liefde de Sterkste.
In de stad der eeuwige lente.
COURANT.
Zesde blad. No. 9183
8°2et te worden-
U
De afkomst van een vrouw
t Esperanto
hoe ons motorrijwiel onschuldig in een
vreemde handelsonderneming werd
betrokken. langs de kust. de
bergen van afrika. een engel-
sche stad aan de middel-
landsche zee.
(Van onzen reizendcn Correspondent.)
Gibraltar. 12 November.
In de stad der eeuwige lente, zooals Malaga ge
noemd wordt, wandelden we onder palmboomen,
tusschen bloeiende rozenstruiken, baadden in dc
golven der blauwe Mïddellandsche Zee en dat alles
in maand November
NaWur'ijk beeft ook Malaga zijn oude Moorschc
burcht met de overblijfselen van tallooze torens. In
eokele dier torens zijn woningen ingericht, die nog
bewoond v orden. In de middeleeuwen verstond men
het stevig te bouwen Het is nu nog de goede tijd niet
voor Mai iga. Eerst over een maand beginnen er do
vreemdelingen te komen, die don winter in het noor-
den ontvluchten.
Eigenaardig was het. dat mijn Tsjechische mak
ker tc Malaga met buitengewone, onderscheiding be
handeld werd, terwijl men tegenover mij een ncder-
buigend vriendelijke houding aannam. Terwijl ik in
ons pension zat en schreef, nam mijn makker op
kleine tochten in den zijspan van ons motorrijwiel
nu en dan een medebewoner van ons pension, een
jeugdicen Zweed, een vagen zakenman, mede. Door
bemiddeling van den Zweed werd mijn makker dan
ingevoerd in de villa's van bankdirecteuren, van fa
briekseigenaars en we kregen eenige zeer vleiende
uitnoodigingen, die we niet aan konden nemen,
daar onze beperkte uitrusting niet toelaat, uitnoo
digingen voor grootsche maaltijden enz. te aan-
«arden.
Van al deze onderscheiding, mijn makker bewe
zen. begrepen we niets, tot juist den avond vóór ons
vertrek het geheim werd opgelost. Een leerares van
de Duitsche school tc Malaga vroeg mij in groot ver
trouwen of het waar was. dat mijn makker geen
Tsjech, maar een schatrijke Zvvcedsche graaf is. Dit
verhaal was rondgestrooid door den jeugdigen Zweed,
onzen kennis uit het pension, die blijkbaar behoefte
heeft aan versterking van zijn crediet. Volgens dezen
vagen zakenman was mijn makkei een incognito rei
zende Zweedsche graaf Saderström Ik was zijn vroe
gere huisonderwijzer, thans reisbegeleider. Graaf
Sanderstrüm wilde, aldus onze Zweedsche kennis,
op een groote. reis verschillende landen bestudeeren,
om daarna oen diplomatieke functie te aanvaarden,
cn zjch te verloven met een der prinsessen van het
Zweedsche koninklijke huis. Hij had zich voor zijn
studiereis het modernste, elegantste motorrijwiel
uitgezocht, maar wilde volkomen onbekend blijven
en had zich daarom langs diplomatieken weg relfs
lijdelijk een ander paspoort bezorgd.
Dit verhaal had bij de menschen. voor wie het be
stemd was. groóten indruk germakt cn tevens, wat
de bedoeling van den Zwcedschen zakenman was,
diens aanzien aanmerkelijk verhoogd. Als men zul
ke voorname kennissen heeft, moet men toch een
man van beteekenis en betrouwbaar zijn.
Mijn makker en ik begrepen, dat we zonder het te
willen, met ons motorrijwiel een rol moesten spe
len ua een vreemde zakenonderneming van den
Zweed. We lachten er eens om en besloten voor zoo'n
Weinigheid ons op den volgenden dag bepaald vcr-
A»a de kust rwb«J Malaga.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
Mrs. Patrick MacGill.
&aar Hetty lette daar niet op; op dat oogenbllk
rij niet meer in staat tot denken of voelen. Ieder
«poor van verlangen of van hoop was uit het bleeke,
ontetelde gezichtje verdwenen.
Hetty Loring zag er op dat moment twintig jaar
ouder uit. Er was geen vrouw In de zaal, die geen
sympathie voor haar voelde en afkeer voor den ouden
®an. die nog steeds doorsprak op zijn ijskouden, effen
afgemeten toon.
