Vereenigiog tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier. V Onze Sint Nicolaas-Puzzle. 4 13 14 15 16 17 5 J c J/ O Veösta, ^ta4' \tv '<-o In café „Central" te Alkmaar werd Dinsdag 22 No vember 1932 de najaarsvergadering van leden gehou den, onder voorzitterschap van den heer C. Kramer Glijnïs. In zijn openingswoord verwelkomt Voorz. in het bij zonder Jhr. Ir. G. E. W. van Panhuijs, die straks een inleiding zal houden over den waterstand van het IJsselmeer. Spr. wijst op den slechten toestand voor den landbouw en het is jammer dat de internationale verhoudingen weinig uitzicht geven voor verbetering. Wel hebben de z.g. crisiswetten eenigszins verbetering gebracht in den toestand voor den landbouw en daar voor is dank verschuldigd aan het Rijk, doch voldoen de verbetering in den toestand is niet verkregen. Spr. uit den wensch, dat de wetten regelmatiger aan haar doel zullen beantwoorden. Goede samenwerking van de landbouworganisaties met de regeering is noodig. Spr. wijst vervolgens op den tegenspoed in de be drijven door den buitengewonen regelval ontstaan en de stagnatie in den afvoer van het water naar het I Jsselmcer. Met den wensch dat Noorderkwartier blijvend zal meewerken aan de ontwikkeling van den landbouw in ons gewest, verklaart spr. de vergadering voor ge opend. De Secretaris, de heer G. Nobel, Lutjewinkel, leest de notulen, ze worden onder dankzegging onveran derd vastgesteld. De Voorzitter spreekt daarna een woord van wel kom tot den nieuwen waarnemend rijkslandbouw- consulent, den heer Ir. G. J. Lienesch en sprak den wensch uit dat een prettige samenwerking zal plaats vinden. De heer Ir. G. Veenstra nam schriftelijk afscheid van de vereeniging. De Voorzitter feliciteert den heer Ir. Veenstra niet zijn benoeming tot rijkslandbouw- consulent te Groningen en dankt hem voor de vele ■bemoeiingen die hij zich voor den landbouw en voor onze vereeniging heeft willen getroosten. Als lid heeft zich aangemeld de heer Ir. G. J. Lienesch. Mededeelingen. Door den Secretaris werden de volgende mededee- lingen gedaan: Van de Holïandsche Maatschappij van Landbouw kwam de mededeeling in, dat de rekening van de Werktuigencommissie over 1931 is goedgekeurd en de bijdrage f243.62% is betaald. Van de Regenten van het Broekemafonds te Wage- ningen kwam de mededeeling in, dat de tweede Broekema-plaquette is toegekend aan den heer H. W. Kuhn te Naarden, als grondvester van de Weten schappelijke suikerbietenveredeling in Nederland. Door de heeren D. Brander Tzn., H. B. Hvlkema en Dr. Scheij is een gedenkschrift over Wouter Sluis sa mengesteld, waarvan aan Noorderkwartier een exem plaar is aangeboden. Het Bestuur brengt deze heeren gaarne dank voor het verdienstelijke werk aan de nagedachtenis van Wouter Sluis, die voor Noorder kwartier zooveel heeft gedaan. Het Bestuur heeft het voornemen, wanneer do finan- tiën dit toelaten, aan alle leden een exemplaar van het Gedenkschrift aan te bieden als herinnering aan Wouter Sluis. In het Bestuur werd gesproken over de verschillen de tarieven bij de Malerijen, het zal trachten daar over gegevens te verzamelen. Opheffing Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar. Het Bestuur heeft instemming betuigd aan het adres aan de Regeering om niet over te gaan tot op heffing van de Arrondissements-Rechtbank te Alk maar. welke opheffing voor het Noordelijk deel van Noord-Holland voor het groote aantal Gemeenten dat onder deze Rechtbank ressorteert vele bezwaren en extra-kosten voor de bevolking meebrengt. Opheffing Bannen. In verband met de bespreking op de vergadering van leden over de opheffing van de Bannen, heeft het Bestuur besloten de verdere regelingen in deze over te laten aan de Bannen