Arrondissementsrechtbank te Alkmaar
Een nacht
I avontuur...
Donderdag 13 October >932.
SCHAGER COURANT.
Tweede blad. No. 9158
Ingezonden Stukken.
SPORT.
Wedstrijdprogramma K.N.V.B.
ALS JE LACHT...
meervoudige strafkamer.
ZITTING VAN DINSDAG 11 OCTOBER.
EEN AMSTERDAMMER, DIE ZICH NIET GAUW
KNOCK-OUT LIET SLAAN.
Een 36-jarige sigarensmid, Hermanus O., uit Am-
rfterdam had zich op 5 Juni de zorgen eens van t lyf
geschud'door te De Ryp in den Elandspolder te gaan
visschen. Hij geraakte daarbij zonder erg in water, dat
volgens den gemeente-veldwachter verboden was.
De Kantonrechter te Amsterdam kreeg dit gewichtige
geval te berechten en legde een boete op van slechts
f2 subs. 2 dagen hechtenis. Maar Hermanus O. achtte
zich verongelijkt, had vermoedelijk niet veel drukte in
de sigarenfabricage en nam alzoo de moeite om in
hooger beroep te komen. Sportief ultgedoscht in een
leeren motorjekker en gewapend met een reusachtige
eigen gemaakte schetskaart van de vischwateren in den
Elandspolder cum annexis, poogde hij de Rechtbank
heden duidelijk te maken, dat de Kantonrechter de
plank in dit geval had misgemept. Gemeente-veldwach
ter v. Kluijve bleef echter, ook na kennisneming van het
topografische kunstwerk, bij zijn proces-verbaal, doch
gaf toe, indien er van te voren niet het vangen van
ondermaatsche visch was geconstateerd, hij dezen man
niet bekeurd zou hebben. De Officier vermeende dat
de Kantonrechter voldoende met de omstandigheden
rekening had gehouden en requireerde bevestiging van
het-gewezen vonnis, met welken schralen troost appel
lant naar zijn Heimat kon wederkeeren.
EEN HOORNSCHE ROGGEMEEL-MOLENAAR
IN APPèL.
De 48-jarige heer Pieter M„ meelfabrikant te Hoorn
was door den Kantonrechter aldaar veroordeeld ter
zake het feit, dat hij begin Januari aan den brood
bakker J. Poppes te Oosthuizen had afgeleverd een
hoeveelheid roggemeel, dat door de aanwezigheid van
mijt was verontreinigd en dus in ondeugdelijken toe
stand verkeerde. Een en ander was geconstateerd door
hulpkeurmeester P. A. Beets en door hem een in be
slag genomen monster van het verdachte meel gede
poneerd bij den keuringsdienst te Alkmaar. De direc
teur. Dr. D. Moll, onderzocht bedoeld monster en in
verband met het resultaat van dit onderzoek werd de
beer M. veroordeeld, van welk vonnis de veroor
deelde in hooger beroep kwam.
De zak roggemeel was door den heer Beets verze
geld, doch deze zak kreeg de leverancier later terug
zonder zegel, doch wel lag het loodje er bij; op den
zak stond de naam P. Molenaar.
De heer Poppes bemerkte aan de benauwde reuk, dat
aan het roggemeel in werkelijken en spreekwoordelijken
zin een „luchtje" was.
De appellant repliceerde dat Russische rogge altijd
een bijzonder geurtje heeft.
Dr. Moll had bevonden dat de inhoud van het zakje
roggemeel, hem door keurmeester Beets ter hand ge
steld, sterk mijterig rook en in ondeugdelijken toestand
verkeerde. In het meel bevonden zich volwassen „indi
viduen" van mijten en andere dieren, (natuurlijk geen
olifanten en Nijlpaarden). Een feit bleek echter, dat
Poppes meerdere zakken in dezelfde zending in voor
raad had, die werden goedgekeurd, 'n Slag die door den
appellant kon woren binnengehaald!
