Steunt de Nederlandsche
Olie-Industrie.
Een adres aan de Tweede Kamer.
A11 e r h a n de.
Uit onze omgeving.
De heer Weijland verdacht de personen, die al eens
vroeger bij Bloemendaal baldadigheid hadden gepleegd,
doch daar was verdachte niet bij.
Getuige Bobbeldijk had niets te vertellen wat de
moeite waard was, maar die soberheid pakte later
anders uit!
Deze Bobbeldijk had echter op Zondag 17 Juli in
het café van T. Rozendaal aan den getuige J. Roosen
daal uit Enkhuizen verteld, dat hij wist w i e het ge
daan had, nu echter beweerde Bobbeldijk te hebben
gezegd: wist ik maar wie 't gedaan had!
Volgens den heer Weijland zouden de jongens bang
zijn van Bobbeldijk, die nogal 'n mannetjesputter schijnt
te zijn. Ook We ij land bekeek hem voor
den dader.
Ook tegen Jan Noordeloos had Bobbeldijk gezegd, dat
hij wel wist wie het gedaan had, doch zijn kameraden
niet wou verraden.
De president, mr. Ledeboer, wees Bobbeldijk ernstig
op het gewicht van den eed en waarschuwde hem, dat
de Officier wel eens heel onaangename maatregelen
tegen hem kon nemen.
Verdacht van meineed.
De Officier bleef dan ook niet achterwege en ver-
zocht proces-verbaal tegen Bobbeldijk ter zake een
tegen hem gerezen verdenking van meineed en deze
zaak te verwijzen naar de instructie.
Volkert Bobbeldijk werd daarop onder bewaking
gesteld en alsnog gehoord de gem.-veldwachter Rus
tenburg van Venhuizen. Deze verklaarde dat het echt
paar Bloemendaal aan hem niet anders verklaard had,
dan dat er een steen door de ruiten was gegooid, toen
zij nog te bed lagen.
De heer Bloemendaal ging daarop heftig te keer en
protesteerde tegen de opmerking van Rustenburg, die
hem verweet per sé een dader te willen hebben.
Het werd zóó druk, dat de verdachte heelemaal op
den achtergrond verdween en met recht en reden had
kunnen vragen: Hebben jullie hier de hoofdrol of ik?
De getuige Volkert Bobbeldijk werd daarop weer
binnengeleid en bleef onvermurwd bij zijn verklaring
volharden. Waarop het toegezegde procesverbaal werd
opgemaakt, hem voorgelezen en door hem geteekend.
De heeren Roozendaal en Noordeloos mochten óók
meeteekenen, waarop eindelijk het uur der verlossing
sloeg en de zitting werd gesloten.
De Bond van Bedrijfsautohouders in Neder
land, meldt ons, dat op 20 October aan de Tweede
Kamer van de Staten-Generaal een adres werd aan
geboden in verband met de voorstellen van de Com
missie-Wel ter. In dit adres, dat voorzien is van de
handteekeningen van 23655 personen uit alle krin
gen van het Nederlandsche bedrijfsleven en het
autotransportbedrijf werkzaam, wordt het verzoek
gedaan, aan de plannen van de Commissie-Weiter
ten aanzien van het autotransport geen uitvoering te
verleenen. -
Mede wordt verzocht, geen goedkeuring te hechten
aan de voorstellen tot het invoeren van bijzondere
invoerrechten op benzine.
In het adres worden door adressanten de volgende
motieven aangevoerd:
1. dat eene verhooging van het invoerrecht op
benzine een zeer ongunstigen invloed zal oefenen op
het geheele Nederlandsche bedrijfsleven.
2. dat die verhooging zal leiden tot eene prijsstij
ging van de benzine, welke voor vele bedrijven een
onontbeerlijk product is en het voortbestaan van ver
schillende bedrijven daarmede in gevaar gebracht
wordt.
