Plaatselijk Nieuws.
Zaterdag 6 Augustus 1932.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9119
Jaarverslag K.N.V.B.
De Corsikaansche
bandieten.
Herfsttentoonstelling.
Theater Royal.
Brabantsche brieven.
VOETBAL
Versohenen fs het jaarverslag 19311932 van den Ko-
dnklijken Nederlandschen Voetbalbond. Daaraan ont
lenen wij het volgende:
De Bond heeft aan de crisis-omstandigheden weer-
<tand geboden op e^n wijze, welke boven verwachting is
Hü heeft zelfs een belangrijk bedrag kunnen afstaan
aan het nationaal Crisis-Comité.
De competities verliepen zeer regelmatig, zelfs zooals
pog nooit werd waargenomen.
Ter vergelijking geven we hieronder een staatje van
d« speelseizoens 1930—1931 en 1931—1932.
Aantal:
1930/31
1931/32
vastgestelde wedstrijden
8348
7334
(371)
gespeelde wedstrijden
5659
6340
(310)
uitgestelde wedstrijden
507
466
(32)
niet gespeeld wegens:
terreinafkeuring
2006
464
(23)
piet opkomen van aangestelde
scheidsrechters
49
16
het staken van den wedstrijd
63
26
bet niet opkomen van een der partijen 19
16
6)
glechte weersgesteldheid
45
6
Men vergete niet dat in 't seizoen 19311932 bekerwed
strijden werden gehouden. De cijfers tusschen haakjes
hebben op deze wedstrijden betrekking en zijn dus be
grepen in de totalen van de 2e kolom.
Promotio en degradatie.
Hierover ontleenen we aan 't verslag dat:
Wat de promotie en degradatie aangaat:
Promove eren:
naar de le klasse: Haarlem. D.H.C., Enschedesche
Boys, Middelburg en Sneek;
naar de 2e klasse: Alphen, Olympia, S.C.H., Vlissingen,
W5.C., Sittard en Muntendam:
naar de 3e klasse: Purmersteijn, W.M.S., R.O.D.I..
Halfweg, Celeritas, R.D.M., Eilermark, Albatross, FA.-
L.T.O. en Theothomee;
naar de reserve le klasse: V.U.C. H. L.O.N.G.A. II
en Frisia II:
Degradeeren:
naar de 2e klasse: H.V.V., H.F.C.. Z.A.C., de Valk en
F.V.C.;
naar de 3e klasse: Zanvoort. B.M.T.. Gelria, Velocltas
(Br.) (inmidedls teruggetrokken), Pi crus, Kerkrade en
Forward;
naar de 4e klasse: Q.S.C.. D.S.V., RE.D.W.. V.D.S..
Schoonhoven, de Tubanters, Wijhe, Oosterbeek en H.V.G.
naar de reserve 2e klasse: Unitas II, Wilhelmina 33 en
G.V.A.V. n:
naar de reserve 3e klasse: de Volewijckers 33, Baarn
n en H.V.V. Hl.
Van de wedstrijden.
Omtrent het aantal gespeelde wedstrijden geeft het
verslag de volgende cijfers:
1930/31 1931/32
Kampioenschap van Nederland 20 (20)
Promotiewedstrijden 191 (176)
Competitiewedstrijden 5787 (5463)
Bekerwedstrijden 310
Na-Competities afd. IV en V 32
6340
(5659)
Dan volgt een uitgebreid overzicht der internationale
wedstrijden, over het Fifacongres, over seriewedstrijden
tybilea, enz.
Het studentenvoetbal beslaat ettelijke bladzijden.
Het verslag besluit met een opsomming der functio
narissen die in dienst van den bond werk verrichten.
Aan het verslag van den secretaris-penningmeester
duit dat van den hoofdconsul aan.
Financiën.
De balans van den bond sluit tn actiya en passiva
met een bedrag van f 320.952.10.
De opbrengst uit de gespeelde Interland-wedstrijden
verminderd met de kosten voor de te Kopenhagen, Pa
rijs en Antwerpen gespeelde wedstrijden, bedroeg
f 65.794.92, gespecificerd als volgt:
NederlandBelgië 17/4 '32
NederlandIersche Vrijstaat 8/5 '32
Nederland—Tsjecho-Slowakije 29/5 '32
Onkosten
BenemarkenNed. 14/6 '31 f5.541.81
FrankrijkNederl. 29/1 '31 „4.118.86
BelgiëNederland 20/3 '32 2.385.99
f32.965.94
22.560.60
22.315.04
„77.841.58
De extra wedstrijd Holland—België
Hierop had de bond geen kosten. Een aparte admini
stratie hierover brengt ons de volgende gegevens.
