Per motorrijwiel en zijspan over land
naar Batavia.
Het Pad langs
de Klip
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
Een mislukte pronunciamlento Het
onverwachte geweervuur in den nacht.
(Van onzen reizenden correspondent).
MADRID, Augustus 1932.
TEGEN geweerschoten en machine-geweer-vuur is
ook een journalist machteloos en zoo ben ik
door de omstandigheden gedwongen het gere
geld verhaal van mijn tocht naar Batavia
voor een oogenblik af te breken en plotseling te
schrijven over geweerschoten, gevechten, arrestaties,
dooden en gewonden. Ik was te Madrid aangekomen
met het voornemen, daar eenigen tijd te blijven om
er rustig te werken, want als men honderden kilome
ters in den zijspan van een motorrijwiel heeft afge
legd over onze schoone, maar eenigszins ongelijke aar
de. dan is men 's avonds niet in de beste conditie om
zich met een aannemelijk resultaat aan een schrijf
tafel te zetten, 's Avonds kwamen we te Madrid aan,
nadat we twee dagen hadden gekampeerd nabij een
klein dorp zonder hotels, zelfs zonder cafétje. Een
bed was dus welkom en den volgenden morgen ston
den we laat op, dwaalden een uurtje door de schoone,
kleurige en levendige Spaansche hoofdstad,, maar leg
den ons 's middags, toen de hitte het felst brandde,
weder eenige uren ter ruste, zooals trouwens bijna
alle Madrileezen doen. De avondkoelte wekte ons
naar buiten, naar een wandelweg en parkje op een
hoogte, waar men een groot deel van Madrid overziet.
Er wandelden en zaten op banken en stoelen duizen
den van de koelte genietende menschen, waaronder
vele in helle kleuren gekleede Spaanschen, die zich
zonder ophouden bewaalerden. Er klonk in de avond
stilte bekorende muziek en 't was zoo heerlijk in den
geurenzwaren avond, dat we niet konden besluiten
naar ons pension te gaan en onze bedden op te zoe
ken. Nog na middernacht was het vo! en levendig op
de hoog gelegen wandelplaats. De. menschen hadden
nog geen behoefte aan nachtrust, daar ze immers 's
middags gedurende de felste hitte van den dag hadden
geslapen.
Geweervuur
Wij bevonden ons in gezelschap van nog eenige gasten
van ons pensoion en babbelden, genietend van de
koelte en het kleurige Spaansche leven, zacht Het
was bijna half een, toen we plotseing beneden ons. In
de met duizenden lichtjes als geïllumineerde stad, een
kort geweervuur hoorden. Dertig, veertig schoten vie
len er in het geheel, toen was het weder stil. De men
schen in het park lieten zich daardoor niet storen.
Niemand scheen er aandacht aan te wijden, maar mij
kwam dit geweervuur in den nacht vreemd voor.
Voordat ik me te slapen legde, wandelde ik daarom
nog alleen de stad in. Ik passeerde een patrouille gardes
civils te paard, die twee als heeren gekleede. niet meer
jonge personen, weg voerde als gevangenen. Dat was
alles. De nog talrijker wandelaars toonden niet de minste
onrust of opwinding, 's Nachts te ongeveer vier uur
ontwaakte ik, nadat ik me te ongeveer twee uur te
ruste had gelegd. Ik meende weder geweerschoten en
zelfs mitrailleurvuur te hooren. doch eennige zwaar
beladen vrachtautomobielen verdoofden elk ander ge
luid en ik sliep weder in. Toen ik 's morgens om vóór
negen uur me naar 't hoofdpostkantoor begaf, zag ik
evenwel dadelijk, dat iets bijzonders gaande was. Op
hoeken van straten stonden automobielen vol zwaar
gewapende militairen, politie-agenten en gardes civil.
De bank van Spanje werd door een bereden afdeeling
bewaakt, evenals het monumentale hoofdpostkantoor.
Hier waren in vensters kogelgaten en op enkele plaat
sen waren aan de voorpui bloedsporen zichtbaar.
