voor DF. TWEE TOLLEN vv-.j; onze jeugd „Het is niets meer gedaan met ons tollen' zuchtte een mooi geschilderde zweeptol, die in een speelgoedwinkel lag tusschen alle mogelijke ander speelgoed, „we liggen hier nu al maanden en er is geen kind, dat meer met ons wil spelen". „Weet je het dan nog niet, wat er aan de hand is „Neen, vertel eens". „De kinderen spelen tegenwoordig, wat je dan spelen noemt", smaalde de andere zweeptol, „met een paar houten wieltjes, die ze langs een touwtje af en weer op laten rollen. Die wieltjes noemen ze: Yo-Yo". „En vergeten ze dan heelemaal dat het op het oogenblik toltijd is?" „Natuurlijk, de kinderen laten zich heele maal inpalmen door de Yo-Yo's, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, in huis en op straat zie je ze er mee bezig. Is dat nou sport Vroeger holden ze zich warm als ze met het zweepje achter ons aan ren den, nu worden ze stijf. Maar wat zou je ervan denken als we onze eigen stramme ledematen eens wat leniger gingen maken „Daar zeg je zoo wat, ik voel wel wat voor een uitstapje". En zoo togen de beide tollen dan draai end op stap. Heel stilletjes waren ze des nachts den winkel uitgeslopen en terecht gekomen op een groot weiland, dat buiten de stad was gelegen. Daar dansten ze vroo- lijk in het rond, tot vermaak van de insec ten en andere kleine dieren, die tusschen het gras leefden Ze waren toen eigenlijk wat blij, dat de kinderen met hun Yo-Yo's speelden en hen niet met een zweep achterna joegen. Nu konden ze tenminste geen smadelijken dood onder de wielen van een wagen of een auto sterven, zooals helaas te velen van hun soortgenooten hadden ondervonden. Maar eindelijk waren ze uitgedraaid en konden niet meer op gang komen. Ze waren i erg blij, dat ze door een klein boerenmeisje werden gevonden, dat nog niet van Yo-Yo's gehoord had en met haar broertje op het erf van de boerderij met hen ging spelen. De vlucht naar Mars. Een technische phantasie. Het groote gebouw, waarin heit observatorium gevestigd was, schudde op zijn grondvesten. Het was de start van de raket. Sterke, zwarte stalen buizen voerden saam- geperste gassen naar een stellage in het mid den van den grooten koepel, waarboven door een ronde opening het licht van de glinsteren de sterren zichtbaar was. Zilveren maanstralen spoelden over een wirwar van draden. Doch boven alles uit stak, als een reusachtige, don kere loop van een kanon, de buis, waardoor voor de eerste maal zü het dan ook zonder bemanning een raket in de wereldruimte zou worden afgeschoten. De laatste voorberei dingen werden getroffenDe klep, die de 1 gassen nog tegenhield, werd geopend en lang zaam kroop de wijzer, die den druk van de samengeperste gassen aangaf, langs de cijfers.... 500.... 10002000 atmosferen. Dan een druk op den hefboom en de explosieve kracht van het zich ontspannende gas wierp de raket met een snelheid, die ruim de helft bedroeg van die van het licht, omhoog.... in het on bekende. De vele, haast onoverkomelijke technische moeilijkheden waren overwonnen, de wet der zwaartekracht was gebroken- Door dit schot in de wereldruimte zouden de grootste geheimen der kosmos worden ontraadseld en vele astro nomische theorieën zouden vallen of hun be wijs krijgen. De raket was in staat automatisch de gebeurtenissen in het heelal te registreeren en had als doel de planeet Mars. De aardsche dampkring werd als door een lichtflits doorkliefd. En het eeuwige zwijgen van de oneindigheid omgaf de sigaarvormige raket. Geluidloos schoof zij door de ruimte, voortgedreven door de aan de aarde ontleende kracht. Geen wrijving verminderde haar gewel dige snelheid. En in de raket was alles in leven.... De fijne instrumenten vervulden automatisch de hun opgelegde taak. De alco hol-thermometer gaf de temperatuur van de wereldruimte aan en teekende deze aan op een langzaam wentelende rol papier: 273 gr. Celsius onder het vriespunt vam water. Zoo ging het verder steeds verder; de maan met zijn kraters werd aan den rechter kant zichtbaar. Als de ledige oogholten van een menschelijke schedel gaapten de diepe ga ten en spleten in de oppervlakte van de maan. De vroeger