De Brabantsche Brief K. Blaauboer, IEUWS VAN PARTA van Dré. NAAR WIJZIGING VAN DE WINKELSLUITINGSWET? DE ZUIDERZEEWERKEN. Prima Java-kapok CHAOEN. Het ongeluk bij Watford. Blanken en negers in de K o n g o-k o 1 o n i e. Initiatief-voorstel van dr. Vos. Door de liberale fractie van de Tweede Kamer is Donderdag bij den aanvang van de zitting dier Kamer medegedeeld, dat zij een wetsvoorstel tot wijziging van de Winkelsluitingswet heeft ingediend. Leemten in de Winkelsluitingswet. uitbreiding werkgelegenheid voor consumptiezaken. Wijziging der absolute sluiting voor slijterijen en uitbreiding ventgelegenheid. „Overal een verwarde toestand". Het door de liberale Tweede Kamer-fractie ingedien de wetsontwerp, gaat vergezeld van een Memorie van toelichting, waarin er aan herinnerd wordt, dat de Winkelsluitingswet 1930 op 1 Mei j.1. in werking trad ondanks het verzet, dat daartegen van vele zijden, zoo wel uit de Staten-Generaal als van den kant van be langhebbenden werd aangeteekend. Gedurende ver scheidene maanden heeft thans in tal van gemeenten een verwarde toestand bestaan, omdat lang niet overal behoorlijke uitvoeringsverordeningen zijn gemaakt, waardoor ernstige nadeelen voor het geheele bedrijfs leven ontstonden. In hoofdzaak vloeien de bezaren voort uit het ontoe reikend zijn der normen, waaraan de uitzonderingen op art. 2 in de wet zijn gebonden, aan het ontbreken van bijzondere regelingen voor bepaalde bedrijfsgroepen, uit de wijze, waarop de Kroon van het haar in art. 9 toe gekende goedkeuringsrecht ten aanzien van de afwij kende verordeningen in de praktijk gebruik maakt en uit den steeds ongunstiger wordende economischen toe stand in het winkelbedrijf. De practijk heeft uitgewezen aldus de voorstellers, hoezeer de belanghebbenden naar verruiming van het aantal verkoopuren op Zondag snakken. Immers de rentabiliteit van talrijke bedrijven is sterk verminderd, soms zelfs opgeheven. Het is eco nomisch niet langer te verantwoorden de indertijd ge kozen norm te handhaven. Ernstig bezwaar bestaat bo vendien tegen de methode, die toegepast wordt bij het beoordeelen der veranderingen, die krachtens art. 9 door de gemeenteraden worden vastgesteld. Naar het voorstellers wil voorkomen, is deze methode niet in overeenstemming met het standpunt, dat de minister bij de- behandeling in de Kamer heeft ingenomen. Toen indertijd bezwaren tegen de wet werden inge bracht. werden deze veelai teruggewezen met de opmer king dat het publiek zich wel spoedig zou aanpassen en de benoodigde artikelen voor den Zondag op Zater dag zou inslaan. De practijk heeft evenwel uitgewezen dat de theorie van de z.g. verschuiving van debiet goed deels gefaald heeft, zoodat blijvend nadeel van het be perkte of algeheele verbod van den Zondagsverkoop te duchten is. Alom is de zienswijze dergenen bevestigd, die voorspelden dat wanneer directe behoeftebevredi ging ten aanzien van consumptieartikelen niet mogelijk is, aanschaffing daarvan voor of na de voorgeschreven sluiting vrijwel uitblijft. Het gevolg hiervan is dan ook. dat vele voorstanders der wettelijke winkelsluiting op Zondag, nu zij de economische nadeelen daarvan onder vinden. van meening veranderen. Stappen der regeering verwacht. Onder deze omstandigheden had men volgens de voor etellers mogen verwachten, dat van de zijde der regee ring onverwijld stappen zouden worden gedaan om den door de nadeelige uitwerking der Winkelsluitingswet gedupeerden middenstander verlichting te bezorgen, waartoe zij zonder bezwaar voor de schatkist in staat is door voorstellen tot wijziging