvernep f 10.3012.30, zilver-
uien f 1,101.30, zilverdrielingen f 44.50, slaboonen
f 7.408.80. Aanvoer: 7500 Kg. aardappelen, 1300 Kg.
roode kool, 2100 Kg. gele kool, 400 Kg, gele nep, 7150
Kg. zllveruien. 150 Kg. slaboonen.
AMSTERDAM. 3 Augustus 1932.
Aardappelen: Zeeuwsche bl. eigenheimers f 2.60 tot f 3,
Zeeuwsche eigenheimers f 2.603. Zeeuwsche eigenhei
mer poters f 1.602, Zeeuwsche bl. eigenheimer poters
f 1.602, IJpolder eigenheimers f 2.603, IJpolder bl.
Eigenheimers f 2.603. IJpolder Eigenheimer poters
f 1.602, Andijker muizen f 23, Andijker bl. muizen
f 1.202, Langedijker muizen f 23, Noordholl. eigen-
himers f. 2.402.80, Noordholl. bl. eigenheimers f 2.60
3, Rijper muizen f 23, Hillegommer Zandaardappe-
len f 3-4.
AMSTERDAM. 3 Aug.
Ter veemarkt waren heden aangevoerd: 359 vette kal
veren le kw. 4552 ct.. 2e kw. 35—44 ct.. 3e kw. 25
34 ct., per Kg. levend gewicht; 41 nuchtere kalveren f 3
7 per st., 490 vleesohvarkena 90110 Kg. 3537 ct.,
zware varkens 3334. vette varkens 2832 ct per Kg.
slaclhtgewicht. Aan het abattoir werden aangevoerd 5 wa
gons geslachte runderen uit Denemarken.
WINKEL, 3 Aug.
Appelen f 7—20, peren f 25, aalbessen f 7—16, kruis
bessen f 27, frambozen f 1225, tomaten f 811, augur
ken f 310, slaboonen f 34, snijboonen f 79. kool
f 0.501, aardappelen f 12 per 100 pond, bloemkool
f 810, kropsla f 1.503, meloenen f 1527, komkom
mers 1 4—7 per 100 stuks.
GEMEENTE SCHAGEX.
Geboren: Adriana Catharina, dochter van L. W.
Halman en van P. Broekhuizen. Lucas Arnoldus Jaco-
bus, zoon van H. van Gastel en van C. van Schalk.
Maria Jozina Alida, dochter van C. P. Oudejan» en
van G. van Kooten. Alfred, zoon van M. Drukker en
van E. Jacob.
Ondertrouwd: Dirk Oosterveld, 24 jaar, kruidenier,
te Schagen en Hendrika Maria Peeman, 19 jaar, zon
der beroep, te Rotterdam.
POLITIE.
Verloren: een belastingplaatje, eep zilveren vulpot
lood, een motorsllnger, een gouden ringetje.
Gevonden: een fototoestel, een taacbje.
LANGENDIJK
NOORDSCHARWOUDE.
Vrijdag 8 uur wordt er een openbare raadsvergadering
gehouden.
W 1 N K E 1
Door Gedeputeerde Staten is over 1931 een bijdrage
van f 1150 uit de Provinciale kas aan de gemeente toe
gekend, als bijdrage in het onderhoud der wegen.
De dienatpliohtige J. de Ruljter van de lichting 1932.
is opgeroepen om op 4 October a.s. te worden ingelijfd
bij het 1ste half regiment van het 1ste regiment Huza
ren te Amersfoort.
W E ff 7 .V G E N
Brand.
Woensdagmiddag omstreeks 1 uur werd brand ont
dekt in een schuur achter de woning van den heer C.
Hujjberta in den Hoogerweg alhier. De motorspuit was
zeer spoedig ter plaatse en kon den brand ln de beginne
stuiten. De bewoners waren afwezig. Omtrent de oor
zaak is niets bekend. De schade ls gering.
ASNA PAULOWNA
Duivensport.
Voor de wedvlucht vanaf Soigniea (afst. 262 K.M.) wa
ren 96 duiven van de vereeniging „Altijd Verder" in
concours.
Van de duiven, die om 8 uur gelost werden, kwam
eerste aan om 11 u. 89 m. 54 sec. de laatste prljswinn:
om 11 u. 58 m. 44 sec.