3. dat de verhooging op fiscaal gebied een ongun
stigen invloed zal hebben, omdat de achteruitgang
van het motorverkeer, welke gevreesd wordt, zal
voeren tot eene mindere belastingopbrengst dan an
ders door het automobielwezen in verschillenden
vorm wordt opgebracht.
4. dat eene dusdanige verhooging geheel in strijd
geacht wordt met de in December 1931 door Zijne
Excellentie den Minister van Financiën gedane toe
zegging, dat behoudens het geval van verdere aan
zienlijke daling van den benzineprijs de uiterste
limiet der heffing geacht moest worden bereikt te
zijn.
5 dat in den loop van dit jaar de benzineprijs
belangrijk gestegen is en derhalve verwacht mocht
worden, dat het invoerrecht op benzine zoo niet ver
minderd, dan toch zeker niet verhoogd zou worden.
6. dat door de voorstellen tot verhooging het ver
trouwen van een groot deel van het Nederlandsche
Volk in het woord van den Minister van Financiën
(i.c. toch de Regeering) wordt ondermijnd.
7. dat een dergelijke ondermijning van het ver
trouwen in door de Regeering gedane toezeggingen
van verderfelijken invloed zijn voor het geheele
maatschappelijk bestel.
LVHI.
HET GELD ROLT WEER.
Groote en kleine gemeenten, polderbesturen enz. die
op de geldmarkt leeningen trachten te sluiten tegen
redelijke voorwaarden, hebben alle succes, dikwijls zelfs
overweldigend succes. De kapitalen zijn niet langer
bevroren; blijkbaar is de vertrouwenscrisis voorbij, zoo
dat de gelukkigen, die geld over hebben, het weer laten
rollen.
Duur is het niet.
Staatsobligaties en dergelijke papieren van 5
staan boven pari. 'n Stuk van f1000 wordt met f1020 a
f1030 betaald, ofschoon de werkelijke waarde bij uitr
loting niet meer dan f1000 is. Vier-procents obligaties
halen bijna een koers van 100 zoodat men veilig
kan zeggen, dat de rentestandaard op dit oogenblik
•lechts even boven de 4 ligt.
Sïeel wat Staatsschulden geven vrij wat hooger rente:
4^, 5 ja zelfs nog meer. Een conversie in een lager
rente-type, 4 bijv., zou ongetwijfeld mogelijk zijn.
Dat zou de jaarlijksche rentelast heel wat geringer
maken en dus het voor 1933 geraamde tekort kleiner.
Toch schijnt Minister De Geer het niet te willen.
Waarom niet, wordt hoe langer hoe onbegrijpelijker
en daarom is het zoo gelukkig dat de aandrang tot
conversie hoe langer hoe sterker wordt. Het voordeel
dat Engeland en Frankrijk er mee behaald hebben
spreekt sterk tot ieders verbeelding. Allerlei noodspron
gen zullen hier noodig zijn om het tekort te dekken.
Waarom zou dan niet elk reëel middel om dat tekort
kleiner te maken, met beide handen worden aange
grepen?
DUUR KADER.
De militaire medewerker van „Maatschappij-belan
gen", het orgaan van de Ned. Maatschappij voor Nij
verheid en Handel, Is aan het rekenen geweest en
deelt het resultaat daarvan mede in genoemd orgaan.
Het interesseerde hem, waaraan de 90 a 100 millioen
Van Oorlog en Marine worden besteed en hij ontdekte
dit:
67 van de militaire uitgaven in ons land gaan weg
Inlandsche lijnzaad- en grondnotenprodne-
ten verdienen voorkeur boven Britsch-
Indische.
Het is van het grootste belang dat de Nederland
sche veehouder inlandsche lijnkoek koopt, inplaats
van buitenlandsche. Hij betaalt n.1. niet alleen een
lageren prijs met bovendien gunstiger koopvoorwaar-
den, maar hij dient daardoor tevens zijn eigen be
lang, doordat hij niet langer meer de industrie in die
Staten steunt, welke de export van zuivel- en land
bouwproducten belemmeren, ojn. de V.S. van Ame
rika en Duitschland.