der wet te doen. Dit zou, naar de meening der voorstellers, geheel passen in ihet systeem der regeering, die bij voortduring het ini tiatief neemt tot steunverleening aan noodlijdende be drijfstakken en tot het instandhouden van de arbeids gelegenheid. Uit verschillende onderzoekingen, die den laatsten tijd op advies van het departement door de organisaties van belanghebbenden zijn ingesteld, blijkt, dat het wel de gelijk de Winkelsluitingswet is, die naast verschillende andere factoren aanwijsbare schade veroorzaakt. De voorstellers zijn dan ook van oordeel, dat daarin' niet mag worden berust en zij aohten het hun plicht om ten behoeve van degenen, die hun bestaansmogelijkheid en daarmede het welzijn van hun gezin in ernstige mate bedreigd zien, gebruik te maken van het middel dat de volksvertegenwoordiging in bijzondere omstandighe den ten dientse staat, t.w. het recht van initiatief. Zij dienen daarom hierbij een wetsontwerp in, dat althans in afwachting van een grondige herziening op bepaalde punten de nadeelige werking der Winkelsluitingswet op heft. De voorgestelde wijzigingen houden o.m. in, dat de bevoegdheid om Zondags den winkel open te hebben voor consumptiezaken, wordt uitgebreid. Een ruimere regeling wordt voorgesteld ten aanzien van banket-, chocolade-, visch- en fruitwinkels. Voorts houdt het ontwerp een voorstel in tot wijziging in de absolute Zondagssluiting voor slijterijen; Aan de bezwaren van Joodsche winkeliers, die in de wet een totaal onvoldoende compensatie kregen, komt het initiatief-ontwerp tegemoet. Verder stelt dit een uitbreiding voor van de eetwaren, waarmede Zondags gevent mag worden en ten slotte betoogt het initiatief-voorstel den gemeenteraden groo- tere vrijheid van handelen op het gebied der winkel sluiting te geven. Laatste zinkstuk te Kornwerderzand wordt spoedig gelegd. Twee forten ge reed. Het werk van de M.U.Z. loopt thans ten einde. Vele arbeiders znllen spoedig ontslagen worden. In de Leeuw. Ct. werd gemeld: Vandaag of morgen zal het laatste groote stuk ge zonken worden voor de spuisluizen te Kornwerder zand. Dan is de bodem voldoende bedekt om het ver dere uitschuren te voorkomen en is het euvel her steld. Regelmatig wordt nu gespuid met het Oostercom plex; het Westercomplex zal binnen eenige dagen in werking worden gesteld. Het geniewerk vordert ook goed. Reeds twee forten zijn gereed en aan de andere fortificaties wordt ge werkt. Het werk voor de M.U.Z. loopt langzamerhand af: wel zullen nog enkele arbeiders voor het onderhoud moeten blijven, maar voor velen zal het spoedig ge daan zijn. Het stopzetten der Zuiderzeeinpolderlng. „In de kringen der arbeidersbesturen wordt be treurd, dat de regeering geen termen heeft kunnen vinden om thans reeds voor te stellen tot inpoldering van den Noord-Oost-polcler over te gaan", aldus lezen wij in een adres van den Alg. Ncd. Bouwarbeiders- bond, R.K. Bouwvakarbeidersbond en Ned. Chr. Bouwarbeidersbond aan den minister van Water staat. Adressanten vreezen. dat de gevolgen daarvan niet alleen voor de arbeiders van zeer nadeeligen aard zullen zijn. „De reeds abnormaal groofe werkloos heid onder de grondwerkers, die mede veroorzaakt wor t door het laten uitvoeren van belangrijke grond werken in werkverschaffing, zal nog worden ver groot. Wat dit beteekent blijkt het best uit het werk loosheidspercentage, dat thahs reeds voor deze groep van arbeiders op meer dan 40 pet. moet worden ge steld. Dat bet aantal werkloozen nog belangrijk zal worden vergrout. indien het afwerken van den af sluitdijk geheel zal zijn geëindigd, ligt voor de hand." Om aï deze redenen voelen adr. zich gedwongen, er bij den minister met klem op aan te dringen, als nog te willen besluiten, de Sta*en-Generaal in ern stige overweging te willen geven, met verdere inpol dering van de Zuiderzee voort te gaan en de daar voor benoodigde stappen met bekwamen spoed te doen. 55 cent per pond. Prijzen ongekend laag. Wij belasten ons met het opnieuw bijvullen en opmaken van Kapokmatrassen. Zoo noo- dig in een dag gereed. Aanbevelend, Schagen. - - Telefoon 49. OPGER. 