Plaatselijk Nieuws. Zaterdag 6 Augustus 1932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9119 Jaarverslag K.N.V.B. De Corsikaansche bandieten. Herfsttentoonstelling. Theater Royal. Brabantsche brieven. VOETBAL Versohenen fs het jaarverslag 19311932 van den Ko- dnklijken Nederlandschen Voetbalbond. Daaraan ont lenen wij het volgende: De Bond heeft aan de crisis-omstandigheden weer- <tand geboden op e^n wijze, welke boven verwachting is Hü heeft zelfs een belangrijk bedrag kunnen afstaan aan het nationaal Crisis-Comité. De competities verliepen zeer regelmatig, zelfs zooals pog nooit werd waargenomen. Ter vergelijking geven we hieronder een staatje van d« speelseizoens 1930—1931 en 1931—1932. Aantal: 1930/31 1931/32 vastgestelde wedstrijden 8348 7334 (371) gespeelde wedstrijden 5659 6340 (310) uitgestelde wedstrijden 507 466 (32) niet gespeeld wegens: terreinafkeuring 2006 464 (23) piet opkomen van aangestelde scheidsrechters 49 16 het staken van den wedstrijd 63 26 bet niet opkomen van een der partijen 19 16 6) glechte weersgesteldheid 45 6 Men vergete niet dat in 't seizoen 19311932 bekerwed strijden werden gehouden. De cijfers tusschen haakjes hebben op deze wedstrijden betrekking en zijn dus be grepen in de totalen van de 2e kolom. Promotio en degradatie. Hierover ontleenen we aan 't verslag dat: Wat de promotie en degradatie aangaat: Promove eren: naar de le klasse: Haarlem. D.H.C., Enschedesche Boys, Middelburg en Sneek; naar de 2e klasse: Alphen, Olympia, S.C.H., Vlissingen, W5.C., Sittard en Muntendam: naar de 3e klasse: Purmersteijn, W.M.S., R.O.D.I.. Halfweg, Celeritas, R.D.M., Eilermark, Albatross, FA.- L.T.O. en Theothomee; naar de reserve le klasse: V.U.C. H. L.O.N.G.A. II en Frisia II: Degradeeren: naar de 2e klasse: H.V.V., H.F.C.. Z.A.C., de Valk en F.V.C.; naar de 3e klasse: Zanvoort. B.M.T.. Gelria, Velocltas (Br.) (inmidedls teruggetrokken), Pi crus, Kerkrade en Forward; naar de 4e klasse: Q.S.C.. D.S.V., RE.D.W.. V.D.S.. Schoonhoven, de Tubanters, Wijhe, Oosterbeek en H.V.G. naar de reserve 2e klasse: Unitas II, Wilhelmina 33 en G.V.A.V. n: naar de reserve 3e klasse: de Volewijckers 33, Baarn n en H.V.V. Hl. Van de wedstrijden. Omtrent het aantal gespeelde wedstrijden geeft het verslag de volgende cijfers: 1930/31 1931/32 Kampioenschap van Nederland 20 (20) Promotiewedstrijden 191 (176) Competitiewedstrijden 5787 (5463) Bekerwedstrijden 310 Na-Competities afd. IV en V 32 6340 (5659) Dan volgt een uitgebreid overzicht der internationale wedstrijden, over het Fifacongres, over seriewedstrijden tybilea, enz. Het studentenvoetbal beslaat ettelijke bladzijden. Het verslag besluit met een opsomming der functio narissen die in dienst van den bond werk verrichten. Aan het verslag van den secretaris-penningmeester duit dat van den hoofdconsul aan. Financiën. De balans van den bond sluit tn actiya en passiva met een bedrag van f 320.952.10. De opbrengst uit de gespeelde Interland-wedstrijden verminderd met de kosten voor de te Kopenhagen, Pa rijs en Antwerpen gespeelde wedstrijden, bedroeg f 65.794.92, gespecificerd als volgt: NederlandBelgië 17/4 '32 NederlandIersche Vrijstaat 8/5 '32 Nederland—Tsjecho-Slowakije 29/5 '32 Onkosten BenemarkenNed. 14/6 '31 f5.541.81 FrankrijkNederl. 