Het einde van de Zesdaagsche
Piet van Kempen en Pijnenburg
overwinnaars.
Zaterdag 26 November 1932.
SCHAGER COURANT.
Derde blad. No. 9183
Een grootsche
eindstrijd
DE BALANS.
Een slot dat pakte.
Wat er o.m. te verdienen viel.
DE BITTERE BIJSMAAK..,
Het Duitsche koooel
De eindstand.
AMSTERDAM, 24 Nov. De einduitslag van den Zes
daagsche is:
1. Piet van Kempen—Pijnenburg685 p.
Op 1 ronde: 2. Rausch—Hürtgen 251 p.
Op 2 ronden: 3. CharlierDeneef348 p.
Op 3 ronden: 4. BraspenninxWals 238 p., 5. Wambst
Broccardo 80 p.
Op 6 ronden: 6. Jan van KempenBogaerts 342 p., 7. Di-
naleVan der Heyden 233 p., 8. GöbelSchorn 190 p.
In totaal zijn afgelegd 3281 K.M. 130 M. In het laatste
uur werden afgelegd 40 K.M. 830 M.
„Den Pijn"
VOORBIJ, VOORBIJ....
Terwijl het gebouw van de R.AJ. als 't ware op haar
grondvesten stond te trillen, door de daverende aan-
moedigintskretenneen het ontzettend gebrul,
dat telkenmale opsteeg uit de compacte menschen-
massa, rond den heksenketel, waarin de grootsche
eindstrijd werd gestreden, kondigde telkens de groote
luidspreker het verglijden der piinuten aan: nog
30 nog 5 nog 3 minuten. Dan klin
ken met donderend geknal drie schoten. De eerste
Amsterdamsche Zesdaagsche is geëindigd
Een wild en ongekend lawaai breekt uit de menigte
los, terwijl de renners in een laatste felle jacht den
langen strijd beëindigen. Piet van Kempen en Pij
nenburg zijn overwinnaar.
De groote lichten boven de eindstreep gaan aan,
fotografen bestormen de baan, een tafel wordt op
het witte hout gedragen en als dan door den luidspre
ker een plechtig woord gesproken is en dank ge
bracht aan allen, die het welslagen van don wed
strijd bevorderd hebben, reikt jhr. v. d. Berch van
Heemstede, voorzitter der N.W.U., de prijzen en bloe
men uit.
Aldus zou in korte trekken het einde van dezen
titanenstrijd geschetst kunnen worden, doch het
heeft de gemoederen van velen de laatste dagen te
zeer bezig gehouden, om er zich met deze enkele
zinnen af te maken. Laten we dus hieronder nog
vat bijzonderheden geven van den laatsten avond,
^an het laatste uur, dat de zoo lang verbeide be
slissing moest brengen.
Den geheelen middag is de stemming beneden nul
^bleven; de cracks getroosten zich niet de minste
moeiie om een rondje uit te loopen. Zoo nu en dan
versnellen Pijnenburg en Hürtgen, om het publiek
wat. te vermaken, plotseling het tempo, om na enkele
ronden weer in te houden. Er wordt ook geen enkele
premie uitgeloofd, om den strijd wat aantrekkelijk
te maken. Dinale doet tot half vijf dienst als clown,
hy verovert een aantal hoeden, welke van het eene
rennershoofd op het andere gezet worden. Göbel meet
zich onder het rijden een baard aan en dat is alles
wat dezen laatsten middag rond de baan voorvalt.
Vóór den laatsten strijd.
Dan is langzamerhand de tijd aangebroken, dat
eerwacht mag worden, dat men zich nu eindelijk
oor den laatsten strijd gereed zal maken. Het is
savonds half acht. De belangstelling op de tribunes
het uitverkochte huis is al geweldig groot. Doch
r? jopners rijden met. de regelmatigheid van een
Jfoji in eentonigen cirkelgang hun rondjes.
1 Is als het spel van een hangklok. De slinger gaat
een absolute beslistheid naar rechts en links:
a renners draaien eiken koer wéér beneden ons dóór
Vnavï1» En is niet also* straks één: „koekoek,
roekoek", zal gaan roepen als er een uur voorbij is?