Prijzen werden behaald door G. de Boe, 1, 4, 6 en 18;
P. de Vries 2, 8. 11 en 15; N. Spigt 5. 9 ,14 en 19. W.
Blaauboer 7, Jb. OornelJasen 8, 13. 17 en 22; Gebr. Van
Steljn 10, 12. 18. 21, 23 en 24; J. Walboer 20.
Loop der bevolking.
Ingekomen: A. Stoelwlnder van Den Haag; R. Spigt
van Amsterdam.
Vertrokken: MeJ. Ch. Hoogmoed naar Wieringen;
H. Karst en gez. naar Weert; O. Siebenga naar 8mal-
llngerland; T. van der Wal, Idem; Mej. M. M. Baken
naar Den Helder: K. Wit naar Nieuwe NIedorp; H.
Piening naar Gieten.
Burgerlijke Stand.
Getrouwd: D. van Dam en P. K. M. van Dijk.
Tolltle.
Gevonden: een dynamo van electr. motorlamp; een
hoed; een congregatieboekje; een armbandhorloge; een
duimstok; een radiateur en een heerenrijwiel.
Verloren: een portemoruiaie met inhoud; een vulpot
lood. een duimstok; een portemonnaie met inhoud, en
een armbandhorloge.
D© roon wist niets van de spaarpot van zijn
moeder. Vaklui aan het werk.
Omtrent den brutalen inbraak In de boerderij van de
71-jarige wed. v. d. Heugel te Stoutenburg bij Amers
foort, waarbij f 6000 werd buitgemaakt, weet het „Utr.
Dbl." nog het volgende mee te deelen.
In den nacht van de inbraak werd de bewoonster, die
beneden slaapt, tegen kwart vóór twee wakker, en toen
zy licht ontstoken had, bemerkte zij dat de beelden,
die op de kaat hadden gestaan, verdwenen waren. Na
wat verder te hebben rondgekeken, ontdekte zij ook dat
de deuren van een paar kasten, die gewoonlijk gesloten
waren, open stonden. En eerst nu drong het tot haar
door, dat vermoedelijk bij haar was ingebroken.
Aanstonds sprong zij nu uit haar bed en kwam ver
volgens tot de ontdekking dat uit een der kasten een
ijzeren kistje, waarin zy haar geld bewaarde, verdwenen
was.
Haar eerste werk was nu haar gehuwden zoon, die met
zijn gezin boven sliep, te wekken, waarna aanstonds
aangifte aan den rijksveldwachter te Achterveld werd
gedaan. Rijks- en gemeentepolitie uit die gemeente heb
ben toen onmiddellijk een onderzoek ingesteld, terwijl
tevens de hulp van een politieman uit Amersfoort, die
in het bezit van een speurhond is, en van een deskun
dige op politioneel gebied uit Utrecht werd ingeroepen.
Bij dit onderzoek is gebleken, dat hier ongetwijfeld
beroepsinbrekers aan het werk zijn geweest. Aan de
achterzijd van het huis door een heel moeilijk open
te schuiven raampje, dat op circa 1% M. hoogte in
den muur is aangebracht, binnengeklommen, hebben
de inbrekes (vermoedelijk althans is het er meer dan
één geweest) zich door de keuken naar de woonkamer
begeven, vanwaar zij de slaapkamer, waar de weduwe
in een bedstede sliep, hebben bereikt. Hier hebben zij,
zooals reeds boven gemeld, twee kasten geopend, uit
een waarvan een ijzeren kistje met een zeer aanzien
lijk bedrag aan geld ls gestolen.
Eigenaardig is, dat het zelfs den inwonenden zoon
totaal onbekend was, dat zijn moeder over een dergelijk
spaarpotje, dat nog nooit een cent rente heeft opge
bracht, beschikte.
CRISISPACHTWET.
In de maand Juli zijn bij het kantongerecht te
Beetsterzwaag in Friesland 411 verzoekschriften om
vermindering van pacht binnengekomen.
Tot nu toe heeft de kantonrechter in 56 zaken per
soonlijke comparaties gehouden, waarin slechts 5 za
ken door minnelijke schikking zijn afgedaan.
Ruime giften.
