De Brabantsche Brief
K. Blaauboer,
IEUWS VAN
PARTA
van Dré.
NAAR WIJZIGING VAN DE
WINKELSLUITINGSWET?
DE ZUIDERZEEWERKEN.
Prima Java-kapok
CHAOEN.
Het ongeluk bij Watford.
Blanken en negers in de
K o n g o-k o 1 o n i e.
Initiatief-voorstel van dr. Vos.
Door de liberale fractie van de Tweede Kamer is
Donderdag bij den aanvang van de zitting dier Kamer
medegedeeld, dat zij een wetsvoorstel tot wijziging van
de Winkelsluitingswet heeft ingediend.
Leemten in de Winkelsluitingswet.
uitbreiding werkgelegenheid voor
consumptiezaken. Wijziging der
absolute sluiting voor slijterijen en
uitbreiding ventgelegenheid.
„Overal een verwarde toestand".
Het door de liberale Tweede Kamer-fractie ingedien
de wetsontwerp, gaat vergezeld van een Memorie van
toelichting, waarin er aan herinnerd wordt, dat de
Winkelsluitingswet 1930 op 1 Mei j.1. in werking trad
ondanks het verzet, dat daartegen van vele zijden, zoo
wel uit de Staten-Generaal als van den kant van be
langhebbenden werd aangeteekend. Gedurende ver
scheidene maanden heeft thans in tal van gemeenten
een verwarde toestand bestaan, omdat lang niet overal
behoorlijke uitvoeringsverordeningen zijn gemaakt,
waardoor ernstige nadeelen voor het geheele bedrijfs
leven ontstonden.
In hoofdzaak vloeien de bezaren voort uit het ontoe
reikend zijn der normen, waaraan de uitzonderingen op
art. 2 in de wet zijn gebonden, aan het ontbreken van
bijzondere regelingen voor bepaalde bedrijfsgroepen, uit
de wijze, waarop de Kroon van het haar in art. 9 toe
gekende goedkeuringsrecht ten aanzien van de afwij
kende verordeningen in de praktijk gebruik maakt en
uit den steeds ongunstiger wordende economischen toe
stand in het winkelbedrijf. De practijk heeft uitgewezen
aldus de voorstellers, hoezeer de belanghebbenden naar
verruiming van het aantal verkoopuren op Zondag
snakken. Immers de rentabiliteit van talrijke bedrijven
is sterk verminderd, soms zelfs opgeheven. Het is eco
nomisch niet langer te verantwoorden de indertijd ge
kozen norm te handhaven. Ernstig bezwaar bestaat bo
vendien tegen de methode, die toegepast wordt bij het
beoordeelen der veranderingen, die krachtens art. 9
door de gemeenteraden worden vastgesteld. Naar het
voorstellers wil voorkomen, is deze methode niet in
overeenstemming met het standpunt, dat de minister bij
de- behandeling in de Kamer heeft ingenomen.
Toen indertijd bezwaren tegen de wet werden inge
bracht. werden deze veelai teruggewezen met de opmer
king dat het publiek zich wel spoedig zou aanpassen
en de benoodigde artikelen voor den Zondag op Zater
dag zou inslaan. De practijk heeft evenwel uitgewezen
dat de theorie van de z.g. verschuiving van debiet goed
deels gefaald heeft, zoodat blijvend nadeel van het be
perkte of algeheele verbod van den Zondagsverkoop te
duchten is. Alom is de zienswijze dergenen bevestigd,
die voorspelden dat wanneer directe behoeftebevredi
ging ten aanzien van consumptieartikelen niet mogelijk
is, aanschaffing daarvan voor of na de voorgeschreven
sluiting vrijwel uitblijft. Het gevolg hiervan is dan ook.
dat vele voorstanders der wettelijke winkelsluiting op
Zondag, nu zij de economische nadeelen daarvan onder
vinden. van meening veranderen.
Stappen der regeering verwacht.
