Arrondissementsrechtbank te Alkmaar Een nacht I avontuur... Donderdag 13 October >932. SCHAGER COURANT. Tweede blad. No. 9158 Ingezonden Stukken. SPORT. Wedstrijdprogramma K.N.V.B. ALS JE LACHT... meervoudige strafkamer. ZITTING VAN DINSDAG 11 OCTOBER. EEN AMSTERDAMMER, DIE ZICH NIET GAUW KNOCK-OUT LIET SLAAN. Een 36-jarige sigarensmid, Hermanus O., uit Am- rfterdam had zich op 5 Juni de zorgen eens van t lyf geschud'door te De Ryp in den Elandspolder te gaan visschen. Hij geraakte daarbij zonder erg in water, dat volgens den gemeente-veldwachter verboden was. De Kantonrechter te Amsterdam kreeg dit gewichtige geval te berechten en legde een boete op van slechts f2 subs. 2 dagen hechtenis. Maar Hermanus O. achtte zich verongelijkt, had vermoedelijk niet veel drukte in de sigarenfabricage en nam alzoo de moeite om in hooger beroep te komen. Sportief ultgedoscht in een leeren motorjekker en gewapend met een reusachtige eigen gemaakte schetskaart van de vischwateren in den Elandspolder cum annexis, poogde hij de Rechtbank heden duidelijk te maken, dat de Kantonrechter de plank in dit geval had misgemept. Gemeente-veldwach ter v. Kluijve bleef echter, ook na kennisneming van het topografische kunstwerk, bij zijn proces-verbaal, doch gaf toe, indien er van te voren niet het vangen van ondermaatsche visch was geconstateerd, hij dezen man niet bekeurd zou hebben. De Officier vermeende dat de Kantonrechter voldoende met de omstandigheden rekening had gehouden en requireerde bevestiging van het-gewezen vonnis, met welken schralen troost appel lant naar zijn Heimat kon wederkeeren. EEN HOORNSCHE ROGGEMEEL-MOLENAAR IN APPèL. De 48-jarige heer Pieter M„ meelfabrikant te Hoorn was door den Kantonrechter aldaar veroordeeld ter zake het feit, dat hij begin Januari aan den brood bakker J. Poppes te Oosthuizen had afgeleverd een hoeveelheid roggemeel, dat door de aanwezigheid van mijt was verontreinigd en dus in ondeugdelijken toe stand verkeerde. Een en ander was geconstateerd door hulpkeurmeester P. A. Beets en door hem een in be slag genomen monster van het verdachte meel gede poneerd bij den keuringsdienst te Alkmaar. De direc teur. Dr. D. Moll, onderzocht bedoeld monster en in verband met het resultaat van dit onderzoek werd de beer M. veroordeeld, van welk vonnis de veroor deelde in hooger beroep kwam. De zak roggemeel was door den heer Beets verze geld, doch deze zak kreeg de leverancier later terug zonder zegel, doch wel lag het loodje er bij; op den zak stond de naam P. Molenaar. De heer Poppes bemerkte aan de benauwde reuk, dat aan het roggemeel in werkelijken en spreekwoordelijken zin een „luchtje" was. De appellant repliceerde dat Russische rogge altijd een bijzonder geurtje heeft. Dr. Moll had bevonden dat de inhoud van het zakje roggemeel, hem door keurmeester Beets ter hand ge steld, sterk mijterig rook en in ondeugdelijken toestand verkeerde. In het meel bevonden zich volwassen „indi viduen" van mijten en andere dieren, (natuurlijk geen olifanten en Nijlpaarden). Een feit bleek echter, dat Poppes meerdere zakken in dezelfde zending in voor raad had, die werden goedgekeurd, 'n Slag die door den appellant kon woren binnengehaald! Kijk, zeide de heer M., ik mag u zeker wel doen op merken, hè, dat wanneer één zak wordt teruggezonden en de andere van dezelfde zending geen reden gaven tot bemerking, dat dit geen bewijs is van den ondeug delijk toestand van dit roggemeel. De Officier requireerde bevestiging van het vonnis, met welk requisitoir de appellant zich bezwaard ge voelde. De geheele soesah was onnoodig geweest en appellant had het afgekeurde zakje meel. gemakklijk, zonder veel verlies, als varkensvoer kunnen verkoopen. Hierna werd de uitspraak in dit ons Inziens nogal wrak zaakje bepaald op