SLOT ASSUMBURG. Een bezoek aan het Escoriaal. Zaterdag October 1932. SCHAGER COURANT. Vijfde blad. No. 9151 Van Middeleeuwsch Kasteel tot Jeugdherberg. het paleis vax den bloedigen koning. - geschiedkundige herinneringen. HET STERFBED VAN PHILIPS II. (Van onzen reizenden correspondent). EL ESCORIAL. September. Viiftiff kilometer van de stad Madrid in een dal van het Guadarrama-gebergte, duizend meter boven den zee spiegel ligt bet Ecsoriaal, de stichting van Philips II en geen bewoner van wat vroeger de Spanjaarden al gemeen „de Vlaanderen" noemden, zal. als hij Madrid bezoekt, verzuimen den tocht te ondernemen naar de plaats, waaraan ook voor hen zoovele geschiedkundige herinneringen verhonden zijn. De Vlaanderen omvatten in de begrippen der Span jaarden toen, ruim driehonderd jaar geleden, veel meer dan het gebied, dat wij thans Vlaanderen noemen. Of de Spaansche troepen moordden te Antwerpen, of ze de stad Breda veroverden dan wel het hoofd stootten voor de wallen van het uitgehongerde Leiden, volgens de toenmalige Spanjaarden streden ze in Vlaanderen, waaronder dus ook geheel Noord-Nederland werd begre pen. De man, die deze troepen naar het noorden zond, bewoonde aanvankelijk zijn paleis te Madrid, maar bracht herhaaldelijk vele uren door ter plaatse, waar toen het Escoriaal in aanbouw was. Eerst in 1584, na een arbeid van één en twintig jaar, werd het grootsche gebouw voltooid, en van dat oogenblik af was het Esco riaal de geliefde verblijfplaats van den koning die zoo verschillend beoordeeld wordt. Er zijn er zelfs, die hem als een groot vorst beschouwen. Het is eenigszins moei lijk dit standpunt te verdedigen. Geschiedkundig vast staat, dat Spanje op het oogenblik, dat Philips II aan de regeering kwam, was het rijk, waar de zon niet on derging. Bij zijn dood was dit rijk teruggevallen tot de beteekenis van een staat van den tweeden rang. En toch had deze koning geen geweld, geen verraad, geen bloed ontzien om zich en zijn rijk te handhaven. Zeker is, dat Philips II in zijn uiterlijk niets had van een groot man, maar wel van een ontaarde. Het sterkst is me dit enkele jaren geleden opgevallen in het mu- peum te Napels, waar in een en dezelfde zaal hangen de portretten van Karei V en zijn zoon Philips II, werk van den grooteri meester Titiaan. De vader met de don kere fluweelen oogcn, de zwarte baard, doet denken aan een dichter, een denker; de zoon met te groot bo venlichaam op te zwakke beenen, slecht ontwikkeld vlas sen baardje en kneveltje, uitpuilende vischoogen is het type van een ontaarde, van wien men alles slechts ge- looven kan, dat vele geschiedschrijvers en de legende van hem vertellen. Als een plaats van teruggetrokkenheid en rust heeft de bloedige koning zich het machtige gebouw temidden der onvriendelijke, barsche bergen gedacht. Thans is dat anders. Thans voert er van Madrid een uitstekende automobielweg heen en bij tienduizenden komen er 's Zondags de Madrileezen. De talrijke café's en restaurants in het dorp zijn dan vol mensohen en luidruchtigheid. Vanaf Madrid gaat de weg de eerste aobt kilometer nog onder hoornen en tusschen groen. Daarna begint een doodsch, dor, troosteloos, bergachtig landschap, waar steenen meester en bebouwde velden zeldzaam zijn en de weg zich stijgend en dalend door slingert. Op ongeveer tien kilometer afstand reeds ziet men temttlden-^an groen, als in een oase, het-'Escoriaal, met zijn torens en als. men eindelijk staat voor hetenorme gebouw van 2Ö6 meter' lengte en "161 meter breedte, is men