Onder deze omstandigheden had men volgens de voor
etellers mogen verwachten, dat van de zijde der regee
ring onverwijld stappen zouden worden gedaan om den
door de nadeelige uitwerking der Winkelsluitingswet
gedupeerden middenstander verlichting te bezorgen,
waartoe zij zonder bezwaar voor de schatkist in staat
is door voorstellen tot wijziging der wet te doen. Dit
zou, naar de meening der voorstellers, geheel passen in
ihet systeem der regeering, die bij voortduring het ini
tiatief neemt tot steunverleening aan noodlijdende be
drijfstakken en tot het instandhouden van de arbeids
gelegenheid.
Uit verschillende onderzoekingen, die den laatsten tijd
op advies van het departement door de organisaties van
belanghebbenden zijn ingesteld, blijkt, dat het wel de
gelijk de Winkelsluitingswet is, die naast verschillende
andere factoren aanwijsbare schade veroorzaakt. De
voorstellers zijn dan ook van oordeel, dat daarin' niet
mag worden berust en zij aohten het hun plicht om ten
behoeve van degenen, die hun bestaansmogelijkheid en
daarmede het welzijn van hun gezin in ernstige mate
bedreigd zien, gebruik te maken van het middel dat
de volksvertegenwoordiging in bijzondere omstandighe
den ten dientse staat, t.w. het recht van initiatief. Zij
dienen daarom hierbij een wetsontwerp in, dat althans
in afwachting van een grondige herziening op bepaalde
punten de nadeelige werking der Winkelsluitingswet op
heft.
De voorgestelde wijzigingen houden o.m. in, dat de
bevoegdheid om Zondags den winkel open te hebben
voor consumptiezaken, wordt uitgebreid.
Een ruimere regeling wordt voorgesteld ten aanzien
van banket-, chocolade-, visch- en fruitwinkels. Voorts
houdt het ontwerp een voorstel in tot wijziging in de
absolute Zondagssluiting voor slijterijen;
Aan de bezwaren van Joodsche winkeliers, die in de
wet een totaal onvoldoende compensatie kregen, komt
het initiatief-ontwerp tegemoet.
Verder stelt dit een uitbreiding voor van de eetwaren,
waarmede Zondags gevent mag worden en ten slotte
betoogt het initiatief-voorstel den gemeenteraden groo-
tere vrijheid van handelen op het gebied der winkel
sluiting te geven.
Laatste zinkstuk te Kornwerderzand
wordt spoedig gelegd. Twee forten ge
reed. Het werk van de M.U.Z. loopt
thans ten einde. Vele arbeiders znllen
spoedig ontslagen worden.
In de Leeuw. Ct. werd gemeld:
Vandaag of morgen zal het laatste groote stuk ge
zonken worden voor de spuisluizen te Kornwerder
zand. Dan is de bodem voldoende bedekt om het ver
dere uitschuren te voorkomen en is het euvel her
steld.
Regelmatig wordt nu gespuid met het Oostercom
plex; het Westercomplex zal binnen eenige dagen
in werking worden gesteld.
Het geniewerk vordert ook goed. Reeds twee forten
zijn gereed en aan de andere fortificaties wordt ge
werkt.
Het werk voor de M.U.Z. loopt langzamerhand af:
wel zullen nog enkele arbeiders voor het onderhoud
moeten blijven, maar voor velen zal het spoedig ge
daan zijn.
Het stopzetten der Zuiderzeeinpolderlng.
„In de kringen der arbeidersbesturen wordt be
treurd, dat de regeering geen termen heeft kunnen
vinden om thans reeds voor te stellen tot inpoldering
van den Noord-Oost-polcler over te gaan", aldus lezen
wij in een adres van den Alg. Ncd. Bouwarbeiders-
bond, R.K. Bouwvakarbeidersbond en Ned. Chr.
Bouwarbeidersbond aan den minister van Water
staat.
