Schager Courant
Het ongeval
Sparta I-D.T.S. I
Theater Igesz.
Kort verhaal
Wanneer zal de aarde
te klein zijn
MILLIOENEN KLEINE VERNIELERS.
uit DE
75 jaar geleden.
ZONDAG A.S.
CURSUS STOFVEBSEEBEN.
Zooals -we reeds hebben aangekondigd in ons num
mer van Dinsdag jj. is er een cursus in hotel Vredelust,
in stofversieren. Donderdag en Vrijdag hebben zeer ve
len dezen cursus bezocht en we twijfelen ook niet of
Zaterdag (heden) zal zulks het geval wezen.
We namen eens een kijkje in Vredelust en moeten
erkennen dat 't daar aangebodene onze verwachtingen
verre overtrof. In rellefwerk (opspuiten op stof), in
stift werk (geteekend op stof) alsook in hand druk-werk
bleek zeer veel te bereiken te zijn.
Zonder kennis van teekenen, waar 't in hoofdzaak
strijkpatronen zijn, kunnen de fraaiste kussens, kleedjes
kappen, ja, wat al niet, worden gemaakt. Als belangrijk
punt mag worden vermeld, dat al het gemaakte wasch-,
kleur- en lichtecht zal blijken te zijn. De cursus is ge
heel gratis. Het ligt in de bedoeling elk half jaar zoo'n
cursus te organiseeren, waardoor de dames zich gere
geld van 't nieuwste kunnen op de hoogte stellen.
Elke dagcursus staat geheel zelfstandig, werd ons
medegedeeld. Het is voor de „Deka" uit Munchen zeker
een aangenaam iets, zoovele belangstellenden te hebben
mogen zien, maar niet minder voor de firma V. J. Mo
lenaar uit Schagen, die als vertegenwoordigster op
treedt
Wie mocht hebben verzuimd in Vredelust een kijkje
te gaan nemen, raden we aan dat heden nog te doen.
Ge zult er zeker geen spijt van hebben.
MABKTO VERZICHT.
De aanvoer van vette koeien was een Donderdag JJ.
minder bij vorige weken, ze golden tot 32 ets., dus de
prijs ook minder. Op de vraag: hoe kan dat nu? werd
er gezegd: de boeren houden ze voorloopig thuis en zet
ten ze op de stal, in de hoop op beter prijzen. Dus de
handel was lang niet wild. De handel in gelde- en kalf-
koeien was stug. de verkoopers vertelden: ze kunnen
wel koelen hebben, maar er zijn geen centen, vandaar
zoo'n gedrukten handel, jammer genoeg. De handel in
vaarzen was matig. Stieren niet aangevoerd. De gras-
kalveren werden weer goedkoop van de hand gedaan.
In Hoorn scheen het met deze soort beesten ook heel
stug gegaan te zijn. Maar we hoorden van een bekende
slager, dat de graskalveren tegenwoordig In gros lang
niet best zijn; er wordt te kort gevoerd. De handel In
nuchtere kalveren was stug.
De beste vette schapen werden genoteerd voor f 23;
een mooien prijs; de handel was anders zeer matig.
Op de vraag hoe dit nu kon, in vergelijking bij de vo
rige week, toen was de handel vlug; er werd gezegd:
er is weer aan verloren en dan weer piano aan. Oude
slachtschapen golden van 1218 gld., handel stug. De
handel in overhouders was zeer stil. de besten werden
verkocht voor 12 gld. een zuinige prijs.
De handel in bokken en geiten was niet veel.
Biggen en schrammen waren er ook niet veel aange
voerd, handel zeer matig. Van de vette varkens was
een halve cent af, ze golden tot 14% ets., handel trek
kend-
Paarden niet aangevoerd.
Op de kippenmarkt was weinig drukte, prijshoudend
Haantjes van 5080 cents.
De handel was over 't algemeen niet zoo goed als de
Vorige week. Maar het kan beter worden.
Deze week brengt theater Igesz de noodige sensatie
met de 214 KM. lange film: „De millionalr-politieagent"
In de hoofdrol treffen we aan de alomgeliefde speler
Carlo Aldini. Door diens voortreffelijk spel ls naast de
eindelooze sensatie tevens een sterk spelen waar te ne
men in alle acten door.