verbaasd, bedremmeld. Is dat een paleis? een klooster? een kazerne? El Escorial. Buiten klatert de zon haar gouden licht, maar binnen waart schemerduister door de lange, sombere gangen. Er hangt iets als de herinnering aan wreedheid, verraad bloed, onheil in dit gebouw. Het is me begrijpelijk, dat de laatste koning, de verjaagde, beter nog „weggestuur de" Alphons XIII een modern man al was hij geen mo dern koning, nimmer wonen wilde in dit sombere, mach tige gebouw. Bijgeloovigen zeggen: daarom werd hij verjaagd; dat was zijn noodlot. Tusschen zich en zijn groote voorvaderen had hij alle banden doorgesneden. Vervreemd was hij van hen en daarom stortte de troon onder hem ineen. Zeker is, dat Alphons slechts nu en dan voor enkele ©ogenblikken in het Escoriaal kwam om er te verwijlen in het sombere, machtige, onderaardsehe pantheon met de vage verlichting, waar in een der sarcophagen van brons en goud rust het stoffelijk overschot van zijn moeder. De eersten, die hier in deze indrukwekkende ruimte werden bijgezet, waren Karei V en Philips II, wier sacrophagen de bezoekers er aanschouwen kunnen. Veel schoons bieden de machtige kathedraal van het Escoriaal, het klooster, het eigenlijke paleis met weel derige zalen, het kleine, maar hoogst belangwekkende schilderijenmuseum met o.a. werkenvanden beangsti gend fantast'ischen 16-eeuwschen Nederlandschen schil der Hyronimus van den Bosch, van wien ik, voor zoo ver ik me herinner in Nederland nimmer een schilderij zag. Voor dit alles had Ik evenwel niet in de eerste plaats den tocht van Madrid naar het Escoriaal gemaakt. Wat mij het meest trok was de herinnering aan den raad- selachtigen koning door wiens wreeden wil bij ons, in het noorden, het bloed bij stroomen vloeide. In het geweldige gebouw vol weelde en pracht, waar aan geen kosten werden gespaard (vele millioenen on derdrukten en vervolgden hielpen betalen) had Philips II drie eenvoudig, sober gemeubileerde vertrekken, die nog vrijwel onveranderd zijn gebleven. Er is een oht- VJfngzaal met voorzaaltje, waar alle overbodige weelde v/as geweerd. Ook toont men den vreemdeling de werkkamer, tevens slaapvertrek, waar de trotsche, in zich zelf gekeerde koning zoovele van bloed druipende bevelen nederschreef. Onheil voor vele, vele duizenden werd hier geboren I Onze correspondent in den zijspan te Madrid. Zijn reismakker fotografeert en ontbreekt dus op de foto. Van de weelderige ruimte van het eigenlijke paleis voert een smalle gang naar de vertrekken van Philips II en hier staat, levensgroot, een figuur, een pop, ge kleed in de uniform van Philips' „Zwarte Garde". Er gens anders ziet men een der „Gele Garde" van den vader. Karei V. Deze gele garde bestond uit levenslus tige, gemoedelijke Vlamingen. Philips II, de sombere zoon, schafte deze garde af en nam een „zwarte garde", donkeroogige, zwartgebaarde mannén, in wie geen me delijden en menschelijkheid leefden, mannen met zwarte hoeden met zwarten vederbos, uniformen van zwart laken en zwart fluweel. Toen ik de zwarte garde met een soort lans staan zag bij de vertrekken van den koning, wiens zoon Car- los op geheimzinnige wijze stierf, wiens vele vrouwen snel verwelkten en den geest gaven in het sombere paleis met zijn vele bloedige geheimen, gevoelde lk Iets als'een onbereden eerden angst en afschuw. Was dat om wat ik vroeger leerde en las of sprak hier een soort atavisme? Godsdienstig, zeer godsdienstig was deze vorst, die gevangen was in oude veroordeelen en het geloof aan zijn eigen, onweerstaanbare