De boycot Duitschland. Woensdag 28 September 1932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9149 De dame die zich Bancroft noemde MERKWAARDIGE EN GELUKKIGE OVEREENSTEMMING. Uit onze Omgeving. Floraliatentoonsteiling. Men schrijft ons van Langendijk: Het besluit van de Langendijker Groenten Central» om een actie tegen Duitschland in te zetten in den vorm van een boycotactie, bestaande in het niet meer betrekken van Duitsche goederen, heeft het spreekt van zelf, de algemeene aandacht getrokken. In de eerste plaats was er wel eenige verbazing te consta teeren. dat een dergelijk besluit van zoo groote draag wijdte werd genomen door het Bestuur, zonder de aangesloten organisaties er in te kennen, vooral ook waar wel algemeene vergaderingen zijn bijeengeroe pen ter behandeling van onderwerpen, die niet zoo'n verstrekkende beteekenis hadden, als het onderha vige. Toch lijkt ons deze verbazing misplaatst, om dat het besluit in den vorm van een voorstel is door gegeven aan het Centraal Bureau uit de Veilingen in Nederland, dat ongetwijfeld deze zaak zal wik ken en wegen op zoo'n ernstige en voorzichtige wijze, dat men later geen verwijt zal kunnen hooren van onberaden en onbezonnen stappen. De vraag doet zich voor, of de tijd voor een derge lijke actie is gekomen en bovendien, of zij kans van 6lagen heeft. Eigenlijk was er al aanleiding tot het nemen van maatregelen, toen Duitschland allerlei belemmerende maatregelen tegen den invoer onzer tuinbouwproducten begon te nemen. En dat men eerst nu tot scherpe actie daartegen wil overgaan, is ongetwijfeld hieraan toe te schrijven, dat de maat nu vol is, en men altijd nog in de hoop leefde, dat Duitschland uit zichzelf wel tot inkeer zou komen. Nu dit laatste niet het geval is geweest, doch men nog in sterkere mate met invoerrechten, contingen- teering enz. den Nederlandschen tuinbouw vernie tigt. nu meent men den tijd gekomen, tot maatrege len te moeten overgaan, waaraan men in gewone tij den niet zou denken. Dat deze maatregel wordt ge richt tegen Duitschland is gelegen in de omstandig heid. dat dit land tot voor betrekkelijk korten tijd vereweg bovenaan stond voor den invoer onzer tuin bouwproducten en dat dus de belemmeringen, die dit land ons in den weg legt, het ernstigst worden ge voeld. Ter toelichting moge dienen, dat het totale bedrag van den export van groenten, vruchten en vroege aardappelen in 1928, 1929 1930 en 1931 resp. bedroeg f96.609.000. f 88.014.000, f 75.058.000. f66.018.000 en dat van deze bedragen resp naar Duitschland werden uitgevoerd voor f 55.388.000. f 49.339.000, f39.751.000 en f 27.985.000, zoodat de waarde van on zen tuinbouvvuitvoer naar Duitschland in 1931 nau welijks de helft bedroeg van de waarde in 1928. In vergelijking met 1930 liep deze exportwaarde met niet minder dan 30 achteruit! Intusschen schuive men dezen achteruitgang niet geheel op rekening der door Duitschland getroffen maatregelen, daar het gewicht niet in dezelfde mate is afgenomen. Duide lijk kan dit ook nog blijken uit de uitvoercijfers naar Engeland in de laatste 4 jaren: 1928 184.606.000 K.G. f28 588.000; 1929 198 019.000 K G. f27.515.000; 1930 218.765.000 K.G. f25.103.000: 1931 250.513.000 K.G. f20.363.000. Het totale gewicht van onzen uit voer naar Engeland is de laatste jaren dus regelma tig gestegen, de totale waarde van den export is even regelmatig gedaald! Maar hoe dan ook. de tuinbjuwsrs schrijven den aanzienlijken achteruitgang als vanzelf sprekend op rekening van de door Duitschland getroffen, voor Ne derland doodende maatregelen en zullen die nu trachten af te weren door de Duitsche goederen te boycotten. Het Centraal 'Bureau uit de Veilingen is uitgenoodigd deze actie in te zetten en te leiden. Bij dit Bureau zijn een 150-tal veilingen aangesloten, die bijna alle NederlandSche tuinders en kweekers om vat, en die in 1931 nog een omzet