■■Mijn zoon is niet hier, maar Lady Olga Purnell,
*ier invloed dit meisje al redde van een nog vroegere
ennismaking met de politie, is wel aanwezig en ge
neigd onder eede te verklaren, dat ik de waarheid
spreek."
In Lord Perivale's woorden klonk een wraakgierlgen
ondertoon, die den rechter niet ontging en waarop hij
ortaf antwoordde: „Het is niet noodig uw getuige
astig te vallen, Lord Perlvale. Er is geen aanklacht
jegens oneerlijkheid tegen het meisje aangediend en
naar vroeger gedrag heeft met deze zaak niets te
maken, tenzij zij reeds bij een gerechtszitting schuldig
is verklaard."
De oude edelman beet op zijn lippen en op zijn ge-
stond duidelijk te lezen hoe verontwaardigd hij
was. op een dusdanige manier in het publiek, op zijn
hoewel de rechter ook verklaarde, dat een
vcng vergrijp t gen de wet. niet gold, indien dit niet
e 'g was uitgemaakt, had dit toch invloed op zijn
GIBRALTAR. Het formidabele rotsstation
van Spaansch grondgebied gezien.
trek niet uit tc stellen. De lieeren te Malaga moeten
de zaak maar onder elkander uitmaken. Wij was-
schen onze handen in onschuld.
Mijn makker had den laatstcn dag vóór ons ver
trek uit Malaga onze machine nog eens grondig na
gezien en geruischloos weder liep de motor, toen we
's morgens voortsnelden over den breeden
uitstekenden weg langs de kust. Links van ons glans
de de eindelooze. blauwe zee, rechts van ons verhie
ven zich steeds lager bergen. Achter den horizont,
niet ver meer, moest ergens dc kust van Afrika zijn.
Telkens kwamen wc langs groote, verweerde, eeu
wenoude torens, daar indertijd door de Spanjaarden
na de verdrijving der Mooren opgericht, om te wa
ken tegen een terugkeer van hun Afrikaansche vij
anden.
Slechts weinig daalde en steeg de langs de kust
slingerende weg, doch telkens hadden we scherpe
bochten te nemen, wat ons dwong tot een matige snel
heid. Ons voertuig op drie wielen ligt in bochten na
tuurlijk minder vast dan een automobiel en voorzich
tigheid is daar geboden.
Nu en dan voerde de weg door een woud, dan weder
langs bebouwde velden, door aardige, schilderachtige
visschersdorpjes. Na enkele tientallen kilometers
doemde in zee een machtige rots op als een eenzaam
eiland. Dat moest Gibraltar zijn, dat slechts door een
lage landtong met het vasteland is verbonden. Toen
wij den geweldigen berg, wiens top in wolken was ge
huld, voor het eerst zagen, was deze landtong nog
onzichtbaar, zoodat het den indruk maakte, alsof do
rots aan alle zijden door dc zee werd bcspoeld.
Gibraltar! Engelsch bezit, de onaantastbare bewa
ker van den ingang der Middellandsche Zee! Duizen
den, tienduizenden aanschouwen den machtigen berg
jaarlijks van voorbijvarende schepen, marfr hóe wei
nigen zetten er voet aan wal? Wij keken onze kaart
eens in. Ons voorloopig doel was Algeciras, honderd-
veertig kilometer van Malaga. Te San Roque gaat
een zijweg over de landtong naar Gibraltar, een af
stand van nog geen tien kilometer. Een bezoek aan
Gibraltar zou ons dus een extra-reisje van twintig
kilometer kosten, maar het doel was zoo'n klein offer
waard en dus bogen we bij San Roque links af. de
landtong over, in dc richting van den geweldigen
bergklomp, den sleutel tot de Middellandsche Zee en
tot den weg naar Indiö door het. Suez-kanaal.
Bijna aan het einde van de landtong, slechts enkele
kilometers, hoogstens drie, van den dreigenden berg,
ligt een Spaansch dorp. La Linea, waar men reeds
den Engelschen invloed kan waarnemen. Op vele win
kels cn cafê's vindt men naast de Spaansche ook En-
gelschc opschriften en de politie agenten dragen er
helmen als do bobbys te Londen. Door de nabijheid
van Gibraltar is het La Linea mogelijk een in geheel
Zuid-Spanje beroemde „tonos" (arena voor stierenge
vechten) te onderhouden. De Spaansche bewoners van
Gibraltar, maar ook de daar verblijvende Engelschen
komen heel vaak naar La Linea om er de stieren
gevechten hij te wonen.