Aanstonds zal het beeld ongetwijfeld veranderen,
gaat wanneer om de uiteindelijke beslissing
vr?6 .^Dunes zijn weer tot. in de uiterste hoeken
Von n' iedere sprint ziet men de duizend
en,?1®? menif?te enthousiast verrijzen, doch het ra-
ïiiïSS* uW' waarnaar het publiek zoo reikhalzend
vooralsnog achterwege. Het begin van
ditirirw» i ie uren werd meer gewijd aan de tra-
rpeonHfïgeworden premies, en begrijpelijkerwijze
vr£va j j-^ldpremies en geschenken. Nog steeds
ren n? j rijders als°f zij eerst 24 uur in touw wa-
-dij iedereen dwong hun rijd®» v^ai hawond&rinxr
Rausch=Hürtgen
tweede.
af. Een stevig, niet al te snel tempo, werd door de
renners onderhouden, doch wat het publiek hoopte,
ja verwachtte, nml. een wegloopen van een van do
rijders, waardoor een jacht zou ontstaan, gebeurde
niet, zooals boven reeds gezegd. Althans voorloopig
niet. De Duitschers Hürtchen en Rausch volgden Piet
van Kempen of Pijnenburg als een schaduw en
weken niet van het wiel van hun tegenstanders af.
Onafgebroken tientallen ronden lang volgden zij ren-
ne. voor renner. Doch buiten dc premiesprints waag
den de koppels niets en de spanning in het zoo vol
gepropte gebouw steeg met de minuut. Om 9 uur was
van den overkant van de baan vrijwel niets meer
te zien, daar er een dikke rookwolk hing. Toch ge
noot het publiek ten volle, want het kreeg menig
maal formidabele eindspurten te zien.
Na 142 uur 3150 K.M. afgelegd.
Intusschen was het 142ste uur afgekondigd en to
taal waren 3150.12 K.M. afgelegd, een gemiddelde
derhalve van 22 K.M. per uur. Toch ging het in hot
143e uur nog met een snelheid van 39.G6 ik.M., dus
bijna een uursnelheid van 40 K.M. Dc klok stond
reeds half tien en nog steeds was het prcmieuitlo-
vende publiek niet verzadigd. Spurt na spurt hadden
de renners in te zetten en het werd tenslotte voor do
koppels zwaar rijden. Telkenmale werden de rijders
dan ook afgelost. Wij vermelden voor de aardigheid
d3 verscheidenheid der geschenken: overhemden, stoe
len, sigaren, sigaretten, stofzuigeis, pendules, schil
derijen, winterjassen, enz. Teveel om op te noemen.
KI. van Nek werd door de renners niet vergeten en
ook aan hem werd gedacht, daar verscheidene pre
mies voor hem gereserveerd werden. Dat waren de
slechtste sprints nog niet!
Om bij 10 uur hield de vloed van premies op.
Naar het einde. Het beslissende
uur. Het Nederlandsche koppel
triumpheert.
Dan. wanneer het uur van tienen is aangebroken,
begint de groote finale. Blauw hing een wolk van
rook over de stampvolle zaal en rond het houten
slagveld peddelen acht der zestien redders. ^En
naast, deze verstikkende atmosfeer is er de spanning
in dit laatste uur, dat in dezen gigantischen strijd
de beslissing moet brengen.
Het Duitsche koppel RauschHuertgen, dat als
tweede aankwam en verscheiden, doch ver-
geefsche, pogingen heeft gedaan, om de
leiders Van KempenPijnenburg te
benaderen.