door de wereldruimte dwalende meteoren hadden, aangetrokken door de maan, met een onmetelijke kracht deze gaten in de toen nog taaivloeibare massa geslagen Toen een bijzonder diepe spleet in de maan- alpen werd bereikt, begon de naaldvan de weer-regulator te draaien en versprong, op het draaiende millimeterpapier een kleine curve trekkend. De gashoudende wervelstroom, die uit den krater opsteeg, had haar in beweging gebracht. Een nauwelijks waarneembaar klikken van het foto-apparaat, en voorbij Met onverminderde snelheid ijlde de raket verder in het onbegrensde en lange minuten om gaven met hun doodende eenzaamheid het sta len lichaam. Dan plotseling was het, alsof een geest tusschen de instrumenten rondwaarde sjj begonnen alle te bewegen. Mare met zijn uitstralingen kwam nader en nader. De ther mometer verliet het laagste punt en de fijne stift, welke de temperatuur opteekende, gleed in een langzaam stijgende lijn over het papier. De vochtigheidsmeter, die zoo langen tijd rustig werkeloos was gebleven, bewoog zich en teeken de de waterdampgraad van de Marslucht op, terwijl het uurwerk draaide en regelmatig* het fotografische toestel bedier.de. Doch nauwelijks waren deze metingen ver richt en vastgelegd, of reeds sloeg.de raket te gen den Marsbodem aaneen ontzettende knal liet zich hooren!De explosieve stoffen in de voorste kamer van de raket wierpen het stalen lichaam met een enorme kracht terug en slingerden het juist volgens de berekeningen van de astronomen op de aar-de met een angstwekkende snelheid in de richting van de aardplaneet. Verschillende middelen ter afwering van stooten, aangebracht in het inwendige van de raket, bewaarden het projectiel voor vernie tiging. Denzelfden weg, die de raket genomen had op den heenweg, nam zij nu ook terug, in haar ge pantserd lijf aanteekeningen medevoerend van groote beteekenis voor onze astronomie, voor on ze kennis van de wereldruimte. Doch de koers, volgens welke het projectiel weer op de aarde be landen zou, was door den heftigen stoot op de Mars-oppervlakte eenigszins gewijzigd, de aan trekkingssfeer van de Aarde werd slechts rake lings gepasseerd en de raket vloog, na nogmaals van koers veranderd te zijn, regelrecht op de zotn af! Toen echter de planeet Mercurius op de lin kerzijde zichtbaar werd, stonden de steeds zoo rusteloos werkende instrumenten plotseling alle tegelijk stil. Alleen het fotografische toestel legde Mercurius op de gevoelige plaat vast. De steeds nader en nader komende Zon bestraalde Mercurius met een roodachtig Bengaalsch licht en gaf haar daardoor 'een angstaanjagend voor komen. De doode planeet scheen in vlam te staan Dan begonnen plotseling alle instrumenten met een schok weer te werken. Het kleine alco holzuiltje van den thermometer steeg snel tot over de hoogste grens. Nu was de Zonnekogel reeds dichtbij, de gloeiende fonteinen en de op stijgende, heete gassen omringden reeds 't licht om de raket. De stalen mantel van het projec tiel vertoonde, onder invloed van de ontzettende hitte, een blauwen gloed, dan kwamen er blauw achtig bruine vlekken opde raket was gloeiend. De stukken glas, die het photographi- sche toestel beschermden tegen de invloeden van buiten, werden taai-vloeibaar en begonnen zich te welven. De punt vam de raket werd wit gloeiendzij werd langzaam afgeplat. Het glas smolt en vormde met zijn droppels een lichtspoor van het projectiel. De richting wijzig de zich wederom. Nu vloog de raket nog meer in de richting van de Zondichterbij dichterbijdan een luid gesis en de raket verdween in de razende em kokende vuurzee Op de Aarde, in het observatorium, zaten de geleerden bijeen en bestudeerden met koorts achtig brandende oogen de klokken en instru menten Slechts weinige seconden nog en de ra ket zou ergens op aarde neerstorten. En zij zou een onmetelijke rijkdom aan natuurgeheimen met zich meevoeren, geheimen, welker ont sluiering de weetgierigen ten volle tevreden zou stellen. Volgens de nauwkeurige berekeningen van de sterrekundigen had de stoot tegen Mars reeds eenige minuten geleden moeten plaats vin den. zoodat de raket zich nu op den terugweg zou