7 MEI 1911. Wegens omstandigheden kon ons officieel nieuws door mij pas heden bij de firma Trapman bezorgd worden. Voortaan zal zulks als allen medewerken. Woensdags kunnen geschieden. Lutjeharma Jr. HET WEDSTRIJDPROGRAMMA VOOR ZONDAG. K. N. V. B. Schagen I—D.T.S. I, 2 uur. Kleedkamer A. N. H. V. B. Schagen b—J.V.C. a, 11 uur. kleedkamer A. Schagen 3Succes 3. 12 uur. kleedkamer terrein. Beleefd wordt Schagen 3 verzocht zich zooveel mo gelijk thuis te verkleeden. Voor verdere elftallen zie bord hotel Roobol. Stand 4e klasse A K.N.V.B. In het overzicht van j.1. Zondag was niet vermeld de wedstrijd D.T!S.Zilvermeeuwen. Deze wedstrijd werd door D.T.S. met 31 verloren, na 15 minuten na de rust nog met 10 voor te hebben gestaan. De stand is hierdoor: Beverwijk E.V.C. Zilvermeeuwen Q.S.C. Schagen Uitgeest Vrone Texel Alkmaar D.T.S. WEER EEN ONGEVAL. Tijdens den wedstrijd Schagen IVJ.V.C. II, Zondag j.1. op ons terrein gespeeld, Is den heer S. de Jong een ongeval overkomen. Bij een der aanvallen van J.V.C. die nogal wat te forsch waren, kreeg genoemde heer een trap tegen z'n knie. Medische hulp was noodzake lijk en geconstateerd werd dat onze keeper wel een week of 4 zal moeten blijven rusten. Beterschap boy! RUW SPEL. Mogen wij de lieeren van Schagen IV beleefd doch dringend verzoeken kalm te spelen, ook al zal de te genpartij ruw spel uitlokken. Hebt ge last van unfair spel van een uwer tegenstanders, zegt het uw aanvoer der, die dan den scheidsrechter wel op een en ander opmerkzaam zal willen maken en dit op z'n wedstrijd formulier zal vermelden. Het bestuur. NIEUWE LEDEN: H. Bakker, Hoep, Schagen art. 1011 H.R. J. Slingerland, Laan Schagen art 1011 H.R. DONATEURS. Wij hebben zoo langzamerhand een aardige vooruit gang weten te bereiken in ons donateursaantal. Welk lid probeert ook eens een donateur te winnen. Opgave bekende adres. WEDSTRIJDEN SCHAGEI? I. 13 November: Schagen ID.T.S. I. 20 November: Schagen I-r-Texel I. 27 November: Schagen IBeverwijk I. 6 6 0 0 24—9 12 7 3 3 1 16—13 9 7 3 2 2 15—14 8 5 3 0 2 10—6 6 5 2 1 2 9—12 5 7 2 1 4 20-18 5 6 1 2 3 13—16 4 6 1 2 3 13—16 4 5 2 0 3 12—22 4 6 1 1 4 12—18 3 VAN DE HOOGERE ELFTALCOMMISSIE. Schagen I: C. Prins; V. Vlottes, P. Boon; A. Plakmao, R. Rus. J. Watertor; W. Rus. B. Buiskool, G. J. Boontjes. J. Kakebeeke. J. Lutjeharms. Reserves: doel: D. Arnoldus; aohter: K Rempt; mid den: P. Molenaar; voor; E. Rus. Schagen IIID. Wit; M. Slikker. T. Brantenaar; A. Slikker. J. Weeland. C. Tjalkens; H. Uitterdijk. J. de Blok, A. Keet. J. Kossen. P. Ruig. Reserves; achter: C. Beers. midden: J. Broer; voor: D. Leeuwenkamp De reserves worden met het oog op de belangrijkheid van bovenvermelde wedstrijden verzocht aanwezig t® zijn. Afberlchfcen ten spoedigste bij J. Lingeman. BESTUURSVERGADERING MET E. C. op Dinsdag a.s. des avonds om 8.30 uur. Waar deze ver gadering zal plaats vinden wordt per convocatie bekend gemaakt. Van de Adspiran ten-Commissie, ontvingen wij geen elftallen, daar de heer Rempt Sr. uitstedig was. De adspiranten zullen per convocatie