Het comité tot steun van de Vereeniging voor
Evangelisatie in den Wieringermeerpolder, dat zich
ten doel heeft gesteld de gelden, begroot op f 4000, be
noodigd voor den arbeid van den heer K. O. Finken-
sicper in den Wieringermeerpolder voor één jaar, bij
een te brengen, heeft thans reeds f5100 voor dit doel
ontvangen, aldus lezen we in het „Alg. Hbld.",
BIJEENKOMST VAN NEDERLANDSCHE, DEEN.
SCHE EN DUITSCHE VERTEGENWOORDIGERS
TE BERLIJN.
Dinsdagmorgen zün te Berlijn de onlangs aangekoi».
digde nieuwe onderhandelingen tusschen de vertegen. I
woordigers van de Duitsche regeering eenerzijds en die I
van de Nederlandsche cn de Deensche rgceringen ander-1
zljds over een eventueele herziening van do thans gel-l
dende regeling van Duitschlands boterinvoer begonnen.1
Doel van deze onderhandelingen is in de eerste plaaul
om een eind te maken aan do onrechtvaardigheid, welJ
ke daarin bestaat, dat de landen die slechts een kleiJ
aandeel in den uitvoer van boter naar Duitschland plachi
ten te hebben door de bestaande regeling gelyk wordeJ
gesteld met landen, die, gelijk Nederland, daarin een
groot aandeel hadden. Deze gelijkstelling komt In df
praktijk op een zeer ongelijke behandeling uit en wel in
dier voege, dat landen als Nederland en Denemarken
sterk worden benadeeld, terwijl landen welker boter-uit-
voer naar Duitschland tot dusver beneden de 5000
ton lag worden bevoordeeld.
De belangen van Nederland en Denemarken ten op.
ziohte van den boteruitvoer gaan lang niet parallel en
natuurlijk geeft dit Duitschland 'n prachtige gelegenheid
om de beide boterexporteerende landen tegen elkaar uit
te spelen. Het is duidelijk, dat voor Nederland de onder,
handelingen slechts dan een doel hebben, als er redelijk
uitzicht op verbetering van de positie van ons land ten
opzichte van den boterinvoer in Duitschland bestaat.
Hiertoe is een volstrekt vereischte, dat de eventueele
voordeelen, verbonden aan de invoering van de propor-
tioneele contingenteerlng niet door nieuwe nadeelen, zoo
als bijv. een overmatige tolverhooging, te niet worden
gedaan.
Bij een nieuwen koers in Duitschland. welke op be
scherming van de Duitsche zuivelproducten bericht is,
was van te voren te verwachten, dat de onderhandelin
gen moeilijk zouden zijn. En helaas is. naar uit de beste
bron vernomen wordt, deze verwachting in den loop
van de besprekingen te volle bevestigd. Uit den aard
der zaak zijn de Duitsche voorstellen nog niet in bij
zonderheden geformuleerd, maar wat er tot dusver ln
■'gemeene trekken van bekend ls, drulscht zoo zeer te-
i de Nederlandsche exportbelangen in, dat het niet
s een basis van ernstig onderhandelen kan vormen,
-s hierin niet een beslissende wending intreedt,dan zal
onze delegatie zich eerlang ernstig de vraag moeten
voorleggen of een verder verblijf te Berlijn voor haar
nog beteekenis heeft.
De vrees is dan ook niet ongegrond, dat Nederland
ook ditmaal bij de onderhandelingen te Berlijn aan het
kortste eind zal trekken en men er daarom verstandig
aan zal doen omtrent het verloop, dezer onderhandelin
gen geen aJ te groote Illusie te koesteren.
Ernstige onlusten in
Amerikaansch mijn-district.
Troepen naar het stakingsgebied om de orde
te handhaven.
V.D. vernoemt uit New York:
In het mijndi8trict Terrhaute (Indlana) zijn ernstig»
onlusten uitgebroken. De goevemeur heeft troepen la
ten aanrukken en d» «t»»* van beleg afgekon^0, sooo
mijnwerkers, die ln vakvereeniBingen georganiseerd
belegeren een mijn, waarin zich een groop van 80 nlet
georganiseerden heeft verschanst. Beide partijen zouden
sterk bewapend zijn. Tijdens een schietpartij zijn 3 per
sonen gedood en talrijke anderen gewond.