hadden van ruim f80.000.000. Een machtige organisatie dus. Maar on getwijfeld alleen niet machtig genoeg om den Duit- schen tegenstand te breken. Daartoe zal noodig zijn een groote solidariteit van andere bedrijfstakken: landbouw, zuivelindustrie en andere, die invloed ten goede kunnen oefenon. Duitsche steenkolen, die hier voor zoo'n groote waarde worden ingevoerd, moeten contrabande worden. Is de solidariteit van groote groepen maar voldoende, dan wordt gehoopt dat de .Duitsche industrieelen en anderen, die gedupeerd zouden zijn met een tegen-actie door Nederland, een zoodanigen druk op de Duitsche regeering zullen uitoefenen, dat men daar wat meer rekening gaat houden met de Nederlandsche belangen. En als dan straks de onderhandelingen zullen aanvangen over een nieuw handelsverdrag met Duitschland, nu het oude 1 Januari 1933 afloopt, dan zal in dit land be ter beseft worden, dat het uit is met de lijdzaam heid. met de rol van lammen goedzak, die Neder land reeds zoo lang heeft gespeeld. Althans zoo meent men, dat het effect dezer actie zou kunnen worden. Wie zal den Nederlandschen tuinbouw, die aan den rand van den afgrond staat, ongelijk geven, als FEUILLETON. Roman van Norbert Garai. 7. De avond viel en maakte door zijn voohtigen mist een langer verblijf in den tuin onmogelijk. De gasten maakten zioh gereed om te vertrekken. Jules Savages liet hun wagens voorrijden en verhinderde op deze wijze een partij poker, die zich anders zeker tot den vroegen morgen zou hebben voortgezet. Toen de laatste auto eindelijk in de mist verdwenen was, trad hij in de hall terug en ging met trage, aar zelende schreden de trap op, die naar de eerste verdie ping voerde, waar o.m. het boudoir van zijn vrouw ge legen was. Hij klopte aan de deur en luisterde. Niemand ant woordde. Voorzichtig drukte hij den knop omlaag en trad het. geheel in het duister liggende vertrek binnen. Door een kier van de deur, die toegang gaf tot de kleedkamer zag hü licht schemeren. „Wie is daar?" hoorde hij zijn vrouw vragen. „Ik! Jules!" „Jules? Wat wil je?" „II? wou eens met je praten, Elis." „De zaak, die jij met me te bespreken hebt, zal toch wel niet zóó belangrijk zijn, dat ze niet tot morgen kan wachten." Hij draaide het licht aan. „Morgen vertrek je immers! Hoe zou je dan nog tijd kunnen vinden om dingen te bespreken, die ons beiden na aan het hart liggen?" „Dingen, die ons beiden aan het hart liggen?" hoorde hij haar vragen. „Zeg je, dingen die ons beiden aa.n het hart liggen?" De hoon, welke in haar stem lag opgesloten, maakte hem zoo woedend, dat hij een grijnzende Pierrot, die in den hoek van een met blauw fluweel bekleede fauteuil zat en zichzelf vergenoegd in een hoogen toiletspiegel scheen te bewonderen, opnam en door de kamer slin gerde. Een witte Angorakat, die tot dusver nog niet van haar aanwezigheid had blijk gegeven, waande zich nu in haar rust gestoord, trok een kromme rug en blies ver vaarlijk in zijn richting. hij nog een laatste, uiterste poging waagt, om het veege lijf te redden? Er zal niemand aan denken dit te doen. Maar toch lijkt het ons goed. ie mem»» reeren, wat 't jaarverslag over 1931 van het Centraal Bureau uit de Veilingen al op de eerste bladzijde schreef. Zie hier: „In het jaarverslag over 1930 heb ben wij als oen der voornaamste oorzaken van de economische moeilijkheden, waarin de geheele we reld was geraakt, aangewezen het streven van vele staten naar economische zelfgenoegzaamheid. Door zware en hooge tariefmuren poogden immers zeer vele economisch hoog ontwikkelde staten de produc tie zoowel industrieele artikelen als van agrarische voortbrengselen in het eigen land zoo hoog mogelijk jp te voeren, ten einde den invoer uit het buiten land zooveel mogelijk overbodig te maken. Politieke leiders en toonaangevende economen der verschillende landen zijn het er meerendeels over eens, dat slechts e n