Afrika eens en thans.
De jager die verdween.
k trad binnen in de kleine Mexicaansche
berg en riep om een koelen dronk. De
te paard door de woeste vlakten had
vermoeid en dorstig gemaakt en ik was
toen ik in het kleine herbergje af kon
gen om een verfrissching te nemen. Ik
g zitten aan de oude tafel, de waard
cht mij het glas en juist toen ik daarvan
groote teug wilde nemen werd er een
op mijn arm gelegd en sprak een zware
n:
Drinken is prettig signormaar niet
voor U".
draaide mij half om en keek in het ver-
gelaat van een ouden man.
Je wilt dus ook een glas", zeide ik lachend.
Wiilenwillensprak de oude, ter-
hij naast mij ging zitten, „ik heb niets
willen. Maar als meneer mij met alle
iets wil opdringenja, dan kan en
g ik niet weigeren natuurlijk",
k lachte en liet hem een pot bier brengen,
wij beiden gedronken hadden begon
weer te spreken.
meneer wat ik ben? Ik ben een buf-
jager".
lachte. „Je zal dan wel niet veel meer
doen hebben m'n beste. Zooveel buffels
er tenminste niet meer in Mexico".
daar heeft meneer gelijk in. Maar ik
i er nog een van den ouden stempel weet
Vroeger heb ik veel gejaagd. Wil ik meneer
ar eens wat van vertellen?"
zei, dat ik graag zijn verhaal wilde hoo-
en nadat mijn nieuwe vriend nog een
ïg had genomen begon hij:
,Het was in den tijd, dat de groote Paci-
-spoorbaan aangelegd werd. Ik werkte
aan die spoorbaan, maar niet zoozeer
werkman dan wel als jager. Ja, daar kijkt
van op, nietwaar, maar in dien tijd
dden we van buffels geweldig veel last.
les wat we opgebouwd hadden vernielden
En daarom had de maatschappij een
nderdtal mannen in dienst genomen, die
anders te doen hadden dan buffels te
oden, die het ons lastig maakten. En we
dden druk werk. Het is wel voorgekomen
t, toen er een trein over pasgelegde rails
oefreed, een buffel recht op de locomotief
Mijn kameraad heeft het beest
nog neergeschoten; het viel als een blok
i de rails en de locomotief stopte net voor
beest. We hebben er veel werk aan ge-
om het groote cadaver weg te sleepen.
:n goeie tijd was het toen, meneer. Ik be-
nooit verhaaltjes te vertellen in ruil
ior een glaasje bier, zooals nu. Integendeel,
verdiende goed geld en eten was er in
De buffels werden bij duizendtal-
gedood en leverden uitmuntend vleesch.
Maar nu moet ik van mijn vriend Harry
:rtellen. Dat was een zonderlinge, gesloten
maar de beste jager van ons alle-
,aal. Als Harry schoot was het raak en tui-
elde het beest zonder mankeeren. Eens op
middag gingen wij er samen op uit. We
aren niet van plan om te gaan schieten,
we wilden wat vruchten gaan zoeken
i de bosschen. Het was ongeveer vijf uur
middags toen we besloten om terug te
naar het kamp. Plotseling hoorden wij
chter ons een dof bonzen, dat aanhield,
als ervaren jagers, wisten nadelijk wat
at beduidde: een kudde buffels was in aan-
En toen we omkeken, vertelde een
stofwolk in de verte, dat we goed ge-
aden hadden. Nu moet ik U er even bij ver-
dat het vrijwel onbegonnen werk is
m met z'n tweeën een strijd te beginnen
zoo'n geheele voortdravende kudde,
zoo'n troep van die geweldige beesten
ernielt alles wat voor zijn voeten komt.
vluchten was overigens niet te denken.
)aarvoor waren de beesten ons te dicht ge-
Het zou hoogstens vijf of zeven mi-
duren en ze waren bij ons. „Harry",
ei ik, „wat moeten we doen?" Harry zweeg
ven en keek om zich heen. „We moeten dien
;rooten boom daar bereiken. De kleinere
omgeloopen, maar daarginds staat
kanjer. Die zal wel tegen een stootje
Als we daar inklimmenHij
al niet verder en beiden renden wij
ïaar de plaats waar de groote boom stond,
klom er het eerst in. De buffels waren nu
zeer nabij. Harry greep ook den stam,
dom naar boven, stond op een tak en
zich vast. De buffels waren nu geen
Sien meter meer van ons af en het gestamp
de hoeven was aangegroeid tot een
gerommel en gedaver. Groote stof
wolken zweefden om de reuzenlichamen van
voortijlende beesten heen.