Kijk, zeide de heer M., ik mag u zeker wel doen op
merken, hè, dat wanneer één zak wordt teruggezonden
en de andere van dezelfde zending geen reden gaven
tot bemerking, dat dit geen bewijs is van den ondeug
delijk toestand van dit roggemeel.
De Officier requireerde bevestiging van het vonnis,
met welk requisitoir de appellant zich bezwaard ge
voelde. De geheele soesah was onnoodig geweest en
appellant had het afgekeurde zakje meel. gemakklijk,
zonder veel verlies, als varkensvoer kunnen verkoopen.
Hierna werd de uitspraak in dit ons Inziens nogal
wrak zaakje bepaald op a.s. Dinsdag.
DE VERDACHTE WAS ZIEK, MAAR WILDE TOCH
GAARNE DE PARTIJ MEESPELEN.
De boeren-arbeider Simon G. uit Grootebroek was om
11 uur besteld, om terecht te staan ter zake een tegen
hem gerezen verdenking van diefstal van gereedschap-
echappen, doch de goede man was ongesteld en had om
■uitstel verzocht. De zaak werd ten zijnen genoege dus
voor onbepaalden tijd verdaagd.
Ernstige aanrijding.
IN DEN PAASCHNACHT BIJ DE VIERSTATEN
TE ALKMAAR. HET AANGEREDEN
SLACHTOFFER OVERLEDEN. TWEE
MAANDEN GEëlSCHT.
In de middagzitting stond terecht de 32-jarige pen
sionhouder Corn. v. d. PI., wonende te Bergen, aan
wien bij dagvaarding was ten laste gelegd, dat hij in of
omstreeks den avond van 28 Maart, 2den Paaschdag, te
Alkmaar als bestuurder van een vierwielig motorrijtuig
■waarmede hij reed op den Kennemerstraatweg, komen
de van Heiloo, door zijn schuld veroorzaakte, dat Cor-
helis Molenaar werd gedood. Zulks door, toen hij ter
hoogte van de Zulderhoutlaan was gekomen en deze
laan wilde inrijden, daartoe zeer onvoorzichtig en roe
keloos en zonder zich van het eventueel komende ver
keer te vergewissen en of de weg vrij was, den Kenne
merstraatweg van links over te steken, niettegenstaande
dat hem een ander vierwielig motorrijtuig het vrije
hitzicht belemmerde. Tengevolge waarvan genoemde C.
Molenaar, die een motorrijwiel bereed en uit de rich
ting Alkmaar kwam aangereden, tegen het autorijtuig
van verdachte aanreed, op zoodanige wijze, dat hij ten
gevolge van die aanrijding is ovèrleden.
Althans dat hij ten tijde en ter plaatse als ver
meld door zijn gevaarlijke wijze van rijden de vrij
heid, althans veiligheid van het verkeer in 'gevaar
bracht met het hierboven gemelde noodlottige gevolg.
Van..den Bur?emeester van Bergen was een schrij
ven bij den Officier ingekomen, dat verdachte als een
bezadigd motorbestuurder bekend stond.
Mr. P. Langeveld trad op als jur. raadsman en ver
dediger.
In deze zaak waren gedagvaard een 5-tal getuigen,
waaronder Dr. Dijkhuizen, directeur van het Centraal
Ziekenhuis te Alkmaar, die in den bewusten nacht het
lijk van den inmiddels overleden C. Molenaar in ont
vangst nam en constateerde, dat de overledene was
getroffen door een groote glasscherf, die in zijn gelaat
tusschen linkeroog en neus stak en wel zoo stevig, dat
deze scherf aanvankelijk door den dokter niet verwij
derd kon worden. Vermoedelijk dat deze scherf nog heel
'diep door de oogkas in de hersens was doorgedrongen.
Volgens diagnose van Dr. Dijkhuizen, die de sectie
niet heeft uitgeoefend, kon deze glasscherf den dood
van C. Molenaar hebben veroorzaakt. Het gelaat was
zwaar bebloed, een bloeding die ook inwendig had
plaats gehad en den dood veroorzaakte.