internationaal volledig herstel van het vrije handelsverkeer een oplossing der tal rijke moeilijkheden brengen kan. En wat is er in 1931 hiervan terecht gekomen? Alle landen, zonder onderscheid, hchhen aan den invoer nieuwe belemmeringen in den weg gelegd en anderzijds hun export met alle mogelijke middelen De Zuiderzeewerken moeten worden stopgezet. Ir. Aibarda. Dr. H. Colijn. "Werk is beter dan steun. Ir. Aibarda. Dr. H. Co Lijn. 3laar de regoeUng zegt: stop. Zondag 18 September zei de heer Aibarda in z^Jn groote rede op het Congres der S.D.A.P. onder meer: Wy verheffen ook onze stem tegen de stopzet ting van groote werken. De stopzetting van de Zui derzeewerken bijv. zou een ramp beteekenen en wij achten het beter om 200 millioen voor werk uit te geven dan 100 millioen voor werkloozenondersteu- ning! (Applaus). Een paar dagen later sprak Dr. H. Colijn op een ook te Utrecht getiouden vergadering van het Verbond van Anti-rev. propagandisten en verklaarde: Voor inpoldering van den N.O. Zuiderzeepolder zou men gedurende 10 jaar 10 millioen moeten lee- nen. Meent men nu werkelijk, dat de financieele toestand van Nederland zoo is, dat men dat niet kan doen? Sprekers antwoord is, dat daarvoor niet de min ste vrees beho« ft te bestaan. Duizenden zijn er bij dit werk ook indirect betrokken en het wil spreker voorkomen, dat men beter f 2 kan uitgeven voor nuttigen economischen arbeid dan f 1 voor steun zonder meer. (Applaus). Om twee redenen vinden wij deze overeenstemming tusschen den sociaal-democratischen en den anti-revo- lutionnairen leider buitengewoon verheugend. In de eerste plaats omdat uit beider uitlatingen af geleid mag worden, dat hun fracties in de Tweede Ka mer vóór voortzetting der Zuiderzeewerken zullen stem men. Wil de regeering anders, dan zal zij een harde dobber hebben om het te winnen. In de tweede plaats verheugt het ons, dat èn de heer Aibarda èn de heer Colijn werk zooveel hooger aan slaan dan steun. Het is ook ons sta ïdmint en bij herhaling hebben wij daarvan getuigd. Het eerst en meest noodige is werk. Tegen de heillooze gevolgen van doelloos leeeloonen is maar één afdoend en heil zaam middel: werk. Merkwaardig in de waardeering van beide heeren is de gelijke verhouding: twee tegen één. en voor den gewonen staatsburger klinkt het als muziek, wanneer een man als Dr. Colijn even goed als Ir. Aibarda ons land financieel sterk genoeg acht. om de voor nuttig werk noodzakelijke miliioenen te leenen. Hierbij vergeleken maakt d» regeering een buitenge woon slechte beurt. Laat de Tweede Kamer haar be gaan, dan wordt de inpoldering stopgezet. „Waarom antwoord je niet?" vroeg Elis vanuit de kleedkamer. Savages draaide, als om elk verder debat te vermijden, het licht uit, doch op hetzelfde moment klonk ook reeds haar stem: „Ben je er nog, Jules?" Toen ook nu het antwoord uitbleef, werd de deur van de kleedkamer plotseling geopend. Op den drempel bleef Elis staan, een verbaasden blik werpend op haar echtgenoot, die in het nu naar binnen vallende licht dui delijk zichtbaar was. Ze wist zich echter spoedig te be- heerschen. ging met een hautain gebaar aan hem voor bij en draaide het licht weer aan. Vervolgens begaf ze zioh naar haar toilettafel, waaraan ze, met den rug naar hem toegekeerd, plaats nam. „Wat had je me te zeggen, Jules?" Ook Savages scheen zich nu weer te hebben hersteld. Hij trachtte in den toiletspiegel haar blik te ontmoeten, maar waar zij het juist scheen te vermijden hem aan te zien, gaf hij deze poging spoedig op. „Ons huwelijk begint vormen aan te nemen," zei hij eindelijk, elk woord nauwkeurig overwegend, „die ik niet kan goedkeuren. Je vertrekt morgen naar Nice en je hebt het schijnbaar nog niet eens de moeite gevonden mij dat mede te deelen." „Ook ik ben het er met mezelf over eens geworden," antwoordde zij rustig, „dat men ons huwelijk niet be paald gelukkig kan