Een aantal officieren had met een paar honderd
man de huidige republikeinsche regeering om willen
werpen. Met welk doel? De heeren waren het onder
elkander niet eens. Onder hen zijn enkele rasechte
monarchisten; andere schijnen meer het plan te hebben
gehad, een militaire dictatuur zonder koning uit te
roepen.
De eerste aanval was gericht op het „Paleis der
Communicaties", m.a.w. het hoofdpost- en telegraaf
kantoor en het er schuin tegenover gelegen ministerie
van oorlog.
De aanval op het post- en telegraafkantoor mislukte
voornamelijk door de houding van één garde-civil, die,
opgesteld in den grooten hall, de binnendringende op
standelingen verhinderde de telegraaf-afdeeling binnen
te komen. Deze garde-civil, Zamorra geheeten, een naam
genoot dus van den president der republiek, had zich
verschanst achter een steenen balustrade. Vijf schoten
had hij in zijn geweer en de opstandelingen wisten, dat
deze garde-civil minstens vijf man zou nederleggen en
voor zulk een dood gevoelde geen der muiters iets.
Buiten ontspon zich intusschen een kort' vuurgevecht
tusschen opstandelingen en telefonisch ter hulp geroe
pen garde-civils, dat spoedig in het voordeel van laatst
genoemden eindigde. Hoe groot het aantal dooden is,
FEUILLETON.
UIT HET ENGELSCH VAN
J. 8. FLETCHER.
24.
„Kijk eens," riep Sindal plotseling. „Het is een duide
lijk bewezen feit, dat Birch en Mademoiselle elkaar in
den laatsten tijd in het geheim ontmoeten. Om te be
ginnen met Maandagnacht zelfs al zouden we enkele
dingen moeten veronderstellen, van andere fei
ten hebben we zekerheid. Ongeveer c*m zes uur zoekt
Sir Cheville Stanbury Biroh op, die een testament-acte
voor hem ter teekening klaar heeft, waarmede hij hon
derdduizend pond aan Mademoiselle de Coulanges le
gateert
Sir Cheville teekent zijn testament en neemt het op
xijn eigen verlangen mee. Hij noodigt Birch uit, op de
tiub met hem te dineeren en Birch neemt die invi
tatie aan. Ze dineeren samen; dan speelt Sir Cheville
een spelletje whist met zijn vrienden. Birch ziet hem
daarmede bezig, als hij om tien uur van de club weg
gat. Volgens Garrett, een betrouwbaar getuige, ont
moet hij Mlle. de Coulanges 'om elf uur bij het bosch-
je van Swales in Lithersdale en ze loopen over de
heide in de richting van de Zwarte Klip. Lijkt het er
nu niet op, dat ze ergens bij de Zwarte Klip geweest
moeten zijn, om twaalf uur, toen
„Toen verscheidene andere menschen er beslist ook
waren," viel Weathershaw hesm in de rede. „Te weten:
Mevrouw Stanbury, meneer Etherton en meneer Brad-
well Plke."
„Hm!" zei Sindal, „ik zou wel 's willen weten of
laatstgenoemde meneer alles verteld heeft, wat hij
wist? Maar laat me nu mijn conclusie trekken. Ik
geef toe, dat lk nu theoretiseer, en dat zelfs op een
zeer onplezierige manier! Maar we moeten de zaak
staat niet geheel vast. De opgegeven cijfers loopen van
vijf tot vijftien.
De berichten uit de provincie, voornamelijk uit Sevilla,
waren minder geruststellend voor de huidige regeering
en zoo bleef nog eenige onzekerheid heerschen. Men
hoorde voor den namiddag nieuwe ernstige gebeurte
nissen voorspellen.
's Middags niet te duchten, want dan
doen alle menschen een dutje.
Toen om twaalf uur 's middags nog niets bijzonders
was gebeurd, zeide me een Spanjaard: „Nu behoeft men
zich voor vijf, zes uur niet ongerust te maken. 1'n de
warme middaguren kan een revolutie hier nooit sla
gen, daar dan bijna alle menschen een dutje doen."