Het slachtoffer, dat dien nacht op weg was naar Cas
tricum, teneinde aldaar een bal te leiden, was woon
achtig te IJmuiden (Oost).
De 20-jarige Cornelis Timmerman, timmerman te
Aasendelft, als getuige gehoord, had in den avond van
28 Maart, komende van richting Alkmaar, de Kennemer-
straat bereden. Getuige was in gezelschap van C. Mole
naar. die voor hem reed. Getuige had twee auto's op den
weg opgemerkt. De voorste reed met felle en ongedemp
te lichten, zoodat het moeilijk viel in deze sterke licht
schijn te rijden. Getuige zag daarop de aanrijding en
schrok hevig. Naar zijn meening had de auto met de
ongedempte lichten ook schuld. Door getuige, destijds
hospitaalsoldaat, werd de eerste hulp verstrekt. Voor
de politie zou getuige hebben verklaard dat de ver
dachte geen schuld trof. Hij ontkende zich zoo perti
nent te hebben uitgelaten, en vermeende omtrent de
schuldvraag geen positief oordeel te kunnen uitspreken
De 18-jarige timmerman Petrus Schoone uit Assen
delft. een tweede ooggetuige, bevond zich in bewusten
nacht als duorijder op den motor van getuige Timmer
man. Molenaar reed vlugger en haalde de motor van
Timmerman in. Bü de Zuiderhoutlaan reed de overlede
ne vóór. Hij zag een auto naar links den weg overste
ken en Molenaar tegen de auto aanrijden. Omtrent de
schuld kon getuige niets beweren. Ook deze getuige had
bij de politie verklaard, dat den automobilist geen
schuld trof.
Op de vraag van Mr. Langeveld antwoordde Schoon,
dat niet beneden de 50 KM. werd gereden.
De 20-jarige schoenmaker W. C. de Vries uit Heiloo.
destijds per rijwiel in de richting Heiloo rijdende, had
twee motoren achter zich hooren aankomen en ook twee
auto's ontmoet, die eenige meters achter elkaar reden.
De voorste auto voerde een scherp licht, dat niet ge
dempt werd. Getuige reed door en hoorde een geluid
achter zich en omkijkende, bemerkte hij een der auto's,
die bijna den Zuiderhoutlaan was ingereden. Hij zag
later Molenaar bloedend op den weg liggen.
De getuige Elisabeth Bruin, het meisje dat bij Mole
naar op de duo zat en per auto naar haar woning was
vervoerd, was wel als getuige gedagvaard, doch niet
verschenen. De rechercheur Vedder had het meisje ver
hoord. die hem had verklaard, dat zij eensklaps een auto
voor zich zag. Meer kon zij omtrent het ongeval niet
veel zeggen. Wel had zij verklaard: Cor rijdt altijd zoo
hard. Zij had nogal eens een ongeval met hem gehad.
STROOPERS WORDEN GEGREPEN
Wilddieven in uniiorm!
(Een Duitsche boechwachter vertelt).
Reeds 17 nachten ben ik op de been geweest. Ik
woon namelijk sedert 17 dagen in een uitgestrekt
boschgebied, waar de opperhoutvester heer en meester
is
Ik heb al in Zuid-Duitschland fazantendieven gevan
gen, ik heb in de eenzame, hooggelegen dalen der Sü-
deten geluisterd naar de schoten der Tsjechische rood
wild-jagers, die veilig achter hun grenzen nachtelijke
drijfjachten organiseeren... maar het „wild" uit deze
streken schijnt het record te slaan aan tweebeenlge
geraffineerdheid en onverschrokkenheid.
Mismoedig voeg ik een nieuw lid toe aan mijn ciga-
rettenserie van iederen avond en peins, of ik er werke
lijk een 18de nacht aan zal wagen. Daar rinkelt de
telefoon i...