en aan het Provinciaal Bestuur. Onderzoek minerale voeding. Van de stichting: Fonds Landbouw Exportbureau 1916/1918, kwam een schrijven aan het Kon. Neder- landsch Landbouwcomité in over verschillende vra gen voor het instellen van onderzoekingen, waarbij ook een antwoord op de vraag aan Noorderkwartier om een onderzoek in te stellen naar de minerale voe ding, waaromtrent wordt verwezen naar de studie van Dr. Brouwer te Hoorn ter hand genomen. Verlaging tarief waterleiding en electri- clteit. Het Bestuur besprak de tarieven van de Waterlei ding en Electriciteit in onze Provincie, met het ge volg dat de wenschelijkheid is uitgesproken om ver laging die noodig is te bepleiten in overleg met de andere Landbouworganisaties in Noord-Holland. Peil IJsselmeer. Aan den Ministers van Waterstaat is verzocht om verlaging van het peil, in ieder geval tot op 13 A.P. en voor de toekomst op 40 A.P. Werkverschaffing. De Commissie voor de werkverschaffing, bestaande uit de Heeren: Ir. G. Veenstra, H. K. Koster en Joh. de Veer, bracht het volgende rapport uit o ver de werkverschaffing, waaraan het Bestuur zijn goedkeu ring verleende: Van het Kon. Ned. Landbouwcomité kwam het ver zoek in, gegevens te willen verschaffen, over werk verschaffing aan werkloozen door middel van ontgin ning en ontwatering van woeste of in slechte cultuur toestand verkeerende gronden, benevens over de er varingen opgedaan bij het te werkstellen van werk- looze arbeiders in particuliere landbouwbedrijven. Naar aanleiding van de circulaire kan worden opge merkt, dat woeste gronden en ontginningen in ons ge bied niet voorkomen. De commissie heeft gezocht naar soortgelijken ar beid en meent dat daarvoor in aanmerking kan ko men: le. het slechten van nollen, hetgeen reeds voor het grootste gedeelte geschied, maar welke arbeid te genwoordig door de boeren niet is te betalen. Deze werkzaamheden zijn zeer goed door werkeloozen te verrichten en leenen zich ook voor uitvoering in aan genomen werk. 2e. Het uitdiepen van slooten, hetgeen vooral in het middengedeelte van Noordholland wenschelijk is, waardoor peilverlaging zou kunnen volgen en zou veel land aan waarde en productiviteit winnen. Ook de waterafvoer in verschillende polders laat te wenschen over. 3e. Beplanting van de duinen met houtgewas, waarvan het gevolg zou kunnen zijn een regelma tiger klimaat en zou dit een voortdurende werkge legenheid zijn. 4e. Het verbeteren van wegen. De Commissie meent, dat een sneller tempo voor het verbeteren van de primaire wegen wellicht niet mogelijk zal zijn met het oog op het daarvoor beschikbare materiaal, maar zij is van oordeel dat verschillende wegen, welke voor komen op het aanvullende wegenplan reeds nu in orde kunnen worden gebracht bijv. verbreeden, onder profiel brengen, vergraven van bochten enz. Vooral deze werkzaamheden zijn over het geheele platteland verspreid en zouden direct nut afwerpen. Over het tewerkstellen van werkelooze arbeiders in particuliere landbouwbedrijven, heeft men gunstige ervaringen, vooral voor bepaalde werkzaamheden als slooten, draineeren en is het mogelijk een toeslag in het loon te geven, waardoor deze werkzaamheden kunnen worden verricht, terwijl zij tegenwoordig veelal worden nagelaten. Hoewel er een gevaar in kan schuilen om arbeiders te werk te stellen voor de gewone landbouwwerk- zaamheden, zijn er toch gevallen aan te wijzen, waar het tewerkstellen nuttig en economisch zou werken. Waar men elkander op het platteland over het al gemeen vrij goed kent, zou het naar onze meening wenschelijk zijn, op beperkte schaal arbeidskrachten beschikbaar te stellen voor noodlijdende bedrijven. Bevordering verbouw alcoholbiet. De heer J. Visser te Santpoort heeft