Persoonlijk was ik geïnteresseerd bij de gebeurtenissen
daar ik dien dag aan het postkantoor geld verwachtte.
„Als die kerels vandaag nog het postkantoor bestor
men, zitten we hier morgen zonder een cent," zeide mijn
makker en daarom hoopten we op behoud van de rust.
Telkens begaven we ons naar het postkantoor om te
vragen of al geld was aangekomen en steeds keken we
dan angstig rond of geen wilde muiters opdaagden.
Het was bijna zeven uur 's avonds, toen men mij
aan een der loketten zeide, dat het geld was gekomen.
De post-ambtenaar zocht papieren bijeen, wilde mij
laten teekenen om me uit te kunnen betalen, maar
STRAFZITTING VAN 19 AUGUSTUS.
ALS DE OVERWEGBOOM ZICH BEWEEGT,
BEHOORT DE AUTO STIL TE STAAN.
Tengevolge van een misverstand of onjuiste opvat
ting, die een chauffeur er feitelijk niet op na mag hou
den, reed op 4 Juli de expediteur KI. W. te Heerhugo-
waard met zijn vrachtauto den overweg van het tra
ject AmsterdamDen Helder op, juist op 't moment,
dat een der boomen dalende was. In verband met dit
feit werd hij krachtens het desbetreffende artikel van
het spoorwegreglement gecalangeerd. De vorige week
terecht staande, ontkende hij het belsignaal waarmede
de afsluiting wordt aangekondigd, niet te hebben ge
hoord. Bovendien was hij in de war gebracht door
andere wagens, die juist nog gelegenheid hadden vóór
hem den overweg te passeeren. Aangezien nu de
schaal der gerechtigdheid geacht mag worden zuiver
gewicht te geven, werd de zaak aangehouden tot heden
tot meer uitgebreid onderzoek. Dit was hem niet on-
voordeelig. De waarn. ambtenaar, mr. C. A. de Groot,
trad meer op als verdediger dan openbare aanklager
en ten slotte werd de overtreder, wiens schuld zeer
gering was, veroordeeld tot slechts f 1 boete of 1 dag.
DE TEEDERE ZORG VAN CASTRIOUM'S OVER
HEID VOOR ONBEHEERDE FIETSEN.
De dames Eliza en Clasina v. d. G„ twee zusters
niet alleen van den bloede, doch ook der evennaaste
liefde. m.a.w. verpleegsters, hadden zich op 3 Juli ver
poosd in het zeebad Castrcum. om echter later tot de
minder aangename ontdekking te komen, dat haar met
klokslot behoorlijk afgesloten rijwielen waren gepiept.
De droefheid echter over dit geleden verlies werd
weer in vreugde veranderd, toen bleek, dat de ge
meenteveldwachter Bleijendaal zijn beschermende hand
over deze onbeheerde karretjes had uitgestrekt. Even
wel niet geheel en al belangeloos, want hij gaf tevens
kennisgeving, de dames te moeten verbaliseeren wegens
overtreding der gemeente-verordening. De slachtoffers
stonden verleden week terecht, zich beroepende op het
kloksloot. Maar gemeenteverordeningen bevatten veel
variaties op het zelfde thema en dus vond de kanton
rechter het gewenscht, alvorens voort te gaan, den
verbalisant te hooren. De hoofdverpleegster uit Sant
poort, zuster Klasina v. d. G.. die juist heden techni-
echen dienst had, kon zich alsdan doen vertegenwoor
digen door haar zuster Elisa. verpleegster te Castri-
cum. De voortgezette behandeling droeg een opgewekt
karakter, want het scheelt enorm of een ouwe grauwe
bietenrooier ofwel 'n aardig meisje de conversatie
leidt. Op geen der dames werd dan ook straf toegepast
en den gemeenteveldwachter soepelheid geadviseerd bij
de toepassing der verordening.
NUCHTERE KALFSBOUTJES DTE DE PORTEMON-
NAIE VAN DEN SLAGER RUÏNEERDEN.
