Ons verblijf in Londen. Zaterdag 24 September 1932. SCHAGER COURANT. Vijfde biad. No. 9147 EEN TRIP NAAR DE BRITSCHE HOOFDSTAD. De dame die zich Rancroft noemde Avonturen van twee afgestudeerde H.B.S.=ers. Omzwervingen door de wereldstad. Gelukkige kennismaking. V. Dinsdagavond was het dat we bij Mrs. Walker «en kamer huurden. Woensdagochtend werden we wakker door het ver keer. Camden Road is een zeer drukke straat. Met groote snelheid spoedt alles zich naar de Noordelijke voorsteden. Maximum snelheid bestaat hier niet. Op zijstraten hoe talrijk zij ook zijn wordt niet gelet. In een rij jakkeren de ronkende vehikels over het van olie glimmende wegplaveiael. Het is een zenuwsloopend geluid. Vooral de trams en autobussen en de noodige motor- en stoom vrachtwa gens hebben een groot aandeel in de geluid-productie. Camden Road helt n.1. eenigszins en daar bus en tram ook nog vlak bij ons huis een stopplaats hadden, moest de geheele buurt het bekende overschakelingspro ces van al die voertuigen in zijn onverzwakte uitbundig heid volgen. Eén ding is gelukkig. En wel dat er zoo goed als niet getoterd wordt. Slechts zoo nu en dan een kleine stoot op een hoorn en dan van een zware toon. We kleedden ons, hingen het fototoestel om en stapten de deur uit. In de city zouden we wel een goedkoope restaurant vinden. We pikten een tram en lieten ons naar Charing Cross zeulen. Op dat plein gekomen stap ten we uit en schoten een zijstraat in. In de hoofdstra ten zijn de eetgelegenheden te duur: met onze beurs moesten we op alle kleinigheden letten. We waren gelukkig in onze keus. Een redelijk goed koope prijslijst hing voor het raam, dus stapten we binnen. Brood en thee en ohocolamelk moest er ko men. Alle drie gerechten smaakten goed. 't Brood was versoh en heel goed gesmeerd, de thee en chocolade goed en we kregen een groote kom vol. Het innerlijk van dit restaurant dat den naam van „Noon's" droeg, geleek veel op dat van een arbeiders- trein. Aan weerszijden van een looppad dat van de deur af naar het diepste binnenste liep had je een soort van coupé's met lage tusschenschotten. Marmeren tafels, met gedraaide ijzeren pooten stonden in de betonnen vloer vernageld en namen de ruimte tusschen twee te genover elkaar liggende banken in beslag. De „schade" bedroeg 60 cent. Daarvoor waren we beiden volkomen verzadigd. We zijn toen aan het zwerven geraakt. Loopen en nog eens loopen was het eenige wat we deden. Zoo nu en dan eens een paar appels en bananen vooral de laats ten zijn in Londen heel goedkoop om op krachten te blijven. 's Middags om vier uur kwamen we weer bij Noon's terecht, 't Zelfde recept. Alleen permiteerdcn we ons de luxe van kaas op ons brood te eten. Dat ging er als koek in. We bestelden een bord soep vooraf. Misschien heeft u wel eens mosselen gekookt. Als men nu dat wa ter er van afgiet en die vloeistof kruidt met peper dan nadert U met groote zekerheid van slagen tot de kookkunst van den kok die zich daaraan vergrepen heeft. In het buitenland weet men nu eenmaal niet hoe men In Holland een soepje op prijs stelt, waarna je in een regel zegt: „Hè, hè, ik ben er dik van!" U weet wel zoo'n soepje op „lessiesdag". Ik zal de juichende af keur ingsk reten en de kwalifica- tjes in de meest dierbare en geeigende Hollandsche ter men, die we door Noon's heen gaimden niet herhalen. Je kunt daar nog eens iets zeggen. Niemand verstaat je toch. We gingen met gevulde maag, en dus welgemoed de straat weer op. Na een paar uur loopen en overal kij ken belandden we doodmoe op Trafolgar Square. Dit is een groot plein, niet ver van de Theems, waar het beele uitgaande leven van Londen haar middelpunt heeft. Later zal ik U er meer van vertellen. Nu alleen dit; mid denin staat het monument van Nelson, de Engelsche Michiel de Ruyter. Nelson die op een 50 meter hooge