noemen. Maar tenslotte heeft men er zich bij neer te leggen, dat de werkelijkheid slechts bij hooge uitzondering overeenstemt met het ideaal, dat men zich gedroomd heeft." „Het lijkt mij daarom dienstig althans te trachten..." begon hij op onzekeren toon. „of niet..." „Het lijkt mij dienstig te trachten nuttelooze debat ten te vermijden." onderbrak zij hem scherp. Zij keerde zioh thans met een ruk om en in den blik, dien ze hem toewierp lag die aanmatigende eigendunk en kwetsende hoogmoed, die hem haar voorouders reeds hadden doen haten. De leden van haar familie, die hem van tijd tot tijd bezochten, met leegc zakken, maar door drongen van het gevoel afstammelingen van een eeuwen ouden Schotschen adel te zijn, toonden hetzelfde gelaat als hun voorouders, voor wier geschilderde portretten zij zich in stilte aanbidding plachten te verzamelen. Het was het hoogmoedige gelaat van den geportretteerden, eersten Davis geweest, dat Savages eens in een woeden de buit het „familiegezicht" genoemd had. En de hoog moed van vele generaties lag thans ook opgesloten in den blik, dien zijn vrouw hem toewierp. „Je moet toch .begrijpen, Elis" riep hij wanhopig, „dat ik niet anders kan en mag handelen. Als ik nu niet sterk genoeg ben om je hartstocht voor het spel energiek te bestrijden, dan zal mij later eerst recht de kracht daar- trachten te bevorderen, zonder te bedenken, dat uit eindelijk export van goederen niet kan plaats hebben zonder in/oer van andere goederen, omdat uiteinde lijk (n.1. wanneer een land niet meer over de noodige middelen beschikt) de invoer van goederen met uit voer van andere goederen moet worden betaald. Het gevolg hiervan is geweest, dat zelfs de beide landen die tot dan toe het vrije handelsverkeer hadden kun nen handhaven n.1. Engeland en Nederland zich in het belang van hun betalingsbalans op het eind van 1931 genoodzaakt zagen maatregelen te nemen. Engeland door de invoering van zeer hooge invoer rechten, Nederland door de invoering van een stelsel van contingentcering. iUt deze aanhaling (dijkt dus, dat „alle landen zon der onderscheid", schuldig staan aan het kwaad, dat men nu tegen Duitschland zal willen bestrijden, waar uit dus m.a.w. volgt, dat een boycot-actie nog niet zoo eenvoudig is, als men oppervlakkig zou meencn. De nieuwe verhoudingen zijn reeds zoodanig gegroeid, dat het eene land van het andere afhankelijk is ge wonden in het nemen zijner maatregelen, zoodat het kwaad al zoo diep is ingevreten, dat de basis moet worden gewijzigd. Niettemin kan daarnaast de boy cot een middel zijn, om meer algemeen de aandacht te vestigen op de gevolgen, welke de „economische zelfgenoegzaamheid" hebben gehad en het genezings proces verhaasten van den zieke, die bij niet spoedig van koers veranderen ten doode is opgeschreven. De Langendijker tuinbouw zal intusschen bij deze actie slechts kunnen winnen, omdat hier niet meer te verliezen is. Bij de begrooting voor Waterstaat lezen wij: De regeering heeft zich ernstig afgevraagd, of het verantwoord is met het oog op noodzakelijke beperking van de staatsuitgaven, zich nieuwe las ten van dezen omvang op te leggen Zij meent, dat het niet in overeenstemming zou zijn met de ge dragslijn. die bij het samenstellen van deze rijks- begrooting is gevolgd, indien thans reeds in begin sel zou worden besloten, tot het ondernemen van een werk, dat het staatsbudget zeer aanzienlijk zou bezwaren en daardoor verderen voortgang van op»nbare werken zou belemmeren. Or> grond van deze overweging heeft zij besloten in deze begrooting geen post voor voortzetting van de verdere inpoldering in de afgesloten Zuiderzee op te nemen en zulks, hoewel niet kan worden ont kend. dat indijking van den Noordoostelijken polder aan de bestrijding van de werkloosheid ten goede zou komen. Minister Reijmer herinnert hierbij aan de motie-Coliin van 11 Februari 1932. waarin de Tweede