Maar Gibraltar, dit. hoekje van Spanje, is
^anje nict meer. Het is een stukje Engeland aan de
Middellandsche Zee en tusschen het Spaansche dorpje
en de ruim een kilometer verder gelegen stad Gi
braltar loopt een straatgrens. Spaansche en Engel
sche douanen moet men passeeren.
Op de landtong, waarover de weg loopt naar Gi
braltar, was er evenwel iets nieuws, iets verrassends,
meer dan dat: iets overweldigends. Rechts van ons]
ver over de blauwe wateren der Middellandsche Zee,
waarop enkele schepen dreven, stapelden zich aan
gedachtegang en onbewust veranderde het zijn in
zicht in de zaak.
„Hetty Lormg, je bent nog veel te jong om de ge
vangenisstraf to krijgen, ook al heb je een zeer ern
stige misstap begaan door een veroordeelde gevangene
ook al is het Je vader te helpen ontvluchten. Re
kening houdend met deze omstandigheid zal ik je voor
den tijd van een jaar naar een verbeterhuis sturen,
waar je ruimschoots de gelegenheid zult hebben je
moreel weer op te richten en dan hoop ik, dat je je
dankbaarheid hiervoor zult toonen door nooit weer in
de gerechtszaal te verschijnen."
Hetty, die met wijde, nietsziende oogen voor zich uit
staarde, hoorde geen enkel woord van deze ingebeelde
preek, die naar haar hoofd geslingerd werd door
iemand, die evenmin geschikt was recht te spreken
dan een keizerrijk te besturen.
Een bewaakster tikte haar op den arm en het pu
bliek, dat een vaag gevoel had. dat hier een onrecht
vaardigheid was begaan, al kon men niet juist definl-
eeren, in hoeverre, zag Hetty's slanke figuurtje naar
beneden verdwijnen, om naar de cel teruggebracht te
worden.
Het Vonnis.
De genezing voor al het kwaad en onrecht, voor alle
zorgen en verdrietelijkheden der menschheid ligt in
dat eene woord: „Liefde". Dat woord kan wonderen
doen en inderdaad had de liefde een wonder gedaan
in het leven van Jack Perivale. Hij stelde zich niet
langer tevreden met het leven van zijn stand; hij wilde
zijn toekomst in eigen handen nemen ook al waren
deze leeg en zelf bouwen om iets groots tot stand
te brengen, iets dat het leen waard maakte geleefd te
worden. Waarom? Om dit aan de vreten te leggen van
het meisje, dat hij liefhad, zooals vóór hem zoovelen
al gedaan hadden.
O, het leven was zoo mooi, vol van groote, onbeken
de onmogelijkheden op dezen ochtend van zijn trouw-
Zacht neuriënd koos hij zijn mooiste pak uit; het
geld dat hij bezat, mocht niet besteed worden met den
aankoop van een nieuw.
don neveligen horizont bergen op: Afrika, het zwarte
werelddeel
Als norsche, dreigende wachters stonden daar langs
Afrika's Noordkus de bergen van den Atlas. Daar
zullen wc spoedig onze reis voortzetten, de reis naar
het. nog zoo verre doel. Voor het oogenblik echter trok
ons eerst Gibraltar, de afgelegen rotsstad.
Daar het carnet voor ons motorrijtuig zich niet uit
strekt tot Gibraltar, moesten wc onze machine laten
op Spaansch gebied en zochten wc dus allereerst een
garage, die we spoedig vonden. Daar brachten we ons
motorrijwiel onder om een kort bezoek te brengen
aan de Engelsche stad aan den oever der Middelland
sche Zee. We waren blijkbaar niet de ccnigc, die
met dit doel kwan.en, want in het Spaansche dorp
La Linea troffen we vele vreemdelingen aan, vooral
vele Franschen, die thans in grooten getale Spanje
bereizen. Ook enkele Engelsche officieren in uniform
met het traditioneele wandelstokje, ontmoetten we.
Het was 's middags twaalf uur, toen we te La Linea
aankwamen en we hadden dus nog tijd genoeg voor
een bezoek aan de stad Gibraltar en om daarna nog
vóór het vallen van den avond de Spaansche, door dc
internationale conferentie van 1900 bekende haven
stad Algeciras te bereiken.
J. K. BREDERODE.
(Een Indische legende).