De laatste sprints kwamen aan de beurt en klok
slag 10 uur werd het zwaarste uur van renners in
geluid. Onmiddellijk na de eerste spurt, gewonnen
door Piet van Kempen,, liepen Cnarlier-Deneef weg
en begon een jacht, waarschijnlijk de laatste van de
zen strijd. Het lukte den Belgen met een paar mooie
spurten ene ronde achterstand in te halen. Intus
schen won Charlier de tweede sprint. Het Nederland
sche koppel Wals-Braspenninx kon ook een ronde
terugnemen, daar zij de Belgen op den voet govolgd
waren. Koppel na koppel nam nu deel aan de jacht,
waarin Dinale en v. d. Heide, evenals VVambst-Bro-
cardo een ronde terugnamen. Dooi al de bedrijven
door wonnen Pijnenburg de 3de en Göbel dc 4de
sprint. Het lukte Jan van Kempen in combinatie
met zijn koppelgenoot Bogaert, ook nog een ronde
terug te nemen. Dinale trapte, dat het een lust was
en waarlijk nam hij na vijf ronden hard sprinten, we
derom een ronde terug., hetgeen de koppels Jan van
Kempen-Bogaert en Göbel-Schorn ook volbrachten,
v. d. Heide nam de 5e sprint voor zijn rekening, Pij
nenburg de 6de. In de 7de sprint toonde Piet van
Kempen nog eens een verbluffende snelheid. In het
voorlaatste uur is dan 33 K.M. gereden en totaal
3240.300 K.M. 40 minuten voor tijd ondernamen de
Duitschers hun eersten aanval op Piet van Kempen-
Pijnenburg, doch verder dan een halve baan kwam
het niet, want toen waren de vluchtelingen al ach
terhaald.
Vijf minuten.
Nog doen Wambst-Broccardo een poging weg te
loopen. Ook Schorn-Göbel.
Zestig seconden!
Fel tempo in de laatste oogenblikken. Rausch
loopt weg. Piet van Kempen hem als het weerlicht
na.
Nog tien seconden!
Slotschoten. Drie! De Zesdaagsche is voorbij. Piet
van Kempen-Fijnenburg winnen met een ronde voor
sprong op Rausch-Hurtgen.
Kransen worden naar de eindstreep gesleurd.
Felle filmlichten ontbrandden opnieu»v en dat alles
onder onbeschrijfelijk gebrul der wielermenigte, dat
niet tot bedaren is te brengen. De speaker kan zich
niet meer verstaanbaar maken. De renners komen
naar de eindstreep.
Eindelijk zegt de heer George Hogenkamp een
slotwoord en brengt hulde aan de renners, aan P. v
Kempen-Pijnenburg in het bijzonder.
De eerste Amsterdamsche behoort dus thans weer
tot het verleden. Een ieder weet dat deze monsterrit
feitelijk een experiment was. In het land in Ne
derland dat de beste zesdagen-renners bezit,
was nimmer een dergelijke wedstrijd gehouden en
men wist dus niet, hoe het Nederlandsche publiek
er op zou reageeren.
Inmiddels is gebleken, dat voor een dergclijken
twijfel geen grond meer is, en als een middel om
de publieke belangstelling te concentreercn, lijkt een
zesdaagsche wel mee een van de voortreffelijkste.
Het financieele resultaat stelde alle pessimisten
volkomen in het ongelijk. Er is naar alle kanten, niet
het minst door de gemeente Amsterdam, doch ook
d ->r zeer vele neringdoenden, geld verdiend. Het
sportief resultaat. Het is conform de verwachtingen
ja het sportieve resultaat overtrof zelfs die verwach
tingen. Men heeft volop strijd gezien. Duidelijk is ge
bleken, dat. met de organisatie van dozen Zesdaag
se!. en wedstrijd voldaan is aan de begeerte van tien-
d -enden.