macht van heerscher bij Gods genade, zoodat hij niet begreep den nieuwen tijd, welke hem en zijn beginselen onder den voet zou loo- Naar wij vernemen is dezer dagen een overeenkomst tot stand gekomen tusschen het Departement van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen te Den Haag, en het bestuur van de Nederlandsche Jeugdherberg Cen trale te Amsterdam, waarbij is bepaald, dat de groote Zuid-Oostelijke vleugel van het Slot Assumburg. gele gen in de nabijheid van het plaatsje Heemskerk (N.H.) onder zekere voorwaarden door de Nederlandsche Jeugd herberg Centrale zal kunnen worden ingericht als jeugdherberg. De inrichting geschiedt onder toezicht en leiding van Dr. J. Kalf, directeur van het Rijks bureau voor de Monumentenzorg, op wiens advies het kasteel ter beschikking is gesteld van de N.J.H.C. Het historisch karakter van het slot zal dus zeker bewaard blijven, terwijl het tevens opengesteld blijft voor be zichtiging van het publiek. Naar wij voorts nog vernemen, hoopt men in het a.s. voorjaar zoo ver gevorderd.te zijn met de inrichting dat het slot als jeugdherberg in gebruik zal kunnen worden genomen. Dr. J. Kalf, directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg te Den Haag, schrijft ons omtrent de historie van het Slot Assumburg het volgende: Het slot Assumburg, gelegen dicht bij het dorp Heemskerk in Noordholland, komt onder deze benaming niet eerder voor dan in de 15e eeuw. In de tweede helft der 13e eeuw wordt het aangeduid als de „woninghe" van heer Willem van Velsen. De zoon van heer Wil lem van Velsen verkocht het huis in 1328 aan Bartoud van Assendelft, een lid van een opkomend geslacht, dat al spoedig een aanzienlijke rol in de geschiedenis van Holland zou spelen. Waarschijnlijk had het huis toen reeds een min of meer kasteelachtig karakter, daar het beschreven wordt als gelegen binnen een dubbele om- gracht ing. In 1617 overleed de laatste mannelijke eigenaar van Assumburg, waardoor de bezitting overging in het ge slacht van Renesse, om tenslotte door koop in 1694 eigendom te worden van het Amsterdamsohe patricier- geslaoht Deutz, dat tot In het midden der vorige eeuw geregeld op het kasteel verblijf hield. Daarna kwam het kasteel echter leeg te staan, het werd geheel ont ruimd en van alle fraaie betimmeringen en schoorstee- nen ontdaan. De staat van verval, waarin het gebouw pen. Zijn slaap-, tevens studeervertrek was gelegen ter zijde boven het altaar van de kathedraal, zoodat hij, als men breede vensterdeuren naar de kerkruimte opende, in bed en aan zijn schrijftafel de mis kon hooren. Aan het Escoriaal, zijn schepping, was Philips II zeer gehecht. Dit sombere gebouw was de eenige plaats, waar hij zich thuis gevoelde en toen hij. in 1598, te Madrid vertoevend, den dood voelde naderen, liet hij zich, in een speciaal vervaardigden stoel dien men den bezoekers nog toont, van Madrid naar het Escoriaal dragen. Zeven dagen duurde deze martelende reis van den stervenden koning. Wij. met ons motorrijwiel en zijspan, deden er veertig minuten over. In een breed bed, met goud en rood en blauw, dat nog te zien is, gaf de ruim zeventigjarige den geest. Beneden, in het pantheon, onder het hoofdaltaar, rust hij in zijn zwaar versierden sarcophaag. Vele andere Spaansche koningen volgden hem daar. doch de laat ste Spaansche koning. Alphons XIII, zal (als er niet een ingrijpende, onwaarschijnlijk schijnende verandering komt) niet rusten in de groote, sombere ruimte, doch elders een laatste rustplaats moeten vinden. J. K. BREDERODE. De