Adressanten vreezen. dat de gevolgen daarvan niet
alleen voor de arbeiders van zeer nadeeligen aard
zullen zijn. „De reeds abnormaal groofe werkloos
heid onder de grondwerkers, die mede veroorzaakt
wor t door het laten uitvoeren van belangrijke grond
werken in werkverschaffing, zal nog worden ver
groot. Wat dit beteekent blijkt het best uit het werk
loosheidspercentage, dat thahs reeds voor deze groep
van arbeiders op meer dan 40 pet. moet worden ge
steld. Dat bet aantal werkloozen nog belangrijk zal
worden vergrout. indien het afwerken van den af
sluitdijk geheel zal zijn geëindigd, ligt voor de
hand."
Om aï deze redenen voelen adr. zich gedwongen,
er bij den minister met klem op aan te dringen, als
nog te willen besluiten, de Sta*en-Generaal in ern
stige overweging te willen geven, met verdere inpol
dering van de Zuiderzee voort te gaan en de daar
voor benoodigde stappen met bekwamen spoed te
doen.
55 cent per pond.
Prijzen ongekend laag.
Wij belasten ons met het opnieuw bijvullen
en opmaken van Kapokmatrassen. Zoo noo-
dig in een dag gereed.
Aanbevelend,
Schagen. - - Telefoon 49.
OPGER. 7 MEI 1911.
Wegens omstandigheden kon ons officieel nieuws door
mij pas heden bij de firma Trapman bezorgd worden.
Voortaan zal zulks als allen medewerken. Woensdags
kunnen geschieden.
Lutjeharma Jr.
HET WEDSTRIJDPROGRAMMA VOOR ZONDAG.
K. N. V. B.
Schagen I—D.T.S. I, 2 uur. Kleedkamer A.
N. H. V. B.
Schagen b—J.V.C. a, 11 uur. kleedkamer A.
Schagen 3Succes 3. 12 uur. kleedkamer terrein.
Beleefd wordt Schagen 3 verzocht zich zooveel mo
gelijk thuis te verkleeden.
Voor verdere elftallen zie bord hotel Roobol.
Stand 4e klasse A K.N.V.B.
In het overzicht van j.1. Zondag was niet vermeld de
wedstrijd D.T!S.Zilvermeeuwen. Deze wedstrijd werd
door D.T.S. met 31 verloren, na 15 minuten na de
rust nog met 10 voor te hebben gestaan. De stand is
hierdoor:
Beverwijk
E.V.C.
Zilvermeeuwen
Q.S.C.
Schagen
Uitgeest
Vrone
Texel
Alkmaar
D.T.S.
WEER EEN ONGEVAL.
Tijdens den wedstrijd Schagen IVJ.V.C. II, Zondag
j.1. op ons terrein gespeeld, Is den heer S. de Jong een
ongeval overkomen. Bij een der aanvallen van J.V.C.
die nogal wat te forsch waren, kreeg genoemde heer
een trap tegen z'n knie. Medische hulp was noodzake
lijk en geconstateerd werd dat onze keeper wel een
week of 4 zal moeten blijven rusten. Beterschap boy!
RUW SPEL.
Mogen wij de lieeren van Schagen IV beleefd doch
dringend verzoeken kalm te spelen, ook al zal de te
genpartij ruw spel uitlokken. Hebt ge last van unfair
spel van een uwer tegenstanders, zegt het uw aanvoer
der, die dan den scheidsrechter wel op een en ander
opmerkzaam zal willen maken en dit op z'n wedstrijd
formulier zal vermelden.
Het bestuur.
NIEUWE LEDEN:
H. Bakker, Hoep, Schagen art. 1011 H.R.
J. Slingerland, Laan Schagen art 1011 H.R.
DONATEURS.
Wij hebben zoo langzamerhand een aardige vooruit
gang weten te bereiken in ons donateursaantal. Welk
lid probeert ook eens een donateur te winnen. Opgave
bekende adres.
WEDSTRIJDEN SCHAGEI? I.