Het belang bij het koopen van inlandsche koek is
nog grooter voor den veehouder, wanneer het gaat
om den aankoop van Britsch-Indische producten, o.a.
Bombay- of Calcutta Lijnkoek- of grondnotenschilfers
of koeken.
Gold n.1., zooals wij hierboven zagen, bij den aan
koop van Amerikaansche en Duitsche lijnkoek als het
groote argument de dwaze behandeling en benadee
ling die onze zuivelindustrie en landbouw ondervin
den, tengevolge van de door die Staten genomen pro
tectie-maatregelen, vpor de Britsch-Indische produc
ten geldt naast dit argument van verweer een nog
veel zwaardere reden en wel de veel mindere kwali
teit van vele van deze producten en het gevaar, dat
door het gebruik hiervan voor den gezondheidstoe
stand van den veestapel wordt geschapen. Dit laatste
klemt des temeer, daar de prijs van dit product dat
in tal van opzichten bij het inlandsche ten achter
staat, niet noemenswaard verschilt van den prijs, die
voor het veelal betere inlandsche product wordt be
taald. Juist in dezen tijd, waarin de veehouder reeds
met zoovele moeilijkheden en zorgen te kampen
heeft, is het op de eerste plaats van groot belang dat
hij de kans op verlies door sterfte van zijn vee, ten
gevolge van ondeugdelijk voeder zooveel mogelijk ver
mijdt, hetgeen hij zeker mede bereikt door het uit
sluitend gebruik van koeken van Nederlandsch fabri
kaat.
Bij het gebruik van Britsch-Indische veekoek of
-schilfers bestaat n.1. het groote gevaar, dat de koe
ken persresten bevatten van ricinus, waardoor het
leven van onze dieren in gevaar wordt gebracht. Dat
dit gevrar niet denkbeeldig is en de volle aandacht
heeft van den handel, blijkt voldoende, wanneer men
de ricinus-clausule in het Engelsche verkoopcontract
leest, waarbij reeds voor 0.001 pet. ricinus een belang
rijke korting op den verkoopprijs wordt gegeven, ter-
W I E RlNGE R M EER
SLOOTDORP.
De Boerenleenbank Wieringermeèr hield een alge-
meene vergadering op Maandagavond 8 uur in hotel
„Smit"
De voorzitter, de heer G. Schoorl, heette den aanwe
zigen hartelijk welkom. ?n 't bijzonder den nieuwe le
den, die zich bij de bank hebben aangesloten. Spr. meen
de dat de bank aanstonds in een behoefte zal voorzien
en zioh aan het bedrijfsleven zal aanpassen. al zal den
eersten tijd wel zeer bescheiden zaken worden gedaan,
betreffende de bank. Verder hoopte spr. dat waar hier
de verschillende richtingen aanwezig zijn, straks bij de
definitieve verkiezing van een bestuur ook rekening zal
worden gehouden, dat de bank wat de samenstelling
van bestuur en raad van toezicht betreft, niet eenzijdig
zal zijn georiënteerd, maar uit de verschillende richtin
gen zal worden gekozen, omdat een Boerenleenbank
toch een instelling is voor 't algemeen.
Na dit openingswoord doet voorzitter nog enkele me-
dedeelingen en wordt overgegaan tot vaststelling van
het huishoudelijk reglement, wat in concept is opge
maakt door het voorloopig bestuur en R. v. T., en na
enkele kleine wijzigingen en aanvullingen ia zijn geheel
wordt aangenomen en vastgesteld.
Bij de verkiezing van een definitief bestuur worden
gekozen de heeren Dr. Hoogkamer. J. G. Addens, Juffr.
H. Olsder, G. Schoorl en Th. H. Tijsma. Allen nemen
deze benoeming aan, behalve de heer Tijsma, niet aan
wezig, zal bericht worden gezonden.
