Naar de Middellandsche Zee
Raad Hoogwoud.
De lepenziekte.
NICE, (Rivièra), 26 Augustus.
IN dezen brief zal ik U een en ander vertellen van
mijn eerste indruk in Nice, een van 's werelds
meest bekende badplaatsen, gelegen aan de Zuid
kust van Frankrijk. Alvorens echter daartoe over
te gaan, moet ik U nog als vervolg op mijn laatster
brief onze aankomst te Marseille melden. Ik kondigde
U reeds aan, dat wij den laatsten avond aan boord
groot afscheidsfeest zouden hebben. Dit feest is schit
terend gelukt. Er werd in twee salons gedanst en de
administrateur zorgde als balleider voor de noodige at
tracties. welke alle even aardig waren en zeer in den
■maak vielen. We voelden ons allen één, de stemming
was uitstekend en het feest heeft tot 2 uur 's nachts
geduurd. Ik heb het tot half één uitgehouden en ben
toen in mijn kooi gekropen. Het was toen ook wel den
Jioogsten tijd, want ik had geen droge draad meer aan
jnijn lichaam. Het was verbazend heet in de salons, en
zelfs op het dek, en het aantal zakdoeken en overhem
den, dat dien dag in de waschtobbe gegaan is, zal niet
gerir.g geweest zijn. Ik zal geen volledige beschrijving
geven van het feest. U hebt allen wel eens een groot bal
meegemaakt. Wilt U een dergelijk feest aan boord mee
maken. welnu, gaat dan eens met de Rotterdamsche
Lloyd mee, het is heusch de moeite waard. Slechts één
attractie wil ik nog vermelden. Er werd een wedstrijd
voor heeren gehouden in het poederen en beluieren (wat
een werkwoord!) van baby's! Dit was hoogst vermake
lijk en heeft danig op onze lachspieren gewerkt. De
deelname was alleen open voor ongehuwde heeren! Stelt
U dit tableau eens voor! De eerste prijs werd gewonnen
door een Egyptische professor, die de luier op een zeer
amusante wijze omdeed. Wegens gebrek aan vakkennis
kan ik U geen nadere technische beschrijving geven.
Heeren vrijgezellen, probeert het maar eens!
Om 9 uur Donderdagmorgen liepen we de haven van
Marseille binnen. Deze groote wereldhaven bood een
geweldige aanblik van schepen, dokken, kranen enz. Te
veel om op te sommen. Daarachter verhief zich de stad.
natuurlijk ook weer in de hoogte gebouwd. Dat is hier
in 't Zuiden heel gewoon.
Het duurde tot half elf voor we van boord mochten
Jn verband met pasformaliteiten. En toen nog eens an
derhalf uur voor de douane. Wat een herrie was dat!
Smoorheet en met z'n allen in één loods, 't Was niet
om uit te houden! Iedereen drong en schreeuwde om
maar geholpen te worden, en je kon niet over de stapels
koffers heenkijken! 't Wordt heusch wel tijd, dat de
Fransche douane een beter systeem van controle gaat
invoeren, want 't is droevig. In Holland gaat dat veel
beter en vlugger.
Tenslotte waren we er toch doorheen, en konden een
hotel gaan opzoeken. Nog een laatste blik vanuit de
auto op onze „Dempo" en met een traan in de blauwe
kijkers namen wij afscheid van onzen vriend, die ons
zoo trouw en gezellig over twee groote zeeën had ge
bracht. De zeereis was ten einde, en met een gevoel van
heimwee reden we door Marseille. Dagen van genot en
zoete rust hebben wij aan boord gekend. Uitstekende
verzorging, correct personeel, beminnelijke bemanning.
De trots van onze natie is hooggehouden. Dat hebben
eenige honderden Nederlanders en buitenlanders weer
eens kunnen ondervinden, en een woord van groote
waardeering voor onze Rotterdamsche Lloyd mag niet
ontbreken. Wij hebben afscheid genomen, en wel met
een gevoel van erkentelijkheid, maar dit afscheid is,
hopen we het, niet voor eeuwig geweest, en wij zullen,
als de omstandigheden het in de toekomst gedoogen,
zeer zeker nogmaals met deze Lloyd uitvaren. Tot ziens
dus!
Marseille is groot en mooi. Aan één ding bemerkten
wij direct, dat we weer in Frankrijk waren: het eten.