bevinden. Radio-golven snelden om den aardbol. Op alle sterrewachten was het één en al bedrijvigheid om de atmosfeer te doorzoeken naar het terug- keerende lichaam en vele spannende minuten verliepen En intusschen was deze door den menschelij- ken geest zoo kunstig uitgevonden constructie reeds lang gevallen als offer van den zonne gloed. Een eigengemaakt nestkastje. Onze vogeltjes in den winter. Deze week, jongens en meisjes, gaan we eens iets anders doen. Geen speiletje, geen kunstje, maareen knutselwerkje. De trekvogels zijn zoo langzamerhand allemaal naar zonniger streken getrokken, maar er zijn nog tal van vogels, die hier overwinte ren en die hebben heusch niet zoo'n prettig leventje, vooral als de winter nogal streng is. Daarom.Js, voor ons, menschen, de taak weggelegd om deze diertjes zoo goed móge lijk door den winter heen te helpen. En wij kunnen de beestjes in hun levens strijd steunen, door ze geregeld van eten te voorzienèn door de gelegenheid voor hen te scheppen een veilig en warm nestje te bouwen, om daar de winterkoude te trot- seerenDaarom gaan we vandaag eens een nestkastje bouwen! Kijk maar eens naar de plaatjes. Daarop zie je verschillende bijzonderheden. De ma ten van het kastje zijn geheel aan jezelf overgelaten. Maak het niet te groot, want in een klein hokje heeft de vogel het veel war mer. Boven zie Je het kastje kant en klaar. Het dak helt naar links of naar rechts, om het regenwater te laten afvloeien. Zouden we het dak naar voren hebben laten hellen, (zooals bij vele nestkastjes het geval is), dan zouden de vogels op regenachtige ddgen steeds door een gordijn van neerstroomend water het vlieggat binnen moeten komen. Dit Is nu niet noodig; zij blijven nu droog, d.w.z. zij blijven gespaard voor het van het dak stroomende water. In het nest is een vierhoekig stuk hout neergelegd, gemaakt van een heel dikke plank. In het midden heeft men reeds eenigszins een nestvorm uit gehold (laat dit door den timmerman of den meubelmaker doen). Het gat, dat men in de holte heeft geboord, komt precies uit op het gat in den bodem van het hokje. De zijwand is afneembaar; door middel van een tweede plankje aan de binnenzijde en een paar haakjes aan de buitenzijde kan men dit ge makkelijk bereiken! Denk er aan, dat je de kier tusschen de beide plankjes ook scheef naar boven maakt; dat v-orkomt ook alweer het binnenstroomen van den regen. Onze vogeltjes moeten een droge woning heb ben Voor het dak en den bodem kan Je beter beukenhout nemen, terwijl de zijwanden ge rust uit dennenhout mogen bestaan. Door er aan de achterzijde een of twee latjes tegen te schroeven, kan je het hokje aan den muur of tegen een boom bevestigen. Denk er om: geen uitstekende schroeven of spijkertjes aan den binnenkant, hoor! En het vlieggaatje kan je beter bekleeden met een reepje blik, daar spechten of eekhoorn tjes nog wel eens probeeren een gaatje, dat zij ontdekt hebben, grooter te maken, het geen niet de bedoeling zou zijn. Als je een nestkastje ophangt, doe het dan zoodanig, dat zelfs poesjelief er niet bij kan! Je zult eens zien, hoe aardig het is, KLEIN MEISJE. Klein meisje speelt in *t zonnegoud haar lijfje zwak gebogen, en alles om haar lacht en juicht weerspiegelt in haar oogen. Haar blanke kopje Is van god dat ragde wonderfijn en krulde woelig als de zet met glans van zonneschijn* Zij is het kindje van de zon die haar te wiegen schijnt en met zijn mooie stralenpracht blinkend'goud omlijnt, ONELT, wanneer er in het voorjaar jonge vogeltjes komen! In den tuin zal een voederstandaard wel kom zijn. Korreltjes vogelvoeder, gestolten vet, olienootjes, broodkorsten, peentjes enz. vormen allemaal een geliefkoosd voedsel voor de hongerige diertjes. Ook hierbij moet Je voor de poes oppassen! Het is het beste op een bepaald uur van den dag te voederen en dan onze kat binnen te houden. De vogels wennen al heel spoedig aan die regelmaat en verschijnen niet vóór hun „etensuurtje"! En kijk dan maar eens, hoe hongerig zij zijn! Dan zal je het zeker den volgenden dag niet vergeten. En nu maar aan het werk. De vogeltjes zullen je zeer zeker in hun hartjes dankbaar