13 November: Schagen ID.T.S. I.
20 November: Schagen I-r-Texel I.
27 November: Schagen IBeverwijk I.
6
6
0
0
24—9
12
7
3
3
1
16—13
9
7
3
2
2
15—14
8
5
3
0
2
10—6
6
5
2
1
2
9—12
5
7
2
1
4
20-18
5
6
1
2
3
13—16
4
6
1
2
3
13—16
4
5
2
0
3
12—22
4
6
1
1
4
12—18
3
VAN DE HOOGERE ELFTALCOMMISSIE.
Schagen I: C. Prins; V. Vlottes, P. Boon; A. Plakmao,
R. Rus. J. Watertor; W. Rus. B. Buiskool, G. J.
Boontjes. J. Kakebeeke. J. Lutjeharms.
Reserves: doel: D. Arnoldus; aohter: K Rempt; mid
den: P. Molenaar; voor; E. Rus.
Schagen IIID. Wit; M. Slikker. T. Brantenaar; A.
Slikker. J. Weeland. C. Tjalkens; H. Uitterdijk.
J. de Blok, A. Keet. J. Kossen. P. Ruig.
Reserves; achter: C. Beers. midden: J. Broer; voor: D.
Leeuwenkamp
De reserves worden met het oog op de belangrijkheid
van bovenvermelde wedstrijden verzocht aanwezig t®
zijn. Afberlchfcen ten spoedigste bij J. Lingeman.
BESTUURSVERGADERING MET E. C.
op Dinsdag a.s. des avonds om 8.30 uur. Waar deze ver
gadering zal plaats vinden wordt per convocatie bekend
gemaakt.
Van de Adspiran ten-Commissie,
ontvingen wij geen elftallen, daar de heer Rempt Sr.
uitstedig was. De adspiranten zullen per convocatie
worden aangeschreven.
Trein op een troep wegwerkers ingereden.
Aankomende trein door den rook van
een anderen onzichtbaar.
Met een enkel woord hebben wij in ons nummer
van Donderdag gemeld, dat bij Watford in Engeland
een trein in een troep wegwerkers is gereden, van
wie er vijf gedood en twee gewond werden. Zestien
man en een ploegbaas werkten op de spoorlijn, toen
de sneltrein aankwam. Op een ander spoor passeer
de ook een trein en de rook en stoom van dien trein
bleven op dc baan hangen, zoodat de mannen den
sneltrein niet konden zien aankomen. De ploegbaas
hoorde echter het dreunen van den tweeden trein en
blies op zijn fluit. De trein was toen echter al vlak
bij. De wegwerkers sprongen ter zijde of lieten zich
languit naast de rails vallen. Zes hunner werden
door den trein gegrepen. De vijf gedooden waren
rechts en links van het spoor ncergesmakt en tot
onherkenbaar wordens toe verminkt. De zesde man
werd zwaar gewond. Do andere gewonde is niet door
den trein geraakt, maar kreeg een der weggeworpen
lijken op zich, waardoor hij viel en een heen brak.
De beide gewonden en de tien overige mannen wa
ren zoo van streek, dat zij niet wisten wat te doen.
Een seinwachter, die na het optrekken van den rook
zag wat er gebeurd was, heeft alarm gemaakt.
Naar het stationspersoneel vertelde, komen beide
treinen, die in dezelfde richting loopen, altijd onge
veer tegelijk op het kruispunt Watford aan en rij
den zij bijna altijd gelijk op, met een snelheid van
dichtbij of over de 100 K.M.
aioeman.nagazijn „CORONA",
KONINGSTRAAT 67 - - DEN HELDER,
levert U alle moderne bloemstukken
Telefoon 216. Postgiro 99555.