worden aangeschreven. Trein op een troep wegwerkers ingereden. Aankomende trein door den rook van een anderen onzichtbaar. Met een enkel woord hebben wij in ons nummer van Donderdag gemeld, dat bij Watford in Engeland een trein in een troep wegwerkers is gereden, van wie er vijf gedood en twee gewond werden. Zestien man en een ploegbaas werkten op de spoorlijn, toen de sneltrein aankwam. Op een ander spoor passeer de ook een trein en de rook en stoom van dien trein bleven op dc baan hangen, zoodat de mannen den sneltrein niet konden zien aankomen. De ploegbaas hoorde echter het dreunen van den tweeden trein en blies op zijn fluit. De trein was toen echter al vlak bij. De wegwerkers sprongen ter zijde of lieten zich languit naast de rails vallen. Zes hunner werden door den trein gegrepen. De vijf gedooden waren rechts en links van het spoor ncergesmakt en tot onherkenbaar wordens toe verminkt. De zesde man werd zwaar gewond. Do andere gewonde is niet door den trein geraakt, maar kreeg een der weggeworpen lijken op zich, waardoor hij viel en een heen brak. De beide gewonden en de tien overige mannen wa ren zoo van streek, dat zij niet wisten wat te doen. Een seinwachter, die na het optrekken van den rook zag wat er gebeurd was, heeft alarm gemaakt. Naar het stationspersoneel vertelde, komen beide treinen, die in dezelfde richting loopen, altijd onge veer tegelijk op het kruispunt Watford aan en rij den zij bijna altijd gelijk op, met een snelheid van dichtbij of over de 100 K.M. aioeman.nagazijn „CORONA", KONINGSTRAAT 67 - - DEN HELDER, levert U alle moderne bloemstukken Telefoon 216. Postgiro 99555. Da klacht van een plaatselijk dagblad, De Brusselsche correspondent van de N. R. Ct. meldt: Naar de te Leopoldville verschijnende courant 1'Avenir Colonial Beige schrijft ziet de toestand in het Kwango-gebied, waar eenige maanden geloden een negeroproer. dat het leven kostte aan een paar blanke ambtenaren, op krachtige wijze moest wor den onderdrukt, er niet zeer rooskleurig uit. De tuchtloosheid der inlandsche bevolking neemt er weer zienderoogen toe. De stammen der Bapende hebben zich weliswaar weer onderworpen, maar weigeren te werken en produceeren zoo goed als niets meer. Het Congoleesche blad stelt dan ook de vraag of het oogenblik niet gekomen is om de koppige onwil der negers te breken. Grijpt men niet in dan is het mo gelijk. dat de ongelukkige toestanden die thans in het Kwangogebied heerschen, zich als een kanker, over de geheele Congokolonie gaan verbreiden, wat het bestaan zelf van het Belgische koloniale rijk in gevaar zou brengen. Ulvenhout 8 November 1932. Menier, Om maar ineens mee de deur in huis te vallen, d'n Jaan gaat trouwen! Ja, daar stade van te zien, ee! Nouw, aimico, wij nie minder. Da-d-hee-t-ie nouw 's echt op z'n pliesiemans klaarge- spuld! Zo'nen stiekumerd. En dan motte weten, dat- ie Zondagmiddag naar z'n gewoonte in „de Gouden Koei" is gewiest en 't hog- ste woord hee gevoerd, ter wijl wij zatten te proppen. Zelfs zóów, dat-ie op 'n mement. toen d'n Fielp, d'n veurzitter en „dus" d'n beste proppert, 'n kaart vergooi de, riep: „suffert!" En om 't nog erger te maken dat ie sjuust aan 'n citroentje zat, dat d'n bakker 'm had geoffreerd. D'n Jaan schrok er zelf van. Maar d'n Flelp... d'n bakker... ollee. die was zoow verbouwereerd, dat ie z'n kaarten neerlee en mee allebei z'n haanden op tafel, stomverwonderd d'n Jaan aan gong zitten kijken. „Nouwja eh" zee d'n Jaan. Toen lee d'n Tiest ok z'n kaarten neer. gaf mijn onder tafel 'nen schup, lee ok z'n haanden op tafel en keek