Den 22-jarigen slager Simon Petrus Adrianus D.f uit
Akersloot, werd heden in de schoenen geschoven, dat hij
in het tijdperk Maart—April nuchtere kalveren pan
klaar had bereid en verkocht, zonder van deze slach
tingen arngifte te doen. Hy had zich alstoen bediend
van den watermolen van den heer (nomen et omen) N.
onder de oogen zien. Hoe Is nu de toestand? We
moeten vooropstellen, dat Birch verliefd Is op Made
moiselle en zij op hem, waarom anders die geheime
nachtelijke ontmoetingen? Birch weet ook. dat, als die
arme oude man maar opgeruimd was, Mademoiselle
honderd duizend pond zal krijgen. En Birch Is uitste
kend op de hoogte van Sir Cheville's gewoonten en
weet, dat hij altijd naar huis gaat langs het voetpad
over de Zwarte Klip. En het is ?en feit, dat Birch en
Mademoiselle samen bij de Zwarte Klip waren..."
„Neen, dat feit is niet bewezen," viel Weathershaw
in. „Garrett zei slechts, dat ze in die richting Hepen.
Toen hij ze niet meer zien kon, zijn ze misschien een
anderen weg ingeslagen."
„Nu. dan stel ik een andere theorie op," ging San-
dal een beetje ongeduldig voort. ..Beroerd genoeg,
maar het ligt voor de hand. Nu, Birch besluit zijn cli
ënt te vermoorden, om èn Mademoiselle èn het geld te
krijgen. Hij wacht hem op bij de Zwarte Klip
en voert zijn plan uit, en steelt dan het testament en
de andere papieren van het lijk van Sir Cheville. Zie
je, hij heeft gegronde reden om te vermoeden, dat de
verdenking op iemand anders zal vallen, namelijk op
Mevrouw Stanbury. Als zij het testament in handen
zou krijgen en het vernietigde, zouden die honderd dui
zend pond niet uitbetaald worden. En die belooning,
die Birch uitlooft niets dan brutaliteit! Brutaliteit,
alleen maar om
Weathershaw hield waarschuwend zijn vinger in de
hoogte.
„Je beschuldigt Birch dus in ernst van dien moord?"
vroeg hy.
Sindal dacht eenige oogenblikken na.
„Het is een zware beschuldiging tegen wien ook, nog
afgezien van het feit, dat hij een collega van me is!"
mompelde hij eindelijk. „Maar op mijn woord, Weather
shaw, mijn vermoedens zijn niet ongegrond. Denk eens
aan wat Birch er bij zou winnen, als de oude man
dood was, zooals de zaken stonden!"
„Waarom zou hij het testament dan gestolen heb
ben?" vroeg Weathershaw.
„Hoorde bij zijn plan!" riep Sindal. „Om de men
schen te doen gelooven, dat de moord was begaan om
het bezit van het testament. Indien mijn theorie juist
is, {lan heeft Birch het testament, en In verloop van
tijd zal het wel op een scherpzinnige manier ontdekt
worden."
„Denk je, dat die jonge Franqaise medeplichtige is?"
op dat oogenblik hoorden we geschreeuw en gejoel van
een enorme menschenmenigte buiten. Wij keken el
kander aan. Was dat de verwachte tweede aanval op
het postkantoor? De ambtenaar, met een verwilderden
blik, liet alles in den steek en holde angstig weg zonder
zelfs het loket te sluiten. Toen deed myn Tsjechisohe
makker iets, dat me aanvankelijk ten zeerste verbaasde.
Hij stak een hand door het loket, nam al de daar
liggende papieren tot zich en zocht uit die papieren,
welke bewezen, dat ik geld tegoed had. De andere
legde hij weder terug.
„Ziezoo," zeide hij, „nu hebben we tenminste bewijzen
in handen, dat jij hier geld hebt te vorderen. Bij de
kas kan ik niet, anders nam ik die ook voor alle zeker
heid mede."
„Leve de republiek."
Toen gingen we ook eens kijken wat er gaande was.