Kamer uit sprak, dat vertraging van de Noordoostelijke inpolde ring zoo mogelijk behoort te worden vermeden en waarin de .regeering werd uitgenoodigd, aan de Kamer te doen toekomen een nauwkeurige berekening van de kosten van aanleg van den Noordoostelijken polder. Aan deze motie is door de regeering gevolg gegeven door het zen den van een nota aan de Tweede Kamer ,die thans als bijlage bij deze begrooting is gevoegd. Op grond va.n deze nota betoogt de minister, dat de Noordoostelijke inpoldering in achttien jaar tijd een uitgave zal vorderen van 14-1 millioen. Hiervan moet 100 millioen worden uit gegeven aan het maken van den Meerdijk met sluizen en gemalen, aan werken binpen de bedijking, en aan het droogmalen en gedurende negen jaren drooghouden van den polder. Voor onderhoud van werken is vier millioen geraamd, voor ontginning en alles wat daarmee verband houdt veertig millioen. Tegenover deze uitga ven van 144 millioen staat de waarde van 44.000 hecta ren grond. De gemiddelde kosten bedragen f 3275 per hectare en het is wel duidelijk, dat deze kosten niet door de waarde van den grond bedekt zullen kunnen worden. Voor dekking van het verlies zou volgens de nota door het rijk ongeveer 66 millioen gulden versohaft moe ten worden Onderzijds hierbij deze kantteekening: Terecht heeft Dr. Colijn er in zijn Utrechtsche rede op gewezen, dat de rekening van de Inpoldering niet mag worden opgemaakt naar de tegenwoordige grond prijzen. Deze zijn de beide laatste eeuwen enorm geste gen. Als wij den heer Colijn goed begrepen hebben, zijn ze per 100 jaar verdrievoudigd. Hieraan knoopte hij deze vraag vast: Zou die stijging nu plotseling en voor goed tot staan zijn gekomen of zelfs zijn veranderd in een daling? Blijkbaar is de heer Colijn overtuigd van niet en grondt hij ook daarop zijn klemmend advies: door zetten! Er is nog iets, waardoor de regeering ver achter ligt. Het ontbreekt haar aan wat de heeren Aibarda en Colijn wel hebben moed durf vertrouwen! toe ontbreken. Je zult toch moeten toegeven, dat ik niet kleinzielig ben. Het bedrag, dat jij voor jezelf gebruikt hebt, vertegenwoordigt een kapitaal." Heftig vroeg ze hem, of dat misschien een verwijt be teek ende? Zorgvuldig zijn woorden kiezend om haar toch vooral niet te krenken, natwoordde hij. dat zij hem verkeerd begreep. Hij had er steeds naar gestreefd haar het leven zoo aangenaam mogelijk te maken en het ging hem slechts aan het hart. dat zij dat niet waardeerde. Zij stond op en trad eenige passen op hem toe. Een intense haat flikkerde in haar oogen. „Je bent royaal", „royaal van mijn geld! Ik weet, waarom je mij m'n geld weer hebt afgenomen. Je wilt macht over me be houden en dat streven tracht je met een moreel manteltje te verbergen. Dat is het, wat me nog het meest verbit tert!" Hü liep naar het raam. „Ik wij van al mijn rechten op die 50.000 pond afstand doen," zei hij zacht. „Ik zal dit bedrag bij een bank deponeeren. Het zal..."'pein zend staarde hii in den, nu geheel in het duister liggen- aen tuin... 50.000 pond... zij zullen ons kind toebehooren, Elis... het zou..." Maar ze liet hem uit uitspreken. „Aha, is dat weer een nieuwe poging om je veraohtelijke hou ding te reohtvaardigen, je armzalige figuur te redden. Maar ook daarmee zul je me niet vangen..." Savages trad van het raam terug en keek haar aan. Hij was doodbleek. Zij had gezegd, dat ze hem verachte en hij voelde dat ze vanaf dit oogenblik gescheiden waren door een kloof, welke niet te overbruggen was. Zij toonde niet in te zien, dat er omstandigheden waren die hem dwongen hard en onverbiddelijk te blijven. In haar blindheid was zij er vast van overtuigd, dat hij zich slechts uit egoïstische motieven hij wilde haar im mers in zijn macht hebben! haar geld had toegeëigend Eigenzinnig als ze was, liet ze zich door niets van de eenmaal bij haar post gevatte meening afbrengen, alle