Belangrijk voor de sport achten wij, aldus een
sport-medewerker van de N. R. Ct., slechts het feit,
dat het experiment volkomen gelukt is. Duidelijk is
thans komen vast te staan, dat de massa dit genre
wedstrijden begeert. Het is een teeken des tijds, men
kan het genre wedstrijden niet te hoog aanslaan (en
wij doen dat stellig allerminst!), doch men heeft met
het feit rekening to houden. Golf is sportiever en
paardrijden ook. doch de massa gaat niet golfspelen
of paardrijden, en de massa vraagt naar zesdaagsche
wedstrijden, zooals zij en ook die vraag zal te
Amsterdam op den duur onafwijsbaar blijken te zijn
ook bokswedstrijden zal eischen. Wij zien even
scherp als ieder ander do sportuitwassen, die evene
menten als zulk een zesdaagsche wedstrijd aankle
ven, doch wij hebben toch oprechte bewondering voor
de geweldige energie, de ongeëvenaarde vaardigheid
en het weergalooze uithoudingsvermogen van deze
wielrenartisten, die hun zeer riskant ambacht op zoo
voortreffelijke wijze uitoefenen, ter wille van een
voor deze tijden wel aanzienlijke honorarium. Maar
moet een dergelijk met levensgevaar uitgeoefend, ze-
nuwsloopend en het lichaam aantastend metier soms
niet hoog betaald worden? Men is veiliger in de lucht
dan op zulk een baantje. De jeugdige KI. van Nek,
die in het. ziekenhuis lijrt (gelukkis- komt hij cr
naar alle waarschijnlijkheid zonder kleerscheuren af)
kan er van meepr-ter en de talrijke verwondingen,
die 11e renners al opliepen, spreken ook een duide
lijke taal. Maar oe winst schuilt niet in het resultaat
van dezen wedstrijd on zichzelf, doch wel in het feit,
dat met het slagen van dit experiment thans ook het
bewijs geleverd is, dat Amsterdam rijp L voor een
prima winterbaan. De Zesdaagsche zal dan een van
de groote evenementen zijn, doch de wielersport in het
algemeen zal er wel bij varen. Er zou ook een ijsbaan
aangelegd kunnen worden, voor kunstrijden en
hockey openen zich perspectieven en mogelijk ook
voor de boks port. Zoo kan het slagen van dit zes
daagsche evenement toch nog een sportbelang be-
teekenen.
Laaiend enthousiasme.
Het. mag dan direct geen sport zijn in de strikte
beteekenis van het woord, aldus schrijft het „Han
delsblad", spannend, meifeleepend, enthousiasmee
rend, was deze laatste avond in hooge mate. Wij be
wonderen het niet and,ers dan als een uiting van
hoog opgevoerde wielrehkunst, gelijk wij ook zouden
bewonderen den energieken en knappen trapeze
werker of een ander artiest, die iets heel bijzonders
te zien geeft. Deze slotavond van de eerste Amster
damsche zesdaagsche was een groot, succes uit een
oogpunt van publieke belangstelling. En de duizen
den kijkers vonden blijkbaar groote voldoening in
het feit, dat het Nederlandsche koppel Piet van Kem
pen-Pijnenburg met een ronde voorsprong den wed
strijd won. Dat deed het enthousiasme oplaaien,
stijgen tot ongekende hoogte Het R.A.I.-gebouw was
vol machtige geluiden, donderende aanmoedigings-
kreten. De massa was wild, was hyper-enthousiast..
Zoo groot is de invloed van deze zesdaagsche wiel
rennerij, met alles wat daaraan vast zit. dat al die
duizenden in een zichzelf-volkomen-vergeten hun
schroom van zich wierpen en losbarsten in een in
dit gebouw nog nimmer gehoord gehuil en gelcrijsch.
Massapsychose
En toen het einde kwam, toen de omroeper door
den luidspreker de laatste minuut had aangekon
digd. welke gauw verstreken was, toen Ukkerman
tot slot de twee schoten gelost had, toen was er
geen einde aan den jubel. Toen werden afzettingen
verbroken. Toen leek de arena pas reeht een groot
gekkenhuis.
Waarlijk, zoo'n einde zal zelfs den meest, ver
stokten wielrenner-enthousiast zich niet hebben
kunen denken.
Ofschoon niet officieel meegedeeld, zou er tijdens
deze Zesdaagsche ongeveer f7500.aan premies en
voorwerpen van waarde uitgeloofd zijn.
Er waren eens...*., twee handige Duitschers, Hollan*
der en Grolius genaamd.
Die heeren waren een klein beetje brutaal: in het
fatsoenlijke dan. Ze timmerden een Zesdaagsche in,
elkaar en wisten een groot garantiefonds bijeen te
krijgen.
Toen kwam de sportpers hen te hulp.
De koningin der aarde, die hier in ons land zoo
weinig sensationeels te verwerken krijgt geen „Zes
daagsche", geen „Tour de France" werd ooit verreden
heeft zich er boven op geworpen.
Toen het Zesdagenplan nog maar in de lucht lag,
beeft ze het vertroeteld als haar eigen kind «n toen het
eenmaal op de beenen rondliep, geleid door alle geva
ren en over alle hindernissen.