zich met Voor zitter en Secretaris in verbinding gesteld over de be vordering van den verbouw van de z.g. alcoholbiet in Frankrijk verbouwd. Het is de bedoeling van den heer Visser om in samenwerking met Noorderkwar tier dezen verbouw te bevorderen. Aangezien het Bestuur bereid is om hieraan alle aandacht te schenken, eventueel hiervoor eene com missie te benoemen heeft het gemeend hierover ook het oordeel te vragen van den heer Dr. Ir. A. Se- venster, Rijkslandbouwconsulent te Parijs, van wien hierover uitvoerige inlichtingen zijn ingekomen, die wijzen op het belang van deze cultuur en de waarde van de alcoholbereiding voornamelijk voor de vermen ging met benzine. Naar aanleiding van de mededeelingen merkt de heer P. Stapel Cz. op, dat het hem gewenscht voor komt, dat door Noorderkwartier een commissie wordt benoemd, tot taak krijgend, onder de oogen te zien, welke gevolgen opheffing van bannes zou heb ben. De heer Joh. de Veer oordeelt, dat dit onderwerp meer thuis behoort in den Bond van Waterschappen. De heer Stapel merkt op dat Noorderkwartier zich nog al in ruimen baan beweegt Noorderkwartier be hoeft geen uitspraak te doen, maar er is voldoende reden om deze zaak te bestudeeren. De Voorzitter zegt den heer Stapel toe, dat zijn denkbeeld door het bestuur zal worden overwogen. De heer J. Visser deelt nog mede, dat behalve de kwestie van de alcoholbiet, ook aandacht geschonken dient de worden aan de aardappelen, voor verwer king in alcohol, in spiritus. Spr. dringt er op aan, dat een commissie wordi benoemd en die spoedig een on derzoek instelt. De heer H. K. Koster, Wieringerwaard. acht de be werking van biet en aardappel tot spiritus van groo te beteekenis. voor den landbouw en meent dat het onderzoek dient te geschieden door het Kon. Ned. Landbouwcomité, in samenwerking mot de twee an dere landbouworganisaties. Spr. noemt verschillende vraagstukken, die onder de oogen gezien dienen te worden. De heer J. Visser vreest dat het onderzoek te lang zal duren, als het aan het Kon. Ned. Landbouwcomité wordt overgelaten. De Voorzitter denkt dat het onderzoek ook gerui- men tijd in beslag zal nemen. De heer H. K. Koster licht toe, dat 1 of 2 Decem ber het bestuur van de Holïandsche Maatschappij van Landbouw deze zaak zal bespreken. De belangen zijn van dien aard, dat ongetwijfeld alle spoed zal wor den betracht. De vergadering keurt goed dat ook Noorderkwar tier, evenals de Holl. Maatschappij van Landbouw, de kwestie bij het Kon. Ned. Landbouwcomité aan hangig zal maken. Mededeelingen van de consulenten. De heer Dr. L. T. C. Scheij zet nog eens uiteen de groote beteekenis van goed drinkwater voor het vee. Meerdere malen blijkt, dit, spreker en hij is er dan ook toe overgaan om van het water der verschillende nortonpompen monsters te nemen. Wil men onbe smet water hebben, dan moet men tegenwoordig veel betere nortonpompen hebben dan vroeger, omdat we zoo achteruitgegaan zijn met den waterdruk. In verband met de kwaliteit van de melk en van de zuivelproducten wijst spr. verder op het meerdere gebruik van kuilgras. In het kuilgras zitten vele bo- terzuurbacteriën en die veroorzaken verschillende kaasgebreken. Het is moeilijk te controleeren of de melk behept is met deze boterzuurbacteriën. Ge wenscht is het dus het kuilgras op tijd op te voe ren. dat is voor den moeilijken tijd van de melk. En in Mei en April dient men weer hooi te voederen. Een nieuwe wijze van kuilen wordt onderzocht. De heer H. K. Koster, Wieringerwaaird. wijst er op, dat het gewenscht is het kuilgras te voederen na het melken en in de wintermaanden. De heer Ir. L. de Vries doet mededeelingen over het Veevoederbureau. Er is thans contact verkregen met den Bond van melkveehouders