Hier volgt een korte beschrijving van dit hoofdnum
mer.
Het verloop van deze sensatievolle film berust op een
kostelijke vergissing. Er bestaat een jongeman, Freddy
Hilock. die verder niets te doen heeft dan veel geld uit
te geven. Hij heeft tengevolge van een vliegongeval dat
hem eens overkomen is. een kleine geestelijke storing;
o.a. hij weet niet meer wie hij ls. Zijn familieleden ge
ven hem een neger als bewaker en verwachten zijn
genezing van bijzondere trainingsmethoden.
Er bestaat echter ook nog een man, die op onzen
Freddy lijkt. Deze heet John en het gaat dezen juist
lang niet goed. Hij heeft geen geld, maar wel een dikke
vrouw en twee kinderen. Op een avond leeren de beide
dubbelgangers elkaar kennen. In hoogst aangeschoten
toestand verwisselt Freddy zijn kleeren met die van z'n
dubbelganger... en reeds zijn belden van maatschappe
lijke positie verwisseld, want de zoekende bewakers
van Freddy vinden John in diens kleeren, herkennen
hem niet en nemen hem mee. De werkelijke Freddy
echter is bij vergissing in John's leven terechtgekomen.
Hem wil niets meer te binnen schieten... en reeds sleept
zijn nieuwe leven hem mede.
Hij krijgt een beroep. Hij moet politieagent worden
«n in deze betrekking beleeft hij de meest snesationeele
gebeurtenissen... maar als all-round sportsman maakt
hij een schitterende carrière. Echter... den armen John,
die thans het leven van den rijken Freddy leidt, gaat
het niets beter als in zijn vorig bestaan. Integendeel,
hij vindt het leven van een rijken, zieken man al spoe
dig verschrikkelijk vermoeiend... en als het hem ten
minste nog eenigszins gelukt over de klippen heen te
worstelen, dan wacht hem weer een nieuw onheil:
Freddy Hillock was verloofd. John, in Freddy's plaats
getreden, is het derhalve eveneens. Dit zou op zichzelf
nog niet zoo erg zijn, maar dat hij bij deze, hem hoogst
onverschillige, verloofde nog een Spaansohe medemin
naar op den koop toekrijgt, met wien hij telkens in
botsing komt, put zijn geduld uit
Maar dan komt het ergste... de verloofde wordt door
den Spanjaard ontvoert Onder de politieagenten, die
de vervolging op zich nemen, bevindt zich ook Freddy.
In de bekende omgeving ontwaakt de herinnering... hij
door
SAM BROWN.
DE jonge dokter lachte kort.
„Je weet het dus wel heel zeker, Grace?",
vroeg hij.
Het meisje naast hem keek hem aan.
„Ja, ik meen het Het zou niet goed zijn, als ik an
ders deed."
„Voor je naar Londen ging, wist je ook iets heel
zeker, hé Grace?"
Grace bloosde bij de toespeling wat vroeger geweest
was.
„Och, het is zoo lang geleden, toen dacht ik .wer
kelijk, dat ik van je hield."
Dokter West glimlachte ironisch.
„Twee jaar is ook wel heel erg lang, dat is zoo,
en Londen gal je zeker een ruimeren blik op het le
ven en daardoor voelde je, dat de „jeugd-liefde" toch
maar een onbeduidend „ietsje" bleek te zijn, tegen
over al dat groote en wondere, wat een wereldstad
je bood".
Grace keek wat verlegen voor zich.
„Ik weet niet, wat het eigenlijk is, maar alles is
hier zoo gewoon en alledaagsch en precies nog zoo
als toen ik wegging."
„Precies", zei de dokter, „en Robert West is ook
zoo gewoon en onveranderd gebleven, zoo hopeloos
saai, is het niet? Hij doet niets anders dan heel hard
werken, omdat hij van zijn beroep houdt en om zijn
brood te verdienen. Hii schildert niet, draagt geen
artistieke lange hare, tennist en voetbalt middelma
tig, kortom, hij doet eigenlijk niets."
weet plotseling dat hij allerminst de politieagent John
ls... maar hij heeft thans geen tijd. Na tallooze span
nende avonturen gelukt het hem, den Spanjaard on
schadelijk te maken en zijn verloofde te redden. Geluk
kig en genezen keert hij terug in het oude leven. En
John is ln zijn vroeger leven teruggekeerd, waar nie
mand de verwisseling bemerkt heeft.