Da klacht van een plaatselijk dagblad,
De Brusselsche correspondent van de N. R. Ct.
meldt:
Naar de te Leopoldville verschijnende courant
1'Avenir Colonial Beige schrijft ziet de toestand in
het Kwango-gebied, waar eenige maanden geloden
een negeroproer. dat het leven kostte aan een paar
blanke ambtenaren, op krachtige wijze moest wor
den onderdrukt, er niet zeer rooskleurig uit. De
tuchtloosheid der inlandsche bevolking neemt er weer
zienderoogen toe. De stammen der Bapende hebben
zich weliswaar weer onderworpen, maar weigeren te
werken en produceeren zoo goed als niets meer. Het
Congoleesche blad stelt dan ook de vraag of het
oogenblik niet gekomen is om de koppige onwil der
negers te breken. Grijpt men niet in dan is het mo
gelijk. dat de ongelukkige toestanden die thans in
het Kwangogebied heerschen, zich als een kanker,
over de geheele Congokolonie gaan verbreiden, wat
het bestaan zelf van het Belgische koloniale rijk in
gevaar zou brengen.
Ulvenhout 8 November 1932.
Menier,
Om maar ineens mee de
deur in huis te vallen, d'n
Jaan gaat trouwen!
Ja, daar stade van te zien,
ee!
Nouw, aimico, wij nie
minder.
Da-d-hee-t-ie nouw 's echt
op z'n pliesiemans klaarge-
spuld! Zo'nen stiekumerd.
En dan motte weten, dat-
ie Zondagmiddag naar z'n
gewoonte in „de Gouden
Koei" is gewiest en 't hog-
ste woord hee gevoerd, ter
wijl wij zatten te proppen.
Zelfs zóów, dat-ie op 'n mement. toen d'n Fielp, d'n
veurzitter en „dus" d'n beste proppert, 'n kaart vergooi
de, riep: „suffert!" En om 't nog erger te maken
dat ie sjuust aan 'n citroentje zat, dat d'n bakker 'm
had geoffreerd.
D'n Jaan schrok er zelf van. Maar d'n Flelp... d'n
bakker... ollee. die was zoow verbouwereerd, dat ie z'n
kaarten neerlee en mee allebei z'n haanden op tafel,
stomverwonderd d'n Jaan aan gong zitten kijken.
„Nouwja eh" zee d'n Jaan.
Toen lee d'n Tiest ok z'n kaarten neer. gaf mijn onder
tafel 'nen schup, lee ok z'n haanden op tafel en keek
nog veul verwonderder naar d'n Jaan. dan d'n Fielp.
Ik dee toen maar net eender en d'n Joep, die ok
draadloos gewaarschouwd was, dee net zoow.
„Nouwja eh zee d'n. Jaan weer, die heelegaar in
de wèèr gerokte.
Toen dronk ie 's.
Maar wij bleven kijken. Stomverwonderd, mee 'n open
mond. Alle vier.
Janus draaide-n-op z'nen stoel, wier bleek en hapte.
Toen beweerde-n-ie: „nouwja, eh
D'n Tiest nam 't woord.
Kalm, plechtig en ingehouwen zee-t-ie: „Januss."
Wij bleven zoow zitten, mee onz' haanden op tafel,
mee onzen mond open en stomverwonderd. Veural d'n
Joep lukte da zoow kollesaal. deurdat ie. zooas ge wit,
teugeswoorig 'n .haalve wenkbraauw mist.
„Januss" zee d'n Blaauwe weer. „Janus, as onze veur
zitter 'n stommiteit doet, zoow groot as 'nen olifaant,
of dat ie er vijfentwintig doet. zoow groot as 'n heele
kudde van die beestjes, dan..."
Da wier d'n bakker te bar. „Zeg", viel ie uit: „blaauw
stuk afbraak, vertel me 's effetjes. motte mijn nouw
emmen of dieën gehaktbal daar." (da was natuurlijk
d'n Jaan)).
„Zwijg", kommar.deerde d'n Tiest droog: „ik neem
sjuust jouw partij op; hedde da nog nie in de gaten,...
sufferd!"
.Wel snotver..."
„Veur 't lest. zwijg!" zee d'n Tiest. „Kek 's, Janus
van den Heuvel", gong ie deur: „elke mensch doet wel
's stommiteiten, wij net zoow goed. as veldwaohters en
veurzitters. en..." verder kwam ie nie. 't Was d'n Fielp
naar z'n strot geschoten en omdat ie zelf aan 'n citroen
tje zat. en da plaske te klein vond schijnbaar, nam ie
mijn glaske en kwatste-n't in d'n Blaauwe z'a strakke
bakkes, dat d'n Tiest er van nieste.