De eerste buffels schoten langs den boom
We klemden ons nog vaster aan den
Plotseling echter schoot de kop van
een geweldig exemplaar tegen den stam aan.
Een siddering voer door den boom. Ik zag
Harry wankelenen vallen. Hij stond,
dat was juist het wonderlijke, op den rug
van een der voortrennende beesten. Ik hoor
de hem in doodsangst iets schreeuwen, ik
zag hem kleiner en kleiner worden en ein
delijk met de buffels verdwijnen in een stof
wolk".
De verteller zweeg even.
„Enhoe liep het af?" vroeg ik.
„Ik weet t niet, meneer, ik weet het niet",
zeide de oude. „We hebben van Harry nooit
meêr iets gehoord. Hij is verdwenen met die
kudde buffels. Z'n lijk is nooit gevonden.."
-,Een raadselachtig geval", sprak ik, onder
den indruk.
De oude man knikte, drukte me zwijgend
de hand en sjokte de herberg uit.
„Een zonderling verhaal, nietwaar?" zeide
ik tot den waard. Deze lachte een beetje
spottend. „Van de verdwenen jager bedoelt
U zeker?" zei hij. „Ja, dat is inderdaad zon
derling. Alleen jammer, dat de oude Herfkes
het nooit heeft meegemaakt. Hij heeft het
eens gelezen in een oud nummer van de
Wereld in Beeld en vertelt het nu aan iede-
ren vreemdeling, die hier komt. En drinkt
op kosten van zijn luisteraar
Afrika geldt nog voor velen als het don
kere werelddeel. Maar Afrika, het oude
schoone Afrika is niet meer.
Met de laatste postkoets was het ook in
Europa voorbij met de oude poëzie. Nu zingt
men een ander lied, het lied van de tech-
jniek, het lied van den voortsuizenden, j ach
tenden tijd, de tijd der automobielen en
vliegtuigen. Ook dit lied heeft zijn poëzie,
zijn eigen bekoring.
De posthoorn klinkt niet meer over bosch
en heide, bergen en dalen. Snerpend trillen
de autohoorns, brommend zoemen de mo
toren de melodie van den nieuwen tijd.
De postkoets is in vele deelen van Afrika,
in het Zuidelijkste gedeelte van het Westen
naar het Oosten tot bijna aan den evenaar
de ossenwagen. Zeker, langen tijd zal dit
vooïtbewegingsmiddel in eere worden ge
houden, maar zijn er bij ons ook nog geen
rijtuigen in gebruik Doch de auto's ver
dringen onzen goeden, braven, romantischen
ossenwagen.
En in het overige gedeelte van Afrika
De oude, heldere roep „Heia safariklinkt!
al zeldzamer over het verre land. Ook de tijd
der groote dragerscolonnes, der karavanen,
die de waren van en naar de kust sleepten,
zijn voorbij. Overal ziet men auto's. Kleine
expedities en jachtsafaris treft men nog in
de meest afgelegen deelen van het diepe
oerwoud, in de wijde steppe. Maar overigens
is in Afrika de auto overheerschend. Breede
autowegen doorsnijden schots en scheef het
contingent, soms zijn ze slechts, soms goed,
maar elk jaar komen er meer en worden ze
beter.
De Sambesiwatervallen bereikt men ge
makkelijk met een luxe trein, de oorsprong
van den Nijl langs autowegen, plaatsen, die
onze ouders nog als witte plekken op de
landkaart kenden.
De eindelooze, lichtende verte der steppen,
de dichtste oerwouden, gevaarlijke berg
passen, onafzienbare woestenijen, alles is het
domein van de automobiel geworden.
De ossenwagen legt vier tot vijf kilometer
per uur en brengt het tot hoogstens 40 K.M.
per dag en met een snelheid van tachtig tot
negentig kilometer per uur suizen de ben
zinewagens door het zwarte land.
En de wilden in hun schoone, kleurige
dracht scharen zich hoe langer hoe meer in
de rijen der gecultiveerde kustnegers. De
Chineezen verloren hun staart, de Japan
ners hun schoone kleeding, de Turken de
fez en de wilden van Afrika hun natuurlijk
heid.