zuil staat heeft aan zijn voeten twee leeuwen staan. Aan den grooten zeeslag, die Nelson in 1807 bij Trafalgar won heeft het plein (square) zijn naam te danken. Verder is er een fontein en een breede muur die een vijvertje begrenst, FEUILLETON. Roman van Norberfc Ga rui. 5. De president stoof op: „Wat beteekent dat. Mister Kosley? Staat u ons hier soms voor den gek te hou den?" „Wat denkt u van me. meneer de rechter! Ik zei: Meisje... laat u mij nu alstublieft even uitspreken, me neer de rechter... ik weet niet. of je wel voldoende ta lent hebt... Daarom zal ik je oorloopig een plaats ge ven ais cassière! Als cassière. meneer de rechter! Niet als actrice! Want eerst een half jaar geleden heb ik haar voor de eerste maal een rol toevertrouwd en wel die van Ophelia..." „Juist, nu komen we er langzamerhand. De verdachte was dus ongeveer een half jaar als cassière aan uw the ater verbonden. En heeft zij gedurende dien tijd geen aanleiding tot klachten gegeven? Ik bedoel: klopte de kas altijd of was er wel eens een tekort bij die afre kening?" „Nooit, meneer de rechter. Ik ben nooit een cent te kort gekomen, ook niet Zondags, hoewel wij dan zelfs twee voorstellingen geven. Zoover ik Nicole Irvine heb leeren kennen, is het een volkomen eerlijk meisje, voor wie ik mijn hand in het vuur zou durven leggen..." De volgende getuige. Mr. Bollman, de directeur van het Savoy hotel, bleek Kosley"s gunstige meening ech ter geenszins te deelen. Hij schilderde in schrille kleu ren de houding van de verdachte, tijdens haar verblijf in zijn hotel en de geraffineerde wijze, waarop zij het geheele personeel om den tuin had weten te leiden. „Op 28 Januari", zoo vertelde hij, „bestelde een dame, die voorgaf secretaresse van de Bancroft Company te zijn, telefonische eenige luxueus», ingerichte appartementen voor Miss Evelyn Bancroft, die, naar zij zeide, nog dien zelfden dag in Londen zou arriveeren." i „Blg-Ben" op het oogenblik, dat een dreunende slag vertelde dat het half drie was. Op die muur nu zaten we eens heel lekker uit te rusten. Je kijkt dan meteen ongestoord naar het drukke verkeer, dat over het plein in de straten wordt gestuwd als bloed in slagaders. Op het groote trot-toir dat om de leeuwen van Nel son. de vijver en de zuil heen ligt, trippelen honderden duiven. Zoo mak en tam zijn deze beesten, dat ze. uit de hand van het publiek eten. In massa's trippelen ze daar, spelen krijgertje op de manen van dq leeuwen of doen wie 't vlugst bij Nelson's neus is. En toch zijn die duiven er niet met opzet ge bracht. Ik las dezer dagen nog In een krant dat de gemeente honden, speciale duivenvangers, in dienst heeft genomen, omdat er wat al te veel komen. Die onschul dige dieren brengen rust en bezinning in het drukke wereldstadgedoe. 'n Aardige meneer sprak ons aan. Wij antwoordden. Of we mee gingen een eindje loopen. Nou, wij waren er vlak voor. ondanks onze vermoeidheid. Onder een groote poort door kwamen we op een breeden weg. dien docr een park loopt en voor het Koninklijk Paleis eindigt The Mali, het Koninklijk Paleis, het bekende Buckingham Palace, is heel gfoot. Geweldig pompeus als alle paleizen. Je moet daar bepaald van houden. Voor de vreemdelingen is het afwisselen van de wacht een zeer gewilde attractie. Dit geschiedt eiken morgen om half elf als de Ko ninklijke familie in 't Paleis is. Wij waren er des avond's om half acht en bovendien was de Koning naar Wight, waar we hem geen ongelijk in konden geven. Voor het palels marcheerde er een pracht van een soldaat op en neer in roode jas met witte koorden en gouden knoopen en een hooge kolbak op het hoofd. Wy Hollanders zouden dat niet nemen op den duur. Die arme drommel liep n.1. nog met een geweer over den schouder en moest elke keer dat hij terugkeerde een voorbeeldige heele draai rechts uitvoeren