Dat is voor ons Hollanders waarlijk een verschrikking.
Waar dat in zit. weet ik niet, maar er is maar weinig,
dat ons smaakt. De leege gaatjes (en dat zijn er vele!)
vullen we dan maar met brood op, dat is hier ten min
ste erg lekker. En 's morgens krijg je heel vroeg een
versch cadetje. Die belachelijke onzin van „geen versch
brood vóór 10 uur" kent men hier niet. Op het gebied
van wetgeving zijn de Franschen trouwens altijd zeer
intelligent geweest, en dit volk kent de bekrompenheid
niet, die (helaas) onze wetgever maar al te vaak aan
den dag legt. De hotels zijn vrij duur. Men probeert
overal een duit uit te slaan. Je wordt geneigd om bij
iedere stap, die je doet, om te kijken en te vragen: wat
tost dat?
De stad heeft mooie en groote winkels, breede stra
ten, razend druk autoverkeer. Je houdt je hart vast op
straat, maar die taxis komen overal goed doorheen. On
gelooflijk zooals die chauffeurs rijden kunnen. In ver
band met de groote hitte, ziet men de dames vrijwel
overal in 't Zuiden in strandpyama's loopen en de hee
ren in lichte broek en zeer dun overhemd met korte
mouwen. Ook ondergeteekende loopt zóó! Heerlijkluch
tig, en heel gewoon hier. Sokken dragen we niet meer.
Veel te warm. Gewone schoenen draagt vrijwel niemand
Veel rieten of linnen schoenen, of gummisandalen, 't Is
ook heusch wel noodig hier. Ook bij avond is Marseille
gezellig. Zeer druk op straat, en de café-terrassen zit
ten stampvol. Men drinkt in 't algemeen ranja of kwast
en krijgt er een heele schaal met stukjes ijs bij. Lekker
en frischl
Vanmorgen zijn we om 8 uur per Pullmantrein naar
Nice vertrokken. De trein gaat op 't grootste gedeelte
van het traject vlak langs de zee. Van Marseille tot
Nice is 4 uren sporen met dezen sneltrein, en men
komt dan onder ongeveer twaalf tunnels door. Deze rit
is prachtig. Vanuit het raampje van de coupé kijkt men
zoo in zee en op de diverse stranden. Een prachtig
landschap. Bij Saint Raphaël begint de eigenlijke Rivi
èra, en hier ziet men reeds de palmboomen vlak langs
de zee staan. Hoe dichter we bij Nice komen, hoe
mooier het wordt. Eindelijk arriveeren we, na een war
men reis, in Nice. Vlug een hotel gezocht, wat gegeten,
in strandkleedij gestoken, en toen de stad door en naar
de Boulevards, het strand en de zee.
Nice! Ik had er al zoo heel lang van gedroomd dit
•ens te zien. En mijn eerste indruk? Overweldigend, in
één woord! Het valt niet te beschrijven. Men noemt het
hier wel eens „de Blauwe Kust". Zeer terecht. De zee
is hel blauw, de lucht dito. Nice is een wonder! Wat
een overheerlijk klimaat! Bloem en plant bloeit en
groeit hier in volle pracht. Palmen in lange rijen sie
ren de boulevards en het strand. Rozen en andere bloe
men groeien tegen heuvels en hellingen en zelfs tegen
de huizen op. Het is een lust voor de oogen. Ontelbare
geuren dringen zich aan ons op. Geranium, anjer, la
vendel, pijnboom, zij wedijveren als 't ware om den
voorrang. Wij zijn thans in het seizoen van de voortdu
rende zonneschijn, en de blijvende blauwe lucht. Een
zwoele wind neemt het ondragelijke van de hitte weg,
en maakt de temperatuur tot een ideaal. Aan de Pro
menade langs het strand en de zee staan hotels als ware
paleizen en groote villa's. We hebben dit panorama al
dikwijls afgebeeld gezien, maar het werkelijk zien,
schenkt ons pas de ware bekoring. Hier zit men onder
de wuivende palmen en aan het zoele strand, en hier
doen wij nieuwe indrukken op, die wij zonder twijfel als
een kostbaar bezit in onze herinnering kunnen meevoe
ren. Nooit heb ik kunnen gelooven, dat de werkelijkheid
%de droom zoo nabij zou komen. Nice. stad van weelde
en genot, maar voor ons verblijfplaats van rust en ge
zondheid. Wij hopen deze beide laatste dingen hier in
ruimte mate te mogen opdoen, zij het dan ook slechts
in de weinige dagen, die ons nog resten.
