Historische vondst te Heerhugowaard. De Hand Zaterdag 8 October 1932. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9155 WERK IR DE WIERINGERMEER. Defect aan de Velserbrug. Opleving bij Philips te Eindhoven. Dertien branden gesticht. De dubbele moord te Zuidbroek. Bij de afgraving der fundamenten van de in 1930 afgebrande hofstede „Torenburg". In ons nummer van JJ. Woenndaa hebban we reeds mededeel ing gedaan over de historische vondst bij de afgraving der fundamenten van de in 1930 afgebrande hofstede „Torenburg", te Heerhugowaard, gelegen aan den Middenweg naast de R.K. Kerk in het Noorden der gemeente. Tydens het werk n.1. viel het op dat de fundamenten van een bovenmatige diepte en zwaarte waren. Natuur lijk gaf dit bericht aanleiding tot het opleven van oude historie's over verborgen schatten en over het feit dat op de plek. waar nu de afgraving plaats vindt, vroeger naar men beweert een kasteel zou hebben ge staan. De mogelijkheid is natuurlijk niet buitengesloten, omdat dc Heerhugowaard tot een van de oudste polders in Noord-Holland behoort. (Hij werd n.1. voor 300 jaar terug drooggelegd). Veel zekerheid daaromtrent is ech ter niet te krijgen, doch de merkwaardigheid van deze vondst wordt er niet minder om. Naast een foto, van het afgravingswerk, die wij hier bij voor onze lezers afdrukken en waarop het een en ander duidelijk is te zien, laten we nog volgen hetgeen onze correspondent te Heerhugowaard ons schreef: Degene, die van den Laanweg of Verlaat komende den Middenweg van de Heerhugowaard inslaat zal al spoedig zien, dat er tusschen de verschillende huizen, zich sommigen bevinden die veel hooger staan dan de andere. Als voorbeelden daarvan noemen we de woningen in Heerhugowaard Noord aan de Westzijde van den Mid denweg, wijk C No. 62 met bijtoehooi-end kleine woning, het eerste nog bekend als het huis van Jan Groot, den boschman, thans bewoond door R. Ursem Kz. Wijk C tio. 48 met op hetzelfde terrein een kleine woning de eerste bewoond door K. Ursem Jz. (Torenburg). Wijk C. No. 38, Leliehof, thans bewoond door K. Oudeman, met eveneens een kleine woning op het oor spronkelijke terrein. Wijk B no. 205, thans bewoond door den heer G. van Langen, met bijbehoorend (vermoedelijk) tuinmans huis; Wijk B 202, arbeiderswoning, welk terrein niet zoo groot is, doch zeer opgehoogd, thans bewoond door K. Bakker; Wijk B 201, met bijbehoorende dubbele singel en waar tevens nog goed het voormalige „paardewed" te zien is, thans bewoond door C. Kuiper; Wijk B 189, vlak tegenover den Molenweg genaamd „Jagtrust", waar indertijd een heerenhuis heeft ge staan, het welk volgens besluit van den gemeenteraad yan Heerhugowaard d.d. 4 Mei 1835 is geamoveerd ,in overweging genomen hebbende dat de oorspron kelijke aanleg van dezelve gebouwen geen waards „hebben en dat men alzoo geen reden heeft het ver- „zoek van rekwestrant te weigeren". Het hoogste en uitgebreidste van aJ deze erven is echter wel het reeds genoemde „Torenburg", vlak naast de nieuwe R.K. Kerk in Heerhugowaard-Noord. De grootte van het oorspronkelijk bij het gebouw be- hoorende terrein, hetzij dan dat dit een buitengewoon groote boerenbehuizlng, dan wel een heerlijkheidswoning of zoo de legende wil, zelfs een slot is geweest, be draagt bijna 1% H.A. De massa aarde die voor verhooging noodig was, ls uit. de omringende grachten gekomen, terwijl voor het zich ten Noorden bevindende vierkante stuk grasveld (nl.m. 1 H.A.) zich ook vroeger een zeer breede sloot bevond, die thans met de van het terrein afgegraven aarde voor de helft is gedempt. In den nacht van 24 op 25 Nov. 1930 verbrandde de Zich op het oude terrein bevindende boerenhoeve, ter wijl het terrein tot voor kort braak bleef liggen. De zeer sterke en hechte fundeeringen bevestigen wel het vermoeden dat hier eenmaal een zeer sterk gebouw heeft gestaan, terwijl zij buiten de fundeeringen van het laatste gebouw zich uitstrekken. Kort verhaal door WILLY CORSARI. HET was haar niet zoo eenvoudig gevallen te wennen. Maar in deze tijden moet men blij zijn te mogen werken. En ze was altijd een flinke vrouw geweest, die