Goevemeur Leelie heeft twee vliegtuigeskaders tegen
de rebellen uitgezonden. De vliegtuigen worden met gas-
bommen uitgerust. Zij moeten bovendien voedingsmid
delen en munitie voor de belegerde niet-georganiseerden
naar beneden werpen, daar dezen reeds 35 uur zonder
voedsel en zonder water zijn.
Nader wordt gemeld:
In Bicknoll, in het stakingsgebied in Indiana hebben
gistermiddag de georganiseerde mijnwerkers de mijnge-
bouwen van den met nlet-georganiseerde arbeiders ge
dreven steenkolenmijn in brand gastoken. Alle gebouwen
zijn tot den grond toe afgebrand.
Eigenaardige gewoonte In een Engelsch
dorpje.
Klein Dunmow Is een dorpje In het Engelsche graaf
schap Essex aan de Chelmer, op een paar kilometer
afstand van het stadje Groot Dunmow. Klein Dun
mow ls beroemd om de gewoonte van het aanbieden
van een zy spek aan elk echtpaar, dat op bevredigende
wijze kan aantoonen, dat het een Jaar en een dag na
zijn huwelijksvoltrekking nog geen spijt van zijn trou
wen heeft. De gewoonte die eenigen tijd in onbruik
was geraakt, is de laatste jaren weer in ecre hersteld.
Het eerste paar, dat dit jaar de zij spek heeft verwor
ven, zijn een melkboer en zijn vrouw, het echtpaar
Sams. Als gebruikelijk moesten zij voor een hof van
onderzoek de gegrondheid van hun aanspraken toe
lichten. Alle getuigen verklaarden, dat zij melk van
Sams dronken en hun kinderen daarmee voedden. Ko
lonel Gibbons, de brouwer van het dorp. die als rech
ter fungeerde, moest er de jury, die altijd bestaat uit
ongetrouwde vrouwen en mannen, speciaal op wijzen,
dat zij zich bij het uitspreken van haar oordeel niet
moest laten leiden door haar sympathie van haar
melkboer.
Heb gij ook mannen tot klant, vroeg de verdediger
van de zij spek aan mijnheer Sams. ..Niet één, mijn
heer," antwoordde de melkboer verlegen. Maar juf
frouw Sams zei. dat zij in het minst niet jaloersch was
Als mijnheer Sams niet op zijn ronde is, pleegt hij
zich met zijn vrouw te vermaken met het zingen van
duetten uit de operettes van Gilbert en Sullivan.
,.Wie houdt daar het eerst mee op?" vroeg de ver
dediger van de zij spek.
,.ïn den regel alle twee tegelijk", zei mijnheer Sams.
Zijn voornaamste troef had de verdediger echter be
waard tot het kruisverhoor van juffrouw Sams. „Is het
waar, dat u de laatste drie weken een blauw oog gehad
hebt?" vroeg hU.
„Ja. mijnheer, dat heb ik", antwoordde ze. Ea ont
stond beweging in de rechtzaal.
De verdediger: „En hoe was dat gekomen?*
„Dat had het kindje van mün schoonzuster gedaan",
antwoordde juffrouw Sams (gelach).
De verdediger: „ïs die boksende baby een product
van mijnheer Sams melk?"
Juffrouw Sams: „Ja, mijnheer." (Luid gelach).
De rechter merkte in zijn uiteenzetting van de zaak
voor de jury op, dat dit hem een zaak van lactisch»
excessen voorkwam. Hij had vaak vernuftige uitlatingen
gehoord van de oorzaak van een blauw oog. Maar hij
had het nooit hooren toeschrijven aan het bakerkind
van een schoonzuster.
Van den beginne af stond er de zaak van de verdedi
gers van de zij spek slecht voor. Zelfs de zinspelingen
van hun advocaat, dat mijnheer Sams een deel van zijn
tijd doorbracht in de kaartspelholen van Dunmow (het
dorp telt 320 Inwoners) maakten geen indruk op de jury,
die zich eenstemmig ten gunste van de gegadigden uit
sprak. De rechter kon. zich ten volle met deze uitspraak
vereenigen, waarop de aanwezigen den heer en mevrouw
Sams op hun schouders de rechtszaal ronddroegen, voor
dat zij zich met hun zy spek naar huis begaven.