en daardoor met het zuidelijk gedeelte van de provincie. Het bureau komt veel in aanraking met de coöperatieve aankoopver- eeniging en het is dan ook gewenscht geoordeeld, dat ook deze coöperaties in het bureau ziting hebben. Een voorstel tot wijziging van de samenstelling zal worden gedaan. Het aantal gevraagde adviezen neemt steeds toe, maar toch is het aantal te gering en daarom worden ongevraagde adviezen verstrekt in den vorm van de kaartjes, vermeldende de voederrantsoenen. Door een vijftiental aankoopvereenigingen worden gemengde veevoeders gemaakt, waarvoor advies van het Vee voederbureau is gevraagd. In 1931 is voortgezet de proef met extra stikstofbe mesting ten aanzien van de schapenweiderij. Een rentabiliteitsberekening kon niet worden gemaakt in verband met de daling der schapen prijzen. Wel is de rentabiliteitskwestie onder de oogen gezien. Door verschillende omstandigheden kon geen conclusie worden getrokken, maar de indruk is verkregen dat aan een zware stikstofbemesting niet al te groote waarde moet worden gehecht van de schapenweiderij. De voorjaarvergadering van 1933 zal worden ge houden te Hoorn. Tot Voorzitter wordt benoemd de heer H. K. Koster, Wieringerwaard, die aanvankelijk bedankt, doch op aandrang der vergadering de benoeming aanneemt. De commissie tot onderzoek van de rekening 1932 en de begrooting voor 1933 zal bestaan uit de hee ren J. Bart Nz., E. Koster Dz. te Berkhout en A. Commandeur te Spanbroek. Over de melkcursussen doet de heer Dr. L. T. C. Scheij mededeelingen. In 1932 werd geen opleidingscursus gehouden van voormelkers, omdat er een voldoend aantal voormelkers was. Aan de 6 cursussen namen 22 leer lingen deel, waarvan er na gehouden examen 5 werden afgewezen. Rapporteur stelde het belang van de melkcursussen nog eens in het licht. De commis sie heeft zich thans ook tot de provincie gewend om subsidie. Wegencommissie. De heer G. Nobel rapporteeert: De Wegencommissie brengt gaarne dank aan het Provinciaal Bestuur voor het in versneld tempo voorbereiden en uitvoeren van de werken voor het Provinciaal Wegenplan, zooals voor den weg Amster- sterdam-Zaanstreek-Limmen, Koog aan de Zaan door f A Kalverpoldcr naar Wijde Wormcr en door Wijde Wormer tot het dorp Neck, den weg van Avenhorn door Noord-Beemster naar Schermcrhorn en Schermeer. Verder den weg langs het kanaal Kolhorn-Scha- gen, Stolpen en vanuit dien weg naar Schagen, fangs de haven en naar de Hoep, alsmede voor de onderhandelingen die worden gevoerd voor den aan koop van de wegen: Verlaat-Schagen; Wognum-Op- meer en Verlaat-Oude Niedorp-Nieuwe Niedorp In voorbereiding is het tracé voor den weg Hoorn- Enkhuizen. Binnenkomt komt in voorbereiding het tracé Heer- hugowaard—Cmval en vanuit dien weg de weg naar Alkmaar. r)e Commissie is ten aanzien van laatstgenoemd tracé van meening dat het dorp Oudorp ook met dien weg dient te worden verbonden, omdat anders mede in verband met het kanaal: Huvgendijk- Omval deze gemeente voor het verkeer zeer on gunstig zou komen te liggen, wat niet goed zou zijn, waarom onze Commissie gaarne zal zien dat de weg naar Alkmaar wat Noordelijker komt te liggen ook de brug over het kanaal zoodat deze weg het einde van Oudorp raakt of wanneer dat niet kan, dat dan van Oudorp een stukje verbindingsweg wordt gemaakt naar den weg uit den weg Omval- Huijgendijk—naar Alkmaar. Onze Commissie geeft aan het eerste idéé voor keur boven het tweede. Over de kwestie van het onderhoud van de we gen door den landbouw is de Commissie algemeen van oordeel, dat het noodzakelijk is dat er verlaging der kosten van het wegenonderhoud komt en dat men daarop mag aandringen. De invloed van het Provinciaal Wegenplan zal voor het verkeer op Je