Onnoodlg te zeggen, dat 't hier aan spanning niet
ontbreekt.
Eenige bespiegelingen over de belangrijke
vraag, hoeveel bewoners de aarde op
A z'n hoogst nog zon knnnen on
derhouden en hoelang.
MEER dan ooit bestaat in dezen tijd belangstel
ling voor de beantwoording van de vraag,
hoeveel bewoners de aar !e op zijn hoogst zou
kunnen onderhouden en hoe lang, bij den te-
genwoordigen levensstandaard, de wereldvoorraden
voldoeirae zijn.
Aan schattingen op dat gebied kleven natuurlijk
altijd fouten en onnauwkeurigheden; bovendien zijn
we niet in staat, te voorspellen, wat de menschheid
in de toekomst zal prestoeren. Maar deskundigen en
geleerden zijn het er toch over eens, dat bij den hui-
digen stand van de techniek ten hoogste zes tot acht
milliard menschen een bestaan op aarde zullen kun
nen vinden. Op net oogenblik heeft de aarde nog
geen twee milliard bewoners, zoodat er dus nog
speelruimte genoeg is.
De belangrijke vraag is: hoe worden nieuwe voed-
selgebieden gevonden? In de tropen, voorzoover het
zal gelukken, de uitgestrekte oerwouden te vervangen
door graanvelden? In de droge gebieden, voorzoover
zij een goeden bodem hebben en kunstmatig bevloeid
kunnen worden? Of in de woestijnen, waar de grond
vaak beter is dan men zou verwachten?
Zeker is het, dat de opbrengst van de akkers be
langrijk kan worden verhoogd. Ook zal men velden,
die nu als weidegrond dienst doen, voor graanver-
bouw in beslag moeten nemen, als zij daarvoor ge
schikt zijn. Daarentegen staat men in het algemeen
sceptisch tegenover het gebruik van kunstmatige
voedingsmiddelen. En daarom zal het probleem der
overbevolking van de ,eheele aarde en niet meer
van eenige gebieden, zooals dat thans nog het geval
is reeds na enkele generaties zich in al zijn scherp
te op den voorgrond plaatsen.
Prof. Dr. D. Sölch, hoogleeraar in de geografie aan
de Universiteit van Heidelberg, die zich met het
vraagstuk heeft bezig gehouden, merkt op, dat een
blik op de kaart, die de bevolkingsdichtheid aan
geeft, terstond leer dat op twee gebieden van ver
schillenden aard de overbevolking dreigt, in de moe-
songebieden van Azië en in de industriegebieden van
het Avondland. D: eerste gaat ons in hoofdzaak aan:
de ophooping in dc fabriekssteden van Europa en
Amerika. Ontwikkeling was niet mogelijk geweest
zonder den enormen groei van de moderne industrie,
van het moderne verkeer, van de moderne arbeids
organisatie en van het moderne kapitalisme. Al deze
verschijnselen van een nieuwe cultuur rusten ten
slotte op één basis, on het gebruik van steenkool als
energiebron. Terecht spreekt men van de „steenkool-
beschaving", die door de meest verschillende oorzaken
de concentratie van industrieën en daarmee van be
volking en dan volgens de wet van de wisselwerking
weer van industrie en bevolking heeft begunstigd en
ook op het geestelijk leven haar stempel heeft ge
drukt. Zonder zich te bekommeren om de waarde van
de velden in de nabijheid, heeft de stad die velden
opgeslokt en menschen uit verren omtrek tot zich ge
lokt Tegenover den opbloei van de industrie en den
groei van de groote stad staat de vermindering van
het plattelandsgebied en de ontvolking van dat ge
bied. De reuzensteden leven niet meer van de pro
ducten van haar om 3ving; de voedingsmiddelen
moeten van ver, vaak van over zee, worden aange
voerd, evenals het grootste deel van de grondstoffen.
In de plaats van harmonie tusschen stad en land
is een disharmonie, een tegenstelling gekomen.
Prof. Sölch nu is van meening, dat men door deze
disharmonie op te heffen, de gevaren der overbevol
king zou kunnen bestrijden.