a.s. Dinsdag. DE VERDACHTE WAS ZIEK, MAAR WILDE TOCH GAARNE DE PARTIJ MEESPELEN. De boeren-arbeider Simon G. uit Grootebroek was om 11 uur besteld, om terecht te staan ter zake een tegen hem gerezen verdenking van diefstal van gereedschap- echappen, doch de goede man was ongesteld en had om ■uitstel verzocht. De zaak werd ten zijnen genoege dus voor onbepaalden tijd verdaagd. Ernstige aanrijding. IN DEN PAASCHNACHT BIJ DE VIERSTATEN TE ALKMAAR. HET AANGEREDEN SLACHTOFFER OVERLEDEN. TWEE MAANDEN GEëlSCHT. In de middagzitting stond terecht de 32-jarige pen sionhouder Corn. v. d. PI., wonende te Bergen, aan wien bij dagvaarding was ten laste gelegd, dat hij in of omstreeks den avond van 28 Maart, 2den Paaschdag, te Alkmaar als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig ■waarmede hij reed op den Kennemerstraatweg, komen de van Heiloo, door zijn schuld veroorzaakte, dat Cor- helis Molenaar werd gedood. Zulks door, toen hij ter hoogte van de Zulderhoutlaan was gekomen en deze laan wilde inrijden, daartoe zeer onvoorzichtig en roe keloos en zonder zich van het eventueel komende ver keer te vergewissen en of de weg vrij was, den Kenne merstraatweg van links over te steken, niettegenstaande dat hem een ander vierwielig motorrijtuig het vrije hitzicht belemmerde. Tengevolge waarvan genoemde C. Molenaar, die een motorrijwiel bereed en uit de rich ting Alkmaar kwam aangereden, tegen het autorijtuig van verdachte aanreed, op zoodanige wijze, dat hij ten gevolge van die aanrijding is ovèrleden. Althans dat hij ten tijde en ter plaatse als ver meld door zijn gevaarlijke wijze van rijden de vrij heid, althans veiligheid van het verkeer in 'gevaar bracht met het hierboven gemelde noodlottige gevolg. Van..den Bur?emeester van Bergen was een schrij ven bij den Officier ingekomen, dat verdachte als een bezadigd motorbestuurder bekend stond. Mr. P. Langeveld trad op als jur. raadsman en ver dediger. In deze zaak waren gedagvaard een 5-tal getuigen, waaronder Dr. Dijkhuizen, directeur van het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar, die in den bewusten nacht het lijk van den inmiddels overleden C. Molenaar in ont vangst nam en constateerde, dat de overledene was getroffen door een groote glasscherf, die in zijn gelaat tusschen linkeroog en neus stak en wel zoo stevig, dat deze scherf aanvankelijk door den dokter niet verwij derd kon worden. Vermoedelijk dat deze scherf nog heel 'diep door de oogkas in de hersens was doorgedrongen. Volgens diagnose van Dr. Dijkhuizen, die de sectie niet heeft uitgeoefend, kon deze glasscherf den dood van C. Molenaar hebben veroorzaakt. Het gelaat was zwaar bebloed, een bloeding die ook inwendig had plaats gehad en den dood veroorzaakte. Het slachtoffer, dat dien nacht op weg was naar Cas tricum, teneinde aldaar een bal te leiden, was woon achtig te IJmuiden (Oost). De 20-jarige Cornelis Timmerman, timmerman te Aasendelft, als getuige gehoord, had in den avond van 28 Maart, komende van richting Alkmaar, de Kennemer- straat bereden. Getuige was in gezelschap van C. Mole naar. die voor hem reed. Getuige had twee auto's op den weg opgemerkt. De voorste reed met felle en ongedemp te lichten, zoodat het moeilijk viel in deze sterke licht schijn te rijden. Getuige zag daarop de aanrijding en schrok hevig. Naar zijn meening had de auto met de ongedempte lichten ook schuld. Door getuige, destijds hospitaalsoldaat, werd de eerste hulp verstrekt. Voor de politie zou getuige hebben verklaard dat de ver dachte geen schuld trof. Hij ontkende zich zoo perti nent te hebben uitgelaten, en vermeende omtrent de schuldvraag geen positief oordeel te kunnen uitspreken De 18-jarige timmerman Petrus Schoone uit Assen delft. een tweede ooggetuige, bevond zich in bewusten nacht als