Met de N.V. „Het Nederlandsch Sportpark" werd een
bijzonder gunstige regeling getroffen met betrekking
tot de verdeeling van de recette.
Kaartverkoop
Betaalde belasting
Aandeel Ned. Sportpark
Aandeel F.I.FJL
Onkosten
f 15.215.88
22.500.—
38.277.76
7.043.91
f 85.757.13
83.037.55
f 2.719.58
Saldo
welk bedrag gestort is in hetN.O.C.-fonds.
Voorts bevat het jaarverslag alle gegeens over de di
verse afdeellngen, van de commissies, tenslotte de com-
petltlestanden bij 't eindigen van het seizoen 1931'32.
Een anecdote over een der „koningen
van het kreupelbosch".
Een redacteur van het Journal vertoeft op Corsica,
in de hoop. daar wat te kunnen praten met Simon
Ettori, een der „koningen van het kreupelbosch",
Ettori is 26 jaar door de overheid gezocht; hij gaf
zich eindelijk gevangen en is in het begin van Juli
door het Ilof van Assicsen te Bastia vrijgesproken
van schuld aan twee hom ten laste gelegde misda
den. Dit vrijsprekend vonnis schijnt meer edelmoe
dig dan juist te zijn geweest.
De journalist heeft op Corsica een gesprek gehad
met een magistraat, den rechter Rocca Scrra, die
larenlang deel heeft uitgemaakt van de rechtbank
le Sartène en als zoodanig herhaaldelijk met de Cor-
sicaansche bandieten in aanraking is gekomen.
Mr. Hocca Serra heeft aan den journalist de vol
gende anecdote verteld, welke speelt in den tijd, ja
ren geleden dat hij procureur van de Republiek was
te Sartène:
De gendarmen hadden vernomen, dat Ettori het
maquis had verlaten en rustig ergens in een klein
huisje woonde. Op een morgen kwamen daar vijf
gendarmen aanzetten, vast overtuigd Ettori ditmaal
te pakken te zullen krijgen. Zij troffen het, want ze
kwamen juist op het oogenblik, dat Ettori. mèt een
emmer en zonder zijn geweer, zijn beroemde geweer,
precies als een rustig burger water ging putten uit
de fontein. De brigadier, die het bevel over de expe
ditie had, bezat wel een geweer, waarvan hij zich
maar slecht wist te bedienen. Want. na op Ettori, die
niets had gemerkt, te hebben aangelegd, miste hij,
Ettori ontkwam, terwijl hij den gendarmen de vree-
selijkste verwenschingen naar het hoofd slingerde.
Bij het doorzoeken van Ettori's huisje werd zijn ge
weer. een prachtig wapon. gevonden en'in beslag ge
nomen; het werd aan de rechtbank te Sartène op
geborgen. Het duurde niet lang of rijke boeren kwa
men mr. Rocca Serra vragen hun het geweer te ver-
koopen, waarvan natuurlijk geen sprake kon zijn.
Na deze boeren verscheen de luitenant van de sectie
gendarmerie tot welke de onhandige brigadier be
hoorde. De luitenant kwam mr. Hocca Serra vertellen
dat het geweer heusch aan Ettori moest worden te
ruggegeven. „Geven we het niet terug, dan zal Et
tori in zijn woede den brigadier vermoorden!"
Toen mr. Rocca Serra zoover met zijn verhaal was
gekomen, merkte de journalist lachend op: „Het is
een wonder, dat Ettori niet een klacht heeft inge
diend wegens „diefstal" van zijn geweer."
„U bent er niet ver van af", antwoordde mr. Rocca
Serra. De broer van Ettori heeft de klacht ingediend,
zeggende, dat het geweer hem toebehoorde".
Hiermede was de anecdote van den magistraat ten
einde. De redacteur van het Journal voegt er nog aan
toe, dat mr. Rocca Serra natuurlijk elk verzoek om
Ettori zijn geweer terug te geven heeft geweigerd,
maar dat de bandiet toch niet lang zonder is ge
weest. Het nieuwe geweer was een even voortreffe
lijk wapen als het oude. Wie het den bandiet had
gegeven? Menschien, die bang voor Ettori waren. De
journalist geeft te verstaan dat het niet uitgesloten
is, dat die menschen gendarmen waren.