Onze eerste indruk van Nice en de Rivièra is wel zeer
gunstig. Deze indruk is nog wel zeer primitief, daar wij
pas sinds één dag hier zijn. In mijn volgenden en te
vens laatsten brief, hoop ik U nog een en ander van
dit schoone oord mee te deelen.
Laatste brief.
NICE. 28. 8. 1932.
Ik ga er thans toe over U mijn laatsten brief te schrij
ven. Weldra behoort deze verrukkelijke reis weer tot
het verleden, en ik zal U in deze laatste beschrijving
nog het een en ander vertellen van Nice, Monte Carlo,
Menton en eenige andere Zuid-kust-badplaatsen.
In de afgeloopen dagen heb ik ondervonden, dat mijn
eerste indruk van Nice en de geheele Rivièra zeker niet
onjuist is geweest. Ik schreef U reeds dat ik deze streek
en vooral Nice een wonder vond en ik moet deze indruk
volkomen handhaven. Het is moeilijk onder woorden te
brengen hoe mooi het hier wel is. en vooral het op
schrift stellen van onze impressies, valt niet mee. Men
mag nog beter zooiets vertellen dan schrijven. Maar ik
wil toch probeeren U een en ander zoo goed mogelijk
te schrijven.
De stad Nice is. de hoofdstad van het departement en
niet ten onrechte. Nice toch overtreft in alles de an
dere plaatsen in deze streek, welke ik heb bezocht.
In de eerste plaats is zij de grootste stad, terwijl zij in
een centrum gebouwd Is. Schitterend aan zee gelegen, en
door met zeer veel kosten aangelegde wegen met de
geheele omgeving verbonden, vormt zij een punt van
samenkomst voor toeristen en forensen. Hier wonen zeer
veel vreemdelingen. Ik sprak een Hollander, die hier
reeds sinds acht jaren woont, en die mij vertelde, dat
hij hier geen belasting betaalde, en dat zijn huishuur
juist zooveel bedroeg, als hij anders in Holland aan
belasting zou hebben moeten betalen. Het is dan ook
geen wonder, dat hier vrij veel Hollanders wonen. Het
leven schijnt hier ook overigens niet duur te zijn, wan
neer men gewoon leeft zonder bovenmatige luxe.
Nice schijnt afgeleid te zijn van het Grieksche nikè.
Dat beteekent overwinning. De stad dateert reeds uit
den tijd, dat de Grieken in 600 vóór Christus hier kwa
men. Later begon de Romeinsche overheerschlng. en
deze heeft gedurende ongeveer 6 eeuwen hier geduurd.
Uit dezen tijd dateeren nog brokstukken van wegen en
oude gebouwen. Zoowel in Nice als in Menton zijn nog
overblijfselen daarvan te zien.
Nice is in de laatste 50 jaren zeer sterk vooruitgegaan
Het inwonertal steeg in die jaren van circa 80.000 tot
circa 200.000. Dit zegt veel voor deze hoofdstad van de
Blauwe Kust. Nice is als stad van weelde en genoegens
over de geheele wereld bekend, maar niet minder be
roemd is zij, om haar gezond klimaat en haar geschikt
heid voor toeristen. De wandelplaats is de Promenade
des Anglais, een zeer lange en breed boulevard langs
de zee, rijkelijk beplant met palmen en andere mooie
boomen. Het middelpunt ia de Pier. met het Casino. Dit
Casino is een zeer groot gebouw, ter linker zijde inge
richt als speelzaal, in 't midden cabaret, rwue, operette
enz., en ter rechterzijde dancing en restaurant. Van de
speelzaal wordt zeer druk gebruik gemaakt. Ik ben er
Zaterdagavond geweest en heb een kansje gewaagd.