Tot plaatsvervangende bestuursleden worden gekozen
de heeren Ds. Fischer en O. H. Smith.
Voor den Raad van Toezicht worden gekozen de hee
ren P. Terwisscha van Scheltinga, F. J. ter Borgh en
Th. List
Bij bespreking kassier wordt besloten per advertentie
bekend te maken dat gesolliciteerd kan worden voor
inwoners van Wieringermeer tot en met 28 Oct. Inlich
tingen hierover kunnen worden genomen bij J. G. Ad
dens te Slootweg, Slootdorp.
aan het beroepskader, dus aan offioieren en onder
officieren;
10 zijn noodig voor het reserve- en dienstplichtige
personeel;
3 slokken de oefeningen op, en
20 ongeveer besteden we voor oorlogsschepen,
kanonnen, kazernes, enz.
Deze militaire rekenaar, die stellig geen vrijzinnig-
of sociaal-democraat is en die van ontwapening niets
wil weten, ziet veel grooter bezuinigingsmogelijkheden
dan de commissie-Weiter. Hij komt, meenen wij, t ot
boven de 20 wat in guldens uitgedrukt ongeveer
18 a 19 millioen beloopt. Dit is een niet te versmaden
besparing, versobering of hoe men het noemen wil. In
elk geval is deze berekening de overweging waard. Het
mag toch wel teekenend genoemd worden, dat uit dze
kringen voorstellen komen als van onzen cijferaar en
als die van den luitenan-kolonel Boele in De Telegraaf,
waarvan we enkele dagen geleden een overzicht gaven.
Het geeft den burger moed, wagen wij te zeggen en
wij bedoelen dan natuurlijk den burger, die slechts uit
komst ziet in de richting van volledige ontwapening.
MINISTER DE GEER ALS BIJ:
HIJ PUURT HONING.
Minister De Geer heeft zioh doen kennen in een
nieuwe rol: hij treedt op als bij!
Ongetwijfeld is hij werkzaam als de bijen, doch óf de
kwaliteit van de honing die hij puurt, altijd even prima
is, mag betwijfeld worden.
Een redacteur van het Correspondentiebureau te
's Gravenhage heeft Zijne Excellentie gevraagd welke
indruk deze had gekregen van de opmerkingen, welke
buiten de Kamer aan de millioenennota en de begroo
ting zijn gewijd.
Minister De Geer antwoordde hierop:
Voor zoover de critiek zakelijk was, was ik het er
doorgaans mee eens. Het zou mij niet moeilijk vallen,
als buitenstaander, de onwenschelijkheid van nagenoeg
alle voorgedragen bezuinigingsvoorstellen en betalings
maatregelen overtuigend aan te toonen. Intusschen
neemt dit niet weg, dat die voorstellen niettemin noodig
kunnen zijn. Ook de chirurg zal het eens kunnen zijn
met den patiënt, dat het mes veeleer schijnt te zullen
wonden, dan te genezen.
De minister verklaarde, dat depreciatie van den gul
den door de regeering een ramp geacht zou worden, niet
het minst, omdat deze naar haar inzicht zou beteekenen,
wijl bij een ricinuspercentage van 0.005 pet. de partij
zelfs kan worden geweigerd. Was het gevaar voor
den veestapel niet zoo groot, de verkoopers zouden
nimmer zulke zware vergoedingen in het verkoopcon
tract dulden.
Dat de Britsch-Indische veekoek, wat betreft zui
verheid, dikwijls veel te wenschen overlaat, en daar
door in kwaliteit doorgaans var achterstaat bij de
inlandsche, blijkt eveneens uit de Jaarverslagen van
het Rijkslandbouwproefstation voor vcevoederon-
derzoek te Wageningen, waarin omtrent deze kwestie
leerzame cijfers te vinden zijn. Wij willen in deze
mededeelmg volstaan met eenige gegevens uit de
twee laatst verschenen verslagen.