rustig, werkzaam, zonder veel woorden en vragen den weg ging, dien ze moest gaan. Dus aanvaardde ze het als een uitkomst in de kiosk te mogen zitten, kranten, boeken, tijd schriften te verkoopen. Binnen enkele dagen al was ze thuis in het „celletje" zooals ze 't noemde, waarin al tijd n lucht van drukinkt was, alsof ze nooit anders gedaan had, nooit iets anders verwacht had van het ven, dan kranten en tijdschriften en boeken verkoo pen in een kiosk. En het begon haar spoedig al te vermaken, zoo te zitten, als op een eilandje, te midden van stadsgewoel, waarlangs het brandende, jachtende, ru3telooze leven stroomde als de zee: altijd gelijk, altijd wisselend. En Be leerde onderkennen de duizenden nuances van eerst eender lijkende dagen. Leerde ook onderscheiden de duizenden nuances der handen. Van al de menschen, de velen, die kochten aan haar kiosk, zag ze zelden méér dan dat: de handen. Slechts n enkele maal, bij 'n vraag, of als ze nieuwsgierig was, ■keek ze door het smalle raam. zag een gelaat, kleeren, een gestalte. Maar bijna steeds bleef 't selchts dit: de handen. En een stem. Er waren handen, die ze lang zamerhand leerde herkennen, zoodra ze verschenen. Handen, die steeds op 't zelfde uur grepen naar 'n krant, kleingeld neerlegden. Handen die slechts één maal in de week verschenen. Of met langere tusschen- Reeds in 1832 bevond zich hier echter een boeren hoeve, welke in eigendom toebehoorde aan den heer S. Buurman, die met de omliggende landerijen in totaal 44 HA. bezat. Later ging het over in handen van den heer Fraij- man, terwijl na deze ook de heer H. W. Burke bezit ter was, terwijl tegenwoordig eigenaresse is Mevr. C. J. A. PeekBothe, wonende in Eupen (B.) Thans zullen de overblijfselen dienen voor aanleg van den weg tusschen St. Pancras en Koedijk en zijn te dien einde aangekocht door den betreffenden aanne mer. poozen nog. Verweerde en ruwe, of zeer fijne. Gemani- curde, met glanzendroode nageltjes of vuile, met vin gertoppen, met nagels, die te zien pijn deden. Handen in mooie handschoenen of in kapotte vodden, waar de vingers doorheen staken. Kinderhandjes, moeizaam om hoog gestrekt, oude, trillende handen, met kromme vingers, slanke energieke handen of de nerveuze, spre kende, vaak trieste handen van kunstenaarsnaturen. Eens, in tijden toen het leven rijker voor haar was ln alle opzichten, toen ze noch armoede, noch eenzaam heid kende, eens had ze de menschen onderscheiden naar kleeding. bewegingen, loopen en staan en naar hun woorden en dadèn. Nu onderscheidde ze nog slechts hun handen. Nu kende ze, doorzag ze, hun handen: verafschuwde ze soms, of had ze lief. En ze vormde zich, glimlachend in haar veilige, omslotenheid, een oor deel, dat zeer streng of mild mócht zijn, daar nooit iemand het zou weten. En toen, op een dag. herkende ze een hand, die haar achteloos geld toeschoof. Het bloed steeg in een golf naar haar hoofd, het hart bonsde haar in de keel, even was er een suizen in haar ooren, zoodat ze niet kon verstaan en vragen -moest, wélke krant meneer wilde hebben. De stem zou ze niet hebben herkend. Maar de handhoe goed kende ze die! De breede, wat be haarde hand met lompe vingers, de sterke, gevaarlijke hand. Goed verzorgd en toch leelijk. Dierlijk, en toch ook vol van een boosaardigheid, die slechts menschen eigen kan zijn. Een hand die slaat en knauwt en er genoegen in vindt: een hand die liegt en vernielt. De hand, die haar en de kinderen zoo vaak geslagen had, door jaren van ellende en verdriet en vernedering. En eiken dag keerde die hand weder, op een vast uur in den middag. Ze wist niets meer van hem, dan dat het hem blijk baar zakelijk niet slecht was gegaan sinds hun schei ding. Maar daar ze, om eindelijk van hem bevrijd te zijn, erin toegestemd had voor zich en de kinderen te zorgen, had ze nooit meer van hem gehoord. Al te grif had hij haar en de kleintjes aan zorgen prijs gegeven. Hij was hertrouwd. Men zei, dat hij ook voor deze vrouw slecht was. Ze had niet anders verwacht. Jarenlang, in hun bitter samenleven, had ze zich Aanleg van bosch. Er zijn thans plannen in voorbereiding, om