aardbeving op Chalcidice Steeds meer schokken. De aardschokken op het schiereiland Chalcidice du ren nog steeds voort. Door een nieuwe beving werden Egribuntzak en de baden van Apolloniandos vernield. Vele huizen stort ten in en verscheidene personen zijn gewond, waarvan eenige tijdens het vervoer naar een ambulance zijn overleden. Alle bewoners brachten den nacht in de open lucht door, aangezien niemand in de huizen durfde terukee ren. Ook in Schotland, In Edinburgh zijn gisternacht aardschokken gevoeld, die ongeveer een minuut aanhielden. In vele huizen werden de vensters en de deuren ontzet. Buitenlandsche hulp. De Fransche minister-president Herriot heeft zijn Griekschen collega Politis 50.00 francs doen toekomen, als persoonlijke bijdrage voor ondersteuning van de slachtoffers van de aardbeving in Chalcidice. Alle beschikbare schepen der Engelsche Middelland- sche Zee-vloot, die ter hoogte van Jerissos voor anker ligt, hebben bevel ontvangen zich voor het verleenen van steun ter beschikking ta stellen. ITALIANEN SLAAGS GERAAKT. Eén levensgevaarlijk gewond. Twee beeldjes-verkoopencle Italianen geraakten te Brunssum slaags. Een, hunner trok een mes en bracht zijn landgenoot een levensgevaarlijken steek toe. Het slachtoffer, dat veel bloed verloor, werd naar hot ziekenhuis gebracht. De dader is gearresteerd. nu raakte, deed vreezen, dat er op den duur weinig meer van over zou zijn dan een ruine. Om het slot zulk een toekomst te besparen, schonken de erfgenamen het tenslotte in 1911 aan den Staat, die daarop begonnen is de meest noodzakelijke herstellingswerken uit te voe ren, welke ook thans nog in geenen deele zijn voltooid. Het oudste deel van het tegenwoordige kasteel moet in hoofdzaak dagteekenen uit het laatste van de 15e eeuw. Dit omvat voornamelijk de beide zware nagenoeg Bloemenmagazijn „CORONA", KONINGSTRAAT 67 - DEN HELDER, levert U alle moderne bloemstukken Telefoon 216. Postgiro 99555. Nog een Indisch drama. 't Gevecht in den nacht. De Madoereesche waker van de Japansche toko Yoko op Gemblongan werd 'snachts 2 uur wakker door een slag, gevolgd door het rinkelen van gebro ken glas. De man, die. zooals alle Madoereesche wakers, sliep in het bekende tentje, dat deze lieden plaatsen voor den ingang van het te bewaken perceel, stond op en ging buiten eens kijken, wat er gebeurd was. Buiten zijn tentje gekomen, zag de waker dat de étalage-ruit van toko Yoko was ingeslagen. Dit bleek later te zijn geschied met een steen, welke ook werd gevonden en door de politie als stuk van overtuiging in beslag is genomen. Voor de ingeworpen étalage- ruit zag de waker een inlander staan, die het snel op een loopen zette. De waker, die niet anders kon denken, dan dat deze inlander de ruit moest hebben ben ingegooid en nu schuldbewust op de vlucht ging, zette den man achterna. De inlander kon echter har der loopen en vergrootte den afstand tot zijn ach tervolger steeds meer, om tenslotte een gang van Gemblongan in te slaan en zich in de achterlangs loopende Kali Mas te werpen. De waker, door wiens alarm inmiddels de kampong bevolking op de been was gebracht, hoorden den plons en sprong zonder bedenken den vluchteling achterna. In de kali schijnt li ij zijn man te pakken te hebben gekregen, met voor hem funeste gevolgen. Wat er tijdens de worsteling in het water en in het donker, precies geschied is, staat nog niet geheel vast. Zeker is, dat de achtervolgde met een of ander scherp voorwerp (vermoedelijk een arit, welke hij bij zich had, toen