nog veul verwonderder naar d'n Jaan. dan d'n Fielp. Ik dee toen maar net eender en d'n Joep, die ok draadloos gewaarschouwd was, dee net zoow. „Nouwja eh zee d'n. Jaan weer, die heelegaar in de wèèr gerokte. Toen dronk ie 's. Maar wij bleven kijken. Stomverwonderd, mee 'n open mond. Alle vier. Janus draaide-n-op z'nen stoel, wier bleek en hapte. Toen beweerde-n-ie: „nouwja, eh D'n Tiest nam 't woord. Kalm, plechtig en ingehouwen zee-t-ie: „Januss." Wij bleven zoow zitten, mee onz' haanden op tafel, mee onzen mond open en stomverwonderd. Veural d'n Joep lukte da zoow kollesaal. deurdat ie. zooas ge wit, teugeswoorig 'n .haalve wenkbraauw mist. „Januss" zee d'n Blaauwe weer. „Janus, as onze veur zitter 'n stommiteit doet, zoow groot as 'nen olifaant, of dat ie er vijfentwintig doet. zoow groot as 'n heele kudde van die beestjes, dan..." Da wier d'n bakker te bar. „Zeg", viel ie uit: „blaauw stuk afbraak, vertel me 's effetjes. motte mijn nouw emmen of dieën gehaktbal daar." (da was natuurlijk d'n Jaan)). „Zwijg", kommar.deerde d'n Tiest droog: „ik neem sjuust jouw partij op; hedde da nog nie in de gaten,... sufferd!" .Wel snotver..." „Veur 't lest. zwijg!" zee d'n Tiest. „Kek 's, Janus van den Heuvel", gong ie deur: „elke mensch doet wel 's stommiteiten, wij net zoow goed. as veldwaohters en veurzitters. en..." verder kwam ie nie. 't Was d'n Fielp naar z'n strot geschoten en omdat ie zelf aan 'n citroen tje zat. en da plaske te klein vond schijnbaar, nam ie mijn glaske en kwatste-n't in d'n Blaauwe z'a strakke bakkes, dat d'n Tiest er van nieste. Waarop d'n Jaan de kaans schoon zag en 't moment geschikt achtte, om er tussohenuit te knijpen. Buiten, veur 't raam keek ie nog 's over 't horreke, laohte-n-ons in ons gezicht uit, knipte 'n ogske, sprong op z'n fiets en peddelde d'n duster in. ,,'t Wordt hoog tijd", zee ik nog: „dat d'n dieë weer maar gaauw trouwt, waant hij begint vuls te veul prots te krijgen!" „D'n dieë" zee d'n Joep ge wit dat ie thuis onder d'n pantoffel zit, net as d'n Jaan vroeger „d'n dieë! Zoow stom as ie is, hij is ons nog te glad af!" „Groot kan 'k 't komplement nie noemen, kakkenest" gaf d'n Tiest 'm ten antwoord, terwijl ie z'n eigen nog zo'n bietje droog zat te wrijven: „maar 't zal wel heel goed bedoeld zijn. Stotteren is ok tenslotte-n-ok 'n gave van den hemel!" „Nouw", zee d'n bakker: „overgeven! 't Heele spul leed-in de wèèr." Maar daar kwamen me nie van in. da begrepte. 't Wier allemaal netjes uit de wèèr gehaald, de kaar ten mokten me droog aan ons broek en me spulden er d'n bakker, die piek gong (éénen slag halen!) er mee zeuven slagen in. Wat 'm meer dan 'n dubbeltje kostte aan d'n po* „Nouw ie tóch weg is", merkte d'n Blaauwe zoow kwaansuis op: „nouw kunnen me 't wel zeggen: gelijk had ie, d'n gehaktbal!" Sodemearel, amico, wa was dieën Blaauwe Zondag weer mee z'nen mond. Alles wat ie zee, was raak. En as ge dan 't ongeluk hedt in d'n Fielp z'n plots te zijn, nouw, dan kundt mee heele tonnekes pils gaan smijten afleggen doede-'t tóch! Maar, zooas gezeed, dn Jaan had er niks van uitgelaten, dat ie weer kennis had. En 's Maandagsmergens mee de eerste post, broebt Driek Frijvers bij ons 'nen grooten, dikken envelop, van zwaar wit pampier. Hij lee 'm op tafel, 'n bietje geheimzinnig en bleef staan. Mee da'k 't adres zag, 't was gericht aan „de fer milie", docht ik zoow: da schrift hè'k meer gezien. Later begreep ik. dat da was van driekwart jaar ge- lejen, toen er ok 'nen grooten envelop van d'n Janus was binnengekomen, maar mee breeje, zwarte raanden d'rom't Sterfgeval