In het verslag 1929, no. 3 lezen wij, dat o.a. alle
monsters lijnzaadschilfers met een botanische zui
verheid beneden de 83 pet., als Rotary-schilfers wa
ren ingezonden, dus producten waren van Britsch-
Indische herkomst. De laagste zuiverheid bedroeg
56 pet. Ook het gehalte aan mineralen bleek in het
meerendeel van de Britsch-Indische monsters veel
te hoog, terwijl 13 monsters ricinus, soms in vrij groo
te hoeveelheden, bleken te bevatten. Of dit laatste
uitsluitend Britsch-Indische schilfers betrof valt
niet met zekerheid uit het verslag op te maken.
Wat betreft de grondnotenschilfers, zegt dit ver
slag, dat er veel monsters werden ingezonden, die
botanisch onvoldoende zuiver waren. De monsters,
waarin het gehalte aan dopfragmenten te hoog was,
bleken voornamelijk schilfers te'zijn, voor zoover de
herkomst bekend was. van Britsch-Indische origine.
In het verslag 1930, nr 3, lezen wij, dat in 21 mon
sters vergiftige ricinus werd gevonden, terwijl ook
veel monsters met een te hoog gehalte aan aschbe-
standdeelen werden ingezonden. Een groot aantal
monsters waarin ricinus gevonden werd, en verre
weg het grootste deel der monsters met een te hoog
gehalte aan aschbestanddeelen bestonden uit Bom-
bay-schilfers, dus een product van Britsch-Indische
herkomst. Bij de grondnotenschilfers vermeldt het
verslag, dat het grootste deel der minsters met een te
hoog gehalte aan minerale bestanddeelen, Bombay-
schilfers waren.
Wij meenen met dit korte overzicht te kunnen vol
staan; de aandachtige lezer zal het duidelijk zijn dat
het inlandsche product tegenover 't Britsch-Indische
verre de voorkeur verdient, en nu niet alleen uit het
oogpunt van verweer tegen de protectie-maatregelen
van de onzen Landbouw vijandig gezinde Staten,
maar meer nog uit de overweging, dat het Britsch-
Indische product gevaar kan opleveren voor onzen
veestapel, waartegen met zorg moet worden gewaakt.
Moge deze argumenten de veehouders doordringen
van het groote belang dat voor hen schuilt in het ge
bruik van inlandsche lijnkoek- en grondnotenschil
fers. wanneer de keus gaat tusschen het Nederland
sche of Britsch-Indische fabrikaat.
Vereeniging van
Nederlandsche Oliefabrikanten
Haarlem 7 October 1932
Daar van de rondvraag geen gebruik werd gemaakt
is nog besloten Zaterdag 29 October bestuursvergade
ring te houden met ook den R. v. T. om tot benoeming
kassier over te gaan en verdeeling der functien.
Niets meer aan de orde zijnde, volgt sluiting.
Z IJ P E
PETTEN.
KERMIS.
Voor velen was het een groote teleurstelling, dat de
kennis niet werd ingezet met een pittigen voetbalwed
strijd; de terreingesteldheid liet dit echter ten eenen-
male niet toe. In de eerste plaats daarvan concentreer
de zich de aandacht van den aanvang af op de diverse
vermakelijkheden, die op de bekende wijze ,elck wat
wils" boden.
Maandagmiddag was gewijd aan de kinder- en volks
spelen. De commissie had dit jaar wel een gelukkige
keuze gedaan, er waren bijzonder aardige spelletjes,
vooral ook. omdat 't toeval zoo'n groote rol speelde en
kracht en behendigheid iemand al niet tevoren tot over
winnaar stempelen, 't Publiek sloeg met veel belangstel
ling alle verrichtingen gade, ook die der grootere meis
jes en jongens, voor welke categorieën in tegenstelling
met vorige jaren thans weer spelen waren vastgesteld.
