Schager Courant Het ongeval Sparta I-D.T.S. I Theater Igesz. Kort verhaal Wanneer zal de aarde te klein zijn MILLIOENEN KLEINE VERNIELERS. uit DE 75 jaar geleden. ZONDAG A.S. CURSUS STOFVEBSEEBEN. Zooals -we reeds hebben aangekondigd in ons num mer van Dinsdag jj. is er een cursus in hotel Vredelust, in stofversieren. Donderdag en Vrijdag hebben zeer ve len dezen cursus bezocht en we twijfelen ook niet of Zaterdag (heden) zal zulks het geval wezen. We namen eens een kijkje in Vredelust en moeten erkennen dat 't daar aangebodene onze verwachtingen verre overtrof. In rellefwerk (opspuiten op stof), in stift werk (geteekend op stof) alsook in hand druk-werk bleek zeer veel te bereiken te zijn. Zonder kennis van teekenen, waar 't in hoofdzaak strijkpatronen zijn, kunnen de fraaiste kussens, kleedjes kappen, ja, wat al niet, worden gemaakt. Als belangrijk punt mag worden vermeld, dat al het gemaakte wasch-, kleur- en lichtecht zal blijken te zijn. De cursus is ge heel gratis. Het ligt in de bedoeling elk half jaar zoo'n cursus te organiseeren, waardoor de dames zich gere geld van 't nieuwste kunnen op de hoogte stellen. Elke dagcursus staat geheel zelfstandig, werd ons medegedeeld. Het is voor de „Deka" uit Munchen zeker een aangenaam iets, zoovele belangstellenden te hebben mogen zien, maar niet minder voor de firma V. J. Mo lenaar uit Schagen, die als vertegenwoordigster op treedt Wie mocht hebben verzuimd in Vredelust een kijkje te gaan nemen, raden we aan dat heden nog te doen. Ge zult er zeker geen spijt van hebben. MABKTO VERZICHT. De aanvoer van vette koeien was een Donderdag JJ. minder bij vorige weken, ze golden tot 32 ets., dus de prijs ook minder. Op de vraag: hoe kan dat nu? werd er gezegd: de boeren houden ze voorloopig thuis en zet ten ze op de stal, in de hoop op beter prijzen. Dus de handel was lang niet wild. De handel in gelde- en kalf- koeien was stug. de verkoopers vertelden: ze kunnen wel koelen hebben, maar er zijn geen centen, vandaar zoo'n gedrukten handel, jammer genoeg. De handel in vaarzen was matig. Stieren niet aangevoerd. De gras- kalveren werden weer goedkoop van de hand gedaan. In Hoorn scheen het met deze soort beesten ook heel stug gegaan te zijn. Maar we hoorden van een bekende slager, dat de graskalveren tegenwoordig In gros lang niet best zijn; er wordt te kort gevoerd. De handel In nuchtere kalveren was stug. De beste vette schapen werden genoteerd voor f 23; een mooien prijs; de handel was anders zeer matig. Op de vraag hoe dit nu kon, in vergelijking bij de vo rige week, toen was de handel vlug; er werd gezegd: er is weer aan verloren en dan weer piano aan. Oude slachtschapen golden van 1218 gld., handel stug. De handel in overhouders was zeer stil. de besten werden verkocht voor 12 gld. een zuinige prijs. De handel in bokken en geiten was niet veel. Biggen en schrammen waren er ook niet veel aange voerd, handel zeer matig. Van de vette varkens was een halve cent af, ze golden tot 14% ets., handel trek kend- Paarden niet aangevoerd. Op de kippenmarkt was weinig drukte, prijshoudend Haantjes van 5080 cents. De handel was over 't algemeen niet zoo goed als de Vorige week. Maar het kan beter worden. Deze week brengt theater Igesz de noodige sensatie met de 214 KM. lange film: „De millionalr-politieagent" In de hoofdrol treffen we aan de alomgeliefde speler Carlo Aldini. Door diens voortreffelijk spel ls naast de eindelooze sensatie tevens een sterk spelen waar te ne men in alle acten door. Hier volgt een korte beschrijving van dit hoofdnum mer. Het verloop van deze sensatievolle film berust op een kostelijke vergissing. Er bestaat een