TIJDENS HET SPELEN DOOR DEN BLIKSEM
GEDOOD.
Droevig ongeval te Hilversum.
Terwijl de ll-jari.ee Annie Lam, wonende in de
Geraniumstraat aldaar, aan het spelen was op de
heide achter den Lorentzweg, is zij door den blik
sem getroffen en op slae gedood. Haar zusje, dat
naast haar aan het spelen was, kreeg alleen brand
wonden aan de beenen.
NOODWEER BOVEN HET MOEZELGEBIED.
Wijnstokken door het water meegesleurd.
Dinsdagmiddag is boven het Midden-Moezelgebied
een hevig noodweer losgebarsten, dat even groote
schade heeft aangericht als het noodweer van eenige
weken geleden. In buitengewoon korten tijd waren
wijnbergen en velden overstroomd. Wijnstokken etc.
werden door het water weggesleurd. De wijnoogst is
op vele plaatsen voor de helft vernield. De schade is
nog niet te overzien. Volgens een mededeeling van
de rijksspoorwegdirectie van Trier is de spoorbaan
bij Licser Muehlheim tydens het noodweer over
stroomd, zoodat het treinverkeer moest worden stop
gezet. De baan kon echter spoedig weer worden vrij-
EEN TEER- EN VEERZAAK.
Prof. Lamont voor ontslag voorgedragen.
Uit Kaapstad (Zuid-Afrilta): De senaat yan de
universiteit van Pretoria heeft zijn goedkeuring ge
hecht aan het besluit van den raad der universiteit,
om den lector H. P. Lamont, den schrijver yan het
geruchtmakende boek „War, Wine, Women", per 1
October a.s. zijn ontslag te verleenen.
Onlangs hebben eenige nationalistische studenten
dezen professor ontvoerd en hem met teer en veeren
gesmeurd, omdat hij naar hun meening in genoem
den roman den Afrikaanschen stam had beleedigd.
Het besluit is# thans ter bekrachtiging aan den
minister van on'derwijs voorgedragen.
Donderdag werd in het lokaal van Mevr. Wed.
L. Zwaag een spoedvergadering gehouden van de
leden der Paasolitentoonstelling, om de vraag te be
antwoorden of dit jaar een herfsttentoonstelling van
vet rundvee zou worden gehouden of niet.
Het bestuur, aldus de heer D. Stammes van Anna
Paulowna, die de vergadering leidde, had het voor
stel om geen tentoonstelling te houden, gezien het
tekort in kas der Paaschtentoonstelling, maar waar
door tusschenkomst van den heer Joch. Blaauboer
Kz. door belangstellenden een bedrag van f 1100
was toegezegd, kwam het bestuur nu met het voor
stel, de tentoonstelling wel te laten doorgaan, al was
het dan op wat eenvoudiger leest.
De heer H. Spaans, Schagen, hield een warm plei
dooi voor het behoud der herfsttentoonstelling, die
toch voor het bevorderen der vetmarkt te Schagen.
die toch al niet biocide, zoo hoog noodig was. Scha
gen mocht in dit onzicht niet de handen in de schoot
leggen, maar moest paraat blijven, om zoo mogelijk
haar markt weer wat op te heffen.
Voorzitter was het met deze redeneering volkomen
eens, maar men mocht niet vergeten, dat de Paasch
tentoonstelling de hoofdzaak moest blijven en de
uitgaven dezer herfsttentoonstelling nier tot gevolg
mochten hebben dat op de Paaschtentoonstelling
moest worden bezuinigd.
Ook de heer Joh. (ie Veer was voor het behoud
der herfsttentoonstelling, maar achtte het toch zeer
verstandig, dat het bestuur een open oog had voor
de finantiën. Spr. achtte het geen bezwaar de prij
zen wat te verlagen en dc rubrieken schapen en var
kens te schrappen.
De heer J. Schenk Az. wees nog op het- a.s. jubi
leum der Paaschtentoonstelling en achtte het met het
oog daarop zeer gewenscht, liet nadeelig saldo niet
grooter te maken dan noodig was.
De heer D. Timmerman Pz. stelde het belang der
herfsttentoonsteiiing in 't licht, drong oo het houden
daarvan aan en liefst zoo spoedig mogelijk.