Liet anders de deelname enz. vaak veel te wenschen
over, nu was het niet minder dan een succes en voor
de organisatoren een aansporing om op den ingeslagen
weg voort te gaan.
's Avonds trad de tooneelvereen. „Dindua" uit Alk
maar voor het voetlicht met „Mijnheer de Senator". De
totaal-indruk van het gebodene kan niet onverdeeld
gunstig zijn, teveel als er aan de vertolking van verschil
lende rollen ontbrak. Deze tekortkomingen waren bijv.
oorzaak, dat het 3e bedrijf de clou van het stuk
beneden de maat bleef. Dat het desondanks een genoe-
gelijken avond geworden is, is naast de gelukkige keuze
van het stuk, te danken aan het spel van enkelen
het echtpaar Ander se n bijv. maar bovenal aan de uit
stekende regie van den heer Groothuizen, wiens dege
lijke leiding in tal van scènes te onderkennen viel. Niet
onvermeld mag blijven, dat een der muzikanten tijdens
de pauze het publiek vergastte op enkele xylophoon-soll
die aèer gewaardeerd werden.
een opzettelijk en in zyn omvang onberekenbare aan
slag op de spaarpenningen der burgerij en op alle gere
gelde arbeidsinkomsten, die nog worden genoten. De
regeering zal in dit opziohtniet van standpunt verande
ren.
Een verarming als thans de wereld en ook ons volk
onderging, moet onvermijdelijk leiden tot beperking van
behoeften, hierbij inbegrepen collectieve behoeften.
De regeering vraagt zich af of men van de eerlang
te verwachten kentering zioh niet veelal een te gunstige
voorstelling vormt
Minister De Geer verklaarde ten slotte dat het zijn
gewoonte is, van ernstige commentaren zooveel doenlijk
kennis te nemen en voor zoover er tijd over blijft ook
uit minder ernstige den honing te puren die soms in
den alsem verborgen zit.
Dit laatste is ongetwijfeld aardig gezegd. Behalve op
een bepaald punt toonde de heer De Geer zich niet on
wrikbaar star. Ten minste, als wij het goed aanvoelen.
Misschien is er in de Kamer dus nog ruimte voor on
derling overleg. Laat ons het hopen: bij vorige gelegen
heden heeft Z.Exc. het echter niet altijd mogelijk ge
maakt. Deze regeering rammelt nog al gauw met de
portefeuilles.
WINKELIERS EN VENTERS.
Wie het in zijn eigenlijke beroep niet langer kan bol
werken. zoekt in Nederland nog al dikwijls uitkomst
in een winkeltje of als venter langs de huizen. Of het
in andere landen ook zoo is, kunnen wij niet beoordee-
len, doch wij hoorden wel beweren van niet. Hoe dit
zij, bij ons doet zich het verschijnsel veelvuldig voor en
spreekt heel typeerend van de vlucht in de dis
tributie.
Of die vlucht redding brengt? Wij vreezen, dat het
antwoord ontkennend moet zijn. Het aantal vluchtelin
gen is zóó groot, dat zij elkaar verdringen. Zij maken
tot waarheid het bekende spreekwoord van veel varkens
*n dunne spoeling.
Laten we eens enkele voorbeelden geven, door den
heer Wibaut ontleend aan een boek van Dr. E. J. Tobi
en Dr. C. Visser, uitgegeven door J. Muusses te Pur-
merend.
Goude heeft één kruidenierswinkel per 150 inwoners,
dus per 33 gezinnen.
In Amsterdam waren in 1928 bijna 2400 kruideniers
winkels. doch in 5000 andere zaken en zaakjes werden
kruidenierswaren als „nevenartikelen" verkocht.
Dinsdag barstte het weer. dat als een donkere drei
ging boven de geheele kermis had gehangen, eerst
recht los. Een gierende stormwind joeg over den dijk
en deed het ergste vreezen voor den zweefmolen en de
kramen, die dank zy de getroffen voorzorgsmaatrege
len weinig letsel bekwamen.