werk- looze land- en tuinarbeiders in het Noordelijk deel van Noord-Holland bij wijze van werkverschaffing te plaatsen bij het diepspitten van ongeveer 400 H.A. land in den Wieringermeerpolder, dat beboscht zal worden. Aan arbeidsloonen enz. zal de uitvoering van dat werk ongeveer f400.000 vorderen. beheerscht, om de kinderen. Jarenlang had ze gedragen, zich gebukt onder het juk, gezwegen. Jarenlang na haar bevrijding had ze, moeizaam tobbend met de kinderen, zich nog verheugend om een vrijheid, hoè zwaar van strijd, hoe eenzaam ook soms. Nu, als grijze vrouw, met volwassen kinderen die hun eigen weg kon den gaan, nu, aan den stilleren avond van haar leven van werken, was dit weerzien eensklaps als een nood lotsbestemming, een eindpunt, een wenk van het leven, een belofte van eindelijke voldoening, eindelijke wraak. En de hand kwam terug, kwam terug. Schoof zilver stukjes naar haar toe, greep de krant, als een prooi. De hand wekte alle oude. felle, wrange herinneringen aan smaad en vernedering. Een zegelring was aan den ringvinger gestoken. Ze kende ook dien ring. Eens, toen hij den kleinen jongen weer om een kleinigheid ruw weg om het hoofd sloeg, had die ring het oogje getroffen. Ze kende ook de vingers, die zoo vaak om haar arm, om de dunne armpjes der kleinen, geknauwd hadden, in ruw ver maak om een kreet, om tranen. Dagen, wekenEn steeds de hand. Zij zat daar, vreemd, vernederd en voelde zich zelf als een spin, zinnend, verborgen in haar grauwe web, op een middel om die hand te vangen, te omspinnen, weerloos te maken, te straffen Soms droomde ze, achter starende oogen, achter een stil gelaat van stuk geleefde vrouw, wilde droomen. Droomen, waarin ze het kokende koffiewater, zoo ge moedelijk neuriënd op het gascomfoortje, goot over de gevloekte hand. Droomen, waarin ze het mes, waarmee ze haar brood sneed, plantte in die sarrende, boosaar dige, harige hand. Waarin ze haar nagels klauwde in die hand, niet meer losliet, dieper en dieper drong En in angst voor zichzelf bad ze, dat de hand niet zou terugkeeren, dat haar rust zou zijn gegund, dat die hand niet, als laatste misdaad, haar zóó zou tergen en hoonen dat alle rust, dat goedheid en vrede in haar werden vernield." De hand verdween. Dagen...... weken lang. Ze doezelde terug in haar stil bestaan. Ze werd weer de rustige, flinke, arbeidzame vrouw, die zonder veel praten, zonder vragen en morren den weg gaat, dien ze gaan moét. Vertraging in het spoorwegverkeer. Tengevolge van een defect, aan de Velserbrug, kon Donderdag het treinverkeer via deze brug niet meer plaats hebben. De reizigers uit Noord-Holland ten Noorden van Beverwijk moesten naar Haarlem rei zen via Amsterdam, terwijl zij, die via Haarlem naar Noordholland wilden, eveneens hun route over Am sterdam moesten nemen. Omtrent de verkeersstagnatie bij de Velserbrug vernemen wij nader, dat een as uit het electrisch drijfwerk voor de draaiinrichting van de brug is ge broken. De brug is met handkracht dichtgedraaid, zoodat zij dus gesloten is voor het scheepvaartver- Het defect hersteld. Nader meldt, men dat. Donderdagavond reeds het defect hersteld was, zoodat het verkeer weer normaal zijn gang kon gaan. Ongeveer 2000 arbeiders opnieuw aange steld. Sinds de voorbereidingen voor het nieuwe radio seizoen zijn aangevangen, valt. er in de fabrieken van Philips Radio te Eindhoven een groote opleving te bespeuren. De afdeeling arbeid van deze N.V. deelde ons mede, dat sinds het. begin van Juli ongeveer twee duizend nieuwe arbeiders zijn te werk gesteld, zoodat het. totaal personeel thans ongeveer 11.000 be draagt. Regelmatig wordt nog nieuw personeel aan gesteld, ongeveer 50 a 60 per week. De nieuwe ar beiders vinden voornamelijk werk in de fabrieken voor ontvangapparaten en radio-lampen. Zij worden gerecruteerd uit de ingeschrevenen bij de afdeeling arbeid der Philipsfabrieken. (Volk.) Voor de aardigheid. Eisch: zes Jaar te gen beide verdachten. Voor de rechtbank te Den Bosch stonden terecht twee mannen, beiden uit Eindhoven. Zij werden be schuldigd van brandstichting. Niet minder dan der tien boerderijen