met hoog knie- optrekken. En dan met zoo'n warmte. Maar daarvoor geldt bij den Engelschman de traditie! Traditie, gebruik, gewoonte, is dit niet altijd een kenmerkende eigenschap van onze „groote broer" geweest Vanzelfsprekend kwam het gesprek op de ziekte van den Engelschen koning. Duizenden hebben tijdens zijn De president wendde zich tot Nicole: „Die dame aan de telefoon was u, verdachte?" Nicole knikte. „De kamers werden gereserveerd", vervolgde Bollman. Het waren de beste appartementen van het gansche hotel. Twee dagen lang stonden ze leeg. Miss Bancroft liet zich niet zien. maar wel meldden zich in deze twee dagen eenige loopknechts van de eerste Londensche modezaken bij den portier, wien zij een aantal pakken en doozen voor Miss Bancroft overhandigden. Wellicht zou het onder deze omstandigheden argwaan hebben gewekt, dat de Amerikaansohc haar appartementen nog niet had betrokken, wanneer niet de z.g. secretaresse nog twee maal had opgebeld om mede te deelen, dat Miss Bancroft nog eenige dagen bij familie in de omge ving van Londen dacht te blijven. Alles was dus zoo tot in de puntjes geënsceneerd, meneer de president, dat wij geen oogenblik wantrouwen koesterden." De officier van justitie, John. Merrydith. in de mis- dadigerswereld „Beccon Merrydith" genaamd, omdat hij in het proces tegen den terrorist Beccon en diens kor nuiten tot vijf maal toe een ter doodveroordeeling had weten te bewerkstelligen, verhief zich thans van zijn plaats en zei: „Uit de verklaringen van dezen getuige blijkt wel. dat de verdachte volgens een vooruit vastge steld plan te werk ging. De gedupeerde winkeliers werden om den tuin ge leid met de mededeeling, dat de pseudo Evelyn Ban croft in het Savoy Hotel logeerde en de directie van dit hotel koesterde op haar beurt niet het minste arg waan, wijl verschillende eerste klaszaken de duurste toiletten voor Evelyn Bancroft aan het hotel aflever den." „Het spijt me, dat ik deze meening moet tegenspre ken, meneer de Officier!" mengde thans de verdedi ger zich in het debat. „De verdachte handelde aller minst volgens een vooruit vastgesteld plan toen zij de kamers ongebruikt liet. Zij miste n.1. twee dagen lang den moed deze te betrekken." Hierna werden nog eenige zakenmenschen als ge tuige gehoord, die eveneens tot de gedupeerden be hoorden. Unaniem waren zij van oordeel, dat de ver dachte door haar optreden overal het vertrouwen had weten te winnen. Met de meeste bereidwilligheid had men dan ook de bestellingen van de bekende Ameri- kaansche aangenomen en tegen levering op crediet aan een adres als het Savoy Hotel bestond natuurlijk ziekte voor de hekken van Buckingham Palace gestaan. Ons koningshuis is niet populair bij de massa, konden wij vertellen. Bij ons vereenzelvigt een groot deel dier massa het koningshuis mét de kapitaal-bezittende klasse tegen wie zij den strijd heeft aangeboden. Wij Hollan ders waren een typisch volk vond de Engelsche meneer. Maar met meer trots dan daarvoor over het misschien niet juiste standpunt tegenover 't koningshuis konden we gewag maken van de diepe antl-militairistische zin van ons volk en vooral van jong Nederland. De meneer die goede sigaretten weggaf en daar door zeer in onze achting steeg zou ons wel eenige theaters aanwijzen waar we voor een beetje een mooie film zouden kunnen zien. Het was namelijk te vroeg om huiswaarts te gaan en we waren te moe om nog weer een eind te loopen. Talrijke bioscopen waren er. Vooral op het „Strand", een zeer drukke en breede winkelstraat, waar de heele uitgaande wereld doorkomt stonden er zeer vele. In sommige draait men een heel programma met een of meer hoofdnummers af. In andere weer ziet en hoort men precies een uur lang al het laatste wereldnieuws. De toegang daarvoor is 7 pence of 30 cent. M'n vriend wilde beslist niet meer op zijn