De vergadering besloot dc herfsttentoonstelling te
houden en wel op Donderdag 18 Augustus a.s.
Gevraagd zal worden aan ons Gemeentebestuur,
vrijstelling van marktgeld, het gebruik van een ge
deelte marktterrein, dat dan weder door het Ge
meentebestuur in oi'de zal worden gemaakt.
Het nrogrnmma vraagt: afgewisselde koeien, prij
zen f 10.f en f2.50; koeien met 6 breede tan
den, prijzen f 10.—fö.— en f2.50; koeien met. 4 bree
de tanden, prijzen f 10.f 5.en f 2.50; koeien met
2 breede tanden, prijzen f ±0.en f5.
Alles voor de beste, fijnste en waarst gemeste.
Voor het bevorderen 1 an het bezoek dezer herfst
tentoonstelling zal een flinke reclame worden ge
maakt.
HET VERTREK VAN MAJOOR BOOD.
Eenige dagen geleden maakten we melding van
het vertrek van den heer Bood, Majoor der Rijks-
veldwacht van Schagen naar Haarlem. Uit een groot
aantal sojlicitanten werd de heer Bood gekozen om
de vacante plaats te Haarlem te bezetten.
Al wenschen wij majoor Bood met deze onderschei
ding van harte geluk, voor Schagen is 't jammer dat
hij heen gaat. Steeds stond majoor Bood klaar om
met raad en daad bij te staan en door zijn rustig op
treden naast zijn strikte eerlijkheid, verwierf hij hier
vele vrienden. Vele jaren heeft de heer Bood ge
woond en gewerkt temidden der Schagers, die hem
nu noode zien vertrekken.
Maar gedane zaken nemen geen keer Laten
we slechts hopen, dat majoor Bood zal worden op
gevolgd door een even hoogstaand persoon als hij
was en dat het hem te Haarlem goed mag gaan.
Deze week brengt de directie van Theater Royal
den bezoekers al een zeer goed programma. De alom
met zooveel enthousiasme ontvangen film „De Ka
pitein van Koepenick" zal daar worden vertoond.
Al is dan het goede gehalte van dit werk overbe
kend, we willen niet nalaten een filmbeschrijving te
geven van dit machtig product der cinema.
Uit de gevangenis van Plötsensee wordt een man
ontslagen, die 23 jaar binnen de naakte muren van
deze gevangenis heeft doorgebracht. Postwisselver-
valsching, openlijke misleiding van de autoriteiten,
het. aannemen van een valschen naam, een en ander
bij herhaling 'gepleegd, hebben hem dezen langen
straftijd bezorgd. Het is Wilhelm Voigt, van beroep
schoenmaker. Hij heeft geen papieren, het bewijs van
zijn ontslag uitgezonderd. Waar hij ook om werk
vraagt, vraagt men hem naar zijn papieren. Een pas
wordt voor hem begrip voor alles, wat hem weer een
lid kan doen worden van dc burgerlijke maatschap
pij. Hij moet een pas hebben met een visum om [n
het buitenland tenminste werk te kunnen gaan zoe
ken, wanneer men hem in zijn vaderland niet meer
dulden wil. Maar niemand acht zich gerechtigd hem
een pas te geven. Dan breekt Wilhelm in op een poli
tiebureau om zichzelf aan een pas te helpen. Hij
wordt gesnapt. Tien jaar gevangenisstraf.
Ondertusschen begint de geschiedenis van een uni
form. Von Schlettow, Kapitein van het zooveelste Gar
deregiment te voet, laat zich een nieuw gala-uni
form aanmeten. Maar van dragen komt niets.
Na voel verwisselingen van eigenaar komt het
mooie uniform terecht hij uitdrager Krakauer, die
het onbewust bewaart voor vriend Voigt. Deze denkt
over heel andere dingen na. Hij zint op de beste ma
nier om na afloop van zijn straftijd aan een pas te
komen.' Hij houdt zich bezig met dingen, die hem
later wereldberoemd zullen maken, en studeert met
ijver in militaire werken, met hulp van een gevange
nisdirecteur, een oud-militair. Dat doet hij 10 jaar
lang. Dan wordt Wilhelm Voigt ontslagen. Nog een
maal zal hij probeeren om op een fatsoenlijke wijze
een pas te verkrijgen. Hij zoekt zijn getrouwde zus
ter in Rixdorf op. Eindelijk heeft hij een vriendelijk
tehuis gevonden, maar in de brievenbus ligt alweer
de uitwijzing van de gemeente-autoriteiten. Dan heeft
hij afgedaan met het fatsoen! Hij wil een pas!