betere gevoelens waren in haar gedood en er was niets anders gebleven dan haat, onverzoenlijke haat! Zwijgend verliet hij het vertrek en eenige minuten la ter zat hij in zijn auto, die hem in een razend tempo naar de city bracht. Als de held uit een klassiek drama, die zijn liefdes- kommer op het slachtveld tracht te vergeten, zoo stortte Mr. Savages zich nu in een gigantischen strijd, die voor eenige dagen op de beurs was ontbrand. Hij bracht een afdeeling makelaars in het gevecht, week geen minuut van zijn post, sloot bondgenootschappen, verzamelde en verspreidde zijn mannen, kortom, hij toonde zich in alle opzichten een strateeg, die echter ook de voorzichtigheid niet uit het oog verloor, want ook kritieke oogenblikken WIERINDER WAARD De floraliawedstrijd en tentoonstelling is voor het Nutsdepartement een groot succes geworden. De kolf baan van den heer v. d. Woude was herschapen in een bloemenhof. Zaterdagmorgen 10 uur begon de stroom van bloemen en planten en hield onafgebroken aan tot 's middags veir uur. De voltallig aanwezige commissie en jury leden, geassisteerd door verscheidene vrijwilligers en vrijwilligsters keken elkaar wel wat vragend aan, hoe die chaos (want alles was na inschrijving maar neer gezet) te ordenen en te beoordeelen. Door 125 inzenders waren ongeveer duizend bloemstukken, kamerplanten, bouquetten en cacteeën ingezonden. Met behulp van tuinman en timmerman begon er al heel gauw teeke- ning te komen in de massa. Toch is er doorgewerkt trt 's avonds 11 uur eer de opstelling zoo ongeveer klaar was. Onderwijl had de jury zich van haar moei lijken taak gekweten om uit de honderden inzendingen de mooiste te zoeken. Bij de dit voorjaar uitgegeven floralia-planten was deze taak niet zoo lastig, maar bij de vrije inzendingen, waar zoo ongelijksoortige grootheden beoordeeld moesten worden, zijn er tus schen de juryleden nog al wat woordjes gewisseld al vorens aan het bestuur den uitslag kon worden opge geven. Zondagmorgen werd nog de laatste hand gelegd en tegen d"eën Zondagmidadg werden de deuren geopend. Er was maar één roep: schitterend! Nu leenen bloemen e.d. zich natuurlijk ten zeerste voor een mooie rangschikking en is de indruk bij een groote hoeveelheid altijd goed, maar hier was toch wel iets bijzonders geleverd. Het is jammer, dat dit bericht verschijnt, als de afbraak al in vollen gang is. Wan neer de tentoonstelling nog een dag of wat contact bleef, zou het voor menigeen uit onze omgeving d© •vneite waard ziin, eens te komen kijken. Te ongeveer 4 uur vroeg de voorzitter van het Nuts- deoartement. de heer J. Koomen, stilte en vertelde dan iets van de zorgen en angsten der commissie, die bang was voor een mislukking. Maar de blijde bloemen, die zo vaak troost geven, aldus spr„ hebben u in deze slechte tijden niet in den steek gelaten en u heeft ons geholpen, waarvoor onzen hartelijken dank. In tijden van druk. is het een gunstig teeken als men niet in zorgen ten onder gaat, maar zijn liefhebberijen houdt en vooral de liefhebberij van bloemen kweeken en verzorgen geeft een zoo goede afleiding, heft op en sterkt ons in den moeilükens trijd Het is een niet te onderschatten voordeel, als men den mooien kant van het leven blijft "len en de fleurige en kleurige flora-kinderen dragen "eer zeker het hunne daartoe bij. Aan allen die aan de voorbereiding hebben meegewerkt, onzen dank. Hierna verkreeg de heer Jb. Kaan Kz. het woord, om namens de iurv de bekroningen mede te deelen, we'ke als volgt luidden: Colect'e van 5 floraliaplanten: le pr. Mevr. H. v. d. BrinkOudeiaos: 2e pr. Mevr. SchenkStrijker; 3e pr. Mevr. KaterKaan. Tndivlducele planten: Geranium: le pr. C. Dekker; 2e pr. Nic. Kaan Kz. Fuchsia: le pr. P. Marees: 2e pr. J. Rezelman Cz. Chrvsant: le pr. W. v. d. Ham; 2o pr. J. Rezelman Cz. Begonia: le pr. J. Soeets; 2e pr. S. Vetmhan. Salvia: le nr. K. A. Kaan; 2e