beenen staan. Bij mij woog de besparing van 60 cent meer dan de genoegens van een uur biosbezoek. Ondertu8schen had de meneer ons voor een bioscoop neergeplant en we hadden afscheid van hem genomen na hem hartelijk voor zijn vriendelijkheid te hebben bedankt. We kregen zijn adres, hij woonde in Blackburn in Midden Engeland en bleek directeur van een katoen- fabriek te zijn. Of we ook in goede handen geweest waren. Als we eens in die buurt komen, moeten we er vast eens kij ken! Zooals gezegd stonden wij voor die bios te bekvech ten of we er in zouden gaan of niet. Mijn betoog dat neerkwam op het betrachten van de grootst mogelijke zuinigheid zegevierde: we zouden heel rustigjes een uurtje op het muurtje op Trafalgar- Spuaro gaan zitten. Het leven in Londen was duur genoeg en om het gemiddelde van f 1.25 per dag per persoon te behouden, hadden we ons wat in te binden. „Zijn jullie Finmen?" Met deze woorden sprak een heer ons aan, net toen we bij de uitgang van de „Underground" op Trafalgar- Square naar de groote lichtreclames stonden te kijken. Neen, Finnen waren we niet. Ik wilde het hierbij laten; wie weet wat voor snuiter het was. M'n vriend echter hield de conversatie aan den gang. En was het mijn goede zet om niet naar de bios te gaan, hem komt de eer toe de kennismaking tot stand gebracht te hebben met deze meneer, die zich ontpopte als een trouwe vriend, onverbeterlijke gids en... redder in den nood. En weldra liepen we met onzen nieuwen kameraad rond. We hadden hem al gauw ingelicht, dat we met een beetje toe moesten. Maar inplaats van ons levenspeil als grondslag aan te nemen „troonde" hij ons mee naar de Ondergrond- sche spoorweg en we mochten niets betalen van hem! Z'n vrienden waren uit de stad, hjj was heelemaal vrij en hij achtte zich het een plicht ons een vroolijke en genoegelijke avond te bezorgen. Wat was die ondergrondsche goed en schitterend ingericht. Met groote roltrappen gaat men naar om laag, ziet daar heele stations, plaatskaartenbureaux en winkels liggen, alle badend in een zee van licht. Het is er heerlijk koel. Tal van sterke ventilatoren zorgen voor versche lucht. Kaartjes waarop de verschillende lijnen staan ver meld, zijn gratis te verkrijgen. Om de twee minuten ikan men eiken kant op. Wij gingen naar Hyae Park". Dit is een heel groot park in het midden van Londen. Het is ongeveer 2% kilometer lang en 1% K.M. breed. In de lengterichting ligt In het midden een vijver. Deze heet „The Serpentine". Tweemaai daags wordt er in den zomer concert ge geven. Ook dien avond was dat het geval. Duizenden lagen in het gras naar de muziek te luis teren. 't Was een prachtige, stille avond en een wande ling van een paar uur werd een reeks van genietingen. Om Hyde Park heen loopt een mulle weg. Deze heet „Rotten Row". Hier wordt de ruitersport beoefend. In den hoek van het Park bij het station waar wij aankwa_ men, vindt men groote bloembedden. Hier bloeien in het voorjaar o.a. veel door Holland sche kweekers geschonken bloemen. Bloemenmagazijn „CORONA", KONINGSTRAAT 67 - - DEN HELDER, levert U alle moderne bloemstukken Telefoon 216. Postgiro 99555. Onze vriend wandelde maar onvermoeid door. Later zou nog tal van keeren blijken wat een capaciteiten er op dat gebied in hem schuilden. De praatten over allerlei dingen. We leerden hem een paar Hollandsche woorden; „goedenavond" en „dag!"; dit laatste met de welbekende, niet nader te omschrij ven a kon hij al spoedig zeggen. Ondertuschen waren we ook een magnifieke zwemge- legenheid tegengekomen in Hyde Park. Het plan werd al gemaakt om er den volgenden morgen zoo spoedig mogelijk heen te gaan. Onze vriend bracht ons naar Camden Road en nam op de kamer afscheid van ons. Hij had ons een verkieslijke dagindeeling gegeven voor den volgenden dag. Om vier uur zouden we elkaar weer zien