Bij Krakauer koopt hij de uniform van von Schlet
tow, dat door Dr. Obermuller werd afgedankt en
door Krakauer voor hem bewaard werd. Op dien ge-
denkwaardigen dag: 17 October 1906, verandert Wil
helm Voigt, van beroep schoenmaker en een ont
slagen tuchthuisboef, in een retirade van het Schle-
sische station in den Kapitein van Köpenick. Hij
gaat in uniform de straat op en houdt de wacht van
de Militaire Zwemschool aan en ook die van de
schietbanen. Met twaalf man verschijnt hij op het
raadhuis van Köpenick. De Burgemeester, Dr. Ober-
müller en de gemeente-ontvanger worden gearres
teerd, de gemeentekas in beslag genomen. Onder
militaire bewaking worden de gevangenen naar Ber
lijn gevoerd. Alles is gesmeerd gegaan. Wilhelm
heeft alleen een tegenvaller: het raadhuis van Kö
penick heeft geen pasafdeeling.
Terwijl de heole wereld zich kostelijk amuseert,
bij het hooren van deze prachtig geslaagde grap,
waarover zelfs de Keizer moest lachen, verschijnt op
de pascentrale van het Hoofdbureau te Berlijn. Wil
helm Voigt, die tegen afgifte van een geldige pas,
belooft den Kapitein van Köpenick en het gestolen
geld uit te zullen leveren. De pas wordt niet alleen
beloofd, maar ook gegeven. Wilhelm Voigt geeft zich
zelf bij de politie aan. Nog volst een keer gevangenis,
maar spoedig komt de Keizerlijke begenadiging af
eneen pas!
UI venhout. 2 Augustus 1932.
Menier.
As Trui 'n blompotje uit
d'n stal haalt, 't zurgvuldig
voldoet mee goeien èèrde, nie
te schraal en nie te vet. en
»e poot 'r 'n zaaike In op
•juuste diepte en ze kwatst
er 'n slokske malsch pomp
water op. zet 't heele ge-
valleke op 'n schotteltje mee
water, zoowdat 't zaaike ge
regeld drinken en zweilen
kan onder de wermte van 't
eonneke, nouw, dan mot 't
al heel gek loopen, as er uit
da blompotje na enkele we
ken nie 'n kitsig, parmaan-
Ug sprantje omhoog komt.
As 't potje dan nie van d'n raamdurpel ofgekieperd
Wordt, of as er gin kat in de buurt komt, die 't jonge
eprankje knaauwt,kortom as 't mee rust gelaten wordt
om uit te groeien en blommekes te gaan dragen, dan
komt vanzelf d'n dag, dat da plaantje mee z'n schoone
blomblaaikes teer en deursohijnend, kleurig en zacht
lijk vlindervleugeltjes, malsch as d'n dauw zeivers en
geurig as kaneel, pralen gaat in d'n blaauwen dag as
'ti sierstukske in de Goddelijke schepping.
En as ik dazelfste allegaar doei in 't groot, heb ik. in
d'nzelfden tijd as-da-d-eene zaaike van Trui noodig had
om tot bloeienden wasdom te geraken, 'n onafzienbaar
veld vol van 't schoonste gewas, dat onder d'n goudval
van de zon z'n liedeke lispelt in devoot geruisch. deur
de stilte van d'n buiten, omhoog d'n hemel binnen.
W'k daarmee zeggen wil, mee da-d-ouwe nieuws?
Da'k toch zo'n prachtig mooi vak heb!
Tc Heb da misschient wel 's meer naar oew geschre
ven; daar staat tenminste Iets van veur m'nen geest,
maar ge mot maar denken, amico: waar 't hart van
vol is. daar drupt 't inktpotje van over.
Veural deus week kwam da stiekum plazier in m'nen
laand-arbeid weer's hekstra en daankbaar, wèrm deur
m'n zielement gekropen.
'k Had 's ovands in de kraant gelezen 'n stukske over
de onkosten van de ontwapeningsvergaderingen van de
Volksbonders.