tusschen het wegenplan liggende wegen ongetwij feld van groote beteekenis zijn. Om voor de beoordeeling van dit vraagstuk meer gegevens te hebben, zal opnieuw een onderzoek naar de kosten van het wegbeheer worden ingesteld bij de waterschappen. De Kanalencommissie. Ook hierover rapporteert de heer G. Nobel: De commissie heeft niets toe te vo.igen aan de vorderingen van de uitvoering van de kanalenplan- nen, omdat daaraan regelmatig en met kracht wordt voortgewerkt. Zij hoopt dat na het gereedkomen van de werken te Rustenburg, wat een zeer groote verbetering zal ïijn, ook voortgang zal worden gemaakt met het ver beteren van de vaart Rustenburg-Avenhorn-Jutje- Schardam, om<ial daardoor met betrekkelijk ge ringe kosten een prachtige vaart wordt verkre gen en een goede verbinding met hei IJsselmeer door het midden van Noord-Holland, die van groote beteekenis is. De heer D. Govers zegt, dat de heer Nobel het zoo even over de verbetering der wegen heeft gehad en de urgentie daarvan is er. Wat de kanalen echter betreft, die hebben we niet noodig. de uitgaven die daaraan worden besteed, is weggegooid geld. De Voorzitter zegt, dat het kanalenplan wordt voortgezet en ertegen te ageeren zal niet geven. Hierna wordt gepauzeerd. De waterstand van het IJsselmeer en de landbouwbelangen in Hollands Noorder- kwatler. Door Jhr. I. C. E. W. van Panhuijs, directeur van het rijksbureau voor de ontwatering, werd na Je pauze over dit onderwerp een inleiding gehouden Spreker stelde voorop dat hij niet alleen wcnschte uit te gaan van de omstandigheden, welke zich in de laatste weken hebben voorgedaan, waarbij de stand van het IJsselmeer bijzonder hoog was, doch den toestand welke door de Zuiderzee-afsluitlng is ontstaan meer in het algemeen zou beschouwen in verband met de hand having van het zoogenaamde militaire peil, zijnde het minimum van 0.13 NAP. gemeten te Urk. Hij ging daarbij na de voorgeschiedenis van de Zui- derzeeplannen, waarbij steeds sprake was van een af sluiting met de bedoeling de afwatering daardoor belang rijk te verbeteren, waarbij voorloopig gedacht was aan een peil van ongeveer 0.40 N.A.P., doch waarbij in ieder geval op den voorgrond had gestaan om het IJsselmeer te maken een vrije boezem, d.w.z. een boe zem zonder beperkende bepalingen. Nadat reeds in 1922 de z.g. IJmeer-commissie onder meer de maatregelen had onderzocht welke in ver band met de Zuiderzee-afsluiting noodig zouden worden voor de militaire verdediging, volgde de wet van 39 Juni 1925 waarin bepaalde voorschriften worden gege ven en in het bijzonder bepaald dat, zoolang geen andere compensatiewerken zouden zijn gemaakt, het peil op de afgesloten Zuiderzee niet lager zou mogen dalen dan 0.13 M. N.A.P. gemeten te Urk, zijnde den ge middelden laagwaterstand aldaar, zoodat daarmede het IJsselmeer werd gemaakt tot een besloten boezem met een omgekeerd maalpeil als het ware. Er was en er is nog aanmerkelijk meeningsverschil over de vraag of deze waterstand voldoende mag ge acht worden voor de afwatering van de omliggende provinciën, waarbij echter wel in het oog moet worden gehouden dat de Regeering bij de behandeling van de wet van 1925 heeft erkend, dat zij in zekere mate ver plicht zou zijn de nadeelen, die van een te hoog peil het gevolg mochten zijn, te vergoeden. Spreker bevindt zich in gezelschap van verschillen de zeer bevoegde deskundigen, indien hij meent dat de insteling van en minimum peil van 0.13 voor de boezems welke een natuurlijke afwatering op het Ussel meer hebben een belangrijk nadeel beteekent; uit maatregelen welke elders zijn genomen blijkt trou wens wel dat men den stand van zaken niet vertrouw de en zich bij voorbaat tegen de gevreesde nadeelen heeft