jongeman, Freddy Hilock. die verder niets te doen heeft dan veel geld uit te geven. Hij heeft tengevolge van een vliegongeval dat hem eens overkomen is. een kleine geestelijke storing; o.a. hij weet niet meer wie hij ls. Zijn familieleden ge ven hem een neger als bewaker en verwachten zijn genezing van bijzondere trainingsmethoden. Er bestaat echter ook nog een man, die op onzen Freddy lijkt. Deze heet John en het gaat dezen juist lang niet goed. Hij heeft geen geld, maar wel een dikke vrouw en twee kinderen. Op een avond leeren de beide dubbelgangers elkaar kennen. In hoogst aangeschoten toestand verwisselt Freddy zijn kleeren met die van z'n dubbelganger... en reeds zijn belden van maatschappe lijke positie verwisseld, want de zoekende bewakers van Freddy vinden John in diens kleeren, herkennen hem niet en nemen hem mee. De werkelijke Freddy echter is bij vergissing in John's leven terechtgekomen. Hem wil niets meer te binnen schieten... en reeds sleept zijn nieuwe leven hem mede. Hij krijgt een beroep. Hij moet politieagent worden «n in deze betrekking beleeft hij de meest snesationeele gebeurtenissen... maar als all-round sportsman maakt hij een schitterende carrière. Echter... den armen John, die thans het leven van den rijken Freddy leidt, gaat het niets beter als in zijn vorig bestaan. Integendeel, hij vindt het leven van een rijken, zieken man al spoe dig verschrikkelijk vermoeiend... en als het hem ten minste nog eenigszins gelukt over de klippen heen te worstelen, dan wacht hem weer een nieuw onheil: Freddy Hillock was verloofd. John, in Freddy's plaats getreden, is het derhalve eveneens. Dit zou op zichzelf nog niet zoo erg zijn, maar dat hij bij deze, hem hoogst onverschillige, verloofde nog een Spaansohe medemin naar op den koop toekrijgt, met wien hij telkens in botsing komt, put zijn geduld uit Maar dan komt het ergste... de verloofde wordt door den Spanjaard ontvoert Onder de politieagenten, die de vervolging op zich nemen, bevindt zich ook Freddy. In de bekende omgeving ontwaakt de herinnering... hij door SAM BROWN. DE jonge dokter lachte kort. „Je weet het dus wel heel zeker, Grace?", vroeg hij. Het meisje naast hem keek hem aan. „Ja, ik meen het Het zou niet goed zijn, als ik an ders deed." „Voor je naar Londen ging, wist je ook iets heel zeker, hé Grace?" Grace bloosde bij de toespeling wat vroeger geweest was. „Och, het is zoo lang geleden, toen dacht ik .wer kelijk, dat ik van je hield." Dokter West glimlachte ironisch. „Twee jaar is ook wel heel erg lang, dat is zoo, en Londen gal je zeker een ruimeren blik op het le ven en daardoor voelde je, dat de „jeugd-liefde" toch maar een onbeduidend „ietsje" bleek te zijn, tegen over al dat groote en wondere, wat een wereldstad je bood". Grace keek wat verlegen voor zich. „Ik weet niet, wat het eigenlijk is, maar alles is hier zoo gewoon en alledaagsch en precies nog zoo als toen ik wegging." „Precies", zei de dokter, „en Robert West is ook zoo gewoon en onveranderd gebleven, zoo hopeloos saai, is het niet? Hij doet niets anders dan heel hard werken, omdat hij van zijn beroep houdt en om zijn brood te verdienen. Hii schildert niet, draagt geen artistieke lange hare, tennist en voetbalt middelma tig, kortom, hij doet eigenlijk niets." weet plotseling dat hij allerminst de politieagent John ls... maar hij heeft thans geen tijd. Na tallooze span nende avonturen gelukt het hem, den Spanjaard on schadelijk te maken en zijn verloofde te redden. Geluk kig en genezen keert hij terug in het oude leven. En John is ln zijn vroeger leven teruggekeerd, waar nie mand de verwisseling bemerkt heeft. Onnoodlg te zeggen, dat 't hier