Het nut van
Esper anto
Welk practisch nut heeft voor mij het leeren van
Esperanto, is een vraag, die vaak gedacht of ge
steld wordt, door degenen, die wel sympathiseeren
met Esperanto, doch niet bekend zijn met êe ver
schillende manieren, waarop het voor ons allen op
de een of andere wijze zijn nut kan hebben.
Niet iedereen kan naar het buitenland gaan en
het op die manier practisch toepassen. Doch zij, die
daartoe wel de gelegenheid hebben en bovendien
Esperanto machtig zijn, weten, dat overal waar zich
Esperantisten bevinden (en waar zijn die tegen
woordig niet?) deze ten allen tijde bereid zijn U met
raad en daad bij te staan.
Niet iedereen is aangesloten bij een internationale
organisatie, die op haar congressen Esperanto als
voertaal gebruikt. Doch zij, die dit wel zijn, weten
dat daar geen Babylonische spraakverwarring meer
heerscht. dat daar geen dagen meer verloren gaan
met het vertalen van redevoeringen; zij weten, dat
allen elkander daar direct kunnen verstaan en be
grijpen.
Niet iedereen heeft in zijn zaak met buitenland-
sche correspondentie te maken. Doch zij, die daarme
de wel hebben uit te staan, weten bij ondervinding,
dat het gemakkelijk is, ook maar, laten we zeggen
3 talen, volkomen machtig te zijn. Laat alle corres
pondenten Esperanto leeren, en ook dit bezwaar zal
grondig uit den weg zijn geruimd.
Als we niet tot één van bovengenoemde groepen
mochten behooren, blijft er nog over de mogelijk
heid van vriendschappelijke correspondentie, waar
bij U gelegenheid hebt bekend te worden met de
zeden en gewoonten van of het oordeel over be
paalde onderwerpen in andere landen.
Juist door Esperanto kunt U in contact komen
met de geheele wereld, hetwelk we van geen der
andere talen kunnen zeggen.
Tenslotte, doch niet in de allerlaatste plaats, blijft
dan nog over. het lezen. Juist door het groote ge
mak", wegens zijn logische samenstelling, waarmede
we Esperanto kunnen spreken, schenkt een Espe
ranto boek of schets ons ruimschoot voldoening
voor de moeite, die we ons hebben getroost, om het
te leeren. Er zijn reeds onnoemlijk veel boeken op
allerlei gebied, aardige schetsen, legenden enz., door
bekwame Esperantisten uit andere talen in Espe
ranto vertaald. Waarover ook, in Esperanto kunnen
we op elk gebied goede vertalingen vinden. Met
recht kunnen we zeggen, hier is „voor elck wat
wils."
Als voorbeeld zullen in dit blad achtereenvolgens
gegeven worden de Nederlandsche vertaling van mij
van een Indische legende, uit de Bloemlezing van
Dokter Zamenhof, den samensteller van Esperanto,
en een vertaling van de Hongaarsche schets „Twee
Lieveheersbeestjes", in het Hongaarsch geschreven
door Geza Gardonyi en in het Esperanto vertaald
door Dr. Kolomano de Kolocsay.
Alvorens echter hiertoe over te gaan gevoel ik
mij verplicht de Redactie van de Schager Courant
dank te zeggen voor haar bereidwilligheid in deze.
Schagen, 24 Nov. 1932.
K. ROGGEVEEN.
TEN de almachtige Mahadeva het prachtige In
diö had geschapen: vloog hij neer op de aarde
om haar te bewonderen. Door zijn vlucht ont
stond een warme, heerlijk riekende windvlaag.
De trotsche palmen bogen hun kruinen voor Mahadeva,
en onder zijn blik begonnen de prachtige zuivervritte,
welriekende lelien te bloeien. Mahadeva plukte een van
Toen hij zijn schulden had betaald, kwam Jack tot
da ontdekking, dat hij maar heel weinig over had om
ervan te kunnen trouwen en een nieuw leven te be
ginnen.
Behalve Hetty moest hij ook aan de kinderen den
ken; zooals iedere normale jonge man hield hij dol van
kinderen en vooral tot kleine Chiok voelde hij zich aan
getrokken.
Maar de stem der liefde overschaduwde de stem
der zorg en met iedere vezel van zijn natuur gaf hij
zich over aan zijn jong zonnig geluk en aan de groote
verwachtingen, die hij van het leven koesterde.
„De liefde heeft den sleutel tot mijn geluk en de
liefde zal mij ook den weg wijzen," dacht hij zacht
fluitend, terwijl hij ernstig drie dingen bekeek: de ring,
de huwelijksvergunning en zijn beurs. Hij stak een
witte bloem in zijn knoopsgat en liep vroolijk de bree-
de stoep af naar de wachtende taxi.