gewapend. De overigens wel optimistisch gezin de Commissie-Lovink wees er op, dat zelfs bij een peil van 0.40 N.A.P. de voordeelen van de afsluiting voor de natuurlijk loozende landen nog twijfelachtig zijn. Het gevaar, dat het aannemen van een gemiddeld peil, in dit geval het gemiddeld laagwater te Urk, op levert, blijkt duidelijk bij de Zuiderzee, waar de water standen in zeer sterke mate van richting en kracht van den wind afhankelijk waren en dus van sommiee lang aanhoudende lage standen kon worden geprofi teerd. Ook op het IJsselmeer is de invloed van den wind beteekener.d, het isr eeds gebleken dat de wa terstanden daarvoor zeer gevoelig zijn, zelfs is ook het openen of sluiten der sluizen in den afsluitdijk spoedig op (rrooten afrtnnd a»*n den waterstand merkbaar. Van het Noorderkwartier heeft eigenlijk vooral Schermerboezem en ten deele ook Raaksmaatboezem, vooral indien deze laatste met de eerste zal worden ver- eenigd, belang bij den stand van het IJsselmeer. Het overige deel van Noordholland benoorden het IJ is door bemaling in staat rechtstreeks op het IJsselmeer, op het Noordzeekanaal of op het ni-uwe rlngkanaal langi de Wieringermeer te loozen. De Iets verhoogde standen van het IJsselmeer zijn niet van veel beteekenis voor het vermogen der bemalingen. Dank zij de medewerking wel', het Provinciaal Be- 6tuur krachtens de Toezichtverordening aan de water, schappen verleent, verkeert Noordholland wat de be malingen betreft in gunstigen toestand. Het toenemend aantal mechanische bemalingen in geheel Noordhol- land zijn de windbemalingen nog maar 1/10 deel der op. pervlakte heeft echter ten gevolge dat de boezemj als regel het water sneller ontvangen dan voorheen en dus het maalpeil eerder bereikt kan worden, waardoor de bezwaren van kwel en het dras worden van boezoc- land, ten slotte ook gevaar voor polderkaden eerder l> treden, terwijl bij verhoogden waterstand het vermoga der bemalingen afneemt. Hoewel Scbermerboezera t hoofdzaak afhankelijk is van de uitloozing op de Noor» zee te Nieuwediep en op het Noordzeekanaal te Za» dam en Nauerna. had de loozlng op het IJsselmeen Mi nikendam, Edam en Schardam een belangrijke co. pensatie kunnen geven, welke echter niet bestaat 'i handhaving van het militaire peil op zijn tegenwoordig hoogte en in de laatste weken vrijwel geheel heeft od broken. Daarbij zal men, om in de zomermaanden een schij! water voor inlating beschikbaar te hebben, het peil vaa het IJsselmeer in het voorjaar geleidelijk moeten opzet ten. Dit zal zeker niet worden nagelaten; immers het kunnen verschaffen van zoet water voor inlating waar voor naar ruwe schatting 3.5 milfioen M3. per etmaal noodig zal kunnen zijn. vermeerderd met hetgeen voor waterverversching en doorstrooming zal worden ge vraagd, is een der grootste voordeelen van de Zulder- zeeafsluiting, waarbij men zelfs gerekend heeft met de mogelijkheid dat de belanghebbenden daarvoor in <U kosten zouden medebetalen. Gezien de onvermijdelijke onregelmatigheden in dan waterstand op het IJsselmeer ook bij zorgvuldige af- spuiing op zee en in verband met andere belangen zal dan, zoolang de wet van 1925 onveranderd geldt, een waterstand op het IJsselmeer heerschen, welke gemid deld niet veel van N.A.P. zal afwijken of zeer weinig daar beneden zal liggen. In dat geval is dus met vrijt loozing van Schermerboezem nauwelijks te rekenen. De meest afdoende middelen tot verbetering zouden zijn. hetzij bemaling van Schermerboezem op het LJsad- meer, hetzij aanleg van den door de XJmeercommlSrii ontworpen afsluitdijk Muiderberg-Marken. waardoor ha IJselmeer geheel gescheiden wordt van het z.g. Umeet en daardoor van militaire inundatiebelangen geheel los wordt gemaakt. Daartusschen