Waarop d'n Jaan de kaans schoon zag en 't moment
geschikt achtte, om er tussohenuit te knijpen.
Buiten, veur 't raam keek ie nog 's over 't horreke,
laohte-n-ons in ons gezicht uit, knipte 'n ogske, sprong
op z'n fiets en peddelde d'n duster in.
,,'t Wordt hoog tijd", zee ik nog: „dat d'n dieë weer
maar gaauw trouwt, waant hij begint vuls te veul prots
te krijgen!"
„D'n dieë" zee d'n Joep ge wit dat ie thuis onder
d'n pantoffel zit, net as d'n Jaan vroeger „d'n dieë!
Zoow stom as ie is, hij is ons nog te glad af!"
„Groot kan 'k 't komplement nie noemen, kakkenest"
gaf d'n Tiest 'm ten antwoord, terwijl ie z'n eigen nog
zo'n bietje droog zat te wrijven: „maar 't zal wel heel
goed bedoeld zijn. Stotteren is ok tenslotte-n-ok 'n gave
van den hemel!"
„Nouw", zee d'n bakker: „overgeven! 't Heele spul
leed-in de wèèr."
Maar daar kwamen me nie van in. da begrepte.
't Wier allemaal netjes uit de wèèr gehaald, de kaar
ten mokten me droog aan ons broek en me spulden er
d'n bakker, die piek gong (éénen slag halen!) er mee
zeuven slagen in. Wat 'm meer dan 'n dubbeltje kostte
aan d'n po*
„Nouw ie tóch weg is", merkte d'n Blaauwe zoow
kwaansuis op: „nouw kunnen me 't wel zeggen: gelijk
had ie, d'n gehaktbal!"
Sodemearel, amico, wa was dieën Blaauwe Zondag
weer mee z'nen mond. Alles wat ie zee, was raak. En
as ge dan 't ongeluk hedt in d'n Fielp z'n plots te zijn,
nouw, dan kundt mee heele tonnekes pils gaan smijten
afleggen doede-'t tóch!
Maar, zooas gezeed, dn Jaan had er niks van
uitgelaten, dat ie weer kennis had.
En 's Maandagsmergens mee de eerste post, broebt
Driek Frijvers bij ons 'nen grooten, dikken envelop,
van zwaar wit pampier. Hij lee 'm op tafel, 'n bietje
geheimzinnig en bleef staan.
Mee da'k 't adres zag, 't was gericht aan „de fer
milie", docht ik zoow: da schrift hè'k meer gezien.
Later begreep ik. dat da was van driekwart jaar ge-
lejen, toen er ok 'nen grooten envelop van d'n Janus
was binnengekomen, maar mee breeje, zwarte raanden
d'rom't Sterfgeval van Piëta zaliger.
Net wouw ik 'm pakken toen Trui me veur was. En
zóów gewiekst, da ze mijn nog in m'n haand krabde.
Waant dat dieën Driek zoo bleef staan, da bewees
wel, dat er wa bijzonders was aan da stuk drukwerk.
„Hèriep Trui: „wwwawa," kwaakte ze, en van
vcrwonderink kon ze 'r gin woord meer uitkrijgen.
„Jaja," lachte d'n Driek en hij sloeg z'n natte keep-
manteltje weer dicht: „jaja, wa zegde daarvan?"
„D'n Jaan? Welke Jaan?" vroeg ik, waant op 'm'n
woord, amico, 'k mag 'nen aap krijgen as ik aan hum
docht!
Maar 't stond er, duidelijk, mee sierlijke krulletters:
ADRIANUS, PETRUS, HENDRIKUS
VAN DEN HEUVEL
en
ANTONIA CATHARINA LUDOVICA
VERMUNT
hebben de eer u kennis te geven van hun voorgenomen
Huwelijk waarvan de voltrekking zal plaats hebben in
de Parochiekerk van de H.H. Martelaren van Gorcum,
enz. enz. op Maandag 21 November a.s. te Zeven-
bergschen Hoek.