Kletterend valt de pijp uit den mondhoek van den
opperhoutvester: „Waarschuwt U de andere beambten,
ook die van de aansluitende Forsten", roept hij zijn
secretaris toe en krakend vliegt de horen terug op de
vork. „De vos komt vannacht niet bij ons," zegt hij...
August St. de beruchtste scherpschutter en strooper
van onze heide, die sedert 42 maanden vijf opperhout
vesters het leven vergalt en slapelooze nachten bezorgt,
heeft om 6 uur 's avonds zijn woning, een eenzame
landhut, verlaten.
Niet, dat hij rechtuit-rechtaan naar de heide is gewan
deld, geen denken aan! Hij weet, evengoed als wij, dat
er geen nacht verloopt, waarin niet een keten van
posten, alle houtvesters, zijn hut gadeslaan. Maar hij
is naar het stationnetje van het lokaaltreintje geloopen.
De opperhoutvester weet, dat August St. in den laat-
sten tijd merkwaardig veel gebruik maakt van den
lokaaltrein. en zou beslist meenen. dat hij een veraf
gelegen Forst had opgezocht om zijn „zaken af te
handelen..."
Men heeft de schoenmaker, want dat is hij, reeds
dikwijls zien vertrekken en nooit kon men hem snap
pen, dat hij naar huis kwam. En daaruit trekt de op
perhoutvester genoeg conclusies. Ik besluit daarom
ook deze nachtrust eraan te geven.
De heide is 80000 morgen groot en grenst aan even-
groote heidevelden van onze buren; een tiental be
ambten doorkruisen dit terrein, dat veel te groot is
voor zoo weinig menschen. En August St. heeft zijn
leertijd doorgemaakt na den oorlog, toen de Poolsche
horden met machinegeweren en legerschijnwcrpers het
wild in massa's vermoorden, en toen tal van beambten,
die op nachtelijke patrouille waren, vanuit een hinder
laag verraderlijk neergeschoten werden, ja zelfs in
hun hut werden zij dikwijls getroffen door den kogel
van sluipmoordenaars. Men weet het August St.
geeft zich niet zoo spoedig over... zal het beslist op
een klein vuurgevecht laten aankomen, zooals hij het
destijds bijna iederen nacht meemaakte
Tusschen witgekalkte stammen van eschdoorns en
donkere silhouetten van ahorns glijdt het licht van
onzen wagen. Eenige dorpen zijn reeds achter den rug.
Dan leidt er een breede, zandige weg midden door de
■randbow.hen naar het centrum der heide. De Forst
ouden schoolkameraad bekend was. Niettemin moest de
officier als vertegenwoordiger der justitie krachtig op
treden tegen dergelijke roekeloosheden, reden waarom
spr. requireerde twee maanden gevangenisstraf.
Mr. Langeveld voert zyn pleidooL
Mr. P. Langeveld braoht eveneens een woord van
deelneming uit met het slachtoffer en zijn achterge
bleven betrekkingen en toekomstige echtgenoote. Af
gescheiden het sentiment echter was verdediger ver
plicht zich te bepalen in het belang zoowel van het
recht als van zijn ^cliënt. Verdediger gaf een kort over
zicht van het gebeurde en kwam tot de conclusie, dat
het onmogelijk en verderfelijk zou zijn, om rechts steeds
te doen voorgaan. De procureur-generaal van den Hoo-
gen Raad had dienaangaande een zeer verstandig
woord gesproken, aantoonende dat deze stelregel niet
altoos opgaat en men aan de hand van deze verkeers
regel niet gerechtigd is, alles maar in puin te rijden.
Pleiter trachtte voorts duidelijk te maken, dat de motor
rijder, die op Castricum nog een harmonicauitvoering
wilde geven en. een bal te dirigeeren had, een harmo
nica op zijn rug droeg en zeer veel haast had, en deze
spoed mede een oorzaak was van het ongeluk. Hij dacht
„ik kan er net nog wel voorom" en trotseerde het ge
vaar. Mej. Bruin, de duorijdster had zelf verklaard dat
zij reeds een ongeval met Molenaar had meegemaakt
op Castricum en gezegd, dat Cor altijd zoo hard reed.