aan spanning niet ontbreekt. Eenige bespiegelingen over de belangrijke vraag, hoeveel bewoners de aarde op A z'n hoogst nog zon knnnen on derhouden en hoelang. MEER dan ooit bestaat in dezen tijd belangstel ling voor de beantwoording van de vraag, hoeveel bewoners de aar !e op zijn hoogst zou kunnen onderhouden en hoe lang, bij den te- genwoordigen levensstandaard, de wereldvoorraden voldoeirae zijn. Aan schattingen op dat gebied kleven natuurlijk altijd fouten en onnauwkeurigheden; bovendien zijn we niet in staat, te voorspellen, wat de menschheid in de toekomst zal prestoeren. Maar deskundigen en geleerden zijn het er toch over eens, dat bij den hui- digen stand van de techniek ten hoogste zes tot acht milliard menschen een bestaan op aarde zullen kun nen vinden. Op net oogenblik heeft de aarde nog geen twee milliard bewoners, zoodat er dus nog speelruimte genoeg is. De belangrijke vraag is: hoe worden nieuwe voed- selgebieden gevonden? In de tropen, voorzoover het zal gelukken, de uitgestrekte oerwouden te vervangen door graanvelden? In de droge gebieden, voorzoover zij een goeden bodem hebben en kunstmatig bevloeid kunnen worden? Of in de woestijnen, waar de grond vaak beter is dan men zou verwachten? Zeker is het, dat de opbrengst van de akkers be langrijk kan worden verhoogd. Ook zal men velden, die nu als weidegrond dienst doen, voor graanver- bouw in beslag moeten nemen, als zij daarvoor ge schikt zijn. Daarentegen staat men in het algemeen sceptisch tegenover het gebruik van kunstmatige voedingsmiddelen. En daarom zal het probleem der overbevolking van de ,eheele aarde en niet meer van eenige gebieden, zooals dat thans nog het geval is reeds na enkele generaties zich in al zijn scherp te op den voorgrond plaatsen. Prof. Dr. D. Sölch, hoogleeraar in de geografie aan de Universiteit van Heidelberg, die zich met het vraagstuk heeft bezig gehouden, merkt op, dat een blik op de kaart, die de bevolkingsdichtheid aan geeft, terstond leer dat op twee gebieden van ver schillenden aard de overbevolking dreigt, in de moe- songebieden van Azië en in de industriegebieden van het Avondland. D: eerste gaat ons in hoofdzaak aan: de ophooping in dc fabriekssteden van Europa en Amerika. Ontwikkeling was niet mogelijk geweest zonder den enormen groei van de moderne industrie, van het moderne verkeer, van de moderne arbeids organisatie en van het moderne kapitalisme. Al deze verschijnselen van een nieuwe cultuur rusten ten slotte op één basis, on het gebruik van steenkool als energiebron. Terecht spreekt men van de „steenkool- beschaving", die door de meest verschillende oorzaken de concentratie van industrieën en daarmee van be volking en dan volgens de wet van de wisselwerking weer van industrie en bevolking heeft begunstigd en ook op het geestelijk leven haar stempel heeft ge drukt. Zonder zich te bekommeren om de waarde van de velden in de nabijheid, heeft de stad die velden opgeslokt en menschen uit verren omtrek tot zich ge lokt Tegenover den opbloei van de industrie en den groei van de groote stad staat de vermindering van het plattelandsgebied en de ontvolking van dat ge bied. De reuzensteden leven niet meer van de pro ducten van haar om 3ving; de voedingsmiddelen moeten van ver, vaak van over zee, worden aange voerd, evenals het grootste deel van de grondstoffen. In de plaats van harmonie tusschen stad en land is een disharmonie, een tegenstelling gekomen. Prof. Sölch nu is van meening, dat men door deze disharmonie op te heffen, de gevaren der overbevol king zou kunnen bestrijden. Stad en land zouden dan weer eendrachtig moe ten samenwerken, zich een geheel moeten voelen. En