hij in het water sprong en welk wapen eveneens bij de politie berust) den waker een steek of klap heeft weten toe te brengen aan den rechter kant van zijn lichaam, met name aan de benedenzijde van de borst. Zwaar bloedend wist de waker op eigen krachten weer op het droge te komen, om toen vol komen uitgeput, neer te zijgen. Ilij werd vervolgens naar de C.B.Z. vervoerd, alwaar hij is overleden. MAN BEKNELD. Toestand baart zorg. Donderdagmorgen heeft te de Wijk (Dr.) een ern stig ongeval plaats gehad. De melkrijder Kreuzen aldaar woonachtig, viel, doordat het paard, dat voor zijn melkwagen was ge spannen schrok voor een stoomwals van de bok. De man geraakte tusschen den wagen en de stoom wals bekenïd. Hij werd in bewustcloozen toestand op genomen en met kneuzingen en een gebroken been naar het ziekenhuis te Hoogeveen overgebracht. De toestand van den man is zorgwekkend. vierkante torens aan de zuid-west-zijde en het tussehen- gelegen woongebouw. De achtzijdige toren links van den ingang en de kleine vierkante torens tusschen de beide groote dagteekenen uit een latere periode. Het is niet onmogelijk dat zij in de eerste helft der 16e eeuw werden opgetrokken door heer Gerrit van Assendelft, raadsheer in het Hof van Holland, een zeer rijk edel man, die omvangrijke verbouwingen aan Assumburg liet uitvoeren. Uit den tijd van dezen Gerrit van As sendelft is in ieder geval de kleine open galerij op de binnenplaats, de „Vierschaar", waar het gerecht van de heerlijkheid van Assendelft, werd gehouden. Toen d<? familie Deutz omstreeks 1700 het kasteel betrok, voldeed het laat-middeleeuwsche complex niet meer aan de behoeften van den tijd, zoodat men over ging tot een zeer ingrijpende verbouwing. De ingang, die oorspronkelijk aan de noord-oostzijde was, werd ver legd naar den geheel nieuw opgebouwden noord-west gevel. Ter plaatse van de oude ingangszijde verrees een nieuwe vleugel, waarin een groote zaal met twee aan sluitende kleine kabinetten werd ondergebracht, als mede een ruime keukenafdeeling in het sousterrain. Ook de achtervleugel werd op de oude grondslagen nieuw opgetrokken. Ondanks de ingrijpende veranderingen die het slot omstreeks 1700 onderging, heeft het nog een zeer in*-, drukwekkend middeleeuwsch silhouet behouden, dat vooral sterk spreekt wanneer men het van de westzijde nadert. Zelfs in zijn nuchtere omgeving maakt het niet weinig vertoon en wekt het romantische gedachten. Het zou ons niet verwonderen wanneer zulks ook de bedoeling was geweest van de bouwheeren uit het ge slacht van Assendelft. De torens met hun aangebouw de traptorens, en hun spitsen, gedeeltelijk van gemetsel de omgangen voorzien, hebben toch blijkens hun bouw wijze als verdedigingswerken geen beteekenis van be lang kunnen hebben. Het slot, dat het rijke, maar niet zeer oude geslacht van Assendelft in het laatst der 15e eeuw en het begin der 16e eeuw bouwde, was ongetwij feld geen weerbare burcht als Brederode, Muiden en het kasteel van Helmond, maar een deftige landwoning met een feodale allure. Het Slot Assumburg bij Heemskerk (N.H.) wordt jeugdherberg! Oprijlaan met vooraanzicht van het slot. In den grooten Zuid-Oostelgken vleugel van het Slot wordt de Jeugdherberg ingericht. Weldra zal het slot dus weer bewoond worden, thans door jongeren. Vroolijke jeugdige stemmen zullen dagelijks in het kasteel en in het statige park opklinken. En toch zal onze jeugd vol eerbied rijn voor een monument uit Holland's verleden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 21