29/1 '31 „4.118.86 BelgiëNederland 20/3 '32 2.385.99 f32.965.94 22.560.60 22.315.04 „77.841.58 De extra wedstrijd Holland—België Hierop had de bond geen kosten. Een aparte admini stratie hierover brengt ons de volgende gegevens. Met de N.V. „Het Nederlandsch Sportpark" werd een bijzonder gunstige regeling getroffen met betrekking tot de verdeeling van de recette. Kaartverkoop Betaalde belasting Aandeel Ned. Sportpark Aandeel F.I.FJL Onkosten f 15.215.88 22.500.— 38.277.76 7.043.91 f 85.757.13 83.037.55 f 2.719.58 Saldo welk bedrag gestort is in hetN.O.C.-fonds. Voorts bevat het jaarverslag alle gegeens over de di verse afdeellngen, van de commissies, tenslotte de com- petltlestanden bij 't eindigen van het seizoen 1931'32. Een anecdote over een der „koningen van het kreupelbosch". Een redacteur van het Journal vertoeft op Corsica, in de hoop. daar wat te kunnen praten met Simon Ettori, een der „koningen van het kreupelbosch", Ettori is 26 jaar door de overheid gezocht; hij gaf zich eindelijk gevangen en is in het begin van Juli door het Ilof van Assicsen te Bastia vrijgesproken van schuld aan twee hom ten laste gelegde misda den. Dit vrijsprekend vonnis schijnt meer edelmoe dig dan juist te zijn geweest. De journalist heeft op Corsica een gesprek gehad met een magistraat, den rechter Rocca Scrra, die larenlang deel heeft uitgemaakt van de rechtbank le Sartène en als zoodanig herhaaldelijk met de Cor- sicaansche bandieten in aanraking is gekomen. Mr. Hocca Serra heeft aan den journalist de vol gende anecdote verteld, welke speelt in den tijd, ja ren geleden dat hij procureur van de Republiek was te Sartène: De gendarmen hadden vernomen, dat Ettori het maquis had verlaten en rustig ergens in een klein huisje woonde. Op een morgen kwamen daar vijf gendarmen aanzetten, vast overtuigd Ettori ditmaal te pakken te zullen krijgen. Zij troffen het, want ze kwamen juist op het oogenblik, dat Ettori. mèt een emmer en zonder zijn geweer, zijn beroemde geweer, precies als een rustig burger water ging putten uit de fontein. De brigadier, die het bevel over de expe ditie had, bezat wel een geweer, waarvan hij zich maar slecht wist te bedienen. Want. na op Ettori, die niets had gemerkt, te hebben aangelegd, miste hij, Ettori ontkwam, terwijl hij den gendarmen de vree- selijkste verwenschingen naar het hoofd slingerde. Bij het doorzoeken van Ettori's huisje werd zijn ge weer. een prachtig wapon. gevonden en'in beslag ge nomen; het werd aan de rechtbank te Sartène op geborgen. Het duurde niet lang of rijke boeren kwa men mr. Rocca Serra vragen hun het geweer te ver- koopen, waarvan natuurlijk geen sprake kon zijn. Na deze boeren verscheen de luitenant van de sectie gendarmerie tot welke de onhandige brigadier be hoorde. De luitenant kwam mr. Hocca Serra vertellen dat het geweer heusch aan Ettori moest worden te ruggegeven. „Geven we het niet terug, dan zal Et tori in zijn woede den brigadier vermoorden!" Toen mr. Rocca Serra zoover met zijn verhaal was gekomen, merkte de journalist lachend op: „Het is een wonder, dat Ettori niet een klacht heeft inge diend wegens „diefstal" van zijn geweer." „U bent er niet ver van af", antwoordde mr. Rocca Serra. De broer van Ettori heeft de klacht ingediend, zeggende, dat het geweer hem toebehoorde". Hiermede was de anecdote van den magistraat ten einde. De redacteur van het Journal voegt er nog aan toe, dat mr. Rocca Serra natuurlijk elk verzoek om Ettori zijn geweer terug te geven heeft geweigerd, maar dat de bandiet toch niet lang zonder is ge weest. Het nieuwe geweer was een even voortreffe lijk wapen als het oude. Wie het den bandiet had gegeven? Menschien, die bang voor Ettori waren. De journalist geeft te verstaan dat het niet