Eén, zegge één advertentie, hebben de heeren orga-,
nisatoren maar hoeven te plaatsen om het storm taf
laten loopen.
De Koningin der Aarde, de Pers, heeft met onbegrij
pelijke scheutigheid haar kolommen ten dienste gesteld
voor de propaganda en de massa-suggestie bewerkstel
ligd.
En zoo groeide dit „kapitalisten"-gedoe onder het
mom van het Mekka der sport en het ideaal van spor
tlef genot tot een onweerstaanbare magneet op allen,
bij wie de bodem van de beurs nog maar eenigazina
door een geldstuk werd bedekt.
Is het wonder, dat ook wij daar heen moesten, om
eens te kijken wat er gaande was.
Welnu, de Amsterdamsche Sportpers, een vereeniging,
die al een half jaar bestaat, heeft van de Internationa
le Sport Onderneming de distributie van Perskaarten,
opgedragen gekregen. Daar hadden we dus aan te klop.
pen. Onze bed© werd verhoord: we konden een dagje
komen
In het R.A.I.-gebouw kom je maar niet zoo makkelijk
Drie of vier politieagenten vragen eerst naar je kaart:
doen dus nota bene dienst als particulier controleur:
't Ziet er daar binnen wel aardig uit. Er is ruimte
genoeg om een goede en vlugge afvoer van publiek te
garandeeren. Een uitvoerig programma, dat voor zeven
achtste uit advertenties bestaat, wordt den volke grif
voor twee kwartjes aangesmeerd,...
Voorin staan de twee directeuren in beminnelijke pose;
verderop de reglementen waaronder de wedstrijden ver-
redenworden.
Dan volgt er een stukje van Geudeker. de bekwame
sportredacteur van „Het Volk": „Welkom Zesdaagsche".
Daarin gewaagt hij van „uitgaande wereld", waarvoor
ip Hloland niet veel „loos" was enz.
Toen brak m'n klomp. Misschien ben ik niet op de
hoogte, maar ik zie de Zesdaagsche niet anders dan
een goed geregisseerd tooneelstuk met best betaalde
acteurs en directeuren met vette portefeuilles.
En dan te lezen hoe zelfs Geudeker er zich voor
spant
Na lang zoeken hadden we de perstribune. Er hing
geen bordje, dus hadden we maar lukraak alle trapjes
op en af te loopen om te kijken of we de troon van de
koningin der aarde zouden aantreffen. In de linker-
boohtenioge waren we op de plaats van bestemming.
Enkele journalisten zaten met zichtbare verveling op
hun potlood te bijten; anderen tikten onbewogen heel#
vellen vol met massa-suggestie.
Het was Dinsdagmiddag, mede in verband met den
zeer spannenden vorigen nacht, werd er uiterst kalm
gereden. Niemand sloofde zich uit. Om half drie even
de sprintjes.
Piet van Kempen en Pijnenburg hebben ons daarbij
even een impressie bijgebracht van spanning en sportief
gemot. Dat rijden en die sluwe manier om drie pedaal-
trappen te geven, zonder dat één van de anderen er
erg in heeft, dat was nog eventjes mooi.
Maar dan dadelijk weer valt men terug op de nuch
tere werkelijkheid, die je vertelt dat alles geldwerk is.
Hoe slecht gaat het niet bij beroeps-schaatsenrijders!
Vertel me er niet van.
We hebben een dagje van de Zesdaagsche meege
maakt Genoten af en toe van keurig sprintwerk: het
blijven prestaties, hoe men over de prof-sport moge
denken. Maar onze heele indruk is geen goede.
Dit grove stuk peper-duur betaalde sensatie kan men
voor mijn part cadeau krijgen voor één middagje op
een aardig Zuidelijk wielerbaantje in Nijmegen of zoo.
Waar jongens van 17 a 18 jaar, met het jeugdig vuur
in de oogen rijden voor een medaille hoogstens, maar
vooral om de eer van de overwinning.
En daarbij is alleen dit den grond en de drijfveer tot
inspanning: eerzucht
HENK JONKER Hz.