niet alleen in economisch opzicht, maar liefst ook op het terrein van het geestelijk bven. Want sociaal en geestelijk leven hangen onverbrekelijk met elkaar samen. De geheele cultuur der menschheid moet naar landschappen worden ingedeeld. Volgens de bij zondere eigenschappen der verschillende landschap pen, is dan de onderlinge verhouding systematisch te regelen. Sölch geeft toe, dat een dergelijke organisatie o-> het oogenblik een utopie schijnt.. Maar, zegt hij, veel van wat vroeger louter onbereikbare fantasie leek, is werkelijkheid geworden. In Engeland, waar de uitwassen van de „steenkoolbeschaving" zich het erg- s'.e doen voelen, is men ook het verst met de pogin gen, aan die excessen een einde te maken. Natuurli'k is ook daar alles nog eerst in het begin. Maar op de „Een zekere jonge dame heeft na haar Londensche maanden behoefte aan emoties, die zij hier niet kan vinden, en waardoor zij zich wanhopig verveelt....." „Schei uit, Robert, hou op!" Grace drukte de handen tegen de ooren. „Was ik nét van plan", zei Robert bedaard, „want we zijn, waar we wezen moeten." Hij liet den auto stilstaan voor het witte hek van Grace's huis. Grace stapte uit en Robert trok het portier dicht en liet den auto voorzichtig draaien. „Dag meisje", zei hij vriendelijk, „ik wensch je het beste met de toekomst en je hopelooze verveling." „O, Robert", zei Grace, zacht-verwijtend, maar de auto zette aan en reed weg. M< i een bedruktheid in zich, die ze niet kon ver klaren, ging Grace naar binnen, om zich te kleeden voor het diner. Der avonds zou er een oartij zijn ter eere van haar thuiskomst cn de groote tuin met het terras voor het huis was fantastisch verlicht door fonkelende kleine lampjes tusschen het groen en do rozen. Grace was een allerliefste gastvrouw," zooals zij daar naast haar vader, de gasten ontving en zich met hen onderhield. Maar toch was zij niet zóó gestemd als anders. Kon het zijn door dat gesprek met Robert, of miste ze hem nu, hij die natuurlijk niet had kunnen komen om zijn patiënten en het bovendien ook niet gewild had. Grace haalde de schouders op, praatte weer druk met de jongelui, groette enkele oudere dames be leefd. Maar toen ze midden op den avond een oogen blikje gemist kon worden, voelde ze behc jfte alleen te zijn en zij liep nu den tuin in naar het achterhek, haar lievelingsplaatsje. Hier bleef ze staan, leunde er over en keek om zich heen in den stillen avond. Kalm stond de maan, de sterren fonkelden. Een koeltje speelde met de dartele krulletjes om Grace's voorhoofd. Diep ademde ze de reine avondlucht in en dacht na In haar ooren klonk als een zachte muziek het ruischen van den waterval, daar diep in het ravijn, Britsche eilanden heeft men het eerst tuinsteden ge bouwd, heeft men veel aandacht geschonken aan bouwplannen van stad en platteland. Door de ontwikkeling van de techniek eerst is het mogelijk geworden zich ernstó' bezig te houden met de verwezenlijking van deze theorie. De elecrtriciteit toch kan ver van de plaats, waar zij wordt voortge bracht, benut worden. Uit het mechanische tijdperk zijn wij in de periode der electriciteit gekomen. Con centratie van industrie en dus van bevolking in eeni ge monstersteden ;s niet meer strikt noodzakelijk; bedrijven en menschen kunnen weer gelijkmatiger o.er de oppervlakte van de aarde verdeeld worden- Bevorderend in dat opzicht werken ook ue modc/ne verkeersmiddelen: telegraaf, telefoon, auto en radio. De cultuur van heden verwijdert zich steeds meer van de bcschavin van een vorige periode, zelfs kan men reeds spreken van een neotechnisch tijdperk te genover het palaeotechnische. Dit moment in de ge schiedenis