Nog zien wij de slanke, pezige zwarte en
bruine gestalten, die zich met een sierlijk
heid bewegen, welke wij reeds lang niet meer
OM TE KLEUR,
winkeltje spelen.
4 HOE MAKEN WE JO
Hoe een jo-jo er uitziet, dat behoef ik
jullie natuurlijk niet te vertellen, want
|er zullen slechts heel weinigen onder
i jullie gevonden worden, die zulk een
i stukje speelgoed niet bezitten. Het is al
een heel oud spelletje, doch doordat de
couranten er kortgeleden weer over
hebben geschreven en enkele speelgoed
fabrikanten er
opnieuw bekend
heid aan hebben
gegeven, is het
weer modern ge
worden. Er zul
len zeker gewel
dige jo-joïsten
onder jullie zijn,
die de twee
schijven wel hon
derd maal of
meer op en neer
kunnen doen
dansen, en er den
zweefsprong, de
looping-the-loop
of andere kunst
jes mee kunnen
uithalen.
Dat je zoo'n
jo-jo gemakkelijk
zelf kan knutse
len, zal je niet
verwonderen.
Voor een jo-jo
kan je eenvoudig
twee houten
schijven nemen,
die precies in het
midden met een
staafje aan el
kaar verbonden
moeten worden.
Het touwtje dient
er vooral stevig
aan bevestigd te
worden, mag niet
te dik, doch ook
weer niet te dun
zijn. De hoofd
zaak is, dat de
jo-jo absoluut in
evenwicht is, als
hij aan het touw
tje hangt.
Aan de jo-jo verwant is de diabolo,
een spelletje, dat dertig jaar geleden
even druk beoefend werd als nu het
jo-jo-en. Ik herinner me zelfs nog een
versje uit mijn prille jeugd, dat aldus be
gon:
Diabolo, dat is geen spel,
Fietsen wel. fietsen wel
Toen was een fiets nog een sportvoor-
werp en slechts heel weinig menschen
bezaten er een. Ze waren duur en men
beschouwde het rijden er op als waag
halzerij. Neen. ik overdrijf niet, hoor. al
begrijp ik best, dat jullie het je moeilijk
kunnen voorstellen, nu bijna iedereen
jeen fiets bezit.
Maar ik zou het over de diabolo heb
ben. Afbeelding 1 laat ons zien hoe er
mee wordt gespeeld. Twee stokjes met
een touwtje er tusschen, waarover de
diabolo heen en weer rolt, dienen om
hem in beweging te brengen. Als de dia-
(bolo flinkt in het rond draait, wordt het
JO'S EN DIABOLO'S?
touwtje strak gespannen en... onze
diabolo maakt een luchtreis. "Nu is de
kunst, hem weer op het touwtje op te
vangen. Het is lang niet zoo gemakke
lijk als de jo-jo op en neer te laten dan
sen en eenige oefening is er voor noodig.
Juist omdat het niet zoo gemakkelijk is.
heet het diabolo-spel duivels-spel. Ik zal
jullie nu vertel
len hoe je zoo'n
diabolo zelf kunt
maken: de af
beeldingen 2 tot
en met 5 too-
nen ons hoe het
moet. Het ge
raamte bestaat
uit twee niet al
te dikke plank
jes, zooals fi
guur 2 ons dat
laat zien. Daarna
worden ze in el
kaar geschoven,
zooals op het vol
gende plaatje is
te zien. Twee
ronde schijven
van iets dikker
hout worden er
aan weerszijden
op vast gespij
kerd. Cm de dia
bolo niet te hard
op den grond te
doen neerkomen,
want het is voor
al in den begin-
niet zoo ge
makkelijk, hem
op het touwtje op
te vangen, kan
je op den rand
der twee schijven
een dun gummi
reepje bevesti
gen. Je kunt hier
voor 'n dun slan
getje gebruiken,
waar een soepel
koperdraadje
doorheen is ge
haald en dat je
met een tang
aantrekt, zooals op de afbeelding is te
zien, doch ook een reepje van een ouden
binnenband van een fiets, dat vanzelf
blijft zitten.
Ook van een groote garenklos kan
men een diabolo maken. Het middenge
deelte, waar eerst het garen op gewon
den zat, moet daarvoor eruit gezaagd
worden en de beide uiteinden tegen
elkaar gezet worden. Het beste zal wel
zijn, er een houtje doorheen te slaan en
het geheel met goede lijm te verbinden.
De mijnheer op het laatste plaatje staat
aan een draaibank en draait van een
groot stuk hout een diabolo. Zoo worden
de diabolo's op de fabrieken gemaakt.