bij de groo te ingang van het Victoria en Al-bert Museum. Hij gaf ons zijn naam en zijn adres op. Langzamerhand hadden we ons een denkbeeld kun nen vormen van de identiteit van onzen nieuwen vriend. Hij was Rus van geboorte, na de revolutie gevlucht naar Finland en in 1920 naar Engeland gekomen. Z'n beroep was architect en hij had voor ingenieur gestu deerd. Door de revolutie werd zijn studie afgebroken. Z'n naam was Nicolas Fedorow. Hij had een slank en lenig lichaam en geen vermoeid heid scheen hem te deeren. Oonafscheidelijk waren zijn pijp en zijn wandelstok. Ik zou me Mr. Fedorow tenminste niet voor den geest kunnen halen zonder ,pipe" en „stick". Om half twaalf ging hij weg. We kleedden ons uit en in pyama ijsbeerden we nog wat op de kamer rond. Toen hebben we de fauteuils bij elkaar geschoven en hebben den ganschen dag nog weer eens opgehaald. Mr. Fedorow kon ons nog heel wat plezier bezorgen bedachten we. Camden Road produceerde nog steeds, het late uur ten spijt, het daverende stadsrumoer. In de kamer bij ona had U eens een kijkje moeten nemen, 't Was wei-kelijk een tofe gezicht. In twee canapé's weggezonken twee bruingebakken Hollandsche jongens in pyama met de voeten in een waschkom met water. De heele vermoeidheid en al het stof loste dan in het water op. Ik heb tevoren nooit geweten, dat een uurtje het water zitten met je voeten zoo'n weldadigen in vloed op geest en gestel had. Voor het naar bed gaan nog zagen we dat Mr. Fedo row zijn pijp op de schoorsteenmantel had laten lig gen. Door hem terug te brengen konden we hem dan eindelijk ook eens een dienst bewijzen. niet het minste bezwaar De laatste getuige, die voor de rechters verscheen, was Lord Berry Davis Hij ging Nicole voortij, zonder haar met een blik te verwaardigen Op een desbetreffende vraag van den president verklaarde hij, dat hij de verdachte in het clubhuis van de Westminster Poloclub had leeren kennen Daar in de lokaliteiten van deze club slechts leden van de eerste Londensche familie plegen samen te komen, bestond er voor hem niet de minste reden tot twijfel, toen zij zich als Evelyn Bancroft voorstelde. De verdediger verzocht tot dezen getuige eenige vragen te mogen richten. „Lord Davis, uw gevoelens jegens de verdachte wa ren van dien aard, dat u besloten had u met haar te verloven, nietwaar?" De getuige knikte bevestigend. „Maar u zou toch niet tot dat besluit gekomen zijn, als u er niet van overtuigd was geweest, dat ook zij u werkelijk lief had „Daarvan was ik inderdaad overtuigd", antwoordde Lord Davis op bitteren toon. „Zij verstond even goed de kunst mij ten opzichte van haar ware gevoelens te misleiden als anderen ten opzichte van haar ware iden titeit." Aller oogen richtten zich thans op Nicole, die doods bleek op haar bankje zat, verpletterd door zijn woor den, waaruit slechts diepe verachting sprak. De verdediger trachtte de situatie te redden. „Lord Davis, u bent verbitterd en dat is te begrijpen, want de verdachte heeft u ernstig teleurgesteld." „Meneer de president." wendde Lord Davis zich thans tot Mr. Elkins, „ik gevoel geen lust over deze onver kwikkelijke aangelegenheid meer woorden te verliezen dan strikt noodzakelijk is. Ik heb de vragen van den verdediger beantwoord, maar zijn persoonlijke meerling interesseert mij niet." Nlcole's raadsman vatte vuur, „De verdachte had u lief, Lord Davis! Uit liefde tot u is zU met den strafrechter in aanraking gekomen! Niets geeft u het recht..." Als zij my waarlijk had lief gehad", onderbrak Lord Davis den verdediger, „dan zou zij er niet aan gedacht hebbben mij belachelijk te maken.! Zij heeft mij als werktuig gebruikt om zich een plaats te kunmen veroveren in kringen, die voor haar gesloten waren." Zijn verontwaardiging kende nu geen grenzen meer HENK JONKER Hz. (Wordt vervolgd). CHRONISCHE ISCHIAS. Pijn