duorijder op den motor van getuige Timmer man. Molenaar reed vlugger en haalde de motor van Timmerman in. Bü de Zuiderhoutlaan reed de overlede ne vóór. Hij zag een auto naar links den weg overste ken en Molenaar tegen de auto aanrijden. Omtrent de schuld kon getuige niets beweren. Ook deze getuige had bij de politie verklaard, dat den automobilist geen schuld trof. Op de vraag van Mr. Langeveld antwoordde Schoon, dat niet beneden de 50 KM. werd gereden. De 20-jarige schoenmaker W. C. de Vries uit Heiloo. destijds per rijwiel in de richting Heiloo rijdende, had twee motoren achter zich hooren aankomen en ook twee auto's ontmoet, die eenige meters achter elkaar reden. De voorste auto voerde een scherp licht, dat niet ge dempt werd. Getuige reed door en hoorde een geluid achter zich en omkijkende, bemerkte hij een der auto's, die bijna den Zuiderhoutlaan was ingereden. Hij zag later Molenaar bloedend op den weg liggen. De getuige Elisabeth Bruin, het meisje dat bij Mole naar op de duo zat en per auto naar haar woning was vervoerd, was wel als getuige gedagvaard, doch niet verschenen. De rechercheur Vedder had het meisje ver hoord. die hem had verklaard, dat zij eensklaps een auto voor zich zag. Meer kon zij omtrent het ongeval niet veel zeggen. Wel had zij verklaard: Cor rijdt altijd zoo hard. Zij had nogal eens een ongeval met hem gehad. STROOPERS WORDEN GEGREPEN Wilddieven in uniiorm! (Een Duitsche boechwachter vertelt). Reeds 17 nachten ben ik op de been geweest. Ik woon namelijk sedert 17 dagen in een uitgestrekt boschgebied, waar de opperhoutvester heer en meester is Ik heb al in Zuid-Duitschland fazantendieven gevan gen, ik heb in de eenzame, hooggelegen dalen der Sü- deten geluisterd naar de schoten der Tsjechische rood wild-jagers, die veilig achter hun grenzen nachtelijke drijfjachten organiseeren... maar het „wild" uit deze streken schijnt het record te slaan aan tweebeenlge geraffineerdheid en onverschrokkenheid. Mismoedig voeg ik een nieuw lid toe aan mijn ciga- rettenserie van iederen avond en peins, of ik er werke lijk een 18de nacht aan zal wagen. Daar rinkelt de telefoon i... Kletterend valt de pijp uit den mondhoek van den opperhoutvester: „Waarschuwt U de andere beambten, ook die van de aansluitende Forsten", roept hij zijn secretaris toe en krakend vliegt de horen terug op de vork. „De vos komt vannacht niet bij ons," zegt hij... August St. de beruchtste scherpschutter en strooper van onze heide, die sedert 42 maanden vijf opperhout vesters het leven vergalt en slapelooze nachten bezorgt, heeft om 6 uur 's avonds zijn woning, een eenzame landhut, verlaten. Niet, dat hij rechtuit-rechtaan naar de heide is gewan deld, geen denken aan! Hij weet, evengoed als wij, dat er geen nacht verloopt, waarin niet een keten van posten, alle houtvesters, zijn hut gadeslaan. Maar hij is naar het stationnetje van het lokaaltreintje geloopen. De opperhoutvester weet, dat August St. in den laat- sten tijd merkwaardig veel gebruik maakt van den lokaaltrein. en zou beslist meenen. dat hij een veraf gelegen Forst had opgezocht om zijn „zaken af te handelen..." Men heeft de schoenmaker, want dat is hij, reeds dikwijls zien vertrekken en nooit kon men hem snap pen, dat hij naar huis kwam. En daaruit trekt de op perhoutvester genoeg conclusies. Ik besluit daarom ook deze nachtrust eraan te geven. De heide is 80000 morgen groot en grenst aan even- groote heidevelden van onze buren; een tiental be ambten doorkruisen dit terrein, dat veel te groot is voor zoo weinig menschen. En August St. heeft zijn leertijd doorgemaakt na den oorlog, toen de Poolsche horden met machinegeweren en legerschijnwcrpers het wild in massa's vermoorden, en toen tal van beambten, die op nachtelijke patrouille waren, vanuit een hinder