Der traditie getrouw heb ik natuurlijk verloren! En ik
dacht nog wel, dat ik het goed bekeken had. Een oudere
heer naast mij zette steeds op een bepaalde groep cij
fers, en telkens won hij. Ik meende niet beter te kunnen
doen, dan ook op dat blok te zetten. Men kan zeer laag
spelen, vanaf 1 franc (10 cent). Ik heb eenige keeren
een paar duppies gewaagd, maar het rad van avontuur
wilde mij niet gunstig gezind zijn, want mijn blok bleef
buiten iedere winst. De oudere heer keek mij eens ter
zijde aan, met oogen, alsof hij zeggen wilde: ben je nog
niet weg. Ik ben maar gauw afgedropen, want ik wilde
mijn geluk en zijn kans niet bederven. Ik ben nu
eenmaal geen gokker (gelukkig niet!) en heb er blijk
baar ook geen kaas van gegeten. Er schijnt toch wel
een zeker systeem in te zijn. Maar daarover straks bij
Monte Carlo. Het is zeer interessant om het eens mee
te maken en de inrichting van dit schitterend palels,
dat uit de blauwe golven oprijst, is op zichzelf al de
moeite waard om te zien. We wandelen verder langs
het Casino en komen langs de groote hotelpaleizen en
villa's. Op den achtergrond zien we de heuvels, eveneens
met schitterende weeldepaleizen van de vaste winter
gasten bebouwd, en daarachter, in het verre verschiet,
de witte toppen der Alpen, zich scherp afteekenend
tegen de hel blauwe lucht. Dit is niet te beschrijven.
Men moet het gezien hebben om het naar waarde te
kunnen genieten. De promenade eindigt aan den eenen
kant bij „het Kasteel", en aan den anderen kant bij
de Renbaan. Deze twee liggen eenige kilometers uit
elkaar en de promenade ligt daartusschen. Aan den
zeekant van de Promenade vindt men verschillende
strandgedeelten. Nu is een strand hier heel wat anders
dan bij ons. Geen zand, maar dikke keien! En slechts
enkele meters breed. Het loopt hier zeer steil af en
men kan slechts hoogstens 3 M. ver in het water staan.
Dan moet men reeds zwemmen. Bovendien is er een
vrij sterke golfslag, zoodat men beslist moet kunnen
zwemmen om het zee- en zwemgenoegen ten volle te
kunnen genieten. Voor velen heeft dit genoegen zich
dan ook in andere richting ontwikkeld en wel in zon
nebaden. Even in 't water, en dan kletsnat in badpak
op de keien gaan liggen om in de felle zon op te dro
gen en bruin te blakeren. Dat lukt opperbest getuige
de vele totaal bruin gebrande dames en heeren die
men .hier tegen komt. Op de promenade zelf vindt men
stoelen en tafeltjes onder parasols ligstoelen enz. Daar-
tusschendoor wandelt het publiek. Hier vond ik het
typische leven van Nice, vooral des avonds. Het is
een groot genot om daar 's avonds te zitten of te wan
delen. Men loopt hier zoowel 's avonds als overdag
zeer luchtig gekleed. De temperatuur is ook in de
avonduren heerlijk warm, zoodat men geen gevaar loopt
kou te vatten. De dames ziet men in allerlei soorten
strandpyama's. Een lust voor de oogen! Ook in de
kleeding der heeren is groote verscheidenheid, maar
dit eene hebben allen gemeen: luchtig en gemakkelijk.
De Avenue de la Victoire is de hoofdader van de
stad. Aan weerszijden beplant met platanen, is deze
avenue het centrum van alle verkeer, zoowel te voet
als per atuo. Het is hier zeer druk.
Nice heeft verder een schitterende bloemenmarkt, en
ook een gewone markt, waar vooral het heerlijke
fruit gretig gekocht wordt.
Wat zal ik U nog meer van Nice vertellen? Ik zou
niet uitgeput raken. Komt het zelf eens zien. Dat is de
beste overtuiging, dat de werkelijkheid de droom nog
overtreft!