Het was één uur en zonder onnoodig oponthoud zou
de rit een half uur duren.
„Niets is beter dan goed op tijd te zijn," zei Jack
bij zichzelf, behaaglijk in de kussens achterover leu
nend en af en toe zijn oogen sluitend om zich het beeld
van Hetty beter voor den geest te kunnen halen, zoo
als hij wist, dat zij voor het altaar zou staan, bedeesd,
misschien een beetje bleek, maar snoezig lief en aan
trekkelijk.
Een bloemenverkooper met een mand witte en lila
viooltjes hield hem een bosje onder zijn neus, terwijl de
taxi voor het verkeer in Oxford Circus moest stoppen!
In zeker opzicht herinnerden ze hem aan Hetty in
hun bescheiden geurende schoonheid.
„Hoeveel kost alles bij elkaar?" vroeg hij roekeloos.
„U kunt ze hebben voor een Pond," zei de koopman,
die ook al een mooie winst gemaakt zou hebben als
hij ze voor tien shillings gegeven had.
„In orde; gooi ze hier maar in," antwoordde de
stralend gelukkige bruidegom," en wees op de plaats
naast hem.
Een regen van viooltjes daalde op de kussens neer
en Jack verzamelde ze tot een groote toef, en schikte
ze tot een kleurige, geurende bououet.
Zoo verdiept was hij in zijn bezigheid, dat hij afwe
de lelien en wierp die in de hemelsblauwe zee. De wind
deed het kristalheldere water golven en bedekte de
prachtige lelie met wit schuim. Een minuut slechts, en
uit deze schuimbouquet begon de vrouw op te bloeien,
teer en heerlijk geurend als de lelie, luchtig als de wind.
veranderlijk als de zee. met een schoonheid, schitterend
als het zeeschuim, en evenals dit schuim, spoedig ver
gankelijk. De vrouw begon het allereerst met in het
kristalheldere water te kijken en riep uit:
„Wat ben ik schoon!"
Daarna keek zij rondom zich en zeide:
„Wat is de wereld mooi."
De vrouw trad droog uit het water op den oever (van
af dien tijd komen de vrouwen altijd droog uit het wa
ter).
Bij het zien van de vrouw begonnen de bloemen op
de aarde te bloeien, en uit den hemel richtten zich plot
seling milliarden nieuwsgierigen oogen op haar.
Deze oogen begonnen van verrukking te gloeien. Van
af dien tijd schijnen de sterren. De ster Venus begon
van afgunst te branden, daarom schijnt zij sterker dan
vele anderen.
De vtouw wandelde door prachtige bosschen en wei
den. en alles was stil en verwonderd over haar. Dit be
gon de vrouw te vervelen. Zij riep uit:
„Oh, almachtige Mahadeval! Gij hebt mij zoo schoon
geschapen! Alles is verrukt over mij, maar ik hoor niets
over en weet niets van die verrukkingen, alles is stom
verbaasd!"
Toen hij deze klacht gehoord had. schiep Mahadeva
tallooze vogels. De tallooze vogels hielden niet op ver
rukkelijke liederen te zingen op de schoonheid dei-
vrouw. De vrouw luisterde en glimlachte. Doch na één
dag stond het ihaar tegen en begon zij zich te vervelen.
„Oh, almachtige Mahadeva," riep zij uit, „men zingt
mij verrukkelijke liederen toe. men zegt daarin, dat ik
schoon ben. Maar wat is dit voor schoonheid, als nie
mand mij omhelzen en liefkozend aan zijn hart drukken
wil."
Toen schiep de almachtige Mahadeva de mooie, be
wegelijke slang. Zij omhelsde de schoone vrouw en
kroop aan haar voeten. Een halven dag was zij tevre
den. daarna verveelde het haar en riep zij uit:
„Oh, indien ik werkelijk schoon was. zouden anderen
probeeren mij na te bootsen. De nachtegaal zingt schoon
en de distelvink bootst haar na. Waarschijnlijk ben ik
al niet zoo mooi meer."
De almachtige Mahadeva schiep om de vrouw te be
vredigen den aap. De aap bootste elke beweging van de
vrouw na, en de vrouw was zes uur tevreden, maar
daarna riep zij onder tranen uit:
„Ik ben zoo mooi. zoo schoon! Men bezingt mij, men
omhelst mij, kruipt aan mijn voeten en bootst mij na.