pr. N. Koppes. Kamerplanten: le pr. Mevr. Rezelmanvan Nienes; ?e nr. Mevr. RademakerBlom; 3e pr. ïïevr. Kaan Zeeman; 4e pr. Mevr. SleutelSmit; 5e pr. Mej. T. Strijker- eerv. verm.: Mevr. SleutelSmit en Mevr. BroesVisser. Bloemstukken: le pr. Mevr. v. d. BrinkOudejans; 2e pr. Mevr. Koomende Carpentier; 3e pr. Mej. N. Sieswerda; 4e pr. Mevr. SchenkStrijker; eerv. verm. u»"r. Koomen en Mevr. v. d. Brink. Cacteeën: le pr. a Mer. OudendijkZwaag; le pr. b Mej. G. Schagen; 2e pr. Mevr. BakkerSmit; 3e pr. Mevr. BlaauboerJansen; eerv. verm. Mevr. Metzelaar, ^«vr. MV»rees en Mevr. H. Limpers. Bovendien kreeg een eerv. verm. de jongeheer Cor Keesman Az., die van witte bessen het woord „Welkom" kpd gelegd in een bed van roode besjes. De zeer vele bezoekers maakten daarna een rond gang doo rde zaal en over het tooneel en zooals reeds gezegd was aller meening dat onze floralia-tentoonstel- ling schitterend was geslaagd. De commissie heeft ech ter door de zoo kwistig uitgestrooide lof wel een mo- reele ruggesteun om op het ingeslagen pad voort te gaan. dochde financiën spelen altijd een belangrijke rel. Door loten verkoop en verder door entreé's en en kele attracties, hoopt de commissie voldoende gelden bijeen te krijgen om aan alle verplichtingen te kunnen voldoen. Was de Zondagmiddag zóó, dat met de lucht ook het bezorgde gelaat van den penningmeester op had hij steeds goed uitgeruste reservetroepen bij de hand, terwijl voorts eenige goed betaalde spionnen be langrijke berichten uit het kamp van den vijand over brachten. Zijn blik was eohter niet meer zoo scherp als vroeger. Zijn concentratievermogen had bedenkelijk geleden en meer dan eens zag men hem, diep in gedachten verzon ken, in den een of anderen hoek van de groote beurszaal staan, piekerend over dingen, die zeker niets met de verwarrende drukte op de beurs hadden uit te staan. Het spreekt welhaast vanzelf, dat dit zijn speculaties ongunstig beinvloede. Zijn groots opgezet offensief be gon allengs op het doode punt te komen en meer dan eens zag hij zich genoodzaakt wanhopige pogingen in het werk te stellen om zioh wat lucht te verschaffen. Op zekeren dag vonden hardnekkige geruchten over finantieele moeilijkheden van het Jüles Savages-concern hun weg naar Nice en noodzaa.kten Mrs. Elis Savages haar verblijf aan de Rivièra vroeger dan zij aanvanke lijk van plan was, af te breken. Toen zij in Londen aankwam, deelde Savages haar mede, dat de aan de beurs geleden verliezen hem genoodzaakt hadden het buiten aan de Theems te verkoopen. Hij stelde haar voor voorloopig een huurhuis in Londen te betrekken. Het antwoord van Mrs. Savages bestond daarin, dat zij nog denzelfden dag bij familie haar intrek nam. Toen kwam de le November, de dag, waarop de Bank of Engeland haar disconto verhoogde. Van alle zijden raasden auto's naar het beursgebouw, dat er dezen dag wel bijzonder plechtig, ja, bijna statig Jeek uit te zien. Een oorverdoovend gegons van stemmen vulde de zaal Op de trappen en in de gangen, overal hoorde men cij fers noemen, er werd gefluisterd en geschreeuwd, kortom er hesrschte een zoo nerveuse stemming als in lang niet was voorgekomen. De koersen daalden van minuut tot minuut, slechts enkelen hadden de groote baisse, welke denzelfden dag op de New Yorksche beurs was in gezet, voorzien en er vielen op dezen zwarten Dinsdag dan ook heel wat dooden en gewonden op het slacht veld der geldmarkt. Ter elfder ure was Jules Savages den dans ontspron gen en twee dagen later was hij weer eigenaar van het bulten aan de Theems.. Mrs. Savages keerde eveneens uit Schotland terug. Hij ontving haar met gereserveerde beleefdheid en geen enkel verwijt over haar zelfzuchtige houding kwam over zijn lippen. Maar van dezen dag af meed hij het met haar samen te zijn en op het buiten aan de Theems kwam hij slechts zelden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5