laag verraderlijk neergeschoten werden, ja zelfs in hun hut werden zij dikwijls getroffen door den kogel van sluipmoordenaars. Men weet het August St. geeft zich niet zoo spoedig over... zal het beslist op een klein vuurgevecht laten aankomen, zooals hij het destijds bijna iederen nacht meemaakte Tusschen witgekalkte stammen van eschdoorns en donkere silhouetten van ahorns glijdt het licht van onzen wagen. Eenige dorpen zijn reeds achter den rug. Dan leidt er een breede, zandige weg midden door de ■randbow.hen naar het centrum der heide. De Forst ouden schoolkameraad bekend was. Niettemin moest de officier als vertegenwoordiger der justitie krachtig op treden tegen dergelijke roekeloosheden, reden waarom spr. requireerde twee maanden gevangenisstraf. Mr. Langeveld voert zyn pleidooL Mr. P. Langeveld braoht eveneens een woord van deelneming uit met het slachtoffer en zijn achterge bleven betrekkingen en toekomstige echtgenoote. Af gescheiden het sentiment echter was verdediger ver plicht zich te bepalen in het belang zoowel van het recht als van zijn ^cliënt. Verdediger gaf een kort over zicht van het gebeurde en kwam tot de conclusie, dat het onmogelijk en verderfelijk zou zijn, om rechts steeds te doen voorgaan. De procureur-generaal van den Hoo- gen Raad had dienaangaande een zeer verstandig woord gesproken, aantoonende dat deze stelregel niet altoos opgaat en men aan de hand van deze verkeers regel niet gerechtigd is, alles maar in puin te rijden. Pleiter trachtte voorts duidelijk te maken, dat de motor rijder, die op Castricum nog een harmonicauitvoering wilde geven en. een bal te dirigeeren had, een harmo nica op zijn rug droeg en zeer veel haast had, en deze spoed mede een oorzaak was van het ongeluk. Hij dacht „ik kan er net nog wel voorom" en trotseerde het ge vaar. Mej. Bruin, de duorijdster had zelf verklaard dat zij reeds een ongeval met Molenaar had meegemaakt op Castricum en gezegd, dat Cor altijd zoo hard reed. Voorts maakte pleiter nog gewag van dc auto met de verblindende verlichting en noemde het ongeluk een treurige samenloop van omstandigheden. Ten slotte trachtte pleiter nog duidelijk te maken, dat zijn cliënt niet had nagelaten, deelneming te betoonen en pleiter had met animo zijn verdediging op zich genomen. Ten slotte, komende tot een juridische merites in deze zaak, vermeende pleiter dat verdachte geen schuld had van eenige beteekenis en hij dus zou moeten worden vrij gesproken. Na uitvoerige repliek, de officier gispte hierbij scherp de allures van de verzekeringsmaatschappijen, die veel kwaad stichten, en dupliek van den advocaat, werd de uitspraak bepaald op Dinsdag 18 October. Verdachte verzocht, zoo hij veroordeeld mocht worden, gestraft te worden met een geldboete. ruikt naar hars en naar een naderend voorjaar... Soms duikelt er een stuk wild over den weg, opge jaagd door de felle schijn van onze autolantaarns Dan wordt de weg smaller en zandiger. De opper houtvester schakelt om en spoedig daarop staan wij voor een der kleinere houtvesterswoningen, het verza melpunt. Krijgsraad voor dezen nacht is in een oog wenk gehouden. Een oude, magere boschwachter, met een ruigen baard, zal mijn begeleider zijn. Drie minuten later loopen wij over den pekzwarten weg... een zacht windje, maar krachtig genoeg om onze schreden te dempen, brengt de toppen der den nen in beweging. Maar ook de door een bijzonder me chanisme gedempte schoten van een wilddief worden door dit windje onhoorbaar gemaakt De oude staat een oogenblik stil om een nieuwe pijp aan te steken. Een flinke slok uit de veldflesch, die vast niet met water is gevuld, doet de rest. Hij reikt mij de flesch toe... Het is cognac met suiker... een heerlijken drank in deze nachturen, want de warmte doorstroomt het geheele