nu weg. Stok overbodig. Niemand kan er aan twijfelen of deze man heeft voorgoed afgedaan met het loopen met een stok, want het is nu al vier jaar geleden, sinds hij hem af dankte. Hij schrijft: „18 Maanden leed ik aan chronische ischias en rhcumatiek en het was mij onmogelijk te loopen zon der stok. Maar nadat ik korten tijd Ivruschen Salts had gebruikt kon ik de stok wegdoen. Het is nu vier jaar geleden dat dit gebeurde; de pijn is nooit, terug gekeerd en ik heb geen dag meer behoeven te ver zuimen op mijn werk. Ik zou dan ook nooit meer buiten Kruschen willen, want het is zijn gewicht in goud waard. U kunt van dit, schrijven naar goed dunken gebruik maken, want ik kan Kruschen Salts werkelijk aan ieder lijder aanbevelen. C. F. Als de afvoer-organen traag gaan werken, wordt het schadelijke urinezuur vrijheid gelaten zich op te hoopen en zich te nestelen in-de weefsels, spieren en gewrichten in den vorm van naaldscherpe kristallen. Deze kristallen zijn het, die, doordat zij de zenuw- wanden doorboren, de ondragelijke rheumat.ische pij nen veroorzaken. Kruschen Salts lost de kwaadaar dige urinezuur-kristalien op. om ze daarna zacht maar volkomen uit het lichaam te verwijdern. Wan neer U dan trouw blijft aan de kleine, dagelijksche dosis, zullen de zes verschillende zouten in Kruschen Salts de afvoer-organen blijven aansporen tol ge zonde, geregelde werking. Het kwaadaardige urine zuur krijgt dan geen kans meer zich ooit weer op te hoopen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten f 0.90 en f 1.60 per flacon. (Adv.) Hij haatte Nicole. Door haar was hij het middelpunt geworden van een pijnlijke schandaal-affaire. Hij kon niet verkroppen, dat hij, Lord Berry Davis, zich door een onbeteekenend tooneelspeelstertje had laten beetne men. Ja, laten beetnemen! Hij was er vast van over tuigd, dat dit meisje niets meer of minder was dan een gevaarlijke avonturierster, die op de meest geraffineer de wijze oplichterijen pleegde, welke zij dan trachtte te verontschuldigen door het te doen voorkomen alsof ze hem had lief gehad en niet alleen hij, maar ook zijn fa milie en zijn vrienden waren van oordeel, dat aan een dergelijk brutaal optreden door de justitie paal en perk moest worden gesteld! „Lord Davis", nam de officier thans weer het woord, „hebt u misschien bepaalde redenen om aan te nemen, dat de verdachte u niet heeft lief gehad, maar u' alleen als werktuig gebruikte?" „Ja, zeker," antwoordde Davis. „Vóór de verdachte heimelijk te middernacht de woning van Lady Astor verliet, gaf zy een der bedienden een aan mij gerichten brief, waaruit mij bleek, dat een garderobier van het Century theater haar nader aan het hart lag dan ik." „Hebt u dien brief bij u?" Berry knikte en legde den brief op de tafel, waarach ter de rechters troonden. De president nam het epistel uit de enveloppe en las den inhoud voor. Lord Berry Davis! Als je dezen brief ontvangt, zal je alles reeds weten. Ik ben niet Evelyn Bancroft, maar een eenvoudige ac trice van het Century Theater. De moed ontbreekt me je om vergiffenis te vragen. Ondanks alles zie ik me echter genoodzaakt een beroep te doen op je welwillendheid. Het Julianacostuum, dat de garderobier van het theater mij geleend heeft, is, zoo als je weet, ernstig beschadigd. Ik smeek je, daarom dezen man vijftien pond te willen zenden, daar hy an ders zeker zal worden ontslagen. Ik heb niemand in de wereld tot wien ik me wenden kan en ik verzoek je daarom dringend deze, mijn laat ste wensch, te willen vervullen. Ik zal je nooit meer lastig vallen. NICOLE IRVINE, De president legde den brief in het dossier. „Een Juliana-costuum?" vroeg hij, „waarvoor had de verdachte een Julianacostuum noodig, getuige?" „Lady Astor gaf den 13en Februari een Venetiaansch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 17