Voorts maakte pleiter nog gewag van dc auto met de
verblindende verlichting en noemde het ongeluk een
treurige samenloop van omstandigheden. Ten slotte
trachtte pleiter nog duidelijk te maken, dat zijn cliënt
niet had nagelaten, deelneming te betoonen en pleiter
had met animo zijn verdediging op zich genomen. Ten
slotte, komende tot een juridische merites in deze zaak,
vermeende pleiter dat verdachte geen schuld had van
eenige beteekenis en hij dus zou moeten worden vrij
gesproken.
Na uitvoerige repliek, de officier gispte hierbij scherp
de allures van de verzekeringsmaatschappijen, die veel
kwaad stichten, en dupliek van den advocaat, werd de
uitspraak bepaald op Dinsdag 18 October.
Verdachte verzocht, zoo hij veroordeeld mocht worden,
gestraft te worden met een geldboete.
ruikt naar hars en naar een naderend voorjaar...
Soms duikelt er een stuk wild over den weg, opge
jaagd door de felle schijn van onze autolantaarns
Dan wordt de weg smaller en zandiger. De opper
houtvester schakelt om en spoedig daarop staan wij
voor een der kleinere houtvesterswoningen, het verza
melpunt. Krijgsraad voor dezen nacht is in een oog
wenk gehouden. Een oude, magere boschwachter, met
een ruigen baard, zal mijn begeleider zijn.
Drie minuten later loopen wij over den pekzwarten
weg... een zacht windje, maar krachtig genoeg om
onze schreden te dempen, brengt de toppen der den
nen in beweging. Maar ook de door een bijzonder me
chanisme gedempte schoten van een wilddief worden
door dit windje onhoorbaar gemaakt
De oude staat een oogenblik stil om een nieuwe pijp
aan te steken. Een flinke slok uit de veldflesch, die
vast niet met water is gevuld, doet de rest. Hij reikt
mij de flesch toe... Het is cognac met suiker... een
heerlijken drank in deze nachturen, want de warmte
doorstroomt het geheele lichaam. Dan gaat de wan
deling verder. Over verzande wegen, over boom
stompen en door brandgangetjes, waar de dennetakken
ons in het gezicht zwiepen. Eindeloos zijn die brand
gangen!Uilen laten hun mysterieus gekras hoo
ren en vogels in de dennetakken geven luid blijk van
hun verontwaardiging over deze stoornis; maar het
woud zélf zwijgt
De boschwachter loopt doodbedaard verder. Hij neemt
er zijn gemak van, blijft dikwijls staan om te luisteren.
Eenmaal wachten wij 20 minuten, totdat de geluiden
van een troep groot wild dicht voor ons uit, zijn weg
gestorven. Tenslotte hebben wij het gebied van de
nieuwe aanplantingen bereikt, waar het wild het tal
rijkst is. De oude gaat de windrichting na, knikt, wijst
tenslotte met een ongeduldige beweging op iets, dat
bij nadere beschouwing een hoomstomp blijkt te zijn,
maakt verrekijker en electrische lamp gereed voor het
gebruik, zet zyn buks op scherp en blijft onbewegelijk
tegen een boomstam geleund staan. Niets dan de stilte
van den nacht
Uren. waarin de gedachten elders vertoeven. Een
eigenaardig geluid doet mij scherp luisteren... Het lijkt
wel het knorren van een zwijn. Ik tik de oude op den
schouder. Geërgerd buigt hij zich naar mij toe en ver
klaart, dat dat niets anders is, dan het afbijten van het
gras door een hert. of een ander stuk grootwild, dat
door den wind zoo versterkt wordt en hier te hooren is.