ligt de mogelijkheid van het maken van zoodanige compensatiewerken, zooals verbetering inlaat te IJmuiden en andere, waardoor de militaire belangen wellicht met een lager peil dan 13, doch waarschijnlijk nog niet met een vrijen boezem van het IJsselmeer ga noegen zouden kunnen nemen; deze zullen echter veel tijd vorderen en de tegemoetkoming aan de landbouw belangen zal eerst volkomen zijn, indien de IJsselmeer- boezem geheel vrij wordt. Daar Gedeputeerde Staten zich reeds krachtig voor deze zaak in de bres hebben gesteld, ligt de weg om tot verbetering te komen en de keuze der middelen daartoe in de eerste plaats via Haarlem en eervt daar na via Den Haag. Applaus. Bij de besprekingen naar aanleiding van deze inlei ding, wordt er door Prof. Visser op gewezen dat Scher* merboezem een van de weinige boezems is, die vrij kan loozen. Schermerboezem heeft geen bemaling noodig, dt afvoer is steeds verbeterd en als het IJsselmeer op 40 gehouden kan worden, is de toestand geheel ln ordt, Zelfs als de waterstand van het IJsselmeer 13 is, is het in orde. Als er dan maar geen gestremde loo zing is. De nadruk moet gelegd worden, niet op bema ling, maar op afschaffing van het militaire peil. Immer» de Minister van Oorlog heeft toch altijd het recht, om voor te schrijven, als er wat aan de knikker is, dat dl spuisluizen gesloten 'worden. Spr. stelt dan ook voo: dat de vergadering zoo sterk mogelijk aandringt op a: schaffing van het militaire peil. De heer D. de Boer oordeelt dat Noordholland inzakt deze quaestie thans vrij stevig staat, omdat ook W gebied om Amsterdam, en ook Amsterdam zelf »»n osa zijde staat. Laten we echter ook samenwerking zoete met anderen. De heer Prof. Visser wijst er nog op dat vooral Am sterdam aan onze zijde staat bij den eisch om afschil- fing van het militaire peil, want Amsterdam moet e«n peil van 16 a 20 A.P. hebben. De heer Jhr. Ir. van Panhuijs wijst evenwel op den eisch van Amsterdam, wat de waterverversching heeft en spr. herinnert aan den eisch om schadevergoeding als het peil te laag is. Spr. is het ermee eens. dat de abnormale toestand, die we in October hebben gehad, niet als voorbeeld ge nomen kan worden. De verbetering van de spuimldde* len te IJmuiden heeft nog niet plaats gehad en ook de verbreeding van het Noordzeekanaal niet. Spr. vreest dat afschaffing van het militaire peil niet zal zijn te verkrijgen, misschien is er een verlaging van het thans vastgestelde peil te bereiken. Een volkomen vrije boezem is natuurlijk het meest te begeeren. De Voorzitter zegt dat uit de besprekingen wel ge bleken is, dat het peil verlaagd dient te worden en hel Bestuur zal nogmaals aandringen op verlaging van het peil tot 40 N.A.P De heer D. de Boer dringt er op aan bij dl© poging zich te verzekeren van de medewerking van anderen. Aan den inleider wordt dank gebracht. Bij de rondvraag dringt de heer H. Rezelman, Scha* gerbrug nogmaals aan op verlaging van het tarief voor de waterleiding. Medegedeeld wordt dat die pogingen steeds in 't werk gesteld worden, alleen de resultaten zijn nog ml®4 groot. Niet alleen boerderijen en zuivelbedrijven gé bruiken water. Ook van andere zijde wordt op verla ging van de tarieven aangedrongen. Het is echter e®n comercieel bedrijf, dat niet graag met verlies werkt De Voorzitter oordeelt dat de prijs van het water wel terugontvangen wordt in den vorm van meerdere melk. Daana volgt sluiting doch niet nadat de heer p- Stapel Cz. den scheidenden voorzitter dank heeft ge bracht voor het vele in die functie gedaan en de voor zitter de scheidende bestuursleden, de heeren J®8" Blaauboer Kz. en, D. Nobel dank heeft gebracht»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1932 | | pagina 8