Een onafzienbare menschenmenigte golfde voor het post
kantoor, maar al spoedig ontdekte ik doeken met het
opschrift: Leve de republiek! De massa kwam in vreug
de demonstreeren voor het postkantoor, dat dien nacht
zoo dapper, was verdedigd. Elke post-ambtenaar, die aan
een venster verscheen, werd toegejuicht. Zelfs de kleinste
telegrambesteller werd op dat oogenblik als een nationale
held beschouwd.
Na enkele oogenblikken keerde ook onze ambtenaar
gerustgesteld terug. Hij kreeg zijn papleren weder en
ik kreeg mijn geld. Buiten schreeuwden nog tienduizen
den: „Leve de republiek" en zwaaiden met vaandels.
De kleinste telegrambesteller werd een halven voet groo-
ter van trots.
Spanje is een prachtig land, waar men zich niet
verveelt
J. K. Brederode.
Openbare opstandsverklaring (in Spanje en
Zuid-Amerika).
Molenaar, die voor lokaalhuur een gratis boutje ont
ving en voor de „omloopjes" nog 40 cent per stuk
moest uitleggen.
Slecht vleesch, zei de kantonrechter misprijzend. Ja,
dat zegt u. gromde de slager onwillig. Reken, maar
dat dit dure kalfjes worden, profeteerde mr. Bastert.
En ze werden peperduur. Mr. de Groot noemde het feit
hoogst ernstig en meende de wereld te verbazen door
f 30 boete of 30 dagen te vorderen. Maar de Kanton
rechter sloeg het record met kilometers en veroordeel
de den „koudslachter" tot f 80 boete of 40 dagen.
EEN BERGPLAATS IS GEEN LOGEMENT.
Een niet door het huwelijksjuk gedrukte landbouwer
Pieter K. te Limmen, had bü familie als „paying
guesf* zijn intrek genomen. Er kwamen echter disso
nanten in het familieleven en om verdere onaange
naamheden te voorkomen, besloot hij zijn verder leven
als kluizenaar op zijn bouwland door te brengen. Gaf
den timmerman Piet Mooij opdracht een houten schuur
tje te vervaardigen 2 meter breed en 3 meter hoog,
welke box hij inrichtte als dining- dressing- en sleeping
room, maar met het ontmoedigende resultaat, dat hij
in conflict kwam met de gemeenteverordening en he
den werd veroordeeld tot f 4 boete of 4 dagen.
DE ONDERBROKEN TREURNIS OVER DEN NOOD
DER TIJDEN.
Een vroolijk gezelschap, op 29 Maart verzameld ln
het café van den heer S. H. te Egmond aan Zee,
maakte gebruik van een sleepende Strauss-wals door
Hilversum uitgezonden en beoefende eenige oogenblik
ken met toewrding de edele kunst van Terpsichore.
Na het vertrek van deze danslustigen zetten eenige
Egmonders het vermaak voort en sloegen hun natio
nale kuitenflikkers, tot een rijksveldwachter de pret
ontijdig beëindigde en tegen den heer H. proces-verbaal
opmaakte. Deze heer, heden terecht staande, ontkende
pertinent, de bedoeling te hebben gehad de verorde
ning te saboteeren. Het was niet anders dan een mo-
menteele oplaaiing van vroolijkheid en niet de or
ganisatie van een formeele danspartij, waarvoor ver
gunning noodig is. Door den heer H. werd er voorts
nog op gewezen, dat in andere inrichtingen dergelijke
excessen wel oogluikend geduld worden. Deze mede-
deeling werd voor kennisgeving aangenomen en opge
legd f 4 boete of 4 dagen.
DIVERSE NOG ONOPGELOSTE MEENINGEN OM
TRENT HET VERKEEREN IN KENNELIJKEN
STAAT.
De rijksveldwachter G. Miné en zijn collega te Eg-
mond-Binnen, waren op 2 Augustus de meening toe
gedaan. dat de vee-expediteur Th. K. ln zoodanig sta
dium van dronkenschap verkeerde, dat opneming ln
de gemeentelijke ontnuchteringscel noodzakelijk was.