der menschheid wil Prof. Sölch benutten, om een doelmatiger verdeeling van de bevolking voor de toekomst te regelen. Verschillende Droblemen hangen ten nauwste sa men met dit hoofdprobleem. Ten eerste de vraag, of op den duur het blanke ras ges hikt zal zijn voor arbeid in de tropen; verder de kwestie van de verhou ding van het blanke ras tegenover de andere rassen. Alle takken van wetenschap, aldus Prof. Sölch, moe ten samenwerken om de problemen op te lossen. De vernielende en vernietigende elementen in de huishouding der natuur zijn niet zoo zeer de groote schadelijke dieren, de natuurcatastrofen, de gewel- dadigheden van enkelen, maar veel meer de milliar- den kleine vernielers, die onzichtbaar en onopge merkt bun doodenden arbeid verrichten: de bacte riën, de bacillen, de microben, de zwammen. Hun schrikbarend aantal en hun vermogen zich te ver menigvuldigen. maken hen, ondanks hun nietigheid, tot iets verschrikkelijks en er is nauwelijks iets in de natuur, dat hun niet op een of andere wijze ten offer valt Uzer wordt door roest, hout, muursteenen door zwammen verteerd. Alleen de edele metalen, voor alles het goud, zijn van hen bevrijd. Zoolang het li chaam leeft, ontwikkelt het krachten, die hen be strijden; zoo hebben bijv. de menschen de witte bloedlichaampjes, die tot taak hebben, de bacillen onschadelijk te maken; zoodra evenwel het leven in het organisme ophoudt, is het reddeloos aan hen overgeleverd. Alle strijd om het behoud van orga nische dingen, ook .na het ophouden van de levens functies. zooals voornl. bij de levensmiddelen wordt gevoerd, is tenslotte deze kleine wereld, die booze geesten van bet verderf en ontbinding. Ook zij heb ben hun zwakke zijde, zijn zelf ook aan den dood onderworpen en deelen zelf ook het lot van al het aardsche. liet best gedijen ze bij een vochtige warmte van 20 tot -40 graden Celsius. Lagere of hoogere tem peraturen belemmeren hun ontwikkeling of doodeo ze zelfs. Reeds een temperatuur van 60 graden kun nen de meesten op den duui niet verdragen. Wordt dus versche melk ongeveer een haJf uur lang op deze temperatuur gehouden, dan is de melk bacte- riënvrij. Bij een temperatuur van 80 graden is reeds een kwartier voldoende en bij een tempera tuur van 100, graden is eenige oogenblikken al ge noeg. Natuurlijk blijven bij zulse hooge temperatu ren ongewenschte gevolgen, die op de voedings waarde van de levensmiddelen van Invloed zijn, niet uit. Op deze metbode van' het verhitten berust het zgn. „wecken'. Met het verhitten wordt het af sluiten van de lucht verbonden, zoodat nieuwe bac teriën niet kunnen indringen en dus de levensmid delen veel langer kunnen worden bewaard. De tegenovergestelde methode berust op inwerking van de koude. Deze methode heeft evenwel niet de zelfde uitwerking als bij de warmte-methode. Ze be lemmert de ontwikkeling van het kleine levende wezen, maar doodt het niet. Tegen koude zijn vele van deze bacteriën buitengewoon ongevoelig, zelfs een temperatuur van 100 graden koude geeft weinig. Het conserveeren door middel van koude is dus slechts een noodhulp voor het oogenblik heeft even wel, tegenover het conserveeren door warmte het voordeel, dat de voedingswaarde weinig of niet ver loren gaat. Een derde vorm van den strijd tegen de bacteriën is de scheikundige inwerking. Ze kan na tuurlijk niet overal worden gebruikt en bij levens middelen slechts daar, waar deze zekere geschikte bestanddeelen hebben. De suiker bijvoorbeeld biedt den bacteriën een krachtigen tegenstand, honing, vruchtensappen, suikerhoudende vruchten, stropen, blijven daarom veel langer goed. Door de suiker wor den nl. zuren gevormd, die