Vanuit Nice kan men prachtige uitstapjes per luxe
autocar maken. De mooiste tocht is wel van Nice tot
Vintimille (in Italië). Deze trip is in één woord achlt
terend. Wat men op deze tocht te zien krijgt, grenst
aan het ongelooflijke. Ik heb nog nooit zoo iets impo
sants gezien. Hier naderen de Alpen de kust! Men
aanschouwt hier bewonderenswaardige panorama's. Drie
verschillende wegen verbinden de Itallaansche grens
met Nice. en we genieten op de heenreis van uit Nice
de aantrekkelijkheid van een bergtoer per autocar, en
op den terugreis een panorama van de zee met zijn vele
baaien en stranden. We rijden eerst over ,.la Corniche",
de beroemde weg in 1806 door Napoleon aangelegd. We
zijn hier per auto op 550 M. hoogte geweest, en heb
ben een schitterend uitzicht gehad op de geheele Zuid
kust. Men krijgt den indruk, dat deze weg op sommige
punten over de kust hangt. Dat komt van de uitbouwen
en slingers. Men heeft op verschillende punten een
prachtig gezicht op de vele kapen en schiereilanden,
en op de beneden liggende steden Monte Carlo, Eze,
Menton, enz. De rit langs dezen bergweg blijft onver
getelijk voor leder, die deze rit eens gemaakt heeft
Men kan het vergelijken met een beeld, dat men in
den droom gezien heeft en dat men gaarne zorgvuldig
wil bewaren voor het verdere leven. We bezochten alle
aan de kust gelegen plaatsen, zooals Villefranche. een
oud stadje aan een veilige baal gelegen, ankerplaats
voor veel schepen; Beaulieu. een contrast met Ville
franche. omdat Beaulieu nog nieuw is en bestaat uit
voornamelijk hotels en villa's: dan volgt Monaco, een
apart vorstendom, met een hoofdstad van gelijken naam,
ruim 3000 Inwoners tellend. Dit stadje is op een tafel-
vormlge rots gebouwd, steil afdalend in zee. Hier treft
men prachtige bloementuinen aan. Hier heerscht nog
veel vorstelijke gewichtigheid. Daartegenover ligt Monte
Carlo als een waar contrast in het zelfde vorstendom.
Monte Carlo is uitbundig. Dit plaatsje telt reeds 10.000
inwoners, wat gezien zijn schitterende ligging niet te
verwonderen is. Men ziet hier prachtige gebouwen en
exotische tuinen, en aan de kust het geweldige Casino,
het punt van samenkomst van alle spelers van alle
landen en naties! Hier wordt met volkomen stilzwijgen
gesoeeld. De hartstocht straalt uit de oogen der sne-
lers, en met zenuwachtige handen schrijven zij in een
boekje de verschillende combinaties. Zou het veel ge
ven? Zou hier niet van zuiver geluk sprake zijn? Ik
kan hierop geen antwoord geven, maar wel viel mij
op, dat een reeds op jaren zijnde heer telkens eenige
berekeningen maakte, eenige tournée's oversloeg, om
dan nlotseüne In te zetten, en te winnen.
Wegens «"ebrek aan tiid heb ik niet kunnen controlee
ren, of d't geregeld het geval was en of er zeker sys
teem in den inzet was. Ik voor mij geloof echter, dat
bet beroemde roulette-balletie wel zóó wispelturig is,
dat men van t" voren niet kan berekenen, waarop hij
zal vallen. Dit aneeloalels is chiquer dan in Nice. en is,
wat inrichting betreft, zeer zeker luxieus te noemen. De
laagste inzet ner tournee bedwano-t hier 10 ^rans ft 1.
en de hoogste 12<y>0 frans (t 1200)! Men kan dus veel
in één slag winnen, maar ook veel verliezen. Het komt
mü nu begrünp]n'k voor, dat hier lieden geweest zijn,
die in één avond hun gansehe vermogen vergokt hebben.
Zulke menschen waren ongetwijfeld door den speel-
du'rel bezeten.
Verder gaande komen we aan Menton, de sluitsteen
der rij van winterbadplaatsen. Even buiten Menton
vi"dt men de Ttaliaan«cb« grens. WH hebbrn deze ook
nog overschreden en hebben op Italiaanschen bodem
gestaan. Ons bloed is echter even Hollandseh gebleven
als aan deze züd® van de grens, en van fascistische nei
gingen heb ik niets gemerkt
BHzonder aardig doen de uniformen der Itallaansche
douane aan. Deze knapen zien er schilderachtig uit. We
Vochten hier nog eenige echt Itallaansche souvenirs en
keerden langs de zeeroute weer naar Nice terug. De
Cóte d'Azur hebben we alzoo gezien in haar volle pracht
en nraal, en deze dagen rullen nog lang in onze herin
nering gegrifd blijven als dagen van genieting en rust.