Stad en land zouden dan weer eendrachtig moe
ten samenwerken, zich een geheel moeten voelen. En
niet alleen in economisch opzicht, maar liefst ook
op het terrein van het geestelijk bven. Want sociaal
en geestelijk leven hangen onverbrekelijk met elkaar
samen. De geheele cultuur der menschheid moet
naar landschappen worden ingedeeld. Volgens de bij
zondere eigenschappen der verschillende landschap
pen, is dan de onderlinge verhouding systematisch te
regelen.
Sölch geeft toe, dat een dergelijke organisatie o->
het oogenblik een utopie schijnt.. Maar, zegt hij, veel
van wat vroeger louter onbereikbare fantasie leek,
is werkelijkheid geworden. In Engeland, waar de
uitwassen van de „steenkoolbeschaving" zich het erg-
s'.e doen voelen, is men ook het verst met de pogin
gen, aan die excessen een einde te maken. Natuurli'k
is ook daar alles nog eerst in het begin. Maar op de
„Een zekere jonge dame heeft na haar Londensche
maanden behoefte aan emoties, die zij hier niet kan
vinden, en waardoor zij zich wanhopig verveelt....."
„Schei uit, Robert, hou op!"
Grace drukte de handen tegen de ooren.
„Was ik nét van plan", zei Robert bedaard, „want
we zijn, waar we wezen moeten."
Hij liet den auto stilstaan voor het witte hek van
Grace's huis.
Grace stapte uit en Robert trok het portier dicht
en liet den auto voorzichtig draaien.
„Dag meisje", zei hij vriendelijk, „ik wensch je het
beste met de toekomst en je hopelooze verveling."
„O, Robert", zei Grace, zacht-verwijtend, maar de
auto zette aan en reed weg.
M< i een bedruktheid in zich, die ze niet kon ver
klaren, ging Grace naar binnen, om zich te kleeden
voor het diner. Der avonds zou er een oartij zijn ter
eere van haar thuiskomst cn de groote tuin met het
terras voor het huis was fantastisch verlicht door
fonkelende kleine lampjes tusschen het groen en do
rozen.
Grace was een allerliefste gastvrouw," zooals zij daar
naast haar vader, de gasten ontving en zich met hen
onderhield.
Maar toch was zij niet zóó gestemd als anders. Kon
het zijn door dat gesprek met Robert, of miste ze hem
nu, hij die natuurlijk niet had kunnen komen om zijn
patiënten en het bovendien ook niet gewild had.
Grace haalde de schouders op, praatte weer druk
met de jongelui, groette enkele oudere dames be
leefd. Maar toen ze midden op den avond een oogen
blikje gemist kon worden, voelde ze behc jfte alleen
te zijn en zij liep nu den tuin in naar het achterhek,
haar lievelingsplaatsje. Hier bleef ze staan, leunde
er over en keek om zich heen in den stillen avond.
Kalm stond de maan, de sterren fonkelden. Een
koeltje speelde met de dartele krulletjes om Grace's
voorhoofd. Diep ademde ze de reine avondlucht in en
dacht na
In haar ooren klonk als een zachte muziek het
ruischen van den waterval, daar diep in het ravijn,
Britsche eilanden heeft men het eerst tuinsteden ge
bouwd, heeft men veel aandacht geschonken aan
bouwplannen van stad en platteland.
Door de ontwikkeling van de techniek eerst is het
mogelijk geworden zich ernstó' bezig te houden met
de verwezenlijking van deze theorie. De elecrtriciteit
toch kan ver van de plaats, waar zij wordt voortge
bracht, benut worden. Uit het mechanische tijdperk
zijn wij in de periode der electriciteit gekomen. Con
centratie van industrie en dus van bevolking in eeni
ge monstersteden ;s niet meer strikt noodzakelijk;
bedrijven en menschen kunnen weer gelijkmatiger
o.er de oppervlakte van de aarde verdeeld worden-
Bevorderend in dat opzicht werken ook ue modc/ne
verkeersmiddelen: telegraaf, telefoon, auto en radio.
De cultuur van heden verwijdert zich steeds meer
van de bcschavin van een vorige periode, zelfs kan
men reeds spreken van een neotechnisch tijdperk te
genover het palaeotechnische. Dit moment in de ge
schiedenis der menschheid wil Prof. Sölch benutten,
om een doelmatiger verdeeling van de bevolking voor
de toekomst te regelen.