van Piëta zaliger. Net wouw ik 'm pakken toen Trui me veur was. En zóów gewiekst, da ze mijn nog in m'n haand krabde. Waant dat dieën Driek zoo bleef staan, da bewees wel, dat er wa bijzonders was aan da stuk drukwerk. „Hèriep Trui: „wwwawa," kwaakte ze, en van vcrwonderink kon ze 'r gin woord meer uitkrijgen. „Jaja," lachte d'n Driek en hij sloeg z'n natte keep- manteltje weer dicht: „jaja, wa zegde daarvan?" „D'n Jaan? Welke Jaan?" vroeg ik, waant op 'm'n woord, amico, 'k mag 'nen aap krijgen as ik aan hum docht! Maar 't stond er, duidelijk, mee sierlijke krulletters: ADRIANUS, PETRUS, HENDRIKUS VAN DEN HEUVEL en ANTONIA CATHARINA LUDOVICA VERMUNT hebben de eer u kennis te geven van hun voorgenomen Huwelijk waarvan de voltrekking zal plaats hebben in de Parochiekerk van de H.H. Martelaren van Gorcum, enz. enz. op Maandag 21 November a.s. te Zeven- bergschen Hoek. Geen receptie. Zevenb. Hoek, 4 November 1932. Toen 'k 't allemaal twee keer gelezen had, toen keek ik d'n Driek 's aan en toen Trui en alle drie schoten me in d'n lach. „Jaja," knikte Frijters, „jaja, gin receptie, me meu- gen nie komen!" „Verzoeke van rouwbeklag verschoond te blijven", molcte-n-ik ervan! „Hedde 'r nog meer, Driek?" vroeg Trui. „Kek maar 's hier," zee Frijters en toen liet ie 'nen heelen bussel van diezelfste enveloppen zien: „hij stikt 't niet onder stoelen en baanken. horre!" „Maar vertel 's," vroeg Trui: „hee-t-le daar nouw niks van verteld aan jullie? Hebben juilie 'm dan nie in de gaten g*ad? Zukke dingen komen toch nie op asgewitwel „Da nie," zee ik: „maar 't kómt er wèl van, dik- kels!" „Nouw!" lachte d'n Driek. Maar Trui bleef strak kijken. ,,'k Vind 't gin manier van doen zee Trui: „hij had t' kunnen zeggen, dieë bloedworst!" „Witte gij er nie méér van, Driek," vroeg ze weer. „Gin bal," zee d'n Driek. „Zaterdagavond brocht ie d'n stapel bij me thuis, vroeg veftig postzegels van aanderhaalf „Vef-tlg?" riep Trui. „Veftig," knikte Frijters, „en die hee-t-ie bij me thuis allegaar d'r opgeplakt, d'r waren er ok 'n heel stel bij veur z'n aanstaande vrouw d'r fermilie, en toen zee-t-ie: 'k Zal 't jouw maar zeggen, Driek, 'k ben d'n bruigom!" „Zijde nouw bedonderd'" vroeg ik 'm toen. „Vandenmergèn aangeteekend, gaf ie ten aantwoord of ie 'nen heelen haas geschoten had." „En wa-d-is 't veur 'n vrouw, Driek?' vroeg Trui: ,,'n weduwvrouw zekers?" ,,'n Jonge meid," zee d'n Driek mee 'n paar groote oogen. Trui gong zitten en liet slap d'r haanden in d'r schoot vallen. „Hoe jong?" „Vier-en-veftig!" Toen verslikt^-n-ik m'n eigen in 'n vet stukske spek. ..Nouwja, ik bedoel te zeggen, 'n vrijgezelle meid,- vsrbeterde d'n Driek. „Hij schijnt aanders veur zukke zaken alti.1 d'n Zeu ven bargschen hoek op te zoeken," zee Trui: „Pleta was daar ok vandaan." Afijn, amico, om kort te gaan, z'n Tonia is 'n ouwe uastoorsmeid, noe wiid in de fermilie van z'n eerste vrouw. En 't schijnt 'n vrouw te zijn, die werachtig nie over éénen nacht ijs gaat, waant wa me 'r al van we ten: 't is 't meske, dat 'm dartig jaren geleje d'n bons hee gegeven Toen is ie maar mee Piëta getrouwd! Nouw gij! Ik heb 'm nog nie gesproken. Wel de kammeraads. "n'n Fielndie wist me niks aanders te zeggen, as: ..da durft nog „sufferd" te zeggen teugen 'n aander!" En d'n Blaauwe hee mee gezeed: „welkom of nie, •■oaar me gaan allegaar naar de bruiloft!" Maar van Gehaktballum lot z'n eigen nie zien Afijn, ge heurt er meer van, amico. Veul groeten van Trui en as altij, gin horke minder van oewen toet a voe DRé.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 10