Vochtig-koud ben ik over mijn lichaam. Stijf en on
buigbaar' zijn armen en beenen geworden. Zoo nu en
dan val ik in slaap om dadelijk weer wakker te schrik
ken. Het begint reeds te schemeren. Ik erger mij over
den 18den nacht... Daar hoor ik van rechts een gedemp
te slag, een klank, die ik niet kan verklaren. De oude
wendt zich met een ruk in die richting. In de verte,
misschien wel 400 tot 600 meter verder, aan de tegen
over ons liggende rand van de jonge beplanting, vlamt
een rood lichtpuntje op. Het is een lucifer va.n een der
houtvesters, en beduidt, dat deze beambte zijn post ver
laat
De oude fluistert mij toe, dat er op een aanplanting,
ongeveer een kilometer van ons verwijderd, een ge
dempt schot is gevallen. Zwijgend doch met de groot
ste bedaardheid maakt hij zich gereed om verder te
gaan. Ik volg zijn voorbeeld. Langs den rand van de
aanplanting trekken wij in de richting van het schot,
daarna passeeren wij een stapel hout en belanden in
een dik kreupelhout, waar wij een verwoeden strijd aan-
Anna Paulowna. 11 Oct 1932.
Mijnheer de Redacteur,
Als vervolg op het antwoord van uw verslaggever op
mijn ingezonden stuk verzoek ik beleefd opname van
het volgende.
In de eerste plaats is de heer De Wilde vereerd dat
ik hem tot de tamelijk ontwikkelden reken en meent
de verslaggever meteen in den adelstand te zijn ver
heven. met welke promotie ik hem mijn gelukwenschen
aanbied.
Dat ik boos was, beken ik graag; ik was zelfs zeer
boos. maar of je dan je gemoed niet mag luchten, kan
ik niet best volgen en dat gaat niet over het punt zaal-
huur. maar om de m.i. ongegronde critiek. die uw ver
slaggever levert
Natuurlijk is de verslaggever niet zedelijk verplicht
iets te verteren, maar als je ergens gratis zit, moet
je voorzichtig zijn met je aanmerkingen. Het zou naar
de bescheiden meening van uw verslaggever voor mij
schade kunnen zijn als hij daar verder op inging, maar
m'n man. U hebt tooh zeker al een flinke poging in die
richting gedaan.
Stel je voor, er komt iemand om onderdak bij den
heer De Wilde, hij geeft dat voor niets, de gast vertrekt
en gaat vertellen, dat hij het zoo slecht heeft gehad en
dan mag je daar niet boos om zijn. Het kan zijn, dat
het beter is je schouders op te halen en te denken, de
man is niet wijzer, maar omdat ik me niet goedsmoeds
in m'n zaken laat benadeelen, nam ik er geen vrede
mee.
U, mijnheer de redacteur, dankend.
C. SLIKKER Cz.
Eerste klassewedstrijden allen uitgesteld, behalve Al-
cidesBe Quick en SneekVeendam.
Afd. I 2 A: AlcmariaT.O.G.; H.R.C.—V.V.A..
3 A: AssendelftHollandia.
4 A: Q.S.C.Beverwijk.
Reserveklassen: I: Ajax 2E.D.O. 2; Zeeburgia 2—
Blauw Wit 2.
2 A: KF.C. 2—V.VJL 2; West Frisia 2—T.O.G. 2;
V.S.V. 2—W.F.C. 2.
3 A: Kennemers 2—Z.V.V. 2; Z.F.C. 3—A.P.G.S. 2.
Oefenwedstrijd Jeugd-elftalTweede klassers Westen
tfl Leiden.
Elftal 2e klasse: W. Onrust (Baarn); Stals (Kinheim)
Bakker (V.O.C.); Coerman (Velox), Van Leeuwen (Zee
burgia) en C. Huisman (D.W.S.); F. Wels (Unitas),
Vente (Neptunes), Groeneveld (Kinheim), A. R. dé
Zeeuw (Hercules), en N. M. Roeg (D.E.C.)