Verschillende Droblemen hangen ten nauwste sa
men met dit hoofdprobleem. Ten eerste de vraag, of
op den duur het blanke ras ges hikt zal zijn voor
arbeid in de tropen; verder de kwestie van de verhou
ding van het blanke ras tegenover de andere rassen.
Alle takken van wetenschap, aldus Prof. Sölch, moe
ten samenwerken om de problemen op te lossen.
De vernielende en vernietigende elementen in de
huishouding der natuur zijn niet zoo zeer de groote
schadelijke dieren, de natuurcatastrofen, de gewel-
dadigheden van enkelen, maar veel meer de milliar-
den kleine vernielers, die onzichtbaar en onopge
merkt bun doodenden arbeid verrichten: de bacte
riën, de bacillen, de microben, de zwammen. Hun
schrikbarend aantal en hun vermogen zich te ver
menigvuldigen. maken hen, ondanks hun nietigheid,
tot iets verschrikkelijks en er is nauwelijks iets in de
natuur, dat hun niet op een of andere wijze ten offer
valt Uzer wordt door roest, hout, muursteenen door
zwammen verteerd. Alleen de edele metalen, voor
alles het goud, zijn van hen bevrijd. Zoolang het li
chaam leeft, ontwikkelt het krachten, die hen be
strijden; zoo hebben bijv. de menschen de witte
bloedlichaampjes, die tot taak hebben, de bacillen
onschadelijk te maken; zoodra evenwel het leven in
het organisme ophoudt, is het reddeloos aan hen
overgeleverd. Alle strijd om het behoud van orga
nische dingen, ook .na het ophouden van de levens
functies. zooals voornl. bij de levensmiddelen wordt
gevoerd, is tenslotte deze kleine wereld, die booze
geesten van bet verderf en ontbinding. Ook zij heb
ben hun zwakke zijde, zijn zelf ook aan den dood
onderworpen en deelen zelf ook het lot van al het
aardsche. liet best gedijen ze bij een vochtige warmte
van 20 tot -40 graden Celsius. Lagere of hoogere tem
peraturen belemmeren hun ontwikkeling of doodeo
ze zelfs. Reeds een temperatuur van 60 graden kun
nen de meesten op den duui niet verdragen. Wordt
dus versche melk ongeveer een haJf uur lang op
deze temperatuur gehouden, dan is de melk bacte-
riënvrij. Bij een temperatuur van 80 graden is
reeds een kwartier voldoende en bij een tempera
tuur van 100, graden is eenige oogenblikken al ge
noeg. Natuurlijk blijven bij zulse hooge temperatu
ren ongewenschte gevolgen, die op de voedings
waarde van de levensmiddelen van Invloed zijn,
niet uit. Op deze metbode van' het verhitten berust
het zgn. „wecken'. Met het verhitten wordt het af
sluiten van de lucht verbonden, zoodat nieuwe bac
teriën niet kunnen indringen en dus de levensmid
delen veel langer kunnen worden bewaard.
De tegenovergestelde methode berust op inwerking
van de koude. Deze methode heeft evenwel niet de
zelfde uitwerking als bij de warmte-methode. Ze be
lemmert de ontwikkeling van het kleine levende
wezen, maar doodt het niet. Tegen koude zijn vele
van deze bacteriën buitengewoon ongevoelig, zelfs
een temperatuur van 100 graden koude geeft weinig.
Het conserveeren door middel van koude is dus
slechts een noodhulp voor het oogenblik heeft even
wel, tegenover het conserveeren door warmte het
voordeel, dat de voedingswaarde weinig of niet ver
loren gaat. Een derde vorm van den strijd tegen de
bacteriën is de scheikundige inwerking. Ze kan na
tuurlijk niet overal worden gebruikt en bij levens
middelen slechts daar, waar deze zekere geschikte
bestanddeelen hebben. De suiker bijvoorbeeld biedt
den bacteriën een krachtigen tegenstand, honing,
vruchtensappen, suikerhoudende vruchten, stropen,
blijven daarom veel langer goed. Door de suiker wor
den nl. zuren gevormd, die de microben dooden. Tal
rijke vruchten vormen, in zich zelf, zulke zuren.