zijn, al kunnen ze het niet zeggen! Maar aan hun vroolijk en dankbaar getsjilp, wanneer ze het voedsel zien, kan je toch wel bemerken, dat ze in hun nopjes zijn met die gaven des Hemels. Tot de volgende week daar maar weer. Dag allemaal! De verstandige Sultan. Sultan Mohammed Bey, de heerscher over Turkije, was In den grond van zijn hart een eenvoudig mensch, dat strikt rechtvaardig oordeelde en trachtte de ziel van zijn volk zoo goed mogelijk te begrijpen en te waar- deeren. Om veel onder het volk te komen, ging hij dikwijls, gekleed als een eenvoudig koopman, naar de moskee om zijn dank gebed te verrichten. Op zekeren dag trad een arme bedelaar op hem toe, die gehurkt had gezeten bij den Moskee-Ingang en zeide: .Gelooft gij, grootmachtig Heer en Sultan, wat de profeet heeft gezegd?" En hij maakte een diepe buiging, met de armen over elkaar geslagen. De Sultan, eenigszins verrast, dat men hem herkend had. glimlachte eens en antwoordde: „Ja zeker, ik geloof, wat de profeet heeft gezegd!" Waarop de arme bedelaar verder ging: „De profeet zegt in den Koran, het Groote Boek der Wijsheden: Alle Muzelmannen zijn broeders! Dus, beste broeder, wees zoo goed en deel met mij de erfenis onzer voorvaderen"De sultan moest ondanks zichzelf toch lachen en dacht ,dat Is een heel nieuwe manier om een aal moes te vragen" en hij gaf hem een goud stuk. De Turk bekeek het goudstuk lang, draaide het om en om, schudde het hoofd en sprak „Beste broeder, wat moet ik met zoo'n goudstuk beginnen, als U toch meer goud en zilver hebt, dan 100 muilezels kun nen dragen en als mijn kinderen thuis ver hongeren Moet dat „deelen" haten, der De goede sultan hief nu dreigend den wijsvinger op en zeide: broeder, wees tevreden, zeg vooral teïi mand, hoeveel Ik je gegeven familie is immers zóó groot, broeders en zusters tot mij en hun erfdeel van mij zouden opeis: het niet toereikend zou zijn, om hun: een goudstuk te geven; dan zou je ra goudstuk nog een deel terug m> geven Dat begreep de „beste bra en met een diepe buiging stapte hij ten rende naar den bakker Aboe Tlengi en een stuk brood. De sultan lachte nog- na over het geval, stapte toen de Most om zijn dankgebed te verrichten en te zen over de hongerige kinderen, die gevoed zouden worden. Enkele dagen had hij zijn dienaren het adres van origineelen bedelaar laten uitzoeken enl kreeg een betrekking aan het hof, jL hij zijn leven lang zijn kinderen vol' eten kon geven. Want redeneerde c tan iemand, die zoo'n helder ve: heeft, zulke origineele invallen heeft, er zelfs inloop, moet in het dagelijkse!) een handig mensch zijn en zulke kan ik gebruiken in mijn dienst.. (Nadruk verbak Waarom Hilda niet in bioscoop was. door HANS. Hilda en ik zijn zus en broer..., We wilden allebei zoo graag M Mickey-Mouse-film gaan kijken. Om dagen zou die vertoond worden0! knoopen van mijn jasje telden v/Jj uit,' het morgen aan moeder zou gaan vtt' Nog drie dagen, nog twee dagennu lachte zoo geheimzinnig toen ik het vroeg (want ik „was 'em") en warempf daar lag op mijn tafeltje, onder mijn o lencahier, waar ik mijn opstel in in schrijven, een entreekaart! „Voor jon Hilda te verrassen" stond er bij op briefje. Hoera! Twintig minuten voor het begin mijn plaats in de bioscoop en keek om mij heen, of mijn zus^e niet kwam.! schen en kinderen stroomden binnen.-- maar Hilda, die dadelijk uit school hieru zou komen, was er niet bijWat zou- beteekenen? Hoe grappig de Mickey-w^ ook dansten, sprongen, zongen en speeldet ik zat steeds maar te bedenken, waar Bü wel zou blijven. Dadelijk na afloop rende naar huis, rende naar binnen er gebeurd? Waarom ben je niet in de b.: coop geweest?" „Ik? Ik heb immers geen kaart!" „Zeg eens, Hildalief", zei moeder, ..-hM vandaag geen piano gestudeerd?" „Natuurlijk, moes ik ik heb vier tot „Zoo kindje, speel me eens heb laai blad voor, wil je?" vroeg moeder glimlach0 Als de wind zit Hilda voor de piano, het deksel en wat ligt daar, onbarmM tig afstekend tegen het zwarte hout?.-- Een kaart voor de bioscoop, met 'n brie! „Voor jou, om broer te verrassen!" (Nadruk verboden*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 22