Zeuven jaren na d'n oorlog, in 1925. zijn ze mee dieën
ontwapeningskonkelefoes begonnen. En in die ennlgte
jaren, van 25 tot '32, emmen ze vijf- en veertig muljoen
gulden verkletst. En... Is de bewapening over de heele
weareld zoowa tien keer zoow erg en zoow kostbaar
geworren, as veur 1914.
Jaren na d'n oorlog emmen ze gezocht naar d'n schul
dige. Jarenlaank hee de kraant geschreven over de
„schuldvraag". Maar bij d'n eerstvolgenden oorlog, ami
co, hoeven ze nie laank naar d'n schuldige te zoeken!
Die is. wa mijn aangaat, al laank geteekerid mee 't
Kainsteeken op z'n voorhoofd!
Maar genogt
Laat ik effekes bij m'n apprepoow blijven en m'n
eigen nie veuruit loopen. En om dan trug te komen op
da stukske: vijf-en-veertig muljoen zijn er verknoeid
aon ontwapenings-frèterijen. pracht-van-reizen en van
alles wat er zoow vast zit aan die weareldbelaaitafel-
derij.
En wa-d-is-t-er van die muljoenen over? Wa-d-is-t-er
veur geleverd?
Contrakskes die teniet gedaan wieren deur aandere
contrakskes: verhuiswagels vol van die lorren. Amparte
gouwen penhouwe^s zijn er gemokt om die voddenboel
mee te onderteekenen!
Amico. ze bakeren daar te veul. Ze zien er mekaar
te dikkels. En da's kapot!
As 'n groote familie teveul bij mekaar komt. as ze
mekaar te druk overloopen. „in-en-uit-m'n-gewitwel".
zee 't sprikwoord, dan komt er niks van terechte.
As menschen bij mekaar zijn. dan willen ze natuur
lijk 's praten. En as ze dan heel veul en erg dikkels
praten, dan rolt er wel 's 'n woordelce uit, op 'n manier,
dat 't er beter nie uit had kunnen rollen.
Dan wordt da wel 's verkeerd verstaan, per ongeluk,
soms mee opzet, en dan komt er 'n antwoord op, waar
'n hondje gin hapke van lust!
'n Bietje jaloezie, 'n drupke venijnen, 'n kwaslce af
gunst is dan voldoende om van 'nen wind 'nen donder
slag te maken en zijn de poppen aan d'n sjarston veur
de ge 't wit
't Beste blijven de menschen goeie vrinden as ze me
kaar nie al te dikkels zien; mekaar nie al te goed ken
nen! Waant as ze mekeer heelegaar deurgronden, en
eerder zijn de menschen nie tevrejen dan vallen ze
mekaar meestal lilijk teugen!
„Elke gek hee z'n gebrek", ze 't sprikwoord nie
veur niks en de gebreken vallen 't beste op. De goeie
eigenschappen komen pas veur bespreking In aanmer
king as d'n-gek-mee-z'n-gebrek dood en begraven is.
En omdat de gekken in Genève allemaal springlevend
zijn en dus: mekaaris gbreken alleen maar zien, wordt
't mee d'n vrede hoe langer hoe erger. En zal de wea
reld gin rust krijgen veur de ontwapenaars 's wa min
der bij meiaar komen. Ieder mot z'n eigen tuintje maar
gaan wieën, da's alty 'n gezonde bezigheid gewiest. As
heel de buurt bij mekaar op visite gaat om over 't wieën
van mekaars tuintjes te spreken, dan bleft er ginnen
tijd over, veur 't wieën zelf en komt er nog keet bo
vendien, omdat neimand 't velen kan, da-d-'n aander
z'n eigen mee zijn tuintje bemoeit.
Dan wordt 't 'n pan! Gin Pan-Europa, maar 'n Euro-
peesche pan en eerlijk gezeed: da-d-is 't al!
't Schonste van alles was nog mee da krantestukske,
da z'er 'n prentje bij hadden afgedrukt van 'n oorlogs
schip, de „Nelson" genaamd. En da ze 'r d'n prijs bij
hadden gezet. Da dink had 80 muljoen gekost.
Dus... wouwen ze daar mee zeggen: me zijn eigenlijk
gezeed nóg goeiekoop uit!
Als één oorlogsschip 80 muljoen kost, laat dan zeuven
jaar ontwapeningsgebaker maar gerust 45 muljoen kos
ten.