De boschbes bijvorobeeld bonzoëzuur, z-oodat het
toevoegen van suiker zeer gering behoeft te zijn. Bij
andere vruchten moet de toevoeging van suiker
grooter zijn, zoodat het een der belangrijkste vraag
stukken bij het conserveeren van vruchten is. de
juiste hoeveelheid suiker te vinden. Ook het zuur
vormt een middel om bacteriën te dooden. Azijn is
voor hetzelfde doel ook bruikbaar. Eindelijk is,
daar de microben voor hun ontwikkeling een zekere
vochtigheid noodig hebben, ook het drogen een
strijdmiddel tegen hen. Bekend is de duurzaamheid
van stokvisch, gedroogde vruchten en paddestoelen.
Een combinatie van het droge en het chemische in
werken is het rooken, o.m. van vleesch. De natuur
heeft ons dus tegenover de milliarden van vernielers
niet hulpeloos gelaten.
achter de rotsen. Plotseling naderden twee helle
lichten, een auto snorde aan.
Met gespannen aandacht tuurde Grace in de verte.
Wat moet een auto langs dezen weg doen? bepeins
de zij. Bij avond werd deze weg nooit bereden om het
groote gevaar, dat de scherpe bocht bij het ravijn
vormde. De auto naderde met duizelingwekkende
snelheid.
Grace's adem stokte. Wat kon ze doen om hem te
gen te houden! Het was misschien een vreemdeling,
die den weg niet kende! Ze trachtte het hek te openen
en den weg te bereiken, maar de schelle lichten na
derden en opeens zag zij, dat het de roode auto van
Robert was, die voorbij raasde.
Half bezwijmd van schrik viel ze tegen het hek en
elke zenuw gespannen, klemde zij zich eraan vast.
Nog hoorde zij den motor razen, dan een
knal en daarna niets meer dan 't eeuwige ruischen
van den alles verslindenden waterval.
„Robert, o hemel!te laat. Nu is het te
laat", kreunde ze. Haar lippen waren droog, ze
trachtte een paar passen te loopen in de richting
van het huis, viel toen neer in een alles omvattend
duister.
Op het verlichte terras waar druk gedanst werd
en de band onvermoeid doorging, klonk opeens de
stem van den butler, die den gastheer verzocht, aan
dc telefoon te willen komen.
De gasten, gewend aan een dergelijk gebeuren,
lachten en schertsten verder, tot de gastheer terug
kwam, zijn gelaat stralc en ernstig.
Toen verspreidde zich het ontstellende bericht Een
krankzinnige ontsnapt uit het gesticht in den auto
van dokter West, welke buiten voor de deur stond.
Zoover bekend, had de man den weg langs het ra
vijn genomen.
De dames huiverden, voelden de feeststemming ge
broken, gaven het sein om naar huis te gaan.
De gastheer met enkele heeren en den butler ging
met lantaarns door den tuin den weg op naar het
ravijn.
Bij het hek vonden zij Grace bewusteloos en zij werd
van
No. 7. 12 November. 1857.
Ter verduidelijking van het onderstaande be
richt, dat we vonden in het 7de nummer van de
Schager Courant anno 1857 en waarin gespro
ken wordt over de „broodzetting", diene, dat dit
een bepaling was van bet maximum van den
prijs, tot welken het brood mocht worden ver
kocht. Zij is een overblijfsel van een oude theorie,
die steunt op het begrip, dat de zorg voor de ge
regelde vervulling van de dagelijks, wederkeeren-
de eerste levensbehoeften des volks, ook in gewone
tijden en omstandigheden, een deel is der zorg
van den Staat, en dat deze niet kan worden over
gelaten aan de vrije mededinging alleen.
Het betreffende bericht luidt als volgt:
Schagen, 5 November.
Men berigt ons, als een bewijs, hoe weinig
noodzakelijkheid er bestaat, dat er in deze
gemeente een zetting voor het brood is, dat
de bakkers heden, uit eigen wil de prijzen heb
ben verlaagd, als: het roggenbrood de 3 Ned.
ponden 30 Cents, le soort tarwebrood 13 ets de
5 ons, 2e soort idem 10 ets de 5 ons, dat volgens
de laatste zetting van 20 Junü 34% 14% en
11% Oenta was.