Jeugd-elftal: Veenendaal (Naaldwijk); Spaans ('t
Gooi), en de Koning (A.D.O.); Verploegen (Xerxes),
Prins (Stormvogels), en Andernach (Excelsior); A. de
Jong (Xerxes). Oh. de Bock (Bloemendaal), Van Vliel
(H.B.S.); Linssen (Feijenoord) en Piederiet (NJLC.)
(Sportkroniek.)
Vergadering scheidsrechterscommissle.
Fluitisten voor!
Zaterdagavond a.s. om half acht vergadert in hotel
Roobol te Schagen de Subcommissie West Friesland van
de scheidsrechterscommissie van den N.H.V.B.
Allen die zin hebben om iets over het scheidsrechters-
ambte te willen hooren en er. wat voor voelen zijn welkom
Oud-spelers en supportérs denkt er nog eens ernstig
over.
binden met de dennetakken. die ons om den meter in
het gezicht zwiepen. Dan blijft de oude bewegingloos
staan. Een kwartier lang... die mij uren toeschenen...
alsof hij niet de minste haast had!
Voorzichtig tilt hij de buks op, om die bij het aanbre
kende daglicht te onderzoeken. En wéér wacht hij, ter*
wijl om ons heen een schel vogelconcert losbreekt. Dan
stapt hij vastberaden verder, door een boschperceeltje,
om van achter een boom den gansohen omtrek met den
kijker af te zoeken. Met een wenk beduidt hij mij hem
te volgen, richting der Forstgrens.
Wat hierna gebeurde, ging zóó snel in zijn werk, dat
ik het eerst uren later begreep. Een gedempte stem
van achter een boom riep ons -aan. Ik schrok, maar
herkende gelukkig een houtvester uit de buurt De oude
en de houtvester wisselden haastig enkele woorden.
Dan zette de oude boschwachter het op een loopen...
nauwelijks kon ik hem bijhouden... dwars over boom
stompen en kreupelboschjes, door een ven. waar het
water ons cm de oóren spatte, tusschen dennen door.
waar de nevel in dikke wolken samenpakte...
Daarna renden wij een smal landweggetje op. Plotse
ling bleef de oude hoestend staan en maakte zijn ge
weer klaar om te schieten. Ik was ook door het avon
tuur aangegrepen en waagde het nauwelijks adem te
halen. Een smalle aanplanting strekte zich voor ons
uit... nevels joegen voor ons voorbij en dreigden ons
het. vergezicht, te benemen.
Juist wilde ik mijn geweer afzetten en begon ik weer
spijt te voelen over mijn deelname aan deze 'vergeef-
sche jacht op tweebeenig roofwild, toen een beweging
van den boschwachter mijn waakzaamheid weer ver
scherpte. Mijn voeten waren doornat, van het water,
waar wij doorheen getrappeld hadden, mijn maag knor
de hoorbaar en ik voelde mij slap en flauw. Maar de
hoop op nieuwe avonturen deed mij weer opleven.
Minutenlang luisterde ik ingespannen, maar ik hoorde
niets, dat mij verdacht voorkwam. Eindelijk daar
was het! Een licht gekraak en een sleepend geluid... Ge-
ruischloos bracht de oude den buks in den aanslag en
bewoog zich verder niet.
Een „halt" v$n den oude en het dekkingzoeken van de
anderen was het werk van een oogenblik. Reeds suisde
een revolverkogel langs onze ooren. Intusschen had de
oude twee schoten afgevuurd en trachtten de beide an
deren te ontsnappen. Maar ook van de andere zijde na
derde een houtvester... Tot mijn groote verwondering
bleken de beide stroopers in een volledige beambten-
uniform te zijn gestoken. Enkele meters verder lag een
stok. waaraan een stuk wild gebonden was!