zouden door hen in brand zijn ge stoken. Verdachten bekenden volledig en uit het verhoor bleek dat zij hun luguber werk alleen „voor de aar digheid" hadden verricht. Een onderzoek naar de toe rekeningsvatbaarheid van verdachten door prof. Bou- man uit Utrecht ingesteld, had tot de conclusie ge- léid dat de oorzaak van het gepleegde misdrijf in hoofdzaak het, gevolg is van drankmisbruik en dat verdachten verder geheel normaal zijn. Naar aan leiding van dit rapport meende het O. M. voor beide verdachten niet in het minst clementie te moeten be trachten; spr. eischte voor beiden een gevangenis straf van zes jaar met aftrek van voorarrest. De eerste verdachte opnieuw aangehouden. De zwei-ver B., afkomstig uit Sappemeer, werd September j.1. ontslagen uit het huis van bewaring te Winschoten, waar hij geruimen tijd had doorgebracht als verdacht van den dubbelen moord op moeder en zoon Molanus te Zuidbroek in de laatste dagen van Augustus 1931. Na het eerste onderzoek in deze moordzaak werd B., die was aangehouden, op vrije voeten gelaten. Kort daarna échter kwamen der justitie omtrent de dubbele moordzaak nadere gegevens ter beschik king en de officier van justitie vond nu alle redenen B. opnieuw in voorarrest, te stellen. B. een pl.m. 40-jarig zwerver, is nu opnieuw aan gehouden en tc Winschoten in voorarrest gesteld. NOODLOTTIGE PROEFRIT. Donderdagavond lieten twee monteurs een autobus van de Tramwegmaatschappij 's-HertogenboschOs, welke door hen was gerepareerd, proefrijden. Op den Vechelschendijk bij Uden raakte de bus tusschen de tramrails, waardoor deze kantelde en omgekeerd in een sloot terechtkwam. Beide monteurs zijn licht verwond. De autobus is zwaar gehavend. Toen opeens De schok verblindde even haar starende oogen. De handmet ongewoon aarzelend gebaarNeen, het was de andere, de linkerhand. Ze herkende die, zooals men den broeder van een goede bekende, hoewel men hem nooit sprak, herkent om de gelijkenis. Maar er was geen verhand tusschen die hand en haar, tus schen die hand en haar leven. Verbaasd zint ze. Ook den volgenden dag, en de da gen er na, steeds is het de linkerhand die haar geld toesohuift, die de krant aanpakt. Geen kracht ligt er in die bewegingen, geen zeker heid. Het lijkt een oude, zieke hand, een hand, door het leven reeds half losgelaten. En gedreven door een brandenden wil tot begrijpen kijkt ze tenslotte. Ziet hem. Veranderd, oud, mager, bleek. En dan, slap neerhangend naast hem, de mouw van zijn jas... Hij heeft haar blik niet gezien, gaat reeds. En zij is dadelijk teruggeweken, zich verbergend. De hand is weg. Vernietigd. Een auto? Een infectie? Wat doet het ertoe! De hand is vernield, is weggemaaid door het wrekende leven. De andere, die laat haar koud, die kan geen bitter heid meer in haar wekken, geen stormen van haat of wraaklust. Ze zit en staart. Dan schrikt ze op: iemand heeft een krant gevraagd, een hand strekt zloh uit... Ze helpt, vlug, levendig, wonderlijk, blij en teeder ge stemd. Warmte doorstroomt haai- hart. Er zijn andere handen. Levend, warm, zeker van be weging. Ze geeft ze kranten, tijdschriften, boeken, zoo zonderling blij, zoo stil teeder, als wilde zij ze rijk ma ken, deze handen, al deze handen. En ze verheugt zich om hun bewegingen, om de schoonheid van hun zijn, van hun warme leven... Handen die bleven; al deze handen, die mogen leven, mogen grijpen en vasthouden, mogen streelen en zich verdedigen, mogen werken... handen, niet gericht en terechtgesteld. .(Nadruk verboden). Op bovensf(Hinde foto zien we l i n k s de reeds tol puin geslagen fundamenten. In het m i d- d e n een restant der fundamentenwelke rusten op lagen losse steenen (z.g. koude lagen) van 7 c.M. dik en op een diepte van ongeveer 2.5 Meter. Rechts tenslotte bij het merkleeken een kruisje) het beginpunt van een inge storte gang. Als een bijzonderheid werd nog op het werk mee gedeeld, dat de zuivere schelpkalkwaarmede de fundamen ten gemetseld waren, van een dusdanige sterkte is, dat bij het sloopen wel de steenen splijten, maar de kalk niet loslaat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 13