uitgesloten is, dat die menschen gendarmen waren. TIJDENS HET SPELEN DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD. Droevig ongeval te Hilversum. Terwijl de ll-jari.ee Annie Lam, wonende in de Geraniumstraat aldaar, aan het spelen was op de heide achter den Lorentzweg, is zij door den blik sem getroffen en op slae gedood. Haar zusje, dat naast haar aan het spelen was, kreeg alleen brand wonden aan de beenen. NOODWEER BOVEN HET MOEZELGEBIED. Wijnstokken door het water meegesleurd. Dinsdagmiddag is boven het Midden-Moezelgebied een hevig noodweer losgebarsten, dat even groote schade heeft aangericht als het noodweer van eenige weken geleden. In buitengewoon korten tijd waren wijnbergen en velden overstroomd. Wijnstokken etc. werden door het water weggesleurd. De wijnoogst is op vele plaatsen voor de helft vernield. De schade is nog niet te overzien. Volgens een mededeeling van de rijksspoorwegdirectie van Trier is de spoorbaan bij Licser Muehlheim tydens het noodweer over stroomd, zoodat het treinverkeer moest worden stop gezet. De baan kon echter spoedig weer worden vrij- EEN TEER- EN VEERZAAK. Prof. Lamont voor ontslag voorgedragen. Uit Kaapstad (Zuid-Afrilta): De senaat yan de universiteit van Pretoria heeft zijn goedkeuring ge hecht aan het besluit van den raad der universiteit, om den lector H. P. Lamont, den schrijver yan het geruchtmakende boek „War, Wine, Women", per 1 October a.s. zijn ontslag te verleenen. Onlangs hebben eenige nationalistische studenten dezen professor ontvoerd en hem met teer en veeren gesmeurd, omdat hij naar hun meening in genoem den roman den Afrikaanschen stam had beleedigd. Het besluit is# thans ter bekrachtiging aan den minister van on'derwijs voorgedragen. Donderdag werd in het lokaal van Mevr. Wed. L. Zwaag een spoedvergadering gehouden van de leden der Paasolitentoonstelling, om de vraag te be antwoorden of dit jaar een herfsttentoonstelling van vet rundvee zou worden gehouden of niet. Het bestuur, aldus de heer D. Stammes van Anna Paulowna, die de vergadering leidde, had het voor stel om geen tentoonstelling te houden, gezien het tekort in kas der Paaschtentoonstelling, maar waar door tusschenkomst van den heer Joch. Blaauboer Kz. door belangstellenden een bedrag van f 1100 was toegezegd, kwam het bestuur nu met het voor stel, de tentoonstelling wel te laten doorgaan, al was het dan op wat eenvoudiger leest. De heer H. Spaans, Schagen, hield een warm plei dooi voor het behoud der herfsttentoonstelling, die toch voor het bevorderen der vetmarkt te Schagen. die toch al niet biocide, zoo hoog noodig was. Scha gen mocht in dit onzicht niet de handen in de schoot leggen, maar moest paraat blijven, om zoo mogelijk haar markt weer wat op te heffen. Voorzitter was het met deze redeneering volkomen eens, maar men mocht niet vergeten, dat de Paasch tentoonstelling de hoofdzaak moest blijven en de uitgaven dezer herfsttentoonstelling nier tot gevolg mochten hebben dat op de Paaschtentoonstelling moest worden bezuinigd. Ook de heer Joh. (ie Veer was voor het behoud der herfsttentoonstelling, maar achtte het toch zeer verstandig, dat het bestuur een open oog had voor de finantiën. Spr. achtte het geen bezwaar de prij zen wat te verlagen en dc rubrieken schapen en var kens te schrappen. De heer J. Schenk Az. wees nog op het- a.s. jubi leum der Paaschtentoonstelling en achtte het met het oog daarop zeer gewenscht, liet nadeelig saldo niet grooter te maken dan noodig was. De heer D. Timmerman Pz. stelde het belang der herfsttentoonsteiiing in 't licht, drong oo het houden daarvan aan en liefst zoo spoedig mogelijk. De vergadering besloot dc herfsttentoonstelling te houden en wel op Donderdag 18 Augustus a.s. Gevraagd zal worden aan ons Gemeentebestuur, vrijstelling van marktgeld, het gebruik van een ge deelte marktterrein, dat dan weder door het Ge meentebestuur in oi'de zal worden gemaakt. Het nrogrnmma vraagt: afgewisselde koeien, prij zen f 10.f en f2.50; koeien met 6 breede tan den, prijzen f 10.