De handen van de stroopers waren omhoog gegaan,
toen zij zich zoo omringd zagen door vuurwapenen. De
houtvester, die ons te hulp gekomen was, kwam nu na
derbij, sneed met één beweging de bretels van de beide
gevangenen door, zoodat zij hun brgek moesten op
houden en niet te vlug konden loopen. En zonder de
beide gevangenen ook maar één minuut ter herademing
te gunnen, werden zij in stormpas meegevoerd. Een
korte waarschuwing bleek voldoende te zijn. Tien pas
voor twee scherp gestelde buksen is geen goede plaats
om zijsprongen te maken! Bij de eerstvolgende houtsta
pel vinden wij een houtvester met jachthoorn die de
anderen tezamen roept. Onze „buit" wordt gebonden en
van de uniformen ontdaan. Het zijn schitterende, nieu
we uniformen, die voor onbemiddelde, jonge houtvesters
goed van pas komen.
De huiszoeking bij August St., verloopt, als altijd, zon
der eenig resultaat. Bij zijn metgezel ontdekken wij
echter een paar rugzakken, waarop vlekken voorko
men, die ha een chemisch onderzoek niet van een „geit"
afkomstig blijken te zijn, zooals de strooper aangeeft.
De rechter krijgt werk en de Forst is verlost van twee
gevaarlijke vijanden!...
{Nadruk, verboden.)
De officier aan het woord.
De officier, mr. G. v. d. Feen de Lille het woord ver
krijgende, wijdde eenige woorden van deelneming aan
de ouders van den overledene, die eensklaps hun zoon
op zoo noodlottige wijze hadden verloren. Aanvankelijk
scheen er geen reden een strafvervolging in te stellen,
doch na het bezoek van den gerechtelijken raadsman
van den vader van den overledene, die een zoodanig
licht op de toedracht der aanrijding wierp, dat de offi
cier termen aanwezig achtte, deze zaak te onderzoeken
en alsnog ter openbare zitting aan te brengen.
Twee maanden hechtenis gevraagd.
Spr. bleek thans de meening toegedaan, datde ver
dachte geen voldoende voorzorgsmaatregelen had ge
nomen bij het oversteken van den destijds duisteren
weg. Hij reed met gedempt licht, dus moest dubbel voor
zichtig zijn, Omdat verdachte reed dicht achter een voor
hem rijdende auto was het uitzicht niet vrij. In ieder
geval reed Molenaar op de goede zijde van den weg.
De schuld van de eerste auto achtte de officier niet
voldoende om verdachte van schuld vrij te spreken. De
manier, waarpp verdachte had gehandeld, achtte de of
ficier niet te tolereeren. Verdachte "Had ""Zflff maatrege
len moeten nemen en de officier noemde 't casu quo'
grove schuld. Voorts nam de officier gaarne aan, dat
verdachte is een bekwaam en bezadigd autobestuurder,
zooals den officier uit persoonlijke ervaring van zijn
Klinkt het niet altyd even welluidend. In Parysche
schoonheidssalons aangetoond.
Lachen is gezond en het staat meestal goed. Maar
letten we wel genoeg op den klank van onzen lach7
Farijsche schoonheidssalons hebben zich met de kwes
tie beziggehouden en bewezen, dat lachen een kunst is.
Aan de klanten wordt een of andere grappige geschie
denis verteld, waarop zij in lachen uitbarsten; die lach
wordt heimelijk op een gramofoonplaat opgenomen en
déze plaat wordt den klanten weer afgedraaid. Dan zijn
zij ontsteld. Het is haast niet te gelooven, dat die bar-
baarsche geluiden van hen afkomstig zijn. Zij zouden
desnoods zweren, nooit weer te zullen lachen. Maar dan
troost men hen: ze kunnen een parelenden, melodischen
lach aanleeren, als ze deelnemen aan een laohcursus.
Boosaardig, ruw of krijschend lachen wordt veranderd
in een beminnelijk geluid, en de gramofoonplaat, waar-
■6p een volmaakte lach is opgenomen, kan de leerling
als diplom^ ,mee naar huis nemen.
Zoo zal men in Parijs binnenkort uitstekend kunnen
laohen. Maar dan moet er ook reden voor zijn!