Men bewondert en benijdt mij zoo, dat ik er zelfs bang
van wordt. Wat zal mij verdedigen, als men mij uit af
gunst kwaad wil doen?"
Mahadeva schiep den sterken, machtigen leeuw. De
leeuw bewaakte de vrouw. Zij was drie uur tevreden,
maar na drie uur riep zij uit:
„Ik ben schoon! Men streelt mij. ik echter niemand!
Men bemint mij, ik echter niemand! Ik kan toch deze
groote, vreeselijke leeuw, waarvoor ik achting en vrees
gevoel, niet beminnen!"
En op hetzelfde oogenblik verscheen voor de vrouw,
volgens den wil van Mahadeva. een klein, lief hondje.
„Wat een lief beest!" riep de vrouw en begon het
hondje te streelen. „Wat houd ik daarvan!"
Nu had zij alles, zij kon over niets klagen. Dat maakte
haar woedend. Om haar woede te uiten, begon zij het
hondje te slaan: het hondje begon te blaffen en liep
weg; zij sloeg den leeuw: de leeuw begon te brommen
en liep weg; zij ging met haar voet op de slang staan:
de slang siste en kroop weg. De aap, liep weg en de
vogels vlogen weg, toen de vrouw tegen hen begon te
roepen.
„Oh. ik ongelukltige!" riep de vrouw handen wringende
uit: „men liefkoost mij, prijst mij, wanneer ik goed ge
luimd ben. en allen gaan weg. wanneer ik boos ben! Nu
ben ik alleen! Oh. almaohtige Mahadeva! Voor den
laatsten keer smeek ik U: Schep mij zoo'n wezen, waar
tegen ik mijn woede kan uiten, dat den moed niet zou
hebben van mij weg te loopen, wanneer ik boos ben.
dat verplicht is geduldig mijn klappen te verdragen!"
Mahadeva zat een oogenblik in gedachten, en schiep
voor haar... de echtgenoot.
rend zijn hoofd schudde, toen een klein krantenjonge
tje probeerde hem een courant te verkoopen.
Als hij er een gekocht had. zou hij er het portret van
een meisje in hebben gezien, dat hij verwachtte binnen
weinige oogenblikken aan het altaar te treffen en hij
zou haar dan hebben gezien in de bank der beklaagden
met aan den anderen kant het portret van zijn vader,
die getuigenis tegen haar aflegde.
Hij had zijn vader dien morgen niet gezien eer hij
wegging en daar hij ook geen krant had gelezen ver
keerde hij in volslagen onwetendheid van al het tragi
sche gebeuren, dat zich dien morgen had afgespeeld.
„Wacht hier tot ik terugkom: dan moet je mij en
mijn vrouw naar Fuller's Hotel in Westminster bren
gen."
Hoeveel moeite hij zich ook gaf, Jack kon niet belet
ten, dat zijn stem verradelijk trilde toen hij de woorden
„mijn vrouw" uitsprak, en de chauffeur moest een glim
lach onderdrukken toen hij antwoordde: „Zeker., mijn
heer!" zonder te denken dat zijn „vrachtje" de held
was van den „Roman uit de groote wereld", waarvan
hij gedurende zijn middagmaal had zitten genieten.
Jack liep, door het breede voorpad van de oude Pa
rochiekerk met een gevoel van eerbied, dat zijn hart
stochtelijke, jonge liefde even overheerschte.
Hij wist, dat hij een half uur te vroeg was, maar toch
doorboorde zijn zoekende oogen de halfduistere ruimte,
het zou toch mogelijk kunnen zijn, dat Hetty ook te
vroeg v/as!
Er welde een gevoel van teleurstelling in hem op,
toen hij zich bewust werd. dat hij de eenige was. in dc
groote, duistere ruimte en hij verdreef zich den tijd door
op zijn teenen door de zijbeuken te loopen en de op
schriften op de steenen en marmeren gedenkplaten te
lezen; hoewel hij de woorden met zijn oogen los. kon
zijn brein de beteekenis ervan niet vatten; voortdurend
zag en hoorde hij in zijn gedachten hel beeld en de
stem van het meisje, wier leven spoedig aan het zijne
verbonden zou zijn.
In tien minuten keek Mj acht keer op zijn horloge en
drie keer liep hij naar de deur om met zoekende oogen
den weg af tc staren.
Maar de torenklok sloeg twee en nog was zijn bruid