—fö.— en f2.50; koeien met. 4 bree de tanden, prijzen f 10.f 5.en f 2.50; koeien met 2 breede tanden, prijzen f ±0.en f5. Alles voor de beste, fijnste en waarst gemeste. Voor het bevorderen 1 an het bezoek dezer herfst tentoonstelling zal een flinke reclame worden ge maakt. HET VERTREK VAN MAJOOR BOOD. Eenige dagen geleden maakten we melding van het vertrek van den heer Bood, Majoor der Rijks- veldwacht van Schagen naar Haarlem. Uit een groot aantal sojlicitanten werd de heer Bood gekozen om de vacante plaats te Haarlem te bezetten. Al wenschen wij majoor Bood met deze onderschei ding van harte geluk, voor Schagen is 't jammer dat hij heen gaat. Steeds stond majoor Bood klaar om met raad en daad bij te staan en door zijn rustig op treden naast zijn strikte eerlijkheid, verwierf hij hier vele vrienden. Vele jaren heeft de heer Bood ge woond en gewerkt temidden der Schagers, die hem nu noode zien vertrekken. Maar gedane zaken nemen geen keer Laten we slechts hopen, dat majoor Bood zal worden op gevolgd door een even hoogstaand persoon als hij was en dat het hem te Haarlem goed mag gaan. Deze week brengt de directie van Theater Royal den bezoekers al een zeer goed programma. De alom met zooveel enthousiasme ontvangen film „De Ka pitein van Koepenick" zal daar worden vertoond. Al is dan het goede gehalte van dit werk overbe kend, we willen niet nalaten een filmbeschrijving te geven van dit machtig product der cinema. Uit de gevangenis van Plötsensee wordt een man ontslagen, die 23 jaar binnen de naakte muren van deze gevangenis heeft doorgebracht. Postwisselver- valsching, openlijke misleiding van de autoriteiten, het. aannemen van een valschen naam, een en ander bij herhaling 'gepleegd, hebben hem dezen langen straftijd bezorgd. Het is Wilhelm Voigt, van beroep schoenmaker. Hij heeft geen papieren, het bewijs van zijn ontslag uitgezonderd. Waar hij ook om werk vraagt, vraagt men hem naar zijn papieren. Een pas wordt voor hem begrip voor alles, wat hem weer een lid kan doen worden van dc burgerlijke maatschap pij. Hij moet een pas hebben met een visum om [n het buitenland tenminste werk te kunnen gaan zoe ken, wanneer men hem in zijn vaderland niet meer dulden wil. Maar niemand acht zich gerechtigd hem een pas te geven. Dan breekt Wilhelm in op een poli tiebureau om zichzelf aan een pas te helpen. Hij wordt gesnapt. Tien jaar gevangenisstraf. Ondertusschen begint de geschiedenis van een uni form. Von Schlettow, Kapitein van het zooveelste Gar deregiment te voet, laat zich een nieuw gala-uni form aanmeten. Maar van dragen komt niets. Na voel verwisselingen van eigenaar komt het mooie uniform terecht hij uitdrager Krakauer, die het onbewust bewaart voor vriend Voigt. Deze denkt over heel andere dingen na. Hij zint op de beste ma nier om na afloop van zijn straftijd aan een pas te komen.' Hij houdt zich bezig met dingen, die hem later wereldberoemd zullen maken, en studeert met ijver in militaire werken, met hulp van een gevange