Gemelde heer K. stond heden terecht en antwoordde op
de vraag van den kantonrechter of hij zóó dronken
was geweest, snibbig: Niks hoor! Hij chauffeerde een
vrachtauto en was dien dag gekomen van Lelden,
terwijl hij absoluut niets mankeerde, dat konden
wel 40 personen getuigen. Voorts ontkende hij, te heb
ben gereden als een bezetene! Het was hem voorts
onbekend, waarvoor hij was opgesloten.
Een verweer met zulk grof "eschut maakte natuur
lijk aanhouding noodzakelijk. Volgende week tweede
voorstelling met brig.-tit. Miné als getuige, terwijl ook
verdachte zijn mannetjes kan meebrengen.
vroeg de detective.
„Ik weet werkelijk niet. wat ik daarvan denken
moet!" zei Sindal. „Het lijkt me te verschrikkelijk om
waar te zijn. Maar er zijn vrouwen, die dergelijke
vreeselijke dingen doen. En er is geen twijfel aan, dat
ze Sir Cheville bedrogen heeft."
„Hoe zijn haar antecedenten? Is ze al lang hier?,"
vroeg Weathershaw.
..Twee jaar." antwoordde Sindal. „ze Is een heel rus
tig. bescheiden onopvallend schepseltje! Ik geloof, dat
de Kolonel en zijn vrouw haar een parel vinden! Ik
begrijp natuurlijk wel. hoe gemakkelijk ze hen kon
bedriegen. De kolonel woont ln een raar, oud. onre
gelmatig gebouwd huis, en je kunt er gemakkelijk de?
nachts in en uit gaan, zonder dat het de aandacht
trekt. Maar wat de antecedenten van Mademoiselle
betreft, daar weet ik niets van af. Ik veronderstel
dat ze daar heel gewoon ln betrekking was.
„Ik kan u wel meer vertellen." merkte Marston op."
..Ik meen, dat ik mevrouw Barwlck tegen mijn moe
der hoorde zeggen, dat ze Mlle. de Coulanges hadden
genomen op aanbeveling van mevrouw Birch, de
moeder van dezen Birch."
„Aha!" riep Sindal. „Dus Birch kende haar voordat
ze kwam. Luister nu eens! Er is niet de minste twij
fel aan. dat er hier meer achter zit dan wij weten.
Weathershaw, ik wil me niet met jouw werk bemoeien,
maar werkelijk, geloof je ook niet, dat je je op Birch
moet concentreeren?"
Weathershaw rookte even rustig door, voordat hij
antwoordde. Toen keek hij den vrager recht aan.
„Als je er geen bezwaar tegen hebt." antwoordde hij,
„dan doe ik alles liever op mijn eigen manier. Op die
conditie heb ik deze zaak ook op mij genomen. Op
mijn manier, begrijp je. Ik doe mijn werk graag alleen.
Ik heb een idee, en ik zou volgens die lijn willen wer
ken. Natuurlijk, als je
„Laat meneer Weathershaw doen, zooals hij wil," kwam
Marston tusschenbeide. „Zoo wenschen mijn moeder en
ik het"
„Dank u." hernam Weathershaw. ,,'t Is werkelijk het
beste," zei hij tegen Sindal. „Laat mij mijn gang gaan,
als lk zie, dat ik op het verkeerde spoor ben, of voel
dat ik er niets van terecht breng, dan zal lk dat dadelijk
zeggen. En nu," ging hij door, „zou lk graag even je
telefoon gebruiken. Ik moet hulp hebben, en ik heb
iemand in Manchester, die ik vanavand hier laat ko
men. Je vindt mijn werkwijze misschien wat vreemd,"
WORDT ER TE BERGEN MET TWEE MATEN
GEMETEN?
Heden stonden terecht een viertal arbeiders uit
Bergen, de los arbeiders J. de G. en A. B., de chauf
feur-grondwerker C. B. en de timmerman J. P. H., aan
wien was ten laste gelegd, dat zij op 12 Augustus had
den gezeten op een muurtje van de ruïne, zonder ver^
gunning van den eigenaar, verboden en strafbaar ge- i
steld bij artikel 6 sub 9 der plaatselijke politieverorde
ning. De comparanten erkenden dit feit, doch vroegen
waarom hun werd verboden, wat aan verschillende
pensiongasten ongehinderd werd toegestaan, zulks met
aanduiding van verschillende gelijksoortige gevallen.