Aan deze heerlijke kust doet men de kracht op. om den
dagelijkschen strijd om het bestaan weder te kunnen
beginnen.
Noode nemen wij straks afscheid van deze blauwe
kust met zijn heerlijk klimaat. Maar er is een tijd van
komen en er is een tijd van gaan. en de herinnering
aan deze dagen van zon en warmte zullen ongetwijfeld
de arbeid in ons koele Noorden verlichten. En vol goe
den moed maken wij ons dan ook reeds op om naar ons
ondanks winkelsluiting en oud brood, toch zoo geliefd
vaderland terug te keeren. Immers, ook de velden en
weiden hebben hun bekoring en daarin is Holland groot.
Tot ziens, gij allen, die uw aandacht aan deze regelen
hebt geschonken.
TOERIST.
De raad dezer gemeente vergaderde op Donderdag
1 September, des voorm. 10/^ uur.
Voorzitter-Secretaris de EdelAchtbare Heer Hoo-
genboom, Burgemeester.
Aanwezig zijn alle leden.
Na opening worden de notulen der vorige verga
dering door den Secretaris gelezen en zender op- of
aanmerkingen goedgekeurd.
Hierna volgen:
Ingekomen stukken en mededeelingen.
Ingekomen is de goedkeuring van Ged Staten op
de af- en overschrijvingen der rekening.
Dankbetuigingen voor verleende subsidies zon
den: de afd. Hoogwoud der Ned. Ver. voor Kinder-
vacantiekolonies en de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw afd. Opmeer.
Voor het jaar 1933 werden een 6-tal subsidie-aan
vragen ingediend door plaatselijke vereenigingen
Deze zullen bij de begrooting voor het desbetreffende
dienstjaar in behandeling worden genomen.
Door het college van B. en W. werd voorts de be
grooting der Langereizer school opgemaakt op
f5683.25 in ontvangsten en f6787,25 in uitgaven, al-
zoo een nadeelig saldo van f1104.
De gemiddelde kosten per leerling wordt voorloo-
pig op f 16.72 gesteld voor het jaar 1933. Allen zijn
voor aanneming.
Van den Minister is voorts antwoord ingekomen
op een schrijven, handelende over de werkiooze ar
beiders van den Wieringermeerpolder. die zich te
Hoogwoud hebben gevestigd. De minister kan deze
bedoelde steunregeling niet anders vaststellen dan
op voorwaarde dat minstens 25 van de uitkee-
ringssom komt voor rekening der gemeente.
Voorzitter deelt mede, dat de gemeente onmoge
lijk die kosten kan dragen Binnenkort zullen er
hier 173 werkloozen zijn. waarvan 160 vreemdelin
gen. De gemeente is niet bij machte daar zooveel
aan te doen.
De heer Bossen ziet er tevens een groote onbil
lijkheid in. Die werkloozen zullen dan door de ge
meente moeten worden gesteund, terwijl de eigen
menschen. als kleine tuinders geen ondersteuning
genieten, uitgezonderd dan de voorschotten, die ech
ter terugbetaald moeten worden.
Voorzitter vindt het ook een treurige omstandig
heid. De regeering is steeds en steeds weer „in be
ginsel" tot steunverleening besloten, maar daden
komen er niet. 't Is een moreele plicht eerst de
eigen menschen te behandelen. Hier kan men ech
ter niet anders dan afwachten
De heer Ham oppert het idéé die werkiooze vreem
den in een autobus te laden en dan maar naar den
Haag te rijden.
De heer Vijn zegt, dat dit een mooie en goede op
lossing zou wezen.
Over de gemeenterekening.
Aan de orde komt nu de voorloopige vaststelling
der gemeente-rekening, dienst 1931
Bij monde van den heer Bossen verklaart de com
missie, dat de stukken en bescheiden in volkomen
orde zijn bevonden. Ze stelt voor de rekening aldus
vast te stellen:
Gewone dienst: Ontvangsten f72997.12, uitgaven
f67256.06, batig saldo f5741.06.
Kapitaalsdienst: Ontvangsten f 54219.10, uitgaven
f49784.21, batig slot f4434.89.
Ook de rekening van het Burgerlijk Armbestuur
is nagezien. Hier zijn de ontvangsten f6419.70, de
uitgaven f6075.73, batig saldo f343.97.