'n Schoon advocatensmoesje, amico! Da mot ik zeg
gen. Smoezen emmen ze wel geleerd in die jaren, daar
nie van! Maar d'r sting nie bij gedrukt, dat er in die-
zelfste jaren dat er 45 muljoen verkletst wier, nog veul
meer van da-d-oorlogstuig wier gemokt as vruuger.
Dus nèt as ik al zee; praten over 't wieën, maar
ondertusschen 't onkruid steuvig z'nen gaank laten
gaan!
En dan nóg iets: is daarmee da zeuvenjarig geamoes
a 45 muljoen goedgemokt?
Die 45 muljoen zijn foetsie, op!
Daar hebben me die kontrakskes veur, die gin weerde
hebben, omdat er teugen elk kontrakske 'n aander teu-
genover staat. Daar hebben me niks, niks aanders veur
terug as broerdigheid, waant ze zitten daar zóódanig
mee 'n houtje in d'n weareldput te ruuren, dat er ieder
een méér dan z'n neus vol van hee en dat nouw leder
en zee: „hè, wa stinkt 't bij m'nen buurman toch!"
Zoowdat de buurlui meer en meer de smoor aan me
kaar krijgen en de ruzie veur de deur staat.
Maar wa'k zeggen wouw: van die 85 muljoen is ten
minste wèl iets overgebleven, 'n schip!
En nouw meugde 't mee 'n oorlogsschip ééns zijn of
nie, 't ding i s overgebleven van die centen en 't héé
'n zekere wèèrde! En da nie olleen; 't is 'n bedrijf, 'n
groot bedrijf op z'n eigen, waar honderden lui d'r be
staan op verdienen en nouw motte mijn 's veurrekenen,
wat er vandaag te verdienen is aan de afgekloven
kluiven van die 45 muljoen banketten en pampieren!
Ik zie nog gin kaans om er m'n laand mee te bemes
ten en 'r 'nen boerenkool op te laten groeien!
't Zaad van Genève ontkiemt nie. 't Wordt overwoe
kerd mee de braandnetels die er gelijktijdig tusschen
gezaaid worren.
Wa ge zooveul ziet in de waersld.
As al 't werk. goeibedoelden arbeid, kon gedijen en
opbloeien as da zaaike in Trui d'ren blompot, as 't
veld da-d-ik bezaai ochirrekes, amico, wa zag 'r er
dan heel aanders uit op deuze weareld.
As alles 't, net as da zaad in d'n akker, zurgvuldig
wier opgepast en schoon gehouwen van braandnetels, en
verder overgegeven aan den zegen van Ozenlieveneer,
wa zouw 't menschdom dan veul gelukkiger zijn. En
wa zou er van m'n laanderijen terechte komen, as ik 't
werk van d'n hemel overgaf in de haanden van de ont-
wapenèèrs?
Zoowas me nouw d'n vrede in hullie handen geleed
hebben.
De vrede komt er nie zonder de hulp-van-boven. En
de hulp-van-boven komt er nie as er gedocht wordt da
me-n-'t zeivers allegaar veul beter weten as onzen eigen
Schepper. Zonder 't vertrouwen, zonder wa deemoed,
zonder God, komt er van de weareld niks aanders te
rechte, as éénen berg pampieren, die dan vandaag of
mergen in d'n braand gerokt.
Elke mensch mot veur z'n eigen daar mee beginnen.
'a Zondags naar de-kerk gaan as 't nie al te haard
regent, en in de week te branie uithangen op eigen
kracht, daarmee is niks gewonnen.
Maar as elke mensch, bij alles wat ie doet, z'n eigen
afvraagt of ie 't goed doet, naar de' letter van 't wet
boek „Geweten", dan pas kan er vrede en welvaart
veur lederen mensch en dus veur heel de weaerld ko
men.
Ge zult misschient denlken: wa-d-is d'n Dré van de
week zwaar op de haand! Amico, de zon kan nie al tij
schijnen. Nouw en dan mo er 's 'n drupke regen vallen.
En teugeswoorig, nouw d'n waereldakker heelegaar ver
dord en verschraald lee van te veul lichtzinnig plazier
van de leste tien jaren, nouw kunnen me 'n fiksche bui
gebruiken. Die er daarveur al is., waarom ik mee dit
briefke de pèreplu maar 's opstak!
Veul groeten van Trui en as altij gin horke minder
van oewen toet a voe
DRé.