De kantonrechter, blijkbaar zeer ontstemd, gaf toe op
de hoogte te zijn van dergelijke feiten en zegde toe.
zich te zullen beijveren, dat een dergelijke toestand
werd beëindigd. Een der verdachten oefende nog erf-
tiek uit op de zijn inziens inconsequente handelingen
van den burgemeester, doch hierop werd, als staande
buiten het proces, niet verder ingegaan.
De comparanten werden vervolgens veroordeeld, iedei
tot f 1 boete of 1 dag hechtenis.
BEHANDEL DE DIEREN EN VOORNAMELIJK Dl
NUCHTERE KALVEREN MET ZACHTHEID.
Dank zij de krachtige actie der vereeniging van dieren
bescherming, benovens het scherpe toezicht der politie
zijn de weerzinwekkende toestanden op de veemarkten
belangrijk verbeterd. Het mis- en wreed behandelen van
weerlooze dieren kan gelukkig niet meer ongestraft ge
schieden en de veevervoerder G. v. Z. te Alkmaar, die
op 7 Juni uit Purmerend arriveerde met een gezelschap
van 40 nuchtere kalveren, wel 't meest meelijwekkende
slachtdier, ontkwam niet aan het scherpe oog der
politie. De surveillant constateerde, dat in deze vracht
auto, het sous-terrain was gevuld met niet minder dan
28 kalveren, waarvan een aantal over hun gevallen lot-
genooten heen marcheerden. Op de bel-etage daarentegen
bevonden zioh slechts 12 kalveren, zoodat terecht een
dergelijke onoordeelkundige lading motief gaf tot een
proces-verbaal. De expediteur stond dan ook heden te
recht, werd vermaand en veroordeeld tot f 10.—
boete of 10 dagen.
STUDENTENHAVER
Mevrouw A. W. geb. te Alkmaar, wilde op 11 AUg.
een weifelende wielrijdster voor aanrijding behoeden,
doch kwam nu zelf met haar fiets op het llnkerweg-
gedeelte, waarop toevallig ook het oog van een politie
agent viel. f 1.boete of 1 dag.
Een visscher zonder engagement, Pieter G. te Egmond
aan Zee trainde zioh op 13 Juli in het leegloopen op
de duinen van den heer v. d. Vliet. In zijn bezit had hij
een schop, met het doel zich koelte toe te wuiven,
doch de aanwezigheid van dezen waaier werd aange
merkt als het vooropgezette doel om konijnen te delven
wat heden zijn straf ter overtreding art. 461 aanmer
kelijk verzwaarde. Opgelegde boete f 8 of *8 dagen.
Een taxi-snorder zonder geel bandje. Joh. H. uit
Amsterdam, werd gesnapt zonder rijbewijs. De veront
waardiging van het gerecht over dit roekeloos gebaar
van den „bandeloozen" chauffeur kwam tot uiting in
het uitgesproken vonnis: f 10 boete of 10 dagen.
De voerman Arie B. te Alkmaar zou op 8 Aug. zijn
karrepaard onbevestigd en onbeheerd' in de Snaarmans-
laan hebben achtergelaten. De politie zag blijkbaar niet
hoog tegen den edelen klepper op en bracht hem naar
het abattoir. De heer B. beweerde heden, dat kwajongens
de aan een hek vastgeknoopte leidsels hadden losge
maakt. Aangehouden.
DE POLITIE-AGENT ZELF OP DEN BON!
Een agent van politie uit Haarlem Pieter P„ be
nevens een chef-monteur J. F. N. hadden zich op 13
Juli te Akersloot geamuseerd met baarsvisschen en
waren als toen bekeurd, omdat zij dit vischvermaak
hadden beoefend in de Alkmaarsche Meer, verpacht
aan de firma Dil. De heeren, thans terecht staande,
beweerden niet te hebben kunnen onderscheiden hel
Alkmaarsche Meer en het N- H. Kanaal. Toegegev»
werd dat Inderdaad van het onderscheidingsvermogen
hier véél werd gevergd .Vonnis ieder f 1.— boete of 1
dag met teruggave der in beslag genomen hengels.