lichaam. Dan gaat de wan deling verder. Over verzande wegen, over boom stompen en door brandgangetjes, waar de dennetakken ons in het gezicht zwiepen. Eindeloos zijn die brand gangen!Uilen laten hun mysterieus gekras hoo ren en vogels in de dennetakken geven luid blijk van hun verontwaardiging over deze stoornis; maar het woud zélf zwijgt De boschwachter loopt doodbedaard verder. Hij neemt er zijn gemak van, blijft dikwijls staan om te luisteren. Eenmaal wachten wij 20 minuten, totdat de geluiden van een troep groot wild dicht voor ons uit, zijn weg gestorven. Tenslotte hebben wij het gebied van de nieuwe aanplantingen bereikt, waar het wild het tal rijkst is. De oude gaat de windrichting na, knikt, wijst tenslotte met een ongeduldige beweging op iets, dat bij nadere beschouwing een hoomstomp blijkt te zijn, maakt verrekijker en electrische lamp gereed voor het gebruik, zet zyn buks op scherp en blijft onbewegelijk tegen een boomstam geleund staan. Niets dan de stilte van den nacht Uren. waarin de gedachten elders vertoeven. Een eigenaardig geluid doet mij scherp luisteren... Het lijkt wel het knorren van een zwijn. Ik tik de oude op den schouder. Geërgerd buigt hij zich naar mij toe en ver klaart, dat dat niets anders is, dan het afbijten van het gras door een hert. of een ander stuk grootwild, dat door den wind zoo versterkt wordt en hier te hooren is. Vochtig-koud ben ik over mijn lichaam. Stijf en on buigbaar' zijn armen en beenen geworden. Zoo nu en dan val ik in slaap om dadelijk weer wakker te schrik ken. Het begint reeds te schemeren. Ik erger mij over den 18den nacht... Daar hoor ik van rechts een gedemp te slag, een klank, die ik niet kan verklaren. De oude wendt zich met een ruk in die richting. In de verte, misschien wel 400 tot 600 meter verder, aan de tegen over ons liggende rand van de jonge beplanting, vlamt een rood lichtpuntje op. Het is een lucifer va.n een der houtvesters, en beduidt, dat deze beambte zijn post ver laat De oude fluistert mij toe, dat er op een aanplanting, ongeveer een kilometer van ons verwijderd, een ge dempt schot is gevallen. Zwijgend doch met de groot ste bedaardheid maakt hij zich gereed om verder te gaan. Ik volg zijn voorbeeld. Langs den rand van de aanplanting trekken wij in de richting van het schot, daarna passeeren wij een stapel hout en belanden in een dik kreupelhout, waar wij een verwoeden strijd aan- Anna Paulowna. 11 Oct 1932. Mijnheer de Redacteur, Als vervolg op het antwoord van uw verslaggever op mijn ingezonden stuk verzoek ik beleefd opname van het volgende. In de eerste plaats is de heer De Wilde vereerd dat ik hem tot de tamelijk ontwikkelden reken en meent de verslaggever meteen in den adelstand te zijn ver heven. met welke promotie ik hem mijn gelukwenschen aanbied. Dat ik boos was, beken ik graag; ik was zelfs zeer boos. maar of je dan je gemoed niet mag luchten, kan ik niet best volgen en dat gaat niet over het punt zaal- huur. maar om de m.i. ongegronde critiek. die uw ver slaggever levert Natuurlijk is de verslaggever niet zedelijk verplicht iets te verteren, maar als je ergens gratis zit, moet je voorzichtig zijn met je aanmerkingen. Het zou naar de bescheiden meening van uw verslaggever voor mij schade kunnen zijn als hij daar verder op inging, maar m'n man. U hebt tooh zeker al een flinke poging in die richting gedaan. Stel je voor, er komt iemand om onderdak bij den heer De Wilde, hij geeft dat voor niets, de gast vertrekt en gaat vertellen, dat hij het zoo slecht heeft gehad en dan mag je daar niet boos om zijn. Het kan zijn, dat het beter is je schouders op te halen en te denken, de man is niet wijzer, maar omdat ik me niet goedsmoeds in m'n zaken laat benadeelen, nam ik er geen vrede mee. U, mijnheer de redacteur, dankend. C. SLIKKER Cz. Eerste klassewedstrijden allen uitgesteld, behalve Al- cidesBe Quick en SneekVeendam. Afd. I 2 A: AlcmariaT.O.G.; H.R.C.