De heer Bossen brengt nog dank aan den Burge
meester, den Gemeente-ontvanger den heer Bos en
de ontvangster voor het Armenbeheer voor alle ver
leende hulp.
De rekening wordt vervolgens zoo voorloopig
vastgesteld.
Gemeentebegrooting 1933.
Aangeboden wordt de begrooting der gemeente
voor 1933. sluitend in ontvangsten en uitgaven met
f73138 09. Voor den post „onvoorzien" staat f2919.25
Voorzitter doet nog mededeeling. dat geen belas
tingverlaging zal kunnen worden toegepast.
Rondvraag.
De rondvraag levert niets op. waarom dan ook
sluiting volgt.
Zij wordt door Iepenspintkevers overgebracht.
De schors van iepen, die in een vergevorderd sta
dium van iepenziekte verkeersn. laat gemakkelijk
los. Boomen. die afgestorven zijn, vindt men gewoon
lijk reeds na ecnigen tijd geheel en al van hun
schors ontdaan.
Bij nadere beschouwing ziet men, dat de staramen
en de stukken losgelaten schors een vreterij van in
secten vertoonen, die zich voordoet als talrijke kron
kelende boorgangen die een waar labyrinth vor
men. Bij iepen, die nog niet zoo sterk zijn aangetast,
vormen deze boorgangen zeer regelmatige vraatfi
guren. Men kan dan steeds een hoofdDOorgang of
moedergang onderscheiden, die ongeveer in de leng
terichting van den stam of van de dikkere takken
is gelegen en die een lengte van enkele centimeters
bereikt. Van deze hoofdgang stralen aan weerszij
den aanvankelijk smallere kronkelende boorgangen
uit. die allengs iets wijder worden, totdat zij, na een
lengte van pl.m. 10 c.M. te hebben bereikt, plotse
ling ophouden. Deze vraatfiguren worden teweegge
bracht door de zg. iepenspintkevers. dit zijn kleine,
glimmend zwart-bruine torretjes van een gedrongen
lichaamsbouw, die, borende in den bast der zieke
iepen, zich ontwikkelen. De moederkever boort zich
van buiten naar binnen, doet dan de reeds genoemde
loodrechte moedergang ontstaan, zet daarin haar
eitjes af, uit deze eitjes ontwikkelen zich spoedig
de larven dit zijn korte, pooilooze, witte wormp
jes en deze larven boren de zijdelingsche gang,
totdat zij, volwassen zijnde, zich aan het uiteinde
der zijdelingsche larvengangen verpoppen. Hier ko
men de jonge kevers uit, die zich op deze plaatsen
door een bootgat van binnen naar buiten werken en
kruipende en vliegende den stam verlaten. Er komen
voornamelijk twee soorten van iepenspintkevers in
ons land voor, de zg groote en de kleine iepenspint-
kever, wetenschappelijk gcheeten Scolytus scolytus
en Scolytus multistriatus. Deze kevertjes verschijnen
in een onnoemelijk groot aantal uit zieke iepenboo
men en ook uit de zulke, die reeds geveld zijn en
ergens worden opgeslagen, want nog geruimen tijd,
eigenlijk totdat de schors in gioote stukken er al
valt, kunnen de kevers zich in zulke staramen ont
wikkelen.
De jonge iepenspintkevers, die de stammen verla
ten hebben, vliegen bij mooi weer overdag in groo-
ten getale rond en hebben de gewoonte zich naar de
kronen der iepenboomen te begeven, onverschillig
of deze gezond of reeds aangetast zijn Daarna gaan
zij vreten aan de jonge takken Met een Duitschen
vakterm noemt men deze vreterij „Nachfrass".
Door middel van deze „Nachfrass" voedt de jonge
kever zich met het sappige en voedselrijke weefsel
der plant, waardoor de eieren van den vi ouwelijken
kever tot rijpheid komen. Eerst als de „Nachfrass"
ruim een week geduurd heeft, vliegen de kevers weg
en beginnen dan elders weer de stammen of dikkere
takken aan te boren, ten einde zich op de reeds be
schreven wijze voort te planten.