Het weer "was mede oorzaak, dat het bestuur dei
harddraverijvereeniging besloot de uitgeschreven
draverij niet te doen doorgaan, hoe jammer ook voor
hen, die zich reeds tot deelname hadden aangemeld. ID
het vergoeden der gemaakte onkosten gaf het bestuur
blijk van zijn goeden wil. Hoewel enkelen den
Woensdag nog gebruiken als brug naar het leven van
allen dag, is thans voor de meesten de kermis die
nergens tot ongeregeldheden leidde geëindigd.
HARENKARSPEl
We vernemen dat de raad dezer gemeente bijeeng*.
roepen is tegen Maandag 24 October aa. des namiddags
3 uur.
O.a. komen dan aan de orde de adressen van de afd.
Harenkarspel van den Neutralen Bond van boeren, land
en tuinbouwers, en van J. Burger Jz., e.a, om uitbetaling
van den steun, die ingehouden werd bij de uitbetaling
der tuinderscredieten.
In de Maandagmiddag a.s. te houden raadsvergade
ring komt o.m. aan de orde de benoeming van een
secretaris-ontvanger en ambtenaar van den burgerlij
ken stand. In ons nummer van Dinsdag jJ. vermeldden
wij de door B. en W. opgemaakte aanbeveling.
DIRKSHORN.
De heer J. Dam alhier heeft eervol ontslag gevraagd
als correspondent der arbeidsbemiddeling, ingaande 1
October 1932. Als opvolger van den heer Dam zal wor
den voorgedragen de heer A. van Dijk.
Door B. en W. zal aan den raad worden voorgesteld
om 5 cent per inwoner uit de gemeentekas beschikbaar
te stellen voor het nationaal crisiscomité voor steun
aan werkloozen.
SINT P A N C R A S
Ds. J. v. Kuiken te Ex-Morra heeft bedankt voor
het beroep bij de Ned. Herv. Kerk te St. Pancras.
Het is in onze gemeente den laatstcn tijd bijzon
der druk: de heele straat van Zuia tot Nocrd wordt
opgebroken, boomen gerooid en hekjes achteruit ge
zet. De straat zal worden vervangen door een van
asphaltbeton. Men is daarmee nu druk bezig, doch
hard schiet het eigenlijke werk niet op. Zoo'n straat
vernieuwing brengt inmiddels heel wat ongemakken
mee. Het verkeer langs den Bovenweg, dio ver
nieuwd wordt, is heelemaal afgesloten, zoodat al
het verkeer van en naar Alkmaar langs den Bene-
denweg wordt geleid. Smal en niet sterk, is deze weg
eigenlijk niet berekend voor het tegenwoordige ver
keer. zoodat de toestand waarin die verkeert, als
vanzelf sprekend, ook slecht wordt Het staat te vree
zen, dat. als de Bovemveg gereed is, men dadelijk
kan beginnen met de verbetering van den Bencden-
weg. Onze gemeente zou er nog in aantrekkelijkheid
door winnen.
LANGEND IJ K
Door het natte weer is men hier met het bloem-
bollenzetten erg op achter De laatste weken is zeer
weinig gezet. Ook daardoor werd de werkloosheid
nog in de hand gewerkt. De uitplant zal weer groot
zijn, ondanks slechte tijden.
CALL A N T S O O G
Rectificatie. In ons nummer van Dinsdag staat
abusievelijk dat de wedstriid Callantsooe H-^C-
afgelast werd. Deze wedstrijd is wèl gespeeld; de stand
was 43 voor Calantsoog.
Plaatselijk Crisiscomlté
In een dezer dagen gehouden vergadering belegd door
het Plaatselijk Crisis-comité is besloten tot het organi-
seeren van een tweetal cabaret-avonden, n.1. op 5 en 13
November, resp. voor gehuwden en jongeren. Ook zal
door een aparte commissie een verloting op touw gezet
worden, waarvoor reeds door velen prijzen belangeloos
beschikbaar zijn gesteld. Deze commissie bestaat uit de
dames Baken, Kooger, Brouwer en den heer P. Vós Jbz.