de microben dooden. Tal rijke vruchten vormen, in zich zelf, zulke zuren. De boschbes bijvorobeeld bonzoëzuur, z-oodat het toevoegen van suiker zeer gering behoeft te zijn. Bij andere vruchten moet de toevoeging van suiker grooter zijn, zoodat het een der belangrijkste vraag stukken bij het conserveeren van vruchten is. de juiste hoeveelheid suiker te vinden. Ook het zuur vormt een middel om bacteriën te dooden. Azijn is voor hetzelfde doel ook bruikbaar. Eindelijk is, daar de microben voor hun ontwikkeling een zekere vochtigheid noodig hebben, ook het drogen een strijdmiddel tegen hen. Bekend is de duurzaamheid van stokvisch, gedroogde vruchten en paddestoelen. Een combinatie van het droge en het chemische in werken is het rooken, o.m. van vleesch. De natuur heeft ons dus tegenover de milliarden van vernielers niet hulpeloos gelaten. achter de rotsen. Plotseling naderden twee helle lichten, een auto snorde aan. Met gespannen aandacht tuurde Grace in de verte. Wat moet een auto langs dezen weg doen? bepeins de zij. Bij avond werd deze weg nooit bereden om het groote gevaar, dat de scherpe bocht bij het ravijn vormde. De auto naderde met duizelingwekkende snelheid. Grace's adem stokte. Wat kon ze doen om hem te gen te houden! Het was misschien een vreemdeling, die den weg niet kende! Ze trachtte het hek te openen en den weg te bereiken, maar de schelle lichten na derden en opeens zag zij, dat het de roode auto van Robert was, die voorbij raasde. Half bezwijmd van schrik viel ze tegen het hek en elke zenuw gespannen, klemde zij zich eraan vast. Nog hoorde zij den motor razen, dan een knal en daarna niets meer dan 't eeuwige ruischen van den alles verslindenden waterval. „Robert, o hemel!te laat. Nu is het te laat", kreunde ze. Haar lippen waren droog, ze trachtte een paar passen te loopen in de richting van het huis, viel toen neer in een alles omvattend duister. Op het verlichte terras waar druk gedanst werd en de band onvermoeid doorging, klonk opeens de stem van den butler, die den gastheer verzocht, aan dc telefoon te willen komen. De gasten, gewend aan een dergelijk gebeuren, lachten en schertsten verder, tot de gastheer terug kwam, zijn gelaat stralc en ernstig. Toen verspreidde zich het ontstellende bericht Een krankzinnige ontsnapt uit het gesticht in den auto van dokter West, welke buiten voor de deur stond. Zoover bekend, had de man den weg langs het ra vijn genomen. De dames huiverden, voelden de feeststemming ge broken, gaven het sein om naar huis te gaan. De gastheer met enkele heeren en den butler ging met lantaarns door den tuin den weg op naar het ravijn. Bij het hek vonden zij Grace bewusteloos en zij werd van No. 7. 12 November. 1857. Ter verduidelijking van het onderstaande be richt, dat we vonden in het 7de nummer van de Schager Courant anno 1857 en waarin gespro ken wordt over de „broodzetting", diene, dat dit een bepaling was van bet maximum van den prijs, tot welken het brood mocht worden ver kocht. Zij is een overblijfsel van een oude theorie, die steunt op het begrip, dat de zorg voor de ge regelde vervulling van de dagelijks, wederkeeren- de eerste levensbehoeften des volks, ook in gewone tijden en omstandigheden, een deel is der zorg van den Staat, en dat deze niet kan worden over gelaten aan de vrije mededinging alleen. Het betreffende bericht luidt als volgt: Schagen, 5 November. Men berigt ons, als een bewijs, hoe weinig noodzakelijkheid er bestaat, dat er in deze gemeente een zetting voor het brood is, dat de bakkers heden, uit eigen wil de prijzen heb ben verlaagd, als: het roggenbrood de 3 Ned. ponden 30 Cents, le soort tarwebrood 13 ets de 5 