—V.V.A.. 3 A: AssendelftHollandia. 4 A: Q.S.C.Beverwijk. Reserveklassen: I: Ajax 2E.D.O. 2; Zeeburgia 2— Blauw Wit 2. 2 A: KF.C. 2—V.VJL 2; West Frisia 2—T.O.G. 2; V.S.V. 2—W.F.C. 2. 3 A: Kennemers 2—Z.V.V. 2; Z.F.C. 3—A.P.G.S. 2. Oefenwedstrijd Jeugd-elftalTweede klassers Westen tfl Leiden. Elftal 2e klasse: W. Onrust (Baarn); Stals (Kinheim) Bakker (V.O.C.); Coerman (Velox), Van Leeuwen (Zee burgia) en C. Huisman (D.W.S.); F. Wels (Unitas), Vente (Neptunes), Groeneveld (Kinheim), A. R. dé Zeeuw (Hercules), en N. M. Roeg (D.E.C.) Jeugd-elftal: Veenendaal (Naaldwijk); Spaans ('t Gooi), en de Koning (A.D.O.); Verploegen (Xerxes), Prins (Stormvogels), en Andernach (Excelsior); A. de Jong (Xerxes). Oh. de Bock (Bloemendaal), Van Vliel (H.B.S.); Linssen (Feijenoord) en Piederiet (NJLC.) (Sportkroniek.) Vergadering scheidsrechterscommissle. Fluitisten voor! Zaterdagavond a.s. om half acht vergadert in hotel Roobol te Schagen de Subcommissie West Friesland van de scheidsrechterscommissie van den N.H.V.B. Allen die zin hebben om iets over het scheidsrechters- ambte te willen hooren en er. wat voor voelen zijn welkom Oud-spelers en supportérs denkt er nog eens ernstig over. binden met de dennetakken. die ons om den meter in het gezicht zwiepen. Dan blijft de oude bewegingloos staan. Een kwartier lang... die mij uren toeschenen... alsof hij niet de minste haast had! Voorzichtig tilt hij de buks op, om die bij het aanbre kende daglicht te onderzoeken. En wéér wacht hij, ter* wijl om ons heen een schel vogelconcert losbreekt. Dan stapt hij vastberaden verder, door een boschperceeltje, om van achter een boom den gansohen omtrek met den kijker af te zoeken. Met een wenk beduidt hij mij hem te volgen, richting der Forstgrens. Wat hierna gebeurde, ging zóó snel in zijn werk, dat ik het eerst uren later begreep. Een gedempte stem van achter een boom riep ons -aan. Ik schrok, maar herkende gelukkig een houtvester uit de buurt De oude en de houtvester wisselden haastig enkele woorden. Dan zette de oude boschwachter het op een loopen... nauwelijks kon ik hem bijhouden... dwars over boom stompen en kreupelboschjes, door een ven. waar het water ons cm de oóren spatte, tusschen dennen door. waar de nevel in dikke wolken samenpakte... Daarna renden wij een smal landweggetje op. Plotse ling bleef de oude hoestend staan en maakte zijn ge weer klaar om te schieten. Ik was ook door het avon tuur aangegrepen en waagde het nauwelijks adem te halen. Een smalle aanplanting strekte zich voor ons uit... nevels joegen voor ons voorbij en dreigden ons het. vergezicht, te benemen. Juist wilde ik mijn geweer afzetten en begon ik weer spijt te voelen over mijn deelname aan deze 'vergeef- sche jacht op tweebeenig roofwild, toen een beweging van den boschwachter mijn waakzaamheid weer ver scherpte. Mijn voeten waren doornat, van het water, waar wij doorheen getrappeld hadden, mijn maag knor de hoorbaar en ik voelde mij slap en flauw. Maar de hoop op nieuwe avonturen deed mij weer opleven. Minutenlang luisterde ik ingespannen, maar ik hoorde niets, dat mij verdacht voorkwam. Eindelijk daar was het! Een licht gekraak en een sleepend geluid... Ge- ruischloos bracht de oude den buks in den aanslag en bewoog zich verder niet. Een „halt" v$n den oude en het dekkingzoeken van de anderen was het werk van een oogenblik. Reeds suisde een revolverkogel langs onze ooren. Intusschen had de oude twee schoten afgevuurd en trachtten de beide an deren te ontsnappen. Maar ook van de andere zijde na derde een houtvester... Tot mijn groote verwondering bleken de beide stroopers in een volledige beambten- uniform te zijn