nisdirecteur, een oud-militair. Dat doet hij 10 jaar lang. Dan wordt Wilhelm Voigt ontslagen. Nog een maal zal hij probeeren om op een fatsoenlijke wijze een pas te verkrijgen. Hij zoekt zijn getrouwde zus ter in Rixdorf op. Eindelijk heeft hij een vriendelijk tehuis gevonden, maar in de brievenbus ligt alweer de uitwijzing van de gemeente-autoriteiten. Dan heeft hij afgedaan met het fatsoen! Hij wil een pas! Bij Krakauer koopt hij de uniform van von Schlet tow, dat door Dr. Obermuller werd afgedankt en door Krakauer voor hem bewaard werd. Op dien ge- denkwaardigen dag: 17 October 1906, verandert Wil helm Voigt, van beroep schoenmaker en een ont slagen tuchthuisboef, in een retirade van het Schle- sische station in den Kapitein van Köpenick. Hij gaat in uniform de straat op en houdt de wacht van de Militaire Zwemschool aan en ook die van de schietbanen. Met twaalf man verschijnt hij op het raadhuis van Köpenick. De Burgemeester, Dr. Ober- müller en de gemeente-ontvanger worden gearres teerd, de gemeentekas in beslag genomen. Onder militaire bewaking worden de gevangenen naar Ber lijn gevoerd. Alles is gesmeerd gegaan. Wilhelm heeft alleen een tegenvaller: het raadhuis van Kö penick heeft geen pasafdeeling. Terwijl de heole wereld zich kostelijk amuseert, bij het hooren van deze prachtig geslaagde grap, waarover zelfs de Keizer moest lachen, verschijnt op de pascentrale van het Hoofdbureau te Berlijn. Wil helm Voigt, die tegen afgifte van een geldige pas, belooft den Kapitein van Köpenick en het gestolen geld uit te zullen leveren. De pas wordt niet alleen beloofd, maar ook gegeven. Wilhelm Voigt geeft zich zelf bij de politie aan. Nog volst een keer gevangenis, maar spoedig komt de Keizerlijke begenadiging af eneen pas! UI venhout. 2 Augustus 1932. Menier. As Trui 'n blompotje uit d'n stal haalt, 't zurgvuldig voldoet mee goeien èèrde, nie te schraal en nie te vet. en »e poot 'r 'n zaaike In op •juuste diepte en ze kwatst er 'n slokske malsch pomp water op. zet 't heele ge- valleke op 'n schotteltje mee water, zoowdat 't zaaike ge regeld drinken en zweilen kan onder de wermte van 't eonneke, nouw, dan mot 't al heel gek loopen, as er uit da blompotje na enkele we ken nie 'n kitsig, parmaan- Ug sprantje omhoog komt. As 't potje dan nie van d'n raamdurpel ofgekieperd Wordt, of as er gin kat in de buurt komt, die 't jonge eprankje knaauwt,kortom as 't mee rust gelaten wordt om uit te groeien en blommekes te gaan dragen, dan komt vanzelf d'n dag, dat da plaantje mee z'n schoone blomblaaikes teer en deursohijnend, kleurig en zacht lijk vlindervleugeltjes, malsch as d'n dauw zeivers en geurig as kaneel, pralen gaat in d'n blaauwen dag as 'ti sierstukske in de Goddelijke schepping. En as ik dazelfste allegaar doei in 't groot, heb ik. in d'nzelfden tijd as-da-d-eene zaaike van Trui noodig had om tot bloeienden wasdom te geraken, 'n onafzienbaar veld vol van 't schoonste gewas, dat onder d'n goudval van de zon z'n liedeke lispelt in devoot geruisch. deur de stilte van d'n buiten, omhoog d'n hemel binnen. W'k daarmee zeggen wil, mee da-d-ouwe nieuws? Da'k toch zo'n prachtig mooi vak heb! Tc Heb da misschient wel 's meer naar oew geschre ven; daar staat tenminste Iets van veur m'nen geest, maar ge mot maar denken, amico: waar 't hart van vol is. daar drupt 't inktpotje van over. Veural deus week kwam da stiekum plazier in m'nen laand-arbeid weer's hekstra en daankbaar, wèrm deur m'n zielement gekropen. 