Het is gebleken, dat deze kevertjes bij het over
brengen van de lepenziekte een rol van ernote betee-
kenis spelen. In de zeer zieke iepen met afstervn'fe
schors ontwikkelt de zwam der iepenziekte vrucnv
lichaampjes in de schors Deze vruchtnohaampies
ontstaan gewoonlijk in de uiteinden der larvegan
gon. waar de verpopping plaats heeft.
Wanneer de jonge kever nu uit de pop te voor
schijn komt. raakt hij besmet met de sporen van de
zwam. De aldus besmette jonge Kever vliegt uit, be
gint zijn „Nachfrass" en brengt daarbij de sporen
van de schimmel op de verwondingen aan de tak
ken over. Op deze wijze kan hij de takkenstelsels
van eventueel nog gezonde iepen infecteeren. Dit
doen zoowel de groote als de kleine iepenspint
kevers. Verschillende onderzoekers ook in bet bui
tenland. hebben deze wijze van ziekte overbrenging
thans met zekerheid vastgesteld. Wij hebben hier
dus te doen met het zeer merkwaardig geval, dat een
ernstige schimmelziekte van een boom geregeld
door een bepaald insect wordt overgebracht
DE INBOORLINGEN-OPSTAND
IN ZUID-AFRIKA.
Een negeropperhoofd maakt geschieden)
In den laatsten tijd hebben we veel kunnen lezen ove»
het Ovambo-opperhoofd Impoemboe. Deze heerscher heeft
het gewaagd, een kleinen opstand tegen het Britsche
rijk op touw te zetten. Afdeelingen militairen en vlieg
tuigen moesten worden te hulp geroepen om den op-
atandigen ne»gervorst tot rede te brengen. De inboorlin
gen van den Ovambostam hebben na eenige dagen in
gezien dat verzet tegen de soldaten van het Britsche
rijk doelloos zou zijn. Derhalve hebben ze hun opper
hoofd Impoemboe eenvoudig afgezet en vrede gesloten
met de militaire autoriteiten. Het opperhoofd zelf is
echter met eenige volgelingen in het woud gevlucht en
militaire patrouilles zoeken naar hem.
De geschiedenis van den voorspoed en den ondergang
van dit negerhoofd is spoedig verteld. In Zuld-Afrika
is het gebruik, dat een vader zijn dochter tegen een
hooge bruidschat verkoopt aan den man. die zijn zin
nen op de negerschoone heeft gezet. De hooghartige
dochter van Impoemboe wilde echter van zoo'n verkoop
en daarmee noodzakelijk verbondeh huwelijk niets we
ten. Zij vluchtte naar het naastbijgelegen zendingssta
tion en weigerde hardnekkig weer terug te keeren in
de woning haars vaders. Impoemboe, die van den te-
leurgestelden huwelijkscandidaat reeds een hoog bruids-
geld voor zijn dochter had gekregen, was zeer verbolgen
over de onzeggelijkheid van het meisje. Het was onge
hoord, dat het hem, den machtige negervorst, moest
overkomen dat zijn dochter hem openlijk weerstreefde.
De Zuid-Afrikaansche opvoedingsmethoden zijn ech
ter betrekkelijk eenvoudig. Hij verzamelde een aantal
stevige kerels om zich heen en rukte in volle bewape
ning naar het zendingsstation. Het lukte hem echter
niet, het station stormenderhand in te nemen, noch zijn
dochter te ontvoeren. Uit woede over het mislukken van
zijn onderneming verwoest hij daarop het zendingshuis.
Wegens deze wandaad werd hij door de Britsche auto
riteiten veroordeeld tot het betalen van een boete van
veertig stuks vee. Hij negeerde echter dit vonnis.
Met de Britsche autoriteiten valt echter niet te spot
ten. Allereerst begonnen Britsche vliegtuigen boven den
kraal van Impoemboe te cirkelen. De brutale neger
deed echter, alsof hij niets bemerkte en stoorde- zich in
het geheel niet aan het staatsgezag. Eerst toen militaire
afdeelingen en militaire auto's tegen den negerkraai
werden afgezonden, werd het hem iet of wat benauwd.
Nog juist op tijd ging Impoeboe met de getrouwste zij
ner getrouwen aan den haal en verborg zich in de on
doordringbare Afrikaansohe oerwouden. Daar klaagt de
iloor het noodlot zwaar getroffen Impoemboe over het
treurige verval van zijn negerdynastiet