De baten van de entrees der cabaretavonden en die
der verloting zullen dienen tot versterking der kas van
het crisiscomité. Het comité heeft deze middelen om
haar finantieelen toestand aangewend, omdat het haar
voorkomt, dat een inzameling door middel van intee-
kenlijsten weinig resultaat zou hebben.
Onderwijs voor schoolvrije jeugd.
De cursussen, welke lederen winter kosteloos van ge
meentewege worden gegeven zijn Maandag j.1. aange
vangen met 19 leerlingen voor de avondlessen en 12 voor
de middag (handwerk) lessen. De minima welke kort ge
leden door B .en W. opnieuw zijn vastgesteld bedroegen
resp. 15 en 10 leerlingen (vorig jaar resp. 10 en 8 leer
lingen). Het onderwijs wordt gegeven door Mevr. H. C.
van MeertenZuelen en de heeren A. v. Meerten en
H. J. Sohut.
Vast staat, dat vooral het aantal winkels in levens
middelen toeneemt. Ten opzichte van de kruidenierswin
kels geeft Dr. Tobi zeer sprekende cijfers.
In 1926 waren er bij de Kamers van Koophandel in
geschreven te Breda 243 kruidenierswinkels, te Gronin
gen 502 kruidenierswinkels en te Hoorn 192 kruideniers
winkels. Volgens het verslag der subcommissie waren
er In 1928 te Breda 358 kruidenierswinkels, te Gronin
gen 537 en te Hoorn 258.
De cijfers voor Breda, voor 1926 en 1928 zijn resp. 1
winkel per 125 inwoners en 1 winkel per 122.
Voor Groningen vinden wij een toeneming van het
aantal kruidenierswinkels met 35 of 7 procent in twee
jaar tijds. Op 31 Dec. 1927 bedroeg de bevolking van
Groningen 101.309. Er was dus in 1928 één kruideniers
winkel op 188 Inwoners of ongeveer 42 gezinnen.
Voor Hoorn vinden wij tusschen de tellingen van 1928
1928 een toeneming van kruidenierswinkels met bijna
30 procent.
Gerekend over het geheele land wijzen de cij.^rs ook
op een toeneming van het aantal kruidenierswinkel. In
1926 kwam dr. E. J. Tobi tot een cijfer van 300 per hon
derdduizend inwoners. In 1928 kwam de subcommissie
op een cijfer van 365.
Overigens blijkt algemeen dat tegenover een aantal
kruidenierswinkels die verdwijnen, een grooter cijfer
nieuwe staan. Voor Delft vond men ever enkele jaren
52 nieuwe tegenover 36 die verdwenen.
Het algemeene beeld is dus, dat er in Nederland bui
tensporig veel kruidenierswinkels zijn. En een toene
mend aantal.
Datzelfde geldt in sterk wisselende mate voor een
aantal andere levensbenoodigdheden.
De heer Wibaut besluit dan:
Wij gaan hier niet in op de oorzaken. Er zijn er ver
schillende. De werkloosheid is er een van. Doch we stel
len vast, dat de hier aan den dag tredende verhouding
tusschen aantal winkels en aantal ingezetenen wijst op
een toestand in de winkelnering, die aan een doel - uit.ige
organisatie van den kleinhandel, in het bijzonder in le
vensmiddelen, in den weg staat. Bij zulke versnippering
in de distributie, in het tot den verbruiker brengen van
levensbenoodigdheden, moeten de prijzen die de verbrui
ker betaalt, hooger zijn dan die welke bij goede organi
satie voldoende zouden wezen.
Het komt dus aan op: „Organisatie van het winkel
bedrijf." „Maar hoe?"