HIJ HAD HET TE DRUK EN HET WAS
EEN ZAAK VAN NIEMENDAL.
Een 20-jarige boerenarbeider Theodorus B. te Castri-
cum was op 2 Juni j.1. voor den politie-rechter opge
roepen als getuigen In een strafzaak contra den land
bouwer Th. L. aldaar, die zich op 23 Febr. zou hebben
schuldig gemaakt aan diefstal of strooperij van duin
zand, ten nadeele van de maatschappij „Geversduin".
Theodorus had echter die convocatie van den officier
aan zijn laars gelapt en op de zitting geen acte de
presence gegeven. Een nonchalance, die hem werd
ingepeperd met 6.boete of 6 dagen.
VERBODEN WANDELING BUITEN DE WEGEN
EN PADEN.
De kantonrechter, sohriftelijk vonnis wijzend ln do
zaken contra de heeren J. B. en H. K. te Alkmaar
ter zake overtreding artikel 100 algem. politieverorde
ning heeft deswege ieder veroordeeld tot f 3.boete
of 3 dagen.
Hiermede is dus principieel uitgemaakt, dat het zich
onbevoegd bevinden op den steenen Trap en Walmuur
bij de sluis Geestersingel en Lindegracht strafbaar is.
voegde hij er aan toe, toen Sindal opstond om hem de
telefoon te wijzen, „maar ik verzeker je, dat ik naar
myn weten de beste lijn volg, om achter de waarheid
te komen."
Sindal ging terug naar Marston, toen hy Weatershaw
naar de telefooncel gebracht had. en bleef even stil
staan rooken.
„Ik heb absoluut vertrouwen in Weathershaw," zei
hij plotseling, „maar, waarachtig. ik vind de bewijzen
tegen Birch, noutamelijk sterk! Begijpt u, hoe ge-
makeiyk de dingen hadden kunnen gebeuren, zooals
ik daarnet heb aangeduid?"
„U sohuift hem een geweldig gemeene boevenstreek
op zijn schouders," vond Marston. „Ik kan haast niet
gelooven
„Jawel, maar u weet, hoe hij Sir Cheville bedrogen
heeft," viel Sindal hem haast driftig in de rede. „Het
pleit sterkt in het nadeel, als een man doet, wat hij
met zijn cliënt gedaan heeft, vooral als die cliënt
een oude man is, die hem door dik en dun vertrouwde."
Marston maakte een wanhopig gebaar; hij kón het
niet begrijpen.
„Die vent Pike," riep hij plotseling, „denkt u, dat die
geheel de waarheid vertelde?"
„Omtrent zekere dingen waarsohijniyk wel," antwoord
de Sindal. „Maar of hij alles vertelde, wat hij wist,
dat is wat anders. Pike, ja, daar moet men rekening
mede houden. Veronderstel nu eens, dat Pike dien nacht
Birch daar gezien heeft, met of zonder Mademoiselle,
wat was dan gemakkelijker voor hem, dan daarvan een
zaakje met Birch te maken? Ik geloof, dat Plke ge-
makkelyk om te koopen is. Misschien heeft men hem
omgekocht om te getuigen, zooals hij gisteren deed.
Verdikkeme hoe meer lk over alles nadenk, hoe meer
geloof lk, dat ik het bij het reohte eind heb! Ik wou dat
ik wist, wat Weathershaw van plan ls."
Op dit oogenblik opende één van Slndal's onderga-
schikten de deur van zyn kantoor en keek naar binnen
„Een boodschap van meneer Birch, meneer," zei hij.
„Meneer Birch wenscht te weten, of Sir Marston Stan
bury hier is, en ln dat geval verzokt hij Sir Marston
om even op de club naar hem toe te komen. Meneer
Birch heeft hem iets belangrijks te zeggen."
Wordt vervolgd.