gestoken. Enkele meters verder lag een stok. waaraan een stuk wild gebonden was! De handen van de stroopers waren omhoog gegaan, toen zij zich zoo omringd zagen door vuurwapenen. De houtvester, die ons te hulp gekomen was, kwam nu na derbij, sneed met één beweging de bretels van de beide gevangenen door, zoodat zij hun brgek moesten op houden en niet te vlug konden loopen. En zonder de beide gevangenen ook maar één minuut ter herademing te gunnen, werden zij in stormpas meegevoerd. Een korte waarschuwing bleek voldoende te zijn. Tien pas voor twee scherp gestelde buksen is geen goede plaats om zijsprongen te maken! Bij de eerstvolgende houtsta pel vinden wij een houtvester met jachthoorn die de anderen tezamen roept. Onze „buit" wordt gebonden en van de uniformen ontdaan. Het zijn schitterende, nieu we uniformen, die voor onbemiddelde, jonge houtvesters goed van pas komen. De huiszoeking bij August St., verloopt, als altijd, zon der eenig resultaat. Bij zijn metgezel ontdekken wij echter een paar rugzakken, waarop vlekken voorko men, die ha een chemisch onderzoek niet van een „geit" afkomstig blijken te zijn, zooals de strooper aangeeft. De rechter krijgt werk en de Forst is verlost van twee gevaarlijke vijanden!... {Nadruk, verboden.) De officier aan het woord. De officier, mr. G. v. d. Feen de Lille het woord ver krijgende, wijdde eenige woorden van deelneming aan de ouders van den overledene, die eensklaps hun zoon op zoo noodlottige wijze hadden verloren. Aanvankelijk scheen er geen reden een strafvervolging in te stellen, doch na het bezoek van den gerechtelijken raadsman van den vader van den overledene, die een zoodanig licht op de toedracht der aanrijding wierp, dat de offi cier termen aanwezig achtte, deze zaak te onderzoeken en alsnog ter openbare zitting aan te brengen. Twee maanden hechtenis gevraagd. Spr. bleek thans de meening toegedaan, datde ver dachte geen voldoende voorzorgsmaatregelen had ge nomen bij het oversteken van den destijds duisteren weg. Hij reed met gedempt licht, dus moest dubbel voor zichtig zijn, Omdat verdachte reed dicht achter een voor hem rijdende auto was het uitzicht niet vrij. In ieder geval reed Molenaar op de goede zijde van den weg. De schuld van de eerste auto achtte de officier niet voldoende om verdachte van schuld vrij te spreken. De manier, waarpp verdachte had gehandeld, achtte de of ficier niet te tolereeren. Verdachte "Had ""Zflff maatrege len moeten nemen en de officier noemde 't casu quo' grove schuld. Voorts nam de officier gaarne aan, dat verdachte is een bekwaam en bezadigd autobestuurder, zooals den officier uit persoonlijke ervaring van zijn Klinkt het niet altyd even welluidend. In Parysche schoonheidssalons aangetoond. Lachen is gezond en het staat meestal goed. Maar letten we wel genoeg op den klank van onzen lach7 Farijsche schoonheidssalons hebben zich met de kwes tie beziggehouden en bewezen, dat lachen een kunst is. Aan de klanten wordt een of andere grappige geschie denis verteld, waarop zij in lachen uitbarsten; die lach wordt heimelijk op een gramofoonplaat opgenomen en déze plaat wordt den klanten weer afgedraaid. Dan zijn zij ontsteld. Het is haast niet te gelooven, dat die bar- baarsche geluiden van hen afkomstig zijn. Zij zouden desnoods zweren, nooit weer te zullen lachen. Maar dan troost men hen: ze kunnen een parelenden, melodischen lach aanleeren, als ze deelnemen aan een laohcursus. Boosaardig, ruw of krijschend lachen wordt veranderd in een beminnelijk geluid, en de gramofoonplaat, waar- ■6p een volmaakte lach is opgenomen, kan de leerling als diplom^ ,mee naar huis nemen. Zoo zal men in Parijs binnenkort uitstekend kunnen laohen. Maar dan moet er ook reden voor zijn!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 5