Geen receptie.
Zevenb. Hoek, 4 November 1932.
Toen 'k 't allemaal twee keer gelezen had, toen keek
ik d'n Driek 's aan en toen Trui en alle drie schoten
me in d'n lach.
„Jaja," knikte Frijters, „jaja, gin receptie, me meu-
gen nie komen!"
„Verzoeke van rouwbeklag verschoond te blijven",
molcte-n-ik ervan!
„Hedde 'r nog meer, Driek?" vroeg Trui.
„Kek maar 's hier," zee Frijters en toen liet ie 'nen
heelen bussel van diezelfste enveloppen zien: „hij stikt
't niet onder stoelen en baanken. horre!"
„Maar vertel 's," vroeg Trui: „hee-t-le daar nouw
niks van verteld aan jullie? Hebben juilie 'm dan nie
in de gaten g*ad? Zukke dingen komen toch nie op
asgewitwel
„Da nie," zee ik: „maar 't kómt er wèl van, dik-
kels!"
„Nouw!" lachte d'n Driek.
Maar Trui bleef strak kijken.
,,'k Vind 't gin manier van doen zee Trui: „hij had
t' kunnen zeggen, dieë bloedworst!"
„Witte gij er nie méér van, Driek," vroeg ze weer.
„Gin bal," zee d'n Driek.
„Zaterdagavond brocht ie d'n stapel bij me thuis,
vroeg veftig postzegels van aanderhaalf
„Vef-tlg?" riep Trui.
„Veftig," knikte Frijters, „en die hee-t-ie bij me thuis
allegaar d'r opgeplakt, d'r waren er ok 'n heel stel
bij veur z'n aanstaande vrouw d'r fermilie, en toen
zee-t-ie: 'k Zal 't jouw maar zeggen, Driek, 'k ben
d'n bruigom!"
„Zijde nouw bedonderd'" vroeg ik 'm toen.
„Vandenmergèn aangeteekend, gaf ie ten aantwoord
of ie 'nen heelen haas geschoten had."
„En wa-d-is 't veur 'n vrouw, Driek?' vroeg Trui: ,,'n
weduwvrouw zekers?"
,,'n Jonge meid," zee d'n Driek mee 'n paar groote
oogen.
Trui gong zitten en liet slap d'r haanden in d'r schoot
vallen.
„Hoe jong?"
„Vier-en-veftig!"
Toen verslikt^-n-ik m'n eigen in 'n vet stukske spek.
..Nouwja, ik bedoel te zeggen, 'n vrijgezelle meid,-
vsrbeterde d'n Driek.
„Hij schijnt aanders veur zukke zaken alti.1 d'n Zeu
ven bargschen hoek op te zoeken," zee Trui: „Pleta was
daar ok vandaan."
Afijn, amico, om kort te gaan, z'n Tonia is 'n ouwe
uastoorsmeid, noe wiid in de fermilie van z'n eerste
vrouw. En 't schijnt 'n vrouw te zijn, die werachtig nie
over éénen nacht ijs gaat, waant wa me 'r al van we
ten: 't is 't meske, dat 'm dartig jaren geleje d'n bons
hee gegeven
Toen is ie maar mee Piëta getrouwd!
Nouw gij!
Ik heb 'm nog nie gesproken. Wel de kammeraads.
"n'n Fielndie wist me niks aanders te zeggen, as:
..da durft nog „sufferd" te zeggen teugen 'n aander!"
En d'n Blaauwe hee mee gezeed: „welkom of nie,
•■oaar me gaan allegaar naar de bruiloft!"
Maar van Gehaktballum lot z'n eigen nie zien
Afijn, ge heurt er meer van, amico.
Veul groeten van Trui en as altij, gin horke minder
van oewen toet a voe
DRé.