'k Had 's ovands in de kraant gelezen 'n stukske over de onkosten van de ontwapeningsvergaderingen van de Volksbonders. Zeuven jaren na d'n oorlog, in 1925. zijn ze mee dieën ontwapeningskonkelefoes begonnen. En in die ennlgte jaren, van 25 tot '32, emmen ze vijf- en veertig muljoen gulden verkletst. En... Is de bewapening over de heele weareld zoowa tien keer zoow erg en zoow kostbaar geworren, as veur 1914. Jaren na d'n oorlog emmen ze gezocht naar d'n schul dige. Jarenlaank hee de kraant geschreven over de „schuldvraag". Maar bij d'n eerstvolgenden oorlog, ami co, hoeven ze nie laank naar d'n schuldige te zoeken! Die is. wa mijn aangaat, al laank geteekerid mee 't Kainsteeken op z'n voorhoofd! Maar genogt Laat ik effekes bij m'n apprepoow blijven en m'n eigen nie veuruit loopen. En om dan trug te komen op da stukske: vijf-en-veertig muljoen zijn er verknoeid aon ontwapenings-frèterijen. pracht-van-reizen en van alles wat er zoow vast zit aan die weareldbelaaitafel- derij. En wa-d-is-t-er van die muljoenen over? Wa-d-is-t-er veur geleverd? Contrakskes die teniet gedaan wieren deur aandere contrakskes: verhuiswagels vol van die lorren. Amparte gouwen penhouwe^s zijn er gemokt om die voddenboel mee te onderteekenen! Amico. ze bakeren daar te veul. Ze zien er mekaar te dikkels. En da's kapot! As 'n groote familie teveul bij mekaar komt. as ze mekaar te druk overloopen. „in-en-uit-m'n-gewitwel". zee 't sprikwoord, dan komt er niks van terechte. As menschen bij mekaar zijn. dan willen ze natuur lijk 's praten. En as ze dan heel veul en erg dikkels praten, dan rolt er wel 's 'n woordelce uit, op 'n manier, dat 't er beter nie uit had kunnen rollen. Dan wordt da wel 's verkeerd verstaan, per ongeluk, soms mee opzet, en dan komt er 'n antwoord op, waar 'n hondje gin hapke van lust! 'n Bietje jaloezie, 'n drupke venijnen, 'n kwaslce af gunst is dan voldoende om van 'nen wind 'nen donder slag te maken en zijn de poppen aan d'n sjarston veur de ge 't wit 't Beste blijven de menschen goeie vrinden as ze me kaar nie al te dikkels zien; mekaar nie al te goed ken nen! Waant as ze mekeer heelegaar deurgronden, en eerder zijn de menschen nie tevrejen dan vallen ze mekaar meestal lilijk teugen! „Elke gek hee z'n gebrek", ze 't sprikwoord nie veur niks en de gebreken vallen 't beste op. De goeie eigenschappen komen pas veur bespreking In aanmer king as d'n-gek-mee-z'n-gebrek dood en begraven is. En omdat de gekken in Genève allemaal springlevend zijn en dus: mekaaris gbreken alleen maar zien, wordt 't mee d'n vrede hoe langer hoe erger. En zal de wea reld gin rust krijgen veur de ontwapenaars 's wa min der bij meiaar komen. Ieder mot z'n eigen tuintje maar gaan wieën, da's alty 'n gezonde bezigheid gewiest. As heel de buurt bij mekaar op visite gaat om over 't wieën van mekaars tuintjes te spreken, dan bleft er ginnen tijd over, veur 't wieën zelf en komt er nog keet bo vendien, omdat neimand 't velen kan, da-d-'n aander z'n eigen mee zijn tuintje bemoeit. Dan wordt 't 'n pan! Gin Pan-Europa, maar 'n Euro- peesche pan en eerlijk gezeed: da-d-is 't al! 't Schonste van alles was nog mee da krantestukske, da z'er 'n prentje bij hadden afgedrukt van 'n oorlogs schip, de „Nelson" genaamd. En da ze 'r d'n prijs bij hadden gezet. Da dink had 80 muljoen gekost. Dus... wouwen ze daar mee zeggen: me zijn eigenlijk gezeed nóg goeiekoop uit! Als één oorlogsschip 80 muljoen kost, laat dan zeuven jaar ontwapeningsgebaker maar gerust 45 muljoen kos ten. 