In het volgend nummer vinden we als bekend
making het raadsbesluit van 27 Januarjj 1857
opgenomen, waarbij de Broodzetting was vastge
steld.
Verder een bericht, dat in dezen tijd helaaa
alleen tot de vrome wenschen moet behooren. Het
luidt:
ROOSENDAAL, 5 Nov. Voortdurend wordt
over den Belgischen spoorweg zulk een massa
schoon hoornvee en paarden uitgevoerd, dat
meermalen treinen met 25 en meer beestenwa
gens hier passeeren. Voegt men hierbij den
uitvoer van vee naar Engeland via Rotterdam
en Harlingen, en naar Duitsohland, uit Overijsel
en Gelderland, dan kan het geene bevreemding
baren, dat het vee zoo hoog ln prijs blijft.
Wanneer we het marktbericht van Schagen
er in dien tijd op naslaan, dan zien we o.m. dat
de vette koeien 60 cents per pond waren, magere
koeien f 100 a f 175, kalfkoeien i 150 a f 2G£
vaarzen f 70 a f 100, schapen f 15 a f 22 en big
gen f 6 a f 10. En als wij dan de prijzen, die de
boeren tegenwoordig voor hun vee maken, er mee
vergelijken, dan moeten we tot de conclusie ko
men, dat die van 75 jaar terug ook dit moeten
we helaas weer constateeren deze vergelijking
glansrijk kunnen doorstaan. Waarbij we boven
dien niet uit het oog moeten verliezen, dat het
geld in dien tijd oen no? hoogere waarde ook had.
Voorloopig kunnen we niet beter doen dan op
betere tijden hopen.
•Verder vinden we in het nummer van 75 jaar
geleden geen belangrijke dingen en- volgt hieri
nog, voor wie er zich voor mocht interesseeren,
de Burgerlijke Stand van Schagen uit die dagen:
Geboren: 6 Nov. Guurtje, dochter van Wil
lem Wit en Maartje Via. -
Overleden: 4 Nov. Jacob Koomen, oud 10
maanden; 5 Nov. Maartje Hesslng, oud 27 jaar.
Comp. 4e KI. Kon. Ned. Voetbal
bond. Aanvang 2 uur.
opgenomen en naar huis gedragen.
Een andere auto naderde langs den grooten weg.
Het was dokter West met twee verplegers. In een
oogwenk had hij de leiding in handen, wilde óók
hij den weg naar het ravijn inslaan toen een dienst
bode hem bij den arm greep.
„Juffrouw Grace, toe kijkt u eerst naar haar."
„Grace? Wat is er met haar? Verschrikt
keek hij het meisje aan vloog toen de trap op naar
boven.
Terwijl hij nog bezig was haar bij te brengen, klop
te de butler zachtjes aan de deur.
„De arme drommel is dood, dokter. Uit den auto
geslingerd op de rots. Van den auto is geen spoor
meer te vinden."
„Het is goed, John", zei dokter West, zijn aandacht
weer op Grace vestigend, die langzaam tot bewust
zijn terugkeerde. Of ze uit een diepen put gehaald
werd, zoo voelde zij zich, moe en vreemd.
In de schemer-donker kamer zag zij iemand over
haar heen gebukt staan, maar ze wist niet wie en
het kon haar niet schelen ook.
„Te laat", mompelde zij voor zich uit „O, Robert,
en nu heb je niet geweten, dat ik je toch liefhad."
„Grace", sprak de dokter zacht, want hij had veel
begrepen, „Grace, ik ben het ik ben bij je. Ik
was het niet, die den auto bestuurde."
Langzaam probeerde Grace overeind te komen,
streek met haar hand langs haar voorhoofd.
„Droom ik, Robert, of is dit de dood? Hoe kom jij
en, o de rots en de waterval!
Snikkend viel zij terug in het kussen en Robert
sloeg zijn arm om haar heen, liet haar stil uithuilen
bij hem.
„Hou je van mij, meisje?" vroeg hij zacht.
„Zelfs al ben ik héél gewoon en alledaagsch en al
heb ik niet den doodenrit gemaakt, die mij in jouvv
oogen misschien „interessant" zou hebben gemaakt?"
Grace keek hem aan, zóó berouwvol en schuldbe
wust, dat hij geroerd haar hoofd tusschen zijn han
den nam en haar gezichtje vol liefde kuste.