Misschien heeft de vader van een van
je vriendjes een draaibank in zijn bezit.
Dan moet je hem maar eens vragen, of
hij een diabolo wil draaien.
Tineke heeft op haar verjaardag een weeg
schaaltje ten geschenke gekregen en op
regenachtige middagen, als zij niet naar
buiten kan, wordt de weegschaal te voor
schijn gehaald en gaat ze wegen met de
echte kleine gewichtjes, die erbij hooren,
Van Moeder heeft ze wat rijst, suiker, kren
ten en zout gekregen en in de kleine zakjes,
die ze zelf geplakt heeft verpakt ze dan de
boodschappen.
Hier zien jullie Tineke op het plaatje
bezig. Wat zou je ervan zeggen
plaatje eens vroolijk te kleuren? Dan*
het een echt feestelijk gezicht, even fee
lijk als het winkeltje spelen zelf is. lii
hoef jullie natuurlijk niet te vertellen, ïv
kleuren jullie moeten nemen. Jullie 'i
natuurlijk allemaal erg knappe kleursto.
kleurders, nietwaar? Nu aan
veel pleizier er mee.
bezitten. Maar spoedig zullen er overal
Europeesche stoffen en lappen zijn, hemden,
colberts en hoeden, die de schoone gestalt'en
vermommen en tot leelijke vogelverschrik
kers maken.
Voor den oorlog waren er in Zuid-West-
Afrika twee zware regeerings-automobielen
als eenige vertegenwoordigers hunner soort,
maar absoluut onbruikbaar. Tegenwoordig
heeft zelfs de kleinste farmer zijn eigen
automobiel. In Zuid-Afrika is het precies
eender als in Oost-Afrika. In Nairobi, de
hoofdstad van Britsch-Oost-Afrika, waar
twee duizend blanken wonen, rijden vier
duizend auto's.
Na de auto's komen de vliegmachines, die
het land doorkruisen. Er zullen in Afrika
thans weinig wilden meer gevonden worden,
die niet op de een of andere wijze met de
Westersche beschaving in aanraking zijn
gekomen. Het is alleen de vraag of zij er op
vooruitgegaan zijn.
DE KENTEEKENS VAN DE
AUTO'S.
Jullie zien dikwijls auto's op straat met
vreemde letterteekens er achterop. En nu
zouden jullie wel eens willen weten uit
welke vreemde streken die wagens kwa
men. nietwaar? Welnu, ik zal jullie een
geven:
België
B
Britsch-Indië
BI
Bulgarije
BG
Denemarken
DK
Danzig
DA
Duitschland
D
Finland
SF
Frankrijk
F
Griekenland
GR
Groot Brittannië
GB
Hongarije
H.
Ierland
SE
Italië
I
Liechtenstein
FL
Litauen
LT
Luxemburg
L
Monaco
MC
Nederland
NL
Ned.-Indië
IN
Noorwegen
N
Oostenrijk
A
Polen
PL
Portugal
P
Roemenië
RM
Rusland
R
Zweden
S
Zwitserland
SH
Spanje
E
Tsjecho Slowakije
CS
Hier zijn dus de nationaliteits-aanduidin-
gen der auto's. Als je dus een vreemden
wagen ziet, dan haal je maar even je lijstje
uit je zak en je weet meteen uit welk land
ldie vreemdeling komt.
In het water gevallen.
Loet loopt vroolijk naar den vijver;
Lili toont niet zooveel ijver.
Lili durft niet in den vloed....
„Ben je waterschuw" hoont Loet
Lili plast en gaat al zinken
Loet redt haar van het verdrinken!
Hij brengt haar weer op veil'gen grond;
Maar Lili wil naar huis terstond!
iir.
WIE WAS DE MOOISTE.
OPLOSSING:
De uitgang ligt in het tweede vakje van
Ga van dèar uit naar (alles van links gereken:
het 2e (2e rij), 2e (3e rij), 5e (2e rij), 4e (3ert
6e (4e rij), 4e (5e rij), 3e (6e rij). 3e (7e rij),
(8ste rij), 7e (9e rij), 7e (10e rij), 7e (He r
5e (14e rij), 3e (Ï3e rij), le (12e rij). 3e (Hef
5e (14e rij), 3e (13e rij), le (12e rij), 3e üel
le (10e rij), 2e Ode rij), 2e (8e rij), le (7e ni
appels