ons, 2e soort idem 10 ets de 5 ons, dat volgens de laatste zetting van 20 Junü 34% 14% en 11% Oenta was. In het volgend nummer vinden we als bekend making het raadsbesluit van 27 Januarjj 1857 opgenomen, waarbij de Broodzetting was vastge steld. Verder een bericht, dat in dezen tijd helaaa alleen tot de vrome wenschen moet behooren. Het luidt: ROOSENDAAL, 5 Nov. Voortdurend wordt over den Belgischen spoorweg zulk een massa schoon hoornvee en paarden uitgevoerd, dat meermalen treinen met 25 en meer beestenwa gens hier passeeren. Voegt men hierbij den uitvoer van vee naar Engeland via Rotterdam en Harlingen, en naar Duitsohland, uit Overijsel en Gelderland, dan kan het geene bevreemding baren, dat het vee zoo hoog ln prijs blijft. Wanneer we het marktbericht van Schagen er in dien tijd op naslaan, dan zien we o.m. dat de vette koeien 60 cents per pond waren, magere koeien f 100 a f 175, kalfkoeien i 150 a f 2G£ vaarzen f 70 a f 100, schapen f 15 a f 22 en big gen f 6 a f 10. En als wij dan de prijzen, die de boeren tegenwoordig voor hun vee maken, er mee vergelijken, dan moeten we tot de conclusie ko men, dat die van 75 jaar terug ook dit moeten we helaas weer constateeren deze vergelijking glansrijk kunnen doorstaan. Waarbij we boven dien niet uit het oog moeten verliezen, dat het geld in dien tijd oen no? hoogere waarde ook had. Voorloopig kunnen we niet beter doen dan op betere tijden hopen. •Verder vinden we in het nummer van 75 jaar geleden geen belangrijke dingen en- volgt hieri nog, voor wie er zich voor mocht interesseeren, de Burgerlijke Stand van Schagen uit die dagen: Geboren: 6 Nov. Guurtje, dochter van Wil lem Wit en Maartje Via. - Overleden: 4 Nov. Jacob Koomen, oud 10 maanden; 5 Nov. Maartje Hesslng, oud 27 jaar. Comp. 4e KI. Kon. Ned. Voetbal bond. Aanvang 2 uur. opgenomen en naar huis gedragen. Een andere auto naderde langs den grooten weg. Het was dokter West met twee verplegers. In een oogwenk had hij de leiding in handen, wilde óók hij den weg naar het ravijn inslaan toen een dienst bode hem bij den arm greep. „Juffrouw Grace, toe kijkt u eerst naar haar." „Grace? Wat is er met haar? Verschrikt keek hij het meisje aan vloog toen de trap op naar boven. Terwijl hij nog bezig was haar bij te brengen, klop te de butler zachtjes aan de deur. „De arme drommel is dood, dokter. Uit den auto geslingerd op de rots. Van den auto is geen spoor meer te vinden." „Het is goed, John", zei dokter West, zijn aandacht weer op Grace vestigend, die langzaam tot bewust zijn terugkeerde. Of ze uit een diepen put gehaald werd, zoo voelde zij zich, moe en vreemd. In de schemer-donker kamer zag zij iemand over haar heen gebukt staan, maar ze wist niet wie en het kon haar niet schelen ook. „Te laat", mompelde zij voor zich uit „O, Robert, en nu heb je niet geweten, dat ik je toch liefhad." „Grace", sprak de dokter zacht, want hij had veel begrepen, „Grace, ik ben het ik ben bij je. Ik was het niet, die den auto bestuurde." Langzaam probeerde Grace overeind te komen, streek met haar hand langs haar voorhoofd. „Droom ik, Robert, of is dit de dood? Hoe kom jij en, o de rots en de waterval! Snikkend viel zij terug in het kussen en Robert sloeg zijn arm om haar heen, liet haar stil uithuilen bij hem. „Hou je van mij, meisje?" vroeg hij zacht. „Zelfs al ben ik héél gewoon en alledaagsch en al heb ik niet den doodenrit gemaakt, die mij in jouvv oogen misschien „interessant" zou hebben gemaakt?" Grace keek hem aan, zóó berouwvol en schuldbe wust, dat hij geroerd haar hoofd tusschen zijn han den nam en haar gezichtje vol liefde kuste.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 14