'n Schoon advocatensmoesje, amico! Da mot ik zeg gen. Smoezen emmen ze wel geleerd in die jaren, daar nie van! Maar d'r sting nie bij gedrukt, dat er in die- zelfste jaren dat er 45 muljoen verkletst wier, nog veul meer van da-d-oorlogstuig wier gemokt as vruuger. Dus nèt as ik al zee; praten over 't wieën, maar ondertusschen 't onkruid steuvig z'nen gaank laten gaan! En dan nóg iets: is daarmee da zeuvenjarig geamoes a 45 muljoen goedgemokt? Die 45 muljoen zijn foetsie, op! Daar hebben me die kontrakskes veur, die gin weerde hebben, omdat er teugen elk kontrakske 'n aander teu- genover staat. Daar hebben me niks, niks aanders veur terug as broerdigheid, waant ze zitten daar zóódanig mee 'n houtje in d'n weareldput te ruuren, dat er ieder een méér dan z'n neus vol van hee en dat nouw leder en zee: „hè, wa stinkt 't bij m'nen buurman toch!" Zoowdat de buurlui meer en meer de smoor aan me kaar krijgen en de ruzie veur de deur staat. Maar wa'k zeggen wouw: van die 85 muljoen is ten minste wèl iets overgebleven, 'n schip! En nouw meugde 't mee 'n oorlogsschip ééns zijn of nie, 't ding i s overgebleven van die centen en 't héé 'n zekere wèèrde! En da nie olleen; 't is 'n bedrijf, 'n groot bedrijf op z'n eigen, waar honderden lui d'r be staan op verdienen en nouw motte mijn 's veurrekenen, wat er vandaag te verdienen is aan de afgekloven kluiven van die 45 muljoen banketten en pampieren! Ik zie nog gin kaans om er m'n laand mee te bemes ten en 'r 'nen boerenkool op te laten groeien! 't Zaad van Genève ontkiemt nie. 't Wordt overwoe kerd mee de braandnetels die er gelijktijdig tusschen gezaaid worren. Wa ge zooveul ziet in de waersld. As al 't werk. goeibedoelden arbeid, kon gedijen en opbloeien as da zaaike in Trui d'ren blompot, as 't veld da-d-ik bezaai ochirrekes, amico, wa zag 'r er dan heel aanders uit op deuze weareld. As alles 't, net as da zaad in d'n akker, zurgvuldig wier opgepast en schoon gehouwen van braandnetels, en verder overgegeven aan den zegen van Ozenlieveneer, wa zouw 't menschdom dan veul gelukkiger zijn. En wa zou er van m'n laanderijen terechte komen, as ik 't werk van d'n hemel overgaf in de haanden van de ont- wapenèèrs? Zoowas me nouw d'n vrede in hullie handen geleed hebben. De vrede komt er nie zonder de hulp-van-boven. En de hulp-van-boven komt er nie as er gedocht wordt da me-n-'t zeivers allegaar veul beter weten as onzen eigen Schepper. Zonder 't vertrouwen, zonder wa deemoed, zonder God, komt er van de weareld niks aanders te rechte, as éénen berg pampieren, die dan vandaag of mergen in d'n braand gerokt. Elke mensch mot veur z'n eigen daar mee beginnen. 'a Zondags naar de-kerk gaan as 't nie al te haard regent, en in de week te branie uithangen op eigen kracht, daarmee is niks gewonnen. Maar as elke mensch, bij alles wat ie doet, z'n eigen afvraagt of ie 't goed doet, naar de' letter van 't wet boek „Geweten", dan pas kan er vrede en welvaart veur lederen mensch en dus veur heel de weaerld ko men. Ge zult misschient denlken: wa-d-is d'n Dré van de week zwaar op de haand! Amico, de zon kan nie al tij schijnen. Nouw en dan mo er 's 'n drupke regen vallen. En teugeswoorig, nouw d'n waereldakker heelegaar ver dord en verschraald lee van te veul lichtzinnig plazier van de leste tien jaren, nouw kunnen me 'n fiksche bui gebruiken. Die er daarveur al is